een korte rit (75 km) en snel op onze bestemming omdat we niet in Fatima wilden stoppen; ik kon het niet opbrengen om daar een bezoek te brengen aan de religieuze supermarkt en Edgard was evenmin liefhebber; nochtans waren er mensen in de groep die het totaal anders ervaarden dan bv Scherpenheuvel of Lourdes. Voor elk wat wils.
We zijn in de namiddag, bij temperaturen boven de 30°, toch de stad in gegaan.
Een klein parkje, eigenlijk een eilandje aan de buitenkant van de stad, was wel leuk, maar de stad zelf heeft niet zoveel te bieden naast een hoofdstraat en een Plaça do Republica, waar werken aan de gang zijn.
We vonden al de trappen die naar het Convento de Cristo leiden maar lieten de beklimming ervan wijselijk voor morgen. Ze behoren tot de Compostela route.
In het bureau van toerisme kregen we een paar plannetjes en één ervan deed ons besluiten om naar het 'parque de Versailles' te gaan; wat een grap!
De eerste meters doen vermoeden dat het een mooi park wordt, maar al van bij het begin van de wandeling (3 km) naar boven, zagen we dat het niet veel zaaks was.
Maar wij bewegen graag en maakten de cirkel toch rond, al waren de perkjes beneden serieus verwaarloosd.
Tomar wordt vooral bezocht omwille van het Convento dat zich boven op een berg bevindt. Het stadje heeft zijn naam te danken aan de Arabieren die de rivier Nabao die naam gaven.
Een andere versie is dat 'tomar', wat 'nemen' betekent, refereert naar een oude gewoonte; wie zal het zeggen?
Alle 4 jaar gaat hier een groots feest door: het feest van de Tabuleiros; dan dragen vrouwen, in het wit gekleed, en met een sjerp volgens de wijk waaruit ze afkomstig zijn, een heel speciaal hoofddeksel: met broden en bloemen, en bovenaan een kroon of een duif.
Het was een heidens gebruik maar zoals zo vaak heeft de katholieke kerk het overgenomen en tot een katholiek feest omgebouwd omdat ze het niet uitgeroeid kregen. Het is nu dus een feest voor de H.Geest (vandaar de duif bovenaan).
Toen de Moren hier verdreven waren werd het gebied aan de Orde van de Tempeliers toegewezen. Geen brave jongens, maar wel van groot belang voor de koning van Portugal; dus toen die orde door de paus verboden werd, richtte de koning een gelijkaardige orde op, met dezelfde mensen en hetzelfde geld (de Orde van Christus).
Morgen bezoeken we het Convento dat de Tempeliers bouwden...
We mochten met Jacqueline en Arnold ( caravanrijders) meerijden voor deze uitstap zodat we onze camper niet uit 'de zandbak' hoefden te halen; het was niet evident om hem een beetje waterpas te parkeren omdat de ondergrond zo zanderig is en je makkelijk gaat patineren als je moet manoevreren, dus was dat wel meegenomen; dankjewel!
Eerst bezochten we de Monasterio de Sancta Maria da Victoria in Batalha, zo'n 30 km van de camping.
Portugal kende 4 dynastieën; het was de 1ste koning van de 2e dynastie, Joao I, die de opdracht gaf voor de bouw van dit klooster om zijn belofte aan Maria na te komen: als hij de volgende dag de veldslag zou winnen, zou hij een groots Dominicaner klooster laten bouwen, en zo geschiedde.
Bijna 200 jaar werd eraan gebouwd! 6 koningen regeerden in die periode! Het werd een koninklijk pantheon!
Nu is de kerk een gewone parochiekerk geworden, maar ze was in de 14e eeuw dus een kloosterkerk; en wat voor één!
Wel sober, maar juist daarom zo indrukwekkend.
Vlak na het portaal vind je het graf van de architect; een hele eer maar die man verdient een standbeeld!
In de nissen in de buitenmuren liggen de nazaten van de koningen; ook dat van Hendrik de Zeevaarder, die blijkbaar alle overzeese expedities bedacht, financierde en zelfs een zeevaartschool oprichtte, maar zelf niet één keer vertrok!
Toen de jongste zoon van de koning gevangen genomen werd in Noord- Afrika en een losgeld werd gevraagd voor zijn vrijlating, nl een bezette stad teruggeven, weigerde brave Hendrik dat en de jongen stierf ver van huis (maar zijn lijk werd wel overgebracht… ).
Na de kerk was het klooster zelf aan de beurt, en dat was nog veel indrukwekkender; prachtige zuilengangen, schitterende fontein en refter, maar vooral de grootse kapittelzaal maakte indruk; een overspanning van maar liefst 25 m! Hoe deden ze het, zonder één steunpilaar? En in die zaal liepen ook militairen...
Eerst dachten we dat het bewaking was maar toen bleek er een graf van de onbekende soldaat in die zaal te liggen. We maakten net de wachtaflossing om 11u mee; ook speciaal, al roept het vragen op aangezien het gaat om WO I. Portugal vocht niet mee in WO II.
Los van die militairen was het een plek om stil van te worden…
Tenslotte belandden we in een kapel, die de naam 'onafgewerkte kapel' kreeg omdat er geen dak op ligt. Er zijn meerdere speculaties over de reden van het ontbreken van een dak:
– is het zo bedoeld?
– is de constructie niet in orde om een dak te kunnen dragen?
– vond koning Manuel I in de 19e eeuw dat het welletjes geweest was en wilde hij liever investeren in het Jeronimusklooster? Trok hij geld en architecten mee naar Lissabon?
Wie zal het zeggen?
Wij namen de vraag mee naar Alcobaça…
Daar hebben we lekker gegeten;
je moet wel opletten in Portugal: je bestelt een gerecht en krijgt meteen brood en allerlei hapjes voorgeschoteld; als je niet meteen zegt dat je iets niet moet hebben, kan je alles betalen!
De wijn is meestal heel goed en spotgoedkoop; een verwittigd mens is er twee waard.
Voor 6.5 € aten wij risotto met backeljauw, een typisch Portugees gerecht. Backeljauw is gedroogde kabeljauw die geweekt wordt in melk en dan bereid; een delicatesse, al ziet hij er in de winkels alles behalve smakelijk uit!
We bezochten de Jardim do Amor en begaven ons dan weer naar het plein. Daar wachtte de gids ons weer op; deze keer aan het 'Monasterio de Sancta Maria'. Het dateert uit de 12e eeuw maar de barokke gevel werd er pas in de 18e eeuw voor geplaatst; die vormt een schril contrast met het sobere van het Cisterciënzerklooster; er woonden '1000 min 1' monniken!
Ook dit klooster werd gebouwd om een belofte na te komen ivm een kroning van de koning die maar niet door de paus bekrachtigd geraakte. Daarvoor moest flink onderhandeld worden door Berna en rd de Clerveaux, stichter van de Cisterciënzerorde.
