Wandelclub WSV Iris Kortessem organiseerde hun jaarlijkse pannenkoekentocht in Vliermaal. De ruime zaal ’t Vlierhof was de vertreklocatie voor de verschillende afstanden 4-8-10 km. Het vertrek was in het centrum van Vliermaal een deelgemeente van Kortessem. Je wandelt er in het Haspengouwse landschap. Er vielen onder het grijze wolkendek enkele druppels. Je wandelt er in een uitgestrekt gebied langs verschillende boerderijen en velden. Verder kom je in landbouwgemeentes zoals Vliermaalroot, Rommershoven en Schalkhoven. Je ziet de Haspengouwse fruitbomen waar de oogst bijna voorbij is. Verder op de akkervelden zie je de gele bloemetjes van de koolzaad. Het is een belangrijke akkerbouwgewas. Tijdens de oogst wordt er de koolzaadolie uit gehaald. De rest van het gewas wordt gebruikt als krachtvoer voor het vee. Bijen en hommels zijn er zot op als de planten in bloei staan. Wat verderop een groot veld met paarse bloemetjes, de Phacelia. Zoals de imker mij in de zaal uitlegde, is Phacelia een bijenplant. Als de plant voldoende vocht krijgt wordt er veel nectar geproduceerd. Deze plant wordt ook gebruikt voor groenbemesting. Langs de mooie stukken natuurgebieden zien we opmerkelijke projecten zoals het knuppelpad in een deelgemeente van Hoeselt. We komen langs de oude brouwerij De Es. Nog een beetje verder en we komen terug in Vliermaal. Op de wandeling vandaag hebben we veel vakwerk gezien, soms verscholen achter het woonhuis in de stallen of nog stukken in de gevels. Vooral in de centrums van de kleine dorpen. Het was een fijne en aangename wandeling.
MERGELWANDELING. / WANDELCOMITE SINT ROSA. / SIBBE. 07/10/2018
MERGELWANDELING.
WANDELCOMITE SINT ROSA.
SIBBE.
Sibbe is gelegen op de rand van het Plateau van Margraten, een vruchtbaar lössplateau op ca. 160 meter boven NAP. Sibbe ligt op de kruising van de weg van Vilt naar IJzeren en de weg van Valkenburg naar Margraten. Met het gehucht IJzeren vormt het dorp een dubbelgemeenschap en -parochie, meestal aangeduid als Sibbe-IJzeren. deels tegen de zuidelijke dalwand van het Geuldal gelegen dorp Sibbe liggen enkele hellingbossen, onder andere het Biebosch en het Sint-Jansbosch. De Sibbergrubbe is een slingerende holle weg langs deze dalwand tussen Sibbe en Valkenburg. Ten noordoosten van Sibbe ligt het Gerendal, een belangrijk natuurreservaat. In en rondom het dorp zijn nog her en der hoogstamboomgaarden te vinden. Ten zuiden van het dorp bevinden zich uitgestrekte lössakkers. Waarschijnlijk al vanaf de 12e eeuw was de mergelwinning een belangrijke economische activiteit in het verder hoofdzakelijk agrarische dorp. Bezienswaardigheden. Het Sibberhuuske of Sibberhuis (ook Villaertshof genoemd) is een versterkte en deels omgrachte herenhoeve uit de 17e eeuw. Het kasteelachtige huis is grotendeels gebouwd in Maaslandse renaissance-stijl (met typerende speklagen) en heeft een zware hoektoren, die wellicht ouder is. Het herenhuis was eigendom van diverse adellijke families en wordt ook thans nog particulier bewoond. Een deel van de bijbehorende 18e-eeuwse economiegebouwen werd na een verwoestende brand in de jaren 1930 herbouwd. n de directe omgeving van het Sibberhuuske zijn restanten van het eens uitgestrekte landgoed te vinden in de vorm van een pachthoeve, mergelstenen erfafscheidingsmuren en poorten. Vlak bij het Sibberhuis bevinden zich langs de Dorpsstraat diverse mergelstenen carréboerderijen. Aan het einde van de Dorpsstraat ligt de Hellinxhof, een grote carréboerderij uit de 18e eeuw. In Sibbe bevindt zich de enige nog in werking zijnde Limburgse mergelgroeve, de Sibbergroeve. Hier worden blokken mergel gewonnen, voornamelijk ten behoeve van restauratiewerkzaamheden van mergelstenen gebouwen in de omgeving. In de groeve, plaatselijk de berg genoemd, bevindt zich een schuilkapel, die in de Franse tijd in gebruik was door katholieken, die weigerden de eed op de republiek af te leggen. Niet ver hiervandaan bevinden zich aan de Sibbergrubbe de restanten van wat waarschijnlijk de oudste mergelgroeve van Nederland is, de Vallenberggroeve, die in gebruik was van de late 12e eeuw tot de 16e eeuw. In de groeve zijn onder andere een etensbord uit de 13e eeuw en een zogenaamd Raeren lampje uit de 16e eeuw gevonden. Ook werden hier munten gevonden die op de aanwezigheid van een valsmunterij wezen. Waarschijnlijk was de groeve toen al deels ingestort en niet meer als zodanig in gebruik. In het Biebosch bevindt zich ook de kalkoven Biebosch, waar vroeger lokale mergel werd verbrand tot ongebluste kalk. In 1970 en 1990 vond aan de rand van Sibbe, in het Biebosch en op de tegenoverliggende helling van de Heunsberg, archeologisch onderzoek plaats naar mogelijke vuursteenwinning en -bewerking. Men vond grote hoeveelheden vuursteenafslag en enkele vuursteenwinningswerktuigen, die wezen op de aanwezigheid van zowel dagbouw als ondergrondse mijnbouw. In een mijn vlak bij de Sibbergrubbe werden sporen van een vuurtje aangetroffen in de vorm van houtskool, dat gedateerd kon worden op 3280 - 2780 v. Chr. Een wandeling die ons een heel stuk geschiedenis laat meemaken en ook laat zien een prachtige wandeling met veel groen en historie zo een wandeling om van te genieten en niet vlug te vergeten.
18E MARCHE AU PIED DU TERRIL. / MORTIER C’EST L’PIED. / BLEGNY. 06/10/2018
18E MARCHE AU PIED DU TERRIL.
