WINTERTOCHT.
WELLENSE BOKKERIJDERS.
WELLEN.
Wellen bevindt zich in Vochtig-Haspengouw. De plaats is gelegen in de vallei van de Herk waar twee watermolens op staan. De Graetmolen en de Wellenmolen.
Na het vertrek komen we al vlug aan de Graetmolen. Het was een onderslagmolen die fungeerde als korenmolen. Reeds in het jaar 1236 werd melding gemaakt van een molen op deze plaats. Uiteindelijk kwam deze molen aan de Abdij van Averbode. De molen werd diverse malen herbouwd. In de Franse tijd werd deze molen aan een particuliere molenaar verkocht. In 1876 en 1880 werden stoommachines geplaatst, maar in 1890 verdwenen deze al. Het waterkrachtbedrijf fungeerde tot in de jaren 60 van de 20e eeuw. Daarna werd het rad en het binnenwerk, met gietijzeren overbrengingen, ontmanteld. Ook het sluiswerk werd afgebroken. Vandaag is de molen bewoond. We wandelen verder een eind langs de Herk.
Langs de weilanden met de Hooglanders die in het natuurreservaat staan te grazen. Dan weer verder en we komen aan het rondpunt met het standbeeld van de Bokkenrijders.
Wellen is het epicentrum van de Bokkenrijders van Zuid-Limburg. Het fenomeen Bokkenrijders dateert van de 18de eeuw. Het grote kapitaal zat in die tijd bij kasteelheren, grootgrondbezitters, adel en clerus. De bevolking moest hard zwoegen. Hun karige loon werd hen dan nog regelmatig door vreemde soldaten en avonturiers ontnomen. Wellen was immers een onderdeel van het land van Loon, onder de voogdij van het prinsbisdom Luik. Het prinsbisdom Luik stelde zich neutraal op in de toenmalige Spaanse Successieoorlog. De boerenbevolking werd daarom het slachtoffer van plunderingen door ronddolende soldaten en vernielingen van de oogsten. Zo moest de autochtone bevolking noodgedwongen zelf gaan stelen: hieruit ontstond de beweging van de Bokkenrijders. De activiteiten van de Bokkenrijders waren in geen enkel opzicht goed te keuren, hoewel ze roofden uit pure noodzaak. Het handelsmerk van de Bokkenrijders was de brandbrief: hierin dreigden ze met brand tenzij de bedreigde een zekere som overmaakte. Ze waren echter minder crimineel en wreed dan beweerd werd. In onze moderne tijd zouden we spreken van ‘kruimeldiefstallen’. Van grote rooftochten was nooit sprake. Volgens de legende zweefden De Bokkenrijders ’s nachts op bokken door de lucht. Dit verhaal werd althans via foltering uit de verdachten geperst. Het is gebaseerd op een Germaans volksgeloof, waarbij demonen in een dierlijke gedaante in een storm door de lucht raasden. In het christendom werden deze demonen assistenten van de duivel genoemd. De rechterlijke macht (indertijd was de geestelijke en wereldlijke heer van Wellen de abdis van Munsterbilzen) trad hard op tegen De Bokkenrijders. De vonnissen (1774-1776) van 27 ter dood veroordeelde Bokkenrijders uit Wellen werden voltrokken op twee verschillende plaatsen; in Munsterbilzen en in de Bonderkuil in Wellen.
We wandelen verder en gaan nu richting Alken waar de rustpost is in de Alk. Na de rust weer verder langs het museum “Zoe was Alleke” een heemkundig museum met vele voorwerpen uit de landbouw. Weer verder een heel eind door de velden om zo weer terug aan ons vertrek te komen.
Voor het fotoalbum de link volgen
|