Kasteel Hoepertingen was ooit een versterkte middeleeuwse burcht. De oudste vermelding over deze leenheerlijkheid gaat terug tot 1150. In de 17de en de 18de eeuw werd het kasteel verbouwd tot een prachtig adellijk herenhuis op het platteland. Hiervan zijn nog historische sporen bewaard zoals: de kasteelhal, de kardinaalszaal en de huiskapel.
Van 1930 tot 1985 werd de kasteelhoeve weer verbouwd, ditmaal tot meisjesinternaat met de naam Sint-Maria Instituut. Nog steeds wordt een deel van het kasteel bewoond door Zusters Annuntiaten van Heverlee. Na een grondige modernisering in 1987 veranderde niet alleen de naam van Sint-Maria Instituut in Kasteel Mariagaarde vzw, maar ook de functie. Kasteel Mariagaarde biedt momenteel mogelijkheden voor: vorming, bezinning, streekverkenning, kunstbeoefening en cultuurtoerisme.
De buitenkant van het kasteel Vier verschillende bouwfasen bepalen het huidige binnen- en buitenzicht van Kasteel Hoepertingen of het huidige Kasteel Mariagaarde. Van de 17de eeuwse waterburcht zijn vooral de slotgrachten, de ronde en geblokte torens, de noordervleugel en het poortgebouw van het gesloten hoevecomplex bewaard. De verbouwing van het waterkasteel in 1763 tot een classicistisch buitenhuis in Franse stijl domineert nog steeds het buitenzicht en het interieur van het kasteel zelf. Door verbouwingen, afbraak en nieuwbouw in de periode van 1937 tot 1961 maakte het specifieke karakter van de kasteelhoeve plaats voor schoolgebouwen.
In 1987 volgde een grondige verbouwing van het internaat tot een cultureel verblijfscentrum voor volwassenen met de nieuwe naam: vzw Kasteel Mariagaarde.
ASCHAFFENBURG / SCHLOSS JOHANNISBURG BAYERN deel 2
SCHLOSS JOHANNISBURG IN ASCHAFFENBURG IN BAYERN.
Aschaffenburg is een stadsdistrict (kreisfreie Stadt) in het uiterste noordwesten van de Duitse deelstaat Beieren. Aschaffenburg ligt bij de monding van het riviertje de Aschaff in de Main aan de rand van de Spessart. Aschaffenburg behoorde eeuwenlang tot het keurvorstendom Mainz, totdat het aan het begin van de negentiende eeuw aan Beieren kwam. De belangrijkste bezienswaardigheid van de stad is het renaissanceslot Johannisburg. Het is een prachtig slot met een mooie tuin en bijgebouwen. Wij nemen ruim de tijd om de omgeving te verkennen en een wandeling door de tuinen te maken.
NIEUWJAARSTOCHT / DE SCHOVERIK / DIEPENBEEK 05-01-2009
NIEUWJAARSTOCHT.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
Winter is in het land, hevige sneeuwbuien heeft een dikke laag sneeuw achtergelaten. Onze club De Schoverik wandelt vandaag, veel volk verwachten ze niet, de straten zijn amper berijdbaar. Tegen de middag zijn toch nog een 300 wandelaars komen opdagen, voor wie de trip naar Diepenbeek waagde werd niet teleurgesteld.
Het was een prachtige winterwandeling. Met prachtige winter beelden. Natuur op zijn moois. Wij wandelen de kortste afstand. Gewoon prachtig. Door met sneeuw bedekte bomen, langs de vakwerkhuizen die nu nog mooier zijn als anders. De straten zijn bedekt met een dikke laag sneeuw, zelden hebben we zo rustig gewandeld in Diepenbeek. De pracht van de natuur in zijn winters kleed is moeilijk onder woorden te brengen daarom zijn beelden veel mooier. Geniet ervan.
