Reisverslagen

20-09-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GROSSARL 2005 deel 1

GROSSARL – OOSTENRIJK

10 TOT 26 SEPTEMBER 2005

Zaterdag 10 september 2005

06. 14 u: vertrek – kilometerstand: 108.067 – Voor de afgelopen nacht heeft men onweer voorspeld maar dit is uitgebleven. Rond 2 u heeft het wat geregend. We hebben afscheid genomen van Marijke en Boldo. Op dit ogenblik is er een wolkenloze sterrenhemel. Het is 19 graden.

06.24 u – 6 km: we rijden de E17 op te Gent – Ledeberg.

06.50 u – 54 km: we rijden door de Kennedytunnel te Antwerpen.

06.56 u – 63 km: we verlaten de ring rond Antwerpen te Wommelgem en rijden nu op de E 34.

07.02 u: de zon komt op en het is 18 graden.

07.26 u – 120 km: we passeren de verkeerswisselaar te Lummen – lichte nevel.

07.48 u – 162 km: overschrijden de Belgisch-Nederlandse grens.

08.04 u – 188 km: overschrijden de Nederlands-Duitse grens.

08.14 u – 202 km: we stoppen aan het baanrestaurant Achener Land en nemen een licht ontbijt. 09.04 u: terug vertrokken.

09.41 u – 261 km – rijden de Rijn over te Keulen.

390 km: het begint wat te regenen.

11.17 u – 415 km: stoppen aan het baanrestaurant te Medenbach. 12.12 u: terug vertrokken.

12.25 u – 434 km: rijden voorbij het vliegveld van Frankfurt am Main.

12.51 u – 480 km: rijden Aschaffenburg voorbij.

12.54 u – 482 km: in de tunnel te Aschaffenburg krijgen we wat file te verwerken.

13.09 u – 488 km: einde van de file – de oorzaak is het versmallen van de rijbaan van 3 naar 2 rijstroken. De laatste 50 km voor Würzburg krijgen we wat lichte regenval.

14.02 u – 553 km: aankomst de Würzburg-Sud (baanrestaurant) en tanken er 31,89 liter voor € 36,80. We eten elk een sandwich belegd met “pute” (kalkoen).

15.02 u: verlaten de snelweg te Rottendorf.

ca 15.23 u: aankomst aan het Etaphotel. We hebben vooraf gereserveerd en beschikken over een reserveringsnummer. Daar de receptie pas om 17 u opengaat, gebruik ik de automaat aan de ingang. Vorig jaar mislukte dit maar ik voel me enigszins veilig daar de gerant over mijn schouder toekijkt. Via een ticket dat uit het toestel komt weet ik dat we kamer 308 krijgen en we de toegangscode 503492 moeten gebruiken om de buitendeur en de kamerdeur te openen. We brengen het hoogst nodige naar de kamer, enkel hetgeen we nodig voor de nacht.

Om 16 u zijn we reeds ingericht in de kamer. Het is warm in de gang en de kamer maar na het openzetten van het venster krijgen we wat verfrissing. Wanneer ik naar beneden ga om nog iets uit de auto te halen staat er een koppel Nederlanders voor de buitendeur te wachten. Ik zeg hen dat ze pas binnen kunnen vanaf 17 u tenzij ze gebruikmaken van de automaat en hun visakaart. Over dit laatste beschikken ze niet. Ze vertellen mij dat hun wagen in een garage in de buurt staat om te herstellen. Ze waren op weg naar Graz maar daar ze moeten wachten tot minstens maandag vooraleer men aan de herstelling zal beginnen, zijn ze van plan terug te keren naar huis eens ze hun wagen terughebben. Ze hadden een korte vakantie gepland van 8 dagen maar zoals het er nu uitziet zal de week al voor een stuk voorbij zijn wanneer ze hun auto hersteld krijgen. Ze vragen of er ergens in de buurt een restaurant is en ik verwijs hen naar het restaurant La Strada (waar we de vorige jaren ook waren) het hotel buiten, rechtsaf en dan de tweede straat links (ik zeg foutief de 1ste straat links).

Na een verfrissende douche gaan we om 18 u te voet naar La Strada. Aan het restaurant hangt een bericht dat de zaak gesloten is wegens verandering van uitbater. We keren terug naar het hotel en vragen aan de gerant of er nog ergens een restaurant in de buurt is. Buiten de McDonalds kunnen we enkel terecht in het dorp van Rottendorf, 1 a 2 km van het hotel afgelegen. We nemen de wagen en vinden in het dorp een 4-tal eetgelegenheden. We kiezen voor het Italiaans restauarant. De niet al te grote verbruikzaal is voor meer dan de helft gevuld met een groep die een verjaardag te vieren hebben. Wij bestellen gegrilde scampi’s met een grot bord salade en elk ¼ liter witte wijn. Hiervoor betalen we € 34,50. Een door de jarige gecontacteerde gitaarspeler zingt onder begeleiding van zijn gitaar “O Sole Mio”. Na dit ene lied houdt hij het echter voor bekeken en laat hij een muziekinstallatie het verdere werk doen.

Om 20 u zijn we terug in het hotel. Voor de ingang vinden we het Nederlands koppel. Ze zien er niet gelukkig uit. Hoe zou je zelf zijn?

21.30 u: we gaan slapen.

Zondag 11 september 2005

Vandaag is het net 4 jaar geleden dat de aanslag op de WTC-torens in New York plaatsvond. Er wordt hieraan nog weinig aandacht besteed. Mensen vergeten snel.

In de loop van de nacht heeft het geregend en wat gedonderd.

05.45 u: opstaan, de gewone ochtendrituelen en ik ga even buiten wandelen. Hij is nog warm en zwoel.

08.11 u: we vertrekken, het is bewolkt maar droog. Tussen Aken en Munchen zijn er vrij veel wegenwerken waardoor we wat vertraging oplopen.

09.09 u – 98 km: rijden Nurnberg voorbij.

10.25 u – 245 km: we beginnen aan de ring rond Munchen.

10.46 u – 254 km: we rijden nu pas op de ring en krijgen te maken met een traagrijdende file.

11.28 u – 285 km: komen nu op de snelweg naar Salzburg.

11.46 u – 287 km: wegens de file zijn we toe aan een dringende sanitaire stop.

12.10 u – 336 km: stoppen aan het rasthof Samerberg om iets te eten en kopen tevens twee autowegenvignetten (samen € 15) voor het gebruik van de snelwegen in Oostenrijk. Ze zijn geldig voor twee keer tien dagen.

13.00 u: we vertrekken terug.

14.16 u – 444 km: we bereiken Bischofshofen waar we de snelweg verlaten.

14.25 u – 456 km: we rijden door Sankt-Johann im Pongau.

14.47 u – 472 km: aankomst te Grossarl aan het Schützenhof. We worden er verwelkomd door Burgl en Hias die mij prompt een welkomstsnaps in de hand duwt. We krijgen onze vaste kamer (nr. 16) en brengen de bagage naar boven. Om even uit te blazen gaan we daarna iets drinken op het terras van het hotel. Een Duits echtpaar, dat we hier reeds voor de vierde keer ontmoeten, komt bij ons aan tafel zitten om wat te praten. Hun drie wandelvrienden zijn nog niet aangekomen. Het vijftal leerden elkaar hier jaren geleden kennen en trekken voor 14 dagen, als het weer het toelaat, op wandeling in de bergen. Het drietal dat nog moet aankomen bestaat uit een gehuwde Duitser, die steeds alleen naar hier komt, en twee broers. ’s Avonds vernemen we dat ze een reuzefile moesten verwerken ter hoogte van Munchen. Zij komen aan even voor het avondeten.

Na een uurtje praten op het terras gaan we naar de kamer voor een verfrissende douche waarna we om 18.45 u gaan eten. Bij het verlaten van het terras worden we aangesproken door een koppel Vlamingen uit Mechelen. Zij verblijven in een appartement aan de rand van het dorp. Ze komen echter regelmatig eten in het Schützenhof. Later zullen we hen beter leren kennen.

Menu:

Frittatensoupe

Gemixte grill met friet

Saladbar

dessert: een bolletje ijs in een sinaasdrankje

21.30 u: slapen

Maandag 12 september 2005

06.45 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

Om 09.00 u rijden we naar het dorp en doen wat inkopen in de supermarkt Billa. Overal zijn hier werken aan de gang: de verbreding van de toegangsweg naar Schützenhof, op het kruispunt van de grote weg en de weg naar het dorpscentrum en in het centrum zelf is men een huis aan het bouwen waardoor de doorgang in het centrum belemmerd wordt. In het dorp kopen we voor mij een paar wandelschoenen van het merk Gore-tex (€ 145,95). Later zou blijken dat die van uitstekende kwaliteit zijn en zeer comfortabel zitten. Voor Lea kopen we een paar open schoenen (€ 39,90). Ik tank in het dorp 29,66 liter voor € 31, 41. Daarna keren we terug naar het hotel om er de boodschappen achter te laten en trekken we onze wandelkledij aan. We rijden in de richting van het dalbegin (richting noorden) en slaan links af naar de Aualm. Deze is te bereiken met de auto. De laatste 4 km zijn echter grintweg en moet er wat voorzichtiger gereden worden (gevaar voor schade aan de onderzijde van de auto). Aan de alm gekomen wijst de boer mij een vrije parkeerplaats aan. Na nog iets te hebben gedronken laat ik Lea achter op het terras van de alm en klim in verder in de richting van de Schuhflicker. Niettegenstaande het de eerste dag is gaat het vlot naar boven. Het weer is prachtig, grote wolken met veel zon ertussen. Eens ik op de graat ben sla ik rechts af en klim ik nog tot aan het eerste “gipfelkreuz”. Ik vertrok aan de alm om 12.45 u en kom aan op mijn bestemming om 13.25 u. Na wat rondgekeken te hebben en vooral genoten te hebben van het panorama, met zicht op zowel Grossarldal en de Gasteinervallei) keer ik terug naar beneden. Het laatste stukje naar de top van de Schuhflicker doe ik niet wegens het smalle pad met ernaast een diep ravijn. Ik was trouwens op de spits een 30-tal jaar geleden.

Rond 14 u ben ik terug op de Aualm. Lea is net bezig een ‘schinckenbrodt” naar binnen te werken en ook bij mij “zie ik ze vliegen”. Ik bestel een Almdudler en een “bretlerjause”. Na nog even gebruik gemaakt te hebben van het supermodern toilet, zijnde van het type “plank met gat in”, met zicht op de bergen die je voorgangers hebben achtergelaten), rijden we langzaam naar beneden (duur ca 25 min.).

Gisteren vernamen we van Burgl dat dochter Monika binnenkort trouwt en het toekomstige paar bezig is een 4-sterrenhotel te bouwen met maar liefst 28 kamers, gelegen langs de noordelijke kant van Unterberg (wijk van Grossarl). Nieuwsgierig als we zijn rijden we even langs en kunnen op een groot bord voor de bouwwerf een idee krijgen van hoe het hotel er zal uitzien. De werken zijn nog volop aan gang maar begin december zou het hotel moeten opengaan. (Hotel Kristal, Unterberg 158 Grossarl – tel. 00.43.650.57.47.825 – www.kristall.tv – e-mail: info@kristall.tv).

Eens terug in het hotel duiken we de sauna in (iets wat we iedere dag zullen doen) en vul ik nadien mijn reisverslag aan. Ondertussen valt er buiten een regenbui en horen we enkele donderslagen. Dit is het eerste (bescheiden) onweer dat we hier meemaken gedurende de 4 jaar dat we naar hier komen. Een uitzonderlijke toestand dus na een zomer van veel waterellende, vooral hier in Oostenrijk. Boven het Elmaudal verschijnt er een regenboog die ik probeer op foto vast te leggen.

ca 18 u: avondmaal

Menu:

Rindssuppe mit Nudeln

Salate vom Buffet

Gulasch vom Hirschkalb dazu Serviettenknödel und hausgemachtes Apfelrotkraut

Melonen im Holunderblütensaft

Daar ik best geen rode kool en eieren (tweede keuzemenu) eet, maak ik een keuze uit de spijskaart.

