ABDIJ VAL-DIEU
De abdij van Onze Lieve Vrouw van Val-Dieu (Godsdal) werd in 1216 opgericht.



De Cisterciënzer monniken hadden de gewoonte zich op onherbergzame oorden te vestigen. Teruggetrokken van de wereld, meestal in een dal, konden zij zich toeleggen op hun enig middel van bestaan, het bewerken van hun gronden. Ze volgden daarin het voorbeeld van de Heilige Robert van Molesme, die op die manier opnieuw terug wou naar het oorspronkelijk ideaal en de regel van de Heilige Benedictus. De vallei van de Berwinne paste helemaal binnen dit model. De stichting van Val-Dieu fungeerde als bufferzone tussen het hertogdom Limburg en het graafschap Dalhem.



Stilaan zouden de monniken het landschap omtoveren tot het karakteristieke « Land van Herve ». De uitstraling van de abdij was vooral regionaal. Een bakermat voor spirituele en intellectuele ontwikkeling maar tevens een economisch centrum voor het hele plateau van Herve. Het cisterciënzerklooster zou dan ook niet ontsnappen aan menig conflict: gevechten tussen feodale heren, godsdienst en opvolgingsoorlogen en de naweeën van de Franse revolutie. Elk van deze conflicten zou trouwens zijn sporen nalaten op de gebouwen. De kerk zal tot viermaal toe vernield worden of beschadigd door brand.



Telkens heropgebouwd sluit ook het hedendaagse complex nauw aan bij het oorspronkelijke plan van de Cisterciënzers. Hun doel was daarbij het creëren van een omgeving en architectuur die toelaat het zoeken van God en de ontplooiing van de mens met elkaar te verzoenen. De wederopbouw van de abdij, uit de ruïne, na de Franse revolutie, en de terugkeer van de monniken in het midden van de 19de eeuw, laten ons vandaag toe om voeling te krijgen met de enige cisterciensensite in Belgïe die eruitziet als weleer. . De Cisterciënzers die grote landbouwspecialisten waren, slaagden erin om de site van Val-Dieu met zijn schitterende park te bewaren als een groene oase die een brug slaat tussen het spirituele en culturele leven, zoals dit reeds 800 jaar geleden het geval was.



Sinds 1997, worden de gebouwen van de boerderij weer spring levend door de activiteit van de brouwerij. Het enkel verschil is vandaag het feit dat het geen monnik maar een leek is die verantwoordelijk is voor het brouwen. Bovendien wordt het Val-Dieu bier gebrouwd in de vroegere boerderij. De Molen van Val- Dieu met nog steeds draaiend waterrad en volledige inhoud is zeker ook de moeite om eens te bezoeken, hier is ook een taverne waar je de producten van Val Dieu kunt proeven, het lekkere bier en de kaas. In de omgeving kun je prachtige wandelingen maken.
COMMANDERIE / FORELLEN KWEKERIJ
ST PIETERSVOEREN.
Forellen stellen hoge eisen aan de kwaliteiet van het water waarin ze leven. De temperatuur moet zo constant mogelijk zijn, rond de 10°C, en veel zuurstof bevatten. Dat milieu vinden ze in het wild in snelstromende riviertjes.



De bron van de Voer, die in het park van de Commanderij is gelegen, levert het hele jaar door water dat aan de gestelde eisen voldoet. Op het traject van ongeveer 400 meter tussen bron en de plaats waar het water de kwekerij verlaat, verandert de temperatuur met maximaal één graad. Net als de andere bronnen in de Voerstreek ontspringt de bron van Sint-Pietersvoeren op plaatsen waar water door kalkhoudend gesteente (mergel) sijpelt tot op een ondoorlaatbare kleilaag botst.



Vroeger kwam het hele dorp hier drinkwater halen. Met een debiet van z'on 4.000 liter per minuut kan dat geen probleem zijn geweest. De bron is eigenlijk een verzamelpunt waar de toevoer van verschillende wateraders bij elkaar is gebracht. Het gebouwtje uit 1666 is afgesloten met een smeedijzeren poort die de wapenschilden van enkele adellijke leden van de Duitse Ridderorde. Steur kennen de meeste mensen alleen maar als leverancier van kaviaar. Dat zijn de eitjes van deze vissoort. Maar ook het vlees van deze vis is bijzonder delicaat. In het wild leeft de steur in rivieren in onder meer Zuid-Rusland, maar ook in het water van de Voer gedijt hij uitstekkend: de eerste steuren die hier werden uitgezet, verdubbelden op één jaar tijd in gewicht. In het park van het kasteel ligt de grote bron, die de vijvers en dus ook de Voer van water voorziet. Het is de oude dorpsbron, waar de inwoners vroeger water voor dagelijks gebruik gingen scheppen. Deze bron is wel de grootste en meest bekende, maar de hoogste bron van de Voer ligt bij de wijk "De Zwaan" en heet "De Drink" Het eerste deel loopt de waterloop door een ondergrondse buis, komt dan in een veldweg even boven de grond en loopt tot aan de Commanderij weer door een buis. Een wandeling door het park is steeds weer ontdekken en genieten van het schouwspel van de vissen.



|