JENEVERBESTOCHT.
WSV DE HEIKABOUTERS.
AS.
We wandelen in As, de gemeente waarde eerste steenkool gevonden is.
In 1901 werd in As op 541 m diepte de eerste Kempense steenkool ontdekt door de Leuvense professor André Dumont. Het lag voor de hand dat hier dan ook een steenkoolmijn zou worden gebouwd. De beheerders van de exploitatiemaatschappij probeerden het de Assenaren naar de zin te maken. Er werd een stadsplan voorgesteld met brede lanen en scholen, een nieuwe kerk en allerhande moderne voorzieningen. De eerste woningen voor de mijnwerkers van Zwartberg werden hier toen gebouwd: de cité Cockerill, een complex van 36 huizen dat in september 1912 klaar was. Het gemeentebestuur liet zich echter niet vermurwen en koos voor het behoud van hun plattelandsgemeente.
We vertrekken aan het Park Hoge Kempen- As Station.
Jarenlang speelde Station As een centrale rol in de steenkoolontginning in deze streek, want van hieruit vertrokken de vele mijnwerkers en kolenwagens naar de nabijgelegen mijnen in Eisden, Waterschei en Winterslag. Even verder op de site vind je een 31 meter hoge uitkijktoren, een replica van de boortoren waarmee André Dumont de eerste steenkool in Limburg ontdekte. Zo heb je een weids zicht over de stationsite en het omliggende Nationaal Park. Nu vind je in een gerestaureerde trein het smalste bezoekersonthaal van het Nationaal Park. Het voormalige stationnetje van As is nu een gezellig café-restaurant waar je de sfeer van weleer nog steeds kan opsnuiven.
We klimmen de toren op om op de wand te komen en we wandelen nu door het bos. In dit deel staan vele verschillende paddenstoelen, en dan verder langs velden en weilanden. De herfst is nu op zijn moois met de vele kleuren het is aangenaam om te wandelen en te genieten van de herfst. Dan komen we aan het jeneverbessen bos dat Heiderbos heet.
Heiderbos is al generaties lang gekend als de plek met de meeste jeneverbessen in heel Vlaanderen. De laatste decennia heeft de jeneverbes, een streekeigen naaldboom, het moeilijk om te verjongen. Natuur en Bos wil een handje helpen door stekken te nemen om later uit te zetten in het gebied en door het uitzaaien van jeneverbeszaad. De jeneverbes heeft licht nodig om goed te kunnen groeien. Het 100 hectare grote gebied herbergt met 7.000 struiken de grootste populatie van Vlaanderen.
Toch bijzonder dat hier de grootste populatie van België staat.
De jeneverbes is tweehuizig: er zijn mannelijke en vrouwelijke planten. Het rijpen van de 'bessen' strekt zich uit over twee jaar. De vrouwelijke zaadschubben vormen in het eerste jaar zwartblauwe, op bessen gelijkende kegelvruchten. Na de overwintering worden zij donkerblauw. De struik kan tot tien meter hoog worden. Voor het voortbestaan van populaties jeneverbes is het belangrijk dat er voldoende exemplaren in de buurt staan en dat ze vrij staan; de wind moet met name tijdens de bloei vrij spel hebben. Dit om het zogenaamde roken van de bomen te waarborgen. De plant verspreidt namelijk tijdens de bloei wolken van stuifmeel. De grote lijster eet de kegelbessen en verspreidt op deze wijze de zaden.
We wandelen door dit prachtig landschap met veel afwisseling zo mooi. We komen zo aan het station van As. Wandelen een eind langs het Kolenspoor.
Het kolenspoor verbond tijdens de steenkoolontginning de Limburgse mijnsites en zorgde voor het transport van de gedolven steenkool en de mijnwerkers die uit alle windstreken naar Limburg kwamen om te werken in de koolmijnen.
Er staan aan het station van As nog vele oude spoorvoertuigen en je heb een prachtige zicht op de wagens en de replica van de boortoren deze kan beklommen worden waar je een prachtig zicht heb op de omgeving. Nog een eindje door het bos en dan staan we terug aan ons vertrek. Wat een mooie wandeling met vele wetenswaardigheden.
|