God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
De kiezer heeft geoordeeld dat haatzaaierij en uitsluiting het lot van de mensen niet vooruit helpt. Wel integendeel! Het was dan ook aangenaam te horen dat eindelijk iemand in een publiek forum tijdens de campagne met evenveel woorden verwees naar 'onze christelijke wortels' waar geen plaats is voor haat, racisme, kwaadsprekerij en de ander bevuilen door misplaatst woordgebruik.
Je mag je de vraag stellen warom zo een heilige man als Damiaan er wakker van lag dat hij geen priester bij zich had om te kunnen biechten. Een man die etterende, onwelriekende wonden wast en verzorgt, uren bij zijn Heer knielt en dagen gehurkt zit bij zieken en stervenden. Een man die ganse dagen op zijn kop krijgt. 'Pas maar op', schrijven ze als hij geprezen wordt, 'dat het gif niet uit je eigen vat loopt'. Hij aarzelt terug te schrijven maar dan zal hij weer te koppig zijn. 'Eigenaardig', schrijft hij, '' ' ik krijg van iedereen goud en wierook en van jullie oversten slechts wierook'.
Waarom moest zo een brave mens tocht biechten? Damiaan geeft zelf een sleutel aan in één van zijn brieven: "De pastoor van Kalawao (hijzelf dus) staat ondanks al zijn eretekens nog niet vast in de genade', schrijft hij.
Wij allen die geen moordenaars of dieven zijn, staan wij altijd in die genade? Te moe, uitstellen, nalatigheid, zwakheid, geen echte zonden maar wel jammer, wel zonde dat het gebeurt, dat we daaraan toegeven (in plaats van in de genade te blijven staan).
Voor onze postmoderne generatie moet alles kunnen en mogen ... wat is er dus nog zonde? We zijn precies uurwerken die denken dat ze zichzelf kunnen repareren, op zich al een zonde van hoogmoed.
Laten wij, post-moderne mensen, maar weer onze plaats en die van God beseffen en respecteren. Zoals iemand me zei: 'We moeten terug op onze knieën gaan zitten!' Damiaan in de biechtstoel en voor het tabernakel op kop.
Het is moeilijk te zeggen wie de "Heigen Geest " precies is , over al in de pinkster verhalen spreekt men van wind en vuur ; het is een feest vol van symboliek , een feest waaruit men voelt dat er iets gebeurt is met de mensen , een kracht die hen begeesterd en ze in vuur en vlam zet . . . dat kan in een gemeenschap die hongerd naar verlossing uit angst en onzekerheid , die gemeenschap vraagt naar woorden met inhoud waarin ze de Heer kunnen in herkennen en die schreef Paulus , "Alleen in zijn werking kunnen wij Hem herkennen en waarnemen liefde , vreugde ,vrede , geduld ,vriendelijkheid , goedheid en zachtmoedigheid " dat betekend Pinksteren luisteren naar de wind die ons die gedachten overbrengt en in werkelijkheid dient gebracht door ons , onze maatschapij want velen zijn vertwijfeld en zijn zoek , het vuur van het woord ,en de slag van de donder !! neen dit is natuurlijk geen donderpreek maar even een bezinning naar de " Geest " de geest naar wij ons leven moeten richten . . . .
