God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
De straatjongeren haten hun ouders, ze haten de ‘flikken’, ze haten alles en iedereen, maar voor dieren kunnen ze wel vaak respect opbrengen. ‘De beesten bedriegen ons tenminste niet.’ En door de liefde die ze voor dieren opbrengen en die ze ervan terugkrijgen, krijgen we ze weer op de been. Ouders, houd van jullie kinderen!, zei Père Gilbert met nadruk. Kinderen, besef dat de liefde van je ouders het mooiste is wat je ooit zult krijgen. De Franse priester pleitte ook uitdrukkelijk voor het gebed in het gezin. Zoveel gaat verloren omdat we onze kinderen niet meer leren bidden. Ouders moeten met hun kinderen bidden, elke dag opnieuw!
Kerst, elk jaar weer een drukke periode. Maar het lijkt ieder jaar wel drukker te worden met kerst. Allerlei verplichtingen drukken op ons. De kerstbomen, de kerstborrels, de kerstballen, de kerstdiners, de kerstkransjes, de kerstgezelligheid, de kerstpakketten, de kerstrollade en de kerstliedjes, kerstvieringen op school, kerstviering op de club, kerstviering op de groeigroep en dan ook nog de kaarten die geschreven en gepost moeten worden, de kerstberichten die voor facebook geschreven moeten worden, de kerstmailtjes die nog verzenden wilt etc. Maar waar is God in dit hele gedoe? Vergeten we hem en beseffen we nog wel dat zijn zoon Jezus werd geboren en weten we wel waarom Jezus werd geboren. Staan we daar überhaupt nog wel bij stil? Kortom: hebben wij met kerst nog tijd voor God?
Christus Koning heeft een kruis als troon en een krib als wieg. Kruis en krib horen samen. En dat Koningschap geldt ons, wij zijn de burgers in dat Koninkrijk en dat Koninkrijk vraagt om werkelijkheid te mogen worden in en door mensen die in Jezus hun Koning herkennen. Voor triomf is er weinig plaats in dat feest, des te meer voor inkeer en reflectie. Je openen voor zijn Geest en je door Jezus laten vervullen, daar gebeurt Zijn Rijk.
November? Met de ogen nog iets van de herfstpracht van oktober. In de neus al iets van de rookgeur van wintertijd. In het hoofd de advent die nadert.
Ad-vent? Waken in het donkerste donker, bij wat kaarsen. Wetend dat het licht weer sterker wordt. Blijven belijden dat de mens deel is van een grotere genadegolf van Licht.
Genade? Ja, elke tijd is vervuld van een eigen genade. Elke tijd is tegelijk een venster op de grondstroom van dezelfde, transcendente genade.
Genade?? Ja, een grote genade maar niet zonder tegelijk het donkerste donker en niet zonder onze blijvende , grote vragen.
Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden.
Hier zijn wij, God, in deze grijze tijd van het jaar. De zomerzon heeft ons echt verlaten, de nachten zijn lang en donker. Geef dat wij licht zijn voor elkaar in de kleine dingen die wij voor elkaar kunnen doen. In de gastvrijheid van ons hart, in de hulpvaardigheid van onze handen. Maak ons sterk in het delen van wat we hebben, ons bezit, onze tijd, onze aandacht en zorg, opdat door ons verbondenheid mag groeien in onze gemeenschap, opdat niemand tekort komt of in de steek gelaten wordt. Mogen wij zo uw kinderen zijn, vandaag en alle dagen. Dat vragen wij U in Jezus' naam.
Op het feest van Christus-Koning bidden wij U: wees aanwezig bij die ontelbare mensen die vandaag gebukt gaan onder lijden, geweld, vervolging, ziekte of eenzaamheid. Houd uw ogen gericht op de mensen van deze tijd die rechteloos en weerloos door het leven gaan. Wij willen geloven dat eens het leven en de liefde het zullen winnen van alle verdrukking en kwaad, dat eens alle machthebbers zullen inzien dat de aarde behoort aan iedereen. Dat die aarde in handen moet zijn van mensen die macht aanwenden ten goede, mensen die teder zijn en geen geweld gebruiken, die niet haten, maar leven geven. Maak ons tot uw 'rijksgenoten' naar het voorbeeld van Jezus, die niet heerste, maar dienstbaar was en zo onze Harten-Koning werd. Amen.
