De naam zegt het al: dit zijn witte vlinders. Je kunt heel makkelijk het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje zien. Het vrouwtje heeft op de bovenkant van haar vleugel altijd twee zwarte stippen en het mannetje heeft één zwarte stip of helemaal geen. Er zijn eigenlijk drie verschillende witjes: het groot koolwitje, het klein koolwitje en het klein geaderd witje. Als je een witje ziet, zal het meestal het klein koolwitje zijn, want die komt het meeste voor.
Wanneer vliegt hij?
Je kunt van april tot oktober witjes zien vliegen in heel het land. Witjes stellen niet zoveel eisen aan de plek waar ze leven, dus ook in de stad zie je heel vaak witjes vliegen. Ze vallen natuurlijk ook heel erg op door hun witte kleur.
Waar kun je hem vinden?
Verder leven witjes graag in de buurt van akkers en tuinen, omdat daar vaak koolplanten staan.
Waar leven de rupsen?
Je zult je misschien afvragen waar de naam koolwitje vandaan komt. Nou, dat is omdat de rupsen van de koolwitjes het liefst koolplanten eten.
MIDWEEKWANDELTOCHT / W.S.V. DE VELDLOPERS / GULPEN. NL. 18/04/2007.
MIDWEEKWANDELTOCHT
W.S.V. DE VELDLOPERS GULPEN.
GULPEN. NL.
Woensdagnamiddag, zomerse temperaturen, Gulpen een wandeling die prachtig is het landschap, de gebouwen, de dorpjes gewoon mooi. We vertrekken in het centrum langs de oude kerk waar alléén de toren nog staat met het oude kerkhof. We klimmen het dorp uit langs de grote hoeve met speklagen in mergelsteen.
Dan wandelen we de natuur in, weidse landschapen, weilanden met bosjes op de heuveltoppen. Het glooiend landschap is prachtig, steeds worden we geboeid door het landschap. Nu wandelen we de hellingsbossen in en geregeld een stevige klim en dan weer de afdaling gelukkig hebben ze trappen gemaakt en is de afdaling aangenaam. In het golvende landschap van Gulpen liggen nostalgische kernen en gehuchten verscholen tussen groene weides en kleurrijke hoogstamboomgaarden.
Het Geul- en Gulpdal is het mooiste landschap in Nederland. Wij worden verrast worden door de schitterende vergezichten, de holle wegen, de vakwerkboerderijen en het kabbelende water van Geul en Gulp. We komen in de omgeving van de orchideeëndal en tuin met de prachtige oude hoeve. Op de hellingen staan de fruitbomen in bloei.
Het Gerendal is het beroemdste bloemendal van Limburg. Waarschijnlijk zelfs van heel Nederland. Dankzij de gevarieerde, kalkrijke bodem groeien hier vele soorten orchideeën. Helaas zijn deze zogenaamde kalkgraslanden erg kwetsbaar. Daarom zijn ze niet toegankelijk voor publiek. De orchideeëntuin in het Gerendal is daarentegen wel te bezichtigen. Hier groeien alle planten die ook in de rest van het gebied voorkomen. Met name in het voorjaar is een bezoek aan de tuin zeer de moeite waard. Het Gerendal is overigens wel te doorkruisen over de kleine verharde veldwegen. We komen langs een van de vele met bloemen versierde kruisen.
Nu klimmen we uit het dal en krijgen een prachtig panorama over het dal. We wandelen naar het dorpje Scheulder de kerk komt dichterbij.
We komen in Scheulder een prachtig dorp met grote boerderijen gebouwd met mergelstenen en gedeelten in vakwerk. We verlaten Scheulder en wandelen terug naar Gulpen langs de velden en bossen. Zo komen we terug aan in het centrum van Gulpen. Een prachtige en aangename wandeling
LENTETOCHT / WC DE MINSTREEL / WIJNANDSRADE. NL. 15/04/2007
LENTETOCHT
WC DE MINSTREEL.
