Le rigodon bourguignon is een dessert uit la Basse-Bourgogne, er kan oud briochebrood voor gebruikt worden. Het briochebrood werd van oorsprong als dessert geserveerd bij een feest. Als de bakker het brood had gebakken werd de rigodon in de oven geplaatst.
Een taart voor 6 personen ; bereiding 20 minuten ; baktijd ongeveer een uur.
250 g oud briochebrood/ 4 eieren + eigeel van 3 eieren / 100 g fijngehakte walnoten / 50 g hazelnootpoeder / een half vanillestokje / 1snufje kaneel / 75 cl volle melk / 50 g boter en boter voor de vorm / 150 g poedersuiker / 2 eetlepels kristalsuiker.
1/ Schraap de vanille uit het vanillestokje en doe dit een pan met de melk, de kaneel en een beetje zout. Verwarm op een niet te hoog vuur.
2/ Breek de eieren in een kom en klop ze met het eigeel en de poedersuiker. Voeg de kokende melk toe onder voortdurend roeren. Voeg de noten, het notenpoeder en het verkruimelde briochebrood toe.
3/ Verwarm de oven voor op 200°C (th. 6)
4/ Doe de boter in de vorm (bodem en randen).Verspreid de rest van de boter in de vorm.
Zet de vorm in een warme bak met water (au bain-marie) en laat het in 20 minuten gaar worden. Verlaag de temperatuur naar (180°C, th. 5) en vervolg de kooktijd met nog 40 minuten.
5/ Laat de taart afkoelen, voor de vorm te verwijderen. Bestrooi de taart voor het serveren met de kristalsuiker. Geef er een compote bij van verse vruchten (abrikozen, aardbeien of rabarber), of wijnperziken.
Rigadon met kersen. Voor 6 tot 8 personen.
280 g bloem / 5g zout / 125g suiker / 10 g bakkersgist / 7 eieren / 150 g boter / 20 g gesmolten boter / 25 cl dikke room / 25 cl melk / 1 kleine lepel vanille-essence / 500 g kersen zonder pitten.
1/ Zeef de bloem en maak een kuiltje. Doe er het zout, 25 gram suiker, een ei en de gist in. Meng alles en leng aan met warm water.
2/ Voeg 2 eieren toe. Bewerk het deeg door het op het werkblad uit te rollen. Voeg dan 150 g boter toe. Laat het deeg rusten gedurende 2 uur op een warme plaats. Zet het deeg daarna gedurende 8 uur in de koelkast.
3/ Beboter een vorm met de gesmolten boter en een beetje bloem. Doe het deeg in de vorm. Druk de kersen in het deeg.
4/ Bak de brioche door de vorm 30 minuten in een oven op 180°C te zetten.
De Rigodon of Rigaudon is een dans uit de 18e eeuw. De uitvinder was Rigaud. Jean Jacques Rousseau maakte er al van melding in 1767 in zijn: dictionaire de musique.
Waarom zijn er œufs au jambon pour Pâques ? Vroeger slachtte men een vetgemest varken. De hammen werden gezouten en daarna gedroogd en het hele jaar door at men de “jambon sec”. Aan het einde van de winter bleef er niets anders over dan de “manche of talon”, het laatste stuk met het bot na het aansnijden van de ham. Het voorjaar is het jaargetijde waarin de kippen het beste eieren leggen. Het is de manier om het overschot aan eieren en het restant van de ham te verwerken.
(Van te voren klaar te maken)
De ingrediënten: -Een « manche » de jambon cru du Morvan (talon avec l’os), -2 of 3 eieren per persoon -Twee varkenspoten voor de gelei. (U kunt ook kiezen voor een kalfspoot) - Petit-salé, dit is gezouten spek van de buik of de zijde van het varken.
-Bouquet garni -peper -Geen zout, want de ham is al gezouten.
Doe de « talon de jambon » die al eerder ontzouten is en de varkenspoten (of de kalfspoot) in een kookpan en zet alles onder water en kook alles als een en pot-au-feu met het bouquet garni (laurier, peterselie, prei en tijm). Prik in een ui enkele kruidnagels en voeg peper toe. Kook op dezelfde wijze het gezouten spek (de kooktijd is minder dan voor de ham, ongeveer 1 uur, kijk of het spek gaar is door er met een vork in te prikken .) Schuim de bouillon regelmatig af (met een schuimspaan). Na de kooktijd , (ongeveer drie uur voor de ham kunt u zien of de ham gaar is door er met een vork in te prikken ) Zeef de bouillon en leg de eieren in de bouillon en kook ze hard, pel de eieren en prik er een paar gaatjes in met een vork, zodat de smaak van de ham erin trekt. Laat ze op een héél zacht vuur een half uurtje stoven. (b.v. op een spaarbrander of op de hoek van het fornuis).
Leg een gedeelte van de ham en het spek in een terrine, leg de eieren hierop en bedek verder met de resterende ham en spek. Giet de bouillon, die al gelei is geworden over het vlees. Zet de terrine in de koelkast en serveer met Pasen.
* Om een heldere gelei te krijgen is er een trucje. Sla twee eiwitten stijf en voeg die aan de bouillon toe.
Verhit de bouillon tot aan het kookpunt. De eiwitten verzamelen de kleine verontreinigingen in de bouillon. Haal de bouillon door een heel fijne zeef om een heldere bouillon te verkrijgen.
In het hart van de Morvan zijn drie hotel-restaurants, die de gerechten van de Morvan op de kaart hebben staan.
Ze variëren van eenvoudig tot zeer exclusief.
Het zijn: Het Relais des lacs in Planchez bij Saulieu, zie de site morvan-gourmand.fr.
De hotel-restaurants en de boutique van Bernard-Loiseau in Saulieu, zie de site Bernard-Loiseau.com., en Chez Camille met 2 hotels en een heel sfeervol maar wel duur restaurant in Arnay-le-Duc, zie chez-camille.fr.
In Arnay-le-Duc is het Musée: Maison Régionale des arts de la table. Er zijn byzondere serviezen en gedekte tafels, waarbij aan bod komen: l'alimentation, le gastronomie, la gourmandise en l'art de la table, zie de site musee-artsdelatable.fr
En dan nu nog een gemakkelijk recept voor 4 personen om zelf te bereiden.
Steak du Morvan, biefstuk met Chablissaus.
Ingrediënten:
6 sjalotten, 4 lendebiefstukken, elk circa 200 g en 2 cm dik, 2 eetl. boter (en/of olie), zout, versgemalen peper, 1 theelepel Dijonmosterd, 1 dl Chablis.
Bereidingswijze:
Pel de sjalotten en hak ze zeer fijn. Spoel het vlees af en dep het droog.
Verhit een stevige pan zonder vet. Schroei de biefstukken aan beide zijden dicht. Voeg 1 eetl. boter toe en laat onder het vlees lopen. Bak het vlees aan beide zijden 4 tot 5 minuten tot de gewenste graad van gaarheid. Bestrooi de biefstukken met zout en peper en houd ze warm (in aluminium folie).
Fruit de sjalotjes in dezelfde pan met de resterende boter tot ze glazig zijn. Roer de mosterd los met de wijn en roer dit mengsel met een houten pollepel door de sjalotten. Maak de saus af op smaak en laat enigzins inkoken. Giet de saus over de biefstuk.
Serveer de biefstuk zo warm mogelijk en geef er vers stokbrood en pommes frites bij.
Bij dit gerecht past een verfijnde rode Bourgogne Premier Cru.