Portugal moest nog voor een groot stuk heroverd worden op de Moren en die grond werd aan de Cisterciënzers beloofd; zo kwamen zij in het bezit van een immens grondgebied (17 gemeenten nu!)
De monniken waren onderverdeeld in twee groepen: met de bruine pij liepen zij die het land bewerkten, aan de witte pij herkende je de monniken die in contemplatie leefden.
De Cisterciënzers brachten veel kennis mee naar Portugal; ze leerden de mensen hier keramiek vervaardigen, ze richtten landbouwscholen op, en de eerste echte school, die later zou leiden tot de oprichting van de universiteit van Coimbra, was ook van hen!
Een pittig detail: koning Pedro trouwde maar werd snel weduwnaar; hij was al van vóór zijn huwelijk verliefd geworden op een hofdame van zijn vrouw: Ines de Castro; dat was op zich geen probleem, maar hij kreeg van zijn vader geen toelating om met haar te huwen…
De vader liet Ines zelfs vermoorden. Pedro nam zich voor haar dood te wreken en dat deed hij ook: na het overlijden van zijn vader liet hij de resten van Ines opgraven; heel de hofhouding werd verplicht haar als koningin te eren door haar hand te kussen!
Zij werd begraven in de kerk, recht tegenover Pedro; ze liggen met de voeten naar mekaar zodat ze bij de heropstanding van de doden mekaar als eerste zullen zien! Zo romantisch, niet?!
De twee tombes zijn beschadigd door de troepen van Napoleon; 28 jaar lang zat de koning van Portugal in Brazilië (kolonie van Portugal); bij zijn terugkeer werd Brazilië onafhankelijk.
De aardbeving van 1755 had haar epicentrum in de Algarve, zodat Alcobaça niet zo erg leed als bv Lissabon waar vooral de wijken die op zandgrond gebouwd waren met de grond gelijkgemaakt werden (Alfama was op de rotsen gebouwd en overleefde het wel).
Drie jaar voor de aardbeving was de huidige keuken van het klooster af, en zij bleef dus ongedeerd.
Ze hadden de rivier die door de stad loopt afgetakt en die liep door de keuken zodat er altijd water in het bereik was! Je moet er maar op komen!
We bezochten nog de slaapzaal van de monniken: één grote ruimte! Ze sliepen gewoon op de grond, in hun habijt! Pas later werden cellen gebouwd; badkamer was er niet… dat moet geen 'welriekende dreef' geweest zijn!
Maar nu hebben we echt genoeg stenen gezien, hoor! Morgen verkassen we naar Tomar...
de voormiddag hebben we nog gebruikt om onze was en plas verder te zetten en rond een uur of drie vertrokken we, gewapend met wandelgps en kaart (want sommigen van de groep waren al eens verdwaald geraakt!), richting Nazaré; een mooi 'sardienenvissersdorp' (met een eigen inblikfabriek), volgens de boekjes, maar daar zagen wij niet zoveel van, eerlijk gezegd.
We gingen meteen naar de 'Sitio', het op een rots gelegen deel van Nazaré, waar je met een treintje of te voet naartoe kan; omdat onze tijd beperkt was namen we voor 1.20 € pp het treintje maar; je moet dat ook eens gedaan hebben.
Het is een vernuftig systeem dat één treintje naar boven trekt terwijl het ander daalt op hetzelfde spoor; in het midden is het spoor ontdubbeld zodat ze mekaar kunnen passeren;
Boven gekomen vielen we al meteen voor het prachtig uitzicht; héél Nazaré en nog veel meer kon je zien!
Een oudere man stond een bootje te maken en wij konden het niet laten er eentje voor ons Boke te kopen; hopelijk kan het varen in het bad!
Daarna bezochten we de bedevaartskerk ' Nossa Señhora da Nazaré'; (12e eeuw); Vasco da Gama zou hier aangelegd hebben om de Senhora te danken voor haar bijstand op zijn ontdekkingsreis naar Indië (17e eeuw).
In de dwarsbeuk bevinden zich azulejos die in de Nederlanden gemaakt zijn en over zee naar hier gebracht!
We konden ook (mits 1 € pp te betalen) achter het altaar door maar het was het echt waard! Onder prachtige Gregoriaanse gezangen beklommen we het trapje en kwamen we uit bij het beeldje van de zwarte Madonna.
Dan zijn we langs de andere kant afgezakt naar de 'Majores ondas do mundo', weer volgens de Portugezen die houden van superlatieven. We zagen al veel hogere golven op de wereld (zeker in Australië), maar het windspel met het water was wel mooi; uitgewaaid zijn we weer afgedaald naar het lager gelegen deel van de stad.
Daarna wat 'geflaneerd' over de dijk, winkeltje in en winkeltje uit, tot het 19u was en we in Taberna Adelia verwacht werden voor een gezamenlijk etentje; super lekker! En een gelegenheid om weer eens met andere mensen van de groep beter kennis te maken.
De mooie dag werd bezegeld met een mooie zonsondergang, die we voor de laatste seconden konden meemaken; daarna ging het bergop naar de camping…
een mooie rit van maar 130 km, dus alle tijd om rond te kijken, maar we waren verzadigd van stenen en steden en daarom lieten we Mafra toch links liggen.
In Obidos zijn we wel gestopt en dat was zeer de moeite waard.
Het zit trouwens helemaal onder, dus toeristisch tot en met, maar helemaal niet dichtbevolkt: slechts 800 mensen wonen er. Wellicht allemaal mensen die leven van het toerisme wanr rust ken je er niet.
Het stadje zelf is autovrij, maar er zijn ruime parkings voorzien buiten de stadswal; we kwamen binnen langs het kerkhof, voorzien van rijkversierde familiegraven en grafkapellen.
De straatjes lopen allemaal omhoog of naar beneden; niets is er vlak; wie daar woont moet wel in goede conditie blijven…
Het is een middeleeuws stadje, helemaal ommuurd en op die wallen kan je lopen! Tussen de kantelen door kan je mijlen in het rond kijken.
De hoofdpoort bevat een nis met een 18e eeuwse azulejos; op het stadsplein staat nog een schandpaal uit de 15e eeuw; de kerk dateert uit de 7e eeuw en werd gebouwd door de Westgoten! In de 15e eeuw trouwden daar mensen (zeg maar kinderen) van 8-;12 jaar!
Het kasteel dat in de 16e eeuw verbouwd werd tot koninklijk paleis, is sinds de jaren 50 omgevormd tot een Pousada (zeg maar 'chique hotel'). In dat restaurant betaal je drie keer zoveel als in een lokaal tentje, waar je ook heel goed kan eten.
Calda da Reinha is één van Portugals meest bekende kuuroorden, maar we lieten die baden en massages aan ons voorbij gaan want we hadden een vracht aan was te doen.