MORTIER C’EST L’PIED.
BLEGNY.
Blegny ligt op het Plateau van Herve, op een hoogte van ongeveer 220 meter. Ten zuiden van de kern stroomt de Bolland in westelijke richting. Ten gevolge van de steenkoolwinning heeft enige verstedelijking plaatsgevonden. Ook de inwijking van gastarbeiders heeft dit geaccentueerd. De steenkoolmijn van Blegny is een voormalige kolenmijn in het Luikse steenkoolbekken gelegen nabij Trembleur. Het is een publiekelijk toegankelijke mijn die erkend is als Unesco werelderfgoed. De mijn heeft twee schachten, die hier tot 8 niveaus omlaag reiken, met een diepste punt van 530 m. Alleen niveau 1 en 2 (op -30 m en -60 m) staan nog boven het grondwater. Schacht nr 1 dient tegenwoordig als toegangspunt van de ondergrondse rondleiding. De tweede schacht Marie l'Espérance is in gebruik voor de ventilatie van de galerijen, hier is ook bovengronds een museum ingericht. Verder zijn er exposities in de voormalige werkplaats en de kolenwasserij. Naast de mijn ligt de terril van Blegny met een hoogte van 43 m, waarop de steenresten gestort werden. Een ondergrondse rondleiding met een gids door de mijn bevat een verkenning van de galerijen op -30 en -60 meter en een afdaling door de pijler van steenkoollaag Grande Mascafia, de rondleiding eindigt bovengronds in de kolenwasserij. We wandelen rond de terril en genieten van de omgeving dan wandelen we door de mooie omgeving. Dan wandelen we naar Saint-Andre dat ligt in Dalhem. We worden verrast door een konvooi van oude legervoertuigen, hoe mooi als je ziet hoe ze door het golvend landschap rijden echt mooi. Weer verder met onze wandeling. We worden bocht na bocht verrast door het prachtige landschap. Het is een mooie wandeling alleen spijtig dat de afstand niet klopt geen 12 km maar 15km. Toch blijft het een fijne en mooie wandeling.
Vanuit de Helstraat vertrekken we met onze maandelijkse wandeling met de Schoverik. We wandelen richting Vliermaalrood. Het Jongenbos ligt ten noordoosten van het centrum van Vliermaalroot, in het noordelijk gedeelte van Vochtig-Haspengouw. Tot 1865 maakte het deel uit van de gemeente Vliermaal. Het suffix -root zou wijzen op het aanvankelijk bosrijke karakter van de destijds noordelijke uithoek van Vliermaal. Loonse lenen in die omgeving waren onder andere het Jongenbosch (reeds vermeld in de 14de eeuw) en het Wermerbosch. Aan de overkant van de Winterbeek - in Diepenbeek - ligt een smalle strook die eveneens tot het goed Jongenbos behoorde. Het reliëf van de omgeving is nagenoeg vlak. Het kasteeldomein Jongenbos omvatte zo’n 20 ha park, 100 ha bos en 180 ha landbouwgrond. Het huidig kasteel is een complex uit het midden van de 19de eeuw, bestaande uit een alleenstaand dubbelhuis (met neoclassicistische inslag) en ten oosten daarvan een koetshuis. Het woonhuis is een bepleisterde en witgeschilderde bakstenen bouw met hardstenen afwerking. Rondom het kasteel ligt een park in landschapelijke stijl met twee smeedijzeren bruggetjes en een vijver. De boerderij ligt in verval wat spijtig is. Nog even door het bos en we komen terug op ons vertrek
41E MARCHE FRANCHIMONTOISE. / LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS. / LA REID – THEUX. 30/09/2018
41E MARCHE FRANCHIMONTOISE.
LES MARCHEURS FRANCHIMONTOIS.
LA REID – THEUX.
Het dorpscentrum van La Reid ligt ruim vijf kilometer ten zuiden van het centrum van Theux. In het noorden van de deelgemeente ligt nog het dorp Becco, in het zuiden de dorpen en gehuchten Desnié, Winamplanche en Vert-Buisson. Elk dorp en gehucht heeft talrijke kasteeltjes en boerderijen uit de 17de en 18de eeuw. We wandelen het dorp uit langs prachtige zichten over het mooie landschap. Velden en weilanden met een blauwe hemel boven ons en de zon die ons verwarmt. Gewoon zalig om te wandelen in een zo mooie streek. Wat later komen we in Becco. Becco is op een uitloper van het gebergte gebouwd en dit plattelandsdorpje dankt zijn naam waarschijnlijk aan de romanisering van 'bôkholt' (beukenbos) hoewel de populaire uitleg naar de relatieve armoede van de grond verwijst: 'en’na nin bêcop' (in het Waals: er is niet veel). Het dorp heeft langwerpige boerderijtjes en woningen uit de 17de eeuw. De eenheid en homogeniteit van het geheel verleent het gehucht onmiskenbaar een architecturale waarde. De eerste kapel van Becco werd in 1714 voltooid en is aan Sint-Elooi gewijd, de patroonsheilige van de edelsmeden en smeden. Boven de hoofdingang verrijst het standbeeld van Sint-Elooi met zijn aambeeld. In de nabijheid staat er een indrukwekkende linde, met aan de voet het Croix du Tilleul (kruis van de linde) uit 1890. Het dorp ligt aan de oever van een beek in de nabijheid van een mineralenafzetting waar ooit ijzer ontgonnen werd. De vruchtbaarste gronden werden door de landbouw ingenomen en de bossen kregen de minst gunstige omstandigheden. Op de weg van Theux naar Becco staat er nog steeds een klein fort, een onderdeel van een verdedigings- en observatielinie die bij het fort van Tancrémont hoorde. Dit dorp is de plaats van de legende van de twee bezetenen van Becco. We wandelen een stuk door de bossen en dan weer door de velden en weilanden met prachtige vergezichten wat is het hier toch mooi en rustig om te wandelen. We genieten van de prachtige omgeving en van het heerlijk nazomertje. Na een tijdje komen we terug aan ons vertrek. Een mooie en afwisselende wandeling.
De naam Ham werd voor het eerst vermeld in 784, naar het Germaans hamma, een landtong die in een moerassig gebied inspringt. Reeds in 698 schonk Pepijn van Herstal, die het land in bezit had, dit aan de Abdij van Sint-Truiden. In 1307 kwam het patronaatsrecht aan de Abdij van Averbode. Van 1372-1834 was er een kasteel, dat ten zuidwesten van het later ontstane dorp Oostham was gelegen. Dit dorp ontwikkelde zich aan een kruispunt van wegen: de weg van Kwaadmechelen naar Heppen, en die van Olmen naar Beverlo. In het centrum lag een driehoekig dorpsplein, waaraan de kerk zich bevond en nog bevindt. In de 16e eeuw werd vooral vlas en vezelhennep/hennep verbouwd, waarvan onder meer visnetten werden vervaardigd. In de 17e eeuw werden er schapen gehouden en nam de laken nijverheid enige vlucht. In de 19e en 20e eeuw kwam er werkgelegenheid in de omgeving: de chemische industrie (zoals het latereTessenderlo Chemie, de steenkoolmijn van Beringen en het militaire Kamp van Beverlo. De landelijke bebouwing verdween goeddeels en er ontwikkelde zich lintbebouwing langs de uitvalswegen. Na de Tweede Wereldoorlog werden nieuwe wijken aangelegd, namelijk Wasseven en Generode. Vandaag wandelen we eens in Oostham, veel door de bossen en langs weilanden. Eén van de wandelen waar we veel paddenstoelen zien en al is het herfst er zijn nog vele gele citroenvlinders die aan de trek beginnen. Ook zijn er nog libellen. Een fijne wandeling door de bossen en velden.
DE KAJAANTOCHT. / WC AVIAT SINT-TRUIDEN. / ST –TRUIDEN. 24/09/2018
DE KAJAANTOCHT.
WC AVIAT SINT-TRUIDEN.
ST –TRUIDEN.
De herfst komt met rasse schreden naderbij, al voelt het aan of we nog midden de zomer zitten, vandaag wandelen we met Aviat in St Truiden. We gaan een heel stuk van de Fruitvallei verkennen. We wandelen door de velden, langs akkers en plantages. De velden beginnen kaal et worden hier en daar nog een veld met mais en bieten. Hier en daar staan nog wat hoogstambomen. We wandelen verder en komen zo aan de Stayenmolen. De molen, gelegen aan de Molenbeek en waarvan al sprake is in de 16e eeuw, is opnieuw operationeel. Het molenmechanisme werd tot in de kleinste details gerestaureerd. De bijkomende waterkrachtcentrale voorziet de molenaar en de naastliggende kunsthandel van de nodige groene energie. Dan wandelen we weer verder. Dan wandelen we de fruitvallei binnen, hier staan vele oude hoogstamsoorten, veel kersen soorten die dreigen te verdwijnen, spijtig dat zovele bomen gestorven zijn, kersen zijn heel gevoelige bomen. We wandelen verder en komen langs Kernielse kersen.
Deze kers heeft haar naam te danken aan haar pikzwarte sap en vlees. In de provincie Limburg is ze bekend onder de naam van Kernielse, Nielse, Noir de Kerniel. Het nodige opzoekwerk wijst met grote zekerheid uit dat de Kernielse Zwarte al minstens in de tweede helft van de 19de eeuw moet ontstaan zijn. De Kernielse Zwarte is een middenseizoenskers (rijpt eind juni), absoluut aan te bevelen voor de aanplant in hoog- of halfstamvorm en dit zowel voor liefhebber als beroeps. Typerend zijn het zachte vruchtvlees met donker gekleurd sap en de zoete smaak met een sterk aroma. Ze is vruchtbaar, barst niet vlug en is uitermate geschikt als dessertvrucht, voor verwerking in confituur en wijn, het kleuren van sappen ... "Destijds ontkennen dat je van de boer zijn 'Kernielse' had zitten snoepen, was haast onmogelijk... want je handen, mond en tanden waren zo zwart als roet. Ook de vlekken uit je kleren wassen, scheen een onmogelijke taak te zijn."
We wandelen door de boomgaarden eigenlijk is dit het mooiste stuk van de wandeling. We komen zo terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling.
Awans was bezit van de Abdij van Chèvremont (te Chaudfontaine) en kwam in 779 in bezit van Karel de Grote, welke hem uitruilde tegen andere bezittingen. Aldus kwam Awans aan de Abdij van Stavelot. In 854 werd Awans door Lotharius I toegewezen aan de Abdij Prüm. Als voogd werd een feodaal heer aangesteld die bleef bestaan tot aan de opheffing van het ancien régime door de Fransen, einde 18e eeuw. Van 1296-1335 speelde de Awans- en Warouxoorlog zich af. In 1497 werd het kasteel van Awans belegerd en verwoest door de burgers van Tongeren, in het kader van de strijd tussen Horne en Van der Marck. Van het kasteel is niets over dan enkele steenresten in een weiland nabij de sporthal. Awans ligt op het Haspengouws Plateau, heeft deels nog een landelijk karakter. Het kasteel van Awans, hier stond voorheen een oude boerderij, doch in de 2e helft van de 19e eeuw werd hier een kasteel gebouwd door Charles del Marmol, welke burgemeester van Awans was van 1861-1896. Door een 18e-eeuws poortgebouw, in baksteen en kalksteen uitgevoerd, kan men het kasteelterrein betreden. Op de binnenplaats vindt men rechts een vleugel uit de 2e helft van de 19e eeuw, in eclectische stijl. De andere vleugels werden sterk gewijzigd. Tegenover de ingangspoort bevindt zich een gevelsteen met opschrift: SAMSON 1707. Door het bar slechte weer regen en nog eens regen doen we maar de kleine afstand. Toch een fijne wandeling.
MARCHE APRES LA MOISSON. / LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE. / WIHOGNE-JUPRELLE. 22/09/2018
MARCHE APRES LA MOISSON.
LES PANTOUFLARDS DE WIHOGNE.
WIHOGNE-JUPRELLE.
