God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Het belang van de Mariaverering voor het geestelijke leven van de christen: "In ons gebed wenden wij ons vol vertrouwen tot haar. Maria zal nooit ophouden voor ons bij haar Zoon ten beste te spreken. Als wij naar haar opzien, volgen wij haar geloof, haar volle bereidheid tot het liefdesplan van God, en de grootmoedige aanvaarding van Jezus na. Wij leren van Maria het leven. Maria is de koningin van de hemel, die God nabij is, maar zij is ook de elk van ons nabije moeder, die ons liefheeft en onze stem hoort. Dagelijkse gebeden als het Salve Regina helpen te begrijpen dat de H. Maagd naast haar zoon Jezus in de heerlijkheid van de hemel ook als onze moeder in het dagelijkse leven dichtbij ons is.
(vertaling van een Franse Litanie uit de 13e eeuw)
Zo sprak Maria over haar Zoon;
Ik ben de berg, Hij is de steen. Ik ben de wingerd, Hij is de tros. Ik ben de ster, Hij is de zon. Ik ben het vat, Hij is het manna. Ik ben de struik, Hij is het vuur. Ik ben de stad, Hij is de stichter. Ik ben de olijf, Hij is de olie. Ik ben de raat, Hij is de honing. Ik ben de doorschijnende stof, Hij is de schittering. Ik ben de beminnelijke voor allen, Hij is het méér. Ik ben vol medelijden, Hij nog meer. Ik ben de minnaar van de vrede, Hij geeft de vrede. Ik ben een broos menselijk schepsel, maar Hij, Hij is de God-mens.
Hij stelt ons de vraag : heb je er wel eens over na gedacht, wat er gebeurt als je door een kerkdeur naar binnen gaat? Heb je wel eens aan de lijve ondervonden, dat zo een deur een verbinding is van twee werelden? Aan de ene kant van de deur ligt het rumoerige, dagelijkse leven van werken en zaken doen. Het leven met zijn zorg en zijn gezelligheid, het leven waarvan wij genieten met zoveel goeds en ook met zoveel kwaads, narigheid, leugen, bedrog en achterdocht. Aan de andere kant, de ruimte waar wij, met al onze onrust en onze zorgen, tot rust kunnen komen. In die ruimte is het licht anders. Het wordt getemperd door gebrandschilderde ramen, door de sfeer van beschouwing en gebed, van dieper en anders zien. Die ruimte is indrukwekkend door haar sterke muren, de oprijzende pilaren en de hoge gewelven. We zijn in het huis van God, waar alles wijst naar zijn goedheid, naar zijn barmhartige liefde. Dat is de ervaring van vele toevallige bezoekers, pelgrims en toeristen. Het moge de ervaring zijn van elke kerkganger, die door de kerkdeur naar binnengaat.
God…………… waar ik ga waar ik sta jouw oneindigheid omvat mijn eindigheid jouw zijn mijn bestaan jouw liefde mijn leven jouw licht schijnt in mijn duisternis jij onkenbaar maar onontkoombaar....
Gelukkig is de mens die in de beproeving staande blijft. Want wie de proef doorstaat, ontvangt als lauwerkrans het leven, zoals God heeft beloofd aan iedereen die hem liefheeft.
De Israëlische muur loopt in Betlehem langs een benedictinessenklooster. Dat inspireerde de zusters tot dit gebed en bijzonder schilderwerk. Dit gebed werd geschreven door de zusters benedictinessen van het Emmanuelklooster in Betlehem. De muur die de Israëlische regering in 2003 langs Palestijns gebied liet bouwen, sneed de toegang naar het klooster abrupt af. Gelukkig waren buren zo vriendelijk een deel van hun domein af te staan voor een nieuwe toegang. En zo maakt het klooster in feite deel uit van de muur.
Uit protest hingen de zusters een affiche op, die mettertijd vervangen werd door een heuse muurschildering van de hand van hun iconenmeester.
De schildering is een klassieke afbeelding van Maria, maar onder haar verschijnt een open poort, die zicht lijkt te geven op de olijfbomen achter de muur.
Gebed tot Onze Lieve Vrouw die muren sloopt
Heilige Moeder Gods,
We roepen jou aan als Moeder van de Kerk,
Moeder van alle lijdende christenen.
We smeken je om door jouw tussenkomst
deze muur te doen vallen. Sloop ook de muren in ons hart
en alle muren die haat, geweld, angst en onverschilligheid zaaien
tussen mensen en volkeren.
Jij die door jouw Fiat de aloude slang vertrapte,
verzamel ons en breng ons bijeen onder je maagdelijke mantel.
Bescherm ons tegen alle kwaad
En open in ons leven voor altijd de poort van de Hoop.
Baar in ons en in deze wereld
een beschaving van Liefde die opschiet vanaf het Kruis
en de Verrijzenis van je Goddelijke Zoon Jezus Christus, onze Redder,
Ik wil vertellen van mijn “hemel-Papa” is Hij bij jou al wat bekend? Hij is een Vader die jou noemt bij name en die precies weet wie jij bent. Hij kent al je gedachten en je dromen, Hij kent jouw vreugde, je verdriet, je pijn, en in Zijn hart leeft slechts één groot verlangen om altijd maar heel dicht bij jou te zijn. Ik wil vertellen van mijn “hemel-Papa” aan iedereen die ‘t horen wil, ‘k wil laten zien, hoe groot Zijn liefde is en niet met woorden, maar gewoon heel stil. Door daden die veel luider spreken dan ieder overbodig woord, want liefde die vanuit God zelf komt wordt beslist door elk mensenhart “gehoord”. ‘k Wil je vertellen van mijn “hemel-Papa” mijn Vader die zó van mij houdt, en die uitkijkt naar al Zijn kinderen groot en klein, jong en oud. Hij ziet elk mens op deze aarde vanuit Zijn hemels Vaderhuis, en uit Zijn ogen straalt verlangen want bij Hem ben je altijd ” welkom thuis”.