We gaan vroeg slapen daar we lichte aanpassingsmoeilijkheden hebben wegens de andere voeding.

Dinsdag 13 september 2005

06.30 u: opstaan

08.00u: ontbijt.

09.15 u: we vertrekken aan het hotel richting Aigenalm. Het betreft hier twee almen die niet ver van elkaar staan, nl. de Paulhutte en de Mandlhutte. We rijden richting Hüttschlag (richting zuiden) en slaan rechts af ter hoogte van Mandldorf. Een 10 meter verder is er een parkeerplaats aangeduid voor de bezoekers van de Aigenalmen. Het is tamelijk bewolkt maar af en toe komt de zon erdoor, het blijft echter de ganse dag droog. Onze wandeling begint om 09.30u. Aan het begin van de wandeling staat dat het 1 uur stappen is naar de alm maar de Duitse kennissen uit het hotel vertelden ons dat ze er 1 ¼ u over deden. Wijzelf bereiken de Aigenalm – Paulhutte na 1 ½ u stappen. We drinken er een almdudler en een soep. Lea blijft achter op de alm terwijl ik verder trek naar de Mandlhutte die amper ¼ u verder zou liggen. Na 10 minuten ben ik reeds ter plaatse. Van hieruit vertrekken er een 3-tal wandelingen, o.a. ene wandeling van 3 ½ u. Na nog even rondgekeken te hebben keer ik terug naar de eerste alm en vervoeg Lea. Beiden werken we een “Schinckenbrodt” en een soep naar binnen. Rond 13.30 u vatten we de terugtocht aan. Eens aan de wagen rijden we naar het dorp en kijken of het concert van de plaatselijke muziekmaatschappij doorgaat. Dit blijkt zo te zijn op voorwaarde dat het niet regent. Op de Aigenalm zat een koppel Nederlanders die gisterenavond in Schütsenhof kwamen eten. Ook vorig jaar waren ze hier. Achteraf vertelden ze ons dat ze hier reeds 29 jaar op vakantie komen. Ze huren hier een etage van een huis. Onderweg naar huis rijden we hen voorbij en vragen hen of ze mee willen rijden. Zij leggen echter de afstand naar hun convent liever te voet af.

Na de sauna: avondmaal om 19 u

Menu:

Zucchinicremesuppe

Salate vom Buffet

menu 1: Condon bleu mit Preiselbeeren dazu Kartoffel mit Dillrahmsause (ikzelf)

menu 2: Schweinsbratwürstel met senf dazu Kartoffelpüree und Sauerkraut (Lea)

Naturjoghurt mit Himbeeren

Aan het ontbijt krijgen we de twee keuzemenu’s voor ‘s avonds op een briefje. Hierop kunnen we het gewenste menu aankruisen. Voor mijn eigen gemak scheur ik telkens het rechterblad af waarop de menu’s staan en neem ik mee voor mijn verslag. Ik was van mening dat men hiermee toch niets meer kon aanvangen. Burgl liet me echter verstaan dat ze dit half blad echter nog nodig had, zonder hierover uitleg te geven. Maar al vlug brengt ze de oplossing aan en bezorgt me iedere dag een fotokopie van het blad op de ontbijttafel.

Woensdag 14 september 2005

06.45 u: opstaan

08.00 u ontbijt

Vandaag heeft de wekelijkse wandeling plaats onder leiding van Hias (afkorting voor Mathias), de baas van het hotel. Tegen de bergen hangen er nog wat wolken maar die lossen in de loop van de dag nagenoeg volledig op en we krijgen veel zon.

09.30 u: vertrek van de groep met een 5-tal wagens en 18 deelnemers. Hias had mij voorgesteld dat ik met hem mocht meerijden maar ik geef er de voorkeur aan om met mijn eigen wagen te rijden. Zo kan ik terugkeren wanneer ik wil. We rijden bijna tot aan het daleinde en slaan daar links af. We rijden een stuk naar omhoog en parkeren aan de woning van de boer wiens alm wij gaan bezoeken. De Hirschgrübenalm (1564 m). Ieder stapt zowat zijn eigen tempo en dat is voor mij duidelijk sneller dan de anderen. Na 1 u klimmen sta ik op de alm. De rest van de groep volgt na 1 ½ u. Ik werk een goulachsoep naar binnen, praat nog even met de groep van 5 Duitse wandelaars en besluit nog even verder te gaan tot aan de Aschreit-Alm. Sommigen zeggen dat het ½ u ver is, weer anderen menen ¾ u. Op mijn tempo geraak ik op de alm na 35 a 40 minuten. Na wat gerust te hebben, enkele foto’s genomen te hebben, het (modern) toilet te hebben gebruikt en iets gedronken te hebben, begin ik aan de terugtocht. Als ik omstreeks 13.00 u aankom op de Hrischgrübenalm zijn mijn medegezellen reeds vertrokken, behalve Hias en een bejaard koppel dat met hem is meegereden. Ik koop enkel nog een prentkaart van de alm en vertrek dan alleen naar beneden. Het afdalen duurt echter even lang dan het naar boven komen, namelijk 1u. Met de auto gaat het dan terug naar het hotel en daar vind ik Lea die ondertussen enkele boodschappen heeft gedaan en nu op het terras van het restaurant in de zon een boek aan het lezen is. Zoals gebruikelijk worden we bij aankomst vergast op gratis koffie en koeken ons aangeboden door de bazin Burgl. Ondertussen is ook het 5-tal aangekomen en zetten zich bij ons aan tafel om wat na te praten. Na de sauna heb ik tijd om mijn verslag wat bij te werken en enkele prentkaarten klaar te maken om op te sturen. We kijken nog eens na welke tocht we morgen zullen maken met de auto (om wat uit te rusten van het wandelen).

18.00 u: avondmaal.

Menu:

Klare Rindsuppe mit Griessnockerl

Salade

Schweinerückenstaek in Gorgonzolarahmsause dazu Röstinchen

Eispalatschinke fein garniert

Donderdag 15 september 2005

06.45 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

09.25 u: we vertrekken met de wagen. Kilometerstand 109.398. Het is bewolkt maar vanaf de middag krijgen we volop zon. We volgen de zogenaamde Dolomietenstrasse. Eerst gaat het van Grossarl over Sankt-Johann im Pongau en Bischofshofen en nemen daar de snelweg richting Salzburg. We nemen de afrit Golling (Duitsland) en vergissen ons even van weg zodat we in het stadje Golling zelf terecht komen. Al vlug vinden we de goede richting en rijden richting Abtenau. Hier zitten we volop op de Dolomietenstrasse, een zeer mooie weg en nagenoeg geen verkeer.

63 km: we stoppen aan de Lammerklamm en bezoeken deze tot 12.10 u. Verder gaat het via Annaberg, Lugötz, St-Martin. Voorbij dit laatste dorpje slaan we af naar Filzmoos alwaar we even stoppen.

15.30 u: we zijn terug aan het hotel.

18.00 u: avondmaal

Menu:

Rindsuppe met Backerbsen

Salade

Rindsroulade mit Butternudeln

Vanilleoberscreme mit Fruchtsause

Vrijdag 16 september 2005

06.45 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

09.00 u: we doen enkele boodschappen in de Billawinkel beneden in het dorp. Omdat niet alle almen nog open zijn in deze periode kopen we er enkele belegde broodjes die ik voor alle zekerheid meeneem op de wandeling. Ik rijdt vervolgens, na Lea aan het hotel afgezet te hebben, naar het dorp van Grossarl alwaar de Elmaustrasse begint, Aan het Gasthof Lammwirt sla ik rechts af en rijd nog 2 km verder, tot aan de laatste parking. Het is 10 u als ik gepakt en gezakt te voet vertrek. Er hangen nog wat wolken tegen de bergtoppen maar die verdwijnen al vlug om plaats te maken voor de zon en een diepblauwe lucht. Wanneer ik om 11.15 u de Bichlalm in zicht krijg, zoek ik een geschikt plaatsje om mijn sandwiches naar binnen te werken. Na een kwartier vertrek ik voor het laatste stukje en om 11.45 u ben ik op de alm. Daar de weersvoorspelling zegt dat dit de laatste mooie dag zal zijn zit het terras van de alm behoorlijk vol met wandelaars die nog eens van de zon willen genieten. Tussen de aanwezigen bemerk ik een jong Duits koppel met hun klein kindje dat regelmatig in het hotel komt ontbijten en avondmalen. Wanneer ik op het punt sta om te vertrekken en nog eerst ga afrekenen bij de “zennerin” (alpenboerin, kaasmaakster) binnen in de alm bewerk ik bij mijn terugkomst op mijn tafel een snaps staan. Eerst denk ik dat dit een vergissing is maar al vlug blijkt dat die afkomstig is van het jonge koppel. Ik kap die naar binnen op hun gezondheid.

De alm ligt op 1731 meter. Volgens een van de aanwezigen zou hier morgen sneeuw kunnen liggen daar de sneeuwgrens dan op 1300 meter zal liggen.

Langzaam keer ik terug naar het dal ondertussen genietend van de met zon beschenen bergen en de prille herfstachtig aandoende natuur. Even voor 14.00 u ben ik aan de wagen en ga ik in het hotel Lea ophalen. Ik wil nog iets nakijken in het naburige dal van Kleinarl. De beklimming naar de Tappencarsee vanuit het Grossarldal duurt 3 a 4 uur. Vanaf het Kleinarldal zou dit heel wat minder zijn. We rijden tot aan de Jägersee op het einde van het Kleinarldal en volgens de wandelgidsen begint hier een “mautstrasse”. Er staat een bordje dat hier € 4 moet betaald worden maar er zit niemand in het wachthokje om het bedrag te innen. Ik denk dat enkel tijdens de zomermaanden de maut moet betaald worden. De mautstrasse is een mooie aardeweg met op het einde enige putten in het wegdek. Deze weg eindigt op een vrij grote parking. Eens dit gezien keren ze terug naar het hotel voor de sauna en het avondmaal. Vooraf tank ik in het dorp 23,05 liter voor €24,41.

18.15 u: avondmaal.

Menu:

Knoblauchcremesuppe

Salade

Forelle “Mullerinart” dazu Petersilienkartoffeln

Tiramisuschnitte

Zie verder deel 2

20-09-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
19-09-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GROSSARL 2005 deel 2

GROSSARL - OOSTENRIJK
10 - 9 - 2005 tot 26 - 9 - 2005


Zaterdag 17 september 2005

07.15 u: opstaan

08.00 u: ontbijt

Het regent. Na het ontbijt blijven we nog wat op de kamer tot wanneer de poetsvrouw de kamer komt poetsen. We vertrekken naar het dal om 09.35 u – kilometerteller 109.580 km. We blijven in de winkel Billa tot 9.54 u om er enkele boodschappen te doen. Vervolgens vertrekken we naar Hallein. Om 10.25 u rijden we het kasteel van Werfen voorbij (33 km). We komen aan te Hallein na 60 km en om 10.47 u. Het Salzbergwerk (de gewezen zoutmijn) bereiken we na 65 km en om 11.00 u. Dit is een geschikte attractie om te bezoeken bij regenweer. Ik de hall krijgen we een witte vest en dito broek om aan te trekken. De mijn wordt binnengereden doormiddel van een treintje waarop men schrijlings moet gaan zitten, de een na de ander. Eens op de eindbestemming van het treintje gaat het een heel eind te voet verder. De eerste afdaling doormiddel van een glijbalk is slechts van korte duur. Daarna wordt een ondergronds meer overgestoken doormiddel van een grote boot. Even verder, ondertussen worden we door taferelen wat wijzer gemaakt over de geschiedenis van de zoutproductie, gaat het een twee keer naar beneden doormiddel van langere glijbalk. Het bezoek wordt afgesloten door een rit met hetzelfde treintje naar buiten. en kost voor ons twee € 33.