met dank aan Peter1925 voor deze wijze woorden, voor dit getuigenis! geschreven door peter
Ja, beste blogvienden, het doet me deugd dat in een kort tijdbestek heel wat mensen hebben gereageerd op enkele bedenking/citaten of hoe je ze ook noemen wil. Ik liet er al een paar achter. En zie er volgt meteen nog een andere bedenking als aansluiiting op één van voorgaande gedachten. Het delen van deze gedachten maakt dit blog wel levend! Dank voor uw medewerking en laat maar komen. Hierbij dus een reactie over of wekelijks de mis volgen wel een must hoeft te zijn. Dank voor de bijdrage, vriend! Ja, er zijn al enkele personen los van elkaar die gereageerd hebben op hun eigen wijze. Misschien kunnen we deze weg verder volgen zodat het onderwerp 'geloven' levensnabij wordt. Dit was trouwens de opzet van het gesplitste blog dat voortgekomen is uit Liefde en Vriendschap. Hoe dan ook een lange introductie, maar wel dankbaar om het volgende:
ik was op je blog en zag staan:Als je gelooft, moet je niet elke week naar de mis gaan volgens mij. Af en toe is ook goed. Maar het mag natuurlijjk wel. Ik las dit op je blog en moest denken aan wat ik gelezen had in het KN van vrijdag 5 juni 2009. 'De Heilige Geest krijgt het nog druk'. door Cor Mennen. 'De grote gekte' ...Kort voor zijn priesterwijding in 1969 sloeg volgens Mennen "de grote gekte" toe van massale uittredingen en allerlei "gekkigheid" Maar het "virus" kreeg hem "dankzij de genade" nooit te pakken. "Op het seminarie hoefde je ineens niet meer dagelijks naar de Mis. Dus ging bijna niemand meer. Iedereen ging twijfelen en sloeg 'tastend en zoekend' aan het geloven. Niks hoefde meer. Het was duidelijk dat de nieuwe theologische opleidingen niks zouden worden. Volgens sommige docenten wilde het bisdom helemaal geen priesters meer, maar alleen nog pastoraal werkers ...
Op deze avond wil ik jullie enkele teksten delen in oecumene rond de Heilige Geest, want is het uiteindelijk niet het begin geweest van wat wij nu allen zijn en doen en waar wij voor gaan, dagdagelijks geïnspireerd door die Geest die ons stuwt. Hier enkele bijbelteksten die u deze dagen mogen leiden.
Lucas 3, 15-17 - Hij zal u dopen met Heilige Geest en met vuur. Marcus 9, 49-50 - Gezonden door vuur. Handelingen 2, 1-4 - Het Pinkstergebeuren Galaten 5, 22 - Vruchten van de geest. Handelingen 4, 32-35 - Het leven van de eerste Kerk.
Eerst en vooral een korte mededeling. Wellicht ben ik niet de enige maar hoe dan ook zijn de berichten die ik heb gepost voor deze mooie Puinksterdag niet verschenen waardoor ik nu toch nog even iets probeer achter te laten. Ik kon me ook geërgerd hebben, al vind ik het natuurlijk wel jammer dat de mooie tekst die ik geplaats had zomaar is verloren gegaan, zeker ook omdat ik het beeld dat ik kreeg van een bevried iemand , ik zo ook niet meer kan gebruiken, en het is maar één maal Pinksteren op een jaar... Al lijken daar zich vandaag maar weinigen nog iets van aan te trekken, zeker toen ik deze morgen de hoogmis wou bijwonen ... Er waren slechts dertig mensen aanwezig, meer dan er dus koorleden waren om deze dienst op te luisteren.
Misschien dan toch gepast om vandaag het alom gekende maar zo zinvolle lied en/of te delen op deze Pinksterzondag.
Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer, houd Gij bij ons Uw intocht, Heer, vervul het hart dat U verbeidt met hemelse barmhartigheid.
Gij zijt de gave Gods, Gij zijt de grote Trooster in de tijd, de bron waaruit het leven springt, het liefdevuur dat ons doordringt.
Gij schenkt Uw gaven zevenvoud, o hand die God ten zegen houdt, o taal waarin wij God verstaan, wij heffen onze lofzang aan.
Verlicht ons duistere verstand, geef dat ons hart van liefde brandt, en dat ons zwakke lichaam leeft vanuit de kracht die Gij ons geeft.
Verlos ons als de vijand woedt, geef ons de vrede weer voorgoed. Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad, geen ongeval ons leven schaadt.
Doe ons de Vader en de Zoon aanschouwen in de hoge troon, o Geest van Beiden uitgegaan, wij bidden U gelovig aan.
