56E KASTELEN MONUMENTENTOCHT.
WSV DE VELDLOPERS.
GULPEN.
We vertrekken met onze wandeling op de Markt in de Herberg De Zwarte Ruiter. We komen langs de kerk en deze is open we gaan even binnen kijken. De neoromaanse Sint-Petruskerk dateert uit 1924 en werd ontworpen door Caspar Franssen. We kijken even binnen en dan gaan we verder. We gaan langs de vijver de laan naar het kasteel binnen en komen langs de Pannenkoekenmolen. De Neubourger Molen, een watermolen op de Gulp. De geschiedenis van de molen gaat terug tot 1712 toen de molen met goedkeuring van de heer van Neubourg en Gulpen werd gebouwd als papiermolen door Cornelis Hollman uit Maastricht, een afstammeling uit een Duitse familie van papierfabrikanten. Er werden, met een onderbreking van 1809-1816, tot 1840 lompen vermalen en van de pulp werd handmatig papier geschept. In 1845 werd de molen gekocht door de toenmalige kasteelheer van Neubourg, graaf Oscar Franz Michiel Marchant d’Ansembourg. In 1853 kreeg de graaf toestemming van de provincie om de molen te verbouwen van papiermolen tot graanmolen. Het malen van graan werd tot dan gedaan in de oude Neubourger molen gelegen bij het kasteel. Nadat de ombouw tot graanmolen klaar was werd het malen van graan verplaatst naar deze molen en werd de molen bij het kasteel gesloopt. De omgebouwde molen had een houten waterrad met een middellijn van 5,12 m en een breedte van 1,54 m. In 1885 werd dit rad vervangen door een rad met een middellijn van 1,64 m en een breedte van 1,36 m. In 1905 werd de molen door brand verwoest, het waterrad bleef echter gespaard. In 1907 werd de molen gemoderniseerd en werd een turbine met een ijzeren gangwerk in gebruik genomen en in 1930 werd er nog een elektromotor bijgeplaatst die werd gebruikt als de waterkracht van de Gulp te wensen overliet. In 1952 werd de molen verkocht aan de gebroeders Roex, waarvan de voorvaderen reeds meer dan een eeuw als pachters de molen bedreven. Wat verder komen we aan het kasteel Neubourg is idyllisch gelegen in het dal van het riviertje de Gulp. Het kasteel is omgeven door bospercelen, fruitboomgaarden en weilanden. Kasteel Neubourg bestaat uit een hoofdgebouw en twee voorburchten, een aan noordzijde en een aan westzijde. Een lindendreef met toegangsbrug over de kasteelgracht leidt naar de imposante toegangspoort van de noordelijke voorburcht die wordt geflankeerd door twee slanke torens. Dit deel wordt ook wel aangeduid als 'eerste bouwhoeve'. De westelijke voorburcht heeft een eigen toegangspoort en is eigenlijk een boerderij, meestal 'tweede bouwhoeve' genoemd. We wandelen verder door de weilanden dan komen we langs de oude tramlijn. Eigenlijk is er niet veelmeer te zien dan de bedding waarop de tram liep, deze is nog duidelijk zichtbaar in het landschap. De Centrale Limburgse Stoomtramweg Maatschappij nam in 1923 de tramlijn Vaals – Wijlre – Gulpen in gebruik, einde 1939 was het verhaal te einde. Nu wandelen we verder door het landschap en komen zo in Partij met een mooie vakwerkhuis en een grote bakstenen boerderij. Wat verder is onze rustpost, daarna wandelen we naar Wittem we komen langs Het Redemptoristenklooster Wittem, vervult een functie als regionaal bedevaartsoord (de heilige Gerardus Majella). Het klooster ligt schuin tegenover kasteel Wittem en werd tussen 1729 en 1733 gebouwd naar een ontwerp van de bekende Westfaalse bouwmeester Johann Conrad Schlaun. Van het oorspronkelijke klooster is slechts een deel van de barokke kloosterkerk bewaard gebleven. Het huidige klooster werd omstreeks 1894 naar een ontwerp van architect Johannes Kayser gebouwd. Bijzonder is de gewelfde, neogotische bibliotheek met drie boven elkaar geplaatste galerijen, die door middel van spiltrappen met elkaar verbonden zijn. Deze monumentale bibliotheek, die ook over een mooie akoestiek beschikt, is na een aantal jaren leegstand in 2001 opnieuw in gebruik genomen als cultureel centrum. Wat verder wandelen we het kasteeldomein op. De geschiedenis van Kasteel Wittem gaat terug tot de 12e eeuw. Rond 1220 werd het uitgebreid en kreeg het een toren. In de 14de eeuw werd het kasteel bewoond door Jan van Cosselaer, heer van Wittem, die in zijn jurisdictie onder meer Mechelen heeft gekregen nadat de hertogen van Limburg uitgestorven waren. Van Corselaer heeft het kasteel verder uitgebreid. Na veel oorlogsschade werd het kasteel rond 1800 door Simon Merckelbach en vooral zijn zoon Jan Mathys herbouwd. Tot 2010 was het kasteel eigendom van Marc en Peter Ritzen die er bijna veertig jaar een hotel-restaurant hadden. We wandelen door het domein en kunnen zo genieten van het mooie gebouw en park. Even buiten Wittem ligt aan de Selzerbeek de Wittemermolen, een tot kasteel Wittem behorende watermolen uit 1835. Weer een eind door het mooie landschap en we komen aan Kasteel Cartils. Wat mooi dat we over het domein mogen langs de hoeve en langs het kasteel door de mooie toegangspoort. Het huidige, zeventiende-eeuwse, rechthoekige gebouw heeft aan de voorzijde op een hoekpunt een zogenaamd arkeltorentje en aan de achterzijde bevindt zich een grote ronde toren die uit omstreeks 1500 dateert. Het hoofdgebouw is in 1883 ingrijpend gewijzigd. De naam is afgeleid van het Latijnse "cortile" hetgeen zoveel betekent als "behorend bij een curtis (leengoed)". Deze naam is aan het kasteel gegeven in een tijd dat de romaans-germaanse taalgrens enigszins naar het noorden was opgeschoven. De geschiedenis van Cartils gaat waarschijnlijk terug tot de Romeinse tijd toen het een militaire vesting zou zijn geweest. De reden van het bestaan van deze vesting was dat deze plek een strategisch gunstige plaats was vlak bij de kruising van belangrijke Romeinse heirwegen. In de vroege middeleeuwenstond op deze plek een grote hoeve die de zetel was van de heerlijkheid met dezelfde naam. De bewoners, de heren van Cartils, moesten verantwoording afleggen aan hun bisschop. Omdat hun keizer echter erg ver weg woonde konden ze verder vrijwel ongestoord hun gang gaan en menig robbertje uitvechten met hun directe buren, de heren van Wijlre en de heren van Wittem. Weer verder een eind langs de riviertje en we komen dan in het centrum van Gulpen, zo eindigt onze mooie kastelentocht.
|