Om 13.56 u zijn we terug aan de auto. Het is nog steeds een miezerig weertje. In het voorbijrijden zoeken we naar een apotheek die open is maar ook deze sluiten hier op zaterdagnamiddag.

Om 15.15 u zijn we terug aan het hotel. Om de tijd te doden spelen we in de gelagzaal een spelletje scrabble en drinken we een koffie. Om 17.45 u gaan we naar de sauna en om 18.30 u zijn we toe aan het avondmaal.

Menu:

Zwiebelsuppe

Salade

Jaganock’n (Käsespätzle mit Speck und Wildfleischwürfel)

Pfirsichkompott mit Schlag.

Een groep Nederlanders is aangekomen (5 echtparen). Meteen zit de stemming erin.

Zondag 18 september 2005

07.15 u: opstaan.

08.30 u: ontbijt.

Het regent en de sneeuwgrens ligt op ca 1400 meter. De hellingen die niet door de wolken verborgen worden zijn lichtjes met sneeuw bedekt. Na het ontbijt rijden we een helling op maar wegens de wolken kunnen we slechts enkele grasvelden zien die met lichte sneeuw bedekt zijn. Vervolgens rijden we naar het daleinde (richting zuiden) maar ook daar verstoppen de wolken grotendeels de sneeuw. En toch geeft alles de indruk dat het december is. Hierdoor begint bij ons de idee te rijpen om eens naar hier te komen tijdens de winter. Nu al hakken we de knoop door en beslissen in januari of februari 2007 voor 8 dagen naar het winterse Grossarl te komen.

Om iets te gaan drinken in het gasthof Thalwirt is het nog te vroeg (gaat pas open om 11.30 u). We keren dan maar terug naar het hotel en zien in het voorbijrijden dat het bescheiden Rupertfeest wel doorgaat in het dorp, ondanks de regen. Na een korte rustpauze gaan we om 12.30 u te voet naar het dorp. De ochtenddrukte (fruhschoppen) is blijkbaar voorbij en er staan slechts een 3-tal kraampjes. De dansgroepen en de muzikanten treden wegens de regen op in de gelagzalen van de hotels en restaurants. Wij stappen de Alte Post binnen en zien de koppel uit Mechelen aan een tafeltje zitten. Aan hun tafel staan de enige twee vrije stoelen van het ganse etablissement. Wij vragen of het niet stoort als we bij hen gaan zitten. Ze hebben geen bezwaar. In tegendeel. Onmiddellijk ontspint zich een gesprek over koetjes en kalfjes maar vooral over het verblijf in Grossarl. Wijzelf bestellen een apfelstrudel en een koffie en later een Johannesberensaft en een most (gemaakt van druivensap maar dat net nog geen wijn is). Ondertussen speelt een plaatselijk orkest volksmuziek. Onze tafelgenoten vertellen ons dat zij ook het traject tussen België en Oostenrijk in twee dagen afleggen. Zij overnachten steeds in Rothenburg ob der Tauber, gelegen ongeveer 50 km voor Würzburg, in een “kamer met ontbijt” (huis Flemming in de Klingengasse vlak bij parking 5). Ook geven ze ons het adres van een jaarlijks muziekfestival georganiseerd door de Austriafreunden (wordt gehouden rond april in Alpheusdal Williotstraat te Berchem – Antwerpen.

Rond 15 u stappen het koppel op en een kwartiertje later keren ook wij terug naar het hotel. De rest van de namiddag brengen we door in de kamer en in de sauna.

Avondmaal:

Menu:

Rindssuppe mit Frittaten

Salade

Rumpstaek mit Kräuterbutter dazu Kartoffelpüree und Broccoli

Coup Danemark

Maandag 19 september 2005

07.20 u: opstaan

08.20 u: ontbijt.

Ik heb een lichte verkoudheid. Om 09.40 u vertrekken we voor een rondrit. Km-stand 109.855 km. We rijden tot Radstadt maar keren daar terug naar het hotel wegens de motregen en de vele wolken die tegen de bergen hangen. Voor zover we er iets kunnen van zien door de laaghangende bewolking zijn de bergtoppen besneeuwd.

Eens terug in het dal rijden we naar het daleinde om bij Thalwirt iets te eten (goulashsoep). Daarna keren we terug naar het hotel en nemen wat platte rust om de verkoudheid sneller te laten genezen.

18.00 u: avondmaal.

Menu:

Rindssuppe mit Sternchen

Salade

Gamsgulasch mit Spätzle

Frisch marinierter Obstsalat

Dinsdag 20 september 2005

07.00 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt

Ik heb de afgelopen nacht wat last gehad van de verkoudheid. Vandaag is de wekelijkse wandeling onder leiding van Hias. Gisteren vroeg Hias of Lea naar de alm wou meerijden met de taxi daar er nog andere hotelgasten willen meerijden. Deze morgen beslis ik om ook mee te rijden wegens mijn verkoudheid. Het dal is gehuld in een dichte mist die uitvalt en dit zal zo de ganse dag blijven.

09.30 u: we vertrekken met de auto richting Maurachalm. We parkeren onze wagen aan de Sonnegbrucke en wachten er op de rest van de groep. Hias zegt dat het taxibusje hier zal zijn om 10.15 u, waarna de wandelaars vertrekken. Stipt op tijd komt de taxi voorgereden. Buiten ons twee rijden nog een bejaarde man (problemen met de bloedomloop in de benen) en een vrouw (heeft haar voet verzwicht) mee. Wij zetten ons achteraan in het minibusje en wanneer de vrouw ook wil instappen houdt ze zich vast aan de stijl tussen het voorportier en de schuifdeur. De bejaarde man stap vooraan in en slaat het portier dicht met als gevolg dat enkele vingers van de vrouw tussen het portier en de stijl gekneld geraken. Gelukkig houdt ze er geen open wonde aan over en stoppen we haar hand in een koude plas water om het onderhuids bloeden tegen te gaan. Achteraf blijkt alles nog goed mee te vallen. Eens we op de alm zijn worden de vingers door de boerin in een huismiddeltje gedoopt (op basis van snaps met kruiden) en omzwachteld. Onderweg naar de alm rijden we de groep wandelaars voorbij. Buiten is het nat, kil en mistig maar in de alm branden de vuren en is het er behaaglijk warm. Wanneer later de wandelaars aankomen (wij vormen samen een groep van ca 30 personen) zit de alm goed vol samen met andere groepen wandelaars. Na een tijdje, als iedereen bediend is, begint de zoon des huizes op zijn trekharmonica te spelen. Nadien geeft hij samen met zijn moeder enkele liederen ten beste waaronder een wondermooie ode aan Salzburgerland (zie de tekst van dit lied bij het reisverslag Grossarl 2003). Wanneer we de vrolijke liederen van de harmonica horen kunnen Lea en ik ons niet weerhouden een dansje te wagen. Met een applaus van de aanwezige wandelaars. Naast het zingen en spelen op de trekharmonika bespeeld de zoon tevens de citar.

De tijd vliegt voorbij en na nog een speckbrodt naar binnen te hebben gewerkt is het tijd om op te stappen. Hias heeft de taxi verwittigd en die komt een drie kwartier na het vertrek van de groep aan. Wij zijn de enige twee die meerijden want de andere twee gaan te voet naar beneden. De groep noorderburen is reeds vroeger vertrokken omdat zij nog een ommetje willen maken via de Unterwandalm en zij willen nog voor 17 u terug in het hotel zijn om de gratis koffie met koeken niet te missen. Na de wagen opgehaald te hebben en de (nu vrij dure) taxirit betaald te hebben, rijden we naar het hotel en genieten er van de koffie en de koeken van Burgl.

Na de sauna en een half uurtje platte rust (de verkoudheid weet je wel…) zijn we toe aan het avondmaal

Menu:

Rijdssuppe mit Eeiermuscheln

Salade

Mit Schincken und Spinat gefüllte Putenroulade dazu Basmatireis

Topfennockerl auf marinierten Heidelbeeren

Gisterenavond vernamen we dat een van de twee broers die tot de groep van 5 Duitse wandelvrienden behoorde op zondag een hersenbloeding heeft gehad. Nu begrijpen we waarom er toen een helikopter landde in het dorp. Deze bracht de zieke naar een ziekenhuis in Salzburgstad. De man in kwestie zou niet meer bij bewustzijn zijn en is voor de helft verlamd. De eerste berichten zijn zeer negatief. Men kan zich goed voorstellen dat de stemming zich bij de overige vier te wensen overlaat.

Na het avondeten worden we aan de tafel uitgenodigd van de vrouw die met haar vingers tussen het portier heeft gezeten. We praten nog wat na en rond 21 u gaan we naar de kamer. In de loop van de nacht heb ik nog wat last van de verkoudheid.

Woensdag 21 september 2005

07.00 u: opstaan

08.00 u: ontbijt

09.00 u: via de winkel Billa rijden we naar Sankt-Johann i P. waar we twee lederen broeksriemen kopen. Ik had twee gelijkaardige riemen die we gekocht hadden op Kreta. Een ervan ging op een onverklaarbare wijze verloren. Ik dacht dat ik het wel zou rooien met die ene die ik nog had maar uitgerekend ging de sluiting gisteren ter ziele. Gelukkig had ik nog een broek mee die kon dicht gestrikt worden. Al vlug vinden we in de C & A twee geschikte broeksriemen. Heel wat Oostenrijkers en Duitsers hebben een flink uit de kuiten gewassen taille zodat ik zonder moeite twee XXXL maten kan vinden.

Vervolgens rijden we via de snelweg richting Salzburg naar Golling en brengen een bezoek aan het stadje. Dit is gelegen aan de rechterzijde van de snelweg en ligt op Duits grondgebied. Wanneer we het stadje verlaten en willen terugkeren vergissen we ons van weg en zien we een bord staan die verwijst naar de waterval van Golling. De waterval is minder bekend maar niettemin bezienswaardig. Na het bezoek nemen we in Bischofhofen de weg die langs Muhlbach en Dienten loopt. Dit is een prachtige weg die we reeds eerder bereden hebben, maar dan bij regenweer, wat het geheel minder mooi maakt. In Dienten stoppen we aan een gasthof.

Eens terug in Grossarl tanken we in het dorp 28,55 liter diesel voor € 29,81. Naast het pompstation is er een selfcarwash. Ik spuit de auto af die duchtig vervuild is wegens de wegenwerken op het weggetje naar het hotel.

De zon komt regelmatig door de wolken piepen maar nog te veel wolken schuiven langsheen de bergtoppen en blijven er soms hangen. Voor morgen wordt er beter weer voorspeld en voor vrijdag nog beter.

Avondmaal.

Menu:

Kräutlsuppe

Salade

Bauernschmaus (Kassler & Schweinebraten) dazu Semmelknödel und Sauerkraut

Nusspalatschinke mit Marillenschaum

Donderdag 22 september 2005

07.00 u: opstaan.