Het rood van het vuur, want zoals pater Lievens zegde: "VIER MOET BRANDEN". Mogen wij in deze dagen bidden om een nieuw vuur dat onze harten verteert en een stormwind die door de kerken waait zodat de kerken terug hun deuren en ramen openen zoals de eerste christenen op die Pinkstermorgen.
Iedereen zit graag rond een kampvuur of rond een kachel terwijl deze kachel niet eens zijn mond opendoet. Hij zwijgt. Misschien is dit nog het meest het model van ons christelijk samenzijn en onze evangelisatie: door te zijn wie we zijn, door te gloeien komen de mensen. Daarbij moet natuurlijk ook gesproken worden. maar zelfs degenen die geen enkel woord spreken, niet kunnen spreken omdat ze ziek zijn of in bed liggen, evengeliseren op de wijze als een kachel. Er zijn mensen die nooit een woord zeggen, niets kunnen zeggen, maar die rond hun ziekbed evangeliseren. Hun 'zijn' spreekt voor zich. Zo evangeliseert Maria. Ze gloeit zoals een kachel.
Te Lourdes heb ik beide mogen ervaren. Mensen die geen woord konden spreken maar straalden; meer nog waar naar gevraagd werd door ons, 'gezonden'; en dit zelfs jaar na jaar ... omdat zij de gloed van Maria meedragen doorheen de dagen, doorheen de jaren, en we hen niet kunnen vergeten. Daar heeft de aarde de hemel geraakt en die gloed vermindert nimmer of nooit.
De meimaand, de Mariamaand bij uitstek, is zo weer voorbij gevlogen maar hebben wij er echt iets mee gedaan of bleef het bij mooie woorden en beloften? Hebben wij meer dan anders ons gericht naar het beeld van Onze-Lieve-Vrouw en de tijd genomen om in alle eenvoud een weesgegroet te bidden, de rozenkrans ter hand te nemen, op bedetocht te gaan of bij een nabijgelegen kapelletje even stil te staan? Hebben wij JA gezegd op Haar vraag doorheen de tijden, ook wanneeer we het moeilijk hadden, of hebben we niet eens aan Haar gedacht doorheen de sleur van onze dagen? Misschien waren de vele langere weekends en communie- en/of lentefeesten een uitvlucht om Haar niet te groeten ... was moederdag ook in deze meimaand de dag van onze Hemelse Moeder? Zomaar wat bedenkingen bij het einde van deze meimaand. Hoe dan ook, laten we deze meimaand met dit Pinksterweekend in schoonheid en genade afsluiten, met en door Haar.
is als een bloem Het geeft een rijke geur en prachtige kleuren het kan ons leven een stuk aangenamer maken...
Geloven is als een bron, kleine dingen die we voor elkaar doen, zonder nood aan een tegenprestatie, maar die kunnen uitmonden in een zee van geluk..
Geloven is als een zon, die de donkere wolken kan doen verdwijnen en die kan zorgen voor licht en warmte in ons hart..
Geloven is een werkwoord, het is een uitnodiging om altijd te blijven zaaien opdat er voortdurend iets moois zou mogen groeien voor onzelf maar ook voor onze medemensen...
Geloven is een verbond, Jezus' voorbeeld volgend, de handen onvoorwaardelijk in elkaar slaan tot welzijn en geluk van iedereen rondom ons...
Geloven is een rekenoefening, onszelf wegcijferen van de eerste plaats, zodanig dat we meer aandacht kunnen besteden aan anderen het is een optelling van woorden en daden waarmee we onze naasten gelukkiger kunnen maken.
Geloven is een kunstwerk, met wat goede wil kan iedereen het maken en het resultaat zal ongetwijfeld door iedereen gewaardeerd worden ..
Het zal voor iedereen een uitnodiging zijn om het zelf eens te proberen.
Bedankt dat "U" ons dit geloof geschonken hebt ! Bedankt dat wij dit geloof met anderen mogen delen!
