Ik ben Fredje
Ik ben een man en woon in Hoeilaart (Belgie) en mijn beroep is Gepensioneerd.
Ik ben geboren op 04/06/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wandelen, digitale fotografie.
Ik ben reeds meer dan 40 jaar gehuwd met Annie
Wondere wereld Niks wereldschokkend, niks belangrijks en alles met een dikke korrel zout te nemen
25-10-2011
Satellieten
Er gaat weer een ruimtetuig naar beneden komen. Een uitgediende satelliet. Waar dat ding gaat vallen is niet helemaal duidelijk. Meestal valt zoiets in zee. Gewoon omdat er meer water dan land is op de wereldbol. De kans dat het geval neerkomt in zee is dus groter. Gelukkig zou ik zeggen. Want een doorsnee satelliet is een stuk metaal ter grootte van een auto. Er mag dan nog een gedeelte van opbranden als dat in de dampkring komt, het blijft een groot stuk metaal. En als dat in uw tuintje tussen uw patatten valt kan je ze direct oogsten. Om maar te zeggen dat we ons binnenkort gaan moeten beveiligen tegen neerstortende ruimtetuigen. Want ondertussen hangen er al duizenden van die dingen boven ons hoofd. En op één of andere dag komen die allemaal naar beneden. Niet allemaal tegelijk, dat niet. Maar regelmatig zullen er stukken uit de lucht vallen. Want sinds de jaren zestig van vorige eeuw is de mensheid begonnen met allerlei satellieten de ruimte in te schieten. Veel nuttige dingen, dat wel. Denk maar aan allerlei navigatie systemen. Of telefoon en ander verkeer. Maar die satellieten beginnen nu stilaan te verouderen. En die kunnen niet eeuwig blijven rondtoeren. Al wat omhoog gaat moet nu éénmaal naar beneden komen. Er zijn blijkbaar ook al een paar botsingen geweest daarboven. Misschien moeten ze er eens aan denken om daar verkeerslichten te plaatsen. Al zal dat wel niet veel helpen zeker. Maar toch vraag ik mij af of er geen andere oplossingen zijn. Het moet technisch toch mogelijk zijn om die afgedankte tuigen met het laatste beetje energie richting zon te lanceren. Of mag dat niet van de milieu jongens. Want de groene jongens zouden wel eens kunnen argumenteren dat we op die manier de zon gaan vervuilen. Alsof de zon enig probleem zal hebben met het verwerken van een brokje metaal. En liever naar de zon dan dat de brokstukken hier op aarde schade veroorzaken. Want dat het op een dag zal mislopen is wel zeker. Stel je maar voor dat er op een mooie dag een halve satelliet op je dak valt. Op wie moet je dan de schade verhalen? Want schade zal er wel zijn. En geen beetje waarschijnlijk. Zo'n satelliet haal je niet van het dak door eventjes de dakgoot uit te kuisen. Maar het kan ook erger. Als dat ding in een bewoonde omgeving terechtkomt bijvoorbeeld. En er vallen doden. Wat dan? Zouden er dan maatregelen genomen worden opdat zoiets niet meer kan. Maar het zal wel zijn zoals altijd. Wachten tot er ongelukken gebeuren en dan een oplossing uitdenken. Maar ik weet het wel hoor. Ik ga mijn voorzorgen nemen. Vanaf volgend jaar ga ik een net over mijn patatjes spannen.
Het was feest gisteren. Een etentje georganiseerd door enkele oudjes. Met dansgelegenheid achteraf. Een soort reünie van leeftijdsgenoten die besloten hadden om na al die jaren nog eens samen te komen. Als 60 jarigen. Als partner van een dergelijk oudje moest ik mee. Natuurlijk heb ik in mijn jeugd verschillende van die oudjes gekend. Toen ze ook nog jong waren. Het was een ervaring om al die mensen nog eens terug te zien na al die jaren. Sommigen kende ik wel beter omdat ze in de omgeving zijn blijven wonen. Anderen waren we dan weer helemaal uit het oog verloren omdat ze elders hun leven geleid hadden. Een interessante ervaring. Dat mensen veranderen in de loop der jaren bleek al snel. De meesten waren kilo's bijgekomen en herkende ik amper. Sommigen herkende ik zelfs helemaal niet. Vooral mannen. Maar dat zal wel zijn omdat ik altijd meer belangstelling gehad heb voor vrouwen. De meeste mannen waren dan ook gezette burgers geworden. Met uitgezakte dikke buiken. Enkelingen hadden de tand der tijd beter doorstaan. Die waren meer herkenbaar. Een doorsnee van de maatschappij dus. Zo was er eentje die ik helemaal niet kon thuisbrengen. Hij mij wel. Met uitgestoken hand kwam hij naar me toe en op mijn vragende blik vertelde hij mij zijn naam. Die naam deed een heel klein belletje rinkelen in mijn achterhoofd. Genoeg om op mijn hoede te zijn. Maar door de gladheid van zijn praatjes wist ik dra met wie ik te doen had. De man was niks veranderd. Nog altijd de kleine oplichter/mooiprater die hij op jonge leeftijd al was. Te mijden dus. Al vond ik het geen eer dat zo iemand mij na al die jaren nog herinnerde. Maar goed. Over naar de vrouwen. Daar zaten ook verrassende verschijningen tussen. Van de fotomodellen die ze ooit waren bleef bij de meeste niet veel meer over. Al waren er een paar die duidelijk aan anorexia leden. En hier en daar eentje die alles nog in goede proporties had. Dat waren mooie rijpe vrouwen geworden. Een lust voor het oog. En voor meer waarschijnlijk ook maar daar gaat het nu niet over. Wat mij opviel was het feit dat levensjaren wel iets doet met mensen. Maar kom. Dat is normaal. Na het eten en dankzij de bijhorende drank kwamen de tongen veel losser. Ervaringen werden uitgewisseld. Soms triest. Soms grappig. Soms zelfs zo apart dat een normaal mens aan de echtheid twijfelde. Kortom, het leven zoals het is. Met ups en downs. Iedereen had zo zijn eigen ervaringen. En met de muziek uit die lang vervlogen jaren werden alle dagelijkse beslommeringen even vergeten. Het was mooi om zien hoe de oudjes zich nog wisten te redden op de dansvloer. Ze waren nog niet helemaal versleten. Ach, die oudjes, laat ze maar doen dacht ik nog. Maar toen schoot mij iets te binnen. Eigenlijk ben ik nog een jaar ouder...
