KOEMPELWANDELING.
WV VOEREDAAL.
VOEREDAAL.
Ontmoet je koempels en ruik de kolen: Maar liefst 11 markante punten uit het mijnverleden worden gepasseerd tijdens de Koempelwandeling georganiseerd door Wandelvereniging Voerendaal en in het teken staat van "Het jaar van de Mijnen".

Allemaal historische schatten uit het verleden met als een hoogtepunt een gratis entree in het Mijnmuseum. Denk eens terug aan de mijnwerkers die tussen 1899 en 1975 dag in dag uit afdaalden in de mijnen, om onder zeer zware-, gevaarlijke- en ongezonde omstandigheden meer dan 550.000.000 ton steenkool aan de Limburgse ondergrond hebben ontfutseld. En zwaai ondertussen even naar St Barbara, de patrones van de mijnwerkers.




De route uitgezet over verharde en onverharde wegen en gaan veelal langs markante punten uit het Limburgse mijnverleden maar loop ook te midden van mooie natuur met een rijke historie in het prachtige Limburgse land. We vertrekken met de wandeling en komen zo aan het Kasteel Cortenbach is één van de vijf kastelen van Voerendaal.



De oorspronkelijke middeleeuwse burcht, waarvan uit de resten het huidige kasteel is opgebouwd, en de bijbehorende kasteelhoeve stammen beide uit de 14e eeuw. De enige overblijfselen van de burcht zijn onder andere twee ronde torens die vervaardigd zijn uit de plaatselijke Kunradersteen, vermoedelijk de hoektorens van de voorburcht. Daarnaast is er nog een deel van de walmuur overgebleven. Het huidige kasteel is rond 1713 als herenhuis gebouwd door de Akense handelaar Herman Lamberts, die sinds 1682 heer van Cortenbach was, nadat hij het oude liet slopen. In 1776 is het nog eens grotendeels herbouwd. In 1869 overleed de weduwe van de laatste Nederlandse mannelijke telg van het geslacht De Lamberts de Cortenbach op het kasteel. De voorburcht heeft een karakteristieke toegangspoort met een uivormige torenspits, er is een agrarisch bedrijf gevestigd.




Een eind wandelen we door het Cortenbacherbos, en zien zo de ronde torens van de kasteelhoeve, we zijn nu op het pad naar domein Terworm. We wandelen verder en komen aan het Huis Prickenis.
Al in de 14e eeuw had de familie Prick het riddergoed, groot 58 bunders, omgeven door vijvers, in bezit, maar het is (nog) onduidelijk wanneer precies. Het feit dat het grondgebied met huis een Riddergoed werd genoemd, betekende dat de leenman van het kasteel van adel was. Over de bouwgeschiedenis van huis Prickenis is weinig bekend. Het gehele complex was omgeven door een brede omgrachting, die al in 1822 aan de oostzijde verdwenen was. Het is mogelijk, dat het zuidelijke deel een afzonderlijke omgrachting heeft gehad. Het kasteel kan hier gelegen hebben. Alleen de vleugels, die de meest noordelijke binnenplaats omsluiten, zijn behouden gebleven. Het overgebleven gedeelte is moeilijk te dateren, omdat alles wit gesausd is. De vensters zijn 19e-eeuws, de gebouwen zijn 18e-eeuws of ouder. Van de grachten resteren alleen nog sporen.





We wandelen nu naar Heerlen een eind langs de spoorweg en over het industriegebied, eerst dachten waarom hier over maar al vlug word het duidelijk we komen aan het Mijnmuseum. Eerst komen we langs de nieuwe watertoren in Heerlen is gebouwd in 1952. De toren is gelegen aan de Oranje Nassaumijnen en doet nog steeds dienst. De watertoren heeft een hoogte van 35 meter en een waterreservoir van 630 m³. Dan voor ons het Mijnmuseum drie etages tellende schachtgebouw met mijnlift evenals het ophaalgebouw. In het schachtgebouw is de volledige mijnbouwhistorie in beeld gebracht en zijn er tal van afbeeldingen en ondergrondse gebruiksvoorwerpen en materialen te zien.




