42e MARCHE DES TROIS FRONTIERES.
MARCHES DES TROIS FRONTIERES.
PLOMBIERES.
Vandaag een wandeling in Plombieres. Vertrek in het centrumen al vlug wandelen de mijnsite met het natuurreservaat van Plombières op, in de Geulvallei, is een van de kleinoden van het Europese Natura 2000-netwerk dat het domein beschermt.
Deze vrij unieke locatie in Europa wordt beheerd door de natuurvereniging ‘Ardenne et Gaume’. Verscholen tussen de planten, duiken hier en daar muren van gieterijafval, resten van oude ovens en stenen van de vroegere gebouwen op. Maar dankzij de zware metalen in de bodem zoals zink, nog een overblijfsel van de mijnbouwactiviteit, groeien hier ook zinkhoudende graslanden waar een uitzonderlijke fauna en flora gedijt.
In dit unieke ecosysteem kan u onder meer het delicate zinkviooltje ontwaren, het Engels gras met zijn roze bloemen en de zinkboerenkers met zijn prachtige witte bloemen. Kleurrijke vlinders, zoals de parelmoervlinder en de zilveren maan, zijn zich op deze voormalige mijnsite komen vestigen en brengen wat leven in dit idyllische landschap. Na de wandeling is een bezoekje aan het Maison du Site Minier de moeite waard: dit gerenoveerde gebouw uit 1645 is vandaag een bezoekerscentrum voor de galmeiwinning. Dit natuurgebied is bijzonder.
Wij wandelen door het natuur gebied en komen aan de Geul die hier in de grot verdwijnt.
Een stukje geschiedenis: In 1853 begonnen de problemen met de ondergrondse wateroverlast door het binnensijpelen van water uit de Geul. Met speciale pompen lukt het om de de mijn en de schachten droog te houden. De mijnen bereikten een diepte van 160 meter, hetgeen wel betekende dat er veel water in de mijn kwam. In 1855 verdronken zeven mannen toen de Geul buiten haar oevers trad in een hevig onweer. In 1856 werd de concessie voor de winning van lood en zink verleend.
Daarnaast kreeg men een nieuwe concessie van 473 hectare onder de gemeenten Gemmenich, Moresnet en Montzen. Daarop begonnen de gouden jaren voor Bleyberg. Vanwege de wateroverlast werd op 18 oktober 1861 toestemming gevraagd om de loop van de Geul te mogen verleggen. De Geul wordt in de buurt van Plombières namelijk ingesloten door drie heuvelruggen. In het oostelijke deel van het voormalige concessiegebied heeft de Geul enige ruimte tussen het plateau van Vosheydt in het zuiden en het plateau van Völkerich in het noorden.
Hierdoor verdwijnt de Geul in de kunstmatige grot.
We wandelen verder door het reservaat en dan komen we terug in de straten van Plombieres en aan ons vertrek. Hier eindigt en mooie wandeling met toch een heel stuk industriële erfgoed.
Voor het fotoalbum de link volgen
|