NAZOMERTOCHT. WV. VOERENDAAL.
VOERENDAAL.
Voerendaal vormt samen met Kunrade de overgang van het verstedelijkte gebied van Heerlen aan de oostelijke zijde naar het landelijke gebied aan de andere zijden. Het jonge karakter van het dorp komt vooral doordat in de 20e eeuw veel gebouwd is, in het begin door de steenkoolwinning in het gebied.
Rondom Voerendaal zijn verschillende kastelen, kasteelboerderijen en herenhuizen te vinden, waarvan kasteel Cortenbach waarschijnlijk het belangrijkst was. Andere kastelen zijn Haeren, Puth, Rivieren en Terworm (al ligt dit laatste kasteel tegenwoordig op grondgebied van de gemeente Heerlen). We wandelen door het dorp en zien verschillende huizen in geel-grijze steen. De steen is afkomstig van de steengroeven in Kunrade.
De Kunrader Kalk wordt gevonden bij Kunrade, en dagzoomt in de heuvels van Zuid-Limburg (Nederland). Het gesteente lijkt qua uiterlijk veel op krijtgesteente of "Limburgse mergel", dat iets zuidelijker, in het Mergelland, gedolven wordt. Kunrader Kalksteen is harder dan het meeste krijtgesteente, omdat het zand bevat. Het is in het verleden veel gebruikt als bouwmateriaal. Kunrader Kalksteen is gebruikt in vele boerderijen, kastelen en kerkgebouwen. Wij wandelen door het dorp en we genieten van de prachtige huizen en dan even door de velden en een bosje komen we aan het kasteel CORTENBACH. Kasteel Cortenbach is één van de vijf kastelen van Voerendaal. Het kasteel is tegenwoordig particulier bezit en niet voor het grote publiek te bezichtigen. De oorspronkelijke middeleeuwse burcht, waarvan uit de resten het huidige kasteel is opgebouwd, en de bijbehorende kasteelhoeve stammen beide uit de 14e eeuw. De enige overblijfselen van de burcht zijn onder andere twee ronde torens die vervaardigd zijn uit de plaatselijke Kunradersteen, vermoedelijk de hoektorens van de voorburcht. Daarnaast is er nog een deel van de walmuur overgebleven. Het huidige kasteel is rond 1713 als herenhuis gebouwd door de Akense handelaar Herman Lamberts nadat hij het oude liet slopen. In 1776 is het nog eens grotendeels herbouwd. De eigenaar daarvoor heeft het op zijn beurt van de familie Van Cortenbach gekocht. De voorburcht heeft een karakteristieke toegangspoort met een uivormige torenspits, er is een agrarisch bedrijf gevestigd. We wandelen door het park en hebben een mooi zicht op de vijvers en kasteel.
We wandelen door het veld en vlug komen we het LANDGOED TERWORM. Het huidige complex dateert grotendeels uit de 17e eeuw toen de oude 15e-eeuwse, verdedigbare voorganger werd omgebouwd tot een woonverblijf. Het kasteel heeft twee vleugels in een T-vormig grondplan en ligt, tezamen met een voorburcht, op een geheel omgracht terrein, waarbij het uiterlijk van een waterburcht ontstaat. De vleugels zijn geheel voorzien van zadeldaken die aansluiten op trapgevels en tuitgevels. Het hoofdgebouw is aan de voorzijde bereikbaar via een mergelstenen boogbrug uit 1843 naar de hoofdingang. Aan de achterzijde heeft het op elk hoekpunt een arkeltorentje en hier bevindt zich eveneens een boogbrug die via een achteruitgang toegang geeft tot de kasteeltuin. De uitspringende hoektoren, gelegen op de overgang tussen beide vleugels, is het oudste deel van het kasteel en dateert nog uit de 15e eeuw. Deze was aanvankelijk als ronde toren gebouwd, maar is in de 17e eeuw achthoekig ombouwt. De voorburcht bestaat uit een U-vormige nederhof met daarin opgenomen een twee verdiepingen hoog poortgebouw uit 1670, zoals aangegeven door jaarankers. Het poortgebouw heeft een hardstenen valbrugfront en is voorzien van een leien piramidedak. Het is het oudste deel van de voorburcht en is bereikbaar via een boogbrug uit ca. 1850. De westvleugel uit 1716 is eveneens als zodanig gedateerd met jaarankers, terwijl de zuidvleugel is voorzien van een sluitsteen met het jaartal 1718. In de noordvleugel bevindt zich een gevelsteen uit 1621, welke afkomstig zou zijn van de hoeve Eijckholt. We wandelen even over he plein voor het kasteel en hebben een mooi zicht op de gebouwen.
We wandelen verder en komen in de Kasteeltuinen. De kasteeltuin is een reconstructie aan de hand van opgravingen van en onderzoek naar de Franse rococotuin welke in 1787 door Graaf Vincent van der Heyden-Belderbusch was aangelegd. Oude leifruitrassen, rozen en lavendel, samen met buxus vormen de authentieke beplanting en geven de structuur aan. De tuin is openbaar en is gratis toegankelijk. Het is mooi om even door de tuinen te wandelen en naar de orangerie te gaan kijken. We wandelen verder en gaan nu door het dal van de Geleenbeek. Zo komen we terug in Voerendaal. Hier eindigt een mooie en aangename wandeling.
Voor het fotoalbum de link volgen
|