HELPENDE HANDENTOCHT.
WELLENSE BOKKERIJDERS.
WELLEN.
Na de regen van de afgelopen dagen ligt het parkoers er modderig bij, op sommige plekken zelf niet meer verantwoord om door te wandelen. Al vlug na het vertrek gaan we het natuurgebied in. De “Grote Beemd”. In het zuiden is dat de Broekbeemd en in het noorden, tussen Wellen en Alken, de Grote Beemd. Hun naam verklapt het al, het kan er nat zijn. Beemd’ staat namelijk voor ‘een hooiland in een beekvallei’. Waar het te nat is, wijst een knuppelpad je de weg. De Grote Beemd is een gebied met heel veel potentieel. Het werd vroeger gebruikt als “gemene weides”, waar alle Wellenaren tegen betaling aan de gemeente hun vee konden laten grazen. Dit gebeurde nadat de eigenaars hun percelen hadden gehooid in de zomer. De dieren mochten er in om de “achtermoat” af te grazen. Omdat het aantal Wellenaren met eigen koeien sterk afnam, verdween dit gebruik en werd het gebied volgeplant met populieren om toch opbrengst te krijgen van hun gronden. Limburgs Landschap vzw probeert er het kleinschalig cultuurlandschap zoals momenteel nog te zien is rond de Graetmolen en in de Graeterbeemd in ere te herstellen. Dit gebeurt in samenwerking met plaatselijke boeren en jagers. Via maaibeheer streven we naar een verbetering van de hooilandjes met pinksterbloem, grote ratelaar en knolsteenbreek. Je vindt er mooie restanten van meidoornhagen en graslanden met onder andere gevlekte orchis. Met andere woorden een zee van bloemen in het voorjaar. Moerasbossen krijgen eveneens een plaatsje. Het herbergt gebied een rijke schat aan streekeigen bomen en struiken waar onder andere het Agentschap voor Natuur en Bos gebruik van maakt om zaden te oogsten om deze steeds zeldzamer worden de authentieke planten te bewaren voor de toekomst. We komen ook langs De Graetmolen (ook: Graethmolen of Graatmolen) is een voormalige watermolen op de Herk nabij het natuurgebied Grote Beemd, ten noorden van Wellen en nabij het gehucht Russelt. Het was een onderslagmolen die fungeerde als korenmolen. Reeds in het jaar 1236 werd melding gemaakt van een molen op deze plaats. Uiteindelijk kwam deze molen aan de Abdij van Averbode. De molen werd diverse malen herbouwd. In de Franse tijd werd deze molen aan een particuliere molenaar verkocht. In 1876 en 1880 werden stoommachines geplaatst, maar in 1890 verdwenen deze al. Het waterkrachtbedrijf fungeerde tot in de jaren 60 van de 20e eeuw. Daarna werd het rad en het binnenwerk, met gietijzeren overbrengingen, ontmanteld. Ook het sluiswerk werd afgebroken. Wat verder zijn we terug in het centrum van Wellen en dan gaan we terug naar ons vertrek. Bijzonder is dat de wandelclub de naam Wellense Bokkerijders draagt en dit is naar de geschiedenis van de Bokkenrijders van Wellen. Wellen is het epicentrum van de Bokkenrijders van Zuid-Limburg. Het fenomeen Bokkenrijders dateert van de 18de eeuw. Het grote kapitaal zat in die tijd bij kasteelheren, grootgrondbezitters, adel en clerus. De bevolking moest hard zwoegen. Hun karige loon werd hen dan nog regelmatig door vreemde soldaten en avonturiers ontnomen. Het handelsmerk van de Bokkenrijders was de brandbrief: hierin dreigden ze met brand tenzij de bedreigde een zekere som overmaakte. Ze waren echter minder crimineel en wreed dan beweerd werd. In onze moderne tijd zouden we spreken van ‘kruimeldiefstallen’. Van grote rooftochten was nooit sprake. Volgens de legende zweefden De Bokkenrijders ’s nachts op bokken door de lucht. Dit verhaal werd althans via foltering uit de verdachten geperst. Het is gebaseerd op een Germaans volksgeloof, waarbij demonen in een dierlijke gedaante in een storm door de lucht raasden. In het christendom werden deze demonen assistenten van de duivel genoemd. De rechterlijke macht (indertijd was de geestelijke en wereldlijke heer van Wellen de abdis van Munsterbilzen) trad hard op tegen De Bokkenrijders. De vonnissen (1774-1776) van 27 ter dood veroordeelde Bokkenrijders uit Wellen werden voltrokken op twee verschillende plaatsen; in Munsterbilzen en in de Bonderkuil in Wellen. Zo word een wandeling een stukje meer dan alleen wandelen maar ook een stukje geschiedenis.
|