08.00 u: ontbijten

Om 09.00 u rijden we naar beneden omdat we voor 09.15 u de werken aan de weg naar Schutzenhof voorbij moeten zijn daar die weg de ganse dag zal afgesloten zijn. In geval van nood kunnen we wel via een boerderij in de buurt naar boven of beneden rijden maar de weg is er zo steil en begroeid met gras dat dit niet aan te raden is. Ik rijd via Sankt-Johann naar Wagrain en Kleinarl. Lea blijft in het hotel achter. Op het einde van het Kleinarldal ligt de Jägersee. Daar begint de “mautstrasse”, een betaalde weg, maar er is niemand om het verschuldigde bedrag in ontvangst te nemen (enkel tijdens de twee zomermaanden?). Op het einde van deze mautstrasse is er een ruime parking alwaar ik de auto achterlaat. Ik begin aan de klim naar de Tappencarsee. Die is vrij steil en het pad ligt bezaaid met losse en vaste stenen. Uitkijken dus. Na anderhalf uur klimmen en af en toe een groep schoolkinderen die me voorbijlopen, bereik in de Tappencarsee. Tijdens de klim naar boven heeft men een prachtig uitzicht op Kleinarl en de vallei, met als decor op de achtergrond de in de zon schitterende Hochköning. Eens over de kam word je onmiddellijk geconfronteerd met het uitgestrekte bergmeer. Na nog eens 10 minuten platte weg bereik ik de Tappencarseealm. Het is daar druk vooral door de vele groepen schoolkinderen. Voor de Tappencarseehutte is het echter nog een 20-tal minuten stappen maar van hieruit te zien is de hut niet open. In de alm vervang ik mijn bezwete kledij door droge, iets wat ik in het verleden nooit gedaan heb maar waarvan ik de weldaad nu wel aanvoel. Het vuur in de alm maakt het er bovendien gezellig warm. Buiten aan het meer is het fris daar de wolken die tegen de bergtoppen hangen de zon verstoppen. Tijdens de klim moet ik ook een tweetal keer over een snelstromend beekje met grote keien in die men kon gebruiken om droog aan de overzijde te geraken. Een keer moest ik een 4-tal meter over het met sneeuw bedekte pad.. Om 11.45 u kwam ik aan op de alm. Na wat gegeten (een apfelstrudel) en gedronken te hebben en gebruik gemaakt te hebben van het nette toilet begin ik om 12.30 u aan de afdaling. Wegens de losse stenen is het nu uitkijken geblazen voor verstuikte enkels. Om 13.45 u ben ik terug aan de auto. De tocht mag echter niet onderschat worden wegens het vrij steile pad en de losliggende stenen. Het uitzicht op het dal en boven het zicht op het uitgestrekt bergmeer is de moeite waard om de klim te doen.

Ik rijd terug naar Grossarl. Tijdens de afdaling heeft Lea gebeld op mijn GSM met het telefoontoestel op de kamer. Ik kom aan in Grossarl om 15 u na 85 km gereden te hebben.

Eens terug in het hotel slaat de honger toe en laat ik door Burgl een kaisersmarn klaar maken. We praten nog wat na met het koppel van de groep van 5 Duitsers. De nadere twee zijn op ziekenbezoek naar Salzburg.

Na een bezoek aan de sauna en wat rusten op de kamer is het tijd voor het avondmaal.

Menu:

Rindssuppe mit Goldwürfel

Salade

Mit Schinken und Spinat gefüllte Putenroulade dazu Basmatireis

Topfennockerl auf marinierten Heidelbeeren

Terwijl ik bezig was met de wandeling naar de Tappencarsee heeft Lea het koppel uit Mechelen tegengekomen in het dorp. Lea heeft hen vertelt dat we onze stop in het naar huis rijden in Rothenburg ob der Tauber willen houden. Wij hoeven echter niets te doen want zij zullen bellen om een kamer te reserveren. Zaterdag, de dag voor we naar huis vertrekken, komen ze naar Schutzenhof avondmalen.

Vrijdag 23 september 2005

06.50 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

kilometerstand: 110.230

Deze week beloofden we aan de groep Nederlandse wandelaars dat we hen graag eens willen rondleiden in Gent. Eigenlijk was het Lea die hen dit voorstelde. Deze morgen komt Piet Musters, die de leider is van de groep, even bij ons aan tafel zitten en komt polsen of wij het wel meenden. Wij bevestigen onze belofte. Hijzelf stelt voor op bezoek te komen in maart 2006. (Een maand later krijg ik een mailtje waarin ze voorstellen op 7 april 2006 te komen).

Om 09.08 u vertrekken we voor een rondrit doorheen het district Lungau. Ook vandaag moeten we voor 9.30 u naar beneden rijden omdat de weg afgesloten wordt tot 12 u. Het is nu reeds te zien dat het een prachtige zonnige dag zal worden (en dit bleef zo tot het vallen van de avond). Via Sankt-Johann im Pongau, Wagrain, Schwaighof rijden we naar Radstadt.

10.16 u – 44 km: Radstadt

10.34 u – 62 km: Obertauern. Dit is een druk skigebied te zien aan de talrijke grote hotels. Nu doet het hier vrij verlaten aan. Vervolgens rijden we Mauterndorf voorbij richting Moosham.

11.12 u – 88 km: we stoppen even aan het kasteel van Moosham maar bezoeken het niet. Via Pichelsdorf en Gruben rijden we naar het smeltovenmuseum Bundsschuh. Dit is echter gesloten. Vervolgens rijden we het prachtige Thomatal door naar Ramingstein en stoppen aan de burcht Finstergrun. Slechts een deel van de burcht is vrij te bezoeken.

11.58 u – 120 km: we stoppen in ene klein dorpje (de naam is ons niet bekend) en verbruiken er elk een soep en een almdudler.

14.02 u – 134 km: we stoppen in Lintsburg en eten er een kleinigheid (knackworst met brood).

14.07 u tot 14.30 u – 140 km: brengen een kort bezoek aan Mariapfar.

15.47 u – 186 km: we stoppen in Altenmarkt en lopen er even rond op de bescheiden boerenmarkt. Daarna keren we terug naar het hotel via de snelweg richting Salzburg tot Bischofshofen en de gewone weg naar Grossarl.

16.40 u – 244 km: aankomst aan het hotel. De werken aan de weg zijn net beëindigd.

Avondmaal.

Menu:

Kürbiscremesuppe

Salade

Fischfilet natur mit Sauerrahmsauce dazu Petersilienkartoffeln

Gebackene Aphelringe mit Vanilleeis und Zimtzucker

Zaterdag 24 septelber 2005

06.50 u: opstaan.

08.00 u: ontbijten

(tanken 20,25 liter voor € 21,55)

08.00 u: ik wuif de groep van Piet Musters uit. Zij vertrekken naar huis.

09.00 u: we doen voor de laatste keer boodschappen in het dorp en kopen tevens een grote typische berghoed en een koppel bretellen met edelweissmotief (dienstig voor een latere verkleedpartij).

Voor we naar het dorp gaan vragen we aan Burgl de rekening om na te zien of we in het dorp nog geld moeten uit de muur halen. We delen haar mee dat we volgend jaar, in deze tijd, niet komen maar dat we ons voorgenomen hebben in de maanden januari of februari 2007 eens tijdens de winter naar hier af te zakken. Indien we de verplaatsing met de trein maken zal Hias ons komen afhalen in het station van Sankt-Johann.

Tegen de middag rijden we naar Lamwirt in het Elmaudal om iets te eten maar dit etablissement is gesloten wegens een huwelijksfeest. We keren terug naar het dorp en rijden de weg langs de andere zijde van het Elmaudal op, naar Vorstadtluck, maar ook die is gesloten. Uiteindelijk rijden we naar Thalwirt in het daleinde waar we onder het eten op het terras kunnen genieten van de zon. Onderweg naar hier werden we voorbijgestoken door het koppel uit Mechelen. Die zijn onderweg naar Huttschlag om er de “almabtrieb” te bekijken. Daar waar de koeien de voornaamste weg van het dal opkomen, staat heel wat volk te wachten op de kleurrijke stoet. Tevens tellen we een vijftal bussen die langs de kant van de weg geparkeerd staan.

Rond 14 u keren we terug naar het hotel en beginnen we met de valiezen klaar te maken en hetgeen we niet meer nodig hebben naar de auto te brengen. Deze morgen heb ik de auto wat opgekuist maar veel zin heeft dit niet wegens de werken aan de toegangsweg naar Schutzenhof. De namiddag sluiten we af met wat zonnen op het terras van het hotel.

Deze morgen hebben we aan Burgl gevraagd om het koppel uit Mechelen bij het avondmaal bij ons aan tafel te zetten.

Avondmaal.

Menu:

Rindssuppe met Eeierflocken

Salade

Zigeunerschnitzel mit Duchessekartoffel (Schweineschnitzel mit Paprika-Specksauce)

Ananaskompott mit Sahne

Zondag 25 september 2005

06.30 u: opstaan. Er staat geen wolkje aan de lucht.

07.00 u: ontbijt.

07.57 u: na afscheid genomen te hebben van Burgl (en Hias gisterenavond) vertrekken we. Kilometerstand 110.535 km.

08.14 u – 13 km: Alpendorf – de luxewijk van Sankt-Johann. Het is 7 graden.

08.17 u – 16 km: Sankt-Johann im Pongau

Even buiten Sankt-Johann, op de weg naar Bischofshofen, is er een carwash waar we de auto grondig laten reinigen.

09.05 u – 48 km: Golling. Sanitaire stop..

09.20 u – 44 km: passeren de Oostenrijk – Duitse grens.

09.43 u – 119 km: passeren de Chiemsee.

09.57 u – 142 km: Rozenheim.

10.17 u tot 10.29 u – 176 km: sanitaire stop.

10.25 u – 192 km: komen aan de ring rond Munchen.

11.58 u – 282 km: stop aan een baanrestaurant in de buurt van Augsburg om iets te eten.

11.41 u: terug vertrokken. Het is 20 graden.

13.23 u – 344 km: we rijden Ulm voorbij.

14.05 u tot 14.44 u– 410 km: stop te Ellangen. we tanken er 24 liter voor € 27,78.

16.00 u – 464 km: aankomst te Rothenburg ob der Tauber. Tussen Munchen en Rhotenburg hebben we enkele keren vertraagd verkeer gehad doch nooit stilstaand. Het koppel uit Mechelen moeten we hier nog niet verwachten daar die pas rond de middag vertrokken zijn in Grossarl. Het pension (Gasthaus Flemming – Klingengasse 21 91541 Rothenburg ob der Tauber – tel: 09861-92380), waar zij ook voor ons een kamer hebben gereserveerd, vinden we gemakkelijk eens we parking nr. 5 gevonden hebben (zij hadden ons een stadsplannetje gezorgd). Normaal is het mogelijk om te parkeren tegenover het pension maar om daar te geraken moet men wachten tot na 18 u tenzij men er logeert en met een toelating. Deze laatste hebben we niet maar toch geraken we ter plaatse door ons van de domme te houden.

We krijgen kamer 4 toegewezen. Het is er kraaknet en de kamers zijn functioneel en toch gezellig ingericht. Er is ook een douche en toilet in een afzonderlijke badkamer. Later vermenen we de reden waarom alles hier zo nieuw uitziet. Enkele jaren geleden brandde het pand volledig uit en werd nieuw, in de typische stijl van het stadje, heropgetrokken.

Na ons even verfrist te hebben verkennen we het stadje. Het is er gezellig in rondlopen. Nergens is hier een modern gebouw te bespeuren die de eenheid zou kunnen verstoren. Het stadje is nog volledig ommuurd en men kan op de stadsmuren eromheen lopen.

Rond 18.00 u gebruiken we het avondmaal op een stemmig buitenterras, onder de bomen, in de buurt van de grote kerk. De avond is zacht en mild. Wanneer we terug aan het pension komen arriveren ook Paul De Winter en zijn echtgenote. Zij hebben reeds het avondmaal gebruikt en zijn hier aangekomen om 17.00 u. Zij vertokken in Grossarl om 12.30 u.

20.30 u: we gaan slapen.

Maandag 26 september 2005

06.15 u: opstaan

Normaal kan hier pas om 8 u ontbeten worden maar Paul heeft gevraagd om een half uurtje vroeger te mogen ontbijten, wat geen probleem is. We ontbijten samen met het koppel en doordat we aan de praat geraken blijven we wat langer aan tafel zitten dan het de bedoeling was. Na afscheid genomen te hebben van Paul en zijn echtgenote en de rekening (€ 57) betaald te hebben, vertrekken we.

08.35 u – 13 graden – het is half bewolkt: we vertrekken (kilometerstand 110.999km).

09.13 u – 67 km: rijden Wurzburg voorbij.

09.48 u – 136 km: rijden Aschaffenburg voorbij.

10.10 u – 181 km: luchthaven van Frankfurt.

