Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    08-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.muggendans

    Een gedicht van Johan Michiel Dautzenburg 1808-1869

    De muggendans

    Waar 't voetpad langs de heining vlucht
    Door beemd en weide heen,
    Daar zit ik soms in de avondlucht
    Gans stillekens alleen.

    De krekels zingen daar in 't gras
    Hun allerschelste toon,
    De muggen vinden wis de bas
    Dier zangren wonderschoon.

    Zij draaien, zwaaien blij vergaard
    In 't dalend hemellicht,
    Zij ruisen, kruisen dicht geschaard
    Voor mijn verrukt gezicht.

    En blijdschap hier, en vreugde daar,
    Men ziet het iedre dag;
    Des stem ik nimmer de eigen snaar
    Op somber wee en ach.

    En zingt en springt in 't zoel getij
    De krekel en de mug,
    Krioelt en woelt de schepping blij,
    Dan blijf ik niet terug;

    Dan vest ik buiten mijne woon
    In 's hemels bloemenhal,
    Dan zing ik ook mijn schelste toon
    Door 't eenzaam vreugdedal.

    08-06-2018 om 22:17 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    07-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.thuisreis

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    Op de thuisreis

    In het stergedoofde Zuiden,
    In het vroeg ondiepe licht
    Bleekt een grote wassen maan,
    Als een droom niet meer te duiden,
    Een verduisterd zielsgezicht
    Door de dagen met ons gaan.

    Naar het Oosten reikt mijn reizen,
    Waar de diepe horizon
    Achter donkre heuvlen brandt:
    Van hun toppen zie ik rijzen
    Straks de stille gouden zon
    Over 't onbegrensde land.

    Weinig lange weken straalden
    Zon en maan voor oog en voet
    Vreemde paden schoon en licht -
    Nimmer week wat rees of daalde,
    Aan de kimmen van 't gemoed
    Weerglans van uw aangezicht.

    Eer een tweede zon zal stijgen,
    Nacht de komst der maan vermoedt,
    De eerste ster door 't donker bloedt,
    Zien mijn ogen weer ziels eigen
    Vaste zon, uw oog doorgloed
    Van het licht dat ebt noch vloedt!

    07-06-2018 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sterkste

    Een gedicht van J.J.A. Gouverneuer 1809-1898

     

    Het sterkste

    Sterk is-wie zal het tegenspreken?
    De Steen; doch ’t IJzer kan hem breken.

    Sterk is het Ijzer; maar het zwicht
    Toch voor de laaie Vuurgloed licht.

    Sterk is het Vuur; doch ’t moet bezwijken
    En voor de kracht des Waters wijken.

    Sterk is het Water; maar, hoe sterk,
    De Wolken trekken ’t op in ’t zwerk.

    Sterk zijn de Wolken; doch de vlagen
    Des Stormwinds kunnen haar verjagen.

    Sterk is de Storm; maar hoe hij woed’,
    De Man spot met zijn overmoed.

    Sterk is de Man; die wonderwerker;
    Maar toch is vaak de Wijn nog sterker.

    Sterk is de Wijn; maar, hoe vol kracht,
    De Slaap verwint hem door zijn macht.

    Dus moogt ge op Sterkte u niet verheffen;
    Iets anders kan u overtreffen.

    06-06-2018 om 23:20 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    05-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gevoel

    Een gedicht van Isaac Da Costa 1798-1860

    Gevoel

    O! wie beschrijft mij 'tgeen gij zijt,
    Gevoel van 't kloppend harte!
    Wiens werking vaak de ziel verblijdt,
    Maar meer nog klemt in smarte!

    Gij, mijner dichtkunst ziel en doel!
    Gij zijt de bron mijns levens!
    Maar, overweldigend gevoel!
    Die van mijn sterven tevens!

    Gij zijt de onwederstaanbre gloed,
    Die mij tot dichter maakte!
    Die in mijn rusteloos gemoed
    Sinds de eerste kindsheid blaakte!

    Gij zijt die min, wier zaal'ge smart
    Mijn eerste zuchten riepen,
    Toen in 't nog pas ontluikend hart
    Der driften stormen sliepen.

    Gij zijt die zucht naar hoger lust
    Dan van een nietige aarde,
    Waardoor 'k mij-zelve ben bewust
    Van een verheev'ner waarde!

    Gij zijt, 'tgeen mij verbindt met Hem
    Voor wie de Serafs knielen!
    Gij zijt de weergalm van Zijn stem
    In onze doffe zielen!

    Gelijk de poging van het kind,
    Dat zwikt bij iedre schrede,
    En ieder stond zich hulploos vindt!
    Zo is de kracht der Rede!