Wihogne – Nudorp in het Nederlands. Nudorp ligt aan de taalgrens in het noordwesten van de gemeente Juprelle. De dorpskom ligt aan de westkant van de weg van Tongeren naar Luik. Door haar gunstige ligging heeft Nudorp zich ontwikkeld van een landbouwdorp in Droog-Haspengouw tot een woondorp met recente (begin 21ste eeuw) lintbebouwing langs de steenweg. Buiten de dorpskom en de steenweg is de rest van de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. We ontdekken de omgeving en ja het is nog altijd een landbouwdorp. We wandelen langs weilanden en akkers. Ook nog vele hoogstamboomgaarden prachtige Haspengouwse vierkants hoeven. We wandelen verder naar het volgende dorp Paifve. Het is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw dat zich stilaan ontwikkelt tot een woondorp. Buiten de dorpskom is de deelgemeente nog overwegend agrarisch met vooral akkerbouw en in mindere mate fruitteelt. We komen aan de kerk met een grote boerderij. Veel natuur hebben we niet gezien maar wel landbouw. Een fijne wandeling in het Waalse Haspengouw.
Slenaken één van de vele dorpen van de gemeente Gulpen-Wittem, is het vertrekpunt van de jaarlijkse Gulpdaltocht. De routes lopen door het mooie dal van de Gulp, het riviertje dat zich van het Belgische Henri Chapelle naar Gulpen slingert. De routes brengen ons dit jaar vanuit Slenaken naar Sint-Martens-Voeren en Schilberg. Slenaken, de parel van het Heuvelland, ingebed in een van de mooiste landschappen van Nederland, met België om de hoek en Maastricht, Luik en Aken op steenworp afstand. Slenaken, ook wel de Parel van Zuid-Limburg genoemd, ligt in het Gulpdal, een asymmetrisch dal met aan de ene zijde flauwe hellingen die in gebruik zijn als grasland en aan de andere zijde steilere hellingen waarop de bossen liggen. We vertrekken met onze wandeling in het centrum, hier mooie oude gebouwen en ook vakwerkhuizen, zo typische voor Zuid Limburg. Verder langs het oude kerkhof met prachtige oude stenenkruizen maar ook prachtige gietijzeren kruizen mooi bewaard staan ze in het groen. We wandelen nu de velden in we wandelen naar “De Planck” is een gehucht in de gemeente Voeren. Bij de Plank is de grensovergang op de weg van Margraten naar Aubel. Het gehucht ligt tussen Sint-Martens-Voeren en het meer oostelijk gelegen Teuven. Het gedeelte ten westen van de weg Margraten - Aubel hoorde bij Sint-Martens-Voeren. Dit is het grootste stuk. Het gebied ten oosten van de weg hoorde bij Teuven. We komen langs een wijngaard De Planck de druiven zijn rijp en smaken lekker zoet maar ééntje geproefd. Weer verder komen we aan in het Broekbos. Hier mogen de bomen oud worden en hun vrije gang gaan en al staande sterven. Dit natuurreservaat situeert zich op de hellingen van de vallei van de Veurs en het plateau De Planck. We wandelen verder en komen zo in België, we wandelen de Voerstreek binnen. We komen in Sint Martens Voeren aan het Veltmanshuis is een monumentaal pand, het huidige gebouw stamt van omstreeks 1800, maar de kern is vermoedelijk uit de 17e of de eerste helft van de 18e eeuw. Op een voetschraper werd een chronogram van 1743 aangetroffen, dat naast de deur werd ingemetseld. In dit huis woonden de leden van het kapittel van de Sint-Martinuskerk, totdat het kapittel einde 18e eeuw door de Fransen werd opgeheven. Vervolgens werd het huis gebruikt als pastorie. In 1944 werd het huis door brand verwoest en in 1950 herbouwd, maar met een geheel vernieuwd interieur. In 1967 werd het een dekenij om in 1971 door de Belgische Staat te worden aangekocht, waarna het als cultureel centrum dienst ging doen. Het huis werd vernoemd naar Hendrik Veltmans, een Vlaamsgezind pastoor uit de streek. Wat verder hebben we op een prachtige plek controlepost nadien weer de natuur in zeker wat klimmen en weer langs prachtige vakwerkhuizen. Wat verder door het golvend landschap en we stekken weerom de landgrens over terug in Nederland we zijn nu in Ulvend. Maar Ulvend is heel speciaal. Ulvend is een Limburgs gehucht dat zowel tot België als tot Nederland behoort. De nederzetting valt sinds jaar en dag onder twee dorpen: Sint-Martens-Voeren (Voeren, België) en Noorbeek (Eijsden-Margraten, Nederland). Aan de Nederlandse kant van de grens liggen ten noordwesten van Ulvend, Vroelen en Noorbeek en ten noordoosten Schilberg en Hoogcruts. Aan de Belgische zijde liggen ten zuidwesten Sint-Martens-Voeren en ten zuidoosten De Plank. Verder met onze tocht en komen terug in het reservaat Broekbos. Door de prachtige natuur, golvend landschap. Een heel eind door dit prachtige natuurreservaat en we komen zo terug in Slenaken waar onze wandeling eindigt. Een prachtige wandeling met veel natuur en erfgoed.
33E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS. / LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS. / WANZE. 15/09/2018
33E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS.
LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
WANZE.