10.37 u – 227 km: Bad Komberg – sanitaire stop.

10.51 u: terug vertrokken.

11.56 u – 354 km: rijden over de Rijn te Keulen.

12.45 u – 430 km: passeren de Duits – Nederlandse grens.

13.00 u – 456 km: passeren de Nederlands – Belgische grens.

13.24 u – 501 km: stilstand te Tessenderlo.

13.55 u: terug vertrokken.

14.43 u – 563 km: rijden door de Kennedytunnel.

15.25 u – 626 km: terug thuis – tanken 42,60 liter voor € 48, 30.

Eindstand kilometerteller: 111.526 km

De heenreis bedroeg 1025 km en de terugreis, via een enigszins andere weg, 1090 km.

Het totaal aantal kilometer voor de ganse reis bedroeg: 3459 km.

In totaal verbruikten we 200 liter diesel en betaalden daarvoor € 220,06 (= 8877 Bef). Dit is een gemiddeld gebruik van 5,78 liter per 100 km.

19-09-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
18-09-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GROSSARL 2005 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen








Een wintersfeerbeeld in september



18-09-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
24-08-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIERDAAGSE VAN DE IJZER 2005
Klik op de afbeelding om de link te volgen



















De auteur van deze blog tijdens de "Vierdaagse van de IJzer" augustus 2005

24-08-2005 om 16:09 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
15-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2005 deel 1

Turkije

Antalya

van 15 tot 26 april 2005

Waarom een derde keer naar Alp Pasa – Antalya?

Deze reis begint eigenlijk waar de vorige reis naar Antalya ongeveer eindigt (19 – 30 maart 2003), namelijk bij “Petoeke” en zijn echtgenote uit het Lokerse. Na enkele dagen waren we die toen liever kwijt dan rijk. Op het einde van die reis had ik de innige wens uitgedrukt dat ik dit bemoeiziek koppel (vooral de vrouw) nooit nog zou tegenkomen. Maar het lot besliste anders.

Sinds enkele jaren gaan we ieder jaar in het najaar een operette bekijken in de Stadsschouwburg van Sint-Niklaas, opgevoerd door het uitstekende Belcantogezelschap. Op 11 november 2004 hadden we gereserveerd voor de namiddagvertoning. Toen we die namiddag aan de schouwburg aankwamen waren de deuren nog niet geopend. Terwijl we op straat, voor de ingang, stonden te wachten trekt Lea mijn aandacht en fluistert me in het oor: “Zie eens wie daar is”. Wanneer ik in de aangeduide richting kijk zie ik de zilvergrijze kop van “Petoekes” echtgenote met aan haar arm klaarblijkelijk een vriendin. “Petoeke” zelf was niet te bespeuren. Waarschijnlijk was hij niet geïnteresseerd of erger nog, mocht hij misschien van zijn bazige vrouw niet meekomen. Ik (en ook Lea) veins wat last te hebben van Alzheimer en gebaar haar niet te herkennen. Blijkbaar was dit wederkerig want ook zij deed geen poging om ons aan te spreken. Voor de rest zijn we die namiddag zo veel als mogelijk uit haar buurt gebleven.

Tijdens de pauze praatten Lea en ik over onze vakanties in Antalya in 2001 en 2003. Om een lang verhaal kort te maken: we besluiten het er nog eens op te wagen en een derde keer naar het hotel Alp Pasa in Antalya terug te keren.

Al de dag nadien sta ik in het reisbureau Flash Travel van Kim Van Den Bos in Drongen om de reis te reserveren voor de periode van 15 tot 26 april 2005.

Zoals gebruikelijk zijn de valiezen anderhalve week voor ons vertrek nagenoeg klaar.

Even toch een spannend moment. Moeder, 92 jaar oud, moet enkele dagen opgenomen worden in het ziekenhuis wegens uitdrogingsverschijnselen. Maar uiteindelijk komt alles in orde en kan het sein op groen worden gezet om te vertrekken.

Vrijdag 15 april 2005

In de voormiddag ga ik nog eventjes tot bij de oud-collega’s die er hun wekelijkse samenkomst houden in cafe Borluut op de Korenmarkt. Anders zou het een lange dag worden. Na de middag doen we nog een hazenslaapje.

Om 15.45 u brengt buurman Gerard ons met zijn auto naar het Sint-Pietersstation. We nemen bewust de trein om niet ergens in het Brusselse in een file terecht te komen. We nemen de trein van 15.15 u die rechtstreeks naar Brussel Nationale Luchthaven rijdt.

We komen er aan om 16.12 u. Om 16.15 zijn we al in de vertrekhal van de luchthaven, ruimschoots te vroeg (wij moesten ten laatste om 18.45 u aanwezig zijn). Voor in geval van plots opkomende honger kopen we enkele pakjes droge koekjes. Aan de Jetair-balie vragen we welke check-inrij we moeten nemen en het blijkt dat we aan balie nr. 5.7 moeten. Deze gaat pas open om 18.45 u. Daar we nog over voldoende tijd beschikken eten en drinken we iets in een cafetaria van de luchthaven. Ruim voor ze opengaat sta ik al voor de check-inbalie.

De eersten krijgen bijna zeker een plaats aan het venster in geval van 2 + 3 of 3 + 3 zetels op een rij. Tijdens de vlucht zal er echter niet veel te zien zijn wegens de duisternis. We krijgen de zetels 3E en 3F toegewezen. F is een zetel aan het venster. We passeren de pascontrole en daar drink ik nog een koffie voor de sociale prijs van € 2,80. Vervolgens passeren we de veiligheidscontrole met het nodige gepiep van het alarm door een vergeten sleutelbos en dergelijke meer. Doordat we naar het nieuwe vertrekcomplex moeten, dat op een behoorlijke afstand ligt, moeten we een tijdje stappen. We moeten aan de vertrekbalie zijn om 19.15 u maar we zijn er reeds vroeger. Ik verneem dat het vliegtuig een 15-tal minuten vertraging zou hebben (het komt uit Turkije) maar ik kan zelf vaststellen dat het maar 5 minuten vertraging heeft. Om 20.15 u mogen we instappen. Ondertussen begint het te deemsteren. Het is zwaar bewolkt maar droog. Voor zover ik het me kan herinneren hebben we reeds in 2001 met ditzelfde vliegtuig van de Turkse luchtvaartmaatschappij MNG gevlogen.

Het is 20.55 u als we loskomen van de grond (de 5 minuten vertraging bleef) en kunnen we nog even genieten van de lichtjes van Brussel. Wat later vliegen we, letterlijk, de mist in.

Het vliegtuig zit vol en voor ons zit een jong ouderpaar met twee kleine kinderen. Zelfs op dit late uur wordt nog een bescheiden maaltijd opgediend. Buiten is het donker en is er dus niets meer te zien van de begane grond onder ons. Ongeveer een uur voor we onze bestemming bereiken willen we even onze benen strekken. Het beste middel hiertoe is eens naar het toilet gaan. Het vervelende is dat je telkens diegene die in de zetel naast de middengang zit moet storen. Het vliegtuig waar we inzitten is een type 734 en heeft 3 + 3 zetels. Terwijl Lea in het toilet is en ik in de gang sta te wachten zie ik enige commotie op de 6de of 7de rij. Een man van ongeveer 75 jaar oud, die in een zetel zit naast de middengang, is onpasselijk geworden. Hij zou zelfs even bewusteloos geweest zijn volgens zijn echtgenote. Zoals gewoonlijk staan er veel nieuwsgierigen te kijken en in de weg te staan maar weinigen die iets zinvols doen. Ik drum me tot bij de man die ondertussen al terug bij bewustzijn is. Met behulp van een hostess leg ik hem plat neer in de middengang en vraag haar de benen van de man op te tillen. Na enkele ogenblikken krijgt de man terug een goed kleurtje. Ik stel hem enkele vragen: of hij pijn heeft in de linkerarm of middenborststreek. Dit is negatief. Er is weinig kans dat hier sprake is van een hartinfarct. De man is een Vlaming zodat er geen taalprobleem bestaat. Wel zegt zijn echtgenote dat hij een aantal jaren geleden twee keer een hartstilstand heeft gehad maar de laatste jaren geen problemen meer heeft gehad. De warmte in het vliegtuig, de airco werkte maar op halve kracht, en het langdurig onbewogen stilzitten lieten het bloed naar de benen en voeten zakken en kwam er te weinig bloed naar de hersenen. Na enige tijd gaat de man terug in zijn zetel zitten en kan ik naar het toilet. Als ik terugkom zie ik dat men hem terug op de grond heeft gelegd en dat hij een beetje aan het overgeven is. De bescheiden maaltijd was duidelijk misvallen (door de spanning van de reis?). We besluiten de man daarna te laten liggen tot bij de landing. Nu de rust wat is weergekeerd komt er plots een Vlaamse man opdagen die op de eerste rij zat. Hij zegt dat hij dokter is. Zat de man te slapen? Ik ga ervan uit dat dit zo was en dat dit de reden was voor zijn laattijdig reageren. Door het cabinepersoneel wordt een zuurstoffles aangereikt en trek ik mij terug op mijn plaats. Ondertussen is de tijd voorbij gevlogen en zie ik op de grond al de lichten van Antalya. Blijkbaar heeft de bevelvoerder het zeker geacht een ziekenwagen op te roepen want eens we geland zijn komt een mugteam aan boord die de man kort onderzoeken. Doordat men hem vooraan in de gang van het vliegtuig heeft gelegd moet iedereen wachten om uit te stappen. Pas als de man met een brancard uit het vliegtuig is gehaald kan het uitstappen beginnen. Ik hoor nog dat de ziekenwagen naar het ziekenhuis van Belek rijdt. Later verneem ik dat de man nog diezelfde namiddag naar zijn hotel mocht en het goed stelt. Met een bus worden we naar het luchthavengebouw gebracht voor de gebruikelijke routines (pascontrole, visum kopen voor € 10 en valiezen ophalen aan de band). We kopen enkele flesjes water tegen een veel te hoge prijs. Volgens de hostesses van Jetair is het kraantjeswater in Turkije niet drinkbaar maar volgens plaatselijke bronnen is het wel drinkbaar. We nemen het zeker voor het onzekere en poetsen onze tanden met water uit flessen. Aan de uitgang worden we door een hostess verwezen naar een klein busje (grote bussen kunnen niet binnen in de oude stadswijk Kaleici). Buiten een drietal koppels die in andere hotels logeren in de oude stadswijk zijn wij de enigen die in het hotel Alp Pasa verblijven. Daar wordt de bagage door de nachtportier naar de kamer gebracht nadat we nog eerst de logementfiche hebben ingevuld, wat niet mee valt op dit late uur. Hier hebben de kamers geen nummer. De kleine kamers hebben een naam van een haremvrouw en de grotere kamers een naam van een pasa. Onze kamer noemt Ismail Pasa en ligt op het tweede verdieping, net boven de kamer waarin we twee jaar geleden verbleven. Wanneer we ons op het bed laten neervallen is het inmiddels 3 u geworden(plaatselijke tijd = 2 uur Belgische tijd). De douche en het leegmaken van de valiezen laten we voor morgen. Aan de nachtportier hebben we voor elk een hoofdkussen bijgevraagd.

Zaterdag 16 april 2005

Omstreeks 5.15 u hoor ik in mijn slaap vaag de eerste oproep tot het gebed door de muezzins vanop de omliggende minaretten. Om 7 u ben ik al wakker maar blijf nog wat liggen. Eerst ledigen we de valiezen en om 9.10 u gaan we vlug eten daar het ontbijt maar tot 9.30 u kan gebruikt worden. Pas na het ontbijt maken we gebruik van het bad. Ons eerste werk is enkele boodschappen doen in een kleine zelfbedieningswinkel en op de overdekte markt. Wat we nergens vinden zijn de kleine plastiekflesjes Yakult. Omstreeks 11.30 u zijn we terug en nemen we wat rust op de ligzetels aan het kleine zwembad op de binnenplaats van het hotel. Rond de middag gebruikt Lea een zalmsalade en ikzelf een Turks brood met kip en vlees en Amerikaanse saus. Na de middag proberen we op de kamer een dutje te doen maar dit lukt niet. Om 15.30 u doen we een wandelingetje tot aan de baai van Antalya. Wanneer we terugkeren kopen we enkele prentkaarten, wat postzegels en een kaart van Antalya en omgeving.