De salaisons du Morvan zijn gezouten worsten, die in vele varianten voorkomen. Ze zijn te bestellen via internet wanneer u in Frankrijk woont bij de Saveurs de Bourgogne. Hier ziet u allerlei producten uit de Bourgogne en ook uit de Morvan. (zie de site). In diverse specialiteitenzaken en bij traiteurs zijn ze ook te koop of bij de intermachés.
Gisteren kon u lezen dat de oude stad Bibracte wordt opgegraven. (zie ook de foto's)
Bibracte was de naam van een Gallische vestingstad (oppidum), geïdentificeerd met het huidige Mont Beuvray in de Franse bergstreek Morvan. De naam Bibracte betekent mogelijk dubbel versterkt. Bibracte, gesticht op een van de toppen van de Haut-Morvan, was de hoofdstad van de machtige stam der Haedui. Het uitgestrekte oppidum werd vermoedelijk in de eerste helft van de 2e eeuw v.Chr. gebouwd, achter een dubbele rij versterkingen (een zogenaamde murus Gallicus) uit hout, steen en aarde. Van de 200 ha ommuurde ruimte waren er slechts 40 ha bebouwd. De resterende ruimte bood de gehele boerenbevolking uit de omgeving de mogelijkheid zich achter de wallen terug te trekken als er gevaar dreigde. In de woningen (met door houten palen gestutte aarden muren) woonden mogelijk 10.000 mensen.
Bibracte bevond zich op een kruispunt van handelswegen tussen het Keltische deel van Europa en het Middellandse Zeegebied. De hoofdstad van de Haedui was een belangrijk politiek, industrieel en religieus centrum, en speelde in 52 v.Chr. een belangrijke rol in de Gallische Oorlog. De opstandige stammen hadden er Vercingetorix aangewezen om de gezamenlijke troepenmacht aan te voeren in de strijd tegen de Romeinse bezetters. De volgende winter begon Gaius Julius Caesar er met de redactie van zijn beroemde boek Commentarii de bello Gallico. Bij het begin van onze tijdrekening werd Bibracte geleidelijk verlaten door zijn inwoners, die zich in steeds grotere aantallen vestigden in de nieuwe, door keizer Augustus gestichte stad Augustodonum (het huidige Autun). Maar ook nadat het oppidum door zijn inwoners verlaten was, werd er nog handel gedreven op de Mont Beuvray: tot in de 20e eeuw werden er op de eerste woensdag in mei jaarmarkten gehouden.
De wetenschappelijke opgravingen op de Mont Beuvray begonnen midden 19e eeuw en werden in 1907 stopgezet. Vanaf 1984 werden ze echter hervat, op initiatief van de Franse president François Mitterrand, die uit de Morvan afkomstig was. Het oude stratennetwerk wordt geleidelijk hersteld, een gedeelte van de oude wallen is gerestaureerd.
Na het bezoek aan de stad Beaune reizen we naar het hart van de Bourgogne: De Morvan.
De Morvan (van het Keltisch: Mar = zwart en Vand = gebergte) is een bergachtig gebied in Bourgondië, in de departementen Yonne, Nièvre, Côte-d'Or en Saône-et-Loire.
Het gebergte is eigenlijk een uitloper van het Centraal Massief en bestaat vooral uit graniet-gesteente. De hoogste top is de Haut-Folin met een hoogte van 901 meter, gevolgd door Mont Préneley met 855 meter. Ook de Mont Beuvray, waarop de oude Keltische stad Bibracte wordt opgegraven, hoort met zijn 821 meter tot de hoge toppen. Sinds 1970 kent het gebied bescherming als Parc naturel régional.
De Morvan kent van noord naar zuid vier gebieden, de Nedermorvan (Bas-Morvan), de Heuvelmorvan (Haut-Morvan Collinéen), de Bergmorvan (Haut-Morvan Montagnard) en het licht golvende Land van Luzy.
Vooral de Bergmorvan is bedekt met grote hoeveelheden dicht gemengd bos, met daartussen grote weide-gebieden. In de Morvan zijn veel waterwerken, waaronder stuwmeren zoals het Lac de Saint-Agnan en het Lac des Settons. Er ontspringen enkele rivieren zoals de Yonne, de Arroux en de Cousin. Doordat industrie ontbreekt, is er nauwelijks luchtvervuiling. Ook is er weinig lichtvervuiling wat 's nachts bij een wolkeloze hemel een blik op de Melkweg geeft.
De oorspronkelijke bevolking van de Morvan bestaat uit Kelten, die hier Galliërs worden genoemd. Ze kwamen honderden jaren voor onze jaartelling naar deze streken. In het jaar 52 voor Christus werden de verenigde Galliërs onder Vercingetorix door Julius Caesar verslagen bij Alesia (het huidige Alise-Sainte-Reine), waarna die zich naar eigen zeggen terugtrok in zijn winterkwartier in Bibracte. De Kelten hebben zich hier nooit sterk vermengd met de later binnenvallende Germaanse volkeren, zoals de Bourgondiërs in het oosten of de Franken in het westen. Nog altijd ziet men veel Morvanners met blond haar en grijze ogen, die uiterlijk niet veel gemeen hebben met de Fransen van meer Mediterrane afkomst, noch met de Germanen uit het noorden. Ze zijn namelijk tamelijk klein van stuk, vaak niet groter dan 1,50 meter. Maar die eigenheid, die ze altijd hebben bewaard, komt toch vooral tot uiting in hun houding jegens vreemdelingen: vriendelijk en gastvrij.
Van origine is de Morvan een arm agrarisch gebied met weinig werkgelegenheid.
In die tijd leefden er de Morvandiaux en Morvandelles, behalve van het kleine boerenbedrijf en het vrachtvervoer met ossenwagens, grotendeels van de ‘uitvoer’ naar Parijs van hout en melk. Hout uit de Morvanse wouden voor de Parijse kachels en (moeder-)melk doordat de Morvanse boerinnen als min de kinderen van de Parijse burgerij zoogden. Landbouw heeft hier, doordat de grond zo slecht is, nooit tot veel resultaat geleid. Maar de kleine keuterboerderijtjes, waar de mest van de koeien de grond verbeterde waarop het veevoer groeide, hebben wel geleid tot een mooi gevarieerd coulissenlandschap.
Een authentiek recept van de Morvan zijn de crapiaux de Morvan.
De ingrediënten lijken op een « crêpe ». De Crapiaux kunnen met zout worden geserveerd als les crapiaux aux lards (spek) of les crapiaux aux pommes.
250 g bloem
4 eieren
100 g kristalsuiker
½ l melk
4 appels Granny Smith
100 g rozijnen
Een scheutje Cognac
5 g zout
Bereiding:
Laat de rozijnen in de cognac wellen. Schil de appels en snijd ze in stukjes.
Maak het deeg voor de pannenkoekjes. Doe de bloem in een schaal, maak in het midden een kuiltje en voeg de eieren en de bloem toe. Meng alles goed om de klontjes weg te werken.
Voeg de suiker, het zout, de rozijnen en de appels toe. Laat alles 1 uur rusten. Bak ze in een koekenpan als crêpes/pannekoekjes. Flambeer ze met cognac op het moment van het opdienen.
In de folder van de Intermarché staan vele aanbiedingen van de "Vins de Bourgogne". De aanbiedingen lopen van 8 tot 20 april. Wie in deze tijd naar Frankrijk gaat, kan hiervan volop profiteren. De bedragen per fles zijn vanaf 4.00 euro en lopen op tot 20.00 euro. Er zijn ook magnum flessen van 150 cl.