Het werd een gezellige avond met mensen uit de groep die ons weer wat wijzer maakten in de camperwereld. 'Campercontact .nl ' is een app die je kan downloaden en offline kan raadplegen; een schat aan informatie vind je daarop als je een camperplaats zoekt onderweg.
De eerste druppels vielen toen iedereen net vertrokken was, maar grote hoeveelheden vielen hier niet.
4 juni bezoek aan het Palacio Nacional de Sintra en de Cabo da Roca
Het Palacio Real van Sintra is het meest westelijk gelegen paleis van Europa; de Portugezen pakken graag uit met uitersten: het meest westelijk gelegen punt (Cabo da Roca), het meest zuidelijk punt van Portugal, en nu een paleis dat op een uiterste gelegen is.
Het is niet in handen van de staat; dat heeft zo zijn voor- en nadelen: voordeel is dat het gerestaureerd wordt door de private eigenaar (de staat zou er het geld niet voor hebben) en nadeel is dat de inkom hoger wordt, maar dat is nogal normaal, niet?!
Het is eigenlijk een Moors kasteel uit de 11e eeuw maar in 1147 kwam het in Portugees bezit. Koning John I liet het optrekken zoals het nu nog te bezichtigen is; hij bouwde het voor zijn vrouw.
Reden om in Sintra een zomerverblijf te bouwen was dat het in Lissabon te heet wordt in de zomer.
De Zwanenzaal was ter ere van zijn dochter; ze dragen allemaal een kroon rond hun nek; de terrassen die sommige zalen verbinden zijn nog van Moorse oorsprong; er zitten vernuftige systemen in om water te sproeien als het te heet zou zijn!
De Eksterzaal kreeg haar naam toen de hofdames begonnen te roddelen over een affaire die de koning zou hebben met één van hen; dat kwam de koningin ter ore maar de koning kon haar ervan overtuigen dat hij geen slechte bedoelingen had gehad; vandaar dat bij de eksters de woorden 'Por Bem' geschreven staan, wat zoveel betekent als 'in alle eer'.
Veel muren zijn bekleed met tegels met Moorse motieven, als een mozaïek.
Bij de slaapkamer van de laatste koning (die het paleis bewoonde) zagen we tegels met reliëf; geëmailleerd! In die tijd!!!
In zijn kleedkamer was het plafond versierd met meerminnen… (kwestie van geïnspireerd te worden?!).
De 'galeienzaal' toont alle rijkdom die Portugal verzamelde tijdens zijn koloniale tijd; toen was Lissabon de ontmoetingsplaats van alle ontdekkingsreizigers (16e eeuw); ze vormde de draaischijf van alle handel uit de koloniën; zo vinden we meubels vervaardigd uit hout uit Brazilië en Indië, met marmer en ivoor ingelegd, in het paleis.
De wapenzaal is de mooiste (of beter: de rijkelijkste); in het plafond zijn blazoenen van 72 adellijke families uit Portugal te zien; twee blazoenen zijn half leeg gebleven; allebei van de dochters van de koning: de eerste overleed op jonge leeftijd en de ander trouwde niet (?).
Hoog in de kapel zaten de koning en zijn gezelschap achter een schutting met gaatjes; zo konden zij zien wie beneden de dienst volgde zonder zelf gezien te worden! Isabel was blijkbaar gefascineerd door de H. Geest want de hele kapel is versierd met duiven.
De Arabischezaal was eigenlijk een badkamer; voor de Arabieren was water zo waardevol als goud en in Portugal was er héél veel water…
de zaal werd, buiten een fontein in het midden, leeg gelaten omdat Arabieren nu eenmaal geen meubels gebruiken zoals wij.
De keuken tenslotte was immens groot; in het begin bevond ze zich los van het paleis maar later werd ze ermee verbonden.
Ze was hypermodern voor haar tijd want er stond bv een kast in (met een oven eronder) om het voedsel warm te houden!
Twee enorme schoorstenen vormden de dampkappen uit die tijd; ze zijn heel apart: 2 grote kegels, die van overal in de buurt herkend worden als de schoorstenen van het koninklijk paleis.
De artisanale witte tegeltjes tegen de muren dateren uit de 19e eeuw! De eigenaars lieten ze helemaal oppoetsen, zodat de keuken er smetteloos uit ziet.
Aan één zijde staat een 'aanrecht' met misschien wel 8 oventjes! De koning ontving zijn gasten graag goed en hij keek niet op eentje meer of minder, blijkbaar!
Tot de 18e eeuw werd het paleis door koningen bewoond…
Als laatste kregen we een zaal te zien in … jawel, Manuelstijl (dus rijkelijk versierd met dieren, planten, en andere symbolen uit de koloniën)! De spiegel en luchter waren vervaardigd uit kristal uit Moreno!!!
Toen waren we echt verzadigd van stenen (van gebouwen toch) en zijn we na de lunch de berg op getrokken, tot aan de rand van een oud Moors kasteel; vandaar zijn we afgedaald langs het historisch centrum van Sintra; we liepen door een prachtig park met allerlei (voor ons) exotische planten;
Om 15u zaten we alweer in de bus op weg naar Cabo da Roca: het meest westelijk gelegen punt van Europa.
Een prachtige kustrand aan de Atlantische oceaan, bezaaid met bloemen; duizelingwekkende kliffen die zich in de oceaan storten; normaal waait het daar stevig, dus waren we allemaal gewapend met truien en sjaals, maar het was windstil deze keer en heerlijk dus om daar te vertoeven!
Wij hebben weer een mooie dag gehad… een dag om 'dank u' voor te zeggen!
Een Portugese vrouw die in Nederland gestudeerd heeft, was vandaag onze gids in Lissabon. Een apart taaltje, maar al bij al goed verstaanbaar! Ze deed het super goed als ambassadeur van haar stad.
Lissabon is gebouwd op 7 heuvels (eigenlijk 8 maar die laatste zie je niet vanuit de stad) . Sinds de 13e eeuw al speelt de haven een belangrijke rol voor de stad; nu is er zowel een haven voor cruiseschepen als één voor containerschepen;
Lissabon heeft, als kosmopoliet (met 17 randgemeenten) 3 milj inwoners, maar de stad zelf telt maar 600 000 inwoners.
Een rijke familie (Champalimand) heeft met eigen middelen hier een oncologisch centrum laten bouwen dat een belangrijke functie heeft ivm kankeronderzoek, wereldwijd.
In de 16e eeuw was de Taag veel breder dan nu; door verzanding is ze smaller geworden, waardoor de Torre de Belém nu niet meer in het midden van de rivier staat, wat dus eerst wel het geval was.
De toren was wel een burcht en diende om de koning uit te wuiven maar hij heeft ook dienst gedaan als gevangenis.
De naam Belém verwijst hier naar Maria van Bethlehem (voorgesteld als moeder); in de tijd van de Inquisitie werden alle beelden waarop Maria van de Melk (ze gaf borstvoeding) of waarop Maria zwanger was, verboden; er bleven er maar enkele over in Portugal (Evora en Lissabon).
