"Ouden end" afgesneden Leiearm Bachte Maria Leerne foto 3
"Ouden end" afgesneden Leiearm Bachte Maria Leerne foto 4
Metalen ophaalbrug "Astene sas" Op de achtergrond het sashuis met museum.
Storm over Ooidonk, een eeuwenoude beuk heeft het niet overleefd.Ons Silvie poseert op de sokkel van het slachtoffer.
Nog een beuk die gesneuveld is, gelukkig viel hij niet op de "tempel"
Ruiselede tot Leerne
400 jaar genealogische en demografische omschrijving
05-01-2006
Kapelanij - 2e vervolg
Ons hof de kapelanij is voor mij een prachtige herinnering aan mijn jeugd en jonge jaren.
Als kleine knaap van vijf jaar liep ik aan de hand van mijn grootvader Alphonse Van de Reviere en verkende alzo de bossen en de omgeving van het kasteel Ooidonk.
Grootvader ging meestal via het bos achteraan ons huis broekbos naar het kasteel toe.
Daarvoor moesten we over een brede beek van het broekbos naar de Engelse Hof Daar was een plank van ongeveer 30 cm breed waarop kroonkurken omgekeerd genageld waren. Die overgang bestond uit een vast deel kant Broekbos en een deel dat kon opgehaald worden tot de overzijde.
In de Engelse Hof toonde pépé, (niet mijn dooppeter) zoals hij genoemd werd, mij allerhande zaken die mij nog steeds bijgebleven zijn. Grootvader steeds vergezeld van zijn wandelstok, stak deze op een bepaalde plaats naast een boom in een gaatje in de grond. Kijk, zei hij, hier is een bliksem ingeslagen!
Hij toonde mij de planten die belangrijk waren en noemde de bomen. Later zou mijn vader hetzelfde doen maar dan veel gedetaileerder. De dieren speelden ook een grote rol in het jachtwachtersbestaan van mijn ouders en grootouders en ook mijn overgrootouders. In het bijzonder de fazanten, hazen, konijnen, patrijzen, eenden, bosduiven enz.
Op die jonge leeftijd besefte ik nog niet veel van de zorg die zij besteedden aan de dieren.
Later stelde ik meermaals vast dat er door hen steeds een zorgzaam evenwicht werd gezocht op het domein van het kasteel Ooidonk.
Voor het grootste deel waren fazanten ook het grootste deel van de zorgen van mijn ouders en grootouders als jachtwachter.
Vóór 1900 werden op ons hof honderden fazanteneieren uitgebroed door klokhennen Soms gebeurde het dat er klokhennen wilden beginnen broeden en er nog geen fazanteneieren waren. De klokhennen werden dan even elk op toer tot halverwege hun lijf ondergedompeld in het frisse water van de wal rond ons hof. Zodoende waren ze een beetje afgekoeld en klokten ze niet meer.De jonge uitgebroedde fazantenkuikens werden dan met lampen gewarmd en in hokken gevoederd en verzorgd.
Later werd op dezelfde wijze fazanten gekweekt in stallingen in het koetshuisHet Koetshuis dat nu een Tea Room is, links van de ingang van het kasteelpark Ooidonk
Ruim vóór de jacht werden de fazanten de natuur ingezet. Ik zeg wel ruim vóór de jacht want je kon goed het verschil zien tussen een natuurlijk gekweekte fazant en een fazant die te laat uitgezet is.
Vanaf de jaren 1880 was er nogal wat bedrijvigheid op ons hof. Rond de kapelanij waren ongeveer 8 ha land en weide in gebruik door mijn voorvaderen. Geregeld moesten loonwerkers komen helpen op ons hof.
Op 1 september 1894 bij het dorsen met de vlegel in ons schuur, het gebouw rechts van de kapelanij, kwam een van de werkmannen uit de schuur naar achter en zag de kleine Camillus (° 1888) die probeerde een klokhen onder te dompelen. Plots verloor de kleine Camillus het evenwicht en viel voorover in het water.
De werkman die dit zag gebeuren liep het hof af en verwittigde niemand! Het manneke werd veel te laat uit het water gehaald omdat men eerst heeft vastgesteld dat de werkman na een zekere tijd niet terugkwam.
Dit drama kon dus vermeden worden en liet mijn grootvader als enige zoon achter uit het gezin van elf.
Waarschijnlijk het oudste document waarin Klein Ooidonk vernoemd wordt is van rond 1400 waar Jan van Clapdoerp zegt een leen te houden van zijn heer van Nevele van zijn kasteel te Nevele dat teleen oodonc ligghende in de prochye van Sente Jans Lederne ende es groet IIII bundre lettel min of meer ligghende neffens ....
In oude pachtboeken van begin 16° eeuw worden pachtsommen genoteerd. Zo staat in 1566-67 Item ontfaen van Jande Delvere dertich ponden parysis ende dat over een jaer pachts vander hofstede anden steendam ghenaemt tcleen oodoncq groot vierhondert ende zevenentwintich roeden ende een stuck lands ligghende over de strate ofte dreve zuut vander voorn. stede groot zevenhondert ende tien roeden (RAG Nevele 139)
In 1632 wordt genoteerd Item Jan van Parys hout in pachte een behuysde hofstede ghelegen inde prochie van sente maria lederne ande dreve byden steendam groot omtrent 463 roeden ghenaemt cleen oodonck (RAG Nevele 166)
Verder in 1635 werden drie duizend stenen gekocht voor herstellingen aan de bruggen en poorten rond Ooidonk (er moeten er zeven geweest zijn in die tijd) Vermelding (RAG Nevele 166 en 167)
Een steenen brugghe, ligghende thalven de dreve om te gaen naar t Blaupoortken
Item een steenen brugghe in de dreve, zoo men gaet naer tcasteel, rechtover cleyn Odonck
Sinds het gebouw de Kapelanij genoemd werd (1638) zijn verscheidene veranderingen aangebracht door verbouwingen, zoals het dak dat hersteld werd, gezien het nog met stro bedekt was (RAG Nevele 172)
Had de dakbedekking in mijn jeugd nog van stro moeten zijn, zou er geregeld waterinsijpeling zijn geweest.
Nu en dan kroop ik als jonge knaap op het dak en liep ik rechtstaand op de nok, van schoorsteen naar schoorsteen, tot ergernis van vader en moeder.
Boven op de schoorsteen sprak (telefoneerde) ik dan met mijn zus op de begane grond. In een conservenblik met een ander conservenblik verbonden, spanden wij een fijn draadje. De telefoon werkte nog ook!
Zo een beetje overal spande ik draden die dan meestal in de weg hingen van vader of moeder met berispingen en straffen allerhande.
Later bij het wat ouder worden spande ik stalen kabels in het gebouw rechts van de kapelanij. Ik haalde er allerhande kunsten uit maar ook soms gevaarlijke trapezetoestanden en evenwichtsoefeningen.
Het is dan ook niet te verwonderen dat ik enkele jaren later bij de Para-Commandos zou terechtkomen.
Eens onderdoor de blauwe poort in de kasteeldreef naar Ooidonk ziet u links een gebouw dat omwald is.
Dit gebouw, in de 14° eeuw Klein Ooidonk genoemd was toen een kleine hoeve van ongeveer 4 bunder.
De hoeve is steeds een leen geweest van het Land van Nevele maar behoorde niet altijd tot de heren van Ooidonk.
Er is een oud document uit 1400 waaruit blijkt dat het toen eigendom was van Jan van Clapdoerp zoon van Thomaes. Even later is het dan toch overgegaan aan de heren van Ooidonk.
Veel vroeger werd de dreef wel eens Stenendam genoemd, omdat de weg door lage meersen liep en moest verhoogd worden en tevens van in den beginne gekasseid werd.
In 1638 nam Jan della Faille, heer van Nevele en Ooidonk, de pacht over om de kapelaan van Ooidonk er te laten wonen.
Het is pas van toen af aan dat de hofstede de kapelanij genoemd werd.