WIJNANDSRADE. NL.
Wijnantsrade is een deelgemeente van Nuth, het voornaamste gebouw in het dorp is het kasteel. Vanaf 1973 is kasteel Wijnandsrade vooral bekend geworden in de Euregio door het jaarlijkse Antiek- en Folklorefestival.
Een festival waarin de Limburgse kunst, cultuur en folklore, en de welhaast vergeten oude volksgebruiken, levendig worden gehouden. De geschiedenis van kasteel Wijnandsrade reikt veel verder. Achter het kasteel en kerk ligt een hoge heuvel, ook wel de motte genaamd. Deze stamt uit de 12e eeuw. Op de motte bevond zich een primitieve burcht die als woonplaats diende voor de eerste Heren van Wijnandsrade. Hier kon men zich bij onraad verschansen en verdedigen.
In 1554 werd een nieuw kasteel gebouwd, waarvan een belangrijk deel nog aanwezig is. Vanaf de binnenplaats van de kasteelboerderij ziet men rechts een deel van de oude slotgracht, met daarover een stenen brug die naar een poorttoren leidt. In dat deel bevindt zich onder meer de vroegere ridderzaal. De andere delen van het kasteel zijn later gebouwd. Zo dateert de grote toegangspoort tussen kasteel en kasteelhoeve uit 1719. Tot 1916 was kasteel Wijnandsrade in bezit van de adellijke familie von Bongart. Van 1872 tot 1960 werd het achtereenvolgens bewoond door de paters Jezuïeten en de paters Minderbroeders Conventuelen.
Sedert 1967 dient de begane grond van het kasteel onder andere als vestiging van een aantal bedrijven. Na een ingrijpende restauratie door de Stichting tot Behoud van Kasteel Wijnandsrade zijn er op de verdieping tevens een zevental appartementen in ondergebracht. De kasteelhoeve is eigendom van de Stichting Proefboerderij Wijnandsrade die regelmatig landbouwproeven uitvoert.
In Nederland zijn de gemeenten, opgebouwd uit dorpen, buurtschappen en gehuchten. We verkennen vandaag een paar gehuchten van Nuth.
We wandelen door de prachtige omgeving met mooie oude huizen, holle wegen en kapelletjes op elke hoek van de veldwegen. In de verte de wieken van een windmolen. Gewoon mooi, landbouw is hier de hoofdactiviteit. We wandelen verder door de mooie natuur en komen in Brand, dan verder en naar Terstraten en Nierhoven, hier staan nog prachtige vakwerkhuizen.
Een grote witte hoeve uit 1732, met een paar vakwerkhuizen vormen de buurtschap Terstraten hier is de tijd blijven staan, een prachtig geheel, zelf de auto die ons langs de stoffige wegen inhalen zijn van vorige eeuw, gewoon prachtig. wat verder komen we in Nierhoven met de prachtige windmolen uit 1892.
Ook nog een paar zeer mooie vakwerkhuizen en dan komen we terug in Wijnandsrade.
Een prachtige wandeling in Zuid-Limburg met een stralende blauwe hemel met temperaturen die rond de 30° C flirten wat wil je nog meer als wandelaar, gezellig met ons drieën, genieten van de natuur en de prachtige bouwwerken, een pracht van een wandeldag.
Op het ogenblik zijn de bloesems zeer mooi, alhoewel de pruimen uitgebloeid zijn en er al veel groene bladeren verschijnen aan de bomen. Maar de prachtige appelbloesem zijn nu volop in bloei, en voor mij zijn dit de mooiste van al. Grote wit/rode bloemen sieren de bomen. Geniet maar mee met de beelden.
Weggedoken in het heuvelend Haspengouwse landschap, midden in de fruitstreek, straalt de abdij Mariënlof vrede en rust uit.
