32E MARCHE INTERNATIONALE DES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
LES LONGS PIEDS ANTHEITOIS.
WANZE – HUY.
Wanze ligt in het NATUURPARK VAN DE VALLEIEN VAN DE BURDINALE EN DE MEHAIGNE. Het natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne strekt zich uit over de gemeentes Braives, Burdinne, Héron en Wanze in de provincie Luik. Het omvat 23 dorpen over 11.000 hectare beschermde groene ruimte. In het hart van Haspengouw is dit natuurpark de ideale plaats voor te gaan wandelen en te genieten van de natuur. We vertrekken met de wandeling in et centrum van Wanze en wij parkeren bij het gemeentehuis. De gemeentelijke diensten en het OCMW van Wanze zetelen sinds kort in een prachtig gerestaureerde hoeve die teruggaat tot in de middeleeuwen. Een prachtige gebouw. We vertrekken en gaan langs het kerkhof zoals in vele Waalse dorpen is de toegang een gebouw en dit is ook hier. Dan een heel eind door de velden, mooi om zo ver te kunnen zien groen zo ver het oog rijkt. Dan komen we aan Naxhelet. Gelegen op een plateau dat uitkijkt over de valleien van de Mehaigne en de Maas kom je aan de Naxhelet Golf Club. De kasteelhoeve van Naxhelet werd omgevormd tot een prachtig clubhouse. Dan verder met onze wandeling en komen in Moha. Het dorp ligt deels in de vallei van de Mehaigne en deels op het plateau tussen Mehaigne en Maas, in een vrij sterk golvend en op sommige plaatsen rotsachtig landschap. Moha maakt deel uit van het Natuurpark van de Valleien van de Burdinale en de Mehaigne. Vanaf het einde van de 18e eeuw bestonden er te Moha in de vallei van de Mehaigne ook enkele steengroeven. Op het einde van de 19e eeuw werden plannen ontwikkeld voor een meer intensieve uitbating van deze groeven en werd de site uitgebreid met een steenzagerij en een kalkoven. Zo ontstond een lokale industrie die in 1947 aan 121 mensen werk verschafte (114 in 1980). Recente uitbreidingsprojecten stuitten steevast op verzet van de bewoners van het naburige Vinalmont, waar de landelijke gehuchten Wanzoul en Roua door een vergroting van de huidige infrastructuur van de steengroeve in de knel dreigen te komen. Tijdens een in 1997 door de plaatselijke overheid georganiseerd openbaar onderzoek waren de schriftelijk ingediende protesten talrijker dan het totaal aantal inwoners van Vinalmont. In het verleden werd te Moha eveneens steenkool ontgonnen. De laatste mijnen, beheerd door "Espérance et Envoy", overleefden tot kort na de Tweede Wereldoorlog. We komen ninhet dorp met zijn prachtige oude huizen allemaal in lokale steen uit de steengroeven. Hoog boven het dorp rijst de Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkranskerk. We wandelen verder door een vakantiedorp, dit is eigenlijk een echte tegenvaller zo vuil heb je nog niet veel gezien, blij dat we er vlug door zijn. Dan weer prachtige huizen met lokale steen, 1890 staat op de kapel. Prachtig door het dorpje en dan weer een heel eind door de prachtige natuur. Langs en uitzonderlijk mooie boerderij en de watermolen om zo terug aan ons vertrek te komen. Een pracht van en wandeling.
We zijn toch in Moha en we zijn niet voorbij het kasteel gekomen even een bezoekje brengen. Spijtig dat de ruïne niet te bezoeken is maar wij kunnen er wel rond om wandelen.
Het kasteel van Moha of Sint-Gertrudiskasteel: In 1031 wordt het kasteel voor het eerst genoemd. Het werd gebouwd ter bescherming tegen binnenvallende Noormannen. Door de geografische ligging van het kasteel lag het in de bufferzone van drie grote machten, het graafschap Namen, het graafschap Hoei in het prinsbisdom Luik en het hertogdom Brabant. Dat leverde een aantal moeilijke perioden op. In 1225 stond het graafschap Moha onder het gezag van de prins-bisschop van Luik, Hugo II van Pierrepont. Het kasteel werd een fort en gebruikt als een gevangenis. Voor de prelaat was Moha het enige kasteel waar hij zich kon terugtrekken in het geval van opstand in Hoei of Luik, niet ver van de hoofdstad. In 1345 werd Engelbert van der Mark ingewijd als bisschop van Luik. In 1376 belegeren de opstandige inwoners van Hoei het kasteel. Dat werd het begin van het verval. Ze werd een kazerne en in de loop van de zeventiende eeuw werd ze verlaten. Omstreeks 1890 kocht de Belgische staat de ruïne en gebruikte deze als steengroeve voor gebouwen in de omgeving. Sinds 1981 wordt de ruïne opgeknapt.
|