ZOMERTOCHT.
WC. STROOPLEKKERS BORGLOON.
KERNIEL-BORGLOON.
Een stukje geschiedenis en wetenswaardigheden van mijn geboortedorp.
Oudste vermelding als Kirnile (1279). Kerniel ligt op de zogenaamde steilrand van Borgloon, die het massief van Borgloon ten noorden begrenst. Dit talud van het Haspengouws plateau vormt de grens tussen Droog-Haspengouw ten zuiden en Vochtig-Haspengouw ten noorden, tevens tussen Laag- en Midden-België; hier daalt het zuidelijk gelegen Haspengouws plateau op zeer abrupte wijze naar het noorden, tot 60 meter. Het landschap is heuvelachtig met hoogteverschillen van 60 tot 110 meter. De Romeinse weg van Tongeren naar Taxandria doorkruiste het grondgebied van de gemeente. Kerniel behoorde tot het persoonlijke domein van de graven van Loon, dat na 1366 overgaat naar de Bisschoppelijke Tafel van Luik. Het was geen afzonderlijke heerlijkheid. In 1739 verpachtte prins-bisschop Georges-Louis de Berghes Kerniel samen met Rullekoven aan de barones van Mettekoven. Op het grondgebied van Kerniel bevond zich de belangrijke Loonse heerlijkheid Haebroek. Op gerechtelijk gebied ressorteerde Kerniel onder de rechtbank van Graethem onder Borgloon. Op het grondgebied bevonden zich de Loonse laathoven Sint-Servaas, toebehorend aan het Sint-Servaaskapittel van Maastricht, en van Colen of Coelen. Uit het cijnshof Rulicoven ontstond het gehucht Rullekoven.
Op bestuurlijk gebied waren Kerniel en Rullekoven twee afzonderlijke gemeenten met elk een jaarlijks verkozen burgemeester. De Sint-Pantaleonskerk was oorspronkelijk afhankelijk van de kerk van Gorsleeuw; vóór 1278 wordt ze van de parochie van Gorsleeuw afgescheiden. De pastoors van Gorsleeuw hadden er het begevingsrecht tot 1487, waarna het overgaat op de kruisheren van Kolen. De tienden waren, samen met die van de moederkerk, in het bezit van de Sint-Laurentabdij van Luik en van de pastoor van Gorsleeuw. In 1487 wordt de parochie van Kerniel geïncorporeerd in het klooster van de kruisheren van Colen. Vanaf deze periode wordt de kerk bediend door één van de religieuzen van het klooster. Rullekoven beschikte over de Sint-Martinuskapel, afhankelijk van de parochie Gors-Opleeuw, thans verdwenen. Het kruisherenklooster van Colen, zogenaamd Mariae Laudes of Marinlof, ontstond in 1438.
Kerniel is steeds een landbouwgemeente geweest, met de nadruk steeds meer op de fruitteelt. De industrie beperkte zich tot een paar brouwerijen en een stroopfabriek. In 1963 werd begonnen met wijnbouw, een teelt die sinds de middeleeuwen uit de streek was verdwenen. Kerniel bezat een station op de spoorlijn Sint-Truiden-Tongeren, die functioneerde van 1879 tot 1957. In 1970-71 werden de sporen opgebroken, het station werd afgebroken.
Het primitieve stratenpatroon bleef vrijwel ongewijzigd behouden, behalve wat betreft de Zilverstraat, de huidige kern van het dorp, die een 19de-eeuwse (eerste helft)-verbindingsweg schijnt te zijn; zij komt niet voor op de Ferrariskaart (1771-77); zij omvat de kerk en de school, en heeft de dichtste bebouwing, voornamelijk dorpswoningen en boerenburgerhuizen. Ook de Odiliastraat is een latere toevoeging: zij ontstond bij het thans verdwenen station.
Een klein dorp met toch een rijke geschiedenis. Verschillende grote boerderijen die het rijke landelijk leven weergeven, zoals vele andere gemeenten bezat Kerniel een stroopstokerij en brouwerij waarvan nog enkele documenten bewaard zijn. de wandeling brengt ons naar Abdij van Colen, de oude spoorwegzate en de wijngaard. Het is een mooi dorp en dikwijls denk aan het liedje van Wim Sonneveld Mijn Dorp gelukkig zijn de veranderingen hier niet zo ingrijpend geweest. Maar toch zijn de kleine dorpswinkels en cafés verdwenen. Alleen de fruitboeren zijn gebleven.
Voor het fotoalbum de link volgen:
|