Van verre hadden ze hem reeds zien aankomen,want zijn verschijning viel op.Een heel oud gezicht had hij.Maar aan zijn manier van gaan kon men dan weer zien dat hij maar twintig was. Hij zette zich met zijn oud gezicht bij hen op de bank.En dan toonde hij hun wat hij in de hand hield.Dat was onze keukenklok,zei hij,en hij keek daarbij naar iedereen die zich daar op de bank zat te zonnen.Ja,ik heb ze nog gevonden.Ze is overgebleven.Hij hield een ronde keukenklok voor zich uit en raakte met zijn vinger even de blauw gekleurde cijfers aan.Eigenlijk is ze helemaal niets waard,zei hij nog bij wijze van excuus.Ze ziet er uit als een bord,zo een met witte lak.Maar die blauwe cijfers zien er toch heel keurig uit,vind ik.De wijzers zijn natuurlijk van lood.En gaan doen ze ook niet meer.Neen.Van binnen zijn ze kapot,dat staat vast.Maar ze ziet er nog altijd uit als vroeger.Ook al gaat ze nu niet meer.Met zijn vinger maakte hij een voorzichtige cirkelbeweging langs de rand van de klok.En zei daarbij op zachte toon:ze is overgebleven.De mensen op de bank keken hem niet aan.Eén keek naar zijn schoenen en de vrouw richtte haar blik op de kinderwagen.Iemand zei toen:Je hebt zeker alles verloren?
Ja,ja,zei hij op vrolijke toon.Maar dan ook alles!Alleen zij hier,zij is overgebleven.En hij hief de klok weer in de hoogte,alsof de anderen ze nog niet hadden gezien.
Maar ze gaat toch niet meer,zei de vrouw.
Dat is waar.Ze is kapot,dat weet ik ook.Maar voor de rest is ze toch nog als vroeger:wit en blauw.En opnieuw toonde hij zijn klok.En het mooiste van alles,ging hij opgewonden verder,dat heb ik u helemaal nog niet verteld.Het mooiste moet nog komen.Moet u horen:ze is stilgevallen om half drie.Uitgerekend om half drie.
Zeker op het moment dat uw huis werd getroffen,zei de man.Dat heb ik reeds vaak gehoord.Als de bommen inslaan,vallen de klokken stil.Dat komt door de luchtdruk.
Hij keek weer naar zijn klok en schudde het hoofd.Neen,mijn beste.Dat hebt u mis voor.Met bommen heeft dat niet te maken.Neen.Om half drie ging het om iets heel anders,maar dat weet u nog niet.Maar daar gaat het nu juist om,dat de klok precies om half drie is stilgevallen.En niet om kwart na vier of om zeven uur.Om half drie kwam ik namelijk altijd naar huis.s Nachts,bedoel ik;Bijna altijd om half drie.Dat is het merkwaardige.
Hij keek naar de anderen,maar die keken in een andere richting.Met een blik op zijn klok zei hij:dan had ik namelijk honger,ziet u.En ik ging altijd dadelijk naar de keuken.Daar was het dan bijna altijd half drie.En dan,dan kwam namelijk mijn moeder.Ik mocht nog zo stil de deur opendoen,ze hoorde me altijd.En als ik in de keuken iets zocht om te eten,ging plots het licht aan.Dan stond ze daar in haar wollen mantel en met een rode sjaal om.En barrevoets.En dat in een keuken met tegels.En ze maakte haar ogen heel klein,omdat het licht te fel was.Want ze had al geslapen.Nacht was het al.
Weer zo laat,zei ze dan.Meer zei ze niet.Alleen:weer zo laat.En dan maakte ze voor mij het avondeten klaar en keek toe hoe ik at.Daarbij wreef ze altijd de voeten over elkaar,want de tegels waren koud.Schoenen deed ze s nachts nooit aan.En ze bleef zo lang bij me zitten tot ik klaar was.En dan hoorde ik ze nog de borden opruimen,als ik in mijn kamer reeds het licht had uit gedaan.Dat ging zo iedere nacht.En bijna altijd om half drie.Dat was vanzelfsprekend,vond ik,dat ze mijs nachts om half drie eten klaarmaakte.En nooit heeft ze iets anders gezegd dan:weer zo laat.Maar dat zei ze elke keer.En ik dacht:nooit zal dat ophouden.Dat vond ik vanzelfsprekend.Was het niet altijd zo geweest?
Heel even was het stil op de bank.Daarom zei hij heel zacht:En nu dan?Hij keek de anderen aan.Maar hij zag ze niet.En dan sprak hij stil tot het ronde blauwwitte gezicht van de klok:Nu weet ik het:dat was het paradijs.Het echte paradijs.Op de bank was het heel stil.Dan vroeg de vrouw:En uw familie?Met een verlegen glimlach zei hij:U bedoelt mijn ouders?Ja,die zijn ook weg.Alles is weg.Alles,stel u voor.Lachend keek hij van de een naar de ander.Maar zij keken hem niet aan.Toen hief hij de klok weer omhoog en lachte.Alleen die hier.Die is over gebleven.En het mooiste is dat ze is stil gevallen om half drie.
Daarna zei hij niets meer.Maar een heel oud gezicht had hij.En de man die naast hem zat,keek naar zijn schoenen.Maar die zag hij niet.Het woord paradijsdat kon hij maar niet uit zijn hoofd zetten.