LAND BURDINALE MEHAIGNE
Sinds 1991 heeft het Natuurpark Burdinale Mehaigne 22 dorpen in vier gemeenten: Braives, Burdinne, Héron en Wanze. Het grondgebied van het natuurpark is een gebied van kwaliteit in milieuzaken en de landschappen. Sinds vele jaren is het gebied aantrekkelijk en uitgebreid in termen van habitatontwikkeling. En de beweging lijkt niet te stoppen. Deze uitbreiding kan een goed gebruik van de ruimte en het behoud van de kwaliteitslandschappen van het park bevorderen. We vertrekken met onze wandeling in Wanze en verlaten het dorp om de abdij van ver te zien, een indrukwekkend geheel. De abdij van Val-Notre-Dame was een cisterciënzerinnenabdij die opgericht werd rond 1200. Voordat de abdij het licht zag, bevond zich op deze plek een leprozenhuis, dat in de 7e eeuw floreerde. Er werd een religieuze commune gevestigd in 1180 en in 1218 werd er ook een kerk gebouwd. In de 13e eeuw bleef de abdij groeien, maar toen volgde een periode van achteruitgang en oorlog. Na de Franse Revolutie werd de abdij verkocht. In 2015 herbergen de mooie gebouwen van de oude abdij die bewaard zijn gebleven een internaat voor scholieren. Het huidige complex wordt gedomineerd door de ingangspartij met twee torens, die in de 17e eeuw in Maaslandse renaissancestijl werden gebouwd. Wij wandelen verder en komen in Antheit. We komen aan de St Martin Church. De oude kern van het dorp is gebouwd waar de kerk St Martin en zijn pastorie (1785) zich bevinden. Historisch gezien is het op de fundamenten van een oude kerk dat een belangrijk heiligdom werd gebouwd (1590-1622). Deze kerk werd vervolgens herbouwd tussen 1715 en 1726 en gerestaureerd in 1824. In 1840 vonden belangrijke werken plaats: vergroting, ophogen van de kleine beuken, constructie van een portaal en torenhelling. In 1994, als gevolg van onstabiliteit van de hoofdbalken, was de kerk gesloten voor het publiek. De raad van kerk moest het geld ophalen voor de restauratie van de kerk, en na vijf jaar werd het volledig gerenoveerd. De plaatselijke kerkfabriek bezit ook een grote aangrenzende boerderij die vroeger bekend stond als "Flône Abbey Farm". De kerk domineert ook de stroom van Doyard. We komen wat verder aan het kerkhof waar een graf van een Canadees soldaat gesneuveld in 1919. We komen aan de vallei van de Rau de la Basse Judie. Een mooie vallei met weilanden. Wat verder komen we terug aan ons vertrek wat een prachtige wandeling.
Hoelbeek werd voor het eerst vermeld in 1178 onder de naam Hulobeken waarbij het woord hulo staat voor diepte of dal, en baki voor beek, dus feitelijk: diepenbeek. In 1974 werd, op Ketelveld aan de Maastrichterstraat, een Romeinse tumulus gevonden. In 1178 was Hoelbeek een Loons leen. Vanaf de 14e eeuw werd het een onderdeel van een grotere heerlijkheid, die vanuit de burcht van Jonckholt bestuurd werd. In 1795 bij de vorming van de gemeenten werd Hoelbeek een zelfstandige gemeente. We wandelen vanaf de Sint-Adrianuskerk uit 1926 het veld in om zo bij de ruïne van Kasteel Jonckholt te komen: een ruïne van een versterkte burcht die in de 14e eeuw werd opgericht op funderingen van een 11e-eeuwse strategische nederzetting. De burchtmuren zijn tot ongeveer een meter hoogte terug opgebouwd. Opmerkelijk is de aarden wal met dubbele slotgracht. Deze omwalling werd aangelegd bij de opkomst van het buskruit. Het geschut kon op die manier niet rechtstreeks de één meter dikke stenen muur treffen. De ingangspoort werd dwars op de aarden wal aangebracht. In de aarden wal maakte men vier ronde torens waarin men de verdedigingslinie met geschut plaatste. Dit is nu nog steeds duidelijk zichtbaar. Dat Hoelbeek in Vochtig-Haspengouw is kunnen we duidelijk zien, en de Meersbeek heeft haar bron iets ten zuiden van het dorp. Hoelbeek was en is een landbouwdorp zonder noemenswaardige industrie. Ten noorden van de kom liggen de bossen en landgoederen van Kasteel Jonckholt en Kasteel Groenendaal. In de onmiddellijke omgeving, op het grondgebied van de gemeente Waltwilder, ligt het kasteel Groenendaal verborgen in de bossen. Het kasteel was vroeger via een dreef verbonden met de burchtruïne van Jonckholt. Oorspronkelijk heette dit goed Croenendael of Croonendael. Later kreeg het de huidige, feitelijk foutieve, naam. Het was een Loons leen, dat ook Hoelbeek en Jonckholt één leengoed vormde. Dit werd eind 14e eeuw gedeeld en Croenendael kwam in bezit van Aleidis van Jonckholt, die gehuwd was met Godenoel van Elderen, die reeds heer van Elderen was. In 1477 kwam Croenendael in bezit van de familie Lamboy. [Op kerstdag 1693 stierf een niet nader genoemde "villicus in Croonendael"; in mei 1730 had Godefridus Danzel die functie, getrouwd met Joanna Rosseau; in november 1736 was het Egidius Pacquaij, getrouwd met Margareta Iaddoul; in december 1739 was het Joannes Leonardus Du Mont getrouwd met Barbara Broeffaer - - in 1744 geschreven als Lemont en Mouffar - PR Waltwilder.] In 1757 kwam het aan de familie De Grady. Michel Joseph de Grady, die overleed in 1786, verbouwde het toenmalige 17e-eeuwse kasteel, dat uitgevoerd was in Maaslandse renaissancestijl, omstreeks 1761 tot een classicistisch gebouw. Ook de bijbehorende boerderij werd in deze stijl verbouwd. In 1861 kwam het landgoed aan Emile de Rosen de Borgharen, en het is nog steeds in bezit van particulieren, en wel van de familie Rosen de Borgharen. Er werd een park aangelegd in Engelse landschapsstijl en daarin werden restanten van de vroegere omgrachting verwerkt. Vandaag kunnen we het kasteel goed zien van aan de ingang. Weer verder met onze tocht we steken de oude spoorweg over waar nu het railbikespoor loopt. Op het gehucht het Heyken ten noorden van de dorpskom vinden we de Kapel Geheim Leger van de weerstand tegen de Duitse bezetter uit 1944-45. In het Munsterbos verschuilden de weerstanders uit de Tweede Wereldoorlog zich tijdens de oorlogsjaren. Het eenvoudige bakstenen kapelletje draagt het embleem van de verzetsbeweging Geheim Leger. Het is gebouwd op de plaats waar een voormalige schuilplaats van deze verzetsbeweging was en waar een aantal leden van deze beweging door de bezetter werden geëxecuteerd. De kapel wordt aan beide zijden geflankeerd door een marmeren gedenkzuil met daarop de namen van 54 vermoorde verzetsstrijders. We keren terug naar Hoelbeek via Waltwilder. Een mooie nazomer tocht. Genoten van de natuur en het erfgoed op onze tocht.
