2E MARCHE DETE.
LES GUIBOLLES GUIBERTINES. TANGISSART. / COURT-SAINT-ETIENNE.
Court-Saint-Etienne ligt in het hartje van de Provincie Waals-Brabant. De gemeente telt 8.600 inwoners en strekt zich uit over een gebied van bijna 2.700 hectaren waarvan een derde uit bos bestaat. Verscheidene dorpen met beeldende namen verlenen de gemeente haar landelijke karakter: Sart-Messire-Guillaume, Beaurieux, Tangissart, La Roche, Faux en Limauges.
We vertrekken in Tangissart. Is een groene en heuvelachtige gemeente die door de Dijle, de Thyle en de Orne doorstroomd wordt. Een lieflijk golvend landschap voor met kleine dorpjes waar de tijd is blijven stilstaan, met geblokte Vierkants hoeves die omringd zijn met uitgestrekte akkers en met dichte bossen die een web van wegen en paden verbergen
we ontdekken het prachtige landschap, met stukken bos maar vooral de uitgestrekte velden met granen erop. Een stukje door een holle weg en dan komen we in Court-Saint-Etienne. We komen zo aan het station van La Roche. Prachtig om te zien.
Hier verschillende prachtige oudere huizen in natuursteen. We wandelen door het dorpje en dan weer langs kleine kerkwegels door het dorp langs de achterzijde van d e huizen, je komt wel eens mooie bloemen tegen in deze tuinen, mooi meegenomen. Nu komen we weer in een bosrijk gebied. Dan langs een oude boswoning mooi gelegen. We komen zo aan een groot gebouwencomplex het is de Moulin de Chevelipont. In 1293 geeft de baljuw van Nijvel de religieuze van Villers de toelating om de loop van de Thyle recht te trekken, vanuit die tijd stamp de molen. Tijdens de Franse Revolutie werden de molen en de bijgebouwen genationaliseerd en verkocht. De molen werd gebruik voor het malen van graan en het smeden van ijzer.
In 1858 vernieuwen de eigenaren van de waterrad om drie paar molenstenen te installeren. Ze voegen een houtzagerij en een zaag voor marmer en blauwe steen, aangedreven door een waterrad.. Einde 19e eeuw werd de molen gekocht door de familie Boël die het verandert in een houtzagerij. We kunnen niet echt dicht bij de gebouwen komen maar ze zijn wel goed onderhouden en is nu een centrum voor jongeren. Wij steken de Thyle over en hebben nog een mooi zicht op de molen. Nog een eind door het bos en we komen terug aan ons vertrek. al bij al een mooie wandeling. Op de terugweg komen we langs de ABDIJHOEVE MELLEMONT. De grote hoeve van Mellemont, die destijds afhankelijk was van de abdij van Villers. De meeste hoeven zijn heropgebouwd op het einde van de 17e en het begin van de 18e eeuw, omdat ze verwoest of beschadigd werden door de veldslagen en krijgstochten die in deze regio veelvuldig plaatsvonden.
Deze Brabantse hoeve 'Mellemont', het bouwjaar 1687 is vermeld op de schuurmuur. Ook restauratie ten gevolge van normale slijtage was aan de orde. Hout en stro verdwenen en werden vervangen door leisteen en natuursteen. De gebouwen bestaan meestal uit een ingangspoort, een grote schuur (10e schuur) los van de andere gebouwen, en de woning met stallingen, dit alles rondom een groot plein. Sinds de 19e eeuw zijn de muren van de gebouwen wit gekalkt. Mellemont heeft nog steeds een imposante inrijpoort met duivenhoktoren met mansardedak. De 10e schuur is enorm, 17 meter hoog met de originele balkenstructuur nog steeds intact. Indrukwekkend mooi, dat is het zeker. Een bijzonderheid zijn de schilderijen in de buitenmuur, de kruisweg geschilderd en achter glas, zeer bijzonder dat deze bewaard zijn gebleven. We rijden verder en komen in GLIMES. Een dorp met een ver verleden dat bewijst de Tumulus in het dorp, de dorpskerk Saint Joseph gebouwd tussen 1882-1886. Is een prachtig gebouw.
Ernaast de Haspengouwse hoeve Ferme de la Tour. De gebouwen van de mooie vierkantshoeve, waaronder een statige toegangspoort met duiventoren, zijn grotendeels 18de eeuws. Het oudste deel is een 12de eeuwse donjon, geïntegreerd in de andere gebouwen. Zeer mooi verzorgd. We verlaten het dorp om naar de LA RAMEE IN JAUCHELETTE een voormalige cisterciënzerabdij in Waals-Brabant. Omstreeks 1215 stichtte de orde uit Cîteaux in het stroomgebied van de Grote Gete, en meer bepaald in Jauchelette, zuidwaarts van Jodoigne, een abdij voor slotzusters.
