WINTERTOCHT.
WANDELCLUB JO-NE.
VIJLEN.
Vertrek in het vereniging gebouw van Jo-Ne op de Hopschet. Vijlen ligt hoog op het Plateau van Vijlen, op een hoogte van ongeveer 195 meter. De parochiekerk ligt op 195,62 meter hoogte en is het op een na hoogstgelegen kerkgebouw van Nederland. Vijlen ligt zelf op een heuvelrug die zich uitstrekt vanaf de Vijlenerbossen, via de Rugweg, het dorp zelf, Hilleshagen tot aan Mechelen. Ten noorden van het dorp ligt in het beekdal de Selzerbeek die onder andere gevoed wordt door de oostelijk van het dorp gelegen Harleserbeek. Aan de andere kant van de heuvelrug stroomt in het dal ten zuidwesten van het dorp de Lombergbeek. Het dorp is gelegen tussen Epen en Vaals aan de Mergellandroute, met uitzicht op het Geuldal. Tot het dorp Vijlen behoren de buurtschappen Camerig, Harles, Rott, Melleschet en Cottessen. Hier zijn ook nog de oude vakwerkhuisjes te zien. In 1875 is men begonnen met de bouw van een cementfabriek in Vijlen, de Aachen-Vijlener Portland Cement Werk, en in 1899 werd er een tweede cementfabriek geopend: de Nederlandsche Portland-Cementfabriek; er is tot 1929 cement geproduceerd. Men gebruikte de Kalksteen van Vijlen uit de Vijlenberg voor de productie van het cement. We verlaten de start en al vlug komen we de eerste vakwerkhuizen tegen, wat verder langs "Hopsetere Linde" en de villa. Verder gaat het verhaal dat het in Duitse stijl gebouwde pand (bouwjaar 1904) bij de grote Linde van Vijlen werd gebouwd in opdracht van Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. De prins bezocht in die tijd regelmatig casino's in deze grensstreek. In het huis woonde een maitresse van de prins, "de schone Anna". We wandelen nu op het plateau met beneden prachtige zichten op het landschap en de vakwerkhuizen. Dan wandelen we het bos binnen. Het Vijlenerbos is een langgerekt bosgebied dat zich uitstrekt over een lengte van ca. 8 km tussen Epen en het Drielandenpunt bij Vaals. In dit bos hebben we rustpost in het gebouw van boswachters. Na de rust weer het bos in. Wat verder komen we aan de Belletboomgaard. Cottessen is in cultuur gebracht vanuit de carréboerderij Bellet, een boerderij die daar sinds de 13e eeuw of eerder is gevestigd. De boerderij draagt boven de poort een gevelsteen met het wapen van de abdij van Burscheid met de Latijnse wapenspreuk Dominus Providebit ("De Heer zal voorzien"). Dit was vroeger een arme streek in Limburg en als gevolg daarvan zijn de oude vakwerkhuizen veelal gehandhaafd. Rond deze tijd heette Cottessen nog Kothausen. Cottessen is samen met Camerig een beschermd dorpsgezicht. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan. Door de steile heuvels was het gebied voor de landbouw een moeilijk toegankelijk gebied, waardoor schaalvergroting van de landbouw nauwelijks heeft plaatsgevonden. Als gevolg daarvan zijn in het rijke kleinschalige cultuurlandschap vele holle wegen, graften, hoogstamboomgaarden, bosschages, bronnengebieden en meidoornhagen in stand gebleven. Door Cottessen stroomt de Berversbergbeek, zuidelijker ligt de Cottesserbeek. Cottessen maakt, samen met het naburige gehucht Camerig, deel uit van het rijksbeschermd gezicht Camerig-Cottessen. Cottessen telt 11 rijksmonumenten, alle vakwerkboerderijen. Eén van de monumenten is de Cottesserhoeve, een dwarshuisboerderij met een schuur uit circa 1736. Camerig ligt aan de rand van het Vijlenerbos, vanuit deze plek heeft men een goed uitzicht over het Geuldal, de oostelijke Ardennen en het noorden van de Eifel. Camerig telt 11 rijksmonumenten, alle vakwerkboerderijen, merendeels uit de 18e eeuw. Camerig was de plaats waar de stichting Natuur & Milieu op 16 augustus 2005 de twee mooiste landschappen van Nederland bekroonde met vijf sterren: het stroomgebied van de Drentsche Aa en het Limburgse Gulp- en Geuldal. We wandelen nu terug het bos in en komen voor de tweede maal op de rustpost, nu nog enkele kilometers terug naar Vijlen waar onze wandeling eindigt.


















|