PRUM / EIFEL.
Prüm, stadje op een boogscheut van de Belgische grens, herbergt datgene, waarmee Jesus van Nazareth met beide voeten op de aarde stond: zijn sandalen. Met beide voeten op aarde staan, dat betekent een solide basis hebben. En zo zag het ook paus Zacharias in de 8ste eeuw. Hij erkende Pepijn de Korte, geboren 714 in Jupille (België), tot koning van de Franken. En als een symbool voor de koningswaarde een vaste basis voor het Frankische rijk - kreeg Pepijn de sandalen van Christus! Nergens is vermeld hoe de paus aan die sandalen gekomen was, maar ja... het was in ieder geval een relikwie als geen ander.
SANDALEN VAN JEZUS
Pepijn wou een eigen kerk, een schuilplaats voor zijn uitzonderlijk relikwie. Nu was er niet al te ver van het huidige Belgenlandje een klein klooster in de Eifel dat eigenlijk op het verdwijnen stond. Het was dertig jaren tevoren gesticht in een woudzone door een zekere Bertada, maar echt succes had het niet. Pepijns vrouw heette ook Bertada (zij was de moeder van de volgende Frankische koning en keizer Karel de Grote). Zij ontdekte het ten dode opgeschreven kloostertje in de Eifel. Pepijn kocht het kloostertje op, liet het herbouwen en riep Benedictijnen uit Parijs om het te bevolken.
Tja... met zulke Koninklijke begenadiging groeide het kloostertje uit tot een echte abdij. Weldra ontstond er een stad rond: Prüm. En in de abdij werden de sandalen van Christus opgeborgen Christus de verlosser, in het Latijn Salvator, vandaar de patroonsnaam Sint-Salvator. Prüm werd een echt bedevaartsoord wegens deze wel zeer uitzonderlijke relikwie. De stad was als het ware voorbestemd om groots te worden. Maar enkele eeuwen later kwam in Trier (niet zo ver van Prüm) iemand op het idee om ook een uitzonderlijk relikwie te herbergen. Als uit het duister kwam de tunica, de rok van Christus, in Trier terecht! En geef nu toe, een rok is toch nog altijd iets belangrijker dan sandalen... het lot van Prüm was beschoren: het verviel tot een provinciestadje en Trier werd een wereldstad.
Pepijn had het nog moeten meemaken. Het belangrijkste en mooiste gebouw is de abdij en de abdijkerk. Werd 721 gesticht door Bertrada de Oude, de schoonmoeder van Pepijn de Korte maar pas 752 door koning Pepijn en zijn echtgenote Bertha met de Grote Voeten (moeder van Karel de Grote) daadwerkelijk gesticht. De abdij had een uitgestrekt bezit, dat tot in Bretagne, de Taunus en de Nederlanden reikte. De abdij beschikte over een aantal voogdijen en kloosters in andere plaatsen, om het goederenbeheer te organiseren. Vandaag is het één van de belangrijkste toeristische gebouwen van de streek. Wij wandelen rond in Prum en bezoeken de abdijkerk.
Vandaag is het relikwie van de schandalen van Jezus te bezichtigen. De kerk is een juweeltje van religieuze kunst. Wij genieten nog van ons bezoek aan Prum. Dan keren we terug naar huis en zit onze korte vakantie erop.
FONTEIN MET DE GESCHIEDENIS VAN PRUM
|