Vogelbescherming Vlaanderen roept iedereen die een tuin heeft op de komende dagen voedsel en vers drinkwater voor de vogels te voorzien. Het KMI heeft immers een erg koude periode aangekondigd met temperaturen die flink onder het vriespunt duiken. Vooral dinsdag en woensdag zullen erg koud zijn en s nachts kan de temperatuur zelfs zakken tot -12°C. Het zoeken naar voedsel is veruit de belangrijkste bezigheid van vogels om te overleven. Met een lichaamstemperatuur van meer dan 40°C hebben ze zeer veel calorieën nodig, vooral de kleinere soorten. Normaal gezien sterft een vogel in onze streken niet rechtstreeks van de koude, maar een langdurige voedselschaarste doet hen verzwakken en verstoort hun stofwisseling. Ze lopen dan meer kans op allerlei ziekten. Dit is vooral risicovol tijdens langdurige vorstperiodes met algemene sneeuwval. Soorten als bijvoorbeeld meerkoet en blauwe reiger en alle andere watervogels zijn in dergelijke omstandigheden erg kwetsbaar. De dagen zijn zeer kort en daardoor ook de beschikbare tijd om het nodige voedsel bijeen te zoeken. Bovendien hebben vogels ook nog een hoger calorieverbruik, zodat hun vetreserves sneller uitgeput geraken. Vooral in perioden van grote koude, waarbij de vogel genoeg energiereserve moet hebben om gedurende de lange, koude nachten zijn temperatuur op peil te houden, of bij hevige sneeuwval wanneer een groot deel van het voedsel onbereikbaar wordt, kan de individuele vogel in een acute gevaarsituatie belanden.
De menselijke tussenkomst via een goed uitgebalanceerde en gevarieerde wintervoedering is essentieel voor de vogels. Naast het plezier om de wilde vogels te kunnen helpen, ervaren we nog het plezier om ze te observeren en te herkennen als ze de voedertafel bezoeken of allerlei capriolen uithalen om her en der een zaadje mee te pikken. Maar wintervoedering moet gebeuren met het verstand. Het is nodig om het voedsel in kleine hoeveelheden toe te dienen en op vaste tijdstippen. De veiligheid en de gezondheid van de vogels op de voedertafel moeten bovendien gewaarborgd zijn. Nu de vrieskoude blijft aanhouden is het ook goed de vogels afdoend ter hulp te komen met zuiver drinkwater. Langdurige vorstperiodes beletten hen namelijk aan water te geraken om hun dorst te lessen: de meeste beekjes, poelen, plassen en meren zijn immers dichtgevroren. Vooral de zaadetende zangvogels kunnen niet zonder drinkwater
De geschiedenis van Borgloon is nauw verweven met de geschiedenis van Rieneck (Spessart, N.W. Beieren) en Lohr am Main (Kreis Gemünden) in Duitsland. De naam Borgloon is afgeleid van burcht en loon of burcht op beboste heuvel. Het grondgebied van de huidige provincie Limburg komt ongeveer overeen met het grondgebied van het vroegere graafschap Loon, dat ontstond in de 10e eeuw, en dat op zijn beurt ontstond uit het reeds toen bestaande graafschap Hocht (Maasgouw). De steden Tongeren en Sint-Truiden behoorden echter niet tot het grafelijke domein. Het land van Horn (bij Roermond) maakte wel deel uit van het Loonse territorium. De eerste graaf van Loon was Giselbert. Zijn dynastie regeerde 350 jaar. De graven van Loon (Frans Looz) waren vorsten van het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie en waren rechtstreeks leenplichtig aan de keizer. Zij waren aldus jaarlijks aanwezig op de Rijksdag. De kleinzoon van Giselbert heette Arnold en deze regeerde als Arnold I van 1078/79 tot 1125/35. Rond 1100 huwde hij met de enige dochter van Gerhard, burggraaf van Mainz en graaf van Rieneck. Hun mannelijke afstammelingen waren tegelijk graaf van Loon en van Rieneck. De achterkleinzoon van Arnold I heette Gerard en was ongetwijfeld de belangrijkste vorst uit de Loonse dynastie. Hij regeerde als Gerard I van 1171 tot 1194/97. Hij stichtte de abdij van Herckenrode en nam deel aan de vierde kruistocht. In Rieneck heette hij Gerhard II.