Om 17 u ontmoeten we op de binnenplaats van het hotel de hostess van Jetair. Veel moet ze ons niet vertellen en kunnen we de introductie beperken tot het bestellen van twee uitstappen: een op dinsdag 19/4 “Typisch Turkije” en een op vrijdag 22/4 naar Termessos en de Kürsünlüwaterval. Van haar verneem ik dat het goed gaat met de man die onpasselijk werd in het vliegtuig. Daarna is het tijd om een bad te nemen en het avondeten te gebruiken. Toen ik in de loop van de namiddag even naar de kamer ging en hiervoor door het restaurant moest zag ik een kelner die me bekend voorkwam. Ook hij herkende me onmiddellijk. Het was Mustafa maar die kortweg Musti wordt genoemd. Het weerziens was hartelijk. Bij het avondeten gebruiken we iedere keer een fles rode of witte huiswijn. Al van de eerste avond is de temperatuur zo goed dat we het avondmaal in open lucht kunnen gebruiken aan de rand van het zwembad.

Om 10 u draaien we het licht uit.

Zondag 17 april 2005

Opstaan om 7.15 u. Worden al gewekt om kwart over vijf door de muezzins van de omliggende minaretten die er blijkbaar een wedstrijd van maken om ter luidst en ter langst tot het eerste gebed op te roepen. De zang schalt uit een viertal luidsprekers die boven op de minaretten zijn geplaatst. Vroeger dacht ik dat er telkens een bandje werd afgedraaid maar ik heb vernomen dat de muezzins dit nog altijd ‘live’ doen, zij het dan dat ze niet meer naar boven moeten klimmen en kunnen beschikken over een moderne geluidsinstallatie. Voor sommige bezoekers kan de vroege oproep tot gebed vervelend zijn maar het hoort er nu eenmaal bij en versterkt het gevoel dat men in een Oosters land is. Ik schat dat we het geluid kunnen horen van een viertal nabije minaretten dat op de omliggende gebouwen weergalmen. Voor de plaatselijke bevolking is dit het sein om het eerste gebed te doen. Wij draaien ons nog even en trachten nog een hazenslaapje te doen.

Na het bad maak ik een korte wandeling door Kaleici. Deze door de UNESCO tot Werelderfgoed erkende oud wijk van Antalya wordt stilaan met mondjesmaat gerestaureerd. Nu al zien we op twee jaar tijd een aantal typisch Turkse huizen, met hun vooruitspringende bovenverdieping, gerestaureerd. Voor vier jaar en nog zelfs voor twee jaar liepen hier bedelaars rond. Deze zijn nu verdwenen. Ook de verarmde bevolking die in de vervallen woningen onderdak vond is nagenoeg volledig verdwenen. De wijk zal het zelfde lot ondergaan als het Gentse Patershol. Eerst was het een wijk van een arme bevolkingsgroep tot wanneer men begon te restaureren. Wanneer men nu zijn rijkdom wil etaleren koopt men zo’n oud vervallen huisje en restaureert dit. De prijzen voor deze huisjes swingen nu de pan uit. Dit lot is ook Kaleici beschoren. Positief is dat de typische Turkse huizen op die manier aan een tweede leven beginnen en bewaard worden voor het nageslacht.

Na de wandeling volgt een stevig ontbijt. Dit wordt in buffetvorm opgediend. Er is een overdaad aan keuze: wel acht verschillende soorten brood, gebakken eieren, groenten, kaas en enkele vleessoorten, een achttal soorten gelei sommige met daarin gekonfijt fruit, honing, enz. te veel om op te noemen. Mijn ontbijt sluit ik bij voorkeur af met enkele stevige pannenkoeken, overgoten met honing.

Na het ontbijt - in openlucht – wij aten gedurende de 10 dagen dat we hier waren maar twee keer binnen - lopen we naar het grote, nabijgelegen, Ataturkpark. Dit park is op twee jaar tijd grondig getransformeerd. Er zijn veel meer zitbanken geplaatst die allen zicht hebben op de Middellandse Zee, de baai van Anataya en het er achter gelegen Taurusgebergte met zijn besneeuwde toppen. Zittend op een bank, gestreeld worden door de warme lentezon en kijkend naar dit prachtig decor, geeft ons een heerlijk vakantiegevoel.

Rond 11 u laten we ons in de buurt van de oude stadstoren (gewild) overhalen een terrasje te doen. De baas draagt een T-shirt met langs de voorkant een opschrift van een Belgisch biermerk en de nationale driekleur en langs de achterkant de afbeelding van een Belgisch bierflesje. Lea drinkt een vers geperst sinaasappelsap en ik een zogenaamde toeristische thee (appelthee) die door de Turken zelf nooit gedronken wordt en enkel aangemaakt wordt voor de toeristen. De uitbater – men noemt hem Adamo - komt wat met ons praten en maakt reclame voor zijn restaurant. Hij toont ons een schaal met vis en noemt de prijzen voor een zeebaars, een zeeduivel, reuzenscampi’s, enz. De man is goed op de hoogte want hij weet dat wij in ons hotel alleen half pension hebben en wij dus ’s middags ergens terecht moeten om wat te eten. Wanneer we vertrekken beloven we hem in de loop van de week eens bij hem te komen eten.

Terug in het hotel luieren we wat aan het zwembad terwijl ik mijn nota’s voor mijn reisverslag wat bijhoud. We krijgen van de garçon een gratis appelthee, iets wat meer gebeurd in de loop van de week. Ik denk dat de fles wijn iedere avond – en het eraan verbonden commissieloon - hiervoor iets tussen zit. Lea is ondertussen aan de praat geraakt met een koppel uit Beveren-Waas waarvan de man buitenwerk-stukadoor is (krepie). Om 14.45 u vertrekken ze van het hotel naar de luchthaven voor hun thuisreis.

Na de middag gaan we op zoek naar de hamam (Turks bad) die ik twee jaar geleden alleen bezocht. Nu wil Lea ook meegaan. In de wirwar van de straatjes van Kaleici moeten we even zoeken naar het gebouw uit de 17de eeuw. Met behulp van een winkelier vinden we al vlug de goede weg. De hamam heeft een nieuwe uitbater en de centrale ruimte is omgetoverd tot een kleine winkel van prularia (vooral cosmetica) wat het geheel gezelliger maakt. Naar de uitbater te horen is de behandeling nagenoeg gelijk gebleven. Per persoon zal ons dit € 20 kosten. Twee jaar geleden koste dit € 25 maar kregen de klanten van Jetair € 5 vermindering. Om een ons onbekende reden is de samenwerking met Jetair verbroken maar voor ons bleef dus alles hetzelfde. Daar er morgen maandag regen verwacht wordt zou dit een geschikte dag zijn om een namiddag in de hamam door te brengen.

Vervolgens maken we een wandeling op de Ataturk Cadessi (zeg maar Ataturklaan) met zijn hoge palmbomen en in de er achter gelegen kleine winkelstraatjes. Sinds deze morgen hebben we nog niet gegeten. In een kleine gelegenheid (bakkerijtje? mini-restaurant?) verorberen we enkele gebakjes gevuld met appel. De gebakjes, met uitzondering van de baklava, zijn nogal langs de droge kant en die spoelen we door met een nescafé en een plat water. Nescafé is voor ons drinkbaar dit in tegenstelling met de Turkse koffie waarvoor men de gemalen koffie rechtstreeks in het water kookt en men even moet laten bezinken vooraleer die op te drinken. De bodem laat je dan best staan want daarin ligt het gruis. Wat verder kopen we voor mij in een winkel een nieuwe portefeuille. Na het gebruikelijke afbieden kan ik er een kopen voor 15 YTL (Yeni Turkisch Lirasi = nieuwe Turkse Lira). Sinds kort is de oude lira vervangen door de nieuwe waardoor er niet minder dan zes nullen zijn weggevallen (oud: 1.000.000 = nieuw: 1 = 60 eurocent, € 1 = 1,75 YTL.). De oude munten en biljetten zijn nog geldig tot het einde van dit jaar. Ook Lea probeert een portefeuille te kopen maar in haar enthousiasme van het afbieden biedt ze wat teveel af en blijft ze bij haar standpunt. De koop gaat bijgevolg niet door en de verkoper maakt zich wat boos. Enkele winkels verder koopt ze dan toch een portefeuille voor 28 YTL.

Daar het deze avond wat frisser is eten we binnen. De typische zachte verlichting, de vele brandende kaarsjes, het verlichte zwembad buiten en een vioolspeler maakt het geheel nog wat romantischer. Die avond steekt Musti voor de grap mijn Parkerbalpen, waarmee ik het restaurantbiljet heb getekend, in zijn hemdzak en verwacht dat ik die zal terugvragen. Twee jaar geleden had hij als eens geprobeerd met mij een Parkerbalpen om te wisselen met zijn balpen van hetzelfde merk maar daar die defect was en ik niets anders mee had om mee te schrijven, ging de deal niet door. Sindsdien weet ik dat je de meeste Turken een plezier kan doen met allerlei pennen, waardevolle maar ook met reclame op. Musti is zo’n minzame man dat ik uiteindelijk besluit hem de pen te schenken. In de plaats krijg ik zijn waardeloze balpen. Een dag later is het een andere garçon die mij probeert mijn mooie balpen, waarin mijn naam is gegraveerd, afhandig te maken. Maar deze keer lukt het niet en wanneer ik hem wijs op de ingegraveerde naam, staakt hij zijn pogingen.

Maandag 18 april 2005

5.15 u: worden wakker door de oproep van de muezzins. Opstaan om 6.45 u. Het is (volgens onze normen) licht bewolkt en wanneer we de kamer verlaten valt er wat lichte regen. Het is de eerste keer van de drie keren dat we hier zijn dat we de straten eens volledig nat zien liggen.

Na het ontbijt doen we enkele boodschappen op de overdekte markt en versturen we in het postkantoor enkele prentbriefkaarten. De kaarten die we voor twee jaar verstuurden via een postbus op de Ataturklaan zijn op dit moment nog steeds niet aangekomen. In het postgebouw is het zeer druk en ook aan de geldautomaten van de banken staan lange rijen aan te schuiven. Het is maandag vandaag, vandaar. Op de markt ondervinden we dat het er niet gemakkelijker op geworden is door de verandering van de geldwaarden. Oude TL, nieuwe TL, Euro en nog eens omrekenen naar het vroegere Belgisch geld om een goed beeld te krijgen van wat men uitgeeft. Ook hier is de bevolking nog niet de oude geldwaarden vergeten en spreken ze nog steeds van 1 miljoen lira i.p.v 1 lira. En als alles naar wens verloopt mogen ze zich al beginnen oefenen in Euro. Hoewel, nu al wordt er veel handel gedreven in Euro. Nochtans is het nog altijd best te betalen in Turkse valuta want met Euro’s wordt er altijd een schepje bijgedaan en rondt men dikwijls af naar boven. Kwestie van het gemak van rekenen…en het profijt van de handelaar.

Wanneer we terug in het hotel zijn druppelt het nog wat en zetten we ons nog wat onder een vooruitstekend deel van het gebouw. Het is tamelijk warm en door de vochtigheid voelt het broeierig aan. Het wolkendek is niet al te dik, af en toe probeert de zon door de wolken te piepen.