Een wijnkenner ben ik nooit geweest. En zal ik ook nooit worden. Daarom hou ik teveel van het druivensap. Ik wil wijn niet beoordelen op geur, smaak, afdronk en wat er nog allemaal over te lullen valt. Ik lul er niet over. Ik drink wijn. Graag zelfs. En als er ook maar een beetje smaak in zit lust ik hem. Het kan mij dan ook niet schelen dat wijn oud of jong is. Zolang het sapje drinkbaar is loopt het gewillig naar binnen. Al moet ik toegeven dat er mij ooit iemand een uitzonderlijke fles cadeau gedaan heeft. Niks speciaals vond ik. Wat daar zo uitzonderlijk aan was weet ik nog niet. Maar volgens de vrijgevige gever was het een klasse wijn van een beroemd merk en van vijftien jaar oud. En kon ik hem gerust nog tien jaar bewaren. Tien jaar bewaren??? Ikke??? Geen haar op mijn hoofd dat daar aan dacht. De man was nog niet buiten of de kurkentrekker kwam eraan te pas. Met een veelbelovende plop ging de kurk eraf. En het goedje ging gretig naar binnen. Het bleek een plakkerig goedje te zijn. In normale omstandigheden laat ik wijn eerst een tijdje in de koelkast staan. Maar volgens de vrijgevige gever mocht dat absoluut niet. Deze klassewijn moest op kamertemperatuur gedronken worden. Al bedoelde de man het waarschijnlijk goed. Maar een fatsoenlijk drankje wil ik het liefst fris uit de koelkast. Kwestie van smaak natuurlijk. Het was de laatste keer dat ik mij laten ompraten heb door een zogezegde kenner. Wat is dat allemaal met die kenners. De ene beweert zus en de andere zo. Volgens sommigen moet wijn zo oud mogelijk zijn. Oude wijnen zijn blijkbaar geld waart. Dat die oude wijn dan niet meer te drinken is doet er volgens sommigen niet toe. Al is er een truukje. Gisteren hoorde ik een wijnkenner beweren dat gekeerde wijn nog goed te krijgen is. Eerst en vooral proberen om die slecht geworden oude wijn te decanteren. Gewoon in een karaf overgieten en hopen dat de toegevoegde zuurstof het spul weer voor enkele uren drinkbaar maakt. Als dat niet lukt is er nog een allerlaatste noodoplossing. Volgens de man zou het volstaan om een klutske oude porto in een fles te gieten en daarover de slecht geworden wijn. Het mengsel zou dan als bij wonder zijn oude smaak terugkrijgen. En terug drinkbaar worden. Voor enkele uren tenminste. Het kan allemaal wel zijn. Maar toch ga ik dat nooit proberen. Volgens mij is wijn gemaakt om te drinken. Niet om enkele jaren in een stoffige kelder te liggen. Ik zou er oprecht spijt van hebben te weten dat er zoveel lekkers in de kelder ligt te liggen. En misschien slecht worden. Bij mij krijgt wijn gewoon de kans niet om oud te worden. Het moet maar zo lekker niet zijn.
Het probleem met problemen is dat ze soms moeilijk op te lossen zijn. Al is er altijd wel een oplossing. Dat had ik ooit nog geleerd. Met probleemoplossend denken. En vooral niet in vakjes denken. Zo herinner ik mij nog een plezant probleempje dat ik ooit voorgeschoteld kreeg. Zuiver theoretisch weliswaar. Gewoon een oefening om te leren dat er buiten het gewone denken ook nog tal van mogelijkheden zijn. Dat theoretisch probleem ging als volgt: Stel, je komt met je wagen voorbij een bushalte. Aan die bushalte staan drie personen. De eerste is je beste vriend die ooit je leven redde. Die man wil daar dringend weg en vraagt een lift. De tweede persoon is een oud dametje, zo ziek dat ze dringend naar een ziekenhuis moet. Anders gaat ze daar ter plaatse doodvallen. De derde persoon is de vrouw van je leven. En die mag je natuurlijk niet laten gaan. Het probleem is echter dat je met een klein sportwagentje rijdt. Een tweezitter waar met de beste wil ter wereld geen drie, en dus zeker geen vier personen in kunnen. Hoe los je dat op was de vraag. Probleem dus. Een plezante denkoefening. En iets in die zin overkwam me gisteren. Niet aan een bushalte weliswaar maar toch stond ik voor een dilemma. Een goede vriend had me gevraagd om langs te komen. Er stonden enkele duvels koud te worden. Die moesten dringend in een warme maag verdwijnen. Maar, puur toeval, onderweg naar mijn vriend kwam ik een vriendin tegen. Een goede vriendin. Een vriendin die er wel pap van lust. En die ik moeilijk iets kon weigeren. Vooral dan als ze seksueel opgewonden is. En ze had hét nodig. Nu direct en onmiddellijk. Als goede vriend en menslievend als ik ben kon ik dan ook niet weigeren. Maar wat dan met mijn vriend die zat te wachten om samen de duvels te lijf te gaan. Die kon ik zeker niet laten wachten. Een probleem dus. Maar gelukkig had ik geleerd hoe probleemoplossend te denken. De oplossing was dan ook vrij simpel. Ik nam mijn vriendin mee naar mijn vriend. Samen duvel drinken. En een triootje. Iedereen meer dan tevreden.
Hoe zou het zijn om binnen duizend jaar terug te komen. Zomaar. Om eens te kijken hoe de wereld er dan gaat uitzien. Misschien heeft ons landje tegen dan wel een regering. Kan zijn. Want de onderhandelaars hebben belooft om op te schieten. Al moet een mens niet te veel geloof hechten aan beloften van politiekers. Net zomin als aan toekomstvoorspellingen. Ik herinner mij nog een paar voorspellingen van in de jaren 60 van vorige eeuw. Toen las ik dat we in het jaar 2000 met één prikje van alle ziekten zouden gevrijwaard blijven. En dat een zoemend eitje ons elke dag naar kantoor zou voeren. Het is iets anders uitgedraaid. Dat prikje blijkt heden niet zonder gevaar te zijn. Als de naald niet volledig steriel is riskeert een mens een aids besmetting. En met dat zoemend eitje zitten we alleen maar in de file. Maar toch moet het spectaculair zijn om met een verschil van duizend jaar terug geboren te worden. Een mens die duizend jaar geleden op deze aardbol rondliep zou nogal verschieten als hij nu terug zou komen. Als ik zie wat er zoal veranderd is op de jaren die ik hier rondhang. Al moet ik toegeven dat het de laatste 50 jaar wel snel gegaan is. Veel sneller dan het een paar honderden jaren geleden ging. Maar als de veranderingen in het tempo van de laatste 50 jaar blijven doorgaan staat ons nog één en ander te wachten. Wonen en werken zullen er heel anders uitzien. Als er überhaupt nog gewerkt moet worden. Vele technische uitvindingen zullen wel voor meer comfort zorgen. Zoveel comfort dat een mens zelf niks meer te doen heeft. Al kan je nooit weten natuurlijk. Misschien worden we wel gedwongen om vijfmaal per dag met ons gat omhoog te zitten en te bidden voor één of ander onbestaand geval. En met een kameel op reis te gaan. Naar Mekka. Of zou het mensdom tegen die tijd het licht gezien hebben. En al die religieuze rommel naar de geschiedenisboeken verwezen hebben. Misschien is het leven in het jaar 3000 wel één groot feest. En hebben mensen niks anders te doen dan te genieten. En zich vervelen. Met als gevolg een oorlogje of zo. Of misschien is de opwarming van de aarde zo ver gevorderd dat het water ons letterlijk aan de lippen staat. Al zal daar ook wel een oplossing voor gevonden worden. Paalwoningen of zo. Want niks is zo slim als een mens. Al moet er wel een beetje leven in zitten. Of zou de mens dan volledig afhankelijk zijn van machientjes. En computers die alles beslissen. Zouden we nog zelf voor nakomelingen moeten zorgen. Of zou seks niet meer nodig zijn om kindjes te krijgen. Dat zou pas erg zijn. Alhoewel. Voor mij is het allang goed als er gewoon seks is voor het plezier. En de nakomelingen uit een reageerbuisje komen. Op bestelling. Maar wat zouden mensen aan voeding gebruiken binnen duizend jaar. En drank. Want dat is het belangrijkste dacht ik. Eten en drinken. Vooral drinken dan. Veronderstel dat er binnen duizend jaar geen duvel meer bestaat. Dat zou pas verschrikkelijk zijn.