In de loop der jaren is ze een vaste waarde geworden in Zuid-Limburg. Oorspronkelijk gesticht en bewoont door de Kruisheren, opgeheven door de Franse Revolutie, word de abdij sedert 1822 bewoond door Cisterciënzerzusters. Het ideaal van de orde werd en word er hoog aangehouden en nog steeds beleefd. Mariënlof, mensen komen en gaan om de kunstschatten te bewonderen, om te bidden en om tot rust te komen.
Verblijven een paar dagen bij de zusters en volgen op het ritme van de orde de dag. Dit vroegere kruisherenklooster werd uitgebouwd vanaf 1438 onder impuls van Maria van Colen, dochter van de graaf van Loon. Vandaag vormen het klooster, de kerk en de boerderij een gesloten complex uit de 16de-18de eeuw. De noordvleugel met de renaissancetrapgevel dateert uit 1516-1520. De oostvleugel uit 1560 verbindt de kerk met de noordvleugel. Hij werd samen met de westvleugel uit 1721 in 1750 in classisistische stijl herbouwd. De kerk werd in gotische stijl uitgewerkt met een torentje dat wat barok aandoet. Een eerste poortgebouw met een Maltezer kruis kwam in 1696 tot stand, een tweede met een fronton in 1788. Het klooster werd staatseigendom in 1796 en cisterciënzerinnenpriorij in 1822. Nadat de kerk in 1944 werd vernield, volgde een restauratie. Sinds 1990 draagt het klooster de titel van abdij. De kerk heeft overwegend rococomeubilair, met een eiken koorgestoelte en een hoogaltaar met schilderijen van de Luikse schilder M. Aubé.
De sacristie is in rococostijl uitgewerkt en omvat houtsnijwerk, het schrijn van Sint-Odilia uit 1292 - de oudste paneelschildering in de Nederlanden -, de stoel van Sint-Lutgard en schilderwerk van M. Aubé.
Inlichtingen: Toeristische dienst stad Borgloon : http://www.borgloon.be/
FRUITSTREEKMUSEUM - KERNIEL.
De fruitsite Colen: In een zijgebouw op het binnenplein van de abdij van Colen staan een aantal panelen opgesteld die de ganse geschiedenis van de fruitteelt uit Haspengouw weergeven aan de hand van fotos en teksten.
Er zijn ook een groot aantal voorwerpen bewaard die met de fruitteelt te maken hadden in Haspengouw, we vernoemen enkele, de oudste sorteermachiene van Europa, de oudste veilingklok van België.
Er worden ook streekproducten verkocht zoals de Loonse stroop". Inlichtingen: http://www.vzw-fruitstreekmuseum.be
DOMEIN COHLENBERG KERNIEL NIELSE WIJN IN HET LAND VAN LOON.
In Haspengouw, ook in Borgloon zijn wijnliefhebbers bezig met het planten van druiven, het persen en maken van wijn. Ook in de vallei van Colen is er een wijngaard.
In de deelgemeente Kerniel word de Vroege Loonse gemaakt. Een prachtig terras in de wijngaard bied een prachtig zicht op de omgeving, de Colenvallei en de abdij en het prachtige Haspengouwse landschap. Proeven van de wijnen kan ook. Een bezoekje aan de wijnmaker met de nodige uitleg is een meegenomen extra.
STOOMSTROOPFABRIEK BORGLOON.
Op minder dan 500 meter van de Abdij van Colen, de fruitsite en de Colhenberg wijngaard ligt de stoomstroopfabriek van Borgloon. Deze prachtige site ligt in de stationsbuurt.
Altijd een feest is een bezoek aan de ambachtelijke stroopfabriek. De gebroeders Bleus maken ambachtelijke stroop. De koperen ketels zijn een prachtig zicht, het fruit dat staat te koken, de pers die de fruitpap perst en de koperen ketels waar het sap word ingedikt tot stroop. De werken aan de ambachtelijke stroopfabriek schieten goed op en de twee nieuwe koperen ketels zullen binnenkort in dienst genomen worden. Er heerst een gezellige drukte als de stroopmakers bezig zijn, de geur van de kokende stroop is bijzonder, de verloren gewaande geur over de stationsomgeving is weergekeerd. Binnen enkele weken word de aardbeien en Rode bessen siroop gemaakt welke een heerlijke smaak hebben.
