God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Een paar maanden nadat Mozes de joden uit Egypte had geleid, hadden ze verschrikkelijke honger. Ze mopperden tegen Mozes: ‘We waren beter bij de vleespotten in Egypte gebleven. We moesten daar wel hard werken en we waren er niet vrij, maar we hadden tenminste genoeg vlees en brood om te eten. Jij hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons allemaal van honger te laten doodgaan!’
Toen zei God tot Mozes: ‘Tegen de avond zal ik voor vlees zorgen en elke ochtend zal ik voor jullie brood laten regenen uit de hemel. De mensen moeten het verzamelen en zoveel nemen als ze nodig hebben.’ En ’s avonds kwam er een vlucht kwartels die neervielen over het kamp van de joden. De volgende morgen hing er dauw rondom het kamp. Toen die was opgetrokken zagen ze overal op de grond een fijne, korrelige laag. Het was wit en smaakte naar honingkoek. De joden verzamelden het en aten het op. Ze noemden het manna. Elke ochtend, zolang ze door de woestijn trokken, zorgde God dat er manna was voor zijn volk.
Onze vader in de hemel, Wij hopen en wensen dat uw naam heilig mag zijn over de hele aarde. Wij hopen en wensen dat uw droom voor de mensen waar mag worden, op aarde en in de hemel. Geef ons wat we vandaag nodig hebben, en vergeef ons onze fouten. Help ons om ook aan anderen hun fouten te vergeven. Help ons om sterk te zijn en wapen ons tegen het kwaad. Amen.
Vrienden, we zijn hier samen en dragen in onszelf een stilte. Een stilte die in de eerste plaats angst oproept de angst van iemand wiens adem stokt, aan wie de adem ontnomen wordt gewelddadig. Acht minuten lang stilgemaakt worden. « Please. I can't breathe » Woorden die ons achtervolgen als spoken in de nacht, gevolgd door een beklemmende stilte, die uitdeint, de wereld rond.
Iedereen houdt de adem in en luistert. Luistert eindelijk.
En kijkt. Zoekt ogen die begrijpen handen die helpen. Handen die tranen wissen en boeien losmaken. En bevrijden van lichamen die verpletteren. Handen die omarmen niet om te versmachten, maar om wapens neer te leggen, en instrumenten te bouwen, voor de vrede.
Voeten die zich spoeden om hulp te vinden en leiden naar een veilige plaats.
Een stem die kan schreeuwen van verontwaardiging. Maar ook fluisteren, en zwijgen. Waar nodig. Als we in de ban zijn van geweld en onrecht, ook dan nog komt de profeet met een droom van gerechtigheid en goedheid.
Laat mij 'smaak' en 'licht' zijn. Ik weet niet of ik uw uitdaging wel aan kan, God. Gelukkig zijn er momenten waarop ik voel dat mijn inzet voor het evangelie smaak en licht geeft aan mijn samenleven met anderen.
Maar er zijn ook momenten dat mijn christen-zijn smakeloos en krachteloos lijkt en dat ik me laat meesleuren in de maalstroom van oppervlakkigheid.
Schud me dan wakker, God, en laat me in het hart van medemensen een vuurwerk van tederheid tevoorschijn toveren in alle kleuren van de regenboog als een wonderlijk samenspel van licht en liefde.
Hoe lang, Heer? Hoe lang zal ik eenzaam op raad moeten zinnen, draag ik van dag tot dag zwijgend mijn droefenis? Hoe lang zal mijn vijand mij uit blijven dagen?
Psalm 13 is de kreet van zwarte Amerikanen. We roepen hem al eeuwenlang. Maar we kunnen het niet langer alleen doen. Totdat jij dicht naar ons lijden toegroeit, tot het je ogen en oren, je geest en je hart vult, tot jij met zwarte Amerikanen losbreekt van het kruis, kan er geen Pasen zijn voor Amerika.
Met de versoepeling van de lockdown voor de erkende erediensten kan de pastorale rouwzorg die geloofsgemeenschappen proberen te bieden nu een aanvulling krijgen in gedachtenisvieringen. Zo'n viering kan de getroffen families helpen in het rouwproces. Samen met een ruimere groep familieleden of vrienden de naam van de overledene opnieuw noemen, samen stil worden en bidden om vrede en nieuwe hoop: het kan een bron van kracht zijn én een manier om het gemis een plaats te geven.
De Interdiocesane Commissie voor Liturgie (ICL), werkte een viering uit voor zowel een gemeenschappelijke als voor een individuele gedachtenisdienst. Ook voor een uitgestelde uitvaart na crematie wordt zo’n viering aangeboden. In de voorbije maanden werd bij crematie immers de asurne soms in bewaring gegeven bij een uitvaartverzorger om later een afscheidsviering te kunnen voorzien met een ruimere groep aanwezigen.
Al deze vieringen kunnen plaatsvinden op een weekdag, overdag of ’s avonds.
Er wordt ook een suggestie aangeboden van een kort gebedsmoment dat families kunnen houden als ze een bezoek brengen aan het graf van hun overledene.
