God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Aansluitend bij gisteren las ik nog het volgende al sta ik er persoonlijk niet volledig achter. Want het is maar wanneer je wekelijks naar de mis gaat dat je de draad kan volgen doorheen het Evangelie; dat je bewust tijd kan nemen om in gemeenschap de Eucharistie te vieren. Enfin, een bedenking vooraf bij wat werd achtergelaten.
"ALS JE GELOOFT, MOET JE NIET ELKE WEEK NAAR DE MIS GAAN VOLGENS MIJ. AF EN TOE IS OOK GOED. MAAR HET MAG NATUURLIJK WEL."
Is dat meteen niet al te vrijblijvend met het risico op de duur af te haken?
"Als je gelooft en wil leven zoals Hij, laat je alle je dingen zien in je bezigheden en doen en laten.
De kerk ( of de mis) is een plaats om tot rust te komen en vergeving te vragen, maar elk individu maakt het voor zichzelf uit waar hij die rust vindt.
Iemand die wekelijks naar de kerk gaat is daarom nog geen gelovige. Leven als God, dat is volgens mij geloven".
Eigenlijk stond bovenstaande niet geschreven tijdens die 'kerkdagen', maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat een lezer me bovenstaand stukje achterliet, en zo aansluitend bij het thema. Zeker ook rond naar de mis gaan waar er dan wel een ander zijn bedenking achterliet, maar dat voor morgen of zo.
Vanaf vandaag laat ik enkele gedachten na die mensen achterlieten bij een initiatief "Kerk in de Stad". Hierna en volgende dagen enkele getuigenissen of bedenkingen.
VOOR MIJ IS GELOVEN VERTROUWEN OP GODS LIEFDE EN ZIJN NABIJHEID BIJ ALLE MENSEN.
Als kind kregen wij allerhande voorstellingen van onze God. Een oude man met lange baard. Een man met een kroon en een lange mantel die over de wolken hing. Maar hoe ouder we werden verdwenen ook haast ongemerkt die beelden. Wij weten wél dat God er is en denken meestal nog altijd aan een plaats daar ergens 'in den hoge', maar hoe persosonlijker onze relatie tot God wordt, en zeker via Jezus Christus, ook hoe menselijker. Hoe meer we God in ons leven toelaten, hoe minder beelden we nodig hebben.
Het is zoals met geliefden. In het begin willen ze een foto van de ander; de ander zo vaak mogelijk zien, en op vandaag kan het gemakkelijker dan ook via de webcam, maar op de duur wil men echt samen zijn, is men zo dicht tegen elkaar dat men nog nauwelijks een deel van het geheel ziet. Denken we maar aan dat jonge koppel dat tegenover elkaar aan een tafeltje zit. Het beeld van de ander gaat trouwens helemaal op als ze elkaar kussen. Er zijn geen beelden meer nodig. Later worden ze in deze liefde ook één.
Dat is het mooie wat God met elk van ons voorheeft. Daarvoor moeten we blijven groeien in geloof, een leven lang.
Want we blijven mensen en kunnen zo moeilijk onze hoogmoed, ijdelheid en andere kleine kantjes overboord gooien. Deze zullen ons blijven achtervolgen tot aan de dood.
Voor Vlamingen is de Protestantse Kerk niet of nauwelijks bekend, tenezij via de schittende tc-producties te zien op de Nederlandse tv. Wat ik hier dus achterlaat is inzonderheid gericht tot Vlaanderen. Wat wij parochie noemen, word bij hen 'gemeente' genoemd. Als gemeente komt men elke zondag samen om te luisteren naar Gods bevrijdend Woord. Ik citeer: "In Zijn dienst willen wij zijn een werkplaats van de Heilige Geest, een herberg voor wie Jezus zoeken en een zendingspost voor wie Jezus nog niet kennen". "We zijn ee Christelijke gemeente en lezen dus regelmatig in de Bijbel, die wij zien als het Woord van God. Hierin komt God naar ons toe. In Zijn Woord zoekt en neemt Hij het op voor de mensen en hun naasten. In de Bijbel heeft God de mensen laten zien wat Hij belangrijk vindt voor Zijn Schepping en Schepselen." Tijdens de kerkdienst wordt er veel gezongen en veeel, er is gebed en er wordt zowel uit het Oude als uit het Nieuwe Testament gelezen. Er is een preek en een collecte. Na de dienst is er een moment van gezellig samenzijn met koffie en thee.
Ik bid U, Heer, voor hem die deze dagen ons allen heeft moeten verlaten. Dat Gij hem moogt vinden dankbaar en gelukkig, omdat het stuk dat Gij hem hebt toevertrouwd bij de morgen van het leven is afgeweven. En mocht hij in zijn leven halverwege zijn gebleven, wil hem dit mild vergenven.