Wanneer u in Beaune logeert is het ook mogelijk om de wijnhuizen en de caves te bezoeken. Als voorbeeld: de Domaine François Rapet. Zie hiervoor de site. Een niet te duur adres om gezellig uit eten te gaan is le "Clos Carnot" op de Place Carnot. Zie hiervoor de site.
Pel en hak de sjalotten en de knoflook fijn. Trek de draden van de stelen bleekselderij en snijd de stelen daarna in kleine stukjes. Laat in een pan 30 g boter smelten. Voeg de sjalotten en de selderij toe. Laat ze 5 minuten zachtjes koken en roer met een houten lepel. Voeg de wijn, de knoflook en het kruidenboeket toe. Kook het vocht op een hoog vuur tot de helft in, roer nu en dan en dek de pan niet af. Meng de kippenbouillon door de saus. Kook de saus nog ongeveer 30 minuten in een onafgedekte pan. Zeef de saus en druk met een houten lepel het vocht uit de aromaten om een smaakrijke saus te krijgen. Schenk de saus in een schone pan en breng hem ten slotte op smaak met zout en peper. Zet het vuur laag en meng de slakken door de saus. Bind de saus met bloem of met crème fraïche. Klop de rest van de boter in kleine stukjes krachtig door de saus. Breng eventueel nog op smaak en dien op in een diepe schaal of individuele diepe borden.
Info: Dit recept is misschien wel kenmerkender voor de Bourgondische keuken dan de beroemde slakken met knoflookboter, omdat de slakken hier in de wijn bereid worden. Tip: U kunt de bouillon en de wijnsaus natuurlijk van tevoren inkoken. Dan hoeft u op het laatste moment niets anders te doen dan de saus te monteren met boter en de slakken op te warmen.
Voor de bouchons in Lyon is een soort keurmerk ontworpen, waarop de marionet Gnafron wordt afgebeeld. Alleen de echte bouchons, die voor dit keurmerk zijn toegelaten, mogen de afbeelding op hun gevel plaatsen.
Gnafron heeft een voorliefde voor de Beaujolaiswijn, vandaar zijn rode neus. Deze marionet past dan ook uitstekend bij de Bouchons!
Wie Lyon zegt, denkt meteen aan het marionettentheater van de Guignol.
De belangrijkste marionet is “Guignol”, hij is de “porte-parole”, ofwel de woordvoerder. Guignol is waarschijnlijk afgeleid van guignolant, dat grappig betekent.
En dan nu het verhaal van “Guignol”.
In 1769 werd Laurent Mourquet geboren in een gezin van canuts; de zijdewevers in Lyon. Hij werd eveneens zijdewever. Maar het waren zware tijden en er was weinig te eten. Mourquet nam allerlei baantjes aan om zijn grote gezin te onderhouden.
In 1797 begon hij in Lyon met zijn marionettentheater. In 1804 besloot hij professioneel marionettenspeler te worden. Vanaf 1820 reisde hij met zijn kinderen door de dorpjes van Lyon met zijn “poppenkast”.
In 1938 werd het café du Caveau in Lyon het permanente café-theater van de Guignol.
Het theater hield het volk op de hoogte van de actualiteiten en bracht amusement.
De karakters van de belangrijkste poppen:
Gnafron:
Hij heeft een stentorstem (dit is een luide, heldere stem) en een voorliefde voor wijn (zijn rode neus verwijst naar het overmatig drinken van Beaujolaiswijn). Hij houdt niet van filosoferen, maar is een vrolijke Frans, die samen met zijn vriend feest viert.
Guignol:
Hij heeft een rond gezicht, een wipneus en een glimlach. Hij vertegenwoordigt de man van de straat met een goed hart. Hij is impulsief, soms opvliegend, naïef, maar wel met voldoende gezond verstand om zich uit de nesten te werken. Samen met Grafnon vormt hij een onlosmakelijk duo.
Madelon:
Zij is de vrouw van Guignol; een trouwe huisvrouw, zonder “coquetterie”. Ze draagt een linnen jurk met daaroverheen een schort. Ze geeft Guignol telkens een reprimande, omdat hij te laat thuiskomt en wijst hem op hun armoede. Zij houdt de touwtjes in handen en weet zich er doorheen te slaan.
Verder zijn er nog meer “ personnages” zoals le gendarme Flageolet en monsieur Bailli, die afwisselend speelt als rechter of burgermeester.
Op 28 maart had ik beloofd informatie te plaatsen over Gilles Maysonnave en zijn Bouchon Comptoir Brunet.
Deze bouchon lyonnais opgericht in 1934 overtreft de andere bouchons.
Tussen de groene en bruine Art-Déco tegels, onder de toeziende ogen van de historische marionetten Guignol en Gnafron worden de beste producten uit de cuisine lyonnaise aangeboden.
Het woord "comptoir" betekent: een lange tafel waarop de specialiteiten zijn uitgestald.
Zie voor Bouchon: 7 oktober 2013.
La tarte aux praline de Saint-Genix van Bouchon Comptoir Brunet
Een taart voor 6 personen.
Ingrediënten: 500 g dunne room van een goede kwaliteit, 400 g pralines roses, 200 g bloem, 50 g kristalsuiker, 180 g zachte boter, 40 g amandelpoeder, 10 g vanillesuiker, 1 eidooier, een snufje zout.
Voorbereiding:
Zeef de bloem op het werkblad , maak een kuiltje, voeg het zout toe, leg in het midden de zachte boter in stukjes en de suiker en vanillesuiker. Maak van de boter en de suiker een smeuïge crème, voeg de amandelpoeder toe. Breng het meel beetje bij beetje naar het midden en maak met de handen een deegbal. Kneed voorzichtig en maak er een bal van. Bedek met een doek en laat het minstens drie uur rusten op een koele plaats.
Breng weer op kamertemperatuur gedurende 20 minuten voordat het deeg in de springvorm gaat. Prik een paar gaatjes in de bovenkant en plaats gedurende 30 minuten in de koelkast.
Gedurende deze tijd kan de room verwarmd worden en voeg de gestampte pralines toe. Laat het gedurende 30 minuten indikken.
Verwarm de oven voor op 150 ° C (thermostaat 5) en gaar de taart zonder het te laten kleuren gedurende 20 minuten.
Verdeel de crème aux pralines over de bovenkant van de taart. Zet de taart weer in de oven op 180 ° C (thermostaat 6) gedurende 5 min.
Laat afkoelen en zet gedurende 3 uur in de koeling. Haal de taart 30 minuten uit de koeling voordat deze wordt aangesneden.
De pralines roses zijn bonbons gemaakt van een amandel in een zoet jasje van suiker, die op diverse wijzen geparfumeerd kunnen zijn. In Lyon zijn ze rood en met vanille geparfumeerd.
Zie ook de site van bakkerij Jocteur, waar ze kant en klaar te koop zijn. Bovendien worden ze van deze bakkerij ook in de Hallen verkocht.
Paul Bocuse (Collonges-au-Mont-d'Or, 11 februari 1926) is een gedecoreerd Franse chef-kok, uitbater van zijn eigen restaurant L'Auberge Du Pont de Collonges, belanghebber in tal van andere eetgelegenheden in Collonges-au-Mont-d'Or en Lyon, auteur van tal van kookboeken en een vooraanstaand, zo niet de belangrijkste, vertegenwoordiger van de Nouvelle Cuisine.