    Maar als gij onze stappen leidt,
    Gevoel, van God gegeven!
    Zo snellen wij ter zaligheid,
    Door 't stormen heen van 't leven!

    'k Wil op mijn Rede, zwak en koel,
    Mijns levens hoop niet bouwen!
    Mijn krachtig, brandend zielsgevoel!
    Op u wil ik vertrouwen!

    Hetzij gij vreugde brengt of smart,
    En sterven doet of leven,
    Aan uwe invloed wil mijn hart
    Zich eindloos overgeven!

    'k Wil naar uw toverend gebod
    Beminnen, zingen, loven!
    En 't oovrig van mijn levenslot
    Verblijve aan God hier boven!

    Doordring het stof, dat mij omkleedt!
    Dooradem en beziel het!
    Of, is uw ademgloed te heet,
    Ontzie niet, en verniel het!

    Te sterven op het veld van eer
    Is echte krijgsmansglorie!
    De dood heeft niets verschriklijks meer
    In de armen der victorie!

    Maar ook de priester van het schoon
    Laat zonder leed het leven,
    Wanneer hij in zijn laatste toon
    Zijn laatste zucht mag geven!

    05-06-2018 om 19:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vinkske

    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Een vinkske

    Een vinkske! Een vinkske!
    Daar zit het, zwijg, -
    Een levend dingske,
    Op een dode twijg.

    Het borstje bibbert,
    Het keelke zwelt.
    Het bekske slibbert
    Van 't klankgeweld.

    't Zijn versjes, zere,
    Onvatbaar kort,
    In éne keer,
    Der-uit gestort.

    Tzit-tzit-tzit-dap-dapper,
    Dewingihee!
    Tzit-tzit-tzit-rap-rapper,
    De hele ree!

    Tzit-tzit-tzit, een ander!
    Nog één, nog één.
    Tzit-tzit-tzit, wie kan-der
    De voeten scheên?!

    Tzit-tzit-tzit, 't gesnebber
    wordt dom en dol.
    Tzit ... halt! Ik heb er
    Mijn oren vol!

    04-06-2018 om 22:48 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.noordenwind

    Een gedicht van Frederik van Eeden 1860-1932

    De Noordenwind

    De wind waait hoog en kent de mensen niet.

    Hoog wil ik stijgen met de Noordenwind,
    boven 't gerucht der stemmen - boven 't licht
    der volle straten. Weg! het warm gewoel,
    de weke druk van mensen om mij heen!

    Ik wil ééns vrij zijn, ééns oneindig vrij,
    dat er geen liefde en lachen om mij is,
    geen zoete stem, geen blik van vrienden-ogen
    geen weekheid en geen weemoed en geen lust.

    'k Wil eenzaam stijgen in de Noordenwind,
    die in de kille nacht gestadig waait
    groot en onwetend.

    Stijgend wil ik neerzien
    met koude blik en onbewogen mond
    op wat voor eeuwig wegzinkt onder mij.

    En als de passies, die 'k heb liefgehad,
    zich aan mijn kleedren hechten en 't gelaat
    met schreien heffen en mij angstig vragen,
    hen niet alleen te laten in de nacht ...

    dan zal ik zwijgend hun gekromde handen
    losmaken van mijn kleed, - en als zij vallen
    zal ik niet sidd'ren bij de doffe slag ...

    maar zingend rijzen in de koude nacht.

    03-06-2018 om 16:16 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    02-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.stem

    Een gedicht van Salomon Bonn 1881-1940

    IK HOORDE UW STEM

    Stemmen spraken tot mij,
    ik hoorde ze niet,
    ik hoorde uw stem
    als 'n lied, als 'n lied!

    Zoals 's avonds laat
    wen de wereld zwijgt
    over wateren, stil,
    'n boot ver tijgt.

    De wereld is stil
    de wereld is donker,
    alleen leeft de maan
    en wat stargeflonker 

    Haar stem is muziek
    in de stille oren,
    zo kan ik maar niet
    uw stemme horen.

    Mijn land ligt zo ver
    en uw stem is zo zacht,
    en geen enkele ster
    schijnt mij in mijn nacht.

    02-06-2018 om 22:30 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.broodje

    Een gedicht van Dop Bles 1883-1940

    Ik ging eens om een broodje

    Ik ging eens om een broodje,
    De bakker was niet thuis,
    en toen de bakker niet thuis was,
    ging ik weer naar huis.

    Ik ging eens  naar de mensen
    en sprak ze allen aan,  
    al ken ik vele talen,  
    geen mens heeft mij verstaan.

