DAUTENPAD.
DE SCHOVERIK.
DIEPENBEEK.
De Dauteweyers : Industrieel patrimonium wordt weer natuur.
De naam "Dautenweyers" is waarschijnlijk een verbastering van "De oude wijers" - we vinden er al een vermelding van op de Ferrariskaart van 1769. De vijvers zijn vermoedelijk uitgebreid door ijzerwinning halverwege de 19de eeuw en later aangepast aan de viskweek. Nog later kon de natuur er opnieuw haar plaats innemen. De Dauteweyers is uiteraard een waterrijk gebied. De randen en de verlandingszones rond de vijvers vormen interessante overgangsgebieden. Verderop zijn er elzenbroekbossen en vochtig weilanden. Elk met zijn specifieke fauna en flora. We treffen hier dan ook vooral planten en dieren aan die water gebonden zijn. De Dauteweyers vormen het ideale decor voor één van de zeldzaamste amfibieën in ons land: de boomkikker. Het 11 ha omvattende gebied bestaat uit een reeks vijvers, waaromheen zich verlandingszones bevinden. De vijvers zijn ontstaan door winning van ijzererts, welke plaatsvond in de 19e eeuw en in 1873 tot een einde kwam. Om de vijvers zijn elzenbroekbossen en vochtige weilanden te vinden. De Dauteweyers maken deel uit van De Wijers, het vijvergebied dat zich uitstrekt over Diepenbeek, Hasselt, Genk, Zonhoven, Heusden-Zolder en Houthalen-Helchteren. We vertrekken met onze wandeling en genieten van de prachtige natuur in dit gebied. We komen ook in de Dorpsbeemden. De Dorpsbemden zijn ontstaan uit de vroegere gemeenschappelijke weidegronden. Dit 60 ha grote gebied van vroegere gemeenschappelijke weidegronden, ligt in de alluviale vlakte van de Demer. Hiervan beheert Natuurpunt 38 ha. De naam "Dorpsbemden" geeft aan dat het gebied lange tijd in gebruik was als gemeenschappelijke weidegrond. De gevarieerde bodemstructuur en het feit dat het gebied regelmatig overstroomde, zorgen voor een afwisselende plantengroei. Blauwgraslandbeheer in de Dorpsbemden. Blauwgraslanden zijn jaarlijks eenmaal gemaaide en onbemeste hooilanden, met een geringe opbrengst, op vochtige voedselarme bodems met wisselende waterstand (’s winters drassig en ’s zomers oppervlakkig uitgedroogd). Het zijn de schraalste en zeldzaamste graslanden met een uiterst groot natuurbehoud belang. De blauwachtige kleur is vooral afkomstig van pijpenstrootje, blauwe zegge en tandjesgras. Andere kenmerkende planten zijn blonde zegge, kranskarwij, kleine schorseneer en begeleidende planten zoals blauwe knoop, egelboterbloem, melkeppe, wateraardbei, gevlekte orchis en tandjesgras. Al deze planten komen in de Dorpsbemden voor. We komen langs de visvijver “De Pomperik” en ook langs de Demer. Voor de aanleg van een autoweg werd nog een visvijver (de Pomperik) uitgebaggerd. Het vertrek van de vaste paden op het Demerstrand zijn wel goed, parking en goed bewegwijzerd. Een fijne wandeling op de vaste wandelpaden van de Schoverik.
|