MARCHE DE JOUR. / LES HERMALLIS. / HERMALLE-SOUS-HUY. 08/09/2018.
MARCHE DE JOUR.
LES HERMALLIS.
HERMALLE-SOUS-HUY.
Onze wandeling vertrekt in het centrum van Hermalle. In het oude centrum van het dorp bevinden zich het Kasteel van Hermalle-sous-Huy en de Ferme castrale van Hermalle-sous-Huy met twee musea. Het kasteel is van zandsteen, kalksteen en baksteen gebouwd en heeft een hoefijzervorm rond een voorplein. Het heeft twee ronde torens op drie niveaus, alsook twee vierkante torens en is door een slotgracht omgeven. De "Ferme castrale" In de 17de eeuw laat de graaf van het Heilige Roomse Rijk Conrard d'Ursel, eigenaar van het kasteel van Hermalle, zijn bezit renoveren en vergroten. Hij geeft het zo een toren-portaal met een gebogen poort en een stufstenen cartouche uit 1642. Het kasteel kan via een brug met drie bogen over de slotgracht, en een aansluitende valbrug, betreden worden. De ingang leidt naar een grote ruimte omgegeven door een muur gemarkeerd met hoektorens op drie niveaus. Binnen die omsluiting doet de graaf, ten oosten, een hoofdgebouw met een woning voor de boer en zijn personeel en ook gebouwen voor koeien- en varkensstallen met hooizolder bouwen. Vanaf 1993 worden in de hoeve de bibliotheek en museum van de gastronomie, het museum "Postes restantes", de plaatselijke VVV, een taverne en een tweedehandsboekhandel gecreëerd. Het oude hoofdgebouw is een privé-woning en de oude mesthoop is een kleine tuin geworden. In het centrum staan nog een paar bijzondere gebouwen: Huis Héna, Waals cultureel erfgoed, geboortehuis van Jean-Gilles Jacob en voormalig postkantoor. We wandelen nu een heel eind en klimmen het dal uit. We komen aan “Aux Forges” van hier uit prachtig vergezichten over de mooie streek. Aux Forges is een oud gehucht, een voormalige kleine metallurgische centrum, gelegen aan de uitgang van het dorp Ombret en Fond du Oxhe een riviertje dat hier voorbij komt. Zo komen we in Amay. We komen aan de voormalige grindwinningsplas nu natuur gebied. We wandelen rond de plas hier is de natuur geheel terug op zijn plaats en vele watervogels zijn er op de plas. Ook zien we sporen van de bever. We wandelen verder en komen zo terug in het centrum van Amay, langs het gemeentehuis. De gebouwen waarin nu het gemeentehuis van Amay is ondergebracht hebben een bijzondere historische betekenis voor Amay. Een van de twee villa's behoorde immers toe aan Vieille Montagne en was het verblijf van de directeur van deze oude zinkmijn, de andere was eigendom van de eigenaar van een steenbakkerij. Na een dramatische brand werd het gemeentehuis gerenoveerd en werden er moderne elementen aan toegevoegd. Even verder komen we aan het Chateau Rorive. Een Belle Epoque gebouw aan de oever van de Maas. Dan komen we aan de ruïne van de kerk van Amay. We wandelen nu verder keren terug naar Hermalle maar we komen nog langs een prachtige oude hoeve “Ferme de Hottine” die afhankelijk van de Flône abdij was, de ingang van de hoeve laat zien hoe groots ze was ten tijde van de abdij van Flône. Nog even een kleine klim en we zijn terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling.
MATENTOCHT. / DE SCHOVERIK. / DIEPENBEEK. 03/09/2018.
MATENTOCHT.
DE SCHOVERIK
DIEPENBEEK.
Het 300 ha. grote natuurgebied “De Maten” is gelegen in de vallei van de Stiemerbeek, op de rand van het Kempisch plateau, en strekt zich uit over het sterk verstedelijkt gebied tussen Genk, Hasselt en Diepenbeek. De Maten is sinds 1975 een erkend natuurgebied en beschermd landschap. De beschermingsprocedure van het gebied startte reeds in 1956 en hiermee is het één van de oudste erkende natuurgebieden in Vlaanderen. De Maten is bovendien een vogel- en habitatrichtlijngebied. Het woord maten zou verwant zijn aan het Engelse woord meadows, wat weilanden betekent. Natuurpunt Diepenbeek beheert het gedeelte ten zuidwesten van het geasfalteerde fietspad en omvat de deelgebieden Augustijnenvijver, Maten-West en Diepenbekerbos. We wandelen verder langs de molen en dan een heel eind door de velden en langs de beek hier veel groen en de herfst komt er stil aan de paddenstoelen beginnen uit te komen. Maar het is nog zomer, verschillende vlinders vliegen nog rond, we wandelen langs een prachtige vijver en dan weer terug het domein Rooiersheide op. Hier ook een paar mooie vijvers en dan komen we terug in de zaal.