Met de bedrijfsslogan: We don't make the orgasm...We make the orgasm better maakt het Californische bedrijf Pipedream products reclame voor zijn producten. Dat liep wel even mis. Toen een vrouw gebruik maakte van een vibrator van de firma kreeg ze een bloeding. Eerst dacht ze nog dat het haar maandstonden waren. Maar ze bleef bloed verliezen. Zoveel dat ze flauw viel. Haar vriend bracht haar in paniek naar het ziekenhuis. Een verstandige beslissing zo bleek. Het scheelde geen haar of ze was overleden. Enkel dank zij het snelle ingrijpen en het toegediende bloed kon ze het nog navertellen. En ze liet het er niet bij. Ze stelde de firma een minnelijke schikking voor. Daar had die firma echter geen oren naar. De vrouw begon dan maar een rechtszaak tegen de firma. Wat het resultaat zal zijn is nog niet geweten. Ik vraag me alleen maar af hoe ze dat gaat bewijzen. Zou ze daar een demonstratie geven voor de jury? Of haar vibrator laten onderzoeken op fabrieksfouten. Misschien wel laten uittesten door de vrouwelijke rechter. Of door vrouwelijke juryleden. Ik zie het al gebeuren. Een seksorgie in de rechtbank. Om officieel vast te stellen wat de oorzaak zou kunnen zijn. Al zal de firma wel met tegenbewijzen afkomen. En dat kan ze dan doen door, pakweg, vijftig vrouwen de vibrator te laten gebruiken. Voor de ogen van voldoende getuigen. Daar wil ik wel bijzijn. Als ze daar getuigen te kort komen mogen ze me altijd eens bellen. Als neutrale getuige natuurlijk. Gewoon om het recht te laten zegevieren uiteraard. Al heb ik wel mijn bedenkingen over al die namaakgoederen. Voor mij is er niks beter dan puur natuur. En om dat uit te testen mogen ze mij ook altijd bellen. Zonder bijbedoelingen uiteraard. Puur uit menslievendheid. Gewoon om bewijzen te leveren, natuurlijk.
Na 61 jaren in dit leven maak ik het testament op van mijn jeugd. Ja, ik weet het. Dit zinnetje is gepikt uit een tekst van Boudewijn de Groot. Alleen maakte Boudewijn het testament van zijn jeugd op zijn 22 ste. Dat vond ik wel een beetje vroeg. Maar nu mijn jeugd op zijn einde loopt wil ik wel een testament maken. Al moet ik toegeven dat er verschillende zaken een zekere overeenkomst hebben met hetgeen Boudewijn de Groot weg te geven had op zijn 22 ste. Zo zijn er een aantal leerkrachten die ook bij mij niks meer hoeven te krijgen. Omdat ze gelijk hadden toen ze beweerden dat ik op het slechte pad zou raken. Veel goed en geld heb ik ook niet weg te geven. Ik behoorde ook tot die groep van mensen voor wie het geluk altijd harder liep. Al had ik wel het geluk om vrienden te hebben die mij wel eens uit de nood hielpen. Die verdienen een bedankje. Een dikke merci dus voor de vrienden die mij bij het leger bier door de tralies van het cachot brachten. Enkele bekentenissen kan ik ook nog weggeven. Aan de adjudant van het Belgische leger die er plezier in had om ons te pesten bijvoorbeeld. Die, ondanks zijn sterke vermoedens, nooit heeft kunnen bewijzen dat ik met de banden van zijn auto aan de haal was. Aan de kapitein die mij bijna betrapte in de kamer van zijn dochter kan ik alleen maar de raad geven om iets sneller te zijn. Aan de commandant kan ik nu wel bekennen dat ik zijn dienstjeep gesaboteerd heb door diesel in de benzinetank te gooien. Ook mijn welgemeende excuses aan het Belgische leger voor de vermiste vrachtwagen. En een bedankje aan enkele legervrienden die drie weken hun mond hielden. Maar dat was allemaal kattenkwaad van een overjaarse puber. Ook tijdens mijn latere jeugd ben ik vele bedankjes schuldig aan vrienden. Voor de keren dat ze mij, letterlijk, strontzat uit de goot raapten en mij ergens te slapen legden. Ook een bedankje aan de onbekende vrouwen bij wie ik mocht overnachten en die mij 's morgens koffie brachten om mijn kater door te spoelen. Een welgemeend bedankje aan de verschillende bazen voor hun geduld en hulp in kwade tijden. En een heel speciaal bedankje voor die ene baas, die gezworen had om de vier musketiers, zoals hij ons noemde, uit zijn kader te verwijderen. Het mocht niet zijn. Maar toch bedankt voor het heerlijke kat en muis spel waarbij hij telkens achter het net viste. En een sorry tegelijk. Omdat hij uit pure frustratie vervroegd met pensioen ging. Zeker ook een bedankje aan de vele vrienden en de, soms éénnachtelijke, vriendinnen voor het plezier en de vele pinten die we samen mochten drinken. En wie ik ook niet mag vergeten zijn de flikken. Voor al de keren dat ze een oogje dichtknepen en mij lieten gaan zonder alcoholcontrole. Voor de rest heb ik niet veel weg te geven. Zelfs geen adressen van bruine kroegen. Die zijn allemaal gesloten ondertussen. Ook geen adressen van wulpse vrouwen. Want die hebben ondertussen zoveel ervaring dat je ze niks meer kan wijsmaken. En dat maakt er mij attent op dat mijn jeugd stilaan op zijn einde loopt. Ik zal volwassen moeten worden. Met spijt in mijn hart. Maar de herinneringen blijven. Die kunnen ze mij nooit meer afpakken.
Er zijn resultaten van het kat en hond onderzoek. Na drie jaar. Zo lang heeft het geduurd voor ze erachter kwamen wat het karakter van hondenliefhebbers en kattenliefhebbers is. En de resultaten zijn zo simpel dat ik ze zelfs begrijp. Alhoewel... Volgens slimme professoren hebben hondenliefhebbers dictatoriale trekjes. Kattenliefhebbers zijn eerder voor vrijheid van ondergeschikten. De redenering is dat honden gehoorzamen aan baasjes. De hondenbaasjes eisen volledige gehoorzaamheid van hun ondergeschikten. Zonder inspraak. Geen democratie is de redenering. Terwijl katten hun vrijheid opeisen. En kattenbaasjes laten toe dat hun kat een eigen wil heeft. Een vrijheid om te gaan en te staan waar ze willen. Inspraak dus. Nogal simplistisch vind ik dat. Zelf heb ik zowel een hond als katten gehad. Wat ben ik dan? Een democratische dictator? Of een dictatoriale liberaal? Ik zou het niet weten. Al maak ik mij er ook geen zorgen over. Wat ik wel weet is het feit dat zowel honden als katten zich hier ten huize dienden te houden aan regels. Ik maakte geen onderscheid tussen de twee. En dat wisten die beesten maar al te goed. Toen we een jonge hond in huis haalden deed dat beest een poging om in bed te kruipen. Het bleef bij een eenmalige poging. Eén flinke tik was voldoende om het beest te laten begrijpen dat zoiets niet getolereerd werd. Een hond leert snel. Maar ook katten leren snel. Het kleine poesje dat we hadden bleek al snel groot genoeg om op tafel en kasten te springen. Het begon met de tafel. Via een stoel bleek het mogelijk om op tafel te geraken. Éénmaal. Voordat het beest besefte wat er was gebeurd lag het op de grond te spartelen. Al volgde er nog een poging. Waar ze het in haar kattenkop gehaald had om mij uit te dagen weet ik niet. Maar na een paar dagen was ze op een stoel gesprongen en kwam haar kop boven tafel uit. Een blik van mij was voldoende om het uit haar hoofd te zetten. Ben ik dan een dictator omdat ik een minimum aan discipline eis? Er zijn regels en die moeten gerespecteerd worden. Door kat en hond. En zo hoort het. Nu moet ik dat alleen nog aan het verstand krijgen van mijn vrouw.