BURG VAN RIENECK
Hij liet een zevenhoekige donjontoren in Rieneck bouwen, die sterk geleek op de donjontoren van Loon. In Borgloon is er enkel nog de heuvel, waarop hij stond, overgebleven; in Rieneck kun je hem echter nog in al zijn pracht bewonderen. De afstand tussen Borgloon en Rieneck bedraagt ongeveer 600 km en deze grote afstand maakte het gelijktijdig besturen van beide vorstendommen nogal moeilijk. Graaf Gerard nam daarom de beslissing om het graafschap Loon en Rieneck op te delen in 2 graafschappen. Zodoende kreeg zijn oudste zoon Lodewijk II het graafschap Loon en Rieneck werd toebedeeld aan zijn jongste zoon Gerhard III. In 1366 eindigde het graafschap Loon als autonoom vorstendom, omdat de laatste graaf Lodewijk IV kinderloos stierf, maar in Rieneck heeft de Loonse dynastie geregeerd tot in 1559 of 444 jaar.
BURG VAN LOHR
Lohr werd later de administratieve hoofdplaats van Rieneck evenals Hasselt later de administratieve hoofdplaats werd van Loon. Het graafschap Loon is na een tussenperiode met Diederik van Heinsberg (neef van Lodewijk IV 1336-1361) in 1361 in handen gekomen van het prins bisdom Luik.
TOCH WILLEN WE NIET NALATEN JULLIE EEN SPETTERENDE 2009 TE WENSEN VEEL VOORSPOED EN VREDE EN VEEL BLOGPLEZIER.
Bij 't begin van 't nieuwe jaar hebben wij voor u wat wensen klaar: Goed gezond te zijn, niet lijden, Al wat u hartje mag verblijden, Goede vrienden, raad en daad, Dat de kerk altijd in 't midden staat, Een paraplu voor in de regen, Elke zonne-dag als zegen, Sterren in geheime nachten, Mensen die naar goedheid trachten, Geluk vrede en zegen Geve u twee-duizend-en-negen! ! ! 2008 is ............. Langs onbegane paden gaan, voor heel veel nieuwe vragen staan. Het is vertrouwen en geloven. We komen alles wel te boven. beste wensen voor een onbezorgd "NIEUW jaar".
Ik wens je een liedje van vrede een liedje van hoop en geluk aanvaard deze boodschap van vrede en 't nieuwe jaar gaat niet meer stuk. Zalig Kerstfeest vriend van mij kom en wees nu blij. Het nieuwe jaar maakt alle wensen waar. Graag gedaan en tot volgend jaar
MOOI, MOOIER.......DIEST / VOS SCHAFFEN / DIEST 29/11/2008
MOOI, MOOIER .DIEST.
VOS SCHAFFEN.
DIEST.
Diest ligt op de grens van de Kempen en het Hageland aan de Demer. De oude stad heeft prachtige gebouwen en het ommeland heeft prachtige natuur en wat Kempische bossen. De wandeling brengt ons langs een paar van deze prachtige gebouwen.
Het eerste wat we tegenkomen is het Het Hoekhuis De Roskam uit den16de eeuw deels uit vakwerk. Op de Grote Markt staan een hele reeks 17de en 18de eeuwse gevels mùet mooie namen als De Gulden Boom De Korenbloem, De Lelie en De Keyzer. De wandeling brengt ons langs een paar verdwenen brouwerijen, de Cerckel is de eerste waar we aankomen. 100 jaar geleden telde Diest 43 brouwerijen.