Bocuse wordt algemeen beschouwd als één van de grootste gastronomen van de 20e eeuw. Bocuse verdiende in zijn meer dan veertigjarige carrière maar liefst drie Michelinsterren voor zijn restaurant. Hij ontwikkelde de kookstijl van topkok Auguste Escoffier verder.
Een gerecht van hem is truffelsoep, soupe V.G.E., die hij creëerde voor president Valéry Giscard d'Estaing.
De inmiddels 88-jarige Bocuse lijdt aan de Ziekte van Parkinson en heeft een hartkwaal.
Soupe aux truffes, soupe V.G.E. Een voorgerecht voor twee personen.
Ingrediënten
100 gr. truffel
40 gr. ganzenlever
dun plakje bladerdeeg
50 cl. kippenbouillon
1 eierdooier
2 el. matignon
Bereiding
Maak eerst de matignon. Gelijke delen wortel-ui-selderij-champignons in boter gestoofd.
Doe de plakjes truffel, ganzenlever ( grof gesneden) bouillon en de matigon in een ovenvaste soepkom. Bedek de kom hermetisch met een plakje bladerdeeg bestrijk dit met de eierdooier.
Plaats de soepkom in een voorverwarmde oven ( 220 graden) totdat het deeg een mooi bruin korstje vormt.
Serveer meteen.
Wanneer u de soep in het restaurant van Paul Bocuse krijgt geserveerd, bedraagt de prijs euro 85 per persoon.
Al eerder had ik een aantal recepten uit het boek van Paul Bocuse: "De ware keuken van Frankrijk" en dan speciaal uit de Lyonnais, vermeld.
De tekst van Paul Bocuse: "Wat verstaan jullie onder de Lyonnais?"is een van de gemeenste vragen die er zijn...Want de Lyonnais is hier, waar ik woon maar ook elders. Hoe meer ik over de kaart van Frankrijk reis, des te meer krijg ik de indruk dat we allemaal familie van elkaar zijn als we rond de tafel zitten. Wij moeten echter wel toegeven dat wij een positie van fijnproevers hebben. Het daarom daarvan wordt duidelijk wanneer we aan tafel gaan.
Lyon is een stad die hongerig maakt. Er gaat trouwens geen ochtend in de Halles van Part-Dieu voorbij zonder dat ik, na een bezoek aan de markt, mijn oude vrienden tref bij een casse croûte in de Hallen.
Oorspronkelijk bevonden de Hallen zich op de Place des Cordeliers (Franciscanen), gebouwd in 1859.
Na ruim een eeuw voldeden de hallen echter niet meer aan de normen van hygiëne en werd er besloten voor een nieuw gebouw dat op 1 januari 1971 werd geopend. De oude hallen werden in 1971 gesloopt.
In 2001, dertig jaar na de opening, vonden er nog renovaties plaats. Paul Bocuse gaf toestemming dat zijn naam gebruikt kon worden voor de Hallen. Vanaf 2006 is de nieuwe naam "Halles de Lyon Paul Bocuse".
Hierna volgen uiteraard nog vele specifieke recepten uit de Bourgogne en uit Lyon. Ook volgt er nog een ontmoeting met Gilles Maysonnave, een topkok, die zijn opleiding kreeg bij Paul Bocuse.
Voorbereiding: 15 minuten, Kooktijd: 20 minuten, uit de Bourgogne.
Ingrediënten: 6 mooie andouillettes van 200 gram per stuk, 80 g boter, een halve fles Chablis, 2 sjalotjes, 5 takjes platte peterselie, 4 dl. kalfsfond, 1 dl. crème fraîche, zout en peper uit de molen.
Neem een platte aardenwerk schotel voor de oven, die niet te groot is, waar de andouillettes en het vocht inpassen. Haal het velletje van de andouillettes, laat ze in een koekenpan met de boter bruin worden. Schik ze in de ovenschaal en zorg dat de boter over de andouillettes wordt verdeeld. Hak de sjalotjes fijn en laat ze in dezelfde koekenpan met wat boter glazig worden. Voeg de witte wijn toe met de kalfsfond en zout en peper. Giet de saus over de andouillettes en laat de schotel in de oven op 175°C gedurende 20 minuten garen.
Haal de schotel uit de oven, voeg de crème fraîche toe, roer de saus, overgiet de andouillettes hiermee en houdt alles goed warm. Serveer met de geknipte blaadjes peterselie over het gerecht.
Het gerecht kan worden geserveerd met linzen “Lentilles de Puy” of flageolets.
Erbij als wijn: dezelfde Chablis of een rosé de Marsannay-la Côte.
Andouilles en andouillettes (de wat kleinere soort) zijn bekend in de Franse vleeswarenwereld. Het zijn droge varkensworsten, meestal gemaakt van varkensmaag, zelfs van hart en milt, die in een varkensdarm gestopt worden. Iedere slager heeft zijn eigen recept. De andouilles gemaakt van grote varkensdarmen worden meestal koud als hors d'oeuvre gegeten, de andouillettes daarentegen worden van kleine darmen gemaakt en gewoonlijk warm, vergezeld door gesauteerde aardappelen, aardappelpuree of gesmoorde zuurkool, geserveerd. De worsten worden eerst gepocheerd in water met een beetje zout en daarna afgekoeld. Vervolgens worden ze wat ingekerfd, met boter ingesmeerd en gegrilleerd. De beroemdste van deze worsten komen uit Bretagne, Vire, Nancy, Straatsburg, Caen en Lyon, om maar een paar plaatsen te noemen. Dit recept lijkt op dat van de worsten uit Nancy, omdat in het vleesvulsel milt en hart zijn verwerkt.
Om de andouillettes zelf te maken, volgt nu het recept:
Voor 4-4.1/2 kg worst:2.1/4 kg afsnijdsel van varkensnek (inclusief het bloed), 1 varkenshart, 1 varkensmilt, 1.1/2 el zout, 1 el vers gemalen peper, 1 tl kruiden voor vleeswaren*, 1 ui (fijngehakt), 4 tenen knoflook (fijngehakt), 1/2 kop gehakte peterselie, grote varkensdarmen, zeezout* Vleeswarenkruiden bestaan uit een mengsel van 4 el vers gemalen witte peper, 1 el vers gemalen nootmuskaat, 1 el gemberpoeder, 1/2 tl kaneel, 1/2 tl kruidnagelpoeder - goed door elkaar mengen en bewaren in een pot met een goed sluitend deksel.
Voorbereiding
Maal het vlees niet al te fijn. Roer er de overige ingrediënten goed doorheen. Doe het mengsel in een pot en bewaar het een nacht op een koele plaats.
Bereidingswijze
Roer het mengsel de volgende dag nog eens goed door elkaar en vul er de darm voor driekwart mee. Bind de darm af na elke 30 cm. Rol de worsten in zeezout en laat ze 8-10 dagen liggen. Verwijder het zout en laat ze 2 maanden drogen. Voor het opdienen laat je de worsten anderhalf uur in zout water met een beetje zout sudderen. Dien ze warm of koud op.
Waar komt de Chablis vandaan en wat zijn de kenmerken?