Op de markt viel het me op. Er is nogal wat fleece kleding te koop. Dat is een relatief nieuw soort textiel. Lekker warm. En gemaakt van gerecycleerd materiaal. Voornamelijk van pet-flessen. Waarom weet ik niet, maar het deed me denken aan een film die ik lang geleden eens zag. Soilent green. Het ging over recycleren, vandaar waarschijnlijk. De film kwam in roulatie in het jaar 1973 en speelde zich af in het jaar 2022. In het kort kwam het erop neer dat in het jaar 2022 een nieuw soort voeding op de markt kwam. En U raadt het al, het was soilent green. Er bestond reeds soilent red en yellow. Een soort van chips. Het nieuwe green had gewoon een andere kleur. Maar er was een klein verschil. Het green werd gemaakt van dode mensen. En wegens de ongelofelijke overbevolking was er aan grondstoffen geen gebrek. De lijken werden elke morgen met een soort vuilniswagen langs de kant van de weg opgepikt en naar de verwerkingsfabriek gebracht. Het was een controversieel onderwerp. Vooral in die jaren. Want per slot van rekening was het gewoon kannibalisme. De makers van de film wisten nog niet dat er jaren later een vliegtuig zou neerstorten in het Andes gebergte waarbij een aantal overlevenden zouden zijn. En die konden zich enkel in leven houden door de lijken te verorberen. Luguber, maar ze hebben het overleeft. Nood breekt nu éénmaal wet. En overleven is het enige dat telt bij elk levend wezen. De film Soilent green was eigenlijk niet meer dan een denkoefening. Wat als er overbevolking is en de mensheid moet overleven. Dan zullen er altijd wel enkele, op geld beluste, slimmeriken zijn die de bevolking van voedsel voorzien. Ten koste van alles. Dat gebeurt nu al. Als je ziet wat er tegenwoordig in onze voeding terechtkomt aan afval. Vooral dan in de bereide voedingswaren. Maar waar gaat de mensheid voeding blijven halen als er binnen enkele jaren miljarden hongerigen bijkomen. Dan is het kiezen. Een frisse oorlog, met eventueel massale volkerenmoorden, of elkaar opvreten. Al komt het op hetzelfde neer. De wet van de sterkste, weet je wel. Maar toch heb ik zo mijn bedenkingen. Als natuurlijke voeding schaars en onbetaalbaar wordt zodat alles van de industrie moet komen. En er, bij gebrek aan beter, menselijk vlees in verwerkt moet worden, kan er toch een beetje meer verschil ingebouwd worden. Naar analogie van de kippenboutjes die nu al verkocht worden in de frituur om de hoek. Die hebben alleen maar de vorm van kippenboutjes maar zitten voor de rest vol afval, smaakversterkers en chemisch spul. Dan zijn er andere mogelijkheden dan alleen maar voeding aan te bieden in de vorm van chips. Als er dan toch mensenvlees in voeding verwerkt moet worden kan dat wel een beetje een smakelijker naam en vorm hebben. Zoiets als; vrouwenbil aan 't spit, geroosterde penis, vrouwenborst in witte wijnsaus,...
Er was eens een boer die 27 koeien had. Op een dag werd één koe ernstig ziek. De veearts kwam erbij. Het beest kon enkel nog een tijdje in leven gehouden worden door meer voedsel te geven. Zoveel voedsel dat de andere koeien het met minder zouden moeten stellen. En dus zouden die anderen ook verzwakken. De boer liet de zieke koe afmaken. En in de wetenschap dat hij zijn andere beesten, en zijn inkomen, van de ondergang gered had incasseerde hij het verlies en ploegde voort. Het was de enige verstandige oplossing. Maar dat gaat er zo niet aan toe in Europa. Europa blijft Griekenland maar geld toestoppen. Al weten ze met zekerheid dat het verloren geld is. Want vroeg of laat gaat Griekenland failliet. En daar gaat heel de Europese gemeenschap voor opdraaien. Dat er in Griekenland onhoudbare situaties zijn, en geweest zijn, weet iedereen. De Griekse staat heeft het nu éénmaal uit de hand laten lopen. Daar is niks meer aan te doen. Dat er bijna niemand belastingen betaalde, alle overheidsdiensten met verlies werken en de pensioenen 95% van het laatste jaarinkomen bedraagt is onhoudbaar. En de Griekse zelfstandigen speelden handig in op de mogelijkheden die geboden werden. Heel hun leven werden minimum aangiften gedaan zodat geen of bijna geen belastingen moest betaald worden. Om dan het laatste jaar voor hun pensioen een reusachtige winst te maken. Daarop werd hun pensioen dan berekend. Ook de Griekse ambtenaren hadden de hoogste lonen. En dito pensioenen. Dat ging zo gedurende jaren. Iedereen leefde er lustig op los. Komt daar nog de Griekse mentaliteit bij. Als een Griek honderd euro heeft, geeft hij er driehonderd uit. En de overheid keek ernaar en deed niks. Europa zou wel bijspringen. De begroting liep totaal uit de hand. Schulden stapelden zich op. De zieke koe kreeg voedsel in overvloed. Ten koste van de anderen. Maar zoiets kan niet blijven duren. En nu staat Griekenland voor een faillissement. Want dat is een zekerheid. En het zou best zijn voor iedereen dat het failliet zo snel mogelijk komt. Griekenland moet daarvoor niet uit de euro stappen. Maar wat nu gebeurt kan niet. De hele Europese gemeenschap kan meegesleurd worden in de afgrond. Bovendien is het een heel slecht voorbeeld dat Europa stelt. Er zouden wel eens meer landen kunnen zijn die het voorbeeld van Griekenland willen volgen. En hun begroting niet in evenwicht houden met de zekerheid dat Europa wel zal bijspringen. De zuurverdiende centen van landen met een begrotingsoverschot zullen dan opgeslorpt worden door verteerders en verkwisters. Het kan niet dat verantwoordelijke landen moeten opdraaien voor verspillers die niet kunnen of willen rekenen. De rekening is al hoog genoeg opgelopen. En elke dag loopt ze nog op. Griekenland kan zijn schulden nooit meer afbetalen. Griekenland moet zo snel mogelijk bankroet gaan. Dan pas kan er verbetering komen. Voor iedereen in de Europese gemeenschap. En de rekening gaat naar de banken die onverantwoorde leningen toegestaan hebben. In eerste instantie naar de aandeelhouders. In laatste instantie naar de gewone man. Zoals gewoonlijk. Het zal de Grieken zweet en tranen kosten. De andere landen zal het veel geld kosten. Maar het moet maar eens zo snel mogelijk gedaan zijn met de verkwisting. De enige oplossing is een faillissement van Griekenland. Ben ik een egoïst als ik zoiets beweer? Ben ik een econoom? Heb ik de pretentie om het beter te weten dan de hooggeleerde heren met hun ronkende titels? Neen, driemaal neen. Maar ik heb wel de pretentie om te beweren dat ik beschik over een klein beetje gezond boerenverstand.
Met dank aan Deloddere Yvan, die een reactie had op mijn stukje penis en zo voor inspiratie zorgde, ga ik als oversekst oudje nog eens de sekstoer op. Zolang het nog kan tenminste, want ik zal straks het einde voelen naderen. Maar dat doet er niet toe. Het einde van de wereld is toch nabij. En gelukkig zijn er nog mensen die mij daar attent op maken. Anders zou ik lustig doorgaan met plezier maken en pinten drinken in een vergane wereld. Al vind ik zelf dat al dat geschrijf over seks niet veel om het lijf heeft. Maar voor simpele zielen zal het wel pervers en verwerpelijk zijn. Het gaat over dansen met een seksueel tintje. Er is namelijk een nieuwe dansrage opgedoken in Jamaica. Daggering. De dans bestaat eruit dat mannen doen alsof ze vrouwen op zijn hondjes nemen. En voor alle duidelijkheid; niemand gaat uit de kleren. Het is meer een beetje droogneuken. Mannen lopen in een danstent rond met een erectie in de broek en benaderen vrouwen langs achter. Op de maat van de opzwepende muziek duwen ze dan hun mannelijkheid tegen de achterbumper van de vrouwen. De vrouwen spelen het spel graag mee en gaan gewillig vooroverbuigen. Er zijn al varianten opgedoken waarbij de hele kama-sutra doorlopen wordt. Een mooi schouwspel. Alle soorten standjes. Volledig gekleed. Voor sommigen is dat misschien vulgair, schadelijk is het voor niemand. Er is alleen een klein nadeel. Volgens artsen in Jamaica dan. Want er komen sporadisch gevallen voor van zwellingen. Gezwollen penissen ten gevolge van een breuk. Dat zou dan het gevolg zijn van het feit dat koppeltjes in de intimiteit van de slaapkamer hun danspasjes ook naakt gaan uitvoeren. En dat loopt wel eens verkeerd. Met een penisbreuk als gevolg. Er zou eerst een knak te horen zijn gevolgd door extreme pijn en een pracht van een zwelling. En als er niet snel een dokter ingrijpt is het gevolg een misvormde penis. Eentje voor achter het hoekje te neuken dus. Al kan dat ook wel eens verrassend goede gevoelens veroorzaken. Maar goed. Het gaat er dus om dat dokters waarschuwen om een beetje op te letten met welk soort muziek men dergelijke hoogstandjes doet. Als dat met wilde opzwepende muziek is dan kan dat voor problemen zorgen. Maar met een slow als begeleiding is er al veel minder gevaar. En dat zou ik dan ook wel eens willen aanleren. Als de lessen gegeven worden met naakte mensen en op de tonen van een slow ga ik danslessen volgen.
Als er iets is waar ik een hekel aan heb dan is het wel aan mijn auto wassen. Het kan mij niet schelen dat er geen kleur meer te herkennen valt aan dat stuk ijzer. Gelukkig leven we in een gezegend land waar het veel regent en krijgt men auto een regelmatige douche. Zodat ik nog door de ruiten kan zien. En binnenin is het al niet beter. Maar daar kan helaas het hemelwater zijn natuurlijk werk niet doen. Al heb ik er al aan gedacht om dat ding eens op zijn zij te zetten en de regen het werk te laten doen. Helaas is dat niet simpel. Een auto is voor mij een gebruiksvoorwerp. Een auto moet rijden. Wanneer ik dat wil. Niks meer en vooral niks minder. Voor de rest trek ik mij er niet veel van aan. Al groeien er champignons in de kofferbak. Maar het is natuurlijk niet te vermijden dat moeder de vrouw dat zo niet ziet. Dus rijd ik om de zoveel jaar eens door een carwash. De buitenkant is dan wel toonbaar maar de binnenkant blijft gewoonlijk zoals het was. Tot er een hand carwash zijn deuren opende in onze gemeente. Op een strategische plek. Slechts een kleine vijfhonderd meter van men deur. En nog belangrijker, op honderd meter van een café. Daar moest ik zijn. Op het reklamepaneel stond te lezen dat die mensen een auto binnen- en buitenkant wassen voor een schappelijk prijsje. Op de openingsdag kwam ik er binnen. Ik werd onthaald op een bonjour monsieur. Mijn reactie was er één van; wablieft?? Van arrogantie gesproken!! In een ééntalig Vlaamse gemeente de klanten in het Frans aanspreken. Je moet maar durven. Met de vier woorden geen Vlaams, geen centen draaide ik me om en wou vertrekken. Maar dan schoten er twee andere medewerkers hun collega te hulp. En die spraken wel Vlaams. Na veel excuses en beloften begon ik te twijfelen. En op voorwaarde dat die Franstalige niet meer onder mijn ogen kwam liet ik mij toch nog overhalen. Er werd daar ter plaatse zelfs een andere planning gemaakt. Hun Franstalige collega zou nooit meer in contact komen met klanten. En zo hoort het. Alles bij elkaar is het dus nog goed gekomen. Ik liet mijn wagen achter. Ging een duvel drinken en na een half uurtje kwam ik hem terug ophalen. Mijn auto stond te blinken als nieuw. Tot in de kleinste hoekjes was alles netjes proper. Binnen- en buitenkant. Tot mijn verrassing kreeg ik zelfs een korting. Voor de openingsdag. Hopelijk houden ze zich aan hun nieuwe planning. En dan wens ik hen veel succes. Zoniet zien ze me nooit meer terug. Dan was ik mijn auto nog liever zelf. Al moet ik daarvoor een duvel minder drinken.