Hierbij de foto van het gekroonde mirakelbeeld van Onze Lieve Vrouw van Dadizele, met de titel: Onbevlekt Ontvangen.
De stenen onder en rond het beeld werden betaald door de gelovige gemeenschap en de bedevaarders. Het beeld rust op een grote brede en hoge witte marmeren plaat en begroet u zodoende al van aan de poort van de basiliek.
Misschien even openklikken .. of misschien nog beter, zelf op bedevaart komen te Dadizele.
Zondag 10 mei vierden we de zalige Damiaan in onze kerkprovincie. Precies die dag in 1873 zette hij voet aan wal in Molokaï, zijn laatste halte van de bus naar de hemel. . In de komende weken naar zijn Heiligverklaring zullen wel meer artikelen en bijdragen verschillen in de media. En ja, Damiaan heeft heel wat pluimen verdiend (achteraf): Belg de Belgen, grootste Belg aller tijden ...
Laten we eens die pluimen wegdoen en hem een paar nieuwe opsteken. We kunnen best ons laten leiden door de titel die hij zichzelf in één van zijn brieven geeft: PASTOOR van Molakaï. Ja, gewoon pastoor van Molokaï.
Wat dat pastoor-zijn inhield proberen we aan te voelen. Hou je vast: palliatief bezig zijn, preken, verzorgen, bouwen, voorgaan, bidden, ja, ook bekeren. En moeten we het bij Damiaan het ook niet hebben over (on)gehoorzaamheid, keuzes maken en keuzes trouw blijven, voorzienigheid?
In een vorig leven had ik het voorrecht het genoegen klinkt hier niet op zijn plaats, en verder waren er ook weinig gegadigden die deze taak op zich wilden nemen op zondagmorgen de gangen van een ziekenhuis, annex rust-en verzorgingstehuis, te mogen doorkruisen, om de communie naar zieken en bejaarden te mogen brengen.
Toen, net zoals nu herinnen ik me dat dit zo anders was dan alle andere gehaaste verplaatsingen. Het begon al bij het onthaal waar ik de sleutel kwam ophalen om de kapel te openen . Ook al kende men me al jaren met mijn goede en kwade kantjes, er werd anders naar me aangekeken. Zelf, al was het niet nodig, ik kreeg voorrang op anderen toen ik om die sleutel vroeg. Meer nog, men hoefde niet eens te vragen waarom ik kwam. Gelovig of ongelovig, praktiserend of niet, de dames aan de balie hadden een vorm van respect, ook al werd dit niet uitgesproken, maar ze wisten dat ik iets zou gaan doen dat boven het gewone dagdagelijkse staat, en zelfs niet direct van mezelf kwam.
Alleen al het binnengaan van de kapel was zo anders dan op een ander moment tijdens de dag of de week. De sleutel omdraaien in het tabernakel was niet gewoon het openen van een deurtje; noch minder was het wanneer ik mijn hand uitreikte om de kelk te nemen. Ik ging er steevast voor knielen en hier begon mijn gebed dat me de ganse weg innerlijk zou volgen. Het was telkens bevreemdend wanneer ik de kapel uitstapte en a.h.w. met de Heer de werkelijkheid van nde wereld en van alle dag binnentrad. Het lopen van elke dag werd haast een voorbij schrijden, zeker op de verpleegafdelingen. Maar ook bij het noodzakelijk doorkruisen van technische ruimtes zoals de keuken en liften nam een heel apart gevoel vanbinnen de leiding. In die luttele seconden werd ook door de toeschouwers die bijvoorbeeld aan de afwas bezig waren plots gezwegen. Allemaal vrij raar maar o zo mooi. Nooit werd ik er later op aangesproken, in tegendeel, en dit in een wereld vol van pluriformiteit.