Naar Eugeen Laridon bij het overlijden van mijn nonkel op 11 juni 2009
De kerk is zo goed als leeg. Vooraan zitten vrouwen die er hun hobby hebben van gemaakt. Mensen kuchen, banken kraken, monden zuchten, ogen tasten het hoge gewelfde plafond af of proberen het verhaal van de glasramen te lezen. Ze horren niet bij elkaar en dat is het ergste! Ze zitten niet eens naast elkaar, maar laten stoelen vrij, alsof de vinger van God uit de hemel zou flitsen, als hij in Zijn huis enige vorm van lichamelijk contact zou zien - hoe licht ook. Mensen komen buiten en gaan zwijgend hun wegen. Waar is die Blijde Boodschap?!
Nog even doorzetten en we hebben het weer gehaald. Van 's morgensvroeg tot 's avonds laat tussen de boeken en de cursussen. Je zou er moe van worden, Heer. Toch voel ik je steeds dichtbij, in het studeren van elke dag. Net zoals de leerlingenvan Jezus jouw vuur opnieuw voelden op Pinksteren, is jouw inspiratie, Heer, een kracht om niet op te geven. Dankjewel.
Wetende dat God het niet in hun plaats zal doen willen we via dit gebaar onze betrokkenheid en steun tonen aan leerelingen en studenten. Misschien kan je dit bericht sturen aan je kinderen of kleinkinderen. Je kan ook een kaarsje plaatsen. Ze zullen het, stilletjes wel te verstaan, appreciëren dat je dit voor hen doet.
Meer dan we er ons van bewust zijn hebben heiligen een invloed gehad op ons leven. Dat ondervond ik eens te meer toen ik recent van mijn zus een bidprentje, een meditatieve tekst en een kaarsje ontving met de beeltenis van Sint-Maarten, mijn patroonheilige. Ze had het meegebracht uit Tours. Ik werd er lichtelijk door ontroerd. Ja, naast de figuur van Maria heben ergens mensen als Sint-Maarten als een Don Bosco een blijvende rol te spelen in mijn leven, soms helemaal op de achtergrond, soms rakelings nabij. In laatste geval waar Don Bosco een betere toekomst wou bieden aan de verwaarloosde jeugd. Staat ook Sint-Martinus niet evenzeer voor de man die alles wilde delen met de armen.
Het weze een aansporing ons verder te geven en te delen met mensen die arm zijn van geest, maar die het ook materieel minder hebben. Mogen wij heilig proberen te worden als Maria, Sint-Maarten, Don Bosco ... en deze lijst kan aangevuld worden met namen die voor u een inspirerende kracht waren en het zijn gebeleven, al dan niet op een hedendaagse manier!
Het gebeurde in een tijd van epidemieën, hongersnood en crisis.
Een pelgrim op doorreis werd door honger gekweld en klopte aan.
In het huis zaten enkele families hongerig samen en warmden zich uit armoede aan hetzelfde vuurtje. De pelgrim begreep best dat die mensen doodarm waren en dat hij dus niet zomaar om voedsel kon bedelen. Hij stelde voor om een ketel soep te koken. Iedereen keek verbaasd op van dat voorstel. Geen van hen had ingrediënten genoeg om soep te koken voor zijn gezin, laat staan voor zon grote groep Voor soep heb je toch heel wat nodig?
Dat bleek geen bezwaar: de reiziger beweerde alles bij zich te hebben in zijn rugzak. Al wat hij nodig had, was een grote ketel water. Goed, ze lieten het zich geen drie keer zeggen, vulden een reuzenketel met water en zetten die op het vuur.
Toen haalde de man uit zijn rugzak een steen.
Dit is geen gewone steen, zei hij toen hij hun vragende blikken zag, dit is een echte soepsteen.
Voorzichtig legde hij de steen in het water en nu maar wachten, vol spanning en nieuwsgierigheid.
De soep zou wel wat gekruid moeten zijn, zei de pelgrim na een tijdje.
Gelukkig was er nog een beetje zout in huis en de buurvrouw had ook nog een blaadje laurier en een stukje Spaanse peper. Ze ging het halen.En dan maar wachten
Er moest eigenlijk een ietsiepietsie vet bij, zei de man.
Toen herinnerde iemand zich dat hij in de kelder nog het uiteinde van een stuk soepvlees had hangen.
Het zou goed zijn als ze wat gebonden was, zei de man weer en iedereen haalde zijn laatste kleine aardappeltjes. De knolletjes gingen erin.
Wat zou je denken van een paar worteltjes? vroeg iemand plots. En iemand dacht er net aan dat ze nog een raapje of twee had liggen, verstopt onder de matras. Nog iemand kwam met een stengel prei en een halve kool. De overbuurvrouw had nog een selderijtje en een handvol bonen
In korte tijd was het huis gevuld met een adembenemende geur. Daarna hebben ze gegeten tot ze niet meer konden, en nog was de soep niet op.
