STEVENSWEERT.
SCHUTTERSGILDE ST. ROCHUS.
Stevensweert is een oud vestingstadje op een eiland tussen twee Maasarmen. De vesting is in 1633 – tijdens de Tachtigjarige Oorlog - door de Spanjaarden gesticht. Vanwege de strategische ligging kozen de Spanjaarden in 1633 tijdens de 80-jarige Oorlog Stevensweert uit voor het aanleggen van een sterke vesting. Er kwam een systeem van wallen, grachten en ravelijnen. Ter bescherming tegen de vuurkracht van de kanonnen werd Stevensweert omringd met een hoge aarden wal met daarin 7 uitspringende punten (bastions).
Rondom deze wal werd een brede gracht uitgegraven met 5 verdedigingseilanden (ravelijnen). Aan de buitenzijde van deze gracht lag de buitenwal. In het begin van de 18e eeuw werd de vesting veroverd door Staatse troepen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. De militairen vormden een protestantse gemeenschap met een eigen kerkgebouw, temidden van de katholieke bevolking. Aan het einde van de 18e eeuw werd Stevensweert bezet door het Franse leger. Na de nederlaag van Napoleon kwam Stevensweert in 1814 bij Nederland. In 1830 schaarde bijna heel Limburg zich aan de kant van de Belgische opstand maar 9 jaar later werd Stevensweert weer toegewezen aan Nederland.
Het stratenplan herinnert aan de tijden van de versterking, als spaken in een wiel lopen de straten naar het middelpunt. We vertrekken met de wandeling uit Stevensweert en wandelen naar de Molenplas, Meerse Kamp en de Oude Maas. Hier is het prachtig wandelen met zicht op de plassen en het natuurreservaat. Bij de winning van grind tijdens het Grensmaas project bij Stevensweert werden er tientallen historische eiken opgegraven. Deze boomstammen van ongeveer tussen de 1500 tot 2000 jaar oud lagen enige meters diep begraven onder de te winnen grindlaag. In de tijd dat deze bomen hier groeiden, stroomde de rivier de Maas nog vrij door het landschap en verlegde de rivier ieder jaar zijn loop. Zo werden er regelmatig bij overstromingen bomen die op de rivieroever groeiden ontworteld en door het water meegevoerd.
Ter hoogte van Stevensweert, waar firma Stevol aan het ontgrinden was en waar de stroomsnelheid van de rivier toen al lager was, bleven deze bomen in het zand en grind steken en werden langzaam door de natuur begraven. Een aantal van deze enorme boomstammen zijn gebruikt voor de aanleg van het prehistorische woud aan de oever van de Molenplas vlakbij de Hompesche Molen. De Hompesche molen domineert de landschap tussen Stevensweert en Ohé en Laak. Het is een stellingmolen en werd in 1722 gebouwd door Reinier Vincent van Hompesch, graaf van de heerlijkheden Stevensweert en Ohé en Laak. Hij creëerde hiermee een aardige inkomsten bron voor zichzelf, want de bewoners werden verplicht hier hun graan te laten malen tegen betaling. Een nog aanwezige andere molen liet hij gewoon afbreken om zo het monopolie te behouden. De molen heeft 8 verdiepingen en is met de wieken meegerekend 37 meter hoog. Het is de hoogste stellingmolen van de provincie Limburg. De molen is geheel gerestaureerd. Vroeger bevond zich in de molen een gevangenis. Nu is er een informatiecentrum in gevestigd waar je alles te weten kan komen over de molen en de omgeving.
We wandelen door dit prachtig stukje natuur en komen zo aan “Ohé en Laak” hier ook prachtige zichten over het landschap hier komen langs weilanden langs de rivier waar grote groep ganzen grazen, wat een mooi zicht. Nu weer wat verder en we wandelen Stevensweert binnen. Stevensweert is rond 1980 drastisch opgeknapt. Een groot deel van de straten en de historische gebouwen in de kern is weer in middeleeuwse staat teruggebracht. De gerestaureerde vesting ademt weer de sfeer van vroeger door de eeuwen oude monumenten, de bestrating van klinkers en maaskeitjes, het authentieke model van de dorpspomp op de markt, de oude lantaarns en het originele vestingkanon dat bij speciale gelegenheden nog wordt gebruikt. Behalve de vesting is ook het Streekmuseum Stevensweert/Ohé en Laak aan het Jan van Steffeswertplein de moeite van het bekijken waard.
Wij bezoeken het streekmuseum waar we kennismaken met het roerige en indrukwekkende verleden van Stevensweert. De belangrijkste thema's zijn de baggervondsten, de vestingwerken van Stevensweert, de munten van de graven Van den Bergh en Kasteel Walburg. Dit kasteel, dat in 1719 werd gekocht door graaf Reinier Vincent van Hompesch, bleef familiebezit tot in het begin van de 20ste eeuw. Toen werd het imposante complex verkocht en geleidelijk gesloopt. Alleen de in 1722 gebouwde Hompesche molen is goed bewaard gebleven.
Wij wandelen na ons bezoek door de stad en kunnen al de mooie historische gebouwen. Wat verder gaan we de vestingwerken bezoeken. Om de inwoners en de bezoekers van Stevensweert te laten beleven hoe de vestingwerken er vroeger uit hebben gezien, is er een reconstructie van een deel van de aarden wallen met daartussen een brede gracht gerealiseerd. We wandelen door de vestingwerken.
We genieten van de omgeving en wandelen nog eens door het stadje op dan terug naar ons vertrek te gaan een prachtige wandeling.
Voor het fotoalbum de link volgen
|