Ik was me er wel degelijk van bewust dat ik Christus bij de mens bracht en dat telkens opnieuw. Vandaar dat ook verpleegkundigen het even stil maakten toen ik langs de kamers passeerde, even opzij schoven, al gereed de kamerdeur openden; of ik denk maar aan de poetshulp die even het werk lieten liggen. Het viel me trouwens op dat tijdens het toedienen van de communie deze mensen soms even een kruisje maakten of uitdrukkelijk zegden aan de patiënt: Daar is de meneer met de communie. Af en toe werd gevraagd of ik priester was. Niet om me te taxeren, maar in tijden van ziekte en lijden wil men een priester naast het bed; dat is mijn ervaring. Sommigen waren zelfs ergens teleurgesteld omdat ze geen priester aan hun bed zagen en zegden dat ook uitdrukkelijk. Anderen vroegen dan weer na het ontvangen van de communie of ik ze nog zou willen bezoeken in de komende dagen En ik heb me aan deze belofte gehouden en zo deed ik tijdens de week aan zieknbezoek door gewoon even binnen te wippen bij deze mensen die soms van niemand nog bezoek kregen, vooral door hun eigen hoge leeftijd.
Toen men me zag, met de kelk in de hand, sloegen de meesten een kruis, begonnen ze spontaan een Onzevader of een Weesgegroet te bidden.Anderen waren er op voorbereid en hadden steevast de rozenkrans in de hand. Elk bezoek is een mystiek gebeuren, altijd anders maar zo doordringend.
Sommigen vroegen wekelijks naar de communie, anderen dan weer niet. Maar vaak gebeurde het ook dat in een meerpersooonskamer een derde om de communie vroeg. En gezien het zondagmorgen was gebeurde het ook dat de vroege bezoeker, tot zelfs het aanwezig personeel, ook wilde aan de communie deelnemen. Voor al deze mensen werd de communie een bijzondere kracht; zelfs plots even weg uit het steriele van een ziekenkamer,de ogen gericht op het kruis. Er werd niet veel gesproken, want iedereen sprak op dat moment met de Verrezen Heer, veel intenser dan wij dat doen wanneer we gezond zijn.
Er waren ook mensen die zeer moeilijk de communie konden ontvangen door slikproblemen. In die gevallen werd eerst overlegd met de verpleegkundige en werd ook nog eens uitdrukkelijk de vraag gesteld of het wel zou gaan. Maar hoe moeilijk ook soms, mensen zagen daar echt naar uit. Het was niet altijd gemakkelijk zo de communie bij de patiënt te brengen, maar de dankbaarheid door een glimlach of een stevige hand op de mijne deed alles vergeten en dan besefte ik dat God in mij aan het werk was geweest, mede door de verpleegkundigen of de poetsvrouw. Neen, die tijd was geen tijdverlies geweest eens terug thuis. Misschien had ik er wel het beste van mezelf gegeven op een volledige week.
Mijn inpiratie voor mijn doen en laten haal ik uiteindelijk uit het levensverhaal van Jezus, de man Nazareth. U kon het lezen op mijn blog rond 'vriendschap en liefde'. Het is het verhaal van VERTROUWEN in de mens en vertrouwen op de zegen van God. Een oproep om niet te zwijgen als mensen in het gedrang komen. Het is mijn blijvende roeping me over te geven aan de zorg van de anderen, zeker aan deze die geen stem hebben. Het Evangelie kan je maar zien aan onze daden, en wanneer ik dan zelf zoveel liefde heb mogen ervaren weet en belijd ik dat ik aan deze christelijke inspiratie trouw wil blijven door mensen in de nabije omgeving of via de virtuele weg perstpectief te bieden, telkens opnieuw, hen te doen opstaan - net zoals het evangelie dat doet!
Velen beginnen hun dag met de krant. Pas ontwaakt, omringen ze zich al met slecht nieuws. Waarom niet je dag beginnen met een Bijbelvers? Dat kleurt alles anders. Draag je dag op aan God, kan alles wat je doet een gebed zijn. Zo eenvoudig is het. Dat is gelovig in het leven staan.