WINTERTOCHT.
W.C. AVIAT SINT TRUIDEN.
RUKKELINGEN-LOON.
Rukkelingen-Loon ligt in droog-Haspengouw. Op het plateau is een open landschap. in het zuiden van de deelgemeente, ontspringt de Herk, die hier Kleine Herk heet en in noordelijke richting stroomt. Nabij de taalgrens liggen enkele bossen die overblijfselen zijn van het domein van het Kasteel van Bovelingen. Het Hornebos in Rukkelingen-Loon werd een drietal jaar geleden opengesteld voor het publiek. Dit is een uniek moerasbos waar zich ook enkele bronnen van de Peterkerebrukensloop bevinden, een riviertje dat in de Herk uitmondt. Een hoger gelegen deel van het bos geeft een overzicht over het Haspengouwse landschap. Het Koubergsbos of Kabergenbos, tussen Rukkelingen-Loon en Batsheers, is een overblijfsel van een vroegmiddeleeuws bosbestand. We vertrekken in Rukkelingen – Loon, verschillende oude boerderijen en weilanden en velden Haspengouw op zijn best. We wandelen verder en komen zo in Mechelen Bovelingen, ligt in de vallei van de Herk. De Grondelingenbeek, die zich ten oosten van Mechelen-Bovelingen bevindt, komt ten noorden van het dorp in de Herk uit. Ook kleinere beken vloeien hier in de Herk. Overigens bevinden de vochtige valleien zich in Droog-Haspengouw. We wandelen door het dorp langs de Sint-Annakerk van het jaar 1784. Nadien volgde op het einde van de 19e eeuw een reeks verbouwingen, waardoor de kerk een gans ander uitzicht kreeg. Langs een paar mooie gebouwen. Dan komen we aan de Rode dreef die naar het kasteel van Bovelingen. Oorspronkelijk Kasteel van Bovelingen (rond 1550). Van het oorspronkelijk kasteel zijn de ommuurde kasteeltuin, de resten van het kasteelbos met uitheemse boomsoorten en ijskelder, de gerestaureerde manage, alsook de majestatische kasteelhoeve (sinds vier generaties bewoond door de familie Jadoul) nog overblijfselen van een roemrijk dorpsverleden. Bovelingen (of Schalkhoven) was in de Middeleeuwen een afzonderlijke heerlijkheid. De oudst bekende heer (1390) was Jan van Schalkhoven. Het goed kwam in bezit van het geslacht Van den Hoven, en in 1526 werd het verworven door Aert Schroots, die reeds heer was van Pepingen. In 1616 werd het gekocht door Michel de Borchgrave, die oom was van Henri Schroots. In 1651 werd het kasteel nog geplunderd door Lotharingse troepen. Waarschijnlijk was het Michel de Borchgrave die de oude burcht liet vervangen door een waterkasteel in Maaslandse stijl, voorzien van een Franse tuin. In deze vorm werd het omstreeks 1738 getekend door Remacle Leloup. Het was gebouwd rond twee achter elkaar gelegen binnenplaatsen. Omstreeks 1740 werd het kasteel verbouwd tot een U-vormig geheel. Aan de westzijde werd de kasteelhoeve gebouwd. In 1790 vond er opnieuw een verbouwing plaats, waarbij het geheel een laatklassicistisch aanzien kreeg. De kasteelgebouwen kwamen onder mansardedaken en aan de oostzijde kwam een nieuw, U-vormig geheel van dienstgebouwen. De Franse tuinen werden vervangen door een Engelse tuin. Deze werd mogelijk ontworpen door Ghislain Joseph Henry. Ook werd een manege, een ijskelder en een tuinpaviljoen gebouwd. In het kasteelpark liep Boudewijn van België op 22 januari 1891 een nierbloeding op, een gevolg van een verwonding in een duel met de echtgenoot van zijn maitresse. Hij overleed de dag nadien. Omstreeks 1900 ten slotte werden de dienstgebouwen vervangen door de huidige, in eclectische stijl. Begin 20e eeuw waren de boomgaarden vermaard om hun veelheid aan appelvariëteiten. Later werd het goed verkocht aan de gebroeders Paul en Frantz Wittouck, industriëlen op het terrein van de bietsuikerfabricage. Na hun overlijden (1917) kwam het kasteel aan de Tiense Suikerraffinaderij. Het werd echter niet meer bewoond. In 1947 woedde een zware brand, waarbij een groot deel van het kasteel in vlammen opging. De overblijfselen werden omstreeks 1955 afgebroken. Slechts de dienstgebouwen en de kasteelhoeve bleven bestaan. Deze werden in 1983 verkocht aan de diverse pachters en werden tot particuliere boerenbedrijven. Vooral na 1984 verdween ook het park. Dit werd omgezet in weiland. Een gedenkplaat getuigd aan de rol die het kasteel speelde gedurende WO II. We wandelen nu een eind langs het kasteelbos en zo gaan we terug naar Rukkelingen. Nog voorbij de Wilde Bijentuin en zo het dorp binnen. Een mooie wandeling in Rukkelingen.
|