Toen nam de pelgrim dankbaar afscheid en wilde vertrekken.
Je vergeet je soepsteen, zeiden ze.
Nee, die mag je houden, antwoordde de man, je kunt er nog honderd keer soep van koken, als je t maar doet zoals daarnet!
Toen de pelgrim uit het zicht verdwenen was, raapte hij een nieuwe steen op en stopte hem zorgvuldig in zijn rugzak.
Het bestaat, de kracht die de Geest van God geeft. Het bestaat, het nieuwe leven door de Geest van God. Het bestaat, Pinksteren: je openstellen, bevrijd worden, nieuw worden.
Allemaal eensgezind bij elkaar. Allemaal als broer en zus. Allemaal in één Geest: één gemeenschap. Het bestaat, de nieuwe adem. Moed De ander verdragen, jezelf verdragen. De ander accepteren, jezelf accepteren. Geen haat, geen ruzie, geen oorlog.
Het bestaat, vrede Voor mensen ver weg en voor mensen dichtbij.
Er zijn mensen die elkaar begrijpen, die bij elkaar horen, met elkaar, voor elkaar, die één taal hebben, de taal van de liefde.
De kiezer heeft geoordeeld dat haatzaaierij en uitsluiting het lot van de mensen niet vooruit helpt. Wel integendeel! Het was dan ook aangenaam te horen dat eindelijk iemand in een publiek forum tijdens de campagne met evenveel woorden verwees naar 'onze christelijke wortels' waar geen plaats is voor haat, racisme, kwaadsprekerij en de ander bevuilen door misplaatst woordgebruik.
Je mag je de vraag stellen warom zo een heilige man als Damiaan er wakker van lag dat hij geen priester bij zich had om te kunnen biechten. Een man die etterende, onwelriekende wonden wast en verzorgt, uren bij zijn Heer knielt en dagen gehurkt zit bij zieken en stervenden. Een man die ganse dagen op zijn kop krijgt. 'Pas maar op', schrijven ze als hij geprezen wordt, 'dat het gif niet uit je eigen vat loopt'. Hij aarzelt terug te schrijven maar dan zal hij weer te koppig zijn. 'Eigenaardig', schrijft hij, '' ' ik krijg van iedereen goud en wierook en van jullie oversten slechts wierook'.
Waarom moest zo een brave mens tocht biechten? Damiaan geeft zelf een sleutel aan in één van zijn brieven: "De pastoor van Kalawao (hijzelf dus) staat ondanks al zijn eretekens nog niet vast in de genade', schrijft hij.
Wij allen die geen moordenaars of dieven zijn, staan wij altijd in die genade? Te moe, uitstellen, nalatigheid, zwakheid, geen echte zonden maar wel jammer, wel zonde dat het gebeurt, dat we daaraan toegeven (in plaats van in de genade te blijven staan).
Voor onze postmoderne generatie moet alles kunnen en mogen ... wat is er dus nog zonde? We zijn precies uurwerken die denken dat ze zichzelf kunnen repareren, op zich al een zonde van hoogmoed.
Laten wij, post-moderne mensen, maar weer onze plaats en die van God beseffen en respecteren. Zoals iemand me zei: 'We moeten terug op onze knieën gaan zitten!' Damiaan in de biechtstoel en voor het tabernakel op kop.
Het is moeilijk te zeggen wie de "Heigen Geest " precies is , over al in de pinkster verhalen spreekt men van wind en vuur ; het is een feest vol van symboliek , een feest waaruit men voelt dat er iets gebeurt is met de mensen , een kracht die hen begeesterd en ze in vuur en vlam zet . . . dat kan in een gemeenschap die hongerd naar verlossing uit angst en onzekerheid , die gemeenschap vraagt naar woorden met inhoud waarin ze de Heer kunnen in herkennen en die schreef Paulus , "Alleen in zijn werking kunnen wij Hem herkennen en waarnemen liefde , vreugde ,vrede , geduld ,vriendelijkheid , goedheid en zachtmoedigheid " dat betekend Pinksteren luisteren naar de wind die ons die gedachten overbrengt en in werkelijkheid dient gebracht door ons , onze maatschapij want velen zijn vertwijfeld en zijn zoek , het vuur van het woord ,en de slag van de donder !! neen dit is natuurlijk geen donderpreek maar even een bezinning naar de " Geest " de geest naar wij ons leven moeten richten . . . .
