KERSENTOCHT.
WC. STROOPLEKKERS BORGLOON.
VOORT-BORGLOON.
Borgloon, een gezellig stadje, gelegen in het glooiend Haspengouw, eens een versterkte stad van waaruit de graven van Loon regeerden over hun graafschap dat op z'n hoogtepunt de huidige provincie Limburg in grootte evenaarde. De naam Borgloon is samengesteld uit 'Borg' en 'Loon' wat betekent: 'Burcht te midden van een beboste heuvel'. Talrijke bezienswaardigheden verwijzen naar het rijk cultuur-historisch verleden van ons "gravenstadje". Wij vertrekken vanuit Voort een deelgemeente van Borgloon, van waar we prachtige zichten hebben op Borgloon. We komen langs het nieuwe kerkhof. De kunstenaar Wesley Meuris plantte als antwoord op de vraag van de opdrachtgeversgroep helemaal achteraan op het kerkhof de monumentale installatie Memento in. De zuivere, wit stalen ronde vorm contrasteert met de lineaire patronen van de begraafplaats. Door zijn afmetingen (5 meter hoog en 10 meter breed) vormt het werk een goed zichtbaar baken in het glooiende landschap. We wandelen verder langs de boomgaarden en plantages. De kersen kleuren al mooi rood en nog enkele dagen geduld en ze rijp om te plukken. Wij wandelen verder en zien voor ons op de heuvel het Kasteel Hulsberg, werd in 1882 gebouwd op een heuvel waarvan de top 108m boven de zeespiegel uitsteekt. Omwille van deze heuvelsite is het kasteel een opvallend oriëntatiepunt in het landschap. Als we verder wandelen komt de kerk van Borgloon in het zicht. Een prachtig panorama op de stad met kerk gewoon mooi. We wandelen weer verder door de velden en langs de hoogstamboomgaarden, deze zijn monumenten op hun eigen gedurende de laatste 100 jaar zijn het de belangrijkste bronnen van fruit geweest voor onze streek tot ze vervangen werden door de laagstamplantages. De hoogstamboomgaarden zijn zo typische voor het landschap dat ze zeker niet mogen verdwijnen.
Hoogstamboomgaarden horen al eeuwen bij het Zuid-Limburgse landschap. Oorspronkelijk zijn deze boomgaarden te vinden op de huiskavels bij de boerderijen. Ook kastelen hadden boomgaarden, vaak grootschaliger van opzet. Eind 19e-begin 20e eeuw neemt de vraag naar fruit sterk toe, internationaal en juist lokaal door stroopfabrieken. Dit leidde er toe dat op veel plekken in Zuid-Limburg nieuwe, grootschalige hoogstamboomgaarden werden aangelegd. Maar ook kleine, soms steile percelen worden beplant met hoogstambomen. Kortom; waar het maar enigszins economisch meer opleverde, verschenen boomgaarden in het landschap. Als na de Tweede Wereldoorlog de laagstamproductie de overhand krijgt neemt het gebruik van hoogstambomen af. Rooipremies zorgen voor het actief verdwijnen van hoogstamboomgaarden, terwijl andere boomgaarden verwaarloosd worden. Van al deze hoogstamboomgaarden is nu nog een klein gedeelte over, in wisselende staat van onderhoud. Hoogstamboomgaarden met oude fruitrassen (appel, peer, kers, pruim, walnoot) vervullen een belangrijke ecologische functie, zeker wanneer er onder de bomen een soortenrijk grasland aanwezig is. Op de fruitbomen komen veel insecten af en in het najaar zoeken zoogdieren (o.a. das, muizen, eikelmuis) valfruit. Hoe ouder de hoogstambomen, hoe groter de ecologische waarde. Maretakken en korstmossen komen dan voor en de aanwezigheid van holtes biedt plek aan bijvoorbeeld de steenuil. Maar andere vogels worden ook aangetrokken door hoogstamboomgaarden, zoals kramsvogel, putter, Europese kanarie en grote lijster. Wat een rijkdom bieden deze hoogstamboomgaarden.
We wandelen weer een eindje verder en we krijgen het wereld beroemde ijzeren kerkje op de Bollenberg. Een stukje poëzie over het kerkje geeft weer hoe bijzonder het kerkje wel is.
Tussen de boomgaarden doemt een toren op. Gekroond met een gepatineerd kruis dat de hemel op de korrel lijkt te willen nemen. En daaronder het knoestige karkas van een kerk, losjes geschraagd door het diffuse avondlicht. Kwetsbaar en wispelturig, dit huis vol schijn en onheilige patronen. Maar tegelijkertijd onverzettelijk, want het ding staat er, gefundeerd en wel, als een baken dat de ijzeren wet van de religie predikt. Binnen vind je een sobere kluis die een getraliede blik werpt op de oneindigheid. Buiten is het alsof je naar een luchtspiegeling staat te kijken, een elastisch visioen dat verder reikt dan het pittoreske landschap lief is. Een kleine kathedraal vol grote contrasten: kunst - de concretisering van een apocrief geheugen. We kennen deze vorm en deze symbolen, want we zijn allemaal dorpelingen, dus we weten wat hier wordt geïmpliceerd. Soelaas en structuur, verlichting, een veilige haven. Waarom komt dit knusse kerkje dan zo onwezenlijk voor, als een halfbewuste herinnering die zichzelf voor onze ogen omturnt en zo finaal tenietdoet telkens weer, met elke minuscule variatie in het schimmenspel tussen land, lucht en licht? Een kerk behoort voor rust en zekerheid te staan cultureel, historisch, esthetisch, ideologisch een kerk is geen trompe-loeil, en al zeker geen opgeschoten kerker die ons pastorale uitzicht blindeert. Of wel soms?
Wij zijn bijna terug aan ons vertrek en we hebben genoten van het Haspengouwse landschap dat hier het best tot zijn recht komt. Een gezellige en aangename wandeling in ons eigen stadje.
|