De Portugezen zijn geschokt. Niet allemaal. Maar vooral de Aveiro'ezen. Dat zijn inwoners van de Portugese stad Aveiro. Aan de toegang van de vismarkt van Aveiro staat een spiksplinternieuw standbeeld. In de vorm van een penis. Een penis in erectie nog wel. Met een hoogte van tweeënhalve meter. Dat is een ietsiepitsie groter dan de werkelijkheid. Maar kom. Het Brusselse atomium is ook niet op ware grootte afgebeeld. Er mag al eens een beetje overdreven worden. Vooral in naam van de kunst. Nu heb ik het niet zo voor zogenaamde kunst. Maar als ik moet gaan jammeren voor al wat volgens mij niet thuishoort op openbare plaatsen dan ben ik wel een tijdje bezig. Je zal mij zeker niet horen klagen. Als er zoiets staat dan is dat maar zo. Maar het is blijkbaar niet naar de zin van de vele visvrouwen die er vis staan te verkopen. Ik weet niet wat er zo erg is aan een fallussymbool maar volgens die vrouwen is dat niet gepast. Die hebben nog niks gezien zeker? Je zou nochtans denken dat viswijven iets meer gewoon zijn. Maar het gaat er om dat ze minder vis verkopen sinds die reuzepiemel daar staat. De klanten worden afgeschrikt door dat geval. De meeste ouders met kinderen komen niet meer in de buurt. Al zijn er ouders met kinderen die wel nog komen. Maar die hebben hun kinderen dan wijsgemaakt dat het een afbeelding is van een boom. Geen treurwilg. Eerder een uitheemse snelgroeiende soort. Maar de piemel moet weg volgens een aantal preutse inwoners. Ze zijn gaan klagen bij het gemeentebestuur. En als er enkele lullers komen zagen dan laten politiekers zich wel eens beïnvloeden. Ook in Portugal zo blijkt. Want de penis zal verwijderd worden. Wie de reuzepenis nog wil gaan bekijken moet dus snel zijn. Al moet je niet naar Portugal om een grote lul te bewonderen. Hier ten huize kan dat ook. Want volgens mijn vrouw ben ik een lul van 1,70 meter. Al heb ik de indruk dat ze dat niet als compliment bedoeld. Maar het is wel duidelijk dat de penis bij de Portugezen in het verkeerde keelgat is geschoten.
Driewerf hoera. Een Belg heeft een Nobelprijs gewonnen. De Leuvense professor Luk Warlop heeft hem gewonnen in het domein geneeskunde. Meer precies de Ig Nobel prijs. En als je niet weet wat de Ig Nobel prijs is dan is dat een gat in uw cultuur. Een hilarisch gat. De Ig Nobelprijzen worden elk jaar aan de universiteit van Harvard uitgereikt in een tiental domeinen. Voor de meest absurde onderzoeken. En eentje daarvan is dus gewonnen door onze Leuvense professor. De man heeft er niet beter op gevonden dan een onderzoek te doen naar de invloed van hoognodig moeten plassen op het beslissingsvermogen. Hoe gek kun je het verzinnen. Maar misschien wil hij pisoloog worden. En een nieuwe richting starten. Pisologie. Al zijn er blijkbaar nog onnozelheden waar onderzoek naar gedaan werd. Zo is er een prijs voor een niet nader genoemde prof die onderzoek deed naar het feit waarom bepaalde kevers met bepaalde blikjes bier willen paren. Of een prijs naar onderzoek waarom mensen zuchten. Tja, je zou van minder beginnen zuchten dacht ik zo. Wie verzint dat allemaal vraag ik mij dan af. Al moet ik toegeven dat er wel eens verrassende resultaten uit dergelijke onderzoeken kunnen komen. Zo is er een onderzoek geweest naar het feit waarom mensen dronken worden. En dat heb ik met interesse gevolgd. Blijkt niet simpel te zijn. Het zou te maken hebben met de invloed van alcohol op welbepaalde hersencellen. En ze hebben er zelfs een medicijn tegen uitgevonden. Een pil waardoor je niet zat kan worden. Bij muizen uitgetest met uitstekende resultaten. En wat bij muizenhersenen helpt is ook goed voor mensen is de redenering. Op het eerste zicht zou een normale mens zich afvragen waarom zo een pil nodig is. Want waarom drinken mensen alcohol? Om zat te worden dacht ik. Om eens uit de bol te gaan. Om zich eens af te reageren. Of om het met hedendaagse woorden te zeggen; om eens te brainstormen. Want waar wordt er meer gebrainstormd dan aan een cafétoog? Daar worden de meest onzinnige ideeën soms omgezet in briljante verwezenlijkingen. Het zou mij niet verwonderen moest het wiel uitgevonden zijn in één of andere bruine kroeg. Tussen pot en pint. En sigarettenrook. Zeg dus niet te gouw dat dergelijke onderzoeken absurd zijn. Want een pil tegen zat worden kan ook gebruikt worden voor andere doelen. Na een feestje bijvoorbeeld. Even een pil slikken en met de wagen naar huis. Eigenlijk zou dat in elk café moeten verkocht worden. Al kan de cafébaas dat ook wel gebruiken voor degene die er een beetje te veel op los lullen. Want er zijn grenzen aan dronkenmanspraat en brainstormen. Zo ken ik wel een paar mensen die na een paar pinten echt niet meer te volgen zijn. En dan denk ik aan eentje in het bijzonder. Ik zie hem regelmatig. Elke keer ik in de spiegel kijk.
Volgens een studie van enkele Gentse criminologen sterft één Vlaming op zes aan tabak of alcohol. Dat valt mee vind ik. Al zijn er blijkbaar kosten aan verbonden. Want volgens hetzelfde onderzoek kost dat zo'n zes miljard per jaar. In België. Het zou dan gaan om kosten voor ontwenningskuren voor alcoholici. Evenals de kosten voor gerecht en politie. Ook de kosten voor behandeling van longkankerpatiënten zijn daarin begrepen. Volgens dat onderzoek tenminste. Tja, sterven is duur in ons Vlaanderenland. Je zal maar geboren worden in een land waar het duurder is om te sterven dan om in leven te blijven. Want zou het dan niks kosten moesten die allemaal in leven blijven? Zouden we dan met zijn allen zes miljard per jaar kunnen besparen denk ik dan. Dat lijkt me lichtjes overdreven. Maar ik kan mis zijn. Of is dat misschien een hint voor onze regering. Om een nieuwe wet te stemmen in het parlement. Voor wie het waagt om te sterven een fikse boete. Zou kunnen. Want met politici weet je nooit. Dat zou alvast één en ander compenseren. Zo blijft de begroting in evenwicht. Maar waar die onderzoekers geen rekening mee houden zijn de taksen op tabak en alcohol. Dat zijn ook enkele miljarden per jaar die de staat binnenrijft. Dank zij rokers en drinkers. Maar goed. Ik ga hier niet in herhaling vallen met argumenten als, genieten van het leven, consumeren, werkgelegenheid scheppen, enzoverder. Maar als ik dan de aanbevelingen lees die de onderzoekers er aan toe voegen wordt me toch iets duidelijk. Want op hun studiedag werd er veel kritiek geuit op het feit dat slechts 0,07 procent van alle budgetten naar preventie tegen alcoholgebruik gaat. Hoor je ze komen? Ineens is er enkel sprake van alcohol. De strijd tegen koning alcohol is begonnen. Binnenkort een wet. Geen alcohol meer op openbare plaatsen. Volledige drooglegging. Het leven als één grote saaie boel. Precies of dat zal helpen om één op zes Vlamingen te redden van een gewisse dood. Want dat is blijkbaar hun nobel doel. Het redden van één op zes mensenlevens. Alsof die andere vijf niet doodgaan. Maar die zullen wel gezond sterven zeker.