De eerste nieuwe bewoner was Guillaume Valckenburch capelaen van Oodoncq (RAG Nevele 172)
Rond Kerstmis 1880 kwam het gezin Carolus Ludovicus Van de Reviere Elodia Sophia Van De Veire, wonen in de kapelanij
In 1884 is mijn grootvader Alphonse Van de Reviere er geboren, mijn vader Valère is er geboren in 1919 en
ondergetekende zijn wiegje heeft er eveneens gestaan in 1946.
Het gebouw met ongeveer centraal de voordeur is ongeveer 20 meter breed en telt vijftien vensters op de voorgevel. Op de benedenverdieping waren de ruimtes achter de twee vensters links bewoond door mijn grootouders en was de ingang op de linkergevel. De slaapkamer van de grootouders was op de verdieping eveneens de twee uiterste vensters links. Er was ook een voutekamer en een ruime keuken achteraan, met zelfs toen al een toilet binnen. Rechts, weliswaar het grootste gedeelte moest het nog doen met een buitentoilet.
Mijn ouders beschikten over het deel rechts van de twee uiterst linkse vensters. De gewone ingang voor ons was aan de rechterzijde van het gebouw.
Binnen kon je zeer goed zien dat er vroeger verscheidene kamers moeten zijn geweest.
Momenteel en ook ten tijde van ons bewoning waren er nog vier slaapkamers. Ikzelf had het intiemste kamertje. Het derde venster van rechts was mijn nachtverblijf.
Links van de kapelanij staat een gebouw met een klokkentorentje centraal op de nok. Een van mijn geliefde uitkijkposten. Beneden, werd gebruikt voorberging en later als stal voor runderen en schapen.
Boven was er een zolder met duiventil.
Achter dit gebouw en ertegenaan gebouwd stond een druivenserre met de bekende Frankenthaldruiven.
Rechts van de kapelanij staat eveneens een gelijkaardig gebouw die voor zover ik meemaakte gebruikt werd als schuur. In deze schuur was ook een aardappelkelder en een strovoorraad er bovenop. Rechts in de gevel was er een deur die toegang gaf tot een varkenshok. Boven dit varkenshok was eveneens een voorraad stro opgeslagen. In de nok was eveneens een duiventil. Achteraan dit gebouw was ook een druivenserre aangebouwd. Deze serreinhoud was niet van zeer goede kwaliteit. Op regenachtige dagen was het wel een geliefd speelterrein voor mij.
Centraal achteraan de kapelanij staat een gebouwtje waar vroeger een open vuur was waar bras gemaakt werd voor de varkens. De grote zwartgeblakerde ketel hing aan een zaaghaal in het open vuur.
Aan dit gebouw was ook een klein ovenmuur aangebouwd. De zaterdag werd brood gebakken voor de ganse week. Op het einde van de broodbak werden schietspoelen gebakken. Schietspoelen waren gewoon deeg met appelmoes erop gesmeerd en toegerold gelijk croissants. Pépe, wanneer zijn de schietspoelen klaar? Ja,ja, manneke een beetje geduld!
Prachtig was dat, als kleine knaap, hout aanbrengen om de stenen oven te warmen. Met de grote houten spatel het brood uit de oven halen. De schietspoelen rollen, uithalen en natuurlijk smullen!
Met mijn overgrootouders Carolus Ludovicus Van de Reviere en Elodia Sophia Van De Veire, ben ik in Bachte Maria Leerne gekomen.
Het verhaal begon in Ruiselede alwaar voor zover mij bekend rond 1600 Philippus De Riveere geboren werd.
De laatste in Ruiselede geboren was Laurentius De Reviere, in 1790. Hij huwde met Rosalie Van de Woestyne.
Laurentius en Rosalie overleden beiden op de wijk Schoonbergh te Aalter.
De eerst geborene te Aalter was Pierre Van de Reviere, gehuwd met Marie Therese Van Belleghem op de wijk Schoonbergh en er ook overleden.
Vervolgens is Carolus Ludovicus in 1846 geboren te Aalter op de wijk Schoonbergh, hij huwde Elodia Sophia Van De Veire in 1875 en ging wonen in Lotenhulle, alwaar op de wijk Malsem zes van de elf kinderen werden geboren.
In 1877 werd Carolus Ludovicus benoemd tot jachtwachter (volgt) in Lotenhulle om tenslotte in 1880 benoemd te worden te Bachte Maria Leerne.
broer van Melanie, Augustus, Mathilde, Ivo, Bruno, Julie, Rosalie, Camillus en Marie.
Geboren te Aalter op 19/04/1846
overleden te Bachte Maria Leerne op 04/01/1910
Eerste zoon in het gezin van Pierre en Marie Therese Van Belleghem.
Het gezin woonde op de wijk Schoonbergh te Aalter.
Geboorteakte nummer 57 van 1846 te Aalter: - Aangifte 1846, maandag 20 april, door Petrus Van de Reviere, 41 jaar, wonende wijk Schoonbergh van een kind, geboren zondag 19 april 1846,om zeven uur s morgens, genaamd Carolus Ludovicus.
Getuigen: - Ludovicus Van Ackere, 21 jaar, schrijver en Joseph Verbiest, 59 jaar, secretaris.
Carolus Ludovicus, Charles Louis en volgens overlijdensprentje Louis Van de Reviere, was het eerste overlijden in 1910 te Bachte Maria Leerne.
Overlijdensakte nummer 1 van 1910 te Bachte Maria Leerne, aangifte op woensdag 5 januari 1910 om 10 uur, door Alphonse Ludovicus Van de Reviere, 25 jaar, landbouwer en Maurice Van De Meerschaut, 25 jaar, geen bloedverwant, zonder beroep, welke verklaren dat op dinsdag 4 januari 1910 om 7 uur s avonds op wijk Maaygemhoek, overleden is, Carolus Ludovicus Van de Reviere, 63 jaar en 8 maand, jachtwachter, weduwnaar van Elodia Sophia Van De Veire.
Gehuwd te Aalter op 06 januari 1875 met;
Elodia Sophia Van De Veire
dochter van Joannes Baptist en Sophia Hooft
zuster van Karel° 1838, Fredericus (° 1846 en X Melania Van de Reviere), Ida ° 1852 en Augustus ° 1856
° Aalter 30/09/1848 en + Bachte Maria Leerne op 14/01/1908
Elodia Sophia Van De Veire, geboren te Aalter op zaterdag 30 september 1848,akte nr 115, dochter van Joannes Baptist Van De Veire ° Maldegem 15 juni 1803, zoon van Joos en Joanna Van Landschoot en Sophia Hooft, geboren Knesselare 24 mei 1815, dochter van Joannes en Monika De Prest.
Overlijdensakte nummer 3 van 1908 te Bachte Maria Leerne.
Aangifte woensdag 15 januari 1908 om 10 uur door Carolus Ludovicus, 61 jaar, boswachter, echtgenoot van overledene en Maurice Van Den Meerschaut, 23 jaar zonder beroep, zij verklaren dat Elodia Sophia Van De Veire, 59 jaar en 3 maanden, landbouwster overleden is dinsdag 14 januari 1908 om 6 uur s avonds.
Huwelijksakte nummer 2, bladzijde 3 van 6 januari 1875 te Aalter.
Woensdag 6 januari 1875 om 10 uur te Aalter.
Carolus Ludovicus Van de Reviere, 28 jaar, landsman, zoon van Petrus, 60 jaar en Marie Therese Van Belleghem, 55 jaar, landslieden te Aalter en Elodia Sophia Van De Veire, 26 jaar, dochter van Jean Baptist, 72 jaar, landbouwer en Sophia Hooft, overleden.
Getuigen; Ivo De Muyt, 61 jaar, landbouwer, Blandin De Waegenaere, 45 jaar, dagloner, wonende te Aalter en Francois Callens, 52 jaar, kleermaker wonende te Lotenhulle, alle vier kennissen van de gehuwden.
Het kerkelijk huwelijk werd voltrokken te Aalter op donderdag 7 januari 1875 door pastoor Van Besien.
In het gezin kwamen 11 kinderen;
1° Maria Ludovica2° Augusta Maria3° Hortensia Maria 4° Prudentia Maria 5° Clementia6° Clementia Maria 7° Hortentia8° Alphons Ludovicus 9° Prudence Marie 10° Camillus11° August
Maria Ludovica tot en met Clementia Maria, geboren in Lootenhulle.
