HERFSTWANDELTOCHT.
WANDELVRIENDEN RANSDAAL.
RANSDAAL. NL.
Ransdaal is een kerkdorp, gelegen in het Ransdalerveld in de gemeente Voerendaal. Bij Ransdaal horen ook de buurtschappen Lubosch (D'r Lübesj) met ongeveer 20 inwoners en Termoors met ongeveer 30 inwoners.




In 1932 werd de kerk gebouwd, welke opgebouwd is uit Kunradersteen.
De Kunrader Kalk, Kundersteen of Kalk van Kunrade is een geelgrijze kalkhoudende zandsteen, die het onderste gedeelte vormt van de geologische formatie van Maastricht. De Kunrader Kalk wordt gevonden bij Kunrade, en dagzoomt in de heuvels van Zuid-Limburg (Nederland). Het gesteente lijkt qua uiterlijk veel op krijtgesteente of "Limburgse mergel", dat iets zuidelijker, in het Mergelland, gedolven wordt.
Wij wandelen voorbij de kerk en het station, dan verder door het golvend landschap met weilanden en bossen.





Wij wandelen Klimmen binnen en dan door de prachtige natuur, de herfstkleuren zijn wonderlijk mooi het is genieten van de kleurenpracht. Langs weilanden en akkervelden hier en daar staat een groepje bomen en vormen een klein bos. Wel mooi in het landschap. Zo komen we aan de Walmerweg met een prachtig huis uit 1913. Een spreuk in het glasraam van de deur is wel uniek.




Wij wandelen verder naar Walem. We worden op prachtige vergezichten over het golvend landschap getrakteerd. Hoe mooi toch. We komen aan de waterput van Walem, gerestaureerd in 1973 tot in 1920 hebben de inwoners hier hun drinkwater gehaald. Heel zorgzaam is deze plek behouden met een infobord. Nu wandelen we door en komen in Schin op Geul, hier is de controlepost. Wij wandelen na de rust verder door het prachtige landschap.






We komen in natuurpark Genhoes, langs de Geul en in het Gerendal liggen hellingbossen, droogdalen, beekdalen en landbouwgronden. De hellingbossen zijn uniek voor Nederland. Mede door de kalkhoudende grond groeien er uitzonderlijk veel soorten planten. Bij dit natuurgebied horen tevens een kasteel en een oude kluizenaarswoning. Het Genhoes omvat het vijftiende-eeuwse kasteel Genhoes met boerderij, graslanden, boomgaarden, kasteelbos, de beboste Schaelsberg, kluizenaarswoning, oombos en de weilanden rond kasteel Schaloen. Het Schaelsbergerbos is een hakhoutreservaat. In dit loofbos worden de bomen perceelsgewijs en periodiek gekapt, ofwel afgezet, zodat er veel licht op de bodem valt.





In combinatie met de kalkhoudende grond levert dat een weelderige plantengroei op met maar liefst tweehonderd soorten, waaronder echt duizendguldenkruid, donkersporig bosviooltje en veel soorten orchideeën.
De KLUIS
In het Schaelsbergerbos staat De Kluis. Dit is een kluizenaarswoning annex kapel uit 1688 waar tot 1931 achtereenvolgens zestien kluizenaars woonden. 'De Kluis' is een religieus monument op de top van een heuvel ten noorden van het Geuldal. De naam Sjaasberg heeft te maken met het vormen van de scheiding tussen de eigendommen van Schaloen en Genhoes. Sjaa(t)s is scheiding of grens. De naam sjaa(l)s kan ook afkomstig zijn van schedelplaats. Het gebouw op deze schitterende plek in het hellingbos gelegen, was gedurende twee en een halve eeuw het onderkomen van kluizenaars.


De Bokkerrijders ontdekte deze plek ook en doordat de Gank (bedevaart) naar deze hermitage steeds befaamder werd , het aantal pelgrims groter en de offerblok voller. In die dagen kreeg een Bokkenrijdersbende, via een paardenknecht van hoeve 'Euverhem', daar weet van. De bende overviel monnik Arnoldus, beroofde hem van zijn bezittingen en liet hem bespot en geschonden achter. Na dit trieste voorval kreeg hij van het bisdom toestemming om nog een confrater in het verblijf op te nemen. De ramen werden van traliewerk voorzien en de deursloten enorm verzwaard. Die twee gewijde kompanen hebben samen vanuit de gewelfde kelder onder de kamers een vluchtgang gegraven naar het talud dertig meter zuidwaarts in het bos. Bij het weer verschijnen van overvallers kon men hierlangs vluchten en zich verschuilen in het woud.
We hebben van op de Schaelsberg een prachtig zicht op kasteel Genhoes,