De Wonderdadige Medaille dankt haar oorsprong aan de Verschijningen van Maria in de Kapel van de Rue du Bac te Parijs, in 1830. Op zaterdag 27 november 1830 verscheen de Onbevlekte Maagd aan Zuster Catherina Labouré, Dochter der Liefde en vertrouwde haar een zending toe namelijk een medaille te laten slaan volgens het model dat haar getoond werd. "Laat een medaille slaan naar dit model", zei de H. Maagd. "De personen die ze met VERTROUWEN dragen, zullen grote genaden ontvangen, vooral als zij ze om de hals dragen". Enorm snel heeft de Medaille zich verspreid. Talrijke genaden van bekering, van bescherming en van genezing werden verkregen.
De H. Maagd wilde aldus gegroet en aangeroepen worden:
”In mijn nachtelijk visioen zag ik toen met de wolken des hemels iemand aankomen die op een mens geleek. Hij ging naar de hoogbejaarde en werd voor hem geleid. Toen werd hem heerschappij gegeven, luister en koninklijke macht; alle volken, stammen en talen brachten hem hun hulde. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat, zijn koninkrijk gaat nooit te gronde.”je
JEZUS IS DE KONING.
“De HEER is Koning, met verhevenheid bekleed, De HEER is omkleed en omgord met kracht. De wereld staat vast, onwankelbaar vast, en van oudsher staat uw troon, U bent al van eeuwigheid.” (Psalm 93:1-2)
“Want, zo spreekt de Hoogverhevene, die troont voor eeuwig, wiens naam de Heilige is, Ik ben de Heilige die woont in den hoge, maar ook in het geslagen en diep vernederde gemoed: Ik geef nieuw leven aan het vernederde gemoed, nieuw leven aan het geslagen hart.” (Jesaja 57:15)
Vaak roepen we om uitleg. Uitleg over dat moeilijke, niet te ontwarren leven van ons. Want wie legt het uit? Wie kan het alles verklaren? De Bijbel? Ik zet er in deze context een vraagteken bij. Want de Bijbel is niet een TomTom, die alle knopen en draden, de kruispunten in onze levens kan ontwarren, of er een antwoord op kan geven. Een soort TomTom, die wij even in kunnen stellen, plannen, en dan een stem, links aanhouden, rechtsaf enz. De Bijbel zegt wel: "Mensen let op, wees waakzaam, hou de rode draad vast." De rode draad? Ik denk dat daarop het antwoord God is. God, de Heer, de Eeuwige, die door de eeuwen heen trouw is aan zijn beloften. Hij is het, die de draad weer met ons oppakt en ons in de wirwar van draden de weg wil wijzen.
Loof de HEER, roep luid zijn naam, maak zijn daden bekend onder de volken, zing en speel voor hem, spreek vol lof over zijn wonderen, beroem u op zijn heilige naam. Wees blij van hart, u die de HEER zoekt.
Wat vragen de leerlingen eigenlijk? Zij zien het geloof van Jezus. Dat maakt een diep verlangen in hen wakker. Dat geloof kunnen zij niet veroveren door eigen inspanningen. Eigenlijk vragen de leerlingen aan Jezus om te mogen delen in zijn geloof. Verlangen wij dat ook?
Heer Jezus, geef ook mij meer geloof. Zo graag zou ik kunnen geloven zoals U. Dat zou een droom zijn.
Reeds vóór de eerste mis zat boer Fransen achteraan in de kerk roerloos op zijn stoel. Toen de pastoor van Ars om twaalf uur het Angelus kwam luiden, zat boer Fransen nog steeds op dezelfde stoel in dezelfde houding naar het tabernakel te kijken. Verwonderd en tegelijk zeer nieuwsgierig vroeg de pastoor aan de boer wat hij hier die hele voormiddag gedaan had. Terwijl hij naar het tabernakel wees, zei boer Fransen: “Hij is hier en ik ben hier, en ik vind het goed om zomaar een tijdje bij Hem te zitten.”
