KERSTWANDELTOCHT.
WANDELVERENIGING OOSTBROEK.
GEULLE. NL.
Tweede Kerstdag wandeling in Geulle, een wandeling die jaarlijks terug komt. De plaatsnaam is afgeleid van de rivier de Geul. Deze mondde in het verleden bij de oude dorpskern, Geulle aan de Maas (ook wel aangeduid als 'Aan de Maas') uit in de Maas.




We wandelen het dorpje uit door de velden en bossen. We wandelen het Bunderbos in. Het Bunderbos strekt zich uit over een afstand van zo'n 5,5 km tussen Elsloo en Bunde, en bedekt een oppervlakte van zo'n 144 hectare. Het bos bevindt zich op de oostelijke helling van het Maasdal en bedekt daar een aantal Maasterrassen. Plaatselijk komen er hoogteverschillen voor van 80 meter. Samen met aangrenzend bosgebied vormt het Bunderbos een Natura 2000-gebied onder de naam Bunder- en Elsloërbos. Het is een afwisselend parkoers dan weer wat klimmen en dan weer dalen. Wat verder komen we in Kasen.






De buurtschap Kasen bestaat al sinds de 16e eeuw. De naam verwijst naar het eikenbos dat vroeger het grootste deel van het plateau tussen Bunde en Geulle bedekte. De Oud-Nederlandse woorden ‘Cas’ (eiken) en ‘wyn’ (landgoed) zijn op den duur samengetrokken tot Kasen. Hier is het landschap vlakker en meer akkers en weilanden. We wandelen door Kasen en komen zo in Moorveld. Hier ook weer mooie plekjes en ook grote boerderijen. Mooi om door et wandelen. Nog wat verder komen we terug in Geulle aan en eerst nog even langs de watermolen van Geulle, de Molen van Hulsen of Onderste Molen van Hulsen is een watermolen die gebruik maakt van het water van het riviertje de Molenbeek. Vroeger werd de Molenbeek de Walsenbeek genoemd. Gedurende bijna drie eeuwen werd deze watermolen, samen met de Bovenste Molen, Kasteel Geulle en een groot aantal landgoederen vererfd in adellijke families. In de jaren 1878-1879 werd de Onderste Molen afgebroken en herbouwd, waarna tevens hier een boerenbedrijf gevestigd was. Tot 1960 is de molen commercieel gebruikt. De molen is een bovenslag molen en diende om koren te malen. Nog even en we komen terug aan ons vertrek.







GEULHEM: GROTWONINGEN – GEULHEMMERGROEVE.
Jaarlijks zijn de Geulhemmergroeve en de rotswoningen voor het publiek geopend met Kerstmis, waarbij de ondergrondse ruimtes en gangen sfeervol verlicht zijn. Omdat onze wandeling hier niet ver vanaf is nemen we de gelegenheid te baat om deze toch wel uitzonderlijke woningen te bezoeken. Deze liggen in Geulhem is een gehucht in de voormalige gemeente Berg en Terblijt, thans gemeente Valkenburg aan de Geul en ligt tussen de plaatsen Houthem en Berg ingeklemd. Naast de Geulhemmermolen, die thans in gebruik is als café, bevinden er zich in de directe omgeving de onderaardse gangenstelsels van de Geulhemmerberg: de Geulhemmergroeve. In het verleden werden gedeelten van deze door mergelwinning ontstane groeven gebruikt als grotwoningen. Een deel van de grotwoningen is gerestaureerd en tijdens groepsrondleidingen te bezichtigen. Bij de ingang van de Geulhemmergrot is een mergelstenen beeld geplaatst van een blokbreker, de ambachtsman die in het verleden met behulp van vaak primitieve werktuigen de blokken mergel ondergronds won. We parkeren even buiten het dorp en wandelen langs de mergelwand waar verschillende grotten uitgehouwen zijn, we komen langs het oorlogsmonument Bronsdaelgroeve.






De Bronsdaelgroeve is een oorlogsmonument aan de Geulweg vlak bij de ingang naar de Curfsgroeve. Het bestaat uit een nog goed herkenbaar, deels ondergronds complex dat de Duitsers bouwden voor reparatie van vliegtuigmotoren. Het complex is deels ondergronds aangelegd in een aantal grotere en kleinere mergelgroeven aan de voet van en omringd door hellingbossen langs de Geul.
In 1944 voerden de geallieerden zware bombardementen uit op Duitsland Rijk met als doel de Duitse oorlogsindustrie lam te leggen. De Duitsers reageerden daarop door bomvrije werkplaatsen voor de Luftwaffe in te richten. Opdracht voor de bouw werd gegeven door het opperbevel van de Luftwaffe. Volgens de plaatselijke overlevering zouden hier de “Vergeltungswaffen” V-I en V-II zijn gefabriceerd. In feite ging het om een groot opgezette reparatiewerkplaats voor BMW-motoren voor bommenwerpers. Maandelijks zouden tweehonderd tot tweehonderdvijftig motoren worden gerepareerd. Men heeft vanaf maart 1944 de groeven aangepast om ze geschikt te maken voor de huisvesting van oorlogsindustrie. De leiding bij de bouw had de zogenaamde Organisation Todt, een belangrijk militair bouwbedrijf van het Derde Rijk.





Deze zette ter plekke veel dwangarbeiders in uit onder andere de Noordoostpolder. Het complex was tamelijk omvangrijk. Men legde betonnen vloeren in de groeve, verhoogde de gangen en verstevigde de pilaren. Er waren werkplaatsen met in totaal 13.000 m2 netto vloeroppervlak omvang, waarvan 9.200 m2 ondergronds. In aangrenzende kleine groeven werden bomvrije werkplaatsen en een bomvrij benzinestation gebouwd. Er was een volledig uitgeruste smalspoorverbinding die de werkplaats verbond met Meerssen en met de op enige afstand gelegen testfaciliteiten voor gerepareerde motoren. Daarbij hoorden een aantal laadperrons met hijskranen, een onderhoudswerkplaats voor voertuigen en zelfs een ondergrondse schuilplaats (“De ster van Parijs”) voor de locomotief van de smalspoorlijn.