We vertrekken met onze wandeling in de wijk AMBY die aan de Maastrichtse buurgemeenten Meerssen en Valkenburg aan de Geul grenzen. Het agrarische gebied ten oosten van de bebouwde kom van Amby strekt zich bijna uit tot het dorp Berg. Amby ligt in het dal van de Maas, op een hoogte van ongeveer 53 meter. Naar het oosten toe verheft zich het Plateau van Margraten, waar zich het natuurgebied De Dellen bevindt. We vertrekken met onze wandeling en gaan dadelijk het park van kasteel “Huis Severen” is een 18e-eeuws landhuis. De geschiedenis van Huis Severen begint in de late middeleeuwen. Het huis was toen in bezit van de familie Van ’t Zievel. Van deze familie is de huidige naamgeving afkomstig: Severen is een verbastering van Zievel, wat zoveel betekent als 'drassige grond', de grond waar het oorspronkelijke kasteel op gebouwd was. Na de familie Van ’t Zievel kwam het huis achtereenvolgens in bezit van de families Van Streithagen, Rietraet, Pain et Vin, Van Slijpe en Stevens. Het huidige kasteel werd halverwege de 18e eeuw gebouwd door de Maastrichtse burgemeester Godaert van Slijpe. In de 19e eeuw verwierf de rijke Maastrichtse industrieel Petrus Stevens, in 1847 oprichter van de wapenfabriek Manufacture royale des armes à feu. Stevens liet een aantal veranderingen en toevoegingen aanbrengen en hij gaf tevens de opdracht het landschapspark aan te leggen. In 1912, nadat Stevens kinderloos was gestorven, vestigde de zustersorde Soeurs de la Miséricorde er een gesticht voor verlaten en verwaarloosde kinderen. In 1986 werd het complex aangekocht door de woningcorporatie Maasvallei, die de benedenverdieping in oude stijl liet restaureren en op de bovenverdiepingen appartementen inrichtte. In 1997 vestigde de verpleegkliniek De Zeven Bronnen zich op het terrein. Bij het huis ligt een wit gepleisterde voorburcht met gesloten hoeve uit de 17e eeuw. Het poortgebouw is uit 1647 en is in 1700 verhoogd en voorzien van een koepeldak met lantaarn. Het heeft een ingezwenkte gevel waarin een fronton is aangebracht. In het fronton is een wapensteen van de familie Pain et Vin zichtbaar. Aan de westzijde ligt een in landschapsstijl ingerichte tuin uit 1880. We wandelen verder door de open ruimte velden en weilanden tot we aan de “Dellen” komen, vormen samen met het Meerssenerbroek een afwisselend en vrij toegankelijk natuurgebied. Het natuurgebied van 92 hectare ligt aan de oevers van de Geul. Dit gebied van zo'n 70 ha bestaat voor het grootste deel uit een hooggelegen plateau met bossen op zure en voedselarme bodems. De Dellen zijn pas vrij laat bebost. Het hoogste gedeelte is momenteel nog steeds door defensie in gebruik als militair oefenterrein. Dit hoge gedeelte was begin van de 20e eeuw nog met heide begroeid, wat vrij bijzonder was in Zuid-Limburg. Tegenwoordig is het beplant met eiken, berken, beuken en esdoorns. De struiklaag bestaat vooral uit bramen, en de kruidlaag uit soorten als klaverzuring en salomonszegel. In de grubben, (kleinschalige droogdalen) in dit gebied groeien diverse bijzondere varensoorten en het zeldzame heksenkruid. Het zijn met name deze plekken waar de rijke zoogdierfauna kan worden aangetroffen. Naast algemene soorten als ree en vos leven hier bijzondere soorten als de das, de zeldzame steenmarter, de hazelmuis en de eikelmuis. Na een tijdje verlaten we de Dellen en wandelen terug naar Amby. Een prachtige wandeling.
44E MARCHE DES GAIS LURONS. / LES GAIS LURONS. MELEN. / MELEN. 01/09/2018
44E MARCHE DES GAIS LURONS.
LES GAIS LURONS. MELEN.
MELEN.
In de 13e eeuw was Melen een leen van het Sint-Dionysiuskapittel te Luik. Als voogd fungeerde de Hertog van Brabant. In 1355 werd dit leen uitgeruild en kwam het aan de Bisschoppelijke tafel van het Prinsbisdom Luik. In de 17e en 18e eeuw werd de heerlijkheid meermaals uitgegeven aan een particulier. Op 8 augustus 1914 vielen tijdens de Duitse invasie door het 56e en 165e regiment van het Duitse Keizerrijk 108 burgerslachtoffers en werden 60 huizen vernietigd. Melen ligt in de provincie Luik, in het Land van Herve. Melen ligt op een hoogte tussen de 185 en 290 m. Ren zuidoosten van de kom ontspringt de Ruisseau de Melen, welke in noordelijke richting naar de Bollandbeek loopt. Verder is de omgeving landelijk, met vooral landbouw en veehouderij. We wandelen door het dorp en zien de Sint-Jobkerk de huidige kerk werd gebouwd in classicistische stijl, in 1760-1761. Het is een driebeukige kerk met vlakke koorafsluiting en voorgebouwde toren. Het bouwwerk is in baksteen met kalkstenen hoekbanden en omlijstingen. De benedengeleding van de toren is in natuursteenblokken. De toren wordt gedekt door een sierlijke spits. De toren bevat een ingangsportaal met daarboven een nis, waarin een Mariabeeld. We wandelen verder langs prachtige holle wegen. We moeten hier wel een paar pittige klimmen maken in dit golvend landschap. Eens boven hebben we een prachtig zicht op Melen. Een heel eind door het bos en dan weer dit prachtige landschap van Herve. Weer klimmen we door de weilanden en komen aan een prachtige oude boerderij. Dan komen we aan de rustpost en daarna weer op weg om het volgende prachtige gebouw tegen te komen. Een kasteel met kasteelhoeve. Het kasteel is vandaag een school maar is nog steeds een prachtige plek de kasteelhoeve is mooi opgeknapt. Weer wat verder langs een kleine beek en dan staat ervoor ons een prachtige molen, het ijzeren wiel is er nog steeds. Weer een stukje verder komen we in Blegny. We komen langs een verzamelaar van oude motoren. Een foto van een speciale motor leverd het op. Nog een heel eind dor weilanden tot aan een klein natuurreservaat een planken pad brengt ons door het natte gebied. Weer een stuk langs de beek en dan weer het pad op. We volgen een heel eind de beek die omzoomt is met oude wilgen. Dan komen e aan een oude boerderij, die omgevormd word tot brouwerij. We kijken even rond maar de eigenaar is alles behalve vriendelijk en op de vraag welk bier ze brouwen kregen we geen antwoord. Dan maar verder weer een stevig klim tot in het dorp. Nog even door het dorp en we zijn terug op ons vertrek. Een prachtige wandeling met veel natuur en erfgoed, een aangename wandeling.
15E MARCHE DE SEMAINE. / LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE. / MOXHE. 22/08/2018
15E MARCHE DE SEMAINE.
LES MARCHEURS DES ECHOS DE LA MEHAIGNE.
MOXHE.
