6E MARCHE DES ABBAYES.
LES DJALES DANHEE.
DENEE ANHEE.
Het landelijke Anhée ligt in een bebost gebied langs de rivier de Maas. Denee is een deelgemeente van Anhee. Het riviertje de Molignée stroomt door de gemeente en mondt er uit in de Maas. Anhée maakte in het verleden deel uit van het Baljuwschap van Montaigle van het Graafschap Namen.





Montaigle vormde één van de zeven grafelijke burchten. Deze burchten waren belangrijk voor de verdediging van het Graafschap Namen. De streek kende wel een aantrekkingskracht op kloostergemeenschappen. In de bossen van Sosoye werden in de 19de eeuw de abdijen van Maredsous en Maredret gesticht. Tot het einde van de 18de eeuw was er ook een abdij vlak bij Anhée met de naam "Moulins". Hiervan rest alleen nog de hoeve en het abtenhoofdkwartier.





Onze wandeling vertrekt in de abdij van Maredsous. In de nabijheid van de Vallei van de Molignée stichtten monniken, afkomstig uit Beuron, in 1872 Maredsous. De gebouwen zijn opgetrokken in neogotische stijl. De abdij - m.n. de kerk en de in een grote vierhoek gegroepeerde gebouwen - vormt het hart van Maredsous. Dit gedeelte, waar het leven van de monniken zich hoofdzakelijk afspeelt, is niet toegankelijk voor het publiek. Alleen het opvangcentrum, de abdijkerk en het Centrum Grégoire Fournier kunnen bezocht worden. De kloosterorde de Benedictijnen bewonen de abdij. De gebouwen van de abdij van Maredsous ademen spiritualiteit, in een sfeer van rust en toewijding die niemand onverschillig kan laten. De kerk die boven het klooster uittorent, het klooster zelf en de bibliotheek, de bijgebouwen, waaronder de oude kunstnijverheidschool, het Onthaalcentrum Saint-Joseph, vormen een harmonieus geheel.






De streek barst van pittoreske hoekjes waar we ons hartje kunnen ophalen aan de tocht door afwisselende en authentieke landschappen. Wij wandelen over het domein en komen zo aan Chateau Ferme de Beaucourt wij wandelen wat verder en komen in Maredret. Een authentiek dorp waar het merendeel van de huizen is opgetrokken in steen van de streek, eeuwenlang ontgonnen uit de plaatselijke groeven. Maredret is een juweeltje ingebed in het Molignéedal, linker bijrivier van de Maas. De streek van de Molignée is befaamd om haar landschappelijke schoonheid en natuurrijkdom. Maredret is ook bekend als dorp van kunstambachten. Wij wandelen een eindje over de oude spoorwegberm en dalen dan af naar het dorpje. We komen dan aan de Ferme de la Cour een boerderij uit XVI eeuw, hier worden nog op ambachtelijke wijze geboerd. De varkens lopen vrij rond in het bos. Prachtige dieren. We wandelen weer verder en komen aan de controlepost waarna we naar het centrum van Ermeton-Sur-Biert wandelen.






We komen aan het kasteel en wat verder ligt het klooster van de Benedictinessen van Ermeton-sur-Biert. De geschiedenis van het complex gaat terug tot begin 14e eeuw. In de loop der jaren is er veel aan ge- en verbouwd door de elkaar opvolgende adellijke bewoners. De gemeenschap van Benedictinessen die er nu woont is nog vrij jong. Ze is in 1917 gesticht door een monnik van het nabijgelegen Benedictijnenklooster Maredsous. In 1936 hebben de zusters het kasteel betrokken. Hun sfeervolle kapel hebben zij in 1954 laten bouwen. De gemeenschap bestaat nu uit ruim twintig zusters, van vijf nationaliteiten. De voertaal is Frans, maar Vlaams en Duits wordt ook verstaan. Het kasteel aan de kerk kasteel in neoklassieke stijl uit het einde van XVIIIe eeuw met bijgebouwen, gelegen op bijna 05 hectaren park, bos en gronden. Het kasteel werd door de Maître des Forges François Amand, gebouwd in 1790. Wij wandelen door het dorpje en langs het klooster, wij bezoeken de tuin van het klooster en vervolgen dan onze wandeling naar de kontrolepost. We wandelen dan terug de spoorweg op en keren terug naar Maredret.