Met de sluitingen van de brouwerijen Cerkel, Duysters en Ooms in de jaren 70 was het doek definitief gevallen over het roemrijk bierverleden van Diest. Er resten nu nog alleen leegstaande en wegkwijnende brouwerijgebouwen. De aloude bierglorie van Diest was stervende. Gelukkig, in 1995 brengt Marc Beirens weer leven in de brouwerij Duysters. In het naburige Zichem was hij zaakvoerder van een groot dranken verdeelcentrum gespecialiseerd in abdij- en trappistenbieren.
Naast deze functie wou hij ook creatief met bier bezig zijn. Een deel van brouwerij Duysters werd opgeknapt en ingericht als gelagzaal met huisbrouwerij. Met een diploma van biochemie op zak en de aankoop van een tweedehands installatie van een Parijse thuisbrouwerij was alles voorhanden om weer Diesters bier te maken. Het hele proces van brouwen tot bottelen en etiketteren gebeurt ter plaatse. De naam van het bier Loterbol verwijst naar een historisch Diesters spotfiguurtje. In de Sint Sulpiticuskerk in Diest versieren deze figuurtjes uit hout gesneden het koorgestoelte. Loterbol betekent een keiknappe gast (=bol) die de kunst bezit om leute (=lote) te maken.
Door het bier te drinken ben je goed op weg een echte loterbol te worden. De loterbol bruin is een volmondig zwaar (8 % vol. alc.) en donker bier. Het eerste mondgevoel is zoetig maar de afdronk is uitgesproken bitter van gebrande mout. Geluk hebben we vandaag de brouwer is daar en nodigt ons uit voor een bezoek. Na ons bezoek komen we terug in het centrum en wandelen l angs de voormalige brouwerijen De Drie Kronen en De Palmboom we verlaten het centrum en gaan langs de vestingen, het Leopoldfort. Deze werden tussen 1837 en 1844 gebouwd.
De indrukwekkende citadel is nu de kazerne van het eerste bataljon parachutisten er zijn nog meer resten van de vestingen. Nu komen we in het begijnhof van Diest is een historische stadswijk in het noordoosten van de oude binnenstad van Diest waar vroeger de begijnen woonden. Dit begijnhof rekent men tot het stadstype, hetgeen betekent dat de huizen langsheen straten staan (zoals in een `ministad') en niet rondom een groot centraal plein.
Com in mynen hof, myn suster bruyt staat te lezen op de barokke toegangspoort van het begijnhof. De poort staat er sinds 1671. Het begijnhof is veel ouder werd gesticht in 1253door Arnold IV. Toen de poort gebouwd werd woonden er 400 begijntjes de laatste twee verlieten het begijnhof in 1928. We verlaten het begijnhof en komen De Warande thans een park.
Hier stond de burcht van de Heren van Diest. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling met veel prachtige bebouwen, een stukje geschiedenis, wat natuur en de Demer en wat lekker Bier. Dit is een wandeling die lang bijblijft.
MARCHE INT. DU PLATEAU / LES PIQUANTS HERVE / HERVE 15/11/2008.
MARCHE INT. DU PLATEAU.
LES PIQUANTS HERVE.
HERVE.
Het Land van Herve! Dat is het gebied tussen Vesder en Maas, bestaande uit 450 km² wallenlandschap, boomgaarden met fruitbomen, hagen, akkers en culturen, rivieren en beekjes, een nu en dan bebost heuvelachtig gebied, maar altijd weer pittoresk . Hoe kun je een prachtige streek met een rijk verleden en vol met traditie beschrijven?
Ik vond volgende tekst van Thomas Lambiet Historicus:
Het Land van Herve: een charmant tafereel.
