God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Wat mag ik nog verwachten, waarnaar kan ik uitzien? Bij wie anders dan bij U zoek ik mijn toevlucht. Stel me niet teleur. Weef een witte wolk van troost om me heen. Klink me als muziek in de oren; zing in me zodat ik met U bidden en met U danken kan.
Vader God, er gebeuren onvoorstelbare wonderen wanneer ik U niet in de weg loop. Daarom zal ik ophouden met te zeggen dat iets onmogelijk is en zal beginnen te geloven dat U op dit moment al werkt aan het wonder dat ik zo hard nodig heb in mijn leven. Dank U, Heer. Amen.
Jezus keek hen aan en antwoordde hun: Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk. (Matthéüs 19 vers 26).
Heer, laat ons als een zaaier door de velden van het leven gaan. Geef in onze handen het graan van uw liefde en toon ons het veld waarop we zaaien mogen. Met uw genade zullen wij uw liefde zaaien in de smalle voren van het mensenhart. Laat ons elke avond huiswaarts keren, moe, met lege handen misschien, maar met een rotsvast vertrouwen dat het kiemen en het rijpen van het graan in uw handen ligt. Wilt U ons geven wat een goede zaaier nodig heeft: een groot geloof, een rustig hart, een eindeloos geduld en veel, heel veel edelmoedigheid. Schenk ons Heer deze nacht een heilzame rust en geef dat ook het zaad dat wij vandaag hebben uitgestrooid, mag opgroeien tot een oogst voor de eeuwigheid.
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en je doet een beroep op mij; laat me dan voor één keer niet piekeren of ik wel tijd genoeg heb, of ik wel geld genoeg heb, of ik wel sterk genoeg ben om je te geven wat je vraagt.
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en je hebt hulp nodig; laat mij dan voor één keer niet treuzelen tot een ander het opknapt. iemand die vast sterker is, iemand die vast meer tijd heeft, iemand die beter missen kan waaraan jij gebrek hebt.
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en ik hoor je vraag; laat me dan voor één keer niet afwegen of het niet anders kan of je het wel waard bent of ik er wat mee opschiet of ik niet wat beters te doen heb,
Als ik je vandaag tegenkom God, in welk mens dan ook, en je kijkt me aan; laat me dan voor één keer onbezorgd alles uit de kast halen, niets achter de hand houden, mijzelf helemaal geven in het volste vertrouwen dat ik goed terecht kom.
Het Woord van God brengt ons inderdaad op de eerste plaats ertoe de blik op Jezus te richten, Hem beter te leren kennen en Hem na te volgen, om altijd meer op Hem te lijken.
Als we dicht bij de Heer staan, zullen we de sterkte hebben om dicht bij de zwaksten te staan, dicht bij de noodlijdenden en hen troosten en hen sterkte geven.
Allemaal hebben we er nood aan door de Goede Herder op de schouders gedragen te worden en bekeken te worden met zijn tedere en bezorgde blik.
Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en is opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf.
Versterven, het is een stokoud woord, het ruikt naar de dood, het kan ons niet bekoren, want wij willen leven, wij houden van haast en decibels en drukte, wij hebben gelijk, altijd ons verteer, ons verkeer, het is onze zaak, onbespreekbaar, zo zijn we, zonder zonde, met op zolder nog wat wrok en verbittering, in de kelder, wat koel gehouden agressie en we hebben gelukkig niemand nodig.
Versterven fluistert de vasten, versterven smaakt naar verrijzen, je moet het proeven.
Je laat de haast uitrazen en je krijgt vat op de tijd.
Je laat het lawaai uitdoven en je hoort in de stilte een stem al zolang vermist.
Je laat alle onvrede wegspoelen en je ademt, V R I J.
Je laat anderen in je weelde delen en je maakt, je ziet mensen gelukkig.
Je laat God je huis betreden. God, broeder op bezoek. god, een vriend van alle leven God, uitdager van angst en dood.
Het is überhaupt een goed idee om de smartphone vaker uit te laten of opzij te leggen.