GAS AAN DE IJZER DE TWEEDE SLAG OM IEPER (22 APRIL-27 MEI 1915)
Na de stabilisatie van het westelijk front in de herfst van 1914 werden zowel in Vlaanderen als elders de hele winter door de verdedigingswerken, zoals loopgraven, sehuilposten en verbindingsloopgraven, versterkt en in aantal uitgebreid. Zo ontstonden twee tegenover elkaar liggende barrières op een paar honderd meter, soms maar een paar tientallen meters van elkaar. Het terrein in Vlaanderen is van nature door wateroverlast moeilijk begaanbaar in het slechte seizoen. Dat was overal zo, maar vooral langs de Ijzer en rondom leper, waar de inundaties die in de herfst het Duitse offensief hadden gestopt, hun effect nog niet hadden verloren. Omdat vele plaatsen bij de minste regenbui onder water kwamen te staan, moest men de hoogstgelegen punten opzoeken om verschansingen aan te brengen die op loopgraven leken. Omdat men bijna niet kon leven in verschansingen waarvan de bodem lager was dan de grondwaterspiegel, moesten de borstweringen en rugdekkingen gemaakt worden van zakken aarde; natuurlijk werden die zakken bij ieder zwaar bombardement omvergeworpen of opengeseheurd en dan kon men opnieuw beginnen. Vaak konden de doden niet begraven worden en de Franse soldaten van het 80e regiment van de territoriale troepen is nog lang de herinnering bijgebleven van de beenderen die door de borstwering van een loopgraaf tussen Zuidsehote en Boezinge heen staken. De bewegingsoorlog maakte plaats voor een loopgravenoorlog, in sommige sectoren voor maanden, in andere voor jaren. Dit betekende een grote verandering in levenswijze voor de strijders en het duurde verscheidene maanden voordat zij zich hadden aangepast De Duitsers hadden daar echter minder tijd voor nodig dan hun tegenstanders: zij hadden zich er zowel geestelijk als lichamelijk op voorbereid. Toen de periode van aanpassing voorbij was, merkte men dat de tactiek volkomen gewijzigd was en dat ook de strategie in een ander daglicht kwam te staan. Maar aan het einde van de winter 1914-1915 was men nog niet zo ver; de operaties in het vroege voorjaar van 1915 schijnen zowel in Vlaanderen als elders uitsluitend uit tactische overwegingen te zijn ondernomen, bijvoorbeeld voor het verbeteren van de positie door zich meester te maken van hooggelegen punten als goede waarnemingsposten voor de artillerie. Munitieproblemen Von Falkenhayn zou, afgezien van enkele plaatselijke aanvallen of tegenaanvallen van
Rechts boven: een kaart van de tweede slag om leper met aan de noordelijke kant de enorme bres die de Duitsers wisten te slaan door hun gasaanvallen, die de geallieerde troepen volkomen verrasten. Rechts onder: modder en verwoeste huizen kenmerkten het landschap rond leper in het voorjaar van 1915.
het Duitse leger. in 1915 in het westen eigenlijk één lange verdedigingsslag leveren. Een slag die hem niets zou opleveren behalve het bewijs dat het front hecht was, zowel aan Duitse als aan geallieerde zijde. Zolang de Duitse industrie hem niet het in de winter bestelde materieel had geleverd, waarmee hij hoopte het front te doorbreken, kon hij de vrije opmars naar het westen niet hervatten. Generaal Joffre van zijn kant was er nog steeds van overtuigd dat een aanval die met voldoende energie werd geleid, de doorbraak zou kunnen forceren, ondanks tegengestelde rapporten van met name generaal Foch, die bewezen dat die doorbraak slechts zou lukken als men de noodzakelijke middelen tot zijn beschikking
Op 22 april 1915 maakten de Duitsers voor het eerst op grote schaal gebruik van gas. Duitse infanteristen volgden de gaswolk op zeer geringe afstand, beschermd door een in een vloeistof gedrenkt mondkapje.
.1 had, wat voornamelijk inhield: zware artillerie en munitie van elk kaliber. De onjuiste opvattingen van Joffre zouden de oorzaak worden van talrijke onnodige verliezen. Het probleem van de munitie en de kanonnen was dus van het allergrootste belang voor de doorbraak van de versterkte stellingen. Reeds vanaf de slag aan de Marne speelde dat probleem voor alle legers, maar de Duitsers waren sneller opgeschoten met hun produktie dan de geallieerden. Van het 70 km lange front van Nieuwpoort tot La Bassée bezetten de Belgen en Fransen in totaal 30 km en de Engelsen ongeveer 40 km. Het Belgische leger had zich bijna gehergroepeerd; er werd een nieuw Engels leger gevormd waarvoor tienduizenden onderofficieren opgeleid moesten worden. Dc troepen der geallieerden streden zij aan zij: aanvankelijk hadden zich wat onenigheden voorgedaan tussen hun stafleden, maar de verhoudLngen waren aanzienlijk verbeterd en de gevoelens van wantrouwen uit het begin, die voortkwamen uit andere gewoonten en opleidingen, hadden plaats gemaakt voor een wederzijdse achting. Plannen voor nieuwe aanvalsacties Na de zo zware en bloedige eerste slag om leper(30 oktober-4 november 1914) hadden de twee tegenstanders een evenwichtstoestand bereikt in Vlaanderen; de Duitsers hadden noch de kust bij Pas-de-Calais, noch Boulogne, noch Duinkerken weten te bereiken, vanwaar- uit zij Engeland ernstig hadden kunnen bedreigen, aangezien dat uitstekende bases voor hun onderzeeboten zouden zijn geweest Hun tegenstanders hadden hen echter niet uit Vlaanderen weten te verjagen, waar de onderzceboten vanuit Oostende en Zeebrugge, hoewel verder verwijderd, de geallieerden al veel last bezorgden. In dit gebied, waar de doelstellingen dezelfde waren gebleven als in 19t4, kwamen beide partijen in de verleiding hun aanvankelijke aanvallen uit de herfst te hervatten. Maar om een offensief niet te laten stranden in een onbegaanbaar terrein moest men wachten op de lente, tot de grond hard genoeg zou zijn. In feite was het aan beide fronten, zowel in het oosten als in het westen, de algemene strategie die de plaats en het tijdstip van dc aanvallen bepaalde, en niet de plaatselijke omstandigheden, en geen van beide partijen zou het gewenste doel bereiken. Omdat Von Falkcnhayn voortdurend versterkingen naar het oostelijk front moest sturen, kon hij niet de grote hoeveelheid troepen bij elkaar krijgen die onontbeerlijk was voor het offensief dat hij beraamde. Wat de Fransen en de Engelsen betreft, die hadden liever gewacht met de aanval tot het terrein minder modderig zou zijn en tot ze meer geschut en munitie zouden hebben; bovendien wachtten de Engelsen op versterkingen van nieuwe troepen die nog in opleiding waren in Engeland. Maar men wilde ook de Russen ontlasten door de gemeenschappelijke vijand te bestoken; het valt moeilijk te zeggen of dit doel bereikt werd, maar wel staat vast dat de verliezen aan manschappen groot waren en dat het verbruik aan munitie buitensporig was in verhouding tot de magere resultaten die geboekt waren. Zo had het offensief van de Engelsen op 10 maart bij Neuve-Chapelle aanvankelijk succes, hetgeen sommigen de bedrie- 1
Derde blad .Een weinig zoekwerk,en U rijmt de tekst wel aan elkaar.