Vóór het monument der ontdekkingen dat gebouwd werd ter ere van het 5e eeuwfeest van het overlijden van Hendrik de Zeevaarder, ligt een groot plein waarop de geschiedenis van Portugal uitgebeeld staat.
Aangezien het land bijna helemaal omringd is door water, waren de Portugezen heel snel goede zeevaarders; zo begonnen ze al in de 15e eeuw te koloniseren.
Hier woonden nl veel Joden en Arabieren, die veel kennis hadden van astronomie, wiskunde ed.
Zo waren zij de eersten die met pyramidale zeilen vaarden, waardoor ze in staat waren tegen de wind in terug te keren; (in die tijd kwam niemand terug van een reis naar Kaap de Goede Hoop, maar zij dus wel).
Ze ontdekten bijna toevallig Brazilië omdat ze een grote boog moesten maken op weg naar Indië;
Portugal en Spanje waren allebei aanwezig in de Nieuwe Wereld en zij verdeelden die ook onder hen, zodat alleen Brazilianen nu nog Portugees spreken en de rest van Zuid- Amerika Spaans.
We bezochten het Mosteiro dos Jeronimos: een schoolvoorbeeld van Manuelstijl (zo genoemd naar de koning Manuel I).
– in de kerk liggen niet alleen koningen maar ook anderen begraven, die een belangrijke rol speelden voor Lissabon, zoals Vasco da Gama, dichters en kardinalen.
Toen men ontdekte hoe men gotische bogen in mekaar kon laten passen, kon men hogere gebouwen optrekken. De medaillons in het plafond verdelen op hun beurt ook nog eens het gewicht zodat niet alles op de zuilen en muren terecht komt. Een huzarenstukje!
Wat ze gezien hadden in de koloniën werd ook in de bouwwerken verwerkt; zo zie je onder een altaar bv twee olifanten staan;
De monniken konden de biecht horen via een kruis dat uitgewerkt was in de deuren in de zijgang die toegang geeft tot het klooster (een biechtstoel kende men toen nog niet).
– de kloostergang uit de 16e eeuw in Manuel- en renaissancestijl is één van de mooiste ter wereld.
Hiëronymus heeft hier de vertaling van de bijbel van Grieks naar Latijn gemaakt!
Toen gingen we de stad in en legde de gids uit hoe Azuleijutegels al in de 17e eeuw konden gemaakt worden: vanaf het moment dat men een stabiele temperatuur van 800° kon creëren in de ovens om de beschilderde tegels te bakken; de baktijd nam 12u in beslag! (later werd die tijd ingekort toen men een temperatuur van 1000° kon stabiel houden).
De huizen worden hier vaak betegeld met Azuleiju omdat de bewoners anders verplicht zijn om elk jaar hun gevel te schilderen. De tegels zijn veel meer bestand tegen de invloed van de zee.
We bezochten het koetsenmuseum; zowel koetsen (met een dwarsbalk onder de koets en in het begin met wielen die vooraan en achteraan bijna even groot zijn) als berliners (waarbij de koets op lederen riemen steunt en dus bijna zweeft) stonden er bij mekaar.
Zelfs de koets die koningin Elizabeth gebruikte bij haar bezoek aan Lissabon was te zien daar! (bekleed met witte zijde!!).
De koets waarmee koning Philip II in 1619 van Spanje naar Portugal reisde is eveneens gerestaureerd; er zat een gat in als wc! De koetsier moest op één van de paarden zitten want de koets bood geen plaats voor hem.
Ook postkoetsen en koetsen die alleen in processies gebruikt worden waren te zien. Eén ervan woog 2 ton! Ze was gemaakt voor de paus! in massief hout en bedekt met bladgoud; ze werd getrokken door 12 paarden! De beelden op de voorkant stelden de Atlantische en Indische oceaan voor, die mekaar bedankten; op een andere stonden beelden van lente en zomer of van overvloed en faam.
Na de lunch trokken we de Moorse wijk Alfama in. Een doolhof van straatjes die in juni allemaal versierd worden ter ere van het feest van st Antonius (13 juni). De nacht van 12 op 13 juni wordt een groot bal georganiseerd.
De mensen eten dan gegrilde sardienen: een delicatesse omdat ze hier super vers zijn (daarom moet de kop er aan zitten want aan de ogen kan je de versheid aflezen). Ze kunnen nog niet gekweekt worden! Rijk aan omega 3!
De 13e trouwen 13 paren in die wijk! Hun feest gaat door op de straat!
In die wijk zijn opgravingen aan de gang van een Romeins theater! Het loopt onder de huizen verder, maar die blijven gespaard want die overleefden de aardbeving van 1755 (9 op de schaal van Richter! Gevolgd door een tsunami en een brand!) en stammen dus nog uit de 16e- 17e eeuw!
Toen de kloosters geen inkomen meer hadden begonnen ze bij ons bier te brouwen en hier bakten ze pasteitjes: Pastejus de Belém; alleen in Lissabon maken ze de echte! En dat hebben we zelf mogen proeven! Ongelooflijk lekker!!!
Als je de stad nadert vanuit het zuiden, dan passeer je automatisch de brug van 25 april. Toen in 1974 de dictatuur omver geworpen werd, veranderden ze de naam van de brug in de datum van de revolutie. Ze is 2 km lang en lijkt erg op die van San Francisco; de middenrijstrook is leeg om de bewegingen te kunnen trotseren.
Sinds '99 hangt aan de onderkant ervan een spoorlijn! De trein rijdt dus onder de auto's door!
De Jacaranda's staan nu in bloei (dit jaar een maand later dan andere jaren door de koude in mei!); een prachtig gezicht! Hele lanen met die bomen…
De Fado wordt traditioneel gezongen door een vrouw; het is nostalgische muziek.
Ze ontstond toen zoveel mannen weg trokken om een betere toekomst te vinden; ook de slavenmuziek en invloeden uit Brazilië en Afrika zijn erin verwerkt;
Vroeger was het populaire muziek maar nu wordt ze ook door professionele muzikanten vertolkt, en die worden begeleid door jazz instrumenten (vroeger alleen door klassieke en Portugese gitaar).
Voor de Portugezen hoeft nostalgie niet triest te zijn; ze vinden het romantisch.
Vroeger voerden ze de slechtste wijnsoorten uit en dronken ze in Portugal zelf de beste wijn, maar dat is nu anders. De wijn uit de Douro wint nu gelukkig aan bekendheid in het buitenland.
Tot zover wat we leerden over Lissabon en Portugal...
het was alweer een leuke dag; we vertrokken met 5 open jeeps en schitterend weer naar het Monchique gebergte, dat de Algarve in noordelijke richting beschermt tegen koude; vandaar het milde klimaat hier.
Kim, een Limburgse vrouw die getrouwd is met een Portugees (Vasco), was onze gids.