Wat u ook doet, doe het van harte, alsof het voor de Heer is en niet voor de mensen, want u weet dat u van de Heer een erfenis als beloning zult ontvangen – uw meester is Christus!
Juni noemt men de Heilig Hartmaand. Zoals men in de maand mei bijzonder kijkt naar Moeder Maria, zo richten we in de maand juni de blik op het Heilig Hartbeeld. Voor hen die niet direct weten wat wordt bedoeld: een Heilig Hartbeeld is een beeld wat Jezus voorstelt, Jezus wijst daar naar Zijn Hart.
Eigenlijk is het een voorstelling van Jezus met een heel mooie boodschap. Als ik aan kinderen de betekenis van het Heilig Hartbeeld moet uitleggen, dan vraag ik hen: Wat zou je denken als iemand je een briefje geeft met daarop een hartje getekend ? Je krijgt dan altijd het antwoord: ik zou denken dat die verliefd op me is.
Eigenlijk is dat ook de boodschap van het Heilig Hartbeeld. Als we dat beeld zien, dan worden we eraan herinnerd dat we geloven in een God die van ons houdt.
Pandemie moet verlangen om te dienen wakker maken.
'Pandemie moet verlangen om te dienen wakker maken'
Paus Franciscus heeft de katholieken zondag voor Pinksteren opgeroepen om de pandemie van het coronavirus te gebruiken om 'het verlangen in ons wakker te maken om te dienen en om het goede te doen'.
'Hoe verkeerd is narcisme in deze tijd van pandemie: de neiging om alleen aan onze eigen behoeften te denken, onverschillig te zijn voor die van anderen en niet onze eigen zwakheden en fouten toe te geven', zei de paus op zondag tijdens de Pinkstermis in de Sint-Pietersbasiliek in Rome.
De paus vroeg God om 'ons te bevrijden van de verlamming van egoïsme en in ons het verlangen te wekken om te dienen, om goed te doen. Nog erger dan deze crisis is de tragedie door onszelf in te sluiten'.
Met een gebed bij de Lourdesgrot in de Vaticaanse Tuinen, online gedeeld in andere Mariaoorden, vroeg de paus Maria’s hulp in de strijd tegen corona.
Het rozenkransgebed ter afsluiting van de Mariamaand mei vond plaats in verbondenheid met de bekendste Mariaheiligdommen over de hele wereld. Het publiek dat speciaal voor het gebed uitgenodigd was, bestond uit tientallen personen die een besmetting het coronavirus hebben overleefd, nabestaanden van overleden coronapatiënten, verpleegkundigen, artsen en ziekenhuispastores.
De plechtigheid bij de nagebouwde Lourdesgrot van Massabielle bestond uit het gezamenlijk bidden van de rozenkrans. Dat gebed werd simultaan meegebeden door gelovigen via de sociale media.
Aan het einde van de viering begroette de paus in het Spaans een voor een en bij naam de vele Mariaheiligdommen in Latijns-Amerika die via livestream met Rome verbonden waren. Hij begroette hen in zijn moedertaal, bedankte hen voor hun meebidden en -leven, en riep met hen Onze-Lieve-Vrouw van Guadalupe, de patrones van Mexico en heel Latijns-Amerika, aan.
Paus Franciscus heeft woensdag 27 mei 2020, een mirakel erkend op voorspraak van de Franse priester en kluizenaar Charles de Foucauld (1858-1916), die op 1 december 1916 in de Algerijnse Sahara werd vermoord en op 13 november 2005 door paus Joannes Paulus II zalig werd verklaard. Charles de Foucauld raakte, na een tumultueus leven, bekend dankzij zijn eenvoudige leven en zijn getuigenis over het Evangelie bij de volkeren in de Sahara. Zijn geschriften inspireerden mensen wereldwijd en legden de basis voor een spirituele familie.
Charles de Foucauld werd op 15 september 1858 in Straatsburg geboren. Hij kende een bewogen leven waarbij hij het familiefortuin verkwistte en werd als militair voor straf naar Algiers gestuurd. Daar raakte hij sterk onder de indruk van het geloof en de vroomheid van de moslims. Na zijn terugkeer naar Parijs schreef hij een groot reisverslag. Daarna ging een zoektocht van start naar de wortels van zijn geloof, dat hij vaarwel had gezegd. Op zijn 28ste werd hij na een tocht door het Atlasgebied bekeerd door abbé Huvelin, die bekend stond om zijn prediking en inzet voor de armen. In 1890 werd hij trappist en ging in een arme abdij in Syrië wonen. Daar was hij in 1895 getuige van het afslachten van meer dan 100.000 Armeense christenen door de Jonge Turken. Nadat hij toestemming had gekregen om de cisterciënzerorde te verlaten, om Onze-Lieve-Heer te kunnen volgen in zijn ascese en armoede, werd hij knecht bij de clarissen in Nazareth. In 1901 werd hij in Frankrijk tot priester gewijd.