    Ik ging naar alle deuren,  
    waar ’t venster was verlicht,
    zo hard kon ik niet kloppen, 
    of elke deur bleef dicht.

    Ik ging eens naar  een kamer,
    waar ik me welkom wist, 
    de deur bleef afgesloten, 
    ik had me dus vergist.

    Ik ging naar alle boeken   
    en vroeg ze alle raad,  
    maar geen dat mij kon zeggen,  
    wat niet geschreven staat.

    Ik ben toch eens geboren  
    en ga dus ook eens dood,  
    zolang ik nog moet leven, 
    ga ik maar steeds om brood.

    Is de poort open?

    02-06-2018 om 09:42 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    31-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de reiziger

    Een gedicht van Jopie Breemer 1875-1957

    De Reiziger

    De reiziger reist heen en weer
    Van Amsterdam naar Wormerveer
    En ook wel eens naar Krommenie
    Naar Beetsterzwaag en Middellie.
    Hij leest zijn krant in de coupé
    En neemt altijd zijn koffer mee
    Hij draagt een witte hoge boord
    En als hij zit zegt hij geen woord
    Hij praat nooit met een ander heer
    De reiziger reist heen en weer.

    31-05-2018 om 21:43 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    30-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lied

    Een gedicht van J.W.F Werumeus Buning 1891-1959

     

    LIED

    Eens heb ik rouw gedragen
    Om die ik had bemind;
    Toen waren al mijn dagen
    Tot droevigheid gezind.

    Daarna werd mij in dromen
    Een helderheid bekend,
    En mij werd afgenomen
    Al zorgen en ellend.

    Al na een duistere avond,
    Ter helle middernacht.
    Mocht ik een lied vernemen
    Dat gaf mij nieuwe kracht.

    Ik hoorde een engel blazen
    Op zijn kleine trompet;
    Ik zag een engel blazen
    Op een kleine trompet.

    Al in een groenen morgen
    Ontwaakte ik, mijn bed
    Was tussen bloem en palmen
    In helder licht gezet.

    En was het wel de morgen?
    Ik sluimerde weer in,
    Dit slapen zonder zorgen
    Was mij een nieuw begin.

    En toen ik dan ontwaakte
    Vond ik een nieuw gebed
    De klank was in mijn oren
    Dier hemelse trompet.

    Al wat ik u kan zingen,
    Het is maar een klein lied.
    Wie kleine engelen horen,
    Kennen een ander niet.

    Ik weet, God zal nog spreken
    Met grotere trompet.
    De engelen des hemels
    Zijn daartoe neergezet.

    Maar ik, die de grote trompet niet ken,
    Zing met een zalig oor
    Naar de kleine trompet wier vreugd ik ken,
    En waaraan ik mijn leed verloor.

    1926

    30-05-2018 om 22:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    29-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voor

    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    VOOR U ALLEEN

    't Is zoet te schrijven, als het licht
          Des zomers op mijn handen daalt
          En 't rijm zijn blijde plicht verricht
          En wat mijn hart voelt U verhaalt.

          Mijn handen beven van genot;
          Zij dragen de gewijde schat,
          Die 'k diep in mijne ziele tot
          Nu toe voor elk verborgen had.

          Zij zetten bevend woorden neer
          Tot de avond-late zon verbleekt,
          En woorden glanzen rein en teer
          Als paarlemoer, waar 't licht in breekt.

          En toch, hoe mooi die woorden zijn,
          Die vingen 't licht aan alle kant,
          Zij hebben slechts een zwakke schijn
    Van 't licht dat in mijn binnenst brandt,

          Omdat er altijd in het woord
          Iets is, dat is van iedereen,
          En ik wou geven iets dat hoort
          Aan U, voor wie ik leef, alleen.

          Maar toch is 't zoet, wanneer het licht
          Des zomers op mijn handen daalt
          En 't rijm zijn blijde plicht verricht
          En wat het kan vertaalt.

    29-05-2018 om 19:05 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    28-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.heimelijk

    Een gedicht van P.C. Boutens 1870-1943

    Heimelijk verlangen

    Die man lijkt mij godengelijk te wezen,
    Die van tegenover gezeten toehoort
    Hoe gij vlak nabij in uw zoete stemval
    Over en weer praat

    En verlangenstekelend lacht, wat noodschiks
    In mijn borst het hart mij in angsten opjaagt;
    Immers amper zie ik U aan - geen woord meer
    Laat zich verklanken,

    Maar mijn tong blijft star en gebroken; aanstonds
    Onderloopt een sijpelend vuur mijn leden,
    Niet meer kan ik zien uit mijn ogen, gonzend
    Suizen mijn oren;

    't Vocht breekt me alzijds uit, en van top tot tenen
    Vangt mij beving, valer dan gras verbleek ik;
    Nog een ogenblik, en in alverbijstring
    Voel ik mij sterven.