Kort na de middag vertrekken we naar de hamam. Onderweg eten we enkele koeken die we in een bakkerijtje kopen. Gisteren hebben we reeds de weg verkent maar terug moet ik wat zoeken. Een handelaar ziet dat we naar de juiste straat aan het zoeken zijn en vraagt waar we heen willen. Eens hij weet dat we naar de hamam willen loopt hij mee met ons en toont ons de weg. Hij zegt dat de uitbater een vriend van hem is maar dit liedje hebben we, en zullen we nog herhaaldelijk, horen. Ook zegt hij terloops dat hij een goed restaurant heeft en dat men na het bad meestal grote honger heeft. Kwestie van ook een graantje mee te pikken.

In de hamam worden we te woord gestaan door de “patron” die nog eens haarfijn uitlegt wat er zal gebeuren. We krijgen elk een paar pantoffels aangeboden zodat we ons kunnen ontdoen van onze schoenen.

De Hamam of Turks Bad, een belevenis op zichzelf

In een kleedkamer kan men zich ontdoen van zijn kledij en die opbergen in een slotvast kastje. Van een stapel handdoeken gebruikt men er één als lendendoek. Via de centrale ruimte, die als rustplaats wordt gebruikt tussen de diverse behandelingen, gaat het naar de warme ruimte. Deze heeft een centraal gedeelte waarin een groot verhoogd witmarmeren blad ligt en een viertal zijruimtes. De centrale ruimte heeft een halve bolvormige koepel waarin kleine ronde gekleurde glazen zitten. In een zijruimte overgiet een badknecht je met goed warm water en spoort je aan dit regelmatig verder te doen. Dan verdwijnt hij voor een 15-tal minuten en komt dan terug om de “pealing” te doen. Doormiddel van een soort washandje met ruwe oppervlakte wrijft hij de oude huid af (pijnloos). Na het afgieten gaat het via de centrale ruimte naar het hokje van de masseur voor de oliemassage. De massage duurt minstens 30 minuten en geen enkele spier of spiertje wordt vergeten. Vervolgens gaat het terug naar de centrale ruimte voor het aanbrengen van het gezichtsmasker (€ 5 extra voor het masker en nadien de gezichtsmassage). Eens het masker gedroogd is gaat het weer naar de warme ruimte. Het masker wordt afgespoeld met warm water en dan moet men zich neerleggen op de grote witmarmeren plaat. Doormiddel van een linnen zak en witte zeep wordt een grote hoeveelheid schuim geproduceerd die nodig is voor de zeepmassage. Na het afspoelen gaat het terug naar de centrale ruimte voor het laatste onderdeel: de gezichtsmassage. Na ca twee en een half uur is de behandeling voorbij.

Terwijl ik in de centrale ruimte zit te wachten op het opdrogen van het gezichtsmasker vraagt de masseur me een aantal woorden en korte zinnen in het Nederlands te vertalen vanuit het Engels of Duits. Hij schrijft die dan op (fonetisch). Hij wil graag enkele woorden praten tegen zijn (Vlaamse en Nederlandse klanten).

Na het betalen, het is inmiddels 15 u geworden, en het nemen van enkele foto’s keren we terug naar het hotel. Het weer is niet al te schitterend (het is bewolkt en af en toe vallen er enkele regendruppels). Tegen de avond aan wordt het zelfs wat fris niettegenstaande het in de voormiddag nog zacht was van temperatuur.

De rest van de namiddag brengen we door op de binnenplaats van het hotel. We zien ze hostess van Jetair langskomen om de nieuw aangekomen gasten te begroeten.

Voor het avondeten maken we een korte wandeling en gaan we slapen omstreeks 22 u.

In de nacht was er nogal wat lawaai door een grote groep Aziatische vrouwen die in de loop van de namiddag zijn aangekomen. Die avond palmen zij een groot deel van het restaurant in. Lea zegt gevat dat de “Japanse KAV” is aangekomen. Het trippelen over de houten plankenvloer van het hotel is goed hoorbaar. Op de koop toe barst er een half uur na middernacht een onweer los boven Antalya: een enkele hevige donderslag gevolgd door een felle regen. Na een half uur is de bui echter over. Na 2.30 u is er wat over en weer geloop in de kamer boven ons maar om 3 u wordt alles stil.

Dinsdag 19 april 2005

Na een nacht van relatief weinig slaap (onweer – regen – over-en-weergeloop van gasten en de vroege oproep van de muezzins) sta ik om 6 u op.

Om 7.15 u gaan we ontbijten en na nog even naar de kamer te zijn geweest wachten we op de binnenkoer op de komst van het busje dat ons naar de uitstap ‘Typisch Turkije’ zal brengen. Het is een 10-tal minuten te vroeg als we vertrekken om nog enkele andere hotels aan te doen (o.a. Talya en Dedeman). Om 9.30 u stappen we over op een grote bus die de uitstap zal doen. We rijden via Yesilbayn alwaar we even stoppen om er de wekelijkse markt te bekijken. Om 10.30u en ca 30 a 35 km van Antalya bezoeken we een niet-gerestaureerde karavanseray uit de 13de eeuw (overnachtingplaats voor de karavanen – saray= herberg). De zon komt er goed door. Hier en daar had ik in Antalya huizen gezien waar voor het raam een buikvormige houten constructie in lattenwerk was aangebracht. Ik stel de vraag aan de gids waarvoor dit eigenlijk diende. Volgens zijn uitleg diende dit voor wanneer de vrouw alleen thuis was en er door een vreemde man werd aangebeld. Die kon zij dan te woord staan. Dit voorwerp stamt nog uit een puriteins verleden. Later vertelde me een man een ongeveer eenzelfde verhaal maar volgens hem ging het dan wel over haremvrouwen. Van 11 u tot 11.50 u bezoeken we een lagere school. Deze is veel ruimer en een stuk moderner dan het schooltje dat we voor twee jaar bezochten tijdens een gelijkaardige uitstap. De kinderen verdringen zich rondom ons (het is net speeltijd). Na de school komt een commercieel gedeelte aan de beurt, namelijk een bezoek aan een tapijtenverkoopcentrum. In feite gaat het hier om een corporatief centrum dat gevormd wordt door 42 dorpen uit de omgeving. Hier worden de tapijten, die meestal thuis geweven worden, verzameld en aan de bezoekers getoond. Of er veel tapijten verkocht worden is zeer de vraag. Tijdens onze reis naar Cappadocië, in 2001, bezochten we een nog groter verkoopcentrum. Voor zover we weten werden er toen en ook nu geen tapijten verkocht. Terwijl er iets te drinken wordt aangeboden wordt er aan een duizelingwekkend tempo het ene tapijt na het andere uitgerold. Geïnteresseerden kunnen betalen doormiddel van hun kredietkaart en om er zeker van te zijn dat ze het juiste tapijt straks thuis krijgen worden ze door de koper op de rugzijde voorzien van een handteken doormiddel van een stift. We verlaten het verkoopcentrum om 13.15 u.

Om 13.45u zijn we aan het middagmaal toe (inbegrepen in de prijs) in een rudimentair restaurant in het dorpje Camili. De borden en alle ander eetgerei worden binnengebracht op grote metalen dienborden die op de tafels gezet worden. Als voorgerecht krijgen we rauwe groenten en brokkelkaas (geitenkaas?). Het hoofdgerecht bestaat uit lekkere rijst en blokjes kalkoen. Het nagerecht bestaat uit een kleine hoeveelheid aardbeien. De drank is niet inbegrepen en moet afzonderlijk betaald worden. De grote metalen dienborden hebben een doorsnede die ruim de breedte van een deuropening overtreft. Om met de borden uit zijn keuken te kunnen heeft de uitbater er niets beter op gevonden een 40-tal centimeter van de omlijsting van zijn raam uit te zagen en het uitgezaagd stuk terug aan de rest te bevestigen doormiddel van een scharnier. Zo kan hij het stuk lijst openklappen bij de bediening en eens dit voorbij (vooral tijdens de wintermaanden) het terug in zijn oorspronkelijke vorm brengen.

Na het middagmaal gaat de ganse groep te voet naar een wat verderop gelegen woning die we mogen bezoeken. Buiten ziet de woning er een beetje verwaarloosd uit maar binnen is het kraaknet. Het meubilair is naar onze smaak ietwat verouderd. De meeste bewoners hechten weinig waarde aan de buitenkant van hun woningen met uitzondering van de nieuwe flats in de duurdere wijken van Antalya. De buitenkant is voor de anderen, de binnenkant is voor henzelf, dus waarom geld uitgeven aan iets waar je zelf niets aan hebt. Bij het binnenkomen sprenkelt de vrouw des huizes wat reukwater op onze handen ten teken van verwelkoming, een oud gebruik dat stilaan aan het verdwijnen is.

Een 50-tal meter verder bezoeken we de moskee onder leiding van de gids. De meeste wetenswaardigheden over het religieuze leven wisten we al van tijdens onze uitstap van de reis in 2003. Hierna gaat het in de richting van het hotel, na eerst onderweg terug te zijn overgestapt in een klein busje.

Eens in het hotel werk ik mijn nota’s bij voor het reisverslag en maken we wat plannen voor de volgende dagen. Ondertussen brengt Musti ons elke een nescafé op de kosten van het huis.

Nog voor we naar het avondmaal gaan zien we op de TV in de kamer dat er een nieuwe paus verkozen is. Pas wanneer we terug op de kamer komen vernemen we dat de nieuwe kerkvorst de Duitse kardinaal Ratzinger is en de naam Benedictus XVI heeft aangenomen. Wij zijn het al gewoon geraakt dat er wereldgeschiedenis wordt geschreven als we op reis zijn.

Woensdag 20 april 2005

Lea heeft de afgelopen nacht slecht geslapen. Ze vindt geen gemak met de nogal bol staande hoofdkussens. Ik sta op om 6.30 u. Na de gewone ochtendrituelen maak ik een korte wandeling in de stille straatjes van Kaleici en de nog bijna verlaten Ataturk Cadessi terwijl Lea zich klaarmaakt.

Om 8.15 u gaan we ontbijten. Daarna lopen we eerst tot aan de overdekte markt om wat fruit te kopen en gaan vervolgens op zoek naar de stopplaats van de dolmus naar de (hogere) Dudenwaterval. In de buurt van de Ataturklaan treffen we een politiewagen aan met twee agenten die toezicht houden. Ik stel me even voor en vraag waar ik de bewuste stopplaats kan vinden. Met de enkele woorden Engels die hij kent wijst hij me de halte aan die twee blokken verder is gelegen. Onderweg hiernaar worden we nog maar eens aangesproken door een handelaar die ons wil meelokken naar zijn winkel. Daar we dit reeds gewoon zijn trappen we hier niet meer in. Wel vragen we de man nog eens voor alle zekerheid naar de halteplaats. Iedereen helpt je als je iets zoekt maar door hun ijdelheid geven ze je soms een verkeerde inlichting. Deze karaktertrek vindt je ook terug bij hun “Griekse broeders” . Beide bevolkingsgroepen gelijken echter sterk op elkaar zonder dat ze het zelf goed beseffen (beiden hebben een uitstekende keuken, hebben nog oude Franse toiletten in gebruik, hebben een uitgesproken handelsgeest, nemen het niet zo nauw met tijd en afspraken, enz). De man die ons aanspreekt zegt dat hij 5 jaar in de mijnen van Zolder heeft gewerkt en dat hij nog familie wonen heeft in de Pelikaanstraat in Antwerpen die in de goudbranche zitten. Om op mijn vraag te antwoorden roept hij er een andere handelaar bij en die weet ons te bevestigen waar de halteplaats is en zeg er nog bij dat we lijn nr. 14 moeten nemen. Op de aangeduide plaats is het een bestendig aanschuiven van dolmussen. Ik sla het aan- en afrijden een tijd ga en kan geen enkele dolmus met het nr. 14 ontdekken. Wel staat er een soort van opzichter, in burgerkledij, aan de halte die de bestuurders van de busjes aanzet sneller te vertrekken. Ik weet bij ervaring dat de chauffeurs en waarschijnlijk ook de opzichter enkel het Turks spreken. Ik probeer iets nieuws, dat nog lukt ook. Ik schrijf het nr. 14 op een stukje papier en eronder: “Duden Selalesi” (Dudenwaterval). De man wijst naar het nr. 14 en ik begrijp dat dit nummer fout is. Hij zegt dat we het nr. 78 moeten nemen. We blijven nog even wachten en enkele minuten later stopt er een domus met het nr. 78 en met achter de voorruit een bord met daarop o.a. D. Selalesi. Het is de bedoeling dat we pas na de middag de Dudenwaterval zullen gaan bezoeken. Nu we hiernaartoe de weg weten lopen we tot aan de oude haven van Antalya op zoek naar een uitstap voor donderdag. Na enkele uitbaters van boottochten gesproken te hebben vinden we er een die naar het “Muizeneiland” vaart op donderdag. De tocht duurt ca 5 u en het middageten is inbegrepen. Er is mogelijkheid vanaf de boot in zee te zwemmen. De prijs is € 25 maar we bieden af tot € 20. De man vraagt wel een voorschot van € 5 per persoon, dit omdat hij ook het eten moet kopen. Hij geeft ons echter zijn visitekaartje waarop hij schrijft dat hij het voorschot ontving. We spreken af voor morgen donderdag om 11 u. Naast de drie passagiers die hij nu reeds heeft zou hij nog naar andere kandidaten zoeken.