Nu komen we aan de Abdij van Maredret. De stichting van deze abdij van Sint Jan en Sint Scholastique past in het kader van de kloosteropleving in de 19de eeuw. De eerste steen van de abdij werd gelegd op 5 augustus 1891 op een terrein dat aangeboden werd door de familie Desclée. Dit belangrijke neogotische geheel, in gehouwen steen en kalkbreukstenen onder een leien dak, bevindt zich op een van de heuvels die uitsteken over het dorp Maredret en de vallei van de Molignée. De kerk werd van 1898 tot 1907 gebouwd door de Gentse architect A. Van Assche. Het meubilair en de glas-in-loodramen zijn opmerkelijk. De kloostergebouwen zijn toegeschreven aan de architecten Enseval, Pequet, Soreilen Durieu. Wij bezoeken de kerk en de tentoonstelling van Kerstkribben. De internationale faam van Maredret is grotendeels te danken aan de productie van miniaturen. Deze boeken en devotieprenten zijn met de hand gemaakt, meestal op perkament, speciaal hiertoe bewerkte dierenhuid. Je kunt hier deze devotieprenten kopen het zijn waarlijk stukjes kunst.







Wij nemen onze tijd om de fototentoonstelling over de abdij te bekijken. Wij worden ook hartelijk ontvangen door de zuster benedictinessen, en zij vertellen over hun abdij en hun abdij producten. Heel aangename zusters.



We wandelen verder en al vlug komen we terug aan de abdij van Maredsous. De streek heeft een rijke geschiedenis en wij willen het Kasteel van Montaigle eens bezoeken. In Montaigle, in het schilderachtige dal van de Molignée, werden sporen van menselijke aanwezigheid gevonden van minstens 7000 v.Chr. Tussen 250 en 400 na Chr. was de 160 m hoge rots een schuilplaats (oppidum) voor de Gallo-Romeinse bevolking.





Op deze plaats liet Gilles de Berlaymont een versterkte residentie bouwen. In 1298 werd deze verkocht aan Gwijde van Dampierre. Vervolgens werd diens zoon en opvolger Gwijde van Namen de eigenaar. Hij liet er in 1309 een burcht optrekken. Tijdens alle militaire conflicten in de Middeleeuwen en daarna schaarden de burchtheren van Montaigle zich achter Bouvignes, en de burcht was dan ook hetzelfde lot beschoren. Het jaar 1554 zou beiden fataal worden: bij het naderen van het Franse leger van koning Hendrik II kreeg het garnizoen van Montaigle de opdracht zich terug te trekken. De verlaten burcht werd door de Fransen geplunderd en in brand gestoken
Een mooie legende
Tijdens een belegering van de burcht stond Montaigle op het punt zich over te geven. De aanvoerder van de belegeraars stelde zijn voorwaarden: de burchtheer moest zich overgeven en zou de volgende morgen opgehangen worden, maar de kasteelvrouwe zou ongehinderd de vesting mogen verlaten en slechts haar meest kostbare bezit meenemen. Toen zij verscheen, zag iedereen dat zij een zware bundel takkenbossen op de schouder meedroeg. Eenmaal uit het zicht van de vijand
kwam haar man tevoorschijn uit de takken. De dame van Montaigle had zich aan de afspraak gehouden en haar meest kostbare bezit meegenomen. Men vertelt echter dat zij vóór hun vertrek hun schat in een geheime bergplaats hebben verborgen. De Schat van Montaigle zou zich dan ook nog steeds ergens in de burcht bevinden.
Wij laten de auto achter en wandelen de veldweg op naar de Ruïne. We klimmen omhoog en hebben een prachtig zicht op de ruïne.





Spijtig dat we niet binnen kunnen de ruïne is gesloten, wij wandelen wat verder en hebben vanuit de wei een prachtig zicht op het kasteel, wij wandelen terug en gaan nog even naar de watermolen kijken die beneden ligt. Dan keren we terug naar onze auto. Wij rijden hier op de Route de la Biere. Wij rijden dan verder en komen aan de Brouwerij Du Bocq. Brasserie du Bocq, opgericht in 1858 door Martin BELOT, is nog steeds een 100% familiebedrijf en één van de laatste traditionele Belgische brouwerijen.





Gelegen in het midden van de schitterende toeristische Condrozstreek, is deze brouwerij trouw gebleven aan de traditionele productie technieken van bier op hoge gisting met hergisting in de fles. Thans staat de 6de generatie van de familie Belot aan de leiding van de Brasserie du Bocq en deze ziet de toekomst van de brouwerij met volle vertrouwen tegemoet. Wij gaan in het dorpscafé de Bocq Christmas eens proeven als afsluiter van een fijne dag.
Voor het fotoalbum de link volgen
|