    28-05-2018 om 22:22 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    26-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.starting

    Een gedicht van Jan Campert 1902-1943

    Starting all over again

    Niet om de dromen, die ook ik vergeefs heb moeten dromen
    en om de woorden niet door mij daaraan verdaan,
    noch om de herfst, die over deze landen is gekomen
    met slaande regens, nevel, werveling van blaên,
    maar om het overnieuw en allengsaan meeslepend stromen
    des bloeds, waartegen hier geen weerstand kan bestaan,
    ben ik bevreesd om nog eenmaal te worden opgenomen
    in deze staat, die harten in evenmaat laat slaan.

    Maar 't bonzen van het bloed kent hier geen mededogen
    en ook haar handen niet, vervuld van tederheid,
    noch hare mond, begeerlijk, warm, bereid,
    en onweerstaanbaar als de helle brand der ogen,
    die stervelingen noopt tot duurzaam onvermogen
    èn hen schatplichtig maakt in alle eeuwigheid.

     

    26-05-2018 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    25-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lente

    Een gedicht van Nicolaas Beets 1814-1903

    Lente

    Had ik uw adem, Nachtegalen!
    Uw zilvertoon,
    Langs alle heuvlen, alle dalen,
    Zou ik uw smeltend lied herhalen,
    Zo vol, zo schoon!

    Ik prees die God in mijn gezangen,
    Die veld en woud
    Weer 't groene kleed heeft omgehangen
    Na zoveel maanden van verlangen
    Zo blijde aanschouwd.

    Ik zou die grote Schepper loven,
    Die, ongezien,
    Zijn troon gevestigd heeft daar boven,
    En wie de bloempjes onzer hoven
    Hunne offers biên.

    Mijn zangtoon zou des morgens stijgen,
    En 's avonds laat.
    Met u, zoude ik des nachts niet zwijgen,
    Daar 't maantje, glurend door de twijgen
    Ons gadeslaat,

    En ’t oog dat nimmer wordt gesloten
    Dat alles ziet,
    De kleine zanger en de grote,
    Wier lofgezangen samenvloten,
    In gunst bespiedt.

    Mijn lied zou vrome zielen treffen,
    Daar ’t woorden gaf
    Aan wat zij kennen en beseffen,
    En logge geesten opwaart heffen
    Uit stof en draf.

    Ik ware een priester in die tempel,
    Die thans alom
    Van liefde en almacht toont de stempel —
    Nu zink ik zwijgende op de drempel
    Van ’t heiligdom.

    Dichtwerken III (1876)

    25-05-2018 om 22:41 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    24-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wit

    Een gedicht van J.A. dèr Mouw 1863-1919

    Wit hing en stil...

    Wit hing en stil de dauw over de weiden. –
    Onwereldlijk, onwezenlijk, een schim,
    Stond, hoog, in ’t west wit licht boven de kim. –
    Niets werk’lijks was er meer, niets dan wij beiden.

    En op die heuvel, op die bank van ons,
    Boven de dauw, zaten we als op een eiland;
    En ’t wit doorschijnend licht, het witte weiland
    Leek stilte; en de stilte was als dons.

    Boven de wereld zaten we; en we schrokken,
    Als om ons in besliste vaart een tor
    Een kromme draad trok van donker gesnor,
    Wegbuigend in dempende nevelvlokken.

    Jouw haar, rood in de schem’ring, aaide ik glad:
    Mijn ziel was in mijn lippen en mijn handen,
    En deed mijn handen en mijn lippen branden
    Op jou, die ik het diepst heb liefgehad.

    24-05-2018 om 21:28 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.laat me

    Een gedicht van Karel van de Woestijne 1878-1929

    Laat me, vijver, waar ge ontwaakt

    Laat me, vijver, waar ge ontwaakt,
    - daar, ten dagerade aan 't rozen,
    naar uw nacht de morgen naakt, -
    laat mijn aanzicht, week en naakt,
    eigen bleekheid tegen blozen.

    o, 't En is een scheemlen maar;
    maar, in 't stijgend morgen-scheemlen,
    zie 'k ten vijver, minder klaar
    maar te dieper naar ik staar,
    schoonre hemel dan ten heemle...

    - Nog van nachtlijk aarzlen bleek,
    maar gerézen uit de nachten;
    blozend naar 'k me schóner bleek,
    - vóor de glore om zelf-betrachten:
    laat me staren thans, gedachte,
    waar ten vijver, naakt en week,
    diepre schoonheids-weelden wachten...