met dank aan Peter1925 voor deze wijze woorden, voor dit getuigenis! geschreven door peter
Ja, beste blogvienden, het doet me deugd dat in een kort tijdbestek heel wat mensen hebben gereageerd op enkele bedenking/citaten of hoe je ze ook noemen wil. Ik liet er al een paar achter. En zie er volgt meteen nog een andere bedenking als aansluiiting op één van voorgaande gedachten. Het delen van deze gedachten maakt dit blog wel levend! Dank voor uw medewerking en laat maar komen. Hierbij dus een reactie over of wekelijks de mis volgen wel een must hoeft te zijn. Dank voor de bijdrage, vriend! Ja, er zijn al enkele personen los van elkaar die gereageerd hebben op hun eigen wijze. Misschien kunnen we deze weg verder volgen zodat het onderwerp 'geloven' levensnabij wordt. Dit was trouwens de opzet van het gesplitste blog dat voortgekomen is uit Liefde en Vriendschap. Hoe dan ook een lange introductie, maar wel dankbaar om het volgende:
ik was op je blog en zag staan:Als je gelooft, moet je niet elke week naar de mis gaan volgens mij. Af en toe is ook goed. Maar het mag natuurlijjk wel. Ik las dit op je blog en moest denken aan wat ik gelezen had in het KN van vrijdag 5 juni 2009. 'De Heilige Geest krijgt het nog druk'. door Cor Mennen. 'De grote gekte' ...Kort voor zijn priesterwijding in 1969 sloeg volgens Mennen "de grote gekte" toe van massale uittredingen en allerlei "gekkigheid" Maar het "virus" kreeg hem "dankzij de genade" nooit te pakken. "Op het seminarie hoefde je ineens niet meer dagelijks naar de Mis. Dus ging bijna niemand meer. Iedereen ging twijfelen en sloeg 'tastend en zoekend' aan het geloven. Niks hoefde meer. Het was duidelijk dat de nieuwe theologische opleidingen niks zouden worden. Volgens sommige docenten wilde het bisdom helemaal geen priesters meer, maar alleen nog pastoraal werkers ...
Op deze avond wil ik jullie enkele teksten delen in oecumene rond de Heilige Geest, want is het uiteindelijk niet het begin geweest van wat wij nu allen zijn en doen en waar wij voor gaan, dagdagelijks geïnspireerd door die Geest die ons stuwt. Hier enkele bijbelteksten die u deze dagen mogen leiden.
Lucas 3, 15-17 - Hij zal u dopen met Heilige Geest en met vuur. Marcus 9, 49-50 - Gezonden door vuur. Handelingen 2, 1-4 - Het Pinkstergebeuren Galaten 5, 22 - Vruchten van de geest. Handelingen 4, 32-35 - Het leven van de eerste Kerk.
Eerst en vooral een korte mededeling. Wellicht ben ik niet de enige maar hoe dan ook zijn de berichten die ik heb gepost voor deze mooie Puinksterdag niet verschenen waardoor ik nu toch nog even iets probeer achter te laten. Ik kon me ook geërgerd hebben, al vind ik het natuurlijk wel jammer dat de mooie tekst die ik geplaats had zomaar is verloren gegaan, zeker ook omdat ik het beeld dat ik kreeg van een bevried iemand , ik zo ook niet meer kan gebruiken, en het is maar één maal Pinksteren op een jaar... Al lijken daar zich vandaag maar weinigen nog iets van aan te trekken, zeker toen ik deze morgen de hoogmis wou bijwonen ... Er waren slechts dertig mensen aanwezig, meer dan er dus koorleden waren om deze dienst op te luisteren.
Misschien dan toch gepast om vandaag het alom gekende maar zo zinvolle lied en/of te delen op deze Pinksterzondag.
Kom, Schepper Geest, daal tot ons neer, houd Gij bij ons Uw intocht, Heer, vervul het hart dat U verbeidt met hemelse barmhartigheid.
Gij zijt de gave Gods, Gij zijt de grote Trooster in de tijd, de bron waaruit het leven springt, het liefdevuur dat ons doordringt.
Gij schenkt Uw gaven zevenvoud, o hand die God ten zegen houdt, o taal waarin wij God verstaan, wij heffen onze lofzang aan.
Verlicht ons duistere verstand, geef dat ons hart van liefde brandt, en dat ons zwakke lichaam leeft vanuit de kracht die Gij ons geeft.
Verlos ons als de vijand woedt, geef ons de vrede weer voorgoed. Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad, geen ongeval ons leven schaadt.
Doe ons de Vader en de Zoon aanschouwen in de hoge troon, o Geest van Beiden uitgegaan, wij bidden U gelovig aan.
Het rood van het vuur, want zoals pater Lievens zegde: "VIER MOET BRANDEN". Mogen wij in deze dagen bidden om een nieuw vuur dat onze harten verteert en een stormwind die door de kerken waait zodat de kerken terug hun deuren en ramen openen zoals de eerste christenen op die Pinkstermorgen.