Kerken staan in de belangstelling zeker om hun architectuur. Maar ook om de vele bedreigingen, het aantal kerkgangers loop drastig omlaag en het onderhoud van de kerken kost de gemeenschap handen vol geld, betekend dit dat we de kerken maar moeten laten vervallen en verkommeren? Zeker niet.
Stilaan word het voor vele duidelijk dat een gemeente of stad het onderhoud van al de kerken op hun grondgebied niet kunnen blijven onderhouden, en dat er een andere bestemming aan gegeven kan worden. Begrijp me niet verkeerd ik pleit niet om de kerken te sluiten of verbouwen of te slopen. Maar toch is het goed dat we even durven verder kijken dan onze neus lang is.
DOMINIKANERKERK
Het behouden van de gebouwen is een belangrijke opdracht voor de beleidsverantwoordelijke zeker omdat kerkgebouwen een belangrijke historische waarde hebben. Als erfgoedraad vragen we ons af wat er moet gebeuren en hoe we de toekomst van onze kerkgebouwen veilig kunnen stellen. We willen ook niet wachten om erover te praten tot we verplicht worden een standpunt in te nemen, de opdracht van een erfgoedraad is ook verder denken naar de toekomst om ons erfgoed op een zo goed mogelijke wijze te beschermen en te bewaren.
KRUISHERENKERK
We gaan eens op bezoek bij onze buren in Maastricht om eens te zien hoe zij het probleem opgelost hebben. Het is een hele ervaring om te zien hoe een kerk omgebouwd word naar een boekhandel, een hotel of een archief. Maar vooral de wijze waarop het gebeurd. Met heel veel respect voor het gebouw en zijn vroegere bestemming, zonder het gebouw te verbouwen en zijn originele bestemming verloren te laten gaan.
Ze hebben het originele gebouw vakkundig hersteld in zijn oorspronkelijke staat en hebben met moderne middelen er een nieuwe bestemming aan gegeven. Eigenlijk moet je zelf kunnen zien om het te geloven, hoe geslaagd de transformatie is en hoe op heel korte tijd het gebouw terug in originele staat gebracht kan worden.
MINDERBROEDERSKERK
We wandelen door het centrum met een bezoek aan de Dominikanenkerk herbestemd als boekhandel,Minderbroederskerk herbestemd als Regionaal Historisch Centrum Limburg. De Kruisherenkerk herbestemd als hotel. Als afsluiter een demonstratie en toelichting bij de website www.zichtopmaastricht.nl een Culturele biografie over Maastricht een virtueel museum over Maastricht. Een geslaagde studienamiddag waar we de komende tijd nog zullen over praten.
Het bont zandoogje is een bruine vlinder met kleine gele vlekjes die leeft in het bos. Het mannetje zit vaak op kleine zonnige plekjes in het bos te wachten op een vrouwtje. Die zonnige plekjes zien er net zo uit als zijn eigen gele vlekjes, zodat je hem soms bijna niet ziet zitten. Als er een ander mannetje op zijn plekje komt jaagt hij hem snel weg. Dan vliegen ze om elkaar heen hoog de lucht in.
MARCHE DES PINGOUINS / LES PINGOUINS DE BELLAIRE / BELLAIRE 08/04/2007.
MARCHE DES PINGOUINS.
LES PINGOUINS DE BELLAIRE.
BELLAIRE.
Een wandeling met veel afwisseling en veel mooie kleine dorpjes waar het fijn is om te wandelen.
In de verte de resten van de koolmijn verleden, de terriels. Het landschap is mooi en afwisselend. We wandelen naar Saive waar we door de velden wandelen. Wat verder komen we in Retinne.