Vanaf Hortentia, geboren in Bachte Maria Leerne.
Volgens bevolkingsboek 1867 - 1880 folio 375/10 te Lotenhulle woonden zij na hun huwelijk op Malsem 21.
- Karel Louis, boswachter - Zijn vorige verblijfplaats te Aalter 27/01/1875.
- Van De Veire Elodia, landbouwster
- Maria Ludovica ° Lotenhulle 1877 13/11
- Bruneel Henri ° Wijnegem 1852 ( dienstbode ) weg 25/07/1876 naar Merendree.
- Augusta 1877
- Hortensia + 14/8/1879
- Prudentia + 16/2/1880
- Clementia + 7/1/1880
- Waetermeulen Leonardus ( dienstbode ) aangekomen 4/4/1878 en vertrokken naar Bellem op 18/07/1881.
1878 - 1880, moetenvoor Carolus en Elodia toch wel bijzondere jaren geweest zijn.
Donderdag 21 maart 1878, geboorte van een meisjestweeling Hortensia Maria en Prudentia Maria.
Maandag 14 april 1879, geboorte van het vijfde meisje in het gezin, Clementia Maria.
Donderdag 14 augustus 1879 overlijden van Hortensia Maria, 1 jaar en 5 maanden.
Maandag 16 februari 1880 overlijden van Prudentia Maria, op 1 maand na, bijna twee jaar. Zodoende is de tweeling reeds overleden.
Maandag 07 juni 1880, overlijden van de vijfde dochter, Clementia, 1 jaar en 2 maanden oud. Ondertussen is moeder Elodia reeds 3 à 4 maanden in verwachting van terug een dochter. Zij geven zoals hierna het kind dezelfde naam en voegen er Maria aan toe.
Maandag 22 november 1880, geboorte van zesde dochter, Clementia Maria, welke later in 1927 een triestig lot te wachten staat. (volgt nog)
Carolus of Charles Louis Van de Reviere, 31 jaar is volgens akte nummer 237 geregistreerd te Gent op 9 juli 1877 als jachtwachter te Lotenhulle op het landgoed van Henri Marie Baron Kint de Roodenbeke te Lotenhulle.
In 1880 - 1881 komt het gezin van Carolus en Elodia over van Lotenhulle naar Bachte Maria Leerne, met drie dochters, Maria Ludovica, Augusta Maria en Clementia Maria.
De tweeling Hortensia en Prudentia alsook Clementia zijn reeds overleden te Lotenhulle.
Dit gegeven (verhuis van Lotenhulle naar Bachte Maria Leerne in 1880-1881) kan worden uitgemaakt door een nieuwe akte geschreven door Baron t Kint de Roodenbeke, met de aanstelling van Charles-Louis op het eind van 1880 in Bachte Maria Leerne.
Het gezin gaat wonen in de kasteeldreef naar Ooidonk, toen Maaigemhoek geheten, in de kapelanij (volgt)
In ongeveer 1 en een half jaar zijn geen geboorten in het gezin tot op zaterdag 20 mei 1882 terug een dochter geboren wordt. Hortentia.
Het eerste kind geboren in Bachte Maria Leerne. Terug een naam van een reeds eerder overleden kind.
Dan op vrijdag 17 januari 1884, het achtste kind in het gezin, eindelijk een zoon, waar waarschijnlijk naar uitgekeken is. Zij noemen hem Alphonse Ludovicus.
Na Alphonse komen nog drie kinderen, waarvan de laatste twee, jongens zijn. De twee jongens sterven vroeg. Camillus, 6 jaar en August wordt zelfs maar 4 maand.
We spreken dan al van 1889, begin december, moeder Elodia is dan 41 jaar.
Op dat ogenblik zijn nog maar vijf kinderen in leven van de elf.
De elf kinderen in het gezin Carolus en Elodia Van De Veire:
Maria Ludovica, eerstgeboren kind in het gezin, geboren te Lotenhulle op zaterdag 13 november 1875.
Zij huwde te Bachte Maria Leerne op dinsdag 08 januari 1907, akte nummer 2, met Prosper Van Ooteghem, geboren te Nevele 06/08/1878 en overleden Drongen 09/05/1940, in zijn woning op Slindonck.
Hij is begraven, zaterdag 11 mei 1940 in de parochiekerk te Drongen. Prosper was landbouwer, en kwam van Sint Martens Leerne.
Hij is de zoon van Henricus en Louise Van der Stede. Henricus was landbouwer en bakker van beroep en woonde Peperhol 6 te Nevele.
Maria Ludovica is overleden te Drongen op vrijdag 15 februari 1946.
Prosper had nog drie zusters; Marie Sidonie, Emma Francisca en Marie Leonie, en drie broers, Ivo, August Oscar en Cyrillus Renilus, waarvan August met Augusta Van de Reviere gehuwd is. Zie B.
Op 28/08/1890 vertrekt Emma Francisca ° Nevele 17/05/1875 naar Gent. Op 07/04/1899 wordt een onwettig kind geboren te Nevele van haar: Henri Rene Van Ooteghem.
Gezin Prosper Van Ooteghem - Augusta, met twee kinderen:
X Maurice De Cock ° Lokeren 06/05/1912 en + Lokeren 28/09/1989.
C. Hortensia Maria ° Lotenhulle 21/03/1878
dochter van Carolus en Elodia Van De Veire
zuster van Maria Ludovica, Augusta Maria, Prudentia, Clementia, Clementia Maria, Hortentia, Alphonse, Prudence, Camillus en August.
Tweelingzuster van Prudentia Maria, geboren op donderdag 21 maart 1878 te Lotenhulle.
Overleden te Lotenhulle op donderdag 14 augustus 1879.
D. Prudentia Maria ° Lotenhulle 21/03/1878
dochter van Carolus en Elodia Van De Veire
zuster van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Clementia, Clementia Maria, Hortentia, Alphonse, Prudence, Camillus en August.
Tweelingzuster van Hortensia Maria, geboren op donderdag 21 maart 1878 te Lotenhulle.
Overleden te Lotenhulle op maandag 16 februari 1880.
E. Clementia ° Lotenhulle 14/04/1879
dochter van Carolus en Elodia Van De Veire
zuster van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Clementia Maria, Hortentia, Alphonse, Prudence, Camillus en August.
Clementia, geboren op maandag 14 april 1879 te Lotenhulle.
Overleden te Lotenhulle op maandag 07 juni 1880.
F. Clementia Maria ° Lotenhulle 22/11/1880
dochter van Carolus en Elodia Van De Veire
zuster van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Prudentia Maria, Hortentia, Alphonse, Prudence, Camillus en August.
Clementia Maria, laatste kind geboren in Lotenhulle op maandag 22 november 1880.
Gehuwd te Bachte Maria Leerne op 22 april 1903 met Aloise Petrus Bruneel ° Bachte Maria Leerne 18 januari 1880, zoon van Basilius en Marie Louise De Schuyter.
Aloise Petrus Bruneel, zoon van Basilius Bruneel. Basilius Bruneel was de bouwer van de huidige parochiale kerk van Leerne.
Geëmigreerd naar South Bend Indiana USA. Vertrokken 13/04/1907.
Clementia, dood aangetroffen in een vijver in de staat Indiana, South Bend op 26 april 1927. Zij was volgens melding 49 jaar in werkelijkheid 46 jaar.
Het gezin woonde toen, North Hillstreet 201, South Bend. (volgt nog)
Kinderen in het gezin;
a. Leopold ° ?
b. Magdalena ° BMLeerne 21/09/1904 + Gent 17/07/1984
c. Juliana ° BMLeerne 20/01/1906
d. Maurice ° ?
e. René ° South Bend 19/12/1912
f. Juliana °1915
g. Julius ° 1919
G. Hortentia ° Bachte Maria Leerne 20/05/1882
dochter van Carolus en Elodia Van De Veire
zuster van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Prudentia Maria, Clementia Maria, Alphonse, Prudence, Camillus en August.
Hortentia, geboren te Bachte Maria Leerne op zaterdag 20 mei 1882.