Kenmerken van het gebied
De noordelijke ligging van Chablis heeft invloed op de keuze van het druivenras. Blauwe wijndruiven zijn immers gevoeliger voor kou. De meeste wijngaarden in Chablis zijn daarom beplant met de witte Chardonnay. Ook voor deze Chardonnay is de wijnboer in het voorjaar beducht op nachtvorst, waardoor de jonge uitlopers kunnen bevriezen. Hij probeert de schadelijke gevolgen van de vorst te beperken met een nevelinstallatie of kacheltjes in de wijngaard: chaufferettes. Omdat deze bestrijding van vorstschade tamelijk kostbaar is, zijn Chabliswijnen vaak duurder dan andere witte wijnen.
Karakter van de wijnen
Hoewel Chabliswijnen van de Chardonnaydruif gemaakt worden, verschillen ze van de gebruikelijke Chardonnaywijn. Chablis heeft een mineraalachtige geur die lijkt op die van vuursteen. De wijnen hebben een hogere zuurgraad, zijn strakker in de mond en dus minder vettig. Niet alle Chabliswijnen zijn geschikt om lang te bewaren: de eenvoudige wijnen hebben geen lange bewaartijd. De ‘betere’ wijnen daarentegen hebben een relatief hoge zuurgraad en zijn daar beter geschikt voor.
Hoewel wijnen met een appellation Chablis altijd wit zijn, worden er ook rode druiven verbouwd: Pinot noir. Deze komen op de markt met bijvoorbeeld de regionale appellation Bourgogne Pinot Noir of Bourgogne Irancy.
Appellations
De beste wijngaarden liggen bij Chablis, vooral ten noorden van dat stadje. De bodem bevat er grote hoeveelheden kalk. De indeling in appellations in Chablis heeft veel overeenkomsten met die in de rest van Bourgogne. De opbouw van de appellations van laag naar hoog is als volgt:
AOP Petit Chablis
De eenvoudigste appellation. De Petit Chablis wijngaarden liggen in het buitengebied van Chablis. Ze produceren eenvoudige wijnen met een minder karakteristieke smaak.
AOP Chablis
De grootste appellation: ongeveer 70 procent van de appellationwijnen uit Chablis komt hiervandaan. De kwaliteit van deze wijnen kan sterk uiteenlopen.
AOP Chablis Premier Cru
De wijnen van deze appellation komen van de betere wijngaarden, net ten noorden van het stadje Chablis. Bekende Premier Cru wijngaarden zijn Fourchaume, Vaillons, Montmains, Mont de Milieu en Montée de Tonnerre.
AOP Chablis Grand Cru
Dit zijn de beste wijngaarden. Ze liggen alle op dezelfde heuvelrug, aan de westkant van de berg van Chablis. De grootste Grand Cru wijngaard heet les Clos. Andere bekende wijngaarden zijn Vaudésir, les Grenouilles, Blanchots en les Preuses.
Menu: Salade gourmande, Émincé de poulet à l’estragon, Pain perdu à l’orange (voor 4 personen).
Salade gourmande
¼ bloemkool, 3 tomaten, 1 avocado, 1 citroen. Voor de vinaigrette : 3 eetl. zonnebloemolie, 1 eetl. balsamicoazijn, wat fijngesneden kruiden b.v. kervel, bieslook en estragon.
Voorbereiding in de magnetron: 10 minuten
Maak de bloemkool schoon, verwijder de stronk en gebruik alleen de bloemkoolroosjes. Zet de bloemkoolroosjes in de magnetron met 2 eetl. water, voeg peper en zout toe. Dek ze af en verwarm ze 3 minuten op de hoogste stand, totdat ze net knapperig zijn.
Dompel de tomaten even in kokend water en laat ze in koud water afkoelen. Verwijder het velletje en de pitjes. Snijd de tomaat in blokjes. Snijd de avocado doormidden, verwijder de pit. Schep met een lepel het vruchtvlees uit de schil en snijd ze in kleine blokjes. Knijp het sap uit de citroen over de avocadoblokjes.
Maak de vinaigrette: meng de olie met de azijn, peper en zout.
Verdeel de bloemkoolroosjes in het midden van een groot bord, strooi de blokjes tomaat en de avocado erover en giet de vinaigrette erover. Knip de kruiden erover op het moment van het serveren.
Émincé de poulet à l’estragon
4 kipfilets, 2 eetl. verse estragon, 2 sjalotjes, 20 g boter, 2 eetl. crème fraîche, peper en zout.
Voorbereiding en kooktijd : 12 min.
Snijd de kipfilets in dunne plakjes. Pel de sjalotjes en snijd ze fijn. Knip de estragonblaadjes in stukjes.
Laat de boter in een grote koekenpan smelten en voeg snel de plakjes kipfilet toe, voeg de sjalotjes toe en laat het 8 minuten koken. Voeg de crème fraîche toe, peper en zout en laat de saus wat inkoken, roer met een houten spatel. Voeg als laatste de estragon toe en meng goed. Serveer op een verwarmd bord met tagliatelle.
Pain perdu à l’orange
4 sneetjes (oud) briochebrood, 2 sinaasappels (onbespoten), 2 eetl. Cointreau, 2 eieren, 30 g vanillesuiker, 30 g. boter.
Voorbereiding en kooktijd: 8 min.
Schil met een zeste sinaasappelschilletjes. Pers uit de 2 sinaasappels het sap. Meng het sap met de Cointreau en 2 eetl. sinaasappelschilletjes. Voeg de sneetjes brioche toe en draai ze om totdat alle vocht is opgenomen.
Klop de eieren en bedek de sneetjes aan beide kanten met het omeletmengsel.
Laat de boter in een grote koekenpan smelten, bak de sneetjes aan beide kanten goudbruin in de boter en laat ze op keukenpapier uitlekken. Strooi de vanillesuiker erover.
Leg de gebakken sneetjes op de borden en besprenkel ze met de rest van het sap en de sinaasappelschilletjes.
Zie bij de bijlage het schip: La Belle Époque, bij www.gobarging.com
Op het schip wordt de poulet met estragon geserveerd. Zelf heb ik al een aantal keren voor diverse gezelschappen het gerecht klaar gemaakt. Het is een gemakkelijk recept, dat in principe niet kan mislukken.
Filets de rouget en écailles croustillantes/Mulfilets met aardappelschubben.
Dit elegante, feestelijke gerecht is afkomstig uit de tijd van de Belle Époque en opgenomen in het boek "De Klassieke Franse Keuken". Hierin staan de beste recepten van 's werelds beroemdste kookschool: Le Cordon Bleu.
De belle époque (Frans voor: het mooie tijdperk) is een benaming voor de periode 1870-1914 uit de Franse en bij uitbreiding de Europese geschiedenis. De naam werd geboren na de Eerste Wereldoorlog, toen men, getraumatiseerd door de slachtingen, met nostalgie terugkeek op een schijnbaar gouden tijdperk vóór het uitbreken van de oorlog, een tijd waarin onbezorgdheid en grote ontdekkingen Europa in de ban hielden.
In de periode 1890-1914 brak in Frankrijk op alle terreinen een élan vital aan, waarin de industrie opbloeide, de techniek grote schreden zette en de cultuur bloeide. In 1889 vond in Parijs de wereldtentoonstelling plaats, met de Eiffeltoren als symbool van de technische vooruitgang. De eerste vliegtuigen, de bicyclette de eerste auto’s en de Tour de France deden de aandacht voor techniek en sport toenemen. Daarnaast breidde het koloniale imperium zich uit, zodat Frankrijk zich weer een herboren natie voelde na de nederlaag in de Frans-Duitse oorlog. Op cultureel gebied vallen de opkomst van de filmindustrie en fotografie op, evenals nieuwe kunstvormen als het impressionisme en art nouveau.