Mooie oude gebouwen met een prachtig plein met een Christus op kruis met twee gezichten. Zo komen we in Vieux Retinne. Wat verder wandelen we door een mooie wandelwegje met bomen. we wandelen verder en komen in Surfosse en Tilleur. Een prachtige streek met veel natuur en afwisseling in gebouwen. Een aangename wandeling.
Tervuren, de prachtig brede Tervurenlaan, die van Brussel komt en uitloopt op het Koloniënplein. Koning Leopold II liet deze laan in 1897 aanleggen. Zowel in Brussel als in Tervuren liep toen een deel van de wereldtentoonstelling.
KOLONIENPALEIS
Langs deze laan werd meteen een tramlijn aangelegd. Die vandaag nog haar eindpunt in een pittoresk tramstationtje heeft. Met de wereldtentoonstelling van 1897 wilde Leopold II meer belangstelling wekken voor zijn Kongo-Vrijstaat. Hij bouwde daarom in het park van Tervuren een Koloniënpaleis. Vandaag staat het Koloniënpaleis nog altijd met een indrukwekkende fontein op de voorgrond. Het dierenorkest is een prachtige fontein.
De belangstelling voor Kongo bleef groeien en in 1910 werd het Museum voor Midden-Afrika geopend. Een prachtig park met vijvers omkadert het geheel. Hier vertrek onze wandeling door Tervuren. Onze eerste passage naar de Nettenberg langs de Wolvenweg en komen aan het kasteel de Robiano-Stolberg een Italiaanse familie Robiano. Het huidig kasteel dateert van 1900 doch de oudste sporen gaan terug tot 1404. In 1516 werd het kasteel eigendom van Willem I, Prins van Oranje-Nassau. In 1566 zou het gediend hebben als toevluchtsoord voor de Brusselse Calvinisten die voor hertog Alva op de vlucht sloegen. In de 2de helft van de 19de eeuw kwam het in het bezit van de Italiaanse familie de Robiano.
ROBIANO KASTEEL
WOLVENWEG
We wandelen door de Ysedreef van het Zoniënwoud. Het Zoniënwoud beslaat meer dan 4.000 ha. Het bevindt zich zowel op het grondgebied van het Vlaamse, het Waalse als het Brusselse gewest. Eigenlijk is het huidige woud een overblijfsel van het oude 'Kolenwoud' dat in de loop der tijden geleidelijk door de mens werd gerooid. De laatste kaalslag gebeurde in het begin van de 19de eeuw. Het grote beukenbestand, dat dateert uit de tijd van de Oostenrijkers (1715-1794), is nu een waar paradijs voor wandelaars en fietsers. Maar liefst 80 % van de totale oppervlakte bestaat uit beuken. In het bos ontspringen ook heel wat bronnen en enkele riviertjes. We verlaten het woud en komen in Duisburg waar nog verschillende druivenserres staan, nog altijd worden de Belgische druiven als de beste ter wereld ervaren, door het vakmanschap van de telers.
HOEFIJZER
ST HUBERTUSKAPEL
HERTOGELIJK PALEIS
We wandelen terug het zoniënwoud binnen en genieten van de prachtige natuur. Dan komen we in het Park van Tervuren. De Warande van Tervuren is een bos als park aangelegd (205 ha), dat twee door een beboste kam van elkaar gescheiden dalen omvat. Voor het park bevindt zich een merkwaardige, met vijvers, bloembedden en beelden verfraaide Franse tuin die uitloopt op een reeks vijvers die hun water ontvangen van de Voer. Een tweede sliert van met waterplanten bedekte vijvers strekt zich uit voorbij het beboste gedeelte. Hier heeft de natuur haar ruw en woest uitzicht bewaard. Op het kruispunt van de Zevenster liggen drie grote stenen. In tegenstelling tot wat soms wel eens wordt beweerd, gaat het hier niet om dolmen of druïdenstenen. Het zijn megalieten, tertiaire zandstenen, die in mei 1883 door Hubert Nootens uit Duisburg-Ten Hertswegen uit zijn akker werden opgegraven. Leopold II vond ze een geschikte versiering voor zijn Warande en kocht ze aan voor 150 franken. In de Middeleeuwen werd de Warande ommuurd om het wild binnen te houden voor de jacht. De Leuvensepoort is de enige nog authentieke poort uit de 17de eeuw. De Parkpoort daarentegen werd pas gebouwd in 1897 als toegangspoort voor het 'Kongolees Dorp' dat in de Warande rond de vijvers opgetrokken werd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling. De poort werd gerestaureerd in 1990. We komen aan het vroegere Hertogelijk Kasteel.