Eerst geboren kind na verhuis van Lotenhulle naar Bachte Maria Leerne.
Zij overleed te Bachte Maria Leerne op maandag 03 oktober 1898.
H. Alphonse Ludovicus ° Bachte Maria Leerne 17/01/1884
zoon van Carolus Ludovicus en Elodia Van De Veire
broer van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Prudentia Maria, Clementia Maria, Prudence, Camillus en August.
(volgt nog)
I. Prudence Marie ° Bachte Maria Leerne 25/12/1885
dochter van Carolus en Elodia Van De Veire
zuster van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Prudentia Maria, Clementia Maria, Hortentia, Alphonse, Camillus en August.
Na een zoon, Alphonse, terug een dochter.
Prudence Marie, geboren te Bachte Maria Leerne op vrijdag 25 december 1885 en overleden te Lemberge op zaterdag 17 augustus 1968.
Prudence is gehuwd te Melle op19 oktober 1910 met Joseph Verspeeten, ° Gontrode op 26 juni 1872, en overleden te Gontrode op 21 oktober 1951
Joseph Verspeeten was de zoon van August en Rosalie Nimegeers
Kinderen in het gezin van Joseph Verspeeten en Prudence Van de Reviere:
1. Joanna ° Gontrode 13/01/1910
kloosterlinge, ingetreden 25 maart 1929 bij de Zusters H.Vincentius a Paulo van Deftinge.
Zij is overleden in Deftinge op 11 december 1987.
2. Ghisleen Alfred ° Melle 20/12/1911 en overleden te Gent 03/01/1977
3. Rosa Marie ° Melle 1914
4. Marie Leontine ° Melle 28/12/1916 en overleden te Merelbeke op 13/11/1997
5. Louis ° Gontrode 1920
6. Clara Maria ° Gontrode 1925
J. Camillus ° Bachte Maria Leerne 04/01/1888
zoon van Carolus en Elodia Van De Veire
broer van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Prudentia Maria, Clementia Maria, Hortentia, Alphonse en August.
Camillus, tweede zoon in het gezin, is geboren in het ouderlijk huis, in de kasteeldreef,
in die tijd Maaigemhoek genoemd, op woensdag 04 januari 1888 om 7 uur voormiddag.
Geboorteakte nummer 1, Bachte Maria Leerne.
Hij was het tiende kind in de rij.
Hij overleed op zaterdag 01 september 1894 en was zes jaar.
Bij dit overlijden was Carolus 48 jaar en moeder Elodia 46 jaar.
K. August ° Bachte Maria Leerne 03/08/1889
zoon van Carolus en Elodia Van De Veire
broer van Maria Ludovica, Augusta Maria, Hortensia Maria, Prudentia Maria, Clementia Maria, Hortentia, Alphonse en Camillus.
August, derde zoon in het gezin en het laatste kind, geboren in Bachte Maria Leerne op 3 augustus 1889 en hetzelfde jaar nog overleden op 2 december 1889
"Niets nieuw onder de zon" was de verhandeling bij het ingangsexamen voor Politie te Gent in 1968. Ik zie rondom mij dat dit nog steeds van toepassing is. Ik wil, maar eerder kan niet meer deze verhandeling naar voor brengen. 2005 Orkanen hebben steeds gewoed over onze planeet met het verschil dat het tegenwoordig dezelfde dag of avond nog indrukwekkend in beeld gebracht wordt. Op deze manier kunnen we met ons eigen ogen zien hoe de aanpak ook rampzalig verloopt met schrijnende beelden. Gelukkig zien we beelden, en zijn fotografen dagelijks in de weer om ons deze voor te schotelen zodat wij zouden steunen en of ingrijpen waar kan. Natuurlijk is het niet voor alle mensen mogelijk zonder gebroken hart deze beelden te bekijken. Hetzelfde met de aardbevingen, India, Pakistan enz.
Tom wint, Kim wint, de Oude Belgen de dappersten onder alle Galliërs wonnen ook. We winnen allen wel eens in ons leven zoals ze in de oudheid ook wonnen. Techniek staat evenmin stil en blijkbaar ook Pascal Vyncke met zijn ploeg niet. Techniek is vroeger op primitievere wijze verwezenlijkt maar er was techniek! Zonneenergie, windenergie. Witte steenkool! Voor mij is het enige nieuw onder de zon, dat ik via dit Seniorennet, met mijn gebrekkige computerkennis toch kan naar buiten komen. Buiten de huidige techniekers, daar reken ik ook de politiekers bij, waren er in het verleden, zijn er in het heden en zullen er in de toekomst bijzondere mensen zijn. Dus is het gevaarlijk er nu te noemen.Het zou mij trouwens te ver brengen ze te noemen. Wat is ook niet nieuw, maar grijpt mij toch zo naar de keel. Dat er (verschiet niet) 250 miljoen kinderen onder de 14 jaar gedwongen worden zich uit te sloven. Zes dagen op zeven, 52 weken op een jaar kinderarbeid aan een hongerloon. Mensen toch, maar wat nog erger is. We weten nog niet hoeveel kinderen buiten die 250 miljoen die op een andere manier uitgebuit worden, op allerlei vlakken. De rechten van kinderen, spelen, leren, opvoeding, eten, drinken en noem maar op. En nog te zwijgen over sexueel misbruik. Hoeveel kinderen worden niet (uitgebuit) Niets nieuw onder de vluchtelingen allerhande die op schrijnende manieren zonder doel,naar hier en naar daar willen vluchten.Vervolgens worden zoals in Kallo, deze sukkelaars in de boeien geslagen. Oorlogen, zijn ook niet alleen van deze tijd, dat weet u. Wie is terug meestal het slachtoffer, ja hoor het kind. Van oorlog gesproken, deze is gedaan sinds een jaar en een half ongeveer in Irak.Het zal maar je kind zijn, je broer of zus die er sneuvelt voor de goede zaak! Later kunnen de vader- en moederloze kinderen terug de president aanspreken om toch geen oorlog te voeren. Kan ik nog iets zeggen over allerhande dierenleed, over verschrompelde paarden en andere die in de winter in de modder staan te trappelen. Huisdieren die nog even op straat gezet worden voor we op vakantie vertrekken. Misschien kan ik nog iets positiefs zeggen over de natuur en ons milieu in het algemeen of is dit te hoog gegrepen. Het positieve is wel dat we zoals steeds goede voornemens hebben! We gaan ons conditie verbeteren, meer tijd voor onszelf, gezonder eten en drinken, diëten, meer tijd voor familie en vrienden, stoppen met roken, minder geld uitgeven. We hebben allemaal onze "nieuwjaarsbrief" in ons hoofd. Echter, ik weet nog dat ik ook met volle ernst en overgave mijn nieuwjaarsbrief voorlas aan peter, meter of ouders. Januari was zeker nog niet verlopen terwijl van deze voornemens niets meer overbleef. Dit was het kind natuurlijk, maar is het nu anders? We willen altijd beter doen en daar slagen we wonderwel goed in.
We kunnen allemaal schone mensen zijn en dat zijn we reeds voor een groot stuk. Vriendschap onder elkaar, begrip voor de onvolkomendheden, een toegeving doen, zorgen als een goede huisvader. De eer toebedelen aan de moeder die haar toekomt, voor het geven van ons leven.
De mooiste wensen zijn deze die je binnen in je zelf, met de ogen toe bedenkt want deze zullen oprecht en diep zijn, maar bovenal, uitgevoerd worden!
Beste lezers van mijn blog. Ik wens jullie het allerbeste voor 2006 en moge dit jaar vruchtbaar zijn op alle gebied. Zorg goed voor uzelf en uw geliefden hun gezondheid.
Verder hoop ik in de toekomst u nog te mogen ontvangen op mijn blog want er is nog veel te melden en te vertellen.
broer van Augustinus, Dominicus, Carola, Carola en Carolus.
Laurentius De Reviere, is volgens het doopregister 17/2 v° Parochieregister te Ruiselede, geboren op 10 april 1790 als zoon van Joannes Franciscus en Petronella Moijkens.
peter; Joannes De Schepper en meter; Barbara De Reviere
Laurentius is het tweede kind in het gezin van Jean Francois en Pitronelle Moeykens,
Jean Francois was 29 jaar oud en moeder Petronella was 31 jaar bij de geboorte.