Het « Land van Herve» ? Dat is het dan: een veelvoud van dorpjes die ingebed liggen in dit gedeelte van Luik dat zich uitstrekt tussen de Maas en de Vesder en dat in het noorden en in het oosten begrensd wordt door Nederland en Duitsland. Dit is het hart van de multiculturele Euregio die in ver vervlogen tijden het hart vormde van het grondgebied van de Eburonen waarvan de aanvoerder, Ambiorix, het de legioenen van Julius Caesar knap lastig maakte.In dit gebied vinden we sporen terug van alle tijdvakken. De eerste mens sleep hier silexsteen, een gesteente dat hier overal overvloedig werd aangetroffen. De «prehistorie ateliers van het Land van Aubel zijn internationaal vermaard. Met de komst van de Romeinen ontstonden hier grote landgoederen die de bewoners villa noemden.
De belangrijkste villa is ongetwijfeld villa Fouron die nadien een Merovingisch en nog later een Karolingisch paleis werd. Karel de Grote ging in de uitgestrekte bossen die het plateau bedekten ongetwijfeld jagen. Was zijn geboorteplaats niet Herstal en leefde hij niet in Aken?Vanaf het jaar 1000 raakte het grondgebied opgedeeld in een veelvoud van kleine Staten, de vrucht van de verkaveling van de keizerlijke fiscus ten gunste van de plaatselijke Heren. In het gebied tussen Vesder en Maas tellen we niet minder dan acht Staten. Het Hertogdom Limburg bekleedde de belangrijkste plaats in dit gebied, tot het in 1288 werd ingelijfd bij het Hertogdom Brabant. Vanaf deze periode is het gedaan met de zelfstandigheid en met een rol op het politieke toneel. De regio is dan niet meer dan een pion op het schaakbord van de Bourgondiërs, de Spanjaarden en Oostenrijkers. Op economisch vlak blijft het Land echter niet achterop. De stichting van de abdij van Val-Dieu in 1216 betekent een aanzienlijke spirituele stap voorwaarts. Bovendien zorgt deze abdij door de landbouwactiviteiten en meer bepaald door de ontginning en de verovering van nieuw land voor een enorme economische stimulans. Vanaf de 16de eeuw verandert dit ploegland geleidelijk in weideland.
De erg vochtige ondergrond blijkt zich beter te lenen voor dit type cultuur. Tegen het einde van de 17de eeuw zijn alle dorpen omgeschakeld. Precies vanuit deze mutatie ontstaat de markt van Aubel, op het raakvlak van twee culturen en dus op het ideale trefpunt voor de handel. Ook de productie van de kaas van Herve, die zijn unieke karakter aan een plaatselijke bacterie ontleent, vindt zijn oorsprong in deze periode. In de 18de eeuw helpt de steenweg Luik-Aken, die langs de bovenrand van het plateau loopt de regio uit haar isolement. De handel kan nu echt aantrekken. Ook de nijverheid krijgt hier met de bewerking van textiel, de exploitatie van kool en lood, de ontwikkeling van looierijen en de productie van schoenen voet aan de grond. Ja, de 19de eeuw is ongetwijfeld de grote eeuw voor het Plateau van Herve. In de schaduw van de fruitboomgaarden die op de weilanden worden aangeplant, ontstaan de stroop- en ciderfabrieken.
Dit is het begin van de voedingsnijverheid die ten nadele van de traditionele industrie, een faam krijgt die het Land van Herve en Aubel verheft tot een streek van kwaliteit. Dit rijke verleden schonk de huidige bewoners van het plateau een belangrijk en prestigieus patrimonium. De abdij van Val-Dieu is daar vast en zeker het paradepaardje van. Weg genesteld in de vallei van de Berwinne heeft deze abdij door het homogene karakter van de gebouwen en de zuiverheid van de lijnen temidden van een unieke groene omgeving een uitgesproken charme bewaard. Kastelen zijn hier in overvloed. Ieder dorp telt er minstens drie. We citeren graag de kastelen van Bempt in Moresnet, van Streversdorp in Montzen, van Crawhez in Clermont of van Beauregard in Charneux.