Bij opgravingen tussen 1982 en 1985 werden bij de Sint- Hubertuskapel en de Kasteelvijver de fundamenten blootgelegd van het vroegere Hertogelijk Kasteel. Het oudste gedeelte gaat terug tot de jaren 1200 wanneer de Brabantse hertog Hendrik I hier een burcht liet bouwen. In de loop der eeuwen werd dit kasteel uitgebreid en verfraaid door zowel de Aartshertogen van Brabant Albrecht en Isabella als de Oostenrijkse landvoogd Karel van Lorreinen. Na diens dood werd het op bevel van keizer Jozef II afgebroken. Enkel de Sint-Hubertuskapel en het Hoefijzer ontsnapten aan de sloophamer.
AFRIKA MUSEUM
We lopen even langs de Sint-Hubertuskapel. Deze barokke slotkapel werd in 1617 gebouwd in opdracht van de Aartshertogen Albrecht en Isabella, naar een plan van Wenceslas Coeberger. Zij bevindt zich in de Warande op de binnenkoer van het voormalig kasteel van de Aartshertogen. Volgens de legende zou de heilige Hubertus op deze plaats gestorven zijn. Van het Hertogelijke Paleis zijn alleen de stallingen overgebleven. Het wordt ook het Hoefijzergenoemd en dient als Kazerne Panquin. Dit harmonisch geheel was een deel van het verdwenen Hertogelijk kasteel. Het diende als stalling en woning voor het kasteelpersoneel en werd gebouwd in 1749-1750 in opdracht van Karel van Lorreinen volgens de plannen van bouwmeester J.A. Anneessens. Thans doet het dienst als kazerne.
SPOORLOOS STATIONTJE
We wandelen door de poort het centrum van Tervuren binnen. Een prachtig Marktplein, gezellige winkelstraten. Zo komen we terug aan de brede Tervurenlaan waar onze ontdekkingstocht door Tervuren en omgeving eindigt. We lopen nog even tot aan het Museum en komen langs het Spoorloos stationtje en het Koloniënpaleis. Nog even rond de prachtige fontein. Een geweldige wandelervaring.
Waar kun je nu beter wandelen gaan dan in Haspengouw op een dag als vandaag de thermometer klimt boven de 25° C het zonneke schijnt heerlijk met een straalblauwe hemel.
De bloesem zijn nu op zijn mooist en alles geur heerlijk naar de zoete geur van de bloesem. Duizenden mensen wandelen en fietsen vandaag in Borgloon, een gezellige drukte overspoeld het Land van Loon.
Wij gaan met ons drieën, Christiane en ikzelf en natuurlijk ons Jefke erbij heerlijk wandelen en genieten van de bloesem. Een van de mooiste plekjes is de boomgaard aan het kasteel. Deze verzameling hoogstambomen staan nu volop in bloei, wat een prachtig zicht de miljoenen witte bloemen die de bomen sieren, de zachte wind laat de bloesemblaadje stillekes neer dwarrelen en een wit tapijt om over te wandelen.