Volgens overlijdensakte nummer 64 van 1863 te Aalter op zondag 21 juni om 9 uur geeft de oudste zoon, Francies, het overlijden aan van zijn vader.
Laurentius is in zijn woning te Aalter op Schoonberg overleden om 3 uur s morgens en was 73 jaar oud.
Hij is dan reeds tien jaar weduwnaar.
Laurentius is gehuwd te Aalter op 28 april 1813, met;
Rosalia Van de Woestyne
geboren Aalter 8 augustus 1784
overleden Aalter 14 september 1852
Rosalie Van de Woestyne, volgens doopakte uit 1784 te Aalter is zij geboren en gedoopt op zondag 8 augustus 1784 als Ysabella Rosalia.
doopheffers; Egidius Logi en Maria Francisca Taghon.
Getekend pastoor J. Van Acker.
(vandaag 8 augustus 1784 is gedoopt, ysabellam rosaliam dochter van guillelmus van De woestyne uit deze gemeente (Aalter) en anna verplaetse uit poeke, getuigen waren egidius Logi uit Aalter en maria francisca taghon)
Overlijdensaangifte in akte 79 van 1852 te Aalter, op dinsdag 14 september 1852, door zoon Franciscus, 38 jaar, werkman.
Rosalie overleden om 3 uur s morgens in haar woonst op Schoonberg. Zij was 68 jaar.
De huwelijksakte zonder nummer van april 1813 te Aalter vermeldt in het Frans dat verschenen is voor burgemeester Soudan op 28 april 1813 om 9 uur;
Laurent Van de Reviere, wever, 23 jaar wonende te Aalter, zoon van Jean Francois en de reeds overleden Pietronelle Moeykens, met RosalieVan de Woestyne, 27 jaar, spinster, geboren en wonende te Aalter 8/2/1784, dochter van Guilliaume en Catharina Verplaetse.
Getuigen zijn Pierre Van Loocke 43 jaar, cultivateur, Pierre Buysse 38 jaar, wever, schoonbroer en Charles Schepens 47 jaar.
In maart van 1813 zijn er geruchten over het samenvoegen van Holland en België tot een koninkrijk.
Rosalie is zeven maanden zwanger als op 30 november 1813 de prins van Oranje ontscheept in Scheveningen en de Hollandse opstand nieuwe hoop geeft aan de Belgen om binnenkort van de Fransen bevrijd te worden.
De sfeer in onze departementen wordt vinniger sinds het bekendmaken van de opstand. Men verwacht de ondergang van het rijk. De uittocht van Franse functionarissen versterkt deze vermoedens.
Er is algemene irritatie inzake; vervolging van de geestelijkheid, de loting, de economische crisis en de geïnstitutionaliseerde plunderingen.
1815, de val van het keizerrijk, waarmee een einde wordt gesteld aan twintig jaar Franse overheersing, betekent voor velen een ware opluchting. Wie dit regime echter als het einde van de feodaliteit ervaarde, moet nu zwaar ontgoocheld zijn.
België werd door de wet van 1 oktober 1795 bij Frankrijk ingelijfd. Vanaf dat ogenblik beschouwde de republiek het als een veroverd land.
De clerus werd ook niet gespaard.
De republikeinse kalender werd van kracht, kloosters werden afgeschaft en rijkdommen in beslag genomen.
Als gevolg van de vele oorlogen legde men de conscriptie* op voor alle mannen tussen 20 en 25 jaar. Later werd de conscriptie verzacht door loting en het concordaat stelde een einde aan de religieuze vervolging.
Tussen 1792 en 1815 dienden ongeveer 175.000 Belgen in het Franse leger.50.000 kwamen nooit terug.
* conscriptie, is het frans voor inschrijving, meer bepaald inschrijving en loting voor de militaire dienst.
Laurentius nu eens landman dan eens dagloner of journalier maar naast die landbouwbedrijvigheid had hij als wever eveneens iets te doen in de winter.
Het weven als huisnijverheid werd vooral beoefend door vrouwen, maar ook door mannen, landbouwdagloners, gedurende de wintermaanden na de gewone dagtaak.
Het weven en spinnen was in vele gevallen een noodzakelijke bijverdienste gezien de lage daglonen amper volstonden voor het bekostigen van de basisbehoeften.
Het boek De Provincie vroeger en nu Oost Vlaanderen, uitgegeven door het Gemeentekrediet van België, bladzijde 65, vermeldt een gedicht die van toepassing zal geweest zijn in het gezin Laurentius en Rosalie.
Daar, waar de vrouw het koetje voedt,
Terwijl de man de aard omdoet
Daar waar de vrouw het spinwiel draait
Terwijl de man de akker zaait
En in de winter, wel bemerkt
Op het getouw met schietspoel werkt
Daar is altijd bij zulke lien
Niet dan geluk en vre te zien.
Volgens bevolkingsboek 4 bladzijde 88 van 1847 - 1860 te Aalter, woonde het gezin Laurentius en Rosalie op Schoonberg 26, te Aalter.
- De Riviere Laurentius, landbouwer, Ruiselede, 56 jaar
De leeftijden hierboven, vermeldt in het bevolkingsboek zijn bij benadering opgeschreven door de gemeentebediende in die tijd.
Pierre was reeds weg uit het gezin want hij huwde op 18 september 1844 en Carolus Ludovicus geboren 18/03/1818 was reeds overleden op 09/05/1823.
In 1852 waren op Schoonberg 26 te Aalter, nog vader Laurentius en zonen Jan Francois en Carolus en twee dochters Blandina en Victoria.
Volgens bevolkingsboek 1, bladzijde 35,van 1861 - 1870 te Aalter staat Laurentius nog altijd ingeschreven op Schoonberg 26, als landman, weduwnaer, samen met zijn kinderen; Francies, landman. Blandina. Karel en Thoria (Victoria)
Zes kinderen in het gezin;
1.Jean Francois ° Aalter 31/01/1814
zoon van Laurentius en Rosalie Van de Woestyne
broer van Pierre, Carolus Ludovicus, Blandina, Carolus en Victoria.
Eerstgeboren zoon na 9 maanden huwelijk. Geboorteakte nr. 11,van februari 1814 te Aalter in de Franse taal.
Aangifte op dinsdag 1 februari 1814 door Laurent Van de Riviere, journalier, 25 jaar, kind mannelijk geslacht geboren op maandag 31 januari om 5 uur s avonds van hem aangever en Rose Van de Woestyne 28 jaar.
Getuigen; Jean Baptiste Debacker, garde champetre, 53 jaar en Francois Galens, schrijver, 24 jaar.
Militie: Jean Francois is van de lichting 1833 in het Kanton Aalter.Hij is 19 jaar, 1.69 m groot, hij krijgt het volgnummer 46 en woont bij zijn ouders.
Hij heeft zichzelf aangegeven en loot nummer 35. Verder staat dat hij capable is, en is opgeroepen.
Bevolkingsboek 1, bladzijde 35 van 1861 - 1870 te Aalter op Schoonberg 26 staat;
- Francies landman Aalter 1815 ongehuwd en er wonende samen met zijn zusters Blandina en Victoria en broer Karel.
Bevolkingsboek 4, bladzijde 614 van 1871 - 1880 te Aalter, Sterrestraat Schoonberg 161, daar zien we Van de Reviere Jan Francies, landsman met zijn zuster Blandina, huishoudster en broer Karel landsman.
Jan Franciesuittreding op donderdag 31 oktober 1872 - Ruiselede 02 november 1872.
Tot nu toe is geen overlijden bekend van Jean Francois. Mogelijks Ruiselede.
Jean Francois, is voor zover ons bekend niet gehuwd en heeft samengewoond met zijn ouders tot hun respectievelijk overlijden van moeder Rosalie in 1852 en van vader Laurentius in 1863.
Tot zijn uittreding naar Ruiselede in 1872 woonde hij samen met zijn broer Karel en zijn zuster Blandina.