De Abdij van La Ramée is een beschermd historisch monument dat met smaak en respect gerestaureerd werd en waarvan de oorsprong teruggaat tot de 18de eeuw. Het is een geweldig mooi complex. Vooral de 10e schuur is indrukwekkend. De boerderij van La Ramée in Jauchelette, die dateert uit 1722. De schuur heeft een van de grootste volumes van het land. Ze meet 46,81 op 21,03 m, wat een oppervlakte geeft van 984,41 m², en 4 beuken met 9 traveeën, met een maximale hoogte van 20,50 m. Een snelle berekening leert ons dat de totale dakoppervlakte 1750 m² bedraagt en het volume ongeveer 13.535 m³. Het is een enorm schuur dat veel zegt over het domein van de religieuze gemeenschap die er eigenaar van was. In het mooie architecturale geheel is vooral veel baksteen verwerkt en leisteen voor de daken. Afwerking en omlijstingen gebeurde met Gobertangse steen, de zusters bezaten immers een eigen steengroeve in Mélin.
Je valt van de ene na de andere verrassing als je over het domein loopt, een prachtig park met vijver en het kerkhof van de zusters kun je allemaal gaan bekijken. De uitgestrekte geplaveide binnenplaats heeft een oppervlakte van meer dan een hectare. Wat we dus hier zien is enkel het hoevegedeelte van het abdijcomplex en dat bleef ook na het verdrijven van de zusters dienst doen als landbouwbedrijf. De abdijen van de Cisterciënzerorde, orde voortkomende uit de benedictijner monniken in de XIIde eeuw, hebben altijd een boerderij bezeten, die voor roeping had om de grondslag van de regel van Sint-Benedictus toe te passen en te beleven; ORA ET LABORA: bid en werk (in het bijzonder met uw handen). La Ramée is ook niet langer een landbouwbedrijf. Het behoort nu tot het kransje van uitzonderlijk Waals patrimonium en werd in 1990 opgekocht door Jacques Mortelmans. Die restaureerde alles met zijn 'NV Immobilière La Ramée' en de gebouwen dienen nu voor exclusieve seminaries, bedrijfsfeesten en huwelijksfeesten. Mortelmans investeerde inmiddels zowat 2,5 miljoen . Sinds La Ramée in 2002 werd opgenomen in de lijst van uitzonderlijk Waals patrimonium kan 95 % van de restauratiekosten worden gerecupereerd van de Waalse overheid. De restauratie gebeurde uiterst zorgvuldig en het geheel oog zeer mooi, alleen de oude watermolen wacht nog op restauratie. Nog een bijzonderheid is dat men de traditie van de monniken verder zette. Keizer Karel had eveneens in zijn Capituleren de Villis alle keizerlijke villae gelast een grote hoeveelheid diverse planten te kweken. De twee eerste van de lijst waren de lelie en de roos (Rosa gallica waarschijnlijk). Aan het einde van de lijst stonden verschillende fruitsoorten. Na de dood van Keizer Karel werden al zijn aanbevelingen helaas vergeten, behalve door de monniken. In hun immense tuinen gingen zij gewoon door met het verzamelen van bestaande soorten en variëteiten, waaraan ze de nieuwe, die hen werden gebracht of die ze vonden in de natuur, aan toevoegden. Bepaalde variëteiten dragen de naam van de abdijen die hen ontdekten: Reinette du Val Dieu bijvoorbeeld. Dus proberen ze hier op de Boerderij van de Abdij van La Ramée hetzelfde te doen. Het Fruiticum is geplant op dezelfde plaats als de boomgaard van de cisterciënzer slotzusters. De ligging is er uitstekend: zacht glooiend naar het zuiden, een bijzonder gunstige bodem voor het kweken van graangewassen, bieten en fruitbomen. In de XIXde eeuw was België rijkelijk bedeeld met boomgaarden met een enorm aantal variëteiten. Ons land werd beroemd in de ganse wereld door de verbetering van het gamma van de perenvariëteiten: ongeveer 1100 nieuwe variëteiten (tot 200 enkel en alleen in het kanton van Jodoigne) werden er bekomen door zaaien. Het Fruiticum heeft zowat 350 oude variëteiten, die aan het verdwijnen zijn, te hergroeperen om ze te beschermen. Het geheel dat in jaar 2000 begonnen is begint nu op een echte boomgaard te lijken. Het is prachtig om te zien hoe het hele domein tot leven is gekomen en zo bewaard word voor de toekomst het is zeker een van de grootste complexen in de streek. We wandelen nog wat rond en ontdekken de prachtige gebouwen, de natuur en de omgeving, dan is het tijd om afscheid te nemen en huiswaard te keren. Een prachtige dag hebben we hier gehad.
Voor het fotoalbum de link volgen:
|