Rechts: na de eerste gasaanvallen van de Duitsers werden in Frankrijk in aller ijl veiligheidsmaskers ontworpen en onder de soldaten aan het front verspreid. Onder: manschappen van het 4e Canadese infanteriebataljon brengen in de sector leper hun geschut in stelling. Vooral Canadezen en Fransen werden het slachtoffer van de eerste Duitse gasaanval.
uit Duitsland wat gegevens uitgelekt en op 31 januari 1915 hadden de Duitsers tijdens een plaatselijke aanval in Polen voor het eerst een gasgranaat uitgeprobeerd. Maar door de hevige kou was het effect ervan verloren gegaan; waarschijnlijk was de constructie van dc gas- granaat gebrekkig. Het schijnt dat de geallieerden aan het westelijk front zich niet zo bewust zijn geweest van deze dreiging. Op 16 april constateerde de Belgische generale staf dat de Duitsers onder hun soldaten mondkapjes van aLle hadden uitgedeeld, die in een vloeistof waren gedrenkt om hen te beschermen tegen de gevolgen van zware verstikkende gassen die ze van plan waren naar dc vijandelijke linies te drijven.
promille ervan in de lucht is al erg gevaarlijk. De uitwerking van het gas was duidelijk merkbaar. De totaal onbeschermde manschappen werden volkomen in verwarring gebracht. Dit waren de Franse 89e territoriale divisie en de Canadezen. De 89e territoriale divisie en de schutters van de 45e infanteriedivisie trokken zich terug ten westen van het Ijzerleperkanaal en de Canadezen trokken zich terug tot St. juliaan. De eerste geallieerde stelling werd doorbroken over een lengte van bijna 4 km. De Duitse infanterie was de gaswolk op korte afstand gevolgd (naarmate dc wolk werd voortgedreven, verdunde zij langzamerhand en verspreidde zich over een groter gebied). Negen batterijen werden buitgemaakt en
gelijke indruk gaf dat het vijandelijke front niet zo moeilijk te doorbreken zou zijn als men vreesde. Het offensief van de geallieerden, dat ingezet zou worden over een front van 35 km, van Arras tot ten zuiden van Neuve-Chapelle, werd bepaald op 9 mei. Von Falkenhayn wilde de voorbereidingen ervan verstoren en viel op 22 april aan ten noorden van leper. In 1914 was Duitsland het land waar men met scheikunde, zowel in de laboratoria als in de industrie, het verst gevorderd was; in het leger was men op de gedachte gekomen de chemie voor militaire doeleinden te gebruiken. Een scheikundige, Fritz Haber, maakte er een strijdwapen van. Misschien hadden de geallieerden beter moeten opletten: er waren van-
Tweede slag om leper Op 22 april lieten de Duitsers omstreeks vijf uur in de namiddag ten noorden van leper voor het eerst een grote hoeveelheid gas ontsnappen uit hogedrukflessen, die in hun voorste loopgraven stonden. Men liet het gas ontsnappen via enkele meters lange loden buizen die op de gasflessen waren aangesloten. Deze gas- aanval vond plaats op de grens van de Franse en Engelse sector over een front van ongeveer 4 km tussen Steenstraat en Langem ark. De dichte wolk geel gas bestond bijna uitsluitend uit chloor, dat zelfs bij een zeer lichte dosis een hevige irritatie van de slijmvliezen tot gevolg heeft en gepaard gaat met bloedspuwingen en pijnlijk hoesten. Een gehalte van één
tot na middernacht heerste er bij de geallieerden grote verwarring ondanks het inzetten van reservetroepen. Diezelfde nacht nog werd Foeh de situatie weer meester; 2 Franse divisies, de 152e en 153e, en later ook de 18e, die klaar stonden om deel te nemen aan het offensief dat beraamd was in Artois, werden teruggeroepen. Ze waren zeer snel ter plaatse. De verbindingen tussen de Fransen en de Canadezen werden op 23 april tegen twaalf uur verstevigd. Er werden wat tegenaanvallen ingezet, maar die leverden weinig resultaat op. In de nacht van 23 op 24 april omstreeks twee uur lieten de Duitsers opnieuw gas ontsnappen, nu over een beperkter front De Duitsers bezet-
wie goed zoekt zal hier wel het tekstvervolg vinden.Dit is het 4de blad blz 465.Het derde blad is hogerop.
ten Het Sas en Lizerne langs het Ijzerleperkanaal, evenals St. Juliaan, dat door de Engelsen was verlaten. De vijfentwintigste april zetten de 3 Franse versterkingsdivisies een gezamenlijk tegenoffensief in. Nadat enkele steunpunten waren heroverd, werd er de zevcnentwintigste opnieuw een hecht front gevormd ondanks de Duitse gasgranaten. Toen French zag dat zijn linkervleugel er slecht voorstond nadat deze zich had teruggetrokken naar ecn laaggelegen gebied dat erg gevoelig was voor gas, maakte hij zijn voornemen bekend zich terug te trekken in de richting van leper. Maar Foch, die Langemark opnieuw wou innemen, vroeg hem op zijn plaats te blijven. Ondanks een vierdc gasaanval verdreven de Fransen op 30 april de Duitsers van de punten die ze nog bezet hielden ten westen van het kanaal en heroverden Lizerne. Bij Langemark echter leden zij een nederlaag. French trok zich in de nacht van 3 op 4 mei terug om zich volledig te wijden aan de aanval die in Artois zou plaatsvinden. In de weken daarna werd zijn linie op verschillende plaatsen nog wat verder teruggedrongen door Duitse aanvallen. Na een laatste gasaanval, die maar een zeer klein gedeelte van het front trof, konden de Duitsers zich meester maken van Heuvel bO, die in de Engelse zone lag. Eind mei keerde dc rust terug in het gebied, waar de Duitsers over een front van ongeveer 12 km lengte een strook grond van ongeveer 3 km hadden bemachtigd. Op 9 mei zetten 6 Franse en 2 Engelse leger- korpsen het offensief in Artois in. De gasaanvallen bij leper hadden dat niet verhinderd, maar zij hadden wel een ander gevolg, voorlopig alleen moreel, later ook tastbaar: de neutrale naties kwamen wat meer los te staan van de Centralen.
houden offensief op de as Ieper-St. OmerBoulogne hét grote strategische succes zou brengen waardoor alle stellingen aan het westelijk front de een na de ander zouden bezwijken. Met die gifgassen meende hij de grootste troef in handen te hebben voor de doorbraak van het versterkte front, waartegen geen enkel ander wapen iets had kunnen uitrichten. Maar waarom is deze troef dan niet grondig uitgebuit? Waarom heeft hij met name de reserve- troepen, die hij later heeft gebruikt om de gaten te vullen die de geallieerden tegelijkertijd op verschillende plaatsen aan het front maakten, niet gestuurd naar de plaats waar hij de doorbraak wilde forceren en die hij in één dag verkreeg?
