Natuurfotografie is in eerbied omgaan met de natuur. Dankbaar zijn dat zij haar schoonheid toont en die doorgeven.
14-11-2009
De bruine kikker
De bruine kikker komt in vele biotopen voor en heeft een voorkeur voor koelere, beschaduwde plaatsen zoals bossen, heidevelden, graslanden, duinen en zelfs de kleinste tuinvijvers. Enige voorwaarde is de aanwezigheid van begroeiing en een strooisellaag waar in gescholen en gejaagd kan worden. In heel open gebieden als agrarische landschappen of zeer droge gebieden komt de soort niet voor. De bruine kikker is vrij kort aan water gebonden en leeft buiten de voortplantingsperiode voornamelijk op het land. In vergelijking met andere kikkers heeft de bruine kikker een voorkeur voor wat koelere, vochtige gebieden, in bergbeken is het een van de algemeenste soorten. De kikker komt voor in laaglanden op zeeniveau tot berggebieden, in de Pyreneeën komt de soort voor tot bijna 2700 meter boven zeeniveau[1].
De bruine kikker is een relatief grote, gedrongen kikker met een grote, platte kop en een relatief stompe snuit. De kikker wordt ongeveer 7 tot 9 centimeter lang. Mannetjes kunnen tot 10 cm lang worden, de vrouwtjes worden gemiddeld groter en bereiken maximaal 11 cm. De kleur van de bruine kikker is altijd bruin, vrouwtjes neigen vaak meer naar rood, maar de variatie is enorm en ieder exemplaar heeft een iets afwijkende tekening. Kenmerkend is de grote donkerbruine driehoekige vlek van de neusgaten over het oog naar de bovenzijde van de voorpoot, in de vlek is het trommelvlies gelegen dat ongeveer dezelfde kleur heeft en moeilijk te zien is. Het trommelvlies of tympanum is ongeveer 3/4 van de diameter van het oog, een verschil met sommige andere soorten. Op de bovenlip is vaak, maar niet altijd, een lichtere streep aanwezig. Op de bovenzijde van de rug zijn twee huidplooien of dorsolaterale lijsten aanwezig die goed zichtbaar zijn door de lichtere kleur, met op het midden van de rug een lichtere maar niet altijd duidelijk zichtbare streep. De achterpoten zijn altijd donker gebandeerd al kan de intensiteit variëren van duidelijk gebandeerd tot nauwelijks waarneembaar. De buik is wit tot geelwit en heeft soms een lichte grijze marmertekening bij de mannetjes tot een gele of rode marmertekening bij de vrouwtjes. De keel is vaak wit of soms grijs met vaak een lichtere middenstreep.
De kleur van de kikker verandert tijdens de voortplantingstijd, de vrouwtjes krijgen gele en rode kleuren aan de flanken. Mannetjes worden wat grijzig, soms met blauwe vlekjes op de flanken, maar ze worden niet blauw zoals de heikikker.
De bomen roesten in het zieke licht langs somber in zichzelf gekeerde grachten. In wilde, stormdoorvlaagde regennachten vertoont de maan een bleek, behuild gezicht
boven de lege straten, smalle schachten waar in een onverbiddelijk gericht de zomer langzaam voor het najaar zwicht, terwijl de huizen op het einde wachten.
Tegen de morgen is de strijd beslecht. Een vage geur van heimelijk bederven heeft aan de moede wind zich vastgehecht.
Tussen een handvol dunne zonnescherven heeft zich de zomer moeizaam neergelegd om eenzaam en onopgemerkt te sterven.
Hanny Michaelis uit 'Verzamelde gedichten' Van Oorschot 2006
Vroeger was de Bospolder, zoals het omringende landschap, poldergebied. Bij de havenuitbreiding zo’n dertig jaar geleden werd het gebied opgespoten. Daarna veroverde de natuur langzaam opnieuw het vernielde gebied. Graslanden, ruigten, bos en moeras wisselen hier af met ondiepe plassen. In 2002 werd hier het allereerste Vlaamse natuurinrichtingsproject afgewerkt. Door moeras te herstellen en “wielen” of plassen ontstaan door dijkdoorbraken te ruimen, werd het gebied terug natter en waardevoller.
Langs grachten en open water ontwikkelde zich hier rietland, waar kleine karekiet, rietgors en tal van eenden zich thuis voelen. Vooral voor vogels bekleden de Bospolder en het Ekers Moeras een belangrijke positie in een snoer van internationaal interessante gebieden.
Met een aangepast beheer wil Natuurpunt de Bospolder nog mooier, groener en aantrekkelijker maken. Daarbij steken Galloway-runderen ons een handje toe. Zij eten niet alle planten en niet overal evenveel. Zo creëren zij een afwisselend landschap van grasland, ruigten, struwelen en bossen. Hier vinden heel wat meer planten en dieren een geschikt plekje.
Doe 1 kg vlierbessen met steel, 1 kg suiker en 1 l water in een glazen pot, die moet voor ¾ gevuld zijn. Bind er een dichtgewoven doek om en zet voor een zonnig raam (het trekt wel vliegjes aan!). Elke dag doorroeren en na 6 weken zeven.
Bij deze wil ik bij allen die mij zoveel bezoeken en bij hen die mij vriend noemen, maar vooral bij mijn vrienden van seniorennet even verontschuldigen voor mijn uitblijven van antwoord op hun bezoeken.
Ik zit met een pc probleem dat helaas niet in een dag op te lossen is maar mogelijk een week kan aanslepen. Na een aantal uren werk ben ik er in geslaagd om een oude laptop aan de praat te krijgen om dit mee te delen. Het duurt enige tijd voraleer er iets op het scherm verschijnt en waar ik dan nog mee kan werken. Toch zal ik trachten om uw berichten te lezen. Antwoorden is echter zo een langdurige en zenuwslopende opgave dat ik mij even onthoudt.
Bedankt voor jullie vriendschap en hoop spoedig weer op een normale manier weer one line te zijn.
Aan allen nog een fijne week en veel vreugde Rik en Mik
In grote delen vn Europa , Noord- Afrika, Voor- en Midden AziëLeeft in loofbossen met grassen, waarop de bruinachtige rupsen leven in de kruidlaag. info uit ANWB natuurgids.
Ik ben Rik
Ik ben een man en woon in Antwerpen / Deurne (België) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 23/08/1950 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Fotograferen in de natuur, wandelen, lekker eten en samen tijd door brengen op een aangename manier..
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek