Na die vreselijke dag kregen we verschillende kippen en krielen. Het werd een multicultureel gezelschap!
Op school vertelde ik vaak over onze veestapel. Ik vertelde over de kuikens waarvan een paar hennetjes bleken te zijn en één haantje. "Och
mevrouw, mag hij Sandro heten", vroeg Sandro, één van de brugklassers. Sandro werd één van de mooiste hanen die ik ooit gezien heb, maar kreeg steeds ruzie met vader Hendrik, onze allereerste haan die we van Henk en Anneke gekregen hadden. Mn collega Gerard Hempen had wel kippen, maar nog geen haan en kwam Sandro halen. Maar Sandro had bij die hennen van hem niets in te brengen. Gerard zei steeds:Volgens mij is hij homo. Af en toe staat hij klaar als de hennen langs komen en net als hij de sprong zal wagen, doen die gauw een stapje extra zodat hij telkens mis springt. Maar Sandro mocht blijven en is oud geworden tot hij vanzelf een keer de pijp uit ging. Op een bepaald moment hadden we zelf geen haan meer. Er was een loslopende hond op het erf geweest en heeft bijna al onze kippen om zeep gebracht. Bij Wielens hadden ze hem een poosje op de deel gehad, maar toch maar weer los gelaten. Het was vreselijk om thuis te komen. Eerst vond ik een jong hennetje vlak bij huis
doodgebeten. De haan had zn beide hennen tot het eind verdedigd. Ze lagen samen op het land van de boer
ook dood. Toen we later een loslopende hond zagen belde Wim de politie. Die zei: Vang hem maar. Dat vond Wim geen oplossing en zei zoiets van: Dan regel ik het zelf wel. Nog geen vijf minuten later was er wel een politieauto. Ze dachten zeker dat Wim de hond neer zou knallen. Nu had ik een meisje in de klas waar ze een haan over hadden. Dus wij er naar toe en de haan uitgezocht. Willen jullie ook onze twee lieve geitjes hebben, want wij moeten verhuizen. Ik keek ze aan èn was verkocht. Nu hadden we dus ook al geiten.
|