Op deze vragen en op andere gelijksoortige vindt men nergens in zijn memoires een antwoord, terwijl Palkenhayn toch niet zuinig is met commentaar of kritiek. Doordat de Duitsers het gas niet in grote hoeveelheden hebben gebruikt en ze de problemen die zich voordeden bij een dergelijk gebruik, niet hadden opgelost, hebben de Duitsers het verrassingselement van dit verfoeilijke wapen verloren laten gaan. leper werd niet de naam van een beslissende overwinning de stad gaf alleen haar naam aan het yperiet, een prikkelend gas met buitengewoon pijnlijke gevolgen dat door de Duitsers in 1917 bij leper zou worden gebruikt.
1
Gas als wapen De dag na de eerste gasaanval was de directeur van het gemeentelaboratorium te Parijs reeds ter plaatse om de getroffen soldaten in de ziekenhuizen vragen te stellen en te onderzoeken. De aard van het gas werd meteen vastgesteld, zodat men kon beginnen met het vervaardigen van veiligheidsmaskers op grote schaal. Er werden er ook gemaakt voor de paarden van de artillerie, die nodig zouden kunnen zijn om kanonnen uit een door gas getroffen gebied weg te halen. Als minister van oorlog en rechterhand van de Duitse opperbevelhebber Wilhelm II droeg Von Falkenhayn de verantwoordelijkheid voor het gebruik van het gifgas en voor de tweede slag om leper. Wat dat gas aangaat, volgt hier de voornaamste passage uit zijn memoires waarin hij het gebruik ervan verdedigt: Tegen de versterkte stellingen zijn de klassieke wapens onvoldoende: er is dus een krachtiger wapen nodig dat gemakkelijk te vervaardigen is. Dat is het geval met gas. Het gebruik ervan bij vestingoorlogen is al sinds de oudste tijden bekend (bij de Fransen in de vorm van stinkende potten). De toespelingen in de Franse pers op het ophanden zijnde gebruik van een vreselijk gas en het gebruik door de Engelsen van bommen van pierinezuur brachten ons op het idee dit wapen te gebruiken. Het is een weinig overtuigend pleidooi. Iets anders is nog verbazingwekkender. Von Falkenhayn dacht dat een tot het einde toe volge *
GAS AAN DE IJZER DE TWEEDE SLAG OM IEPER (22 APRIL-27 MEI 1915)
Op 22 april 1915 maakten de Duitsers voor het eerst op grote schaal gebruik van gas. Duitse infanteristen volgden de gaswolk op zeer geringe afstand, beschermd door een in een vloeistof gedrenkt mondkapje.
Hoewel Von Falkenhayn er nog steeds van overtuigd was dat het zwaartepunt van de oorlog in het westen zou moeten liggen,was hij in 1915 genoodzaakt steeds weer troepen van het front in Frankrijk weg te halen om zijn legers in het oosten aan te vullen. Zo moest hij zich in het westen in hoofdzaak beperken tot de verdediging. Ook zijn collega Joffre had het moeilijk.Zijn blind vertrouwen in het offensief zou het hele jaar 1915 op de proef gesteld worden : de loopgravenoorlog vroeg om een aanvalstactiek die in de praktijk nog beproefd moest worden. Toch waren het de Duitsers die na de gevechten in de winter en het vroege voorjaar het eerst in de aanval gingen,zij het met als voornaamste doel het verstoren van de voorbereidingen van een nieuw Frans offensief in Artois. Op 22 april sloegen ze toe in de sector Ieper. Door het gebruik van gifgas een tot dan toe aan het westelijk front onbekend strijdmiddel brachten ze hun tegenstanders aanvankelijk in paniek en boekten ze flinke terreinwinst. Ze slaagden er evenwel niet in dat voordeel uit te buiten;hun winst bleef tot enkele tientallen vierkante kilometers beperkt.Begin mei trokken de Fransen in Artois weer ten aanval.Zes weken lang woedde de strijd.Toen in de derde week van juni de rust weerkeerde,waren alleen al aan Franse zijde 400.000 doden en gewonden gevallen,zonder dat het offensief enige winst van betekenis had opgeleverd.
De Britten hadden hun eigen problemen. Hun opperbevelhebber inFrankrijk, sir John French, was niet zeer capabel en bovendien een moeilijk man. Hij had voortdurend onenigheid met debevelhebbers van zijn beide legerkorpsen, sir Douglas Haig en sir Horace Smith-Dorrien.Daarnaast leed de BEF aan een chronisch tekort aan wapens en munitie;en de verbindingsdienstenfunctioneerden uiterst gebrekkig, waardoor nogal eens onjuiste beslissingen werden genomen.Deze tekortkomingen waren mede oorzaak van het tragische verloop van verscheidene Britse aanvalsacties.
Na het luwen van de strijd in Artois bleef het aan het westelijk front maandenlang rustig.Joffre bereidde een groot offensief voor in Artois en Champagne,dat zou moeten leiden tot omsingeling van de Duitsetroepen in het tussenliggende gebied.Op 25 september stonden niet minder dan 80 divisies voor deze aanval gereed.Dagen achtereen beukte de infanterie, in de stomende regen, op de Duitse linies,nadat de artillerielangdurige beschietingen had uitgevoerd.Ook waar men erin slaagde de eerste Duitse linie te doorbreken,bleef men steken voor de tweede.Na vijf dagen was het offensief volledig mislukt.De slachtoffers : 75.000 doden, 440.000 gewonden,waarvan tienduizenden voor het leven verminkt.
Dokter Adrien Criems dochter, Maria, was zo welwillend een klein stukje oorlogsgebeuren van 1918 uit het notaboekje van haar Vader te helpen vertalen uit het Frans.
Adrien Criem,een kozijn van mijn Vader,was geboren op 17 sept 1890 en is gestorven op 7 oct 1966. Hij was gedurende 44 jaar geneesheer in Vlamertinge.
Adrien had enkele jaren doktersstudie gedaan ,dan werden zijn studies onderbroken in 1914 en moest hij in militaire dienst. Na de oorlog deed hij nog 3 jaar studie om het doktersdiploma te bekomen. Gedurende de oorlog had hij natuurlijk als taak gekwetsten te verzorgen.