Ze brachten ons eerst naar een 'templo funerario': een plek met wel 23 graftombes die gebruikte werden 3000 jaar vóór C!
Mochten de Portugezen er werk van maken om die site te gaan exploiteren, ze zouden mooi geld verdienen!
De graftombe die wij bezochten heeft de vorm van de vrouwelijke organen: een ingang met doorgang, een centrale ruimte (baarmoeder) en 2 zijniches (eierstokken).
Alle doden die er gevonden zijn lagen in foetushouding; wellicht zo binnen 'gerold' want de ingang is niet breed!
Portugal en Spanje hebben de oudste prehistorische sites; de meest aanneembare theorie is dat de nomaden tijdens de ijstijd steeds verder richting zuid- west getrokken zijn om te kunnen overleven (en zo uitkwamen in het Iberisch schiereiland); ze moesten hun doden begraven en deden dat, net zoals wij nu nog vaak, in een graf met een (grote) steen erop.
In dit graf werden heel veel skeletten gevonden, net zoals in de tombes in Avebury en op andere plaatsen, maar deze zijn dus veel en veel ouder.
Vandaar ging het naar een traditionele dorpsbakker: 200 broden kon hij in de steenoven tegelijk bakken; alles op bestelling. We proefden het brood, met lekkere gezouten boter… een delicatesse!
We passeerden het dorp Monchique dat op 458 m ligt (wat hier dus 'hoog' is).
Een eindje verder passeerden we een bron waar we onze waterflessen konden vullen: het water van het Monchique gebergte heeft een pH van 9,4 (base dus); aangezien wij heel erg verzuren door ons huidig voedsel is het belangrijk om voor wat tegenwicht te zorgen; hier is dat dus heel makkelijk dankzij dit water.
In Caldas de Monchique betaal je een fortuin om in een bad met dit water te liggen (wat natuurlijk niet helpt, tenzij bij bepaalde huidziekten).
Dan kwamen we bij een (illegale) likeurstokerij; van een locale bes, waarvan ik de naam vergeten ben, wordt likeur gestookt; puur heeft die een alcoholgehalte van 50°; niet bepaald lekker, maar met honig en citroen (en andere geheime ingrediënten) is het best te genieten (zeggen ze).
Wij kochten er wel Propolis en stuifmeelkorrels, alles puur natuur!
Op de middag aten we in een plaatselijk restaurantje; super lekkere kip, op een traditionele manier bereid; frites en sla en watermeloen als toetje; drank was inbegrepen; het heeft iedereen gesmaakt.
Daarna lichtte Kim nog eens het belang toe van de kurkboom: de kurk is de lichtste isolatiestof die er bestaat; het is vuurresistent, dus als er bosbranden woeden blijft de kurkboom gespaard, maar sinds de eucalyptusboom ingevoerd werd uit Australië door de papierindustrie is de kurkboom bedreigd: de eucalyptus groeit veel, veel sneller dan de kurkboom en heeft een dicht bladerdak zodat er op de bodem eronder niks meer kan groeien; hij brandt heel snel en door de aanwezigheid van de olieën in de bladeren is de hitte veel hoger en die kan de kurkboom niet aan…
De kurkboom groeit heel traag en kan pas voor het eerst geschild worden als hij 20- 30 jaar oud is; hij kan de zomers hier goed aan omdat hij in de poreuze kurk het regenwater opslaat en het dus niet in de grond laat afvloeien; in een vorige blog schreef ik verkeerdelijk dat de kurk alle 7 (of 4) jaar geschild werd; het is maar om de 9 jaar dat ze kurk kunnen oogsten, maar het is wel een heel duurzaam product; het kan eindeloos gerecycleerd worden en vraagt geen chemische producten om verwerkt te worden.
Daarna lieten Vasco en zijn chauffeurs hun kunsten met de jeeps zien door heel steile paden door de bush te nemen. Edgard moest wel een poosje recht gaan staan om niet ziek te worden!
En zo kwamen we aan in Silves. De ligging van het dorp was ideaal voor een versterkte nederzetting. De Romeinen bouwden er al een kasteel, maar pas onder de heerschappij van de Arabieren kwam de stad als Moorse hoofdstad tot bloei.
In de 12e eeuw was Silves bekend als cultureel centrum.
Het was een hele tijd de hoofdstad van de Algarve en telde toen evenveel inwoners als Faro nu!
Op de vroegere plek van een moskee staat nu de 13e eeuwse kathedraal.
We lieten deze keer alle gebouwen voor wat ze waren en dronken een heerlijke koffie of fruitsap op een terrasje onder Jacaranda's. Dit was het einde van een heel mooie dag onderweg.
We wensen Kim en Vasco (zij studeerde toerisme en hij economie, en dat komt hen goed van pas) alle geluk toe met hun business; ze doen niet alleen jeepsafari's door de bergen, maar ook langs de kusten. Het zijn gedreven mensen die hun job heel goed doen. Een aanrader voor wie hier in de buurt komt want ze brengen jou op plaatsen die je anders niet zou bezoeken...
niet getalmd vanmorgen! Om kwart na acht richting receptie want de taxi haalde ons op om naar Lagos te rijden.
Om 10u vertrokken we met de boot 'Bom dia' naar de grotten; met 24 mensen per boot want op zee moesten we nog eens overstappen in kleinere bootjes om de grotten in te varen (per 8).
Dat werd een mooie ervaring; ongelooflijk veel geluk hadden we met de eerste wolkeloze dag sinds een maand! Een zacht briesje, te weinig om met de zeilen te varen…
Dus helemaal niet koud op zee; onze jas, trui en sjaals bleven in de rugzak!
Rond de middag kwamen we weer aan wal; Edgard en ik gingen nog even Lagos in en na een lekkere hap zijn we met de bus terug naar de camping gekomen; heerlijk om rustig nog een waske te slagen, een douche te nemen, lakens te verversen, zijn haar te knippen…
Met Romain en Annie hebben we meloen met hesp en een lookbroodje gegeten; zij zijn de eerste mensen met wie we wat langer gepraat hebben; het ijs is nu gebroken en heel wat mensen beginnen samen af te spreken of samen iets te doen in de vrije momenten.
De groep is heel groot, en we zullen vast niet met iedereen contact kunnen maken, maar de korte gesprekjes zijn in elk geval verrijkend (en op campergebied leren we elke dag bij!)
We zijn verhuisd naar de Algarve en hebben hier heel mooi weer; dat doet deugd, zeker omdat we morgen de zee op gaan! Het zou spijtig zijn als we de onderzeese grotten zouden zien in de regen, maar dat heeft niemand in de hand, ook de reisleider niet.
Die kreeg al heel wat te verduren; we zijn hier aangekomen en we kregen te horen dat we in een bepaalde zone van de camping samen konden staan.