2.Pierre ° Aalter 04/11/1815
zoon van Laurentius en Rosalie Van de Woestyne
broer van Jean Francois, Carolus Ludovicus, Blandina, Carolus en Victoria.
(beschrijving volgt)
Tussen de geboorte van Pierre op 04 november 1815 en de geboorte van Carolus Ludovicus op 18 maart 1818 zijn geen kinderen geboren.
Mogelijks heeft dit iets te maken met de uitbarsting van de vulkaan Tambora in Nederlands Indie.
In de (Kroniek van België) blz. 570 staat;Sinds eind vorig jaar (1815) heerst in Europa een ongewoon streng klimaat. In november 1815 zijn alle waterlopen rondom Gent dichtgevroren. In december vroor de Leie dicht en in februari de andere rivieren. Januari 1816 was regenachtig en de twee volgende maanden brachten kou en sneeuw. Tot midden april kwamen er overstromingen voor en het heeft tot in mei gesneeuwd. De zomer kwam laat en bleef koel en regenachtig, met onweer, hagel en zelfs wervelwinden. Het fruit kwam laat en vele groenten waren verrot.
Het land was getroffen door een grote hongersnood.
3.Carolus Ludovicus ° Aalter 18/03/1818
zoon van Laurentius en Rosalie Van de Woestyne
broer van Jean Francois, Pierre, Blandina, Carolus en Victoria.
Akte 31, maart 1818 te Aalter aangifte van geboorte op donderdag 19 maart 1818 door vader Laureyntius De Reviere, 27 jaar, daguurman. Carolus Ludovicus geboren op woensdag 18 maart 1818 om 1 uur namiddag.
Getuigen; Augustinus Bonaventura Van Hecke, 51 jaar, winkelier, Dominicus De Muyt, 38 jaar, landsman.
Carolus Ludovicus werd maar vijf jaar oud want hij stierf te Aalter op vrijdag 09 mei 1823.
Het manneke moet waarschijnlijk heel ziek zijn geweest de laatste maanden want op 10/03/1823 krijgt hij een broertje met dezelfde voornaam.
4.Blandina ° Aalter 07/10/1820
dochter van Laurentius en Rosalie Van de Woestyne
zuster van Jean Francois, Pierre, Carolus Ludovicus, Carolus en Victoria.
Geboorteakte 107 van 1820 te Aalter, aangifte op zaterdag 07 oktober 1820door Laurentius De Reviere, 30 jaar, landsman, kind van vrouwelijk geslacht geboren 3 uur s morgens.
Blandina woont volgens bevolkingsboek 4, bladzijde 88 van 1847 - 1860 te Aalter, op Schoonberg 26 bij haar ouders en haar broers Jan Francois en Carolus en haar zuster Victoria.
Zij woont nog altijd bij haar vader tussen 1861 en 1870 volgens boek 1, blz.35, Schoonberg 26 en haar broers Francies en Karel en zuster Victoria.
Tussen 1891 en 1900, boek 8, blz. 1372 te Aalter woonden Blandina en broer Karel samen tot zij overleed op donderdag 06 augustus 1891. Broer Karel volgde nog geen jaar later op 04 mei 1892 in het klooster, Dreef 93 te Zomergem.
5.Carolus ° Aalter 10/03/1823
zoon van Laurentius en Rosalie Van de Woestyne
broer van Jean Francois, Pierre, Carolus Ludovicus, Blandina en Victoria.
Akte 38 van maart 1823 te Aalter, geboorteaangifte op dinsdag 11 maart 1823 door Laurentius De Reviere, 32 jaar, landsman. Carolus geboren op maandag 10 maart 1823 om 7 uur s avonds
Getuigen; Carolus Vroman, 23 jaar, landsman, en Carolus Steenbeke, 53 jaar, landsman.
Volgens bevolkingsboek 1, bladzijde 35 van 1861 - 1870 te Aalter staat Karel ingeschreven op Schoonberg 26 bij zijn vader, broer Francies en zusters Blandina en Victoria.
Bevolkingsboek 4 bladzijde 614 van 1871 - 1880 te Aalter, Sterrestraat, Schoonberg 161, Karel woont er samen met broer Jean Francois en zuster Blandina.
Hij wordt afgeschreven naar Ruiselede op 02/11/1872.
Karel is overleden te Zomergem op woensdag 04 mei 1892 in het klooster, Dreef 93, Zomergem, ditlaatste staat vermeld in bevolkingsboek 8, blz. 1372 van 1891 - 1900 te Aalter, hij woonde daar samen met zijn zuster Blandina.
6.Victoria ° Aalter 19/12/1825
dochter van Laurentius en Rosalie Van de Woestyne
zuster van Jean Francois, Pierre, Carolus Ludovicus, Blandina en Carolus.
Geboorteakte 179 van december 1825 te Aalter, aangifte op dinsdag 20 december 1825 door vader Laurentius, 35 jaar, landsman, kind geboren op maandag 19 december 1825 om 3 uur namiddag.
Getuigen; Joannes Baptist De Baets, 67 jaar, veldwachter, Joannes Baptist de Baets, 21 jaar, kleermaker.
In de bevolkingsboek van 1847 - 1860 en 1861 - 1870 staat zij ingeschreven op Schoonberg 26 bij haar ouders,broers en zuster.
In bevolkingsboek 5, blz. 783 van 1891 - 1900 te Aalter staat zij ingeschreven Straathem 68 en is zij weduwe van Karel Francies De Neve, samen met haar kinderen;
- Lodewijk ° Aalter 01/01/1858, landwerker,
- Marie Sidonie ° Aalter 22/07/1866, werkster en op haar beurt gehuwd met Augustus Smessaert op 06/01/1897.
zuster van Joannes, Petrus, Jacobus, Judocus en Isaac
gedoopt te Ruiselede 17 september 1700 (PR Ruiselede 10/70v°)
peter; Nicolaus Tanghe en meter; Petronelle Vermeersch
geen huwelijk bekend
3.Petrus Josephus
zoon van Martinus en Judoca Vliegers
broer van Joannes, Petronella, Jacobus, Judocus en Isaac
gedoopt te Ruiselede 10 maart 1703 (PR Ruiselede 10/84v°)
peter; Judocus Van Renterghem en meter; Maria Van Wassenhove
geen huwelijk bekend
4.Jacobus
zoon van Martinus en Judoca Vliegers
broer van Joannes, Petronella, Petrus, Judocus en Isaac
gedoopt te Ruiselede 8 december 1705 (PR Ruiselede 10/138)
peter; Joannes De Munninck en meter; Egidia Obijn
overlijdensgegevens onbekend
Jacobus zou gehuwd zijn op onbekende plaats en datum met;
Maria Vandeputte
(geen gegevens bekend)
drie kinderen in het gezin;
A. Laurentius ° Ruiselede 17 augustus 1729
overleden te Ruiselede 11 november 1782
gehuwd met Marie Theresia Codde waarbij hij acht kinderen heeft;
Jacobus ° 1755* - Franciscus ° 1757 Maria Anna ° 1760 Carola ° 1766
Maria Josepha ° 1769 - Isabella ° 1772 Ludovicus ° 1773 Isabella ° 1776
* Jacobus is gehuwd met Maria Magdalena Landuyt
5.Judocus
zoon van Martinus en Judoca Vliegers
broer van Joannes, Petronella, Petrus, Jacobus en Isaac
geen gegevens omtrent doopsel
overleden te Ruiselede 19 april 1706 (PR Ruiselede 11/215)
6.Isaac
zoon van Martinus en Judoca Vliegers
broer van Joannes, Petronella, Petrus, Jacobus en Judocus
gedoopt te Ruiselede 13 december 1708 (PR Ruiselede 11/17)
peter; Henricus De Veij en meter; Joanna Vanrenterghem
Isaac 1° huwelijk te Ruiselede 31/12/1730 met;
Joanna Catharina Baete
(geen gegevens)
een zoon; Jacobus Ignatius ° 1739
2° huwelijk te Ruiselede 11/03/1779 met;
Agnes Bolle
(geen gegevens)
In 1692, 1696, 1697 en 1702 waren er hoofdelijke tellingen of capitale imposities.