24 Mei
Ik ben vertrokken uit Rouen om 4,40 u,en om 11 u aangekomen in Calais. Dan vertrokken uit Calais om 7,25 u en om 3 u aangekomen in Adinkerke; dan tevoet naar Leisele om me aan te melden aan de overste en C. A. De volgende dag ben ik op bezoek geweest bij familie in Stavele en Leisele. In Stavele was er niemand thuis. Ik ben terug vertrokken naar het Zuidhuis (hoeve in de burgweg in Oostvleteren) om daar aan te komen rond de middag. Als dessert kregen we daar een Duits vliegtuig op bezoek die een bom liet vallen op 50 m van de infirmerie. De volgende dag ben ik op bezoek geweest bij mijn Nonkel die in Oostvleterens dorpskom woont, we zijn naar een obusput gaan zien die wel 14 m diep was en veel aarde omhooggeworpen had.
2 juni
Trug gaan zien naar een obusput bij de traver, Thiers zwaar gekwetst en dezelfde dag overleden.
4 juni
Er is verandering op komst. Waar moeten we naartoe ? De volgende dag : om 7 u een Duits vliegtuig is neergekomen, iemand wordt krijgsgevangen genomen.
6 juni
Kalme dag. De nacht was anders.Vliegtuigen dropten bommen en granaten, de scherven vlogen in de kamers van de dokters. Ik werd tweemaal wakker en moest naar de schuilplaats gaan,waar bijna iedereen naartoe was gegaan. Het gevaar was over om 1 u .
7 juni
s Nachts een hoevebrand langs de baan Ieper-Veurne. Een brief ontvangen van mijn zuster Aline;brief verzonden op 1 juni.
8 juni
Om 3 u conferentie door Joseph Marnhalk over de gas. Men wil dat ik professer word van de Vlaamse taal.
10 juni
Nogmaals conferentie over de gas van Dokter Fredericq. De ganse namiddag gewerkt aan de fiets van kozijn Omer, doch herstel is niet gelukt. Alarm in de nacht. Duitse vliegtuigen droppen bommen in de omgeving.
12 juni
Ik ben gebombardeerd tot professer Vlaams voor de officieren. Eerste les : wat zullen ze nog uitvinden om mij te ambeteeren. In de namiddag weer bommen van 6 tot 8 u . We moeten schrapnels zoeken rond de infirmerie. Om 8 u 4 obussen langs achter.
13 juni
Om 2 u s morgens ontwaak ik door openspattende obussen in den omtrek.
16 juni
Conferentie over chirurgie. s Namiddags ben ik naar Oostvleteren geweest en heb Germain,mijn kozijn, thuisgevonden.
18 juni
Ongeveer middernacht : Belgische en Duitse vliegtuigen in luchtgevecht.
20 juni
Om 2 u in de namiddag terug spectakel. Duitse vliegtuigen naar ballon-captiefs.
28 juni
Een brandend vliegtuig neergestort in de richting van Kemmel. Een groot aantal vliegtuigen,niet te tellen,zijn in de lucht, vooral in de richting Ieper.
29 juni
Om 10 u in de avond terug bezoek van Duitse vliegtuigen,ze droppen hun bommen in de verre omgeving.
30 juni
Om 7 u in de morgen vielen er obussen in de kampen in de omgeving. De geallieerde vliegtuigen haalden 3 Duitse ballons neer.
6 juli
Gewekt door obussen van groot formaat ,die vallen op 200 a 300 m van het kantonnement.
7 juli
Om 11 u vernielde een bom het huis van Pollentier.
9 juli
Er werdt geschoten op ballons-captief; enkele schrapnels vielen op het kantonnement.
13 juli
Beweeglijke nacht. Er werdt geschoten door vliegtuigen op een munitiedepot,enkele km verwijderd.
14 juli
Aankomst van 2 nieuwe dokters.
15 juli
Veel te warm.s Avonds van 10 tot 1 u onweer.
22 juli
Aankomst van een nieuwe directeur;Mijnheer Dewarneff.
23 juli
Ik vraag me af hoe dat zal marcheren.
Nieuwe Heren, nieuwe wetten
Nieuwe Lepels, nieuwe Forcetten.
25 juli
Nogmaals een nieuwe aankomst;Mijnheer Freebos. Wij zijn in het regenseizoen;t is absoluut niet aandenaam.
3 aug
Altijd maar regenen.
9 aug
Wandeling in Reninge. Het dorp ziet er mooi uit ! Erg toegetakeld !
10 aug
Vertrek van het Zuidhuis naar Leisele. De tocht verliep slecht.Een camion keerde bijna om. Een Generaal kwam om,Mort pour la Patrie.
22 aug
Warm-warm-warm. 40 graden in de zon. 32 graden in de schaduw.
27 aug
Een merkwaardige gebeurtenis : we kregen bezoek van gendarmen toen we in een café zaten na het reglementair uur. Gevolg : we moeten naar de plaatselijke commandant; maar het feit werdt geklasseerd.
28 aug
Mijn vertrek aangekondigd naar het 6de linieregiment.
1 sept
Ik heb mij aangekondigd bij de regimentsdokter en de Colonel.
2 sept
Toegetreden tot het bataljon.
3 sept
We vertrekken s morgens om 3 u naar de secteur Ramskapelle.
4 sep
Aangekomen in Papegaai. Om 4 u geslapen in het gras tot de morgen,(bon logement). Naar Avekapelle gaan zien,waar alles vernield is.
6 sept
Vertrek naar de hulppost. Pervijzie is erg toegetakeld. Ik ben aangekomen in de loopgraven. De post is confortable.Voor mij niets dan water.
8 sep
Om 2 u in de morgen gekwetsten. De patrouille is in een hinderlaag gevallen. 1 dode en 3 gekwetsten. Om 10 u ga ik naar de Grande garde, deSchelderbrug. Bij de passerelle resten van een vliegtuig.
22 sept
In de vroege morgen enkele obussen op 50 m van de post.
23 sept
Aanval op Oudenburg met bommen. 3 krijgsgevangenen.
27 sept
Dag van de loopgraven is voorbij. Deze nacht begint de aanval om 2,30 u.
29 sept
Om11 u vertrekken we. We brengen de nacht door in een abri, het was er niet warm. Zullen we moeten aanvallen voor Stuivekenskerke of voor Beerst ?
30 sept
Goed weer ! Het regent de ganse dag, na een nacht binnen geweest te zijn. s Avonds trekken we op; een gevaarlijke nacht. Dood van Adjudant Masschelein en nog 2 zwaargekwetsten.
1 oct
Bombardement in de omgeving van de post. Talrijke gekwetsten. Obus gevallen op een Usine; 1 gekwetste aan de arm.