We wandelen zoveel mogelijk langs de boomgaarden, genietend van de natuur, de vogels die fluiten en de vlinders die rond fladderen. Wat kan het leven toch mooi zijn. We wandelen door het provinciaal domein, de oude spoorwegzate nu fietspad en zo naar Berlingen en terug naar Rullingen. Een fijne wandeling in bloeiend Haspengouw.
Op het 14 hectaren grote park is een presentatie weggezet van bijna alle voorjaarsbloembollen die men zich kan bedenken, vooral tulpen, narissen en hyacinten.
Een prachtig park met duizenden bloeiende bloemen. Tulpen verdeeld in vroeg, middelvroeg en laatbloeiend, maar ook nog eens onderverdeeld in de klassieke triumph tulpen, botanische, leliebloemigen, viridifloras en meerbloemige.
Narcissen van de alom bekende gele trompet narcis tot vele nieuwe rassen zoals de papillon narcissen en niet te vergeten de vele soorten botanische narcissen.
De sterk geurende hyacinten krijgen dit jaar extra aandacht. Niet alleen de bekende roze, witte en blauwe hyacinten zijn te bewonderen maar ook de kleuren geel, oranje, rood en donkerviolet. Tussen de eeuwenoude bomen een zee van blauwe druiven, wilde tulpen en bijzondere bolgewassen maar ook viooltjes, azaleas en rododendrons.
De editie 2007 van de Lente in Groot-Bijgaarden heeft voor de bezoekers een aantal aantrekkelijke nieuwigheden in petto. Direct na binnenkomst ontwaakt aan de rechterzijde een tuin gebaseerd op 4 kleuren. Een tuin met alleen bolbloemen in de kleuren rood, een tweede tuin in de kleuren geel, een derde tuin in de kleuren violet/roze en als laatste een tuin in witte accenten.
Op de grote weide rond de cafetaria is een tuin gecreëerd die associaties opwekt met de Europese Gemeenschap. Als nieuwigheid treft de bezoeker perken aan die gebaseerd zijn op Europese Landenvlaggen. Zelfs de blauwe Europese vlag met zijn gele sterren ontbreekt niet.
In de kapel en slottoren exposities zijn van o.a. amaryllissen, callas, lelien en alstromedia's, snijtulpen, freesias en orchideeën.
Geschiedenis van de tulp
Europa heeft zijn tulpen te danken aan een Vlaming.De Vlaming D. Busbecq was in 1593 ambassadeur in Constantinopel, toen hij daar in de paleistuinen een nieuwe bloem ontdekte: de tulp. Hij zond een aantal tulpenbollen naar zijn Hollandse vriend Carolus Clusius, een befaamd bioloog van de Botanische Tuin/Hortus Botanicus te Leiden, die besloot ze in zijn tuin te kweken.
Tulpenmanie
Het nieuws over de schoonheid van deze bloem verspreidde zich als een lopend vuurtje, en rijke Hollanders waren bereid fortuinen op tafel te leggen voor tulpenbollen. Een dolle speculatiegolf maakte zich meester van Holland. Maar in 1617 bekoelde de tulpenkoorts en kwam het tot een ware instorting van de tulp, die meer dan één speculant over de kop deed gaan. Van de tulpenmanie bleef enkel nog de herinnering over.
Het kasteel
Het kasteel van Groot-Bijgaarden, de trots van deze gemeente op 7 km ten westen van Brussel, is zonder twijfel een van de pronkstukken van het archeologische erfgoed van ons land.
Het kasteel van Groot-Bijgaarden is omringd door een brede sloot. Het diepe, stilstaande water wordt afgezoomd door de trotse bladerpracht van een reeks eeuwenoude beuken. Een brug met vijf bogen, bewaakt door twee heraldieke figuren uit de XVIIe eeuw voert de bezoeker tot aan de ophaalbrug die toegang verleent tot het voorkasteeltje waarvan het middelste deel dateert uit de XIVe eeuw. Het kasteel zelf is een gebouw van grote afmetingen opgetrokken in een fraaie, volkomen zuivere stijl.