Niemand die ongevoelig blijft voor het indrukwekkende kasteel van Bolland met de versterkte hoeve uit de 17de eeuw en het landsheerlijke verblijf uit de 18de eeuw. Al even prachtig zijn de hoofdgebouwen van de ontelbare hoeves die over het plateau verspreid liggen. In alle structuren treffen we natuursteen aan, die wijst op de rijkdom uit het verleden. In de 17de eeuw domineert de Maas-Renaissance met dikke muren en kleine vensters met dwarsbalken in steen. In de 18de eeuw doen Franse stijlen, waaronder Lodewijk XIV en Lodewijk VX, resoluut hun intrede. Dit is ook de periode van de opkomst van de dorpen die hun huizen met houten vakwerk de rug toekeren en opteren voor schitterende gevels in baksteen en natuursteen. Clermont, Charneux, Aubel, Montzen, Herve, behielden hun charme van ver vervlogen tijden en verenigden in harmonie oude gebouwen met moderne kenmerken.
Een wandeling hier vormt dus een constante verrijking, want afgezien van de typische huizen ontdekt u hier ook kerken, kapellen, oude kruisbeelden, en tal van monumenten verspreid in het wallenlandschap. Maar als de stenen op het plateau een ziel hebben, hebben de zielen ook een gezicht. Het zijn de mensen uit het verleden en het heden die deze regio tot een bijzonder Land maken en hebben gemaakt. Hun originaliteit? Een merkwaardige maar volledige assimilatie van de elementen die een invloed uitoefenden op hun evolutie. De bewoners van het plateau zijn in de eerste plaats onafhankelijke, vrije mannen en vrouwen die zich goed voelen in hun vel. Ze zijn trotse, moedige, noeste werkers en ietwat perfectionist. Hoewel ze wat hun ideeën aangaat eerder behoudsgezind zijn, zijn ze vanuit economisch oogpunt heel ondernemend en avant-gardistisch. Ze houden van lekker eten en feesten stoort hen evenmin. Maar hoe dan ook komt de familie altijd op de eerste plaats! Echt, met dergelijke personages blijft de verveling ver uit de buurt. Tot slot bewaart het Plateau van Herve altijd een uitgelezen plaatsje voor traditie en folklore. We kunnen niet voorbij gaan aan de oude broederschappen van openbare bescherming zoals de « Broederschap van Sint-Hubertus » in Aubel, die haast vijf eeuwen oud is, of aan de gastronomische broederschappen zoals de Broederschap van Herve, de Heerlijkheid van Remoudou of nog de Broederschap van levgos. De « Cavalcade » van Herve, die meer dan een eeuw oud is, is een meesterstukje van Waalse folklore. En dan zijn er nog de spijkerbomen, de beurzen, markten, legendes, Ja zeker, deze regio vloeit over van schatten uit het verleden, schatten die nog heel levendig zijn.
De vele waterlopen die in zilveren draden langs de hellingen van de heuvels naar beneden slingeren en hun weg door de valleien banen, een vruchtbare regio met boomvegetatie, een ontelbaar aantal kastelen en typische hoeven, charmante dorpen die tegen de hellingen aanleunen of verborgen liggen in de valleien, dat is het land dat men in België algemeen het Plateau van Herve noemt.
Thomas Lambiet Historicus - Maart 2002
Geen wonder dat het Land van Herve voor ons één van onze favoriete wandelstreek is. Steeds weer worden we getroffen door de schoonheid van deze streek of het nu lente, zomer herfst of winter is steeds weer beleven we hier een prachtige wandeling met heel veel mooie gebouwen en kastelen, geschiedenis en erfgoed is hier overal te vinden, maar vooral de prachtige natuur trekt ons aan. Wandelen in het Land van Herve is genieten met volle teugen.
MARCHE PROVINCIALE / COMITE PROVINCIAL DE LIEGE / WEGNEZ 11/11/2008
MARCHE PROVINCIALE.
COMITE PROVINCIAL DE LIEGE.
WEGNEZ.