2 oct
5 bommen rond de middag,niet ver van de hulppost. 3 batterijen worden uitgezonden en moeten 550 obussen schieten naar Kloosterhoek.
5 oct
Mijn broer Maurice werdt in Calais geopereerd (rue des aspirants). Hij werdt gekwetst in de oorlog.
6 oct
Men zegt dat de Duitsers wapenstilstand vragen om zich terug te trekken op de basis van Pont de Wilson.Wat zouden de Duitsers willen ?
7 oct
Vertrek naar Kaaskerke. Aangename reis ! piket staan en wat daarna ? We weten niet waar we naartoe gaan; in de eerste abri dat we tegenkomen gaan we binnen.
8 oct
We zoeken naar de hulppost.
10 oct
Kalme dag. Men verlaat de sector voor de aanval. Wat staat er ons te wachten ?
11 oct
Men scheept in voor Wieltjes. Aankomst om 4 u s namiddags. Dan te voet naar t kantonnement. Aankomst om middernacht en geslapen onder de sterren hemel op 200 m van Moorslede. In Zonnebeke vonden we niets van de dorpskom meer.
12 oct
Moorslede bezocht,is helemaal vernield. Na de middag grote aanval met obussen. 2 Fransen en 9 Belgen gekwetst. s Nachts een intens bombardement. Gelukkig maar 1 gekwetste.
Om 1,30 u vertrek naar de linies, slechte tocht,we zijn in volle beschieting gekomen. Ik vraag me af hoe we er levend zijn uitgekomen. Weinig gekwetsten,veel gevangenen genomen. Men komt aan in Izegem. Elie Soenen is gedood door een obus.
15 oct
Vreselijke dag voor de soldaten. Veel gekwetsten. Kalme nacht op een hofstede. s Morgens depart naar Ingelmunster ;slecht kwartier. Men brengt de nacht door aan de boorden van het dorp. Kalme nacht,geen gekwetsten.
17 oct
Vertrek naar Oostrozebeke, men blijft voor het dorp tot s avonds. De Majoor en anderen zijn bezig de aanval voor te bereiden. Men wordt er ontvangen als bevrijders. Enkele gekwetsten. Om 10 u bombardement van het dorp.
18 oct
Om 6 usmorgens bombardement met gasobussen. Men gaat naar een hofstede om te rusten. De wereld draaid zot !
19 oct
Naar Wielsbeke . Eindelijk aflossing, het is hoog tijd.
20 oct
Men is afgelost en we moeten naar Rumbeke,het is 20 km . Men komt aan in Ingelmunster en blijft er slapen.
21 oct
Om 8 u vertrek naar Torhout,nog 20 km. . En dat noemt men rust ! Men komt uitgeput ter bestemming,gelukkig is er goed logement.
22 oct
Naar koolskamp,nog 20 km; bedenkelijk logement.
25 oct
Tocht naar Brugge . De Koning komt er. Veel volk en veel entoesiasme !
29 oct
Om 10,30 u vertrekt het bataljon naar knesselare. Gelukkig doen wij het niet en brengen de nacht door in een tram, met toelating natuurlijk. sMorgens vinden we het bataljon terug in het dorp Knesselare. Wat staat er ons te wachten ?
1 nov
Vertrek naar de linies voor Exel. Ik ontmoet er mijn kozijn Omer die terug komt van het front om te rusten. Om6 u aankomst in Ronsele. Een gasbombardement. Kalme nacht.
2 nov
s Morgens zegt men dat de Duitsers verslagen zijn. Filles om 11 u; men gaat het kanaal over, men dwarst de velden en vind een kantonnement op een hoeve.
3 nov
Vertrek en men blijft ploeteren door de velden tot 11 u. Dan vertrek naar Sleidinge waar men heftig bombardeerd. Het is niet warm. Om 9 u vertrek naar Hoekerken; gelukkig ontmoet men Kommandant Jacobi, want anders hadden we in Duitse handen kunnen vallen. We vinden een hofstede om te rusten.
4 nov
Om 2 u s morgens zijn we gebombardeerd op 100 m van onze hofstede. De boer van de hofstede is bestolen door soldaten; zijn horloge is gestolen en nog andere dingen.
5 nov
Kalme dag. Om 5 u opgestaan en op weg naar Sleidinge om op rust. Geen aangenaam weer,regen, geen goed logement, maar men heeft een bed.
6 nov
Voor hoeveel tijd is de rust ? Als de wapenstilstand maar kon komen voor we naar de linie terug moeten !
11 nov
Inkom van de Belgische troepen in Gent.
De wapenstistand is getekent om 5 u en begint om 11 u .
Het einde van de nachtmerrie is aangekomen.
13 nov
Vertrek Gent-Sleidinge-Lokeren om 3 u. Ik vind in Gent companen terug,en vind t bataljon terug langs de weg. Om 6 u aankomst in Lokeren. Goed logement en goede champagne in de mess.
16 nov
Vertrek Lokeren-om 5 u in Beveren. Entoesiasme bij de bevolking. Goed logement. Goede ontvangst bij de brouwer; goede wijn.
17 nov
Vertrek van beveren naar Antwerpen. Defilé en enorm entousiasme bij de bevolking. Om 2 u aankomst in de Genie-kazerne. Goed logement.
3.Mogen wij wel twijfelen aan eenige deelen des geloofs ?
Neen; maar wij moeten al wat ons van de heilige Kerk voorgehouden wordt, vastelijk gelooven en belijden.
3?Waarvan heeft God den mensch gemaakt ?
Hij heeft het lichaam van Adam gemaakt van aarde en eene ziel daarin gestort;maar Eva, van eene ribbe genomen uit Adam.
2.Wanneer zal Christus komen oordeelen ?
Op het uiterste der wereld, hoewel dat ons de dag onbekend is.
Christus heeft tegelijk voorzegd dat eenige teekenen zijn komst zullen voorkomen of voorafgaan, te weten :1.eene geweldige vervolging die de booze antichrist zal teweegbrengen of verwekken.2.verscheidene schrikkelijke rampen of plagen, zoals hongersnood,oorlog, pest.3.een vuur dat alle dingen, die op de aarde zijn, verslinden of ontbinden zal, of verteren.
1.wat heeft Christus gedaan na zijne dood ?
De ziel van Christus, vereenigd met de Godheid, is nedergedaald ter helle.