O.a. onderdelen van de "Rein Bettink" Collectie. Oranje Nassau In 1899 waren reeds de eerste kolen bij de Oranje Nassau I gedolven. Daartoe had Sarolea een spoorweg aangelegd tussen Herzogenrath, Heerlen en Sittard (voltooid in 1896). Bij de Oranje Nassau I (1899-1974) is op 31.12.1974 de laatste Limburgse steenkool naar boven gehaald. In 1899 startte De Honigmann familie de aanleg van hun tweede mijn, Carl. Later werd dat de Oranje Nassau II. Deze ging in 1904 in productie en sloot in 1971. Wij nemen ruim de tijd om even rond te wandelen in het museum, vele voorwerpen tonen hoe er in de mijn gewerkt werd en hoe de koempels leefden en werkten, een prachtige verzameling mijnlampen is er ook te zien.





Wij nemen ook een kijkje naar de stoomtrein die buiten staat. We wandelen een eind het mijnmuseumpad af en zo komen we aan Kasteel Terworm. We wandelen het domein op.
Kasteel TerWorm, fraai gelegen in het dal van de Geleenbeek, werd rond 1400 gebouwd. Twee families hadden bezitsrechten op het kasteel. De familie van Gitsbach, genaamd Van der Worm en de familie Cortenbach. De huidige verschijningsvorm van het kasteel dateert uit 1890. Baron de Loë verbouwt met architect Fisenne uit Mheer het kasteel. Die naam Fisenne kwam voor het eerst boven water tijdens de laatste restauratie. Een ingemetselde fles werd gevonden met daarin een handgeschreven perkament met gegevens over de toenmalige bouw en de naam van de architect.






De Loë bouwt in 1890 om het hele kasteel een compleet nieuwe gevel met torentje, waardoor het zijn uiterlijk in neo-renaissance stijl krijgt. In 1902 wordt TerWorm door de baron verhuurd aan de staatsmijnen. De adellijke baronnen worden de mijnbaronnen. In 1920 werd in de onderste vijver, richting Den Driesch, voor de Heerlense bevolking een openluchtzwembad ingericht. Generaties Heerlenaren zwommen en spartelden hier bij mooi weer in het water. In 1985 werd het zwembad definitief gesloten. Die zelfde Heerlense bevolking loopt in de tachtiger jaren massaal te hoop tegen de plannen van de OGON, een dochtermaatschappij van de Oranje Nassaumijnen, om van het landgoed en Kasteel TerWorm een pretpark te maken. Zij winnen de strijd om het culturele erfgoed en OGON verkoopt al zijn bezittingen. TerWorm versnippert, het verval treedt in. Tot in 1987 het landgoed met kasteel wordt gekocht door het Van der Valk concern.





We nemen ook een kijkje in de tuin welke prachtig is en je heb er zo een mooi zicht op het kasteel. Eigenlijk is Kasteel Terworm een Landgoed.
Kasteel TerWorm is gelegen op een 220 ha groot landgoed. Hier krijgen de zeggekorfslak en de korenwolf weer een kans. Van grootschalig naar waardevol en kleinschalig. In samenwerking met Natuurmonumenten, gemeente Heerlen en de Provincie Limburg, is geïnvesteerd in groen en krijgt de natuur weer een eerlijke kans. Nieuwe wandelpaden op oude tracees, hoogstamfruit, holle wegen, meer bos, een landgoed imker, de valkenier en een schaapskudde. Zomaar wat ingrepen van de afgelopen jaren.
We verlaten het Landgoed Terworm en komen zo langs de velden terug in Voerendaal. Een pracht van een wandeling, veel gezien, twee kastelen, vele wegkruizen en het mijnmuseum. Gewoon prachtig.
Voor het fotoalbum de link volgen
|