De belle époque markeerde tevens het ontstaan van cabaret en de dans cancan, die zeer populair was in de Parijse nachtclub Moulin Rouge. Met de opkomst van nieuwe ontwikkelingen in techniek en wetenschap, ontstond namelijk ook vertwijfeling. De rol van geloof en morele waarden werden in vraag gesteld. Vrijheid leek onbeperkt, en prostitutie, losbandigheid, en verslaving waren niet langer taboe. Voorbeelden hiervan zijn de fascinatie voor onder andere absint en de aandacht voor het nachtleven in de werken van onder anderen Toulouse-Lautrec.
Voor het recept:
Ingrediënten: Voor 4 personen
4 rougets (mullen) van ongeveer 200 gram, of filets met aan één kant nog het vel, 1 eierdooier losgeklopt, 200 g nieuwe aardappelen en een beetje geklaarde boter.
Voor de saus
2 sinaasappels, 2 dl droge witte wijn, 2 sjalotten fijngehakt, 1 dl slagroom, 125 g boter in vlokjes, 1 wortel in blokjes, 2 eetl. Cointreau.
Voor het garnituur
broccolicreme, een paar roosjes broccoli beetgaar en een paar reepjes worteljulienne beetgaar.
Bereidingswijze
1. Ontschub de vissen en fileer ze, maar laat het vel zitten. Verwijder zorgvuldig alle graten en houd de filets apart.
2. Maak de saus: schil de sinaasappels en snijd deze in stukjes; houd ze apart. Pers het sap uit de sinaasappels in een pan en kook tot een "glace" in.
3. Kook in een andere pan de wijn in met sjalotten. Voeg de room toe en kook het mengsel opnieuw in; roer er beetje bij beetje de boter door. Passeer het door een fijne zeef en voeg sinaasappelsap, fijngesneden schilletjes van de sinaasappel, wortel en Cointreau toe. Houd de saus warm.
4. Doop de velkant van de vis in eierdooier en leg er plakjes aardappel op. Hiervoor de aardappelen rond bijsnijden en ze daarna in flinterdunne plakjes snijden, desgewenst met een dunschiller. Leg de plakjes vervolgens iets overlappend op de visfilets. Bestrijk ze met geklaarde boter.
5. Bak de vis op de aardappelkant in een koekenpan met ant-aanbaklaag net gaar.
6. Giet spiegels saus op ieder bord en leg steeds twee filets op de saus. Leg er het garnituur omheen en dien het gerecht op.
Voor de broccolicreme. Voor 4 personen: een beetje gesmolten boter, 100 g broccoli, 1 eierdooier, 1/2 ei 3 eetl. slagroom, een mespunt nootmuskaat vers geraspt, zout en vers gemalen peper.
Bestrijk een ovenvaste vorm met gesmolten boter en laat deze in de koelkast opstijven. Leg een rond stuk bakpapier op de bodem en bestrijk met gesmolten boter. Kook de broccoli in kokend water met zout 7 minuten, of tot deze gaar is. Giet de broccoli af en pureer. Meng de puree met de rest van de ingrediënten en doe het mengsel in de vorm. Zet hem 10 minuten au bain-marie in een op 180 graden C voorverwarmde oven, tot het geheel licht is opgesteven. Vorm van de creme met 2 dessertlepels quenelles (zie de foto).
Verklaringen:
Bain-marie: een schaal of pan in of op een andere pan met water: voor een langzame verhitting.
Geklaarde boter: Boter bevat vaste melkbestanddelen, die bij een hoge baktemperatuur verbranden. Bij het klaren worden die bestanddelen verwijderd. Smelt hiervoor de boter op laag vuur tot een wit schuim van ongerechtigheden ontstaat. Schuim ze af en gooi ze weg.
Giet de geklaarde boter langzaam in een kom, zodat de melkbestanddelen op de bodem van de pan achterblijben. gooi vervolgens de melkbestanddelen weg.
Bij de foto's/bijlagen:
Wat is absint?
Absint is een groen drankje dat gemaakt wordt van alcohol en het kruid alsem. Het heeft een bittere anijsachtige smaak. Absint bevat 55% tot wel 70% alcohol. Het kruid alsem bevat thujon en absintine. Thujon werkt bij een zeer grote dosis enigszins hallucinerend. Absintine veroorzaakt de bittere smaak. Absint werd in 1909 in Nederland verboden omdat het tot waanzin zou leiden. In 2004 is het verbod opgeheven.
Alsemstruik
De Alsem Absintium is een struik van ongeveer 1 meter hoog die onder andere in Zwitserland groeit. De alsemplant bestaat uit 0,25% tot 1,3% etherische olie. Deze olie bestaat voor 60% uit thujon (of thujone). Alcohol onttrekt de etherische olie en dus ook thujon uit de alsemplant.
Gebruik
Absint smaakt bijzonder bitter. Om de bittere smaak te verzachten worden aan de absint kruiden toegevoegd zoals anijs en koriander. Ook wordt suikerwater toegevoegd. Dat gebeurde eind negentiende eeuw volgens een vast ritueel. Eerst deed men de absint in het glas. Vervolgens hield men een geperforeerd lepeltje met daarop een suikerklontje boven het glas. Daar overheen goot men water waardoor de suiker langzaam oploste. Het drankje werd troebel van kleur, zoals ook gebeurt bij het toevoegen van water bij Pernod.
Gezien het hoge alcoholpercentage beveelt men tegenwoordig aan om de absint aan te steken zodat de helft van de alcohol verdampt. Ook kan men een suikerklontje op de absint leggen en dan aansteken waardoor het een lichte karamelsmaak krijgt en de alcohol verdampt.
Wat doet het?
De effecten van absint zijn voor het belangrijkste deel toe te schrijven aan alcohol. Thujon werkt licht hallucinerend maar alleen bij hoge doseringen.
Vroeger voegde men koper aan de absint toe om het drankje mooi groen te maken. Een deel van de giftige effecten van de oorspronkelijke absint kan mogelijk verklaard worden door het toevoegen van koper. Ook het hoge alcoholpercentage heeft bijgedragen aan de problemen die bij het gebruik van absint ontstonden. Bovendien is het de vraag of men in die tijd de alcohol altijd wel op de goede manier bereidde.
Verslavingskans
Gebruik van absint is door de alcohol zowel geestelijk als lichamelijk verslavend. Langdurig gebruik kan zenuw en hersenbeschadiging veroorzaken. Ook hier is de alcohol de boosdoener.
Overige risico’s
Langdurig gebruik kan leiden tot lichamelijke en geestelijke achteruitgang. Bij langdurig chronisch gebruik kan absint hersenbeschadiging, psychoses , hallucinaties en intellectuele aftakeling veroorzaken. Deze hersenbeschadiging is voor een belangrijk deel te wijten aan het zeer hoge alcoholgehalte.
Geschiedenis
Henri Pernod begon in 1797 de eerste absint distilleerderij in Zwitserland. Door de eeuwen heen werd absint ook wel de Groene Fee, de Pest en de Koningin van de Vergiften genoemd. Absint werd gebruikt door kunstenaars, zoals: Vincent van Gogh, Picasso, Edgar Allan Poe, Oscar Wilde. De typische fel-geel tinten die van Gogh in zijn schilderijen gebruikte komen voort uit zijn ervaringen met absint. Oscar Wilde schreef ooit over het effect van absint: ‘Na het eerste glas zie je de dingen zoals je ze graag wilt zien. Na het tweede glas zie je de dingen zoals ze niet zijn en na het derde glas zie je de dingen zoals ze werkelijk zijn en dat is nog het meest afschuwelijke van alles.’