Het kasteel bestaat uit een laat-gotische originele vleugel met een aangebouwde zware hoektoren (waarschijnlijk het oudste deel) en een later aangebouwde dwarsvleugel aan de achterzijde. Het geheel is uit mergelsteen opgetrokken en geheel omgracht. Het kasteel is toegankelijk via een bogenbrug naar de hoofdingang in de oudste vleugel. Deze hoofdingang is voorzien van een barokke ingangspartij. Aan de noordzijde bevindt zich buiten de omgrachting nog een kasteelhoeve. Aan deze hoeve is een inrijpoort aangebouwd voor het gehele complex.





Een heel mooi geheel, wij verlaten het parkoer even en wandelen de dreef af naar het kasteel Schaloen.
Kasteel SCHALOEN.
De oorspronkelijke burcht Schaloen was niet het sprookjeskasteel dat we nu kunnen zien staan. Omstreeks het jaar 1200 is Schaloen gebouwd als verdedigingsburcht in opdracht van de familie Van Hulsberg. Van het burchtverleden van Schaloen is helaas weinig bekend. Wel zijn de overblijfselen ervan nog steeds te zien in de gewelven van het huidige kasteel. De bijgebouwen stonden bij het oorspronkelijke kasteel aan de rechterzijde van het hoofdgebouw. Van daaruit gaf een brug over de moerassige slotgracht toegang tot het eiland Schaloen.





Als de brug was opgehaald vormde het moeras een uitstekende verdedigingslinie. De muren van het kasteel in zijn eerste vorm zijn ruim twee meter dik en gebouwd van basaltkeien. De deuren waren van tien centimeter dik massief eikenhout. Hierdoor werd de burcht een bijna onneembare vesting Toch is het kasteel in 1575 door oorlogsgeweld bijna geheel afgebrand. In het jaar 1656 was de herbouw van het kasteel voltooid, wat nog te zien is aan het jaartal dat gevormd wordt door de muurankers in de toen voltooide linkeraanbouw. Van de oorspronkelijke bouw rond 1200 waren alleen de muren en twee arkeltorens over.

Omdat de weergangen niet meer zijn herbouwd was er geen sprake meer van een verdedigingsburcht. Het kasteel werd vanaf dat moment dan ook vaak beschreven als de Lusthof Schaloen. Bij de herbouw in 1656 zijn de bijgebouwen weggelaten. Maar de kasteelheer had personeel, werkruimte en voorraadschuren nodig, dus werden de bijgebouwen aan de linkerkant van het kasteel opgetrokken. In 1701 (ook dit is te zien in de muurankers) verrees een smidse en een werkplaats. In 1718 volgden het prachtige poortgebouw en de huidige toegangsbrug en in 1721 kwamen een tuinman- en een timmermanswoning gereed en tevens een overdekte stalling voor de rijtuigen.





In 1727 kwam er nog een gebouw bij; de Tiendschuur. Hier moest door de pachters van de landerijen van Schaloen tiendgeld worden betaald. Eén tiende van de opbrengst van de landerijen moest verplicht worden afgedragen aan de machtige kasteelheer. Een vroege vorm van belasting heffen. Aan het einde van die laan ziet u links de oude Schaloenshoeve staan, welke dateert uit 1872. De oude graanmolen, uit de 17e eeuw, net buiten de poort, behoorde ook eens tot Schaloen vandaar de naam Sjloens meule (het Limburgs dialect voor Schaloens molen). Hier moesten de pachters van de landerijen verplicht hun graan malen.


 


Dit alles is gewoonweg prachtig. Wij vervolgen onze wandeling stekken de Geul over en zijn zo terug op onze route. Langs de Geul wandelen we door een prachtig landschap met oude bomen in herfstkleuren. Zo komen we in Schin op Geul met mooie gebouwen en boerderijen wat verder komen we in Schoonbron. Hier ook weer prachtige gebouwen in vakwerk en mergelsteen. Ook hier een prachtige Mariakapel.




Wij wandelen door het gehucht en komen zo terug in Ransdaal. Hier eindigt een prachtige wandeling. Bij het naar huis rijden krijgen we nog prachtige avondluchten die we ook vastleggen op de foto. Ze zijn gewoon prachtig.




Voor het fotoalbum de link volgen
|