Het einde van de 17° eeuw werd gekenmerkt door oorlogen in onze gebieden. De Franse koning Lodewijk XIV, droomde nog steeds van de Rijngrens. Er waren hopen geld nodig om deze oorlogen te kunnen bekostigen. De belastingen werden geheven per persoon daarom waren deze hoofdelijke tellingen noodzakelijk.
Deze tellingen werden per dorp opgesteld. Men vermeldde: de personen met hun beroep, hun leeftijd en hun burgerlijke stand Dit werd het hoofdgeld genoemd.
De dieren of de veestapel, paarden, koeien en schapen werden geteld en werd het paarden en beestengeld genoemd.
De oppervlakte bezaaide grond werd ook geteld.
Arme gezinnen werden ook aangeduid.
Verder waren er eveneens graantellingen in 1693 en 1709, deze telling gaf het gezinshoofd, zijn echtgenote, het aantal kinderen en personeelsleden aan.
Koren (rogge), tarwe, haver, gerst, boekweit en erwten werden aangegeven.
Voor zover bekend, doch in ieder geval vanaf 1600 liggen mijn roots in Ruiselede, alwaar
ik met mijn genealogische en demografische omschrijving begin met Philippus Derevire.
Ruiselede is een oude parochie, afhankelijk van Tielt, in de kasselrij Kortrijk, die ook gedeeltelijk afhing van de kasselrij van de oude burcht van Gent.
Waarschijnlijk droeg het dorp eerst de naam van het kasteel van de heerlijkheid Axpoele.
Ruiselede wordt pas gebruikt begin 11° eeuw. Meer dan zeven eeuwen bezat de abdij van St.Bertinus van St.Omaars het patronaat van de kerk van Ruiselede.
Voorheen bevond er zich een gemeenschap van Tempeliers.
Men had er de heerlijkheden Grootten Eeckhoutte Het Vlaeght Poelvoorde en St.Pieter. De heerlijkheid Axpoele strekte zich uit van Beernem tot Poeke.
Ruiselede, 6 km van Aalter, 30 km van Brugge, 15 km van Deinze, 26 km van Gent en 7 km van Tielt.
De bodemkaart van Ruiselede vertoont een drieledige structuur; het meest noordelijk gedeelte bestaat uit zandgrond, het middengedeelte uit lemige zandgrond en het zuidelijk gedeelte uit lichte zandleemgrond.
Hoogteligging 17,75 m boven zeespiegel (drempel van de kerk)
Er zijn uitgestrekte en mooie bossen.
Er is altijd overwegend aan landbouw gedaan.
Bezienswaardigheden;
- Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart zij werd in de loop der tijden verscheidene keren verwoest en wederopgebouwd. Er is een mooie preekstoel van 1777.
- Kerk van H.Carolus Borromeus, staande op de parochie Doomkerke en gebouwd in 1865 1866. Buiten een halfverheven beeldhouwwerk (1867)
- Kerk van H.Kruisverheffing gebouwd op de parochie Kruiskerke in 1947.
Verder bevat het gemeentehuis een mooie Vlaamse schouw, is er een klooster Zusters van O.L.Vrouw VII weeën met O.L.Vrouwbeeld van 1650.
Oude molens waaronder: - Hostens molen 1773 - Lievens molen 1840 en Knokmolen 1840 alsook molenkuipen: - Vlaagtmolen 1777 - Gouden Ster 1300 en hersteld in 1867.
Ik ben Louis Henri Alphonse Gabriel Van de Reviere
geboren te Gent op 8 maart 1946
Deze genealogische en demografische omschrijving draag ik op aan mijn dierbare vader Valère Emile Van de Reviere (1919-1989) en moeder Godelieve Louise Van Hee (1921) en in het bijzonder aan mijn grootouders Alphonse Ludovicus Van de Reviere (1884-1954) en Clemence Van De Veire (1881-1954) en overgrootouders Carolus Ludovicus Van de Reviere (1846-1910) en Elodia Sophia Van De Veire (1848-1908) waarvan mijn overgrootouders en grootouders vooral blijk hebben gegeven, uit te zien naar nakomelingen met de naam Van de Reviere, hetgeen verder nog aangehaald zal worden.
Zij realiseerden het, mij dit leven te schenken en zij zijn mij voorafgegaan in vreugde, zelfs in lijden en grote bezorgdheid over hun gezin.
Uit eerbied voor hun opofferingen, die zij zich hebben getroost, in veel moeilijker omstandigheden dan vandaag het geval is, dank ik hen voor wat zij achterlieten; mijn familienaam, de gelaatstrekken enz.
Zij leerden mij gewoontes aan, zij hielden mij deugden voor, zij gaven mij de kans het leven te ondervinden, zoals het zich voordoet.
Ik dank hen voor de naam die ik erfde en welke ik met trots draag.
De laatste tien tot twintig jaar is er alsmaar grotere belangstelling voor de genealogie, dit is te zien, in archieven van steden of gemeenten alsook in de diverse Rijksarchieven. Je bent er nooit alleen en de meeste medespeurders zijn bereidwillig met spontane aanwijzingen.
Veelal is het zelfs aanschuiven aan de archieven vóór de openingsuren.
Het graven in het verleden is voor de ene, een aangename bezigheid, voor de andere is het maar niets, te neuzen in stofferige archieven. Bovendien aan de hand van te controleren documenten besteed de genealoog veel tijd.
Deze zoektocht is niet alleen een opwindende bedoening door het speuren in het verleden, het brengt ons dikwijls in contact met bekenden en het komt wel eens tot interessante ontdekkingen over een van de voorouders.
Hoe dan ook, het is een boeiende hobby, die ongeveer iedereen aanspreekt en diegenen die er nog niet in gestart zijn, aanport, de eerste stappen te zetten. In ieder geval niet beginnen met de idee dat je wel eens van adel zou kunnen zijn of een afstammeling te zijn van een edele koene ridder.
Dat wij op school geschiedenis leerden is niemand ontgaan, maar kregen wij les over onze families? Waar liggen mijn roots? Hoe leefden mijn ouders en voorouders? Welke karaktertrekken hadden zij? Waren zij bekend in de leefgemeenschap voor hun voor- of tegenspoed?
Toen beseften of wisten wij nog niet hoe bekend zij wel waren naar aanleiding van hun beroep of functie in onze gemeenschap. Eigenlijk kent iedereen in een kleine leefgemeenschap elkaar en genoten allen een bepaalde bekendheid of vermaardheid.
In onze familie, zowel langs vaderszijde als langs moederszijde komen vooral landbouwers voor.
30 tot 50 % van de beroepsbevolking tot het einde van vorige eeuw waren landsman of landsvrouw Zij hadden weliswaar een kleine boerderij doch daarnaast hadden zij nog een nevenberoep zoals wever of spinster en zoals in onze familie jachtwachter
Iedereen stelt zich wel eens vragen in zijn leven over zijn herkomst, over zijn voorouders en hoe zij leefden en evolueerden in hun samenleving in de maatschappij.
Vroegere generaties verdwijnen in de nevelen van het verleden. Daarom willen we wel eens op speurtocht in dit duistere verleden.
Zo is het mij ook vergaan en ben ik op zoek gegaan.
Rond 1985, vroeg ik mijn vader tot hoever hij via voornamen van zijn ouders en grootouders kon teruggaan in de tijd.
Spontaan vernoemde hij zijn ouders Alphonse en Clemence, zijn grootouders Louis ( Carolus Ludovicus ) en Elodia en verder zijn overgrootvader Pierre(Petrus ). De naam van zijn overgrootmoeder was hem niet bekend.
Mijn aandacht was gewekt doch ik vertrok niet uit de startblokken, waarom niet?
Ik had nog ruimschoots de tijd om dit eens te onderzoeken, als ik op rust was, misschien.
Kort na het overlijden van vader Valèreop 2 februari 1989, voelde ik de drang sterker worden om onderzoek te doen naar onze familiegeschiedenis. Bij het overlijden van mijn vader besefte ik echter pas welke wetenschap over alles en nog wat verloren gegaan was.
Dus, je kunt maar nooit te vroeg beginnen met opzoekingen en het verzamelen van gegevens omtrent je familie en herkomst!