In 1909 werd absint in Nederland verboden. De absintwet is hiermee nog ouder dan de opiumwet. In Frankrijk werd absint in 1915 verboden. Het verbod werd gebaseerd op de risico’s die absint had. Absint zou tot waanzin leiden. Men sprak in die tijd van absintisme, een ziekte waarbij verslaving, epileptische aanvallen en hallucinaties optraden.
Na het verbod werd het drankje vervangen door Pernod en Ricard. In Pernod en Ricard is de alsem vervangen door anijs In 2004 werd het verbod in Nederland opgeheven. In andere landen was dat al eerder gebeurd.
Alsem als kruid
Alsem als kruid is gedroogd verkrijgbaar bij smartshops. Alsem kan ook zonder alcohol gebruikt worden. Het wordt dan gedronken als thee of gerookt. Vanwege de intens bittere smaak is pure alsem thee bijna niet te drinken. Het toevoegen van pepermuntblad of anijs kan de bittere smaak verzachten. Voor roken geldt hetzelfde als voor thee: het is extreem bitter. Om een rookbare mix te maken, mengen gebruikers de alsem soms met kruiden als Wild Lettuce, Wijnruit en Pepermuntblad. Ook het gebruik van een sigarettenfilter bij het roken wordt door smartshops aangeraden omdat je op die manier de bittere smaak niet in je mond en op je lippen proeft.
De Kunst van het koken
Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901) was er heilig van overtuigd: voor hem was het uitdenken van een recept een artistieke scheppingsdaad. Hij hield van goed eten. Hij sprak er graag over en kende talloze vreemde recepten om doodgewone dingen klaar te maken. En als goed Fransman uit het Zuiden hield hij van een eerlijke keuken. Hij was ook een groot kenner van oude wijnen en destillaten. Lautrec kon niet alleen goed proeven, hij was een uitstekende kok die graag recepten voor zijn vrienden en lievelingsmodellen bereidde. Aan zijn menu's besteedde hij veel tijd en moeite, soms waren het tekeningen, soms ook aquarellen, of zelfs lithografieën. Een aantal hiervan vindt men terug in dit grandioze receptenboek, dat de bitterzoete smaak heeft van de Belle Époque, een wereld waarin men nog tijd vond om goed te schilderen en goed te eten. De tweehonderd oorspronkelijke recepten van Henri de Toulouse-Lautrec en zijn vriend Maurice Joyant getuigen van smaak, inventiviteit en het waarlijk aanvoelen wat koken is: een creatieve bezigheid. Dit unieke receptenboek, oorspronkelijk uitgegeven in 1930, is fraai geïllustreerd met tekeningen en lito's van Henri de Toulouse-Lautrec.
'We moeten dit kookboek zien als een overblijfsel van zijn tijd met recepten die voor ons voor een deel misschien wat excentriek zijn, voor een deel regionaal en bijzonder en voor een deel vrij bekend, maar die op een paar na allemaal goed uitvoerbaar zijn. Aan tafel voert dit boek ons onherroepelijk terug in de Belle Époque.' - uit de inleiding van Johann
De schilder Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901) kwam uit een aanzienlijk geslacht, was vermogend en genoot met zijn vrienden van het leven. Daarin speelde eten een belangrijke rol. In 1930 verscheen van zijn vriend Maurice Joyant 'La cuisine de monsieur Momo, celibataire', geïllustreerd met kopergravures naar het werk van Toulouse-Lautrec en voor een deel zijn recepten. Deze uitgave met een voorwoord van Johannes van Dam en een toelichting uit de oorspronkelijke uitgave van 1966 geeft een aardig beeld van de keuken van het Frankrijk in de 19e eeuw met recepten op menuvolgorde: soepen, sauzen, vis, schaal- en schelpdieren, wild (ook marmotten en eekhoorns!) en gevogelte (ook lijsters en reigers!), vlees, groente, hartig en zoet gebak en tenslotte een lijst van kazen. Voor wie kookervaring heeft en zich wil laten inspireren door het Franse fin de siècle waarin de keuken nog gedomineerd werd door streekgerechten een aardig kookboek, mooi geïllustreerd met gekleurde tekeningen en litho’s van Toulouse-Lautrec.
De afbeelding met het papiertje "Belle Époque", waarin brood wordt verpakt. De Boulangerie is gevestigd in Chauffailles. De vorige eigenaresse is verhuisd naar Saint Denis de Cabanne, waar ze nu een grote winkel heeft met veel klanten. Wij noemden haar in die tijd altijd "Hopla", omdat zij na iedere zin dit woord gebruikte. Op doorreis kopen we bij haar een aantal grote Boules voor de diepvries.
Het is de tijd om te genieten van de heerlijke pompoenen, die in de winkels of op de markt te koop zijn. In Frankrijk is er altijd wel een buurman of een goede vriend, waarvan men een gratis potiron, een courge Bressan of een patisson kan verkrijgen.
Hier volgt het recept voor een velouté de courge, een gebonden pompoensoep:
Voor 4 personen, Voorbereiding 30 minuten, kooktijd 35 minuten. 500 g courge (pompoen) of patisson (deze pompoen is wat platter en wit van kleur, zie de foto). 3 potjes (Griekse) yoghurt, 1 ui, 20 g boter, 1 takje rozemarijn, 5 cl witte wijn, 2 tabletten kippenbouillon, peper, wat nootmuskaat en 2 takjes peterselie.
Om de soep in pompoentjes te serveren, is het nodig de pompoentjes ui te hollen. Anders kan de schil worden verwijderd en de pompoen in stukjes worden verdeeld.
Laat de boter in een pan smelten en laat de ui in stukjes smoren.
Voeg de stukjes pompoen toe en het takje rozemarijn, meng en maak af met de wijn.
Voeg terwijl het gaat koken een half glas water toe, dek af en laat alles op een lage stand 20 tot 25 minuten koken.
Pureer alles tot puree en voeg in de pan 75 cl bouillon toe. Voeg peper en nootmuskaat toe. Laat alles nog tien minuten koken. Voeg 2 potjes yoghurt toe en meng dit goed.
Breng de soep over in borden (of de pompoentjes), zorg dat de laatste yoghurt in het potje goed is omgeroerd en leg op iedere portie soep met een lepel wat yoghurt en versier met wat fijngehakte peterselie.
Voor deze keer een heel gemakkelijk recept en snel te maken. Cervelle betekent hersenen, maar dit recept heeft daar niets mee te maken. De cervelle de canut, was een recept van de "Canut" de Lyonese zijdewever.
Wanneer u een keer in Parijs bent, kunt u dineren bij het restaurant "Aux Lyonnais". Het is een bistrot met een cuisine traditionelle Lyonnaise. (Zie de site).
Voor 4 personen heeft u nodig: 4 potjes Franse kwark (faissaille), in de faisselle, een plastic bakje zitten gaatjes, waar het vocht uit kan lopen, zodat er een vaste massa overblijft. 3 el fijngesneden sjalot, 2 teentjes knoflook uitgeperst, 3 el fijngesneden bieslook, 2 el olijfolie, 1 el rode wijnazijn, peper en zout.
Meng alle ingrediënten en serveer in een potje of een ovenschaaltje. Geef hierbij geroosterd stokbrood. Dit is een leuk begin van een diner met een aperitief of een glas witte wijn.
Voor 4 personen: 12 gekookte rivierkreeftstaartjes, 120 g gekookte champignons,
Voor de quenelles: 1 kg snoekfilet, 750 g heel ei, 250 g eiwit, 1 kg boter, 30 g zout, 6 g peper, nootmuskaat, 750 g panade (broodpap).
Voor de panade: 1.500 g melk, 150 g boter, 900 g bloem.
Voor de Nantuasaus: 400 g karkassen van rivierkreeft, 1 ui, 1 wortel, 1 sjalotje, 1 takje tijm, 1 laurierblaadje, cognac, 1 l room, 1 el tomatenpuree, 1 dl olijfolie.
Breng voor de panade de melk met de boter aan de kook, voeg voorzichtig de bloem toe en roer continu tot de massa mooi droog is als een roux. Draai voor de quenelles het snoekvlees fijn, haal door een teems (speciale zeef voor vis) en meng met 750 g afgekoelde panade. Voeg de eieren en het eiwit toe en breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Meng er tenslotte de boter door, zodat een homogene massa ontstaat. Vorm er quenelles van en pocheer ze in water van 80 graden C. Reken 30 minuten per quenelle of 1 uur indien de gehele massa wordt gepocheerd. Koel na het garen onmiddellijk in ijswater. Voor het serveren de quenelles nog even opwarmen.
Bak voor de saus de karkassen stevig aan in de olijfolie, voeg de gesneden en gewassen groenten toe, bak mee en voeg de kruiden en de tomatenpuree toe. Laat kort zweten, blus af met een scheutje cognac en voeg de room toe. Laat 1 uur zachtjes pruttelen, passeer door een fijne zeef en breng eventueel verder op smaak.
Dresseer de quenelle in een diep bord met de champignons, overgiet rijkelijk met de saus en garneer met de rivierkreeftjes.
Serveer met een mandje vers gebakken stokbrood.
Opmerking: een teems werd vroeger gebruikt op de melkbus om de verse melk door deze zeef te halen. Nantuasaus is in Frankrijk ook kant en klaar verkrijgbaar. Het is dan ook b.v. te combineren met andere visgerechten.
Bij de bijlagen: serveertip van Paul Bocuse en een idee om de quenelles in een ovenschaal te plaatsen en vanuit de oven te serveren.
In Lyon spreekt men van een Bouchon, als men een plaats bedoelt waar men kan genieten van een stevig gerecht in combinatie van een goed glas wijn. Elders wordt gesproken van een "Bistro".
Lyon mag trots zijn op haar gastronomische geschiedenis. Het begon al in de Romeinse tijd toen de stad nog Lugdunum heette en toen al gastronomisch bekend was met een gevolg van een grote rijkdom aan producten.
De Bouchons waren er vooral voor mensen op doorreis. Daar komt indirect ook de naam vandaan: naast de voordeur hing altijd een bouche, een bos twijgen. Daarmee werden de paarden van stof ontdaan.
Het is een mooie vroege ochtend, waarin de geur van gebakken spek je tegemoet komt. De kachel is aan en de mensen worden naar binnen gelokt, dat is de authentieke bouchon.
Je eet er van een salade Lyonnaise tot een cervelle de canut (kwarkbereiding), van een warme worst tot een tablier du sapeur (runderingewanden in rode wijn, gemarineerd en daarna gefrituurd) of je kiest voor een quenelle de brochet (snoek).
Zo was het vroeger, maar hoe is het nu vandaag?
Veel gerechten bestaan nog steeds.
Morgen vermelden we de Quenelles de brochet Lyonnaise.
In 1960 begon Bernard Dufoux met zijn chocoladewinkel in La Clayette. De winkel is gevestigd in de rue Centrale op nummer 32. Naast de winkel is de ingang van het gedeelte waar de bonbons worden gemaakt en waar het ook mogelijk is om met een groep af te spreken voor een demonstratie.
Een crème brûlée is een vanillecrème die in de oven gegaard wordt en die koud wordt geserveerd met een dun krokant warm laagje gebrande suiker. Eierdooiers zorgen voor de binding.
2.Snijd het vanillestokje doormidden, schraap de vanillezaadjes eruit en doe deze in een pan. Door de vanille uit het stokje te halen en op deze manier mee te koken hoeft, in tegenstelling tot vroeger, de vanille geen 30 minuten meer te trekken.
3.Doe alle ingrediënten met uitzondering van het eigeel in de pan en breng deze al roerend aan de kook. Blijf roeren om aanbranden te voorkomen.
4.Voeg een beetje van de kokende vloeistof bij het eigeel en meng het door elkaar.
5.Voeg het eimengsel bij de rest van de room en verwarm deze voorzichtig tot er een binding ontstaat.
6.Zeef de massa door een haarzeef en blijf roeren.
7.Vul de bakjes (vormpjes) met een maatglas om de randen van de bakjes schoon te houden en er voor te zorgen dat alle bakjes even vol zijn.
8.Zet de bakjes in een voorverwarmde oven van 100°C en laat ze in 35 minuten gaar worden.
9.Laat de bakjes met crème afkoelen en laat ze daarna in de koelkast opstijven.
10.Voorzie de crème brûlée vlak voor het uitserveren met een gasbrandertje van een laagje gebrande suiker, of zet de bakjes met de suiker even onder een grill.
Voor de terrine heb ik twee patéschaaltjes gebruikt, die op de foto staan. De drie snoekjes kreeg ik bij het chateau, toen één van de vijvers werd drooggelegd en schoongemaakt. De grote vissen werden in de tweede vijver weer uitgezet. Een aantal vissen werd verdeeld onder de belangstellenden.
Ik besloot er een visterrine van te maken, zoals deze in Frankrijk bij de intermachés wordt verkocht.
Vooraf: Van de snoekjes zijn de ingewanden en de schubben verwijderd. De vis is gefileerd en in gelijke stukken verdeeld.
Bij de intermaché heb ik het volgende gekocht: een pakje court-bouillon, boter (demi-sel), gerookte zalm, jambon de la mer, slagroom en een fles Sauvignon Blanc.
Werkwijze:
Bij de filet van snoek in een schaal is wat peper en zout toegevoegd in een klein laagje water. De filet wordt even gepocheerd (5 minuten) in een pan met court-bouillon en een scheutje droge witte wijn.
Hierna de vis laten afkoelen. Pureer de vis een keukenmachine.
Week 4 blaadjes witte gelatine in koud water en knijp ze uit. Neem œ dl van de visvloeistof en verwarm deze. Voeg de gelatineblaadjes toe en los ze op. Neem œ dl slagroom en sla deze half stijf. Meng de vis met de slagroom en de vloeistof (met gelatine) en een scheutje courvoisier. Voeg wat zout en peper (uit de molen) toe en meng alles voorzichtig.
Bekleed de patéschaaltjes met plasticfolie en laat dit over de randen uitstekken.
Verdeel een beetje van de mousse over de bodems van de schaaltjes. Leg hier de gerookte plakjes zalm op. Leg hierover weer wat mousse. Dan de jambon de la mer en vul tenslotte aan met de resterende mousse.
Laat de terrines minstens 1 œ uur opstijven in de koelkast.
Serveertips: Stort de visterrines en snijd in plakken.
Leg op de borden een beetje sla met vinaigrette en leg er per persoon twee plakken van de visterrine op. Garneer met een citroenmayonaise en strooi hierover wat fijngeknipte dille. Opmerking: de terrine op de foto had ik al eerder gekocht en komt uit de diepvries.