44E MARCHE DES PINGOUINS.
LES PINGOUINS DE BELLAIRE.
BELLAIRE.
Bellaire ligt in de vallei van de Ri des Moulins, aan de rand van het Land van Herve. Bellaire was aanvankelijk onderdeel van de parochie van Jupille en bezat voor het eind van de 15e eeuw al een kapel, een hospitaal en een kluis. In 1835 werd Bellaire verheven tot zelfstandige parochie. We wandelen vanuit Bellaire naar Saive. De streek rond Saive kende landbouw, veeteelt en van de 13e tot de 16e eeuw ook wijnbouw. Er waren twee watermolens, en ook de metaalbewerking, inclusief de wapenproductie, nam een belangrijke plaats in. In de eerste helft van de 16e eeuw begon men op kleine schaal steenkool te winnen. In het industriële tijdperk was de steenkoolwinning van groot belang, maar in de jaren '70 van de 20e eeuw verdween deze tak van nijverheid geheel. In 1951 kwam de Kazerne van Haute-Saive gereed, doch deze was regelmatig ook buiten gebruik om in 2014 aan de gemeente Blegny te worden verkocht, teneinde te ontwikkelen tot een bedrijven- en activiteitenterrein. Saive ligt in de vallei van de Julienne, bij de samenloop met de Ruisseau d'Évegnée. We wandelen door een prachtige streek een stukje van het Land van Herve. Dan komen we verder in Queue-du-Bois. De naam is afkomstig van de ligging aan de rand van het voormalige Bois de Bellaire. In Queue-du-Bois was de Société anonyme des Charbonnages des Quatre-Jean actief in de steenkoolwinning. In 1959 sloot de laatste mijn. We wandelen door het dorp en komen zo langs de school met een bijzondere bouw. We wandelen verder door het prachtige landschap met stukken door het bos en daar staan de bosanemonen in bloei. Wat en mooi wit tapijt tussen de bomen. Weer verder tot we weer aan ons vertrek komen wat een prachtige wandeling in Bellaire. Op de terugweg komen we langs het Oud kasteel van Saive (Vieux Château de Saive) is een kasteelruïne gelegen aan de Rue du Grand Moulin. Dit kasteel was de zetel van de heren van Saive. Een mooie dag in Bellaire en een prettige wandeling.
|