BOSTOCHT
DE SCHOVERIK DIEPENBEEK
BEVERST-BILZEN
Beverst een deelgemeente van Bilzen, ooit een klein landbouwdorp rond het adellijk Leen Schoonbeek, nu een woondorp voor forenzen naar Hasselt. Beverst staat bekend om zijn geklasseerde gebouwen, genaamd "De Zon" en "De Maan". Dit zijn twee authentieke boerderijen maar vooral om het waterkasteel in het gehucht Schoonbeek. Maar ook de vakwerkhuizen komen nog voor. De Schilswinning een vakwerkboerderij uit de 17 de eeuw met een overkragende verdieping en een kaasrek onder de dakrand. De dwarsschuur uit begin 19de eeuw.
VAKWERK
Vakwerk boerderij is een sinds oud-Germaanse tijd uitgeoefende bouwstijl waarbij een dragend skelet uit houten balken met mortel of leem en roeden opgevuld wordt. Het is boven alle twijfel verheven dat er eeuwen geleden al vakwerkhuizen in Limburg stonden. Het vakwerkhuis staat op een houten voetraam dat dicht boven de grond op een laagje natuur rust op de bodem van stenen. Dit fundament, hoe ondiep ook, was in feite een geniale vinding. Het houtwerk kon lang niet zo snel verteerd worden door het vocht, de levensduur van het huis werd aanzienlijk verlengd. Tot in de vorige eeuw bouwde de boer zijn huis zelf, zoals hijzelf in zijn onderhoud voorzag. Hout was er voldoende; stenen, klei en stro ook. Dat was alles wat hij nodig had. Eerst zette hij een houten raamwerk op, een huis zonder muren en zonder dak. Later maakten sommige handwerkers daar hun beroep van. Ze trokken van dorp tot dorp om raamwerken te bouwen en ze noemden zich raammaker. De vakken tussen de balken van het raamwerk vulde de bouwer op met een vlechtwerk van buigzame twijgen dat aan binnen en buitenzijde bepleisterd werd met een mengsel van natte klei en stro dat in korte stukjes was gehakt. Als dat na een paar weken droog geworden was, maakte de doe-het-zelver de wanden glad om ze vervolgens wit te kalken. Het dak werd bedekt met stro tot men in de vorige eeuw de dakpan ging gebruiken. Dat dak liet men ver over de zijwanden heen reiken zodat de regen geen vat kreeg op de toch wel kwetsbare buitenmuur. En het onderste deel van de muur wreef de bouwer in met teer: Dat vormt een uitstekende beschermlaag tegen regen.
Nu nog ziet men hoe de eigenaar van een vakwerkhuis in de week voor kermiszondag de teerlaag en de kalklaag oververft, zodat zijn huis er weer nieuw uitziet. In oorsprong waren de vloeren in het interieur van leem, maar tegenwoordig ziet men houten vloeren of houten plavuizen. Nieuwe vakwerkhuizen worden al meer dan honderd jaar niet meer gebouwd. De exemplaren van nu zijn zeker een eeuw oud. Als parels in het landschap staan ze langs de wegen en in de weilanden. Op onze wandeling kunnen verschillende prachtige exemplaren bewonderen.
Ook komen we langs de Demer op dit riviertje komen verschillende watermolens voor. In Beverst vinden we de Nieuwe Molen een 19de eeuwse watermolen, spijtig dat het waterrad verdwenen is maar het binnenwerk is nog volledig intact. Als men wat tijd uittrek om op een wandeling te kijken en te genieten kom men heel dikwijls prachtige gebouwen tegen die allemaal een verhaal vertellen en met wat zoekwerk kom men vel te weten over deze gebouwen. Zo word een wandeling meer als alleen maar wat wandelen, genieten van de omgeving, de natuur en het nagenieten zijn zeker de moeite waard. En al heb je al dikwijls op dezelfde plaatsen gewandeld toch ontdekt je telkens weer iets nieuws.
|