Hoe dikwijls hoor ik senioren niet zeggen In onzen tijd!! en die goede oude tijd. Maar is dat wel zo? Sta me toe er aan te twijfelen. Het leven was dan misschien wel simpeler toen. We konden vrijuit ravotten in velden en bossen. We maakten boomhutten en onderaardse gangen. We leerden rijden met aftandse en bovenmaatse fietsen. En tegelijk ook vallen. Maar de generatie voor ons had het ook altijd over de goede oude tijd. Dat was dan een tijdperk waar nog minder luxe was. En nog harder gewerkt moest worden. Ook die generatie was van mening dat de jeugd van tegenwoordig het o zo gemakkelijk had. En die jeugd van tegenwoordig dat was onze generatie. Een generatie die nu schande spreekt over de huidige jeugd. Of hoe makkelijk het leven heden ten dage wel is. Hoeveel luxe de jeugd van tegenwoordig wel niet heeft. Hoe die verwende jeugd ooit tot een ordentelijke samenleving zou kunnen komen is ons een raadsel. Wij waren immers de generatie die gewerkt en gezwoegd hebben. Maar de generatie voor de voorgaande was ook al die mening toegedaan. Die kloegen ook over de jeugd van tegenwoordig. En die jeugd, dat waren onze ouders en grootouders. Als ik zie dat zelfs Socrates al kloeg over de jeugd van tegenwoordig. En die man leefde enkele honderden jaren voor Christus. Het zal wel altijd zo blijven zeker. Zou het niet kunnen dat elke generatie klaagt over de jeugd van tegenwoordig. Maar is het niet zo dat elke generatie van mening is dat het tijdens hun jeugd de beste tijd was. Pure nostalgie is dat. Gewoon omdat de beste jaren in een mensenleven altijd de jeugdjaren zijn. Want tijdens de jonge jaren van zowat iedereen ligt de wereld open. Want laat ons eerlijk blijven. De jeugd van tegenwoordig zal ook ooit senior worden. Die zullen dan ook wel spreken van die goede oude tijd. En dan zal het gaan over de huidige tijd.
Er was eens.... het waar gebeurde verhaal van een Amerikaan die naar Europa kwam. Naar België dan nog wel. Het zal zo ongeveer halfweg de jaren tachtig geweest zijn. Het was zo'n typische Amerikaan. Met veel overgewicht. Al wou hij zich wel een beetje aanpassen aan onze levensstijl. Niet helemaal natuurlijk anders zou het geen Amerikaan zijn. Hij kwam in Zaventem toe met het vliegtuig. Om te beginnen moest hij een auto hebben. Want een Amerikaan zonder auto voelt zich als een gehandicapte zonder rolstoel. Een huurauto dus. En hij wou een nice european car Het verhuurbedrijf stopte hem toch wel een volkswagen golf GTI in handen zeker. Indertijd was dat een populair autootje. Met enige moeite raakte de dikke Amerikaan achter het stuur. Hij voelde zich als een sardientje in een conservenblik. Nu moet je weten dat de man gewoon was aan uiterst luxueuze grote en brede wagens in zijn thuisland. Echte salons op wielen. Om dan tegen 55 miles/ hour,zo'n 90km/uur, over autostrades van vijf tot zes rijbanen te snorren. En met zijn sardineblikje had hij bij het vertrek al bijna een ongeluk. Toen hij met zijn voet aan het gaspedaal kwam schoot het autootje als een peil uit een boog de weg op. Hij kon maar nipt een geparkeerde wagen vermijden. En dan de Brusselse ring op. Tegen 90 km/uur. Dat was hij immers gewoon. In Amerika lachen ze niet met overdreven snelheid. Maar op de Brusselse ring was hij een obstakel. Alle wagens schoten hem voorbij tegen 140 of meer. En maanden hem met knipperende lichten en hevig getoeter aan om sneller te rijden. De man kreeg de schrik van zijn leven. Hij heeft precies 4 km gereden. 2Km op de ring en 2 km terug. Het wagentje afgezet en een taxi genomen. Toen hij bij ons toe kwam was hij zeeziek en kreeg bijna een hartaanval. Zeeziek van de vele bochten en bleek van de schrik over de, volgens hem, roekeloze rijstijl van de taxichauffeur. Hij moest eventjes bijkomen. En bleef zich maar afvragen waarom er hier zoveel bochten in de straten waren. Zijn eerste kennismaking met België was niet echt positief te noemen. Maar dat veranderde toen we hem 's anderendaags meenamen op restaurant. Mosselen met friet kreeg hij op zijn bord. Dat vond de man zo lekker dat hij ter plaatse het hele restaurant wou opkopen. En met kok en al naar Amerika overbrengen. Al bleek dat nog maar het begin van de lovende kritieken over de Belgische keuken. Want toen hij zijn eerste duvel op had was hij niet meer in te tomen. Hij wou onmiddellijk een tweede glas van die godendrank. En dat hadden we hem beter afgeraden. Want er waren drie mannen nodig om de dikke zatte Amerikaan in bed te krijgen. Later zijn we met hem nog andere gerechten gaan eten. Stuk voor stuk pareltjes volgens hem. Wat hij in Amerika gaan vertellen is over België weet ik niet. Maar één ding is zeker. Nooit heb ik iemand zoveel mosselen zien eten. En van de duvel is hij wijselijk afgebleven.
Volgens de Amerikaanse relatie-expert, Dan Savage, zouden mensen er beter aan doen om hun relaties eens te herbekijken. De man vindt dat de mens niet gemaakt is om monogaam te blijven. Want altijd seks met één en dezelfde vrouw is de doodsteek voor een gelukkig huwelijk. Koppels zouden er beter aan doen om elkaar te respecteren. En als de man eens ergens anders een pleziertje gaat zoeken is dat geen ontrouw. Dat is de normaalste zaak ter wereld. Dat ligt immers in de aard van het beestje. Dat moet gerespecteerd worden. Het was eeuwen heel gewoon dat een man er verschillende minnaressen op na hield. Het zit dus al eeuwenlang in onze genen. Als we naar de natuur kijken is het duidelijk dat een mannetje zijn zaad een beetje overal uitzaait. Bij alle dieren is dat zo. En wat is een mens meer dan een soort veredelde aap. Kijk, dat is nu eens een man naar mijn hart. Daar zou ik uren grote potten kunnen mee drinken. En mekaar gelijk geven. Want laat ons eerlijk zijn, een man verdient het om regelmatig zijn bloeiende selder in een ander hofje te gaan plaatsen. Maar het zijn de vrouwen die daarover moeilijk doen. Als een gehuwde vrouw zoiets te weten komt is het gegarandeerd ambras. En moet er cash betaald worden. Dan wordt die man gepluimd tot en met. Maar wat vrouwen niet begrijpen is dat als een man ergens anders een zaadje gaat leggen dat heel positief is voor het huwelijksleven. Die man komt dan welgezind en voldaan terug thuis. Dat is toch het belangrijkste dacht ik zo. Maar op één of andere manier zien vrouwen dat zo niet. Ze worden dan jaloers. En hebberig. Dan komt de ware aard van de vrouw naar boven. Dan maken ze gretig misbruik van de huidige moraal. Een moraal waar geen mens iets aan heeft. Uitgevonden door religieuze praatjesmakers. Vooral katholieken hebben die naargeestige ingesteldheid. Ik verdenk die religieuze lullers ervan om vrouwen te brainwashen om mannen te onderdrukken. En de reden is duidelijk. Omdat ze zelf geen plezier in het leven zouden mogen hebben prediken ze dan maar monogamie. Al zouden ze waarschijnlijk liever hebben dat iedereen leeft zoals zij. Maar dat is natuurlijk een brug te ver. Volledige onthouding zou betekenen geen kindertjes. En dan wordt aan hun pleziertjes geraakt. Maar ik wijk af. Het gaat erom dat vrouwen hun man niks gunnen. Dat is de ware aard van vrouwen. Ze willen zelf alles en nog wel onmiddellijk. Vrouwen beschouwen hun man als hun bezit. Hun slaafje dat netjes een pootje geeft wanneer en hoe zij het willen. Vrouwen zijn simpelweg egoïstische wezens geworden die beter gemeden zouden worden. Waar zijn de echte mannen eigenlijk gebleven? Mannen uit één stuk, die op hun strepen staan. Mannen die eeuwenlang de heersers van de wereld waren. Die vrouwen gebruikten voor hun pleziertje. En voor de rest het zwijgen opleggen. Mannen die een vrouw zien als een tram. Met als levensvisie, als je er eentje mist, volgt er altijd een andere. Maar tegenwoordig zijn het blijkbaar allemaal watjes. Al zijn er oplossingen volgens mij. Twee zelfs. Ofwel gaan we die watjes heropvoeden, ofwel verbieden we alle vrouwen. Al is dat laatste misschien niet zo ideaal.