Hel beteekent onderaardsche plaats. Men moet wel onderscheid maken tusschen 4 plaatsen :a. de hel der verdoemden,plaats van eeuwige staffe; b.het voorgeborchte der hel, waar de zielen zijn der kinders die zonder doopsel sterven;c. het vagevuur, plaats van tijdelijke straffe en zuivering;d.het voorgeborchte der oudvaders. De zielen der 1ste en 2de plaats moeten Gods aanschijn voor alle eeuwigheid derven; de andere, alleen voor eenigen tijd. De ziel van Christus is, zoo niet tot de andere voorzeker tot eene dier plaatsen nedergedaald, te weten, tot het voorgeborchte der oudvaders.
3.Waarom is Christus nedergedaald ter helle ?
Om de zielen van de heilige oudvaders en ook van anderen, die in gods liefde gestorven waren, te troosten en te verlossen.
6.Zullen de dooden tot den laatsten dag toe zonder oordeel wezen ?
Neen : want elk wordt terstond na de dood bijzonderlijk geoordeeld; maar dan zullen de lichamen te zamen met de zielen, en dat in de tegenwoordigheid van alle menschen, geloond worden.
6.Wat is te zeggen verrijzenis des vleesch ?
Dat de doode lichamen der menschen door de macht gods wederom uit de aarde zullen opstaan en levend worden.
7.De doode lichamen zullen verrijzen : elk in zijn natuurlijk en volmaakt wezen, maar nochtans zeer verscheiden in hoedanigheid.
8.De lichamen der heilige menschen zullen glorieus zijn, d. i. heel klaar en schoonblinkend, licht, subtiel en onlijdelijk.
9.De lichamen der verdoemden integendeel zullen duister zijn en vuil, zwaar, grof en heel gesteld om te lijden.
1.Waar gaan de zielen der overleden christenen als zij van deze wereld scheiden ,
Tot eene van deze drie plaatsen, te weten : tot den hemel,tot de hel, of tot het vagevuur.
Het vagevuur is eene plaats onder de aarde in dewelke de zielen der overleden christenen of geloovigen gezuiverd(of gevaagd) worden, namelijk door het vuur en andere pijnen; en zij worden er gezuiverd van alle schuld van tijdelijke pijnen die zij voor hunne vergeven zonden nog te lijden hebben.
8.Voor wie is de hel ?
Voor die welke buiten het waarachtig geloof sterven, en ook voor die welke gelooven, maar buiten de liefde Gods met doodelijke zonden verscheiden.
5.Wat verbiedt het zesde gebod ?
Overspel,Onkuischheid en alle oneerlijke aanrakingen, in wat manier en onder welke personen dat ze mochten geschieden; ja ook oneerlijke woorden, zangen en gebruik van onzuivere boeken en beelden.
7.Wat middel is er tegen de onkuischheid ?
Ten eerste, het lichaam onthouden van overdaad. Ten tweede, schuwen het gezelschap van ongelijke personen; ten derde, gedenken de goddelijke tegenwoordigheid; ten vierde, dikwijls te biechten gaan en den raad van den biechtvader volgen.
Die eenige onzuiverheid gedaan heeft, moet het biechten. Maar t is niet genoeg te zeggen dat hij door onkuischheid gezondigd heeft; hij moet daarbij verklaren in wat manier hij gezondigd heeft; maar hij zal dat met eerlijke woorden te kennen geven.
6.Hoe moeten wij Misse hooren ?
Met groote eerbiedigheid en aandachtigheid.
*Die de jaren van verstand(7 jaar) bereikt heeft is op doodzonde verplicht , de Zondagen en geboden heiligdagen,Misse te hooren; tenzij hij om een gegronde reden verontschuldigd is. Zoodanige redenen zijn : ziekte,krankheid,ziekenzorg,afweren van groote tijdelijke schade, b. v. door brand,overstrooming,enz.
4.Welke zonden moeten wij belijden ?
Alle doodzonden die wij na een neerstig onderzoek gevonden hebben en indachtig zijn, daarbij voegende het getal en alles wat de zonde mag veranderen of zeer bezwaren.
Toen God de moeder schiep,maakte hij heel wat overuren.Een engel kwam eens kijken en zei :Heer,wat bent u lang bezig met deze figuur ! antwoordde God :Heb je die speciale vereisten van het lastenboek niet gezien ? Zo beweeglijk dat ze zou moeten zijn ! Een compositie van wel 160 mobiele delen. Zenuwen als draden,een schoot die plaats biedt aan wel tien kinderen. Zich bukken vooral moet ze kunnen,om al die voorwerpen weer op te rapen die overal in huis rondslingeren. En een zestal paar handen zou ze moeten hebben om alles te helen,van builen op het hoofd tot pijn in het hart
De engel schudt er zijn hoofd bij :Zes paar handen,dat lukt toch nooit. Waarop God antwoordt :Met die handen zal het nog wel lukken,maar die drie paar ogen die een moeder moet hebben
Behoren die tot het standaardmodel ? vroeg de engel.
God knikte :Een paar om door gesloten deuren te kijken,terwijl ze vraagt : Wat doen jullie daarboven ? ook als ze dat al lang weet. Een ander paar in het achterhoofd,om te kunnen zien wat ze niet zou moeten zien,maar dat ze wel moet weten. En natuurlijk de gewone ogen die het kind aankijken dat zich onmogelijk gedraagt en die toch blijven zeggen,zonder een woord te spreken : Ik begrijp je en hou van je.
De engel : Ga toch maar slapen,Heer. Morgen is er nog een dag. Neen, dat kan niet. Ik ben juist bezig met iets te maken dat op mij gelijkt. Dat zij zichzelf geneest als ze ziek is,dat heb ik al geprogrammeerd. Dat ze een bende van wel 30 kinderen gelukkig kan maken met zelfbereide verjaardagstaart. Dat ze springende en dansende kleinen kan leren dat voeten niet gemaakt zijn om te schoppen, maar om te lopen en te dansen.
En denken, vroeg de engel., kan zij ook denken ?- Niet alleen denken,maar ook oordelen. En compromissen sluiten. En vergeten !
De engel ging op de figuur toe en streelde met de vinger over de wang. Daar is een lek,zei hij. Geen lek is datzei God. Dat is een traan. Voor momenten van vreugde en blijdschap,en voor ogenblikken van droefheid en ontgoocheling,van pijn of eenzaamheid. Die traan ? Dat is een ventiel voor als het allemaal te veel wordt
PLAN DIRECTEUR Merckem-Poesele-Het sas Boesinghe Veldhoek- Langemark Saillant d Ypres,edition Anglaise.
