|
Het ei xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ik kocht een ei, de melkboer zei: 't Komt zo onder de kip vandaan, Ik ben nog te laat van huis gegaan Om het mee te kunnen nemen. Hier heeft U een jong leven Voor zestien cent of meer, En namens de ouders: smakelijk eten, meneer.
Het lag nog warm te leven in mijn hand. Ik mikte reeds zorgvuldig op de harde hete rand Van de pan en ik kon de geur al ruiken Van dit al te vroeg geremde kuiken.
Toen het ei zei, toen het ei zei: Denk 'ns dat het een jongetje is Dat je je gaat staan bakken. Denk 'ns dat het je broertje is Dat zacht sist in de pan Denk 'ns dat ie verkrampt uit angst De rand probeert te pakken ... En dat 'ie dan terug in de boter glijdt Wat dan, wat dan ... ?
Ik rolde het zorgvuldig in een deken, En heb toen zelf Twee weken liggen wachten op iets moois, Slechts verwarmd door een hoop, Slechts verwarmd door een laken, Tot het ei begon te kraken ...
En 't kuiken zei, 't kuiken zei: Haha, 't was geen jongetje, Dat je had willen bakken. Haha, 't was je broertje niet Dat in de pan was gegaan. En ik had me weer voor de zoveelste keer Door een kuiken laten verlakken Maar de volgende dag at ik rijst ... met hele jonge kip of haan.
|