Volgens sommige mensen ben ik een kunstbarbaar. Dat zou ook kunnen blijken uit vorige stukjes waar ik kunst nogal eens in het belachelijke trek. Maar het hangt er wel van af welke kunst. Als ik een onherkenbaar geval zie dan vind ik er niks aan. Dat zijn dan van die onnozele kunstwerken die ook gemaakt kunnen worden door mijn kleinzoon van 10 jaar. Vormeloze gedrochten die bij elkaar gehaspeld worden door zogezegde kunstenaars om in de rapte een centje te verdienen. Zoals aangespoelde stukken wrakhout of zoals ik ook al gezien heb, op een hoopje gegooid ijzerafval dat uitermate geschikt is om te recycleren. Meer niet. Maar ik kan nu wel zeggen dat ik helemaal geen kunstbarbaar ben. Gisteren ben ik een tentoonstelling gaan bekijken. Volledig vrijwillig. Zomaar. Het waren schilderijen. Portretten en vooral landschappen. Van een zekere Antoine van Zeebroek. Misschien een onbekende voor de meesten maar toch een kunstschilder. De man is intussen wel overleden maar dat is dikwijls een reden te meer om een goed prijsje te bedwingen. Want het lijkt wel alsof een goed kunstschilder een dode kunstschilder moet zijn. Erkenning komt gewoonlijk pas na de dood. Denk maar aan een Van Gogh of een Rembrandt. Nu ga ik niet beweren dat Antoine van Zeebroek te vergelijken is met die oude meesters. Maar toch. Van Zeebroek is volgens mij een verdienstelijk kunstenaar. Hij schilderde waarheidsgetrouwe landschappen. Van bloemetjes en bijtjes. Bomen, struiken en veel onkruid. Herkenbaar dus. Als je goed keek kon je zelfs vliegen en ander ongedierte herkennen. Dat noem ik een kunstenaar. Iemand die ziet wat ik zie. Ik was eerder toevallig voorbij de galerij gekomen. En iets deed me binnengaan. Ik heb er wel twintig minuten staan kijken. De ene schilderij na de andere. En terug, van begin tot einde. Driemaal heb ik de hele collectie bekeken. En toen was het tijd om te vertrekken. Het was immers gestopt met regenen.
Omdat we toch in Blankenberge zitten maak ik nogal eens gebruik van de kusttram. Die rijdt daar al sinds mensenheugenis. Tenminste, zover mijn geheugen reikt. Want als kleine snotter maakten ik al gebruik van die tram met mijn ouders. Het ging toen wel niet zo vlot als tegenwoordig maar we hoefden het traject Oostende Bredene niet te voet af te leggen. De trams waren toen nog echt rudimentair. De sporen trouwens ook. Met schokken en hobbelen raakten we ter bestemming. In een tram waarvan het achterste gedeelte gewoonlijk zelfs geen glas in de ruiten hadden. Zelfs deuren ontbraken soms. Zo ging dat toen. Al viel het wel mee. Het was altijd in de zomermaanden dat we naar de kust trokken. Erg koud, sneeuw en ijs hebben we dus nooit gekend aan onze kust. Al was het soms frisjes. Maar dat is nu éénmaal zo in een land waar het acht maanden per jaar winter is, en vier maanden geen zomer. Maar dat was allemaal geen probleem. We gebruikten de tram enkel om de noodzakelijke verplaatsingen te doen. Niet meer, niet minder. Dat het tegenwoordig wel iets anders is heb ik al mogen ondervinden. Het materiaal is stukken beter. En veiliger. Ik maak dan ook wel eens gebruik van de kusttram als ik een verre wandeling gemaakt heb. En de moed niet meer kan opbrengen om nog te voet terug te keren. Vooral dan na het nuttigen van enkele gezonde duvels. Maar toen we verleden week een beleefdheidsbezoek gingen brengen aan vrienden in Nieuwpoort waren we getuigen van een fenomeen dat ik nog niet kende. Sightseeing met de kusttram. De tram bleek overvol te zijn met 65 plussers. Alle zitplaatsen waren bezet. Uit een gesprek met enkele mensen bleek dat een soort van hobby te zijn van sommige gepensioneerden. Alle 65 plussers krijgen immers een gratis vrijkaart voor het hele net van de lijn. Daar mogen ze naar hartelust gebruik van maken. Of misbruik. Want ze gebruiken hun kaart om zomaar rond te toeren. Het is toch gratis. Ondertussen bezetten ze wel zowat de volledige tram. Zodat andere reizigers zich als sardientjes in een doosje moeten wringen om mee te kunnen. Nu heb ik er niks tegen dat gepensioneerden over een vrijkaart van de lijn kunnen beschikken. Zeker niet. Die mensen hebben dat verdient. Dat mag allemaal voor mij. Maar als ze dan zomaar rondrijden voor hun plezier en plaatsen bezet houden is toch een beetje misbruik maken van hun voordelen. Want zo werkt het. Ze stappen ergens op, doen een toertje en de tram komt na enkele uren terug op hun opstapplaats. Sommigen doen zelfs meer dan één toertje. Gewoon om de tijd te doden. Ondertussen moeten er wel andere mensen tijdens de rit blijven rechtstaan. Als dat een paar haltes ver is dan valt het nog mee. Maar als je anderhalf uur moet rechtstaan omdat er enkele vrijetijdsrijders alle plaatsen bezet houden is dat er wel een beetje over. Vooral als ik zelf het slachtoffer ben van dergelijke praktijken. Want zelf ben ik ook al een ouwe zeur aan het worden. En klagen is soms wel eens eigen aan gepensioneerden. Al hoorde ik die hobbyrijders ook wel klagen. Volgens hen zou er koffie en taart verkrijgbaar moeten zijn op de kusttram. Zo heeft iedereen wel een reden om te klagen. Dat is zo met verwende mensen. Al ken ik een middel om wel plaats te hebben. Volgende keer neem ik, duidelijk zichtbaar, een bom mee.