39E MARCHE EN HESBAYE.
LA SAVATE ALLEUROISE.
ANS-LONCIN.
We wandelen vandaag in Waals Haspengouw, veel landerijen en weilanden komen we op onze wandeling tegen, we wandelen door de velden en komen vlug aan een van de pakkendste plekken waar we ooit gewandeld hebben, telkens als we hier komen overvalt het ons.
De plek Fort Loncin Het was een van de 12 forten van de ring van forten rond Luik. Het werd in 1888 naar plannen van generaal Henri Alexis Brialmont gebouwd. De forten werden opgetrokken uit ongewapend beton, aangemaakt met grote rolkeien uit de Ourthe. De vorm van het fort is een gelijkbenige driehoek met een oppervlakte van 0,01 km², die omgeven wordt door droge grachten van 10 meter diep en 15 meter breed. De bezetting van het fort bestond uit 500 artilleristen en 80 infanteristen. Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog werden de forten van Luik als onneembaar beschouwd. Door voor de Duitse aanvallers gelukkige omstandigheden, kon de binnenstad al op 5 augustus 1914 ingenomen worden. De forten bleven echter in Belgische handen.
De forten waren nooit aangepast aan de nieuwste artillerieontwikkelingen: mortieren met een kaliber van 42 cm. Desondanks hadden de Duitsers deze Dikke Bertha's bij de begindagen van de Eerste Wereldoorlog niet meegenomen naar Luik, omdat men niet op veel tegenstand rekende en de verwachting was dat de forten onder beschieting met 21 cm artillerie, gevolgd door een infanteriebestorming, geen stand zouden houden. Het 21 cm geschut bleek echter weinig uitwerking te hebben: bij het begin van de beschieting verlieten de Belgen de stellingen, om bij het einde weer tevoorschijn te komen en de aanstormende infanterie neer te maaien. De verliezen aan Duitse zijde bedroeg in de duizenden. Alsnog werden de Dikke Bertha's naar Luik gestuurd, die na enkele dagen daar aankwamen. De Belgische troepen in Luik konden uiteindelijk tien dagen stand houden. Op 15 augustus 1914 raakte een 42 cm granaat de munitiekamer van Loncin. Het fort ontplofte en 350 Belgische soldaten waren op slag dood. Hiermee kwam de strijd om de forten van Luik ten einde.
Generaal Gerard Leman die zich in dit fort bevond, raakte bewusteloos door de ontploffing, maar overleefde het wel. Hij werd door de Duitsers krijgsgevangen gemaakt. De oorzaak voor de snelle val van het fort lag ten eerste aan het feit, dat de munitiekamer te dicht aan de oppervlakte lag. Verder was het beton dat men gebruikte ongewapend. Beide zaken werden herzien bij de Belgische forten die na de Eerste Wereldoorlog werden gebouwd. Fort Loncin heden. Na de Eerste Wereldoorlog werd het fort niet herbouwd. Het fort werd of beter: bleef de begraafplaats voor de soldaten die omkwamen bij de explosie. Dit onder andere vanwege het feit dat er zich in het fort waarschijnlijk nog enkele tonnen aan munitie bevinden. In 2007 haalde men 3500 obussen van onder het puin. Omdat men het nooit heeft aangedurfd de granaten en het kruit op te ruimen, besloot men het hele complex in een groot graf te veranderen. Ter nagedachtenis werd er een monument bij het fort gebouwd.
Bij recente opgravingswerken ontdekte men 25 lijken van gesneuvelde soldaten, waarvan er 4 konden worden geïdentificeerd. Deze werden bijgezet in de crypte van het fort. Door toedoen van het Waalse Gewest geraakt dit fort langzaam aan ontsloten. Vandaag wandelen we het fort binnen er zijn beelden geplaats en dat geeft een apart zicht en het geeft ook aan dat je een militair gebouw binnen komt. Het is een hele beleving als je de ronde van het fort doet en je ziet welke ravage er aangericht is, maar ook met respect betreden we het fort, en je ziet en hoort het ook van de andere bezoekers dat hier een speciale sfeer hangt. Het is ook niet voor niks de begraafplaats van honderden Belgische soldaten. De nodige eerbied opbrengen tijdens het bezoek is het minste wat je kunt doen.
We wandelen verder en verlaten het fort om onze wandeling verder te zetten. We wandelen verder en gaan door de velden en langs de akkers van het Haspengouwse landschap en komen zo in Waroux- Awans. Hier verschillende grote en statige huizen en boerderijen. Onder het Ancien Regime was de woning van de meeste mensen in Haspengouw en de Maasvallei een stro-leem hut met een houten geraamte. Enkel een paar hoofdgebouwen van de kwadraathoeven staken fel af tegen deze kwetsbare constructies. Men moet trouwens tot het einde van de 18de eeuw wachten om de gevels van de mooie kwadraatwoningen naar de openbare weg gericht te zien. Maar de voorliefde voor de mooie gevels verschijnt vooral in de 18de eeuw. In het dorp zijn er weinig of geen openbare gebouwen. De pastoor figureert er heel vaak als ambtenaar van de burgerlijke stand. Het is de pastorie, een soms zeer degelijk gebouw, die dienst doet als gemeentehuis. Men moet tot op het midden van de 19de eeuw wachten om het gebruik van de baksteen in de woningen op het platteland te zien toenemen, en daarbij de beginselen van welzijn op het gebied van de dorpswoning. Sommige vakwerkwanden werden toen ook steen gegeven in plaats van stro en leem. Een groot aantal huizen kreeg een verdieping. Verbonden aan de industriële revolutie explodeerde de bevolking, en vele gemeenten zagen hun populatie verdubbelen. Men bouwde langs de wegen, en vulde de ruimtes tussen de oude huizen in. In de dorpen stonden grote hoeven zij-aan-zij met luxueuzere huizen die onderdak boden aan verrijkte plattelandsbewoners. Sommige hielden nog steeds vast aan een traditionele stijl met het gebruik van kalk in de nissen en geketende hoekstenen. Anderen waagden zich aan historische stijlen als Neoklassiek, Pseudo-romaans of het Neoclassicisme. Zo kunnen we op de wandeling de grote hoeven en kasteeltjes zien. We verlaten Waroux en komen zo terug in Ans. Waar onze wandeling eindigt.
Voor het fotoalbum de link volgen
|