foto: Opa in gesprek met ome Hendrik Jan Groot Nuelend.
Familie en vrienden
Johan Eggink was een begenadigd mens. En daarover is hij tot op de laatste dag van zijn leven verwonderd geweest. Wie ben ik, vroeg hij zich voortdurend af, dat ik doen mag wat ik doe? Ja, wie was hij? Daar kan ik zomaar geen antwoord op geven, hoogstens een paar dingen noemen die bepalend waren voor de wijze waarop hij in het leven stond. Hij was een christen. Dat moet allereerst gezegd worden, want dat was bepalend voor heel zijn denken en doen. Boven het artikel in Hervormd Nederland, waarin het televisie-interview met hem stond afgedrukt staat: Johan Eggink, een weerbarstig christen. Dat was hij, in alle zachtmoedigheid inderdaad, omdat hij omwille van zijn overtuiging, bereid was om dwars tegen de gevestigde mening in te gaan. En dat de kerk met al zijn ambtsdragers dat niet durfde, nam hij de kerk kwalijk. Dat maakte dat hij tot de overtuiging kwam dat hij moest kiezen tussen Christus en de kerk, en hij koos voor Christus. Maar dan ook helemaal. Hij wist zich geroepen door God zelf. Hij kon het zo heel gewoon vertellen: toen hoorde ik een stem die zei: je moet daarheen gaan, en ik zei
. Zomaar alsof het heel gewoon is dat je een gesprek met God voert. Dan dacht ik altijd aan de verhalen uit het Oude Testament, waar dat ook zo vanzelfsprekend staat: en God sprak tot hem. Ik heb me altijd afgevraagd: hoe zou dat zijn als God zo direct tegen je spreekt? Maar Johan Eggink wist het. Begenadigd mens! Maar het maakt het leven niet gemakkelijk. O nee, dat niet. Het heeft hem veel strijd gekost voor hij tot twee beslissende ervaringen kon komen. Die ervaringen waren dat hij vanuit een grote angst leerde zeggen: ik stel me tot Uw beschikking. Je moet je zonder enige voorwaarde aan God overgeven, dat heb ik ook gedaan, schreef hij me vlak voor kerstmis. Daardoor werd hij bevrijd van alle angst, daardoor leerde hij zeggen: o mijn Vader. De tweede ervaring. Eens was hij diep ongelukkig. Toen zei hij tegen God: als het Uw wil is dat ik mijn hele leven zo ongelukkig blijf, wil ik het ook. Het antwoord op deze totale overgave, onvoorwaardelijke was een ervaring van vrijheid die niet in woorden was uit te drukken. Niet toevalig staat in het boekje waarin hij alles schreef wat hem trof een gedicht dat eindigt met de woorden: Ge moet steeds u zelve vergeten, Vergeten om ikte zijn. Want: het enige wat ge moet willen Is willen wat Hij wil. Johan Eggink heeft de goede strijd gestreden, en het geloof behouden. Vanuit deze diepe overgave aan God heeft hij zich beschikbaar gesteld voor tallozen, gevraagd en ongevraagd. Hij schreef brieven, bemoedigend, getuigend, vermanend, richting gevend. Ik heb er heel wat ontvangen, ik was er altijd dankbaar voor, en ik zal ze missen, dat de vellen papier, met de aanhef: lieve vriendin en de ondertekening vriend Johan niet meer bij mij in de bus zullen liggen. Vriend Johan, voor hoe velen is hij dat geweest! En al mogen we niet verdrietig zijn om zijn heengaan, hoe velen zullen hem missen. Zon mens is immers een geschenk van God in je leven! Natuurlijk riep zijn manier van denken ook weerstanden op bij velen. Ingezonden stukken die geweigerd werden, predikanten die bang waren voor zijn uitdaging ( en ik ook ), omdat hij zo radicaal was. Als hij geen gehoor vond deed hem dat verdriet, hij had zonder ook maar een moment hoogmoedig te zijn medelijden met hen die niet wilden luisteren. Het was immers niet zijn boodschap, maar die van God, die hij alleen maar doorgaf.
|