Edgard en ik vonden niet meteen die zone maar wel een heerlijke plek op het rustigste stuk van de camping; en het was vlak ook; we dachten dat de anderen nog zouden komen en aangezien we nog moesten eten, bleven we daar staan;
Ondertussen kwamen heel wat campers binnen (zo blijkt achteraf). Sommigen kwamen ook onze kant op; toen we samen gingen kijken waar dat zogezegd groepsveld was, besloten we meteen dat wij niet meer zouden verhuizen: ze stonden daar op een hoopje bij mekaar, in het zand, in de volle zon, zonder enige schaduw! Ons niet gezien!
We willen niet asociaal doen maar op die plek wilden we echt niet staan.
Ondertussen was de reisbegeleider ook binnen gekomen en hij zag ook in dat er op dat veld geen 23 eenheden konden staan;
Hij adviseerde dus alle nieuwkomers om in onze buurt te komen staan en zo komt het dat er twee groepen ontstaan zijn;
Voor ons geen probleem maar sommigen vinden het niet zo fijn.
Het ligt niet aan de reisbegeleider want die had een andere camping gevraagd, maar Gent wilde deze camping (de goedkoopste tot hiertoe, maar voor onze groep niet geschikt).
Wel lastig voor Marcel, want die moet wel met ontevreden klanten omgaan.
We hopen dat de uitstap van morgen veel goed zal maken.
Gelukkig zijn er ook mensen die wel tevreden zijn (en dat zijn meestal dezelfden).
Vandaag was niet de gelukkigste dag want één camper kreeg een aanrijding met een Portugees die niet nuchter was en een andere uit de groep reed door het verkeerde poortje van de péage en kreeg een boete: twee maal de maximale afstand! Wij betaalden 10 € en hij moest er 104 betalen! Tja, en dan kom je in een zandbak terecht… je zou voor minder ontevreden zijn (maar die boete heeft hij wel aan zichzelf te danken want Marcel legde op de voorreisvergadering goed uit hoe het werkt in Portugal!).
Edgard en ik zijn al even naar het strand gelopen; toch wel fijn om nog eens 'het warm zeeke' te zien! Dat is jaar en dag geleden...
Met een tiental gingen we te voet naar Evora; de rest kwam met de taxi.
Daar kregen we vanop het Largo das Portes de Maura (een mooi plein met een marmeren fontein) een rondleiding van een Nederlandse gids, die hier al jaren woont.
Eerst naar de Igreja da Misericorda; daar zagen we een heleboel nissen waarin beelden van heiligen stonden; de nissen behoorden toe aan een broederschap, en zo zag je goed hoe kapitaalkrachtig elk genootschap was; de ene nis al rijkelijker dan de andere, maar één was bijzonder: daar stond een beeld in van een zwarte bisschop, die zich uit de slavernij had opgewerkt en zeer geëerd was door het volk.
Dan trokken we naar de Sé (de kathedraal) uit de 12e – 13e eeuw; de eerste gotische kerk in Portugal. Het trompetorgel wordt nog altijd bespeeld als de bisschop komt.
Heel opvallend was het beeld van een zwangere Maria; het is blijkbaar heel uitzonderlijk dat zij in zwangere toestand wordt afgebeeld. In Portugal zijn er twee van die beelden.
De Igreja Real de Sao Francisco (15e – 16e eeuw) is gebouwd in gotisch- manuelijnse stijl. Ze heeft een 'Capela dos Ossos', zeg maar knekelkamer, waarvan de wanden en het plafond bekleed zijn met duizenden menselijke schedels en beenderen; het was een Franciscaner monnik die op het idee kwam om de mensen te herinneren aan hun sterfelijkheid (en dus moesten ze maar snel goede katholieken worden want je kan elke dag doodvallen).
Aan de buitenkant zagen we de Moorse hoefijzerbogen; de gele kleur die hier vaak gebruikt wordt om de ramen en deuren te omlijsten is ook een Moors gebruik: zij dachten dat kwade geesten niet voorbij kleuren kwamen.
Het portaal is, zoals zo vaak, bekleed met beelden; aan de linker kant staat een beeld boven op de 'vrouwelijke ondeugden' (welke dat ook mogen zijn).
Vandaar ging het naar de overblijfselen van de Romeinse tempel uit de 2e- 3e eeuw (toegewijd aan de jachtgodin Diana).
In het Palacio Cadaval is nu een Pousada gevestigd: het hele complex was eigendom van de familie Cadaval; op een moment moesten alle kloosters gesloten worden; de familie wilde het gebouw dus terug maar de staat weigerde dat en nu is er een hotel in gevestigd.
Heel Evora is door Unesco als werelderfgoed erkend en dus mogen de huizen in de nieuwe wijken ook maar één verdieping hebben en moeten alle daken met rode pannen bekleed worden.
Na de rondleiding gingen wij snel brood en kaas halen in de overdekte markt en kozen we een heel authentiek restaurantje uit om onze honger te stillen.
Daarna weer te voet naar de camping en na een kleine pauze met de fiets richting Guadelupe; daar zouden we een steencirkel vinden, maar het fietsen viel ons zwaar (vooral toch de bergop) en op 2 km van het dorpje hebben we besloten om niet verder te rijden (de steencirkel lag nog een eind van het dorp af) maar wel het Hunnenbed te zoeken dat onderweg aangegeven stond.
Dat is het oudste dat tot hiertoe op het Iberisch schiereiland gevonden is; het is in de jaren '60 ontdekt en dateert uit de 3e eeuw vóór C. Het is een hele grote graftombe.
In de buurt ervan zagen we heel wat kurkbomen; al zijn ze jouw eigendom, je mag ze niet zomaar omhakken want ze zijn beschermd. Ze kunnen pas na 20 jaar voor het eerst 'ontmanteld' worden; en daarna alle 9 jaar. De boom lijdt er niet onder, zeggen ze.
De kurk wordt dan in water gelegd en nadien op het land gedroogd. Naar gelang de kwaliteit kan hij al dan niet heel dun 'geschild' worden, waardoor er heel soepele handtassen, schorten, portemonnees uit gemaakt kunnen worden. Heel mooi en duurzaam, en de gids zei lachend: 'en er is geen dier voor gestorven'.
Op de terugweg van Guadelupe zagen we een hele groep ooievaars op het veld langs de weg zitten; spijtig genoeg vlogen ze op toen wij passeerden maar ook dat was een prachtig schouwspel; nooit zagen we er zoveel bijeen; ze waren wellicht onderweg en kwamen foerageren want een boer was een hele strook aan het omploegen en die kans lieten ze niet zomaar voorbij gaan. Mooi!
Als we in de bergen lopen is Edgard een echte padvinder; letterlijk! Dat is nodig hier in Portugal want van aangeduide wegen hebben ze precies nog niet gehoord. En het is ook leuk om dan 'het pad' te vinden! (met of zonder hulp van de wandelgps).