Verder werden de wegen in de omgeving en op het complex verbeterd en zelfs de spoorwegverbinding Maastricht – Aken werd vanwege dit project verbeterd en geschikt gemaakt voor zware transporten. Het was de bedoeling dat men in ploegendiensten volcontinu zou gaan draaien. Amerikaanse eenheden namen echter op 15 september het gebied rond Meerssen in, toen de werkplaatsen in de Bronsdaelgroeve nog maar gedeeltelijk waren afgebouwd en in gebruik genomen.





Curfsgroeve
De Curfsgroeve is een dagbouwgroeve. De groeve is in handen van de firma Ankerpoort. In de groeve werd tot 2009 kalksteen gewonnen voor de productie van kunstmest door DSM. De beste kwaliteit mergel wordt voor rookgasontzwaveling gebruikt. De kalksteen wordt gewonnen door middel van springladingen. In 2009 werd de dagbouwproductie beëindigd en werd het volledige gebied heringericht als natuurgebied. In de groeve komen nu al verschillende (streng!) beschermde diersoorten voor als de ijsvogel, oehoe, en vroedmeesterpad. Daarnaast is de aanwezigheid van vos, steenmarter, bunzing, konijn en ondergrondse woelmuis vastgesteld. Er zijn vermoedens dat ook de eikelmuis in de bosschages van de groeve voor zou komen. We wandelen verder door het dorpje met prachtige mergelhuizen.




Grotwoning.
De grotwoningen te Geulhem waren meestal open gekapte ruimtes of ingangen van groeves. Vaak maakte men hiervoor gebruik van korte, doodlopende gangetjes. Men trok hiervoor een muur op en zo had men voor weinig geld een woning. Een gat in het plafond diende als schoorsteen. Het waren dus woningen voor de armeren uit de samenleving, meestal voor de mensen die hun brood verdienden met het kappen van mergel. In het verleden was het voorkomen van grotwoningen in Zuid-Limburg een relatief normaal verschijnsel. Enkele woningen in Geulhem zijn tot 1931 bewoond geweest. Men betaalde destijds een huur van 4 cent per maand of 50 cent per jaar. Uit 1863 is een huurcontract bekend waarvoor een grotwoning een huur van 3 gulden per jaar werd gerekend en dat was destijds veel geld. Enkele van de rotswoningen zijn in 1976 gerestaureerd. De woningen waren somber ingericht, soms waren de muren en zoldering met kalk gewit of lichtblauw gekleurd. Eén van de grotwoningen had zelfs twee verdiepingen. De vloer van de woning lag enkele meters boven de landweg. Twee steile paadjes leiden naar de ingang. Bij de grotwoning hoorden een kippenhok en een bakoven op de bovenverdieping.




Geulhemmergroeve
De Geulhemmergroeve is een ondergrondse steengroeve waaruit vroeger mergelsteen uit de bodem werd gehaald. De groeve bestaat uit een onderaards gangenstelsel van ongeveer 25 kilometer. Door de eeuwen heen is ze in verschillende tijden door mensen in gebruik geweest als schuilplaats In de groeve zijn er door de tijd allerlei muurschilderingen aangebracht en bevinden zich er verschillende ruimtes. Sinds 17 mei 1971 ligt het beheer van de Geulhemmergroeve bij vrijwilligers. Op 25 november 1976 is er ten behoeve van het beheer en de instandhouding van de Geulhemmergroeve en de nabijgelegen rotswoningen een stichting opgericht: "De Rotswoning".





Kapel
In de groeve bevindt zich onder meer een historische schuilkapel die dateert uit de Franse overheersing. In november 1794 veroverden de Fransen vestingstad Maastricht en lijfden tegelijk de wijde omgeving mee in de Franse Republiek. De Fransen sloten vele kloosters en alle priesters waren verplicht om de eed op de constituatie af te leggen om daarmee de loyaliteit te tonen ten aanzien van de Franse overheersers. In Zuid-Limburg weigerden vele priesters deze eed af te leggen en gingen ondergronds, figuurlijk, maar ook letterlijk in de schuilkapel in de Geulhemmergroeve. Een van hen was de pastoor Joannes Schepers van Berg en Terblijt, sinds 1774 pastoor van deze parochie. Zijn kerk werd met een gerechtelijk bevel gesloten en dook onder in de ondergrondse groeve.




In het geheim werd er door een inwoner van Berg en Terblijt, Joannes Claessen, een kapel uitgehakt in de Geulhemmergroeve. Hier werden twee jaar lang H-missen opgedragen. Ook werd er in de groeve de jaarlijkse processie gehouden. In 1801 keerde de pastoor terug naar de kerk in het dorp. In 1803 overleed hij.
Oranje Galerij






In 1907 werd er in de Geulhemmergroeve door beeldhouwer Lamour en kunstschilder Hartigh de Oranje Galerij gemaakt. Deze galerij bestaat uit houtskool-muurschilderingen en medaillons van mergel met portretten van de Oranjes. De portretten van koninginnen Juliana en Beatrix zijn later door de stichting gemaakt. In 1997 zijn de medaillons verplaatst naar een andere plek in de groeve vanwege instortingsgevaar. Ook zijn er nog blokbrekermuseum en Fossielenmuseum. Het is een aangenaam bezoek en het is zeker de moeite om eens te doen.




Voor het fotoalbum de link volgen
|