Spreek smartphonevrije zones af: in feite kan elke plaats tot smartphonevrije zone worden uitgeroepen. De slaapkamer en badkamer komen daarvoor uitstekend in aanmerking. Het is ook een goed idee om tijdens de maaltijden met familie of vrienden in de eetkamer een mand in het midden van de tafel te zetten waarin iedereen zijn smartphone legt. Wij weten allemaal dat een smartphone bij ons niet aan tafel hoort. Veroordeel andere niet, maar geef zelf het goede voorbeeld. Maak afspraken met mensen waarmee je samenleeft, zodat de regels voor iedereen dezelfde zijn.
Franciscus is een mensenmens en houdt echt van mensen.
Woord en daad vallen samen: de boodschap van Franciscus gaat over eenvoud, nederigheid, nabijheid, zorg voor de minsten, enz. Hij spreekt en schrijft erover. Maar hij doet het ook.
Inclusieve benadering: van paus Franciscus kun je niet zeggen dat hij progressief is. Hij praat mensen niet naar de mond. Toch luisteren mensen graag naar hem.
Bedenking tijdens de vasten, uit de Romeinenbrief.
Wees niet bevreesd als iemand rijk wordt, een groter huis heeft en meer weelde. Want bij zijn dood kan hij niets meenemen, zijn weelde volgt hem niet in het graf.
De naastenliefde is op de eerste plaats een genade, een geschenk; kunnen beminnen is een gave van God en we moeten erom vragen. En, als wij erom vragen, schenkt God ze graag.
Paus Franciscus
Om die genade heeft ook Sint-Jozef heel zeker gevraagd toen hij geroepen werd de man te worden van Maria. Wij vieren dan ook dankbaar het feest van de Heilige Jozef op vandaag.
De Bijbel beschouwt de geschiedenis als het schouwtoneel waar de eeuwige strijd tussen Goed en Kwaad, tussen God en de Duivel dus, zich afspeelt. En die geschiedenis wordt geschreven door de mens: door de kinderen van Adam en Eva. Voortdurend lonkt de slang met die verleidelijke, verboden vrucht: zó moeilijk voor de mens om eraan te weerstaan!
En voortdurend fluistert God de mens in het oor: Ge leeft niet van brood alleen – Stel Mij niet op de proef – Val niet op je knieën voor het Kwaad. De eeuwige strijd tussen Goed en Kwaad, tussen God en de Duivel, speelt zich dus ook af in ons eigen hart, in ons eigen leven, in ons eigen geweten. Het is een kwestie van voortdurende alertheid en attentie – een kwestie van voortdurende bekering ook.
De Veertigdagentijd is er een uitgelezen tijd voor: om de vele gezichten van de Duivel te ontmaskeren en om ons opnieuw te spiegelen aan de oorspronkelijke onschuld die God aan Adam en Eva geschonken had.
Wanneer woorden van troost tekortschieten, kunnen we slechts bidden om geloof en hoop in deze moeilijke dagen. Dat de God die het leven geeft, aan U ook het perspectief van de verrijzenis mag blijven schenken, ook al is dit op dit ogenblik sterk verduisterd.
Vraag veel van jezelf, dan kun je iets geven aan anderen. Durf ook te vragen aan hen, dan hoef je niet hard te zijn voor jezelf. Doe wat je doen moet en behoud de wil om gelukkig te zijn in alle omstandigheden.
Ik probeer nu tevreden te zijn met mezelf. Soms lukt het -niet altijd – 0 ja, nog dit: Bedankt bezoeker, wat je aan mij gedaan hebt is goed!
In jouw ogen en jouw handdruk heb ik Chritus gezien, gevoeld.
"Lopen en kuisen en schuren en strijken is gewoonlijk zo verdienstelijk als voordrachten geven en onderwijzen. De waarde van alles is de liefde, de moed, de getrouwheid, waarmede wij die verschillende dingen doen."
zalige priester Poppe
Laten we de gewone dingen op een buitengewone wijze verrichten tot lof en eer van Christus, tot welzijn en tot zegen van de naaste en de ziel.