Als we op de baan zijn, ben ik diegene die hem vertelt welke 'de weg' we moeten volgen, maar vanmorgen liep het even fout; geen grote omweg, maar wel te gek voor woorden als je weet dat we die streek ondertussen te voet uitkamden.
Maar we vonden de weg, en zelfs meer dan dat: we reden op ons gevoel naar een 'zona industrial' in Castelo Branco en kwamen uit bij een hypermercado.
Daar botsten we op een schoenwinkel die net nu, 5 dagen lang, 30 % korting gaven op één paar, als je er twee kocht; ewel, wij kochten 4 paar super comfortabele schoenen, voor 85 €!!! wie doet beter?!
Ah, ja een 3 T-shirts voor 11 €! binnenkort blijkt dat wij goedkoper af zijn op reis dan thuis!
Nu, zaterdagavond, is het fris, maar droog, en we hadden sinds deze middag vaak zon op de weg, maar vanmorgen was het een weer om nog geen hond door te jagen. Dat was voorspeld en we waren maar al te blij toen we vlotjes van het kampeerterrein af geraakten want daar vreesden we voor met al die nattigheid van de laatste 12u.
Gisterenavond heb ik me een breuk gezocht naar de te volgen procedure om een track, die op een website (bv van een camping) staat, op de wandelgps te krijgen en na enkele uren lukte dat! Ik was geen beetje fier!
De gps stuurde ons langs 'Portalekker' (Portalegre). Telkens weer zei die stem Portalekker en wij maar lachen.
Op de autobanen zie je hier bijna geen volk; ze zijn ook allemaal te betalen, dus enkel de grote, snelle wagens en een pakje toeristen gebruiken ze. Ze zijn wel in super goede staat.
We vonden de camping in Evora zonder moeite; we staan wel met zijn allen op de tentsite want de campersite is ingenomen door een groep Fransen; van reservaties hier geen sprake.
En het internet doet het dus ook niet.
Maar er zijn ergere dingen in het leven!
Als we naar de anderen kijken, dan glimlachen we meestal: ze komen ergens aan en nog vóór ze de camper waterpas zetten, wordt de schotelantenne gericht; geen ontvangst: andere plek! Ze kunnen hun tv blijkbaar niet missen; voor elk wat wils; wij bekwamen ons in Rumicub en ondertussen is Edgard kampioen geworden!
vanmorgen scheen de zon; altijd een uitnodiging tot bewegen voor ons.
We vroegen Rieke een wandeling (ze kent ons nu al zo'n beetje en gaf ons, zonder meer vragen te stellen, een stevige mee.
Een uur lang klimmen, maar dat doen we graag; we gingen net niet over de 1000 m; nadeel als je hoger klimt: je ziet de vervuiling, die rond de aardbol hangt, beter…
Onderweg kwamen we Nederlanders tegen die dezelfde wandeling deden; zij stonden te twijfelen op een punt; we spraken af dat wij die kant zouden opgaan en fluiten of roepen als het goed was; dat deden we ook en ook zij vonden het mooi dorp Folgosinhos.
Heel wat oude panden; een dorp met een grote geschiedenis.
De Romeinen legden hier wegen aan, en die hebben we ook bewandeld.
We vonden de Joodse wasplaats (en vrouwen wassen er momenteel nog!), het plein, alle kerken en kapellen.
Na een koffietje (geen goeie! Maar kost ook niks: 0.75 €!) en een bezoekje aan een artisanaal winkeltje zijn we verder gegaan; de Nederlanders gingen de burcht nog bezoeken; wij vonden de dreigende lucht een uitnodiging om verder naar huis op te lopen.
We kwamen op hetzelfde punt uit als de eerste dag en met de tekst van deze wandeling zagen we welk pad we eergisteren gemist hadden; het is nog lente en de paden zijn nog niet belopen; we hebben, waar we konden, een pijl op de grond getekend, maar daar was het allemaal dicht begroeid, dus misten de Nederlanders die afslag en kwamen ze twee uur na ons pas aan!
Eergisteren had de wandelgps ons thuis gebracht; zij hadden dat niet bij…
Een lekkere douche (alles is kraaknet in de namiddag omdat het dan pas gepoetst is), een waske geslagen, pudding met verse bessen klaar gemaakt en 5' uitgerust;
Terwijl de was droogt heeft Edgard ons huisje gepoetst en de garage ingeladen want morgen vertrekken we naar Evora. Eigenlijk begint daar pas de groepsreis.
Aan de receptie vertelden ze ons dat het een feestdag was vandaag en dat er veel winkels gesloten zouden zijn; de wandeling zou 14 km lang zijn, heen en terug, maar het bleken er 5 meer te zijn (volgens de wandelgps).
Wij dus op pad, en het was een mooi pad, door Nabainhos en Nabais, langs een dieren- en vogelpark (maar ocharme die dieren! Twee zwijnen, wat herten en enkele vogels).
Onderweg ons slaatje opgegeten en net op tijd in Gouveia om de grootste gebeurtenis van de maand mee te maken: de eerste communiecantjes verlieten net de kerk en begonnen aan hun processie (zeg maar: show) door het dorp..; een beetje zoals bij ons, 50 jaar geleden.
De vrouw van het koffiehuisje verstopte zich achter de deur maar zong toch stillekes het lied van de processie mee; de pastoor keek heel boos in haar richting (al kon hij haar niet zien staan, hij wist dat ze er was!); was het een afvallige katholiek? Een deserterend koorlid? We zullen het nooit weten.
Op de tv werd ondertussen meegedeeld dat een pastor beschuldigd was van mishandeling van mentaal gehandicapten… maar de processie ging gewoon verder… ;
de kerk is hier nog stevig geworteld.
In een winkeltje dat dan toch open was vonden we streekproducten; we hebben ons er niet aan gewaagd, maar ik kreeg wel een prachtige jas van Edgard, in 100% wol!
Van mijn kapsel konden we een foto maken, maar om mijn jasje te zien, moeten jullie nog wat geduld hebben; het is veel te warm nu!!
De terugweg was niet licht al was het meer dalen dan in de heenweg; we hebben het gevoeld in onze beentjes; maar Tocotholin en een lekkere massage deden wonderen.
Om 18u hadden we onze eerste bijeenkomst met de groep; 23 eenheden, dat is niet niks! 45 mensen stil krijgen is geen sinecure. Maar Marcel kon toch zijn uitleg doen en de mensen waarmee wij aan tafel zaten beweerden alvast dat het een goede groep was (ze kenden er niemand van, maar soit, waarom zouden we hen niet geloven?).
Morgen gaat een deel naar Guarda, maar wij blijven lekker thuis en gaan misschien nog een kleine wandeling maken (als we nog uit de voeten kunnen!).
het weer zit niet zo mee en we waren uitgewandeld bij Mieke, dus trokken we naar Gouveia, maar 37 km rijden (je doet er op Portugese wegen wel een uur over!).
We passeerden het stadje en het leek ons wel iets; dus gaan we morgen met de fiets naar de markt in Gouveia.