De zoektocht, mijn tocht in het verleden startte met een bezoek aan het gemeentearchief van Groot-Aalter, toen gevestigd in het oud gemeentehuis van Poeke.
Ik maakte er kennis met de gemeentearchivaris van Groot-Aalter, de heer Filip Bastiaen, welke ten allen tijde paraat was met inlichtingen en aanwijzingen en voor een zeer goede ontvangst zorgde in het indertijd stofferig en te kleine archief in Poeke.
Het avontuur was begonnen en het laat mij niet los. Had ik maar diezelfde drang gehad 20 of 30 jaar terug!
Op ontdekking gaan via je voorouders is zeer boeiend, zelfs de
gewone familie is altijd interessant omdat hun levenswijze zo veel verschilt van die van onze tijd.
Zij wisten in ieder geval meer te doen, met veel minder middelen.
Wat mij vooral opvalt als rode draad door de generaties heen, dat je tussen de regels, hun verdriet, hun vreugde, hun verlangens, hun voorspoed en tegenslagen ontdekt.
Tevens merkte ik op dat zij groot van hart waren en sociaal ingesteld waren.
Uit officiële geboorte-,huwelijks-,en overlijdensakten kennen wij overwegend landbouwers of landsmannen in ons familie.
Sinds 1877 was Carolus LudovicusVan de Reviere (1846-1910) jachtwachter te Bellem en Lotenhulle en van 1880 tot 1910 in Bachte Maria Leerne toen zijn zoon Alphonse LudovicusVan de Reviere (1884-1954) hem opvolgde. De derde generatie jachtwachter werd ingevuld door vader Valère Emile Van de Reviere (1919-1989) tot 1989.
In Lotenhulle zijn eveneens een paar generaties jachtwachter bekend alsook nog anderen van de familie die dit beroep uitoefenden.
Dit jachtwachterschap ging meestal gepaard met een klein boerenbedrijfje waarin de vrouw van de jachtwachter een grote verantwoordelijkheid had.
Pierre Van de Reviere (1815-1891) zoon van Laurentius (Van) De Reviere (1790-1863), huwelijksakte 34 van 1844 te Aalter vermeldt geen beroep doch vader Laurentius staat bekend als landsman.
In de overlijdensakte nr 35 van 1891 te Aalter staat Pierre vermeld als landbouwer.
Carolus LudovicusVan de Reviere(1846-1910) zoon van Pierre, huwelijksakte 2 van 1875 te Aalter staat hij bekend als landsman en bij zijn overlijden akte 1 van 1910 te Bachte Maria Leerne als jachtwachter.
Alphonse LudovicusVan de Reviere (1884-1954) zoon van Carolus staat vermeld in huwelijksakte 3 van 1910 te Bachte Maria Leerne als landbouwer.
Bij de geboorte van zijn zoon Valère staat Alphonse bekend als jachtwachter en landbouwer in de akte 18 van 1919 te Bachte Maria Leerne.
In de huwelijksakte 10 van 1942 te Bachte Maria Leerne van Valère staat dat hij landbouwer is. (zolang de vader nog niet overleden was of op pensioen, was de zoon nog geen officiële jachtwachter)
Met zekerheid kunnen we stellen dat vanaf Carolus (1846-1910) over Alphonse (1884-1954) tot en met Valère (1919-1989), allen de twee beroepen, jachtwachter en landbouwer, combineerden, al was het de echtgenote die meestal het hof beheerde.
In de aangetrouwde families van mijn ouders en grootouders waren het eveneens overwegend landbouwers.
Tot het eind van vorige eeuw was 30 à 50 % van de beroepsbevolking landsman of landsvrouw. Velen hadden een kleine boerderij met een paar koeien, enkele akkers en wat klein vee op hun erf.
Buiten de hoofdberoepen van jachtwachter en landbouwer of landsman vinden wij nog of als hoofdbe
roep of als nevenberoep, spinster of wever
Ieder levende mens heeft een naam. Ontneemt men iemand zijn naam dan heeft hij geen identiteit meer.
De naam moet waarschijnlijk ontstaan zijn bij de eerste mensen. Zij benoemden de zaken rondom hen en zo benoemden zij ook elkaar. Sommige mensen noemden anderen, naar hun afkomst of uitzicht.
Namen zijn er niet alleen om de een van de ander te onderscheiden maar ook om het unieke van de drager ervan, aan te geven.
In de middeleeuwen worden reeds duidelijke namen naar voor gebracht.
1635 / 12 mei te Ruiselede geboren; Livinus De Riveere
1685 / 08 januari te Ruiselede overleden; Philippus Derevire [8]
1696 / 14 maart te Ruiselede geboren Joannes Van de Riviere
1724 / 19 november te Ruiselede overleden, Martinus Van de Riviere[9]
1728 / 17 januari te Ruiselede geboren Ignatius De Rieviere[10]
1760 / 17 september te Ruiselede geboren, Jean Francois Van de Reviere[11]
1790 / 10 april te Ruiselede geboren, Laurentius De Reviere[12]
1789 Jacob Riviere, zoon van Frans, ° Aalst 27 jaar, 2° compagnie, korporaal, vervolgens korporaal- sergeant[13]
Gentse Poorters uit Antwerpen (1542 -1796) SAG, Poortersboeken reg. 122/4,p.212, bibliografie J. Decavele, Poorters en buitenpportersboeken van Gent.
31.Up den IIIen november 1616 compareerde in persoone voor scepenen vander kuere
Dierick vander Riviere fs jans, geboren van Andtwerpen, jongman, de welcke op syn versouck by requeste an scepenen voornomt ghedaen ende tconsent daer up ghevolcht van daten als boven onderteeckent F. Kerchove, wort alhier ten boucke van poorterye als poorter bekent ghemaect (31)
De stam van de familienaam blijft echter steeds .. Reviere, .. Riveere,.. Riviere.
..Volgens het (Woordenboek van de familienamen door Frans Debrabandere) zou onze familienaam mogelijks van aardrijkskundige oorsprong zijn.
..In de van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal, vinden wij nog enkele mogelijkheden, waaronder; - revier (Hd) (Hoogduits) gebied, terrein, district / terrein waarop gejaagd of dat doorzocht wordt.
- riveer omklinken, nieten
Het aannemen van een familienaam of patroniem, werd vastgelegd door de wet van 6 Fructidor an II de la Révolution Française (23.08.1794)
Aucun citoyen ne pourra porter de nom ni de prénom autres que ceux exprimés dans son acte de naissance; ceux qui les auraient quittés seront tenus de les reprendre
De burgerlijke stand werd bevolen door decreet van 29 Prairial an IV ( 17.06.1796 )
Op 18.08.1811 liet Napoleon alle burgers inschrijven in de Burgerlijke Stand met van nu af aan een vaste en onveranderlijke familienaam.
Voor 1796 werd de burgerlijke stand bijgehouden door de geestelijkheid, zij schreven de dopen, huwelijken en overlijdens in, in parochieregisters.
Het Concilie van Trente (1563) schreef algemene maatregelen voor, in verband met het optekenen van doopakten met vermelding van peter en meter en huwelijksakten met vermelding van de getuigen. Dit besluit werd echter slechts traag opgevolgd.
Deze akten lieten vaak te wensen over zowel wat de duidelijkheid betreft als leesbaarheid en schrijfwijze.
In de praktijk dateren de vroegste parochieregisters van rond 1580.
Tot op heden stelde ik vast dat alle familieleden kerkelijk gedoopt, gehuwd en begraven werden.
[1] J.Ickx, Persoonsnamen uit Leuvens bronnen van ongeveer 1250 tot 1356, lic.verh. Leuven 1963
[2] W.Beele, Bijdrage tot de studie van de persoonsnamen uit het Ieperse in XIII° en XIV° eeuw, lic. verh. Leuven 1959
[12] PR Ruiselede akte 17/2 v°, De Reviere en in huwelijksakte vander Reviere. In overlijdensakte staat Laurentius Van de reviere.
[13] Werving van militairen in het Land van Aalst vanaf december 1789, voor de toekomstige legers van de Republiek van de Verenigde Belgische Staten ( Etats belgique réunies )