HET SWINNETOU SPOOR.
VOS SCHAFFEN.
SCHAFFEN.
Vandaag een wandeling in het teken van de “tegekkewandeling” ze vertrekt in Schaffen. Schaffen is vooral bekend omdat de kazerne en het opleidingscentrum van het Belgisch leger voor parachutisten er gevestigd is, en een militair vliegveld, aangelegd door het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1916. Dit vliegveld wordt tijdens het weekend ook gebruikt door de burgerparachutisten van Para Centrum Vlaanderen (PCV), Diest Aero Club (DAC) om te zweefvliegen en door Diest Model Club (DMC) voor het vliegen met modelbouw-vliegtuigen. Maar ook de natuur is bijzonder. We wandelen door het bos en komen aan een groot herenhuis dat in restauratie is, het ligt in het bos. Verder met de wandeling langs het bos, blij dat de zon schijnt een blauwe hemel en prachtige herfst kleuren in het bos, wat toch mooi. Het is genieten in de natuur en van de kleurenpracht. Zo komen we in Diest en gaan langs het “Fort Leopold” Het fort getuigt van het belang van Diest als vestingstad in het verleden. Het werd gebouwd in 1845 naar aanleiding van de onafhankelijkheid van België van het Nederlandse bewind. Tegen de eeuwwisseling verminderde het belang ervan. Tijdens beide wereldoorlogen werd het gebruikt door de Duitse bezetter. Tegenwoordig maakt het deel uit van het domein van de para's van Schaffen. Fort Leopold werd tussen 1841 en 1845 gebouwd. Het ligt ingegraven in de zuidelijke helling van de Lazarijberg, zo’n 400 meter buiten de stad. Door zijn merkwaardige torenvormige bouw kan er in alle richtingen gevuurd worden. Het fort bezat een dubbele opdracht. Enerzijds verhinderen dat de vijand het voorliggend plateau zou bezetten, een ideale plaats om de stad te beschieten. En anderzijds het noordelijk stadsfront beschermen door de vijand langs achteren te bestoken. De toegang tot het fort werd beschermd door een brede en diepe droge gracht. Boven op het fort liggen er twee aarden gevechtsplatformen en in de richting van de stad zijn er wee bakstenen batterijen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het fort als opslagruimte en logementplaats voor kortere periodes. Na de oorlog begon een Fransman er een champignonkwekerij en op de omliggende heuvelrug werd een boomgaard aangeplant. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de bezetters het opnieuw als opslagruimte. Diest Vestingstad, kort na de onafhankelijkheid van België kreeg Diest imposante versterkingen. Met wallen, stadspoorten, verdedigingsgrachten, een heuse citadel én een voorliggend fort. Een groot deel van de vestingstad blijft ook vandaag intact. We ontdekken dit ingenieuze stuk militaire architectuur met uitzicht op de stad én haar vele groene oases. We wandelen verder Diest binnen en wandelen het begijnhof binnen. Het Diestse begijnhof is één van de dertien Vlaamse begijnhoven die deel uitmaken van de UNESCO-Werelderfgoedlijst. Het werd in 1253 gesticht door Arnold IV (Heer van Diest) en opgeheven in 1796 tijdens het Franse bewind. Net zoals in andere steden werd het begijnhof gebouwd op goedkope, marginale gronden buiten het centrum. In dit geval op het lage, drassige terrein aan de Begijnenbeek. Begijnhofkerk; De Sint-Catharinakerk is een typische begijnhofkerk uit de veertiende eeuw. Ze werd met eerder beperkte middelen opgetrokken en gebouwd met de typische ijzerzandsteen. Een kleine vieringtoren siert de gotische kerk. Deze is toegewijd aan de heilige Catharina, wiens hulp werd ingeroepen bij brand- en huidkwalen. De Sint-Catharinakerk werd recent gerestaureerd en langs de buitenzijde gekaleid. Stad in de stad; Het begijnhof was als het ware een stad in de stad. Oorspronkelijk bestond het uit een allegaartje van lemen huizen en gebouwen, gegroepeerd rond de kerk en langs enkele straten. In de zestiende eeuw probeerde pastoor Nicolaas van Essche er wat orde in te krijgen. Hij bouwde een pastorie buiten de poort, liet een muur bouwen langs de Vestenstraat en een aantal bouwvallige huisjes slopen. Vandaag is het een mooi geheel met mooie huisjes en een gezellige straatjes. We verlaten het begijnhof en komen zo even buiten de stad hier vijvers, riviertje en beken. We profiteren van het mooie weer om aan de vijver te picknicken. Wat verder zijn we aan de Zitkanonnen aan het Boerenkrijgplein Op het Diestse Boerenkrijgplein, achter de Petrolpoort, staan voor het eerst sinds lange tijd opnieuw kanonnen. Dit keer wel zonder militaire of defensieve doeleinden: de twee unieke zitkanonnen bieden een prachtige blik op het Demerlandschap. Op het Boerenkrijgplein, vlakbij het Bezoekerscentrum Webbekomsbroek, bewonder je het Demerlandschap door de loop van twee manshoge kanonnen. In de 18e eeuw stonden daar Diestse soldaten klaar om de optrekkende vijand te bestoken met kanonvuur en de stad te verdedigen, met één blik op de Demer en de andere op de grachten rond de stadswallen. We wandelen door dit prachtige park en komen aan de Saspoort. Dit militair overblijfsel diende tot bescherming van de stad en hier vloeide vroeger de Demer de stad binnen. Nu wandelen we het Fort binnen en wandelen het Webbekoms Broek binnen. Het Webbekoms Broek is sinds eind vorige eeuw een gecontroleerd overstromingsgebied van 240 ha dat de bewoners in de Demervallei beschermt tegen wateroverlast. Door zijn mooie graslanden, rietlanden, bosjes, unieke bloemen en vele water- en moerasvogels, krijgt het ook wel eens de poëtische bijnaam ‘wachtbekken vol natuur’… In 2019 heeft Natuur en Bos Fort Leopold aangekocht met het omliggende bos en de hooilanden. Daarnaast heeft Natuur en Bos nog drie andere gebouwen van deze 19de eeuwse vestingen in bezit namelijk de Schaffense Poort, de kazemat Celt en de Antwerpenaar langsheen de Demer. We wandelen door het natuurgebied en in de verte zien we de Verloren Kostmolen - Molen van het dorp. De molen van het dorp te Schaffen stond oorspronkelijk op het gehucht in Eindeken, in Beverlo, en dateert van 1826. In 1903 verhuisde hij naar Schaffen. Hij werd gekocht door Amandus Peeters en heropgebouwd in de Kerkstraat, waar hij tot in 1966 bemalen werd door Victor Loots. Sinds de dag dat Victor op pensioen ging, draaiden de wieken niet meer en werd de molen niet meer onderhouden. De stad Diest kocht daarom in 1982 de windmolen, die beschermd werd op 27 september 1979 zodat het voortbestaan ervan gewaarborgd zou blijven. Zo zijn we terug in Schaffen en we wandelen de laan uit en zijn terug aan ons vertrek. Een mooie wandeling alleen spijtig dat we de controlepost niet binnen mochten met Sloefke.
|