    II De gloeiende asch (Boschvoorde 1907 - 1908)

    23-05-2018 om 22:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.huis

    Een gedicht van Albert Verwey 1856-1936

    Het verlaten huis

    Als in een huis in de onderwereld, waar
    De stille vader en het stomme kind
    Elkander aanzien - zó zit ik gebukt
    Over mijn boeken in dit donk're huis.
    En tegenover me aan de tafel zit
    Dat stomme kind der sombere gedachte,
    Mijn stille weemoed met het bleek gelaat,
    Mijn stomme weemoed met het donker oog,
    Die niemand ziet dan ik, - maar áls ik opzie,
    Dan voel ik dat zij mij heeft aangezien,
    Maar 't niet wil weten om die grote smart; -
    En als verschrikt buig ik dan weer het hoofd
    Achter mijn boeken en ik durf niet spreken
    Tot haar, schoon ik gedenk aan vroeg're vreugd.
    En als gevoelloos, werk ik al de dag
    En zie niet op noch om, omdat ik vrees
    De grote smart, die 'k zien zal in dat oog.
    Want zij was éens zo schoon, mijn jonge weemoed,
    Toen alle bloemen blij ons tegenbloeiden
    En vogels spotten met ons jeugdig leed.
    Maar weggedoken zit de laatste vogel
    Thans in de takken en door de enge spleet
    Der halfgesloten blinden valt het licht
    Op ons, die treuren in 't verlaten huis. –

    Persephone en andere gedichten (1885)

    schrijver

    22-05-2018 om 21:35 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.op

    Een gedicht van Petrus Kasteleijn 1746-1794

    OP TWEE PAAR JONGGETROUWDEN

    Wie zal mij verklaren,
    Wie van dees twee paren
    't Meest is in de nood?
    't Rijke heeft geen liefde,
    't Arme paar geen brood.

    Oorspronkelijke digtwerken (1873)

    21-05-2018 om 21:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    20-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.meizang

    Een gedicht van Jan van Droogenbroeck 1835-1902

    Meizang

    Daar komt de blijde lente weer,
    Met jong en jeugdig kruid!
    Geen ruwe vorst, geen koude meer
    De nachtegaal reeds fluit.
    De zonne schijnt, het beekje vliet,
    De bloemen komen uit,
    Het windje wiegelt in het riet
    Met aangenaam geluid.

    Een aangenaam en zoet geluid
    Door gans de velde zwiert;
    De leeuwrik spreidt zijn vlerkjes uit
    En stijgt en tiereliert;
    Het bieken zingt in 't rond en bromt
    Dat het de lente viert;
    De zwaluw, die van elders komt,
    Hier weder ommezwiert.

    Nu weer de zwaluw ommezwiert
    Waar onze wonen zijn.
    Nu weer de schepping hoogtijd viert
    In helle zonneschijn.
    Hoe blauwe verft de hemel schoon,
    Zo blauw als blauw satijn!
    Hoe rood de morgenzon haar woon,
    Zo rood als karmozijn.

    Bij dageraad, als karmozijn,
    Druppelt de dauwe neer.
    Daar plooit de grijze mistgordijn;
    Ontwaakt is 't vooglenheer.
    En als daarna het klokje luidt,
    Dan kniel ik biddend neer,
    En 'k juich: daar is met bloemenkruid
    De blijde lente weer.

    Makamen en Ghazelen (1866) onder het pseudoniem Jan Ferguut

     

     

    20-05-2018 om 00:00 geschreven door Dora


    >> Reageer (1)
    19-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrij

    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    SPAARBANK: VRIJ WIJN.

    Waar men Gode een tempel wrocht,
    Sticht, (het is een vond der helle!)
    Sticht de duivel een kapelle,
    Of hij zieltjes vangen mocht:
    Hier een Spaarbank... daar, Vrij Wijn!
    Mannen! zeg: waar moet ge zijn?

    Dáar is 't alles pret vandaag,
    Hier is 't vreugd van daag en morgen; —
    Hier heeft vrouw noch kind zorgen,
    Dáar krijgt vrouw en kinderen slaag!
    Hier een Spaarbank... dáar, Vrij Wijn!
    Vrouwtjes! waar zou 't beste zijn?

    Zeven centen borrelgeld,
    Als gij 't dagelijks wilt sparen,
    Maakt, in vijf en twintig jaren,
    Duizend Gulden: wel geteld!
    Hier een Spaarbank... daar, vrij Wijn!
    Mensen! zeg: waar moet ge zijn?

    Al de volksdichten (1865)

    schrijver

    19-05-2018 om 17:23 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!