De bruine kikker komt in vele biotopen voor en heeft een voorkeur voor koelere, beschaduwde plaatsen zoals bossen, heidevelden, graslanden, duinen en zelfs de kleinste tuinvijvers. Enige voorwaarde is de aanwezigheid van begroeiing en een strooisellaag waar in gescholen en gejaagd kan worden. In heel open gebieden als agrarische landschappen of zeer droge gebieden komt de soort niet voor. De bruine kikker is vrij kort aan water gebonden en leeft buiten de voortplantingsperiode voornamelijk op het land. In vergelijking met andere kikkers heeft de bruine kikker een voorkeur voor wat koelere, vochtige gebieden, in bergbeken is het een van de algemeenste soorten. De kikker komt voor in laaglanden op zeeniveau tot berggebieden, in de Pyreneeën komt de soort voor tot bijna 2700 meter boven zeeniveau[1].
De bruine kikker is een relatief grote, gedrongen kikker met een grote, platte kop en een relatief stompe snuit. De kikker wordt ongeveer 7 tot 9 centimeter lang. Mannetjes kunnen tot 10 cm lang worden, de vrouwtjes worden gemiddeld groter en bereiken maximaal 11 cm. De kleur van de bruine kikker is altijd bruin, vrouwtjes neigen vaak meer naar rood, maar de variatie is enorm en ieder exemplaar heeft een iets afwijkende tekening. Kenmerkend is de grote donkerbruine driehoekige vlek van de neusgaten over het oog naar de bovenzijde van de voorpoot, in de vlek is het trommelvlies gelegen dat ongeveer dezelfde kleur heeft en moeilijk te zien is. Het trommelvlies of tympanum is ongeveer 3/4 van de diameter van het oog, een verschil met sommige andere soorten. Op de bovenlip is vaak, maar niet altijd, een lichtere streep aanwezig. Op de bovenzijde van de rug zijn twee huidplooien of dorsolaterale lijsten aanwezig die goed zichtbaar zijn door de lichtere kleur, met op het midden van de rug een lichtere maar niet altijd duidelijk zichtbare streep. De achterpoten zijn altijd donker gebandeerd al kan de intensiteit variëren van duidelijk gebandeerd tot nauwelijks waarneembaar. De buik is wit tot geelwit en heeft soms een lichte grijze marmertekening bij de mannetjes tot een gele of rode marmertekening bij de vrouwtjes. De keel is vaak wit of soms grijs met vaak een lichtere middenstreep.
De kleur van de kikker verandert tijdens de voortplantingstijd, de vrouwtjes krijgen gele en rode kleuren aan de flanken. Mannetjes worden wat grijzig, soms met blauwe vlekjes op de flanken, maar ze worden niet blauw zoals de heikikker.
Info Wikipedia Foto's Rik
|