Vanavond brand ik weer de roepingenkaars, ik noem namen en bid voor alle christenen die zoeken naar hoe in hun leven de weg te gaan van hun roeping. Ik vraag om vrede en volharding en om vertrouwen op onze Weg met God. En ik bid dat God mensen blijft roepen en dat wij Hem horen en met vreugde ingaan op zijn roepstem.
Loof de HEER, want hij is goed - eeuwig duurt zijn trouw. (Psalm 136:1)
Eeuwig duurt zijn trouw.
Maar liefst 26 keer wordt het herhaald. Blijkbaar is dit het waard om heel vaak gezegd te worden. Hoe vaker je het zegt en zingt en fluistert en schreeuwt en jubelt, hoe dieper het kan doordringen in je gedachten en in je hart en in je ziel en in heel je lijf. Want hier moeten we heel diep van doordrongen en helemaal vol van zijn: Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. De God die schept, de God die wijs is, de God die wonderen doet, de God die zeeën splijt, de God die zijn vijanden verslaat, de God die van zijn volk houdt, de God die ons leidt naar het beloofde land, de God die ons redt, die God: Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. Eeuwig duurt zijn trouw. Daar kun je nooit genoeg van krijgen. In eeuwigheid niet.
Gebed: God, Heer, Redder, Schepper, Koning - u die de God van de hemel bent - eeuwig duurt uw trouw! Amen.
Bidden is kijken, beschouwen, bidden is stilstaan bij, bidden is aandacht, zoals liefde aandacht is....
Veel mensen zeggen: ik zie God niet, Hij is onzichtbaar. Maar ze willen Hem niet zien. Ze nemen er geen tijd voor. God is onzichtbaar zoals een mens vaak onzichtbaar is. We willen iets van God zoals we iets van een ander mens willen en dat verhindert dat we Hem werkelijk zien. Als de ander moet zijn zoals jij hem hebben wilt, zie je hem niet echt. Daarvoor moet je kijken zonder hebzucht, angst, ijdelheid, jaloezie.
Vrienden, op Koningsdag ging ik voor in het Te Deum in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal te Brussel. In mijn homilie herinnerde ik aan de oproep van de apostel Paulus in zijn brief aan de christenen van Rome om elkaar hartelijk te beminnen met broederlijke genegenheid. Het zijn woorden van bijna tweeduizend jaar oud, maar als men ze hoort, is het alsof de historische afstand er niet meer is. Ze zijn niets van hun zeggingskracht verloren. Ook niets van hun actualiteit. Natuurlijk zijn het woorden gericht tot medechristenen. Maar ze reiken verder dan kerkelijke grenzen. Ze raken ons juist in onze menselijkheid.
Het is niet de pijn die zeer doet maar wel de angst en de onzekerheid, het gevoel een drenkeling te zijn en geen oever meer te zien.
Het is niet de pijn die zeer doet maar wel geen grond meer voelen geen hand kunnen grijpen en geen enkel lichtpunt zien in het duister van de nacht. Vlak naast de pijndrempel ligt de afgrond van de levensvragen, en die is beangstigend diep. Waarom? Waartoe? En voor wie en voor wat?
Het is niet de pijn die zeer doet maar: geen antwoord weten, zich verraden en verloren voelen - als een speelbal in de wind - tussen toeval en twijfel.
Zijn grootste pijn was niet op Golgotha maar in de boomgaard van Olijven. Zijn angst werd bloed en zweet en schreeuwen naar de Vader. Daar heeft Hij voor ons een weg gebaand: "Ik ben verrezen en nog bij jou. Mijn hand ligt op je schouder. Ik blijf bij jou tot alles is volbracht."
Als de angst verstilt... en Hij aanwezig is in jouw wezen, dan zwijgen alle vragen. Dan is de pijn het strakgespannen koord dat jou met Hem verbindt.