Het is een merkwaardig voorbeeld van Vlaamse renaissance en bestaat uit een lang gebouw in roze baksteen waarop de witte zandsteen van de vensterbanken en kruisen goed uitkomt en mooi harmonieert met het donkerblauw van het leien dak. De linkervleugel wordt beheerst door een peervormige torenspits. Tegen de rechtervleugel leunt de kapel die sinds drie eeuwen geen enkele wijziging onderging.
De massieve, dertig meter hoge slottoren, links van de versterkte toegangspoort, telt vier verdiepingen. De muren zijn drie meter dik. Het platform van de vierde verdieping, dat beschermd wordt door een gekanteelde muur, biedt tot dertig kilometer ver een schitterend uitzicht over het Vlaamse land.
Een prachtig lentedag met veel zon en lekker warm, veel kleuren en aangename geuren, rust en stilte wat kan een mens nog meer verlangen, dit word je aangeboden in het prachtige lentepark van het Kasteel van Groot- Bijgaarden.
Het Belang van Limburg plaats dit als titel op de eerste bladzijde van de krant van vandaag. Ik denk dat dit wel een juist cijfer is, we hebben van af 9.30 een volkstoeloop gekend op naar het Stoomstroopfabriek.
We hebben een prachtige dag gekend, al was het voor velen aanschuiven en wachten. Toch hebben we geen gemor gehoord, blijkbaar was het voor de duizende bezoekers de moeite waard om te proeven van de pannenkoeken met Loonse stroop.Voor Borgloon was het een hoogdag.
Onze belofte aan de Vlamingen is volbracht en wij hebben een prachtige dag beleefd, dus iedereen blij. Langs deze weg willen iedereen bedanken die tijdens de Monumentenstrijd ons ondersteund hebben en gestemd hebben voor ons.
Wij hopen dat jullie nog eens langs komen om het Stoomstroopfabriek en de Loonse stroop te bezoeken.
Bezoek de blog van Terry: http://blog.seniorennet.be/puk
Wij willen ook onze blogvrienden bedanken die ons bezocht hebben en vooral Terry en Carlo bedanken voor hun mooie attentie.
Wist je dat de ekster een beruchte eierdief is. Ook jonge zangvogeltjes staan af en toe op zijn menu.
Wist je dat de ekster één van de weinige vogels is die adders aanvalt en doodt.
Wist je dat eksters heel nuttig voor de landbouw zijn omdat ze veel insecten eten. Ze gaan dikwijls op koeien, schapen en herten zitten om de teken eraf te pikken.
Wist je dat een eksternest wordt gemaakt uit takjes die met modder aan elkaar gekit worden. Als bekleding worden dunne worteltjes, droog gras of haar gebruikt. Boven het nest zit vaak een koepelvormig dak van doorntakjes.
De ekster is een elegant gebouwde kraaiachtige, 46 centimeter lang en zo'n 2 ons zwaar. De vogel komt bij ons het gehele jaar voor en is een echte standvogel. Mannetjes en vrouwtjes vormen paren voor het leven en zijn nagenoeg gelijk, al is de staart van het mannetje meestal iets langer. Het nest is groot en hangt in bomen en struiken. Er is meestal 1 broedsel per jaar. De ekster begint soms al in maart met het bebroeden van de 5 tot 8 eieren. De broedtijd is ongeveer 17 dagen, waarna de jongen nog 3 tot 4 weken op het nest blijven. In ons land komt de vogel bijna overal voor. De laatste decennia komen ook steeds meer paartjes in de stad voor. Het is echter toch vooral een vogel van het platteland en de randen van steden en dorpen. Het dier eet nagenoeg alles: noten, aas, afval, jonge vogels, eieren enz. Hoewel de vogel mensen mijdt, is hij zeer gemakkelijk waar te nemen. Bij het vliegen maakt hij een wat onbeholpen indruk en hij vliegt zelden grote afstanden in een stuk.