Doen als Hij: de dood overwinnen en verrijzen. De dood overwinnen, de dreigende dood van alledag: onderdrukking, ziekte, armoede, geweld overal ter wereld.
Maar ook verrijzen: te eten geven, meer dan dat; een huis geven, en dan nog een thuis; bevrijding bieden, en dan nog vrede; verlossing aanzeggen en dan nog de liefde.
Doen als Hij: geringen verheffen, mensen afstemmen op elkaar, de een de ander toekeren, bij jezelf binnengaan: deuren dicht, handen gevouwen, trachten te weten wie je bent;
de Geest een kans geven, je ogen sluiten, om opnieuw en des te beter, Gods woord te verstaan; alleen durven zijn, om opnieuw te weten dat je er niet alleen voor staat.
Wees gewoon die je wezen mag: zoutkorreltje, lichtgevertje!
We kennen allemaal wel mensen die de sfeer maken..., op je werk, in een vriendengroep, in de sportclub. Iemand die met zijn vriendelijkheid de stemming bepaalt op familiebijeenkomsten of tijdens een busreis
Zo heb je dus ook de zonnetjes-in-huis, de mensen die smaak geven aan de avond, aan het etentje, de camping of de wandeling. Eén is genoeg. Je hebt aan één smaakmaker, een lichtgever genoeg voor een gezellige buurt, voor een fijne flat of een prettige afdeling in het ziekenhuis.
In het evangelie noemt Jezus deze mensen ‘het zout in de pap’.
Zout en licht zijn er voor de omgeving. En dan is het niet onduidelijk hoe de smaak van het zout moet zijn: het moet naar Jezus smaken!
En het is ook duidelijk welke kleur het lichtt moet hebben: het moet de glans van Christus verspreiden!
Het gaat erom, dat de mensen dwars door mijn daden, door heel mijn leven heen zien wie Gód is. Door zó te schijnen in deze wereld ontdekt men hét Licht: God.
Zout en licht … het zijn op zich maar kleine dingen. En toch belangrijk! Zijn ze er niet dan missen we ze! Het is erg bemoedigend dat je zout niet over het hoofd kunt proeven en dat je licht niet over het hoofd kunt zien.
Wees gewoon die je wezen mag: zoutkorreltje, lichtgevertje!
Wees waakzaam, want voor je het beseft heeft de consumptiewereld met je diepste dromen een loopje genomen en je verlangen naar geluk netjes ingepakt in koopgedrag.
Wees waakzaam, want voor je het beseft zijn je vragen verstomd, en zie je niet meer hoe het onrecht wordt goedgepraat, en ben je aangepast aan wat 'de gewone gang van zaken' heet.
Wees waakzaam, want voor je het beseft praat je mee met wat ze allemaal zeggen: dat het elk voor zich is in het leven, en dat jij toch ook maar één keer leeft.
Wees waakzaam, want voor je het beseft leef jij ook ten koste van anderen, ook al heb je de mond vol van kiezen voor de zwaksten.
God van vreugde, we storten ons uitbundig in de roes van de vakantie. Zon en lange dagen lokken iedereen naar buiten. Water, bos en bergen zijn gevuld met leeggelopen steden.
Ik mijmer. Zouden licht en warmte ook het hart van mensen vullen.......
Ik bid. Mogen handen, zwaar van ´t werken, nu tot tederheid verzachten. Mogen geesten, volgepropt met weten, nu tot wijsheid bezinken. God reis met ons mee.
Elk ogenblik van de dag of de nacht kan ik Jezus roepen. Hij kijkt altijd naar me uit, Hij luistert naar mijn roep. Wat een wonderlijke zegen. Geen nood aan telefoon of e-mail. Voor Hem is mijn fluisteren genoeg.
Ik weet: mijn redder leeft, en hij zal ten slotte hier op aarde ingrijpen. Hoezeer mijn huid ook is geschonden, toch zal ik in dit lichaam God aanschouwen. Ik zal hem aanschouwen, ik zal hem met eigen ogen zien, ik, geen ander, heel mijn binnenste smacht van verlangen.
God van liefde en trouw, wij danken u, omdat wij mogen leven van uw genade, van deze aarde, van brood en licht, van mensen om ons heen; wij danken U, omdat wij leven hier en nu, soms met intens verdriet, soms vol vreugde; wij bidden U: laat geen toekomst en geen dood ons scheiden van Jezus Christus, vandaag en alle dagen tot in uw eeuwigheid.
Petrus was door Herodes gevangen genomen en sliep tussen twee soldaten aan wie hij met twee kettingen (de 'banden') was vastgeketend. Er verscheen een engel die hem wakker maakte en hem zei om hem te volgen. De ketenen werden verbroken, twee wachtposten werden gepasseerd, en de ijzeren poort van de gevangenis ging vanzelf open. Toen ze op veilige afstand waren, verdween de engel en merkte Petrus dat het bezoek van de engel geen droom was, maar zich werkelijk had afgespeeld. De kettingen werden tot cultusobject van de vroege christenen. Ze zouden door patriarch Juvenalis van Jeruzalem geschonken zijn aan de verbannen keizerin Eudoxia. Deze verdeelde de banden over de twee hoofdsteden van het Romeinse Rijk, namelijk Constantinopel en Rome. De laatste stad, waar Petrus werd vermoord, bezat reeds de boeien waarmee hij tijdens zijn laatste gevangenschap geketend was. De San Pietro in Vincoli-kerk te Rome werd in 439 in gebruik genomen om genoemde voorwerpen te vereren.