Moxhe ligt in het zuiden van de gemeente Hannuit. Ten noorden van de dorpskom kruist de steenweg de oude Romeinse heerweg van Tongeren naar Bavay, de huidige N69. De Mehaigne vormt de zuidelijke grens van de deelgemeente. Ten westen van de dorpskom ligt nog het kleine landbouwgehucht Moxheron. Moxhe is een landbouwdorp in Droog-Haspengouw dat zich stilaan ontwikkelt tot een woondorp. Er is nog veel akkerbouw en veeteelt. Op het grondgebied van Moxhe werden Romeinse en Frankische vondsten gedaan. Moxhe behoorde tot het graafschap Namen terwijl Moxheron deel uitmaakte van het baljuwschap Hannuit in het hertogdom Brabant. Vanaf de 15de eeuw was Moxhe in het bezit van de Abdij van Flône. Een zonnige zomerdag om te wandelen in Moxhe. Langs weilanden met doornhagen die nu rode vruchten dragen hoe mooi. Maar ook prachtige oude boerderijen. Er zijn nog verscheidene grote boerderijen waaronder de Ferme Hobe uit de 17de eeuw met beschermingstoren. Maar ook een prachtig kasteel van Moxhe ten zuiden van de dorpskom. Te midden van een groot park, met vijvers en zeldzame plantensoorten, verrijst het château d’ Avin. Het kasteel werd gebouwd in Empirestijl op fundamenten van een ouder gebouw met delen uit de 16de en 17de eeuw. Tot aan de Franse Revolutie was het kasteel in handen van jezuïeten van Namen. Veel religieuze orden werden toen opgeheven en de jezuïeten werden uit het kasteel verdreven. Onder Jozef II van Oostenrijk kwam het kasteel te koop en het werd gekocht door markies de la Valette. Daarna kwam het via erfenis in handen van de Simonons en later de graaf de Looz-Croswarem wiens afstammelingen het kasteel nog steeds bezitten. Tussen 1999 en 2001 werd kasteel volledig gerestaureerd door graaf en gravin Gerald de Looz-Corswarem en kreeg het zijn huidig voorkomen. Wij wandelen door het park en het wapenschild op een van de torens vallen ons op staan daar de kleuren van het graafschap Loon. Toen wisten we nog niet dat hier een verre nazaat van onze graaf van Loon woont. We wandelen verder door weilanden en komen zo aan de controlepost. Wat een prachtige plek is dit. De molen van Moxhe is een voormalige watermolen van het onderslagtype aan de Mehaigne. Het metalen rad is nog aanwezig en de molen werd omgebouwd tot woning. Het heeft een prachtige tuin met oude bomen aan de Mehaigne. We genieten even van de prachtige plek en dan gaan we voor de lus langs weilanden en langs boerderijen, een geheel in wit gekalkt met een ronde toren. Weer een eindje verder tot we terug aan de molen komen voor de tweede rust. Een heel eind door veldwegen en langs weilanden dan komen we terug aan ons vertrek. Een prachtige wandeling.
20E MARCHE DES BLES. / LES CASTORS DE BERNEAU. / BOMBAYE. 29/08/2018
20E MARCHE DES BLES.
LES CASTORS DE BERNEAU.
BOMBAYE.
Bombaye, Platdiets Bombelech, Waals Boûbåye en in het Vlaams Bolbeek. Is een deelgemeente van Dalhem. Bolbeek ligt in het westen van het Land van Herve op een hoogte van ruim 125 meter. Het landschap wordt gekenmerkt door weilanden en boomgaarden. Het dorp wordt in middeleeuwse bronnen aangeduid als Bubais (1108) en Bulsbeke (1147). Bolbeek was een heerlijkheid met lage jurisdictie. Het was oorspronkelijk een bezit van het Munsterstift te Aken, maar behoorde tot het land van Dalhem, één van de landen van Overmaas. De rechtsmacht was in zekere mate tweeherig tussen het Munsterstift en de hertog van Brabant. De hertog van Brabant had deze rechten verkregen via de oude graven van Dalhem. Op 26 december 1661 kwam Bolbeek wegens het Partagetraktaat (opdelingsverdrag) tussen de Republiek en Spanje aan de Staten-Generaal. In het traktaat was besloten, dat de Republiek van elk van de drie landen van Overmaas één ‘partage’ of deel zou krijgen. Hierdoor verkregen zij in het land van Dalhem het hoofdstadje Dalhem, de dorpen Bolbeek, Feneur, Trembleur, Olne, Oost en Cadier. Op 8 november 1785 sloten Oostenrijk en de Staten-Generaal het verdrag van Fontainebleau, waarbij Bolbeek door de Staten-Generaal aan Oostenrijk werd afgestaan in ruil voor delen van Oostenrijks Valkenburg. Bombaye bezit een paar prachtige oude boerderijen. Een herenboerderij aan Rue de l'Eglise 1, gesloten hoeve met poortgebouw, gebouwd in baksteen met omlijstingen van kalksteen, 17e en 18e eeuw. Geboortehuis van Xavier de Reul (1830-1895), die geoloog en schrijver was. Wat verder naar de kerk nog een paar prachtige boerderijen en dan komen we aan De Sint-Jan-de-Doperkerk. Reeds in de 12e eeuw was er sprake van een kerk in deze plaats. Het is een van de oudste kerken van het Graafschap Dalhem. De kerk heeft een toren, gebouwd in natuurstenen blokken (14e en 15e eeuw). Het gotisch koor, gebouwd in kalkstenen en zandstenen blokken, is 16e-eeuws. Het bakstenen schip op een natuurstenen plint is van 1753. Het gotisch portaaltje werd in 1571 aangebracht. In 1936 werd de kerk geklasseerd als monument. We wandelen de velden in die ons naar Warsage brengen. Langs het plein en de kerk en zo naar de controlepost. Weer een eind door de velden en we steken de taalgrens over en komen zo in Voeren. We wandelen verder door de voerstreek en keren dan weer naar Warsage waar we langs de brouwerij Warsage komen. Nog wat verder richting Bombaye komen we langs de ezelopvang door. Een prachtige vzw die verwaarloosde en verlaten ezels opvangen en hen een goede thuis bezorgen. Er zitten een hele groep ezel in de opvang. Gewoon prachtig. Nu nog even verder en we komen terug aan ons vertrek een prachtige wandeling.