14 JULI 1917
SERVICE TOPOGRAPHIQUE
Echelle de 1 a 5000
Secteur Aéronautique
Carte de Destruction daprès photos du 26 juillet 18 heures
Ouvrage détruit
Ouvrage fortement atteint
Tirage du G. C. T. A. 1.-
Wat er op gemarkeerd staat :
Tranchées Boyaux principaux Boyaux secondaires Tranchées abandonnées Réseaux de fil de fer Poste d écoute Abri betonné Baraquements Parc Poste de command t Cimetière Batteries (copie de la photo) batterie par renseignements ,Epaulement isolé Pièce contre avions (ou copie de la photo) Canon revolver Mitrailleuse Lance bombe Organe de flanquement ,petit canon ou mitrailleuse Abri contenant probabl t un petit canon ou une mitrailleuse Observatoire Panneaux Voie normale voie de 1 m. voie de 0,60 m. Ligne téléphonique Caniveau téléphonique Passerelle Piste Dépôt de matériaux Dépôt de munitions Drains .
De Vlaamse dichter en schrijver Caesar Gezelle (1876-1939 een oomzegger van Guido Gezelle) beschrijft in zijn oorlogsdagboekDe dood van Yper de angst en ellende die dit Westvlaamse stadje in 1915 moest beleven toen shrapnells (granaatkartetsen) en obussen (granaten) de mensen om de oren vlogen.
Half April herbegon het vliegen der shrapnells. Doch de Yperlingen hielden vol;zelfs kleinere obussen kwamen en brandstichtende bommen; maar de mensen werden met het gevaar vertrouwd en t zou er erg moeten gaan eer ze voor de tweede maal zouden vluchten. Ze kenden de verscheidene bommen aan t verschil van hunnen zang; ze bleven op hun deurpost staan pijpen rooken onder de shrapnells,en de brandbommen liepen ze blusschen.
Dan kwam ineens onverwacht, geweldig als een orkaan, het tweede bombardement.
Ons is de moeite gespaard van zooiets zelf te vertellen. DeKriegeszeitung der Vierten Armee geeft het verslag over het stelselmatig te gronde richten van iets zoo schoons, immers a thing of beauty, en a joy for ever
Hier laat ik de Kriegeszeitung aan t woord :
Onze majoor nam haastig het besluit dat de toren ( hier is de Halletoren of het Belfort bedoeld red.) zou platgeschoten worden. Dit bevel was een buitenkansje voor den bevelhebber der mortier-batterij . Gauw werden de bevelen uitgevorderd,de mortier geladen en,daar vliegt de eerste obus naar Yper. Een paar oogenblikken gaan voorbij en dan volgt een doffe slag :t schot is raak. Daarop wordt het doelen scherp gezet en bij t vierde schot was de toren getroffen in zijn voetstuk. Geheel het gebouw rilde. Dan volgen de slagen dapper op malkander. Het achtste schot trof juist den rechtervleugel. Een machtige wolk stof en rook overdekte geheel het gebouw. De wind kwam dien rook weg te vagen die daar had hangen te zweven als eene gordijn. Dan zagen wij dat de rechtertoren tot in t midden doorgekloven was. Onverwijld huilden de bommen door den helderen lentemorgen en troffen links en rechts,voor en achter het gebouw. Bijt zestiende schot stortte de toren ineen. Het puin vloog de lucht in ten allen kante.
En daarna gaat het beschieten van de stad voorts zijnen gang, maar zoo helsch nu en zoo hevig dat zij die t beleefden, sidderden en hunne tranen niet kunnen weerhouden bij het verhaal.
Bij honderden in de dag, bij honderden in den nacht, vliegen bommen als een brieschende monsterhagel,allerhande slag, allerlei zwarte, huilend,snorrend,openberstend op t zuchtende puin.
Alles overstemmend gaan de twee-en-veertigers : men hoort ze afkomen van ver, ten minste eene minuut lang voor ze ontploffen, ze gaan, bij schokken als een trein die lastig vooruitkomt en dan opeens davert niet alleen de gansche stad, maar huizen en gebouwen wiegen, als kreeg de aardkorst eene geweldige stuiptrekking.
De nacht komt bij t verschrikkelijke van den dag nog de akeligheid brengen van den rooden gloed, en de eindeloze uren. De stad brandt op tien plaatsen te gelijk en zwart staan de huisgeraamten op den hel-lichten grond der wapperende vlammen. t Is een ziedende, vlammende en gierende hel !
Die t wagen durft vlucht; mannen kruipen over hand en voet een keldergat uit,een ander in; vrouwen loopen luidop weenend de straat op; te vierklauw ontrennen gespannen den vlammenden vuurpoel, de drijvers slaan volsarms de zweep over hun rossen, hotsen en strompelen,verstellen in obusputten,grabbelen op en vliegen de straat uit. Al de anderen houden zich schuil in doodangst binnen de kelders. Doch daar ook is geen veiligheid. De bommen schampen af op de straatkeien en vliegen t keldergat in; of ze komen bijna loodrecht op de huizen af, boren door drie,vier verdiepen als door de boter, en gaan door de stevigste keldervout geheele gezinnen met de dood slaan en delven onder het puin.
Wat kan, eilaas, van eene ellendige stad nog rechtblijven, wanneer ze met zulk eene razernij aan het lijf gegaan wordt !
En dat niet een dag, en uit een gewest, maar maanden achtereen en uit drie kanten, zoo dat op sommige dagen acht bommen in eene minuut binnen de muren ontploften.
Dit is geen menschenwerk meer en ook voor geen menschenpen om te beschrijven.
( Uit:De dood van yper, door Caesar Gezelle Amsterdam 1916)
DZIEKUJEMY Z LIST IPACZKE KTORA OTRZYMALISMY BAROZO NAM POMOGTA H OBECNYCH CIEZKICH CZASACH DLNAS; CHHCIELISMY ZWAMI UTRZYMAC KONTAKT OSOBISTY JEZELI BYTBY MOZLIWY H JAKIS MOZLIHY SPOSOB ZACO ZGORY DZIEKKKKUJE MY; ZNASZEJ STRONY JESTESMY BARDZO CHETN DO PROWADZENIA KORESPODENCI I UTRZYMYWANIA KONTAKTU LISTOHECO PODAJEMY SHOJ ADRES
BABALA HELENA
HL HOJSKA POLSKIEGO 14 B/3
66_300 MIEDZYRZECZ
GORZOW H L K P
Deze brief kwam bij mij toe lang geleden,verzonden Lotnicza par avion. Kan iemand deze ,zo goed als mogelijk afgetypte brief in het nederlands vertalen? joris.morlion@tiscali.be