Toen we op deze camping aankwamen (Quinta das Cegonhas), vonden we al 5 'eenheden' van de groep hier. Ondertussen zijn we met 10, dus bijna de helft van de groep is er al. Sommigen hadden problemen gehad om in Frankrijk aan diesel te geraken… een staking van de vrachtwagenchauffeurs waardoor de tankstations niet meer bevoorraad werden… wij wisten van niks!
Morgenavond pas begint de reis echt.
Wij zijn deze namiddag alvast een mooie wandeling gaan maken.
Het heeft héél lang geduurd voor ik de wandelgps kon bedienen, maar dat lukt ondertussen en vandaag heeft hij ons letterlijk thuis gebracht!
De wandeling was heel goed beschreven, tot op 2 km van de camping… toen liepen we vast op een helling.
Dankzij de gps vonden we de weg terug naar huis!
We werden twee keer nat onderweg, maar dat is geen ramp want de temperatuur valt nog dik mee en een regenjas hebben we altijd bij in de rugzak.
We dachten dat we op de vorige camping in het mooiste stuk van de serra da Estrela zaten, maar deze ligt, vooral met dit weer, minstens even mooi. Weidse zichten, mooi dal, heuvelruggen vol met bloemen (normaal in de lente natuurlijk)…
Nederlanders baten de camping uit; ze bewonen zelf een héél mooi pand bij de ingang van 1692! prachtig gerestaureerd;
In Toca da Raposa hoorden we dat het hier nu wel zo is dat alle mooie panden van de buitenlanders zijn; de Portugezen in deze buurten kunnen alleen maar overleven;
De jongeren trekken naar de steden of naar het buitenland… en hun land wordt bewoond door vreemden, die er mooi geld komen verdienen (al moeten ze er vaak ook wel hard voor werken, hoor!).
Morgen zou het nog een poosje mooi weer zijn, maar daarna zouden we een tweetal dagen verzuipen, als de vooruitzichten kloppen; dat nemen we er dan maar bij. Tot hiertoe hadden wij niks te klagen!
voor het eerst in de voorbije drie weken hebben we onze planning van de dag moet aanpassen omdat het regende; maar niet getreurd want we hebben zinvolle dingen gedaan! Oa onze onkosten berekend en raar maar waar: op reis kost een dag niet meer dan thuis, diesel en campings inbegrepen!
Dat was een leuke ontdekking.
Na een lekker lunch trok de hemel open en maakten we toch nog de wandeling die we gepland hadden.
Iemand die hier kampeerde zette drie routes uit; allemaal even onduidelijk, maar dat behoorde tot het spel, zei hij.
Met onze wandelgps zijn wij alvast goed thuis gekomen!
Morgen trekken we naar Gouveia want hier zijn we zo'n beetje uitgewandeld. Het was fijn om deze streek en deze camping te leren kennen, maar er zijn te weinig bruikbare wandelroutes om ons hier nog langer op uit te leven.
Het weer is kwakkel; en het zou nog niet zo snel beteren! Maar met 19-21° hoeven wij niet te klagen!
Voor mensen die in een tent zitten is het andere koek dan voor ons in ons gezellig huisje.
Zeker voor jonge mensen met kleine kindjes vind ik het spijtig want het is hun vakantie en die kleintjes hou je niet makkelijk bezig op enkele m2.
En in België is het ook niet zo bijzonder goed weer? Dan blijven we toch nog maar een poosje hier!
Nog een laatste tankbeurt gehad in Spanje vanmorgen (in Portugal is het duurder en al is deze reis spotgoedkoop, we gooien het geld niet graag weg) en dan op naar Portugal.
We waren benieuwd hoe het daar zou zijn, en tot hiertoe (we zijn hier nu al een halve dag, haha) valt het heel goed mee!
Als je de eerste autostrade neemt, moet je je registreren (de auto wordt gefotografeerd) met je creditkaart en daarna gaat het vanzelf; je ziet de tarieven op elk stuk dat je aflegt (en die zijn heel beschaafd!).
Je krijgt de rekening later thuis.
We dachten dat we naar een camping van Nederlanders gingen maar het blijkt een Belgische vrouw te zijn die hier haar stek heeft gevonden;
op onze eerste wandeling hebben we nog een Belg ontmoet die hier een huisje (zeg maar ruïne, 7 jaar geleden) gekocht heeft; het ligt pal tegen een rots en er is heel wat grond aan. Hij heeft het laten verbouwen en het is een sprookjeshuisje geworden, zo verloren in de natuur. Kristien, dit zou iets voor jou zijn!
De man doet in België interimwerk en komt zo'n 3 maanden per jaar naar hier…
Nadien kwamen we hem in de camping opnieuw tegen; tja, hij zit daar wel heel erg alleen!
Iedereen zegt: 'Portugal is veel armer' en dat zal wel; wij merkten het nog maar alleen aan de wegen; wat hier een 'nacional' is, dat is bij ons een weg in een godvergeten gat.
Op de kaart is het een gele weg met een mooie groene streep erlangs maar als je niet uitkijkt ram je de inkompoortjes van de huisjes of breek je een as in één van de vele putten!
Maar we zien hier ook mooie villa's! De kloof tussen arm en rijk zal ook hier alleen maar groter geworden zijn.
We blijven hier alvast twee nachten; rustig, goedkoop (15 € per nacht) en netjes. Een 'rurale' camping, dus wat kris- kras door mekaar, maar super rustig.
Niks dan Nederlanders en Belgen; hier moeten we dus opletten wat we zeggen, haha.
Edgard poetste de hele camper! Ik zocht ondertussen alle campings die we in Portugal zullen aandoen op zodat we door de gps niet kunnen misleid worden.
Het weer is iets minder goed, dwz er is meer wind, en hangen wat witte wolkjes en vannacht heeft het zelfs wat geregend! Haha
Drie machines was waren na een half uur buiten hangen droog… waar doen ze beter?
Wij klagen niet!
Morgen nog gas tanken, al is die nog bijna vol! De LPG is heel zuinig, zeker sinds we geen verwarming meer nodig hebben.
In Portugal kan je er niet zo makkelijk aan geraken, hoorden we.
Nog even langs Leclerc, om inkopen te doen en te tanken;
Spanje is spotgoedkoop voor ons; 's middags kan je een lunch krijgen voor 10 €! drie gangen met drank inbegrepen! Hoe doen ze het?!
En daarna op naar Portugal. We vonden een camping in een natuurpark, bij Nederlanders; dat helpt de eerste dag als je aan een land moet wennen; je kan dan raad en tips vragen over de gewoonten. En we kunnen donderdag binnen het uur bij de anderen in Gouveia zijn.
Tot de volgende, maar niet schrikken als het in de volgende weken wat duurt voor we weer contact kunnen nemen want we weten niet of de internetverbinding overal even vlot zal zijn als in Spanje.