Wegnez is een deelgemeente van de Belgische gemeente Pepinster. Wegnez ligt in de provincie Luik. De streek is gewoon prachtig en de omgeving is top.
Prachtige bossen en het golvend landschap met diepe dalen die ons op de heuvelrug een panorama schenken om van te dromen, genieten van al het moois wandelen we verder op het parkoer. De streek rond Pepinster is bekend voor zijn textiel verleden. Met als gevolg dat er prachtige kastelen en residenties liggen.
Wij kunnen van al deze prachtige gebouwen genieten. We komen zo aan het prachtige dorp Soiron, met zijn schitterende kasteel, ligt te midden de heuvels, velden en boomgaarden die afwisselend met doorlevende hagen en groepjes bomen zijn afgezoomd.
Bij de traditionele woningen, die zoals vaker in het Land van Herve in de Maaslandse renaissancestijl zijn gebouwd, heeft men gebruik gemaakt van baksteen, zandsteen en kalksteen voor de omlijsting van deuren en ramen. Vanaf de weg hebben we een prachtig panorama op Soiron daar beneden in het dal. Wij wandelen nog wat verder en komen langs het kasteel van Wegnez. Nog even en wij zijn terug aan ons vertrekpunt. Een prachtige wandeling in een bijzondere mooie omgeving.
MARCHE DE L'ARMISTICE / CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE / HOUSSE 09/11/2008
MARCHE DE LARMISTICE
CERCLE DES MARCHEURS DE SAIVE.
HOUSSE.
Housse is een deelgemeente van de Belgische gemeente Blegny. Het is gelegen in het Land van Herve. Met zijn heuvelachtige plateaus is het in de eerste plaats een zuivelstreek, denk maar aan de beroemde kaas van Herve, hier in Limburg gewoon stink kaas genoemd. Maar ook de fruitteelt is van belang denk maar aan de Siroop van Aubel en cider Ruwet.
Wij wandelen vandaag in dit prachtige landschap, maar we worden ook naar een bijzonder monument gebracht. De Mijn van Blegny. In Blegny begon de exploitatie van de steenkool in de 15e eeuw, onder impuls van de monniken van de abdij van Val-Dieu. De steenkoolmijn van Argenteau-Trembleur, op het grondgebied van Blegny, is de laatste steenkoolconcessie in het Noorden van het Luikse Bekken.
De mijn werd definitief gesloten op 31 maart 1980, maar in 1978 was er al besloten om het gehele complex om te vormen tot toeristische site. Kenmerkend voor deze steenkoolmijn is dat ze niet zo diep is als de andere Waalse steenkoolmijnen. Sommige lagen komen zelfs aan de oppervlakte in de omliggende velden. Wij wandelen rond de terrils welke vandaag een bron van natuur zijn, met infoborden word ons verteld welke dieren, insecten, vlinders hier voorkomen de verscheidenheid is heel groot. Ook de verschillende planten zijn bijzonder en sommige komen alleen hier op de steenberg voor. Voor natuurliefhebbers is dit werkelijk een paradijs.
Maar ook voor erfgoedliefhebbers is hier nog veel te ontdekken. Door de perfecte bewaring van de mijn en de machines is dit een van de belangrijkste historische mijnen van ons land, gelukkig dat men reeds voordat men de sluiting overweeg de beslissing genomen dat deze mijn bewaard moest blijven. Hierdoor is er zowel bovengronds als onder de grond veel bewaard gebleven is het de enige mijn waar je nog kunt afdalen en ondergronds kunt gaan. Wij wandelen vandaag het domein op en gaan eens kijken op de terrils en naar de ophaalinstallatie van de steen wagentjes. Eigenlijk is het maar een eenvoudig gebouwtje met de motor en de lier. Maar wel goed bewaard. Wij wandelen verder en verlaten het domein.
Wij laten het complex achter ons en wandelen de prachtige omgeving in, hier komt het landschap van Herve heel goed uit. Het typische voor het Land van Herve zijn de wilde hagen, ze dienen niet alleen om de eigendommen af te bakenen, maar spelen een belangrijke rol in het vrijwaren van de lokale fauna en flora. We wandelen nog wat verder en komen aan de siroperie Lambert. We hebben vroeger deze eens bezocht en toen waren het zo vriendelijke mensen, maar nu zijn ze belangen niet meer vriendelijk je mag zelf geen fotos meer maken op het grondgebied. Je zou denken dat ze iets te verbergen hebben.
Gelukkig kunnen we van op de weg een paar fotos maken, het ziet er niet meer zo verzorgt uit als enkele jaren geleden. Vroeger hadden ze ook een klein museum maar dit is ook dicht. We wandelen verder en komen nog langs een prachtig boerderij. Deze is wel een uitzondering want de meeste boerderijen zijn eerder bescheiden en functioneel maar door hun eenvoud stralen ze de charme van de streek uit. Zo komen we terug aan ons vertrekpunt.
Een prachtige wandeling in het Land van Herve met oude vergane industrie die een nieuw leven krijgt met het toerisme. De stroop heeft de tand des tijd te weten overleven en is nu een gegeerd product, zeker de kleinere stroopfabriekjes die op ambachtelijke wijze deze heerlijke toespijs maken.
Wandelbloggers der Lage Landen is een blog waar wandelaars hun verhaal vertellen en er dikwijls foto's bijplaatsen, met links naar de fotoalbums. Hier kun je prachtige wandelverhalen lezen. zeker eens doen.
Vertrek in de kazerne van de Genie in Jambes. Eigenlijk is het de genieschool. Jambes is een hartelijk dorpje aan de oevers van de Maas, waar het aangenaam wandelen. Jambes was lange tijd een akkerland; op de hellingen verbouwden de Cotelis wijn en hop en in de vallei kweekten de Masuis (tuinders) groenten, daar is nu niet veel van over gebleven. De hellingen van de Maas zijn bedekt met bossen.
Wij wandelen naar de maasoever, waar we kunnen genieten van de watervogels en op een draad over de Maas zit een hele rij Aalscholvers. Wij wandelen richting Namen, en al vlug zien we de Citadel boven op de helling. De citadel gelegen in een bosrijk domein van 8 ha. De panoramas zijn hier verrassend. De 2000 jaar geschiedenis die hier verteld wordt geeft ons een beeld van de belangrijkheid van deze plek. Van het kasteel van de Graven van Namen tot op heden.
Maar we wandelen eerst door het prachtige domein en de omliggende bossen. Langs de prachtige huizen en kastelen, we komen langs het kasteel waar de 3 koningen ooit geweest zijn. In 1692 de koning van Frankrijk Louis XIV, in 1823 koning Guillaume I van Nederland en in 1899 koning Leopold II van België. Het kasteel is gelegen in een prachtig bos.
We verlaten het bos en wandelen naar Namen, langs de prachtige huizen en het kasteel van Namen dan beklimmen we de Citadel, langs de gangen en de poorten. Langs de parfumerie in een voormalige legergebouw, 10 meter onder de grond rijpen de parfums van Guy Delforge. Ook langs het oudste gedeelte de burcht van de graven van Namen.
Als je op de heuvel van de citadel naar beneden kijkt heb je een prachtig zicht op de stad en de vele mooie gebouwen, hier kun je de kerktorens tellen. De citadel troont hoog boven de stad uit zon 220 meter hoog. De wandeling door het fort is altijd een heel bijzondere ervaring, wij dalen naar beneden en komen zo terug aan de Maas.
Vanop zijn paard kijkt koning Albert I naar de plek waar Samber en Maas samenvloeien. We wandelen nog een heel eind langs de rivier en de brug dan komen we terug aan ons vertrekpunt. Wij hebben genoten van de prachtige wandeling in het land van de Naamse Maas.