Na onze zoektocht keren we terug naar het hotel. Het is ondertussen behoorlijk warm geworden en zijn alle wolken verdwenen. Voor de rest van de voormiddag nemen we platte rust op de ligzetels aan het zwembad op de binnenplaats.

Rond kwart voor èèn vertrekken we naar de stopplaats van de dolmus om de Dudenwaterval te bezoeken. Voor vier jaar hebben we die al bezocht maar het is de moeite waard er nog eens naar toe te gaan. Na even gewacht te hebben aan de halte komt er een busje met het nr. 78 aangereden. Al de dolmussen zien er uit alsof ze een schop onder hun broek hebben gekregen. De voorkant is hoger dan de achterkant. Eens ingestapt betalen we het fenomenale bedrag (voor een trip van een kleine 30 km) van 1 YTL per persoon(= € 0,60 of ca 24 BEF). Als je achteraan zit blijf je gewoon zitten en geeft je het geld door aan diegene die voor je zit. Moet er geld teruggegeven worden dan gaat dit ook zo in omgekeerde richting. Bij het instappen had ik voor alle zekerheid nog eens gezegd tegen de chauffeur “Duden”, kwestie dat hij ons een seintje zou geven wanneer we op onze bestemming zouden zijn. Het busje heeft 15 zitplaatsen. Onder het rijden zien we dat er op enkele hoeken van de straten venters grote en kleine Turkse vlaggen verkopen. Aanstaande zaterdag viert men hier een van de drie of vier nationale feestdagen. Iedere feestdag werd door Ataturk gewijd aan een bepaalde bevolkingsgroep. 23 april is de dag voor de kinderen.

Het is een goeie 30 minuten rijden tot aan de waterval. De chauffeur geeft ons een seintje als we er zijn maar eigenlijk was dit niet nodig wat deze lijn heeft hier zijn eindpunt. De toegang kost ons het al even fenomenale bedrag van 1 YTL per persoon.

Met de dolmus terug kost ons deze uitstap 144 oude BEF. De zon schijnt overvloedig dit in tegenstelling toen we hier voor vier jaar waren, want toen was het wat betrokken. Door de zon lijkt de site nog mooier. We nemen enkel foto’s en op het einde van de rondgang drinken we iets en eet ik een toast met kaas. Het is hier heerlijk vertoeven, in de schaduw van de bomen, op de talrijke zitbanken. Rond half vier keren we terug naar de opstapplaats van de dolmus. Het is even wachten tot 15.55 u tot er een busje aankomt. In de stadsagglomeratie is het een stuk drukker want de avondspits is begonnen. Hier is het de gewoonte om veelvuldig te claxonneren, wat soms tot hectische toestanden leidt. Na een goed half uur rijden stappen we uit op de plaats waar we deze middag vertrokken zijn.

Daar we nog wat tijd hebben lopen we in de kleine zijstraatjes van de Ataturklaan op zoek naar een tas voor Lea. Wanneer we halfweg de hoofdstraat de weg hebben overgestoken en de Hadrianuspoort door zijn gegaan, vinden we een geschikte winkel. De verkoper probeert ons eerst een dure tas van een (nep)merk aan te smeren, maar dit lukt hem niet. Bij een minder dure tas kunnen we van de oorspronkelijke prijs van € 75 er € 25 afbieden nadat we de indruk gaven weg te gaan (een truc die nogal eens lukt). Zoals gebruikelijk biedt de man ons een thee aan en polst ons of we nog in andere spullen geïnteresseerd zijn. Maar na het legen van de drank maken we er vlug een einde aan en keren we terug naar ons hotel.

De avond verloopt zoals gewoonlijk.

Donderdag 21 april 2005

De ochtend: zoals gebruikelijk.

Om 10 u vetrekken we naar de haven en stappen er op de boot voor een tocht van 5 uur. Voor alle zekerheid hebben we ons zwempak mee. Bij de afvaart blijkt dat er 13 passagiers aan boord zijn waaronder een 7-koppige Zuid-Koreaanse familie en daarnaast een tweekoppige bemanning. We varen richting zuidwest. Na een uur varen gaan we voor anker ter hoogte van het Muizeneiland. Kort na het vertrek moest de boot nog even terugkeren omdat men een gasvuurtje vergeten was waarop het middagmaal moest klaargemaakt worden. Eens we stil liggen wordt het sobere maar zeer lekker middagmaal opgediend dat bestaat uit rauwe groeten (zoals altijd rijkelijk overgoten met olijfolie), spagetti en een lekker doradevis. Na het eten wordt er gevraagd wie er wil gaan zwemmen. Niemand lijkt geïnteresseerd, ik ook niet zo onmiddellijk na het eten.

Na een uur varen we iets verderop, achter het Muizeneiland door, en gaan een 30-tal meter van de kust voor anker. Weer wordt gevraagd wie wil gaan zwemmen maar terug lijkt niemand zich hiervoor geroepen. Volgens de bemanning is het zeewater 16 a 17 graden. Een van de Koreanen voelt even met de voet de temperatuur maar maakt geen aanstalten om zijn zwembroek aan te trekken. Er moet toch iemand de “clown” uithangen, dus trek ik mijn zwembroek aan. Via een kleine ladder glijd ik zachtjes in het water. Het is wat fris maar na enkele zwemstreken voelt het al goed aan. De bemanning zegt me dat er onder de vooruitstekende rotswand onder water rotsen zijn waarop men kan staan tot aan het middel om daar even uit te rusten. Ik heb echter een en ander niet al te goed begrepen en zwem wat meer naar rechts. Tegen de kust zijn er ook rotsen onder het water waar ik kan opklimmen. Ik voel wel dat de rots scherpe kanten heeft. Vanop de boot fluit en roept één van de bemanningleden dat ik beter onder de rotsen zwem, wat ik dan ook doe. Wat later zwem ik terug naar de boot. Eens aan boord wijst een van de Koreanen naar mijn been. Ik heb bij het klimmen op de rots een aantal schrammen opgelopen die wegens de bloedverdunner wat beginnen te bloeden. De Koreaan zegt dat hij arts is en met een rood ontsmettingsmiddel (met alcohol in – Isobetadine of eosine kent men hier niet) uit het verbandkistje van de boot ontsmet hij de schrammen. Na enkele minuten stopt het bloeden en kan ik terug in mijn gewone kledij kruipen.

Eens gekleed vraagt de stuurman of ik het stuur wat wil overnemen, wat ik met vele plezier doe. Moeilijk is dit niet want ik moet enkel rechtdoor koers houden en in de Antalyabaai is er geen andere boot te bespeuren. Uiteraard neemt hij, eens we tegen de haven zijn, het stuur terug over. Vandaag is het weer uitstekend, wat lichte bewolking en veel zon tussendoor. Tegen de avond aan komt er meer bewolking opzetten en vallen er enkele regendruppels.

Eens terug in het hotel stel ik vast dat het neusbeschermertje van mijn leesbril is losgekomen. Het (kleine) vijsje is verdwenen. Ik besluit alleen op zoek te gaan naar een opticienwinkel. De man bij wie we, naast de Hadrianuspoort, de handtas kochten verwijst me naar een van de kleine straatjes aan de overzijde van de Ataturklaan. Daar kom ik een van de bootsmannen van daareven tegen en die weet me te vertellen dat ik een brillenwinkel kan vinden in de Antaya-2000-bulding. Deze informatie klopt en ik vraag of ze daar deze kleine herstelling kunnen uitvoeren. Wanneer ik enkele minuten later vraag hoeveel ik moet betalen is het antwoord kortweg “niets”. Ik bedank het personeel hartelijk en keer dan terug naar het hotel.

De ongedwongen levenswijze van de Turken inspireert mij tot een nieuwe uitdrukking, dit in tegenstelling tot het ons bekende gezegde: “Leven als god in Frankrijk”.

“Leven als Mohamed in Turkije”

Avond: zoals gebruikelijk.

Vrijdag 22 april 2005

Opstaan om 6 u.

Om 8.30u vertrek naar Termessos en de Kürsünlüwaterval, zoals gebruikelijk eerst met een klein busje en dan overstappen in een grote bus. Van de overstapplaats vertrekken we om 9.30 u. De Franstalige gids die meerijdt met het kleine busje tot aan de overstapplaats vertelt al het een en ander. Hij zegt dat de inkomens in Antaya tussen de € 250 a € 500 liggen. Hijzelf heeft een maandwedde van € 350.

Termessos ligt niet zo veraf van Antalyastad. We bezoeken de archeologische site van 10 u tot 13 u. Zij is gelegen in een nationaal park (het Termessos Milli Parki) en is dus beschermd. Vanaf de ingang kan men nog een stuk verder rijden met de bussen en personenwagens. De laatste 300 meters moeten te voet afgelegd worden langsheen een sterk stijgend smal pad dat op het einde bezaaid is met stukken steen. Uitkijken dus om geen voeten om te slaan. Zijn daar ondermeer te zien: het theater dat prachtig gelegen is tegen het decor van een hoog bergmassief van het Taurusgebergte. Het theater dateert uit de Hellenistische tijd en werd aangepast door de Romeinen (een decormuur werd bijgebouwd). De site bezit nog een vijftal openingen in de grond waaronder zich grote ruimtes bevinden waavan men niet weet waartoe ze dienden. Hier bevindt zich tevens het grootste necropolis van Turkije. Blijkbaar werd Termessos vernield door een aarbeving want alles ligt kriskras door elkaar.

Bij het afdalen om terug te keren naar de bus is er iemand die zijn voet enkel verstuikt en wordt door twee man ondersteund naar beneden geholpen. Via de Nederlandstalige gids probeer ik wat verband te bemachtigen bij de buschauffeur maar in het verbandkistje dat hij bij zich heeft zitten slechts een tweetal kleine rolletjes gaasverband. Ik probeer mij hiermee te behelpen en omzwachtel de enkel van de man zodat die wat minder pijn heeft bij het stappen.

Vanaf hier is het een uur rijden naar de Kürsünlü-waterval. Die hebben we reeds bezocht in 2001. Voor we het park van de waterval binnengaan gebruiken we het middagmaal dat inbegrepen is in de prijs. Het gebouw waarin het restaurant gevestigd is ziet er nogal primitief uit maar binnen valt alles best mee. In ieder geval is het eten lekker.

Na het middagmaal bezoeken we de waterval en het vertrek naar het hotel is voorzien voor 16.45 u. Tegen de uitgang van het park treffen we het gezelschap van de man met verstuikte enkel. Hijzelf bleef achter aan de drankgelegenheid. We geraken in gesprek en worden als dank voor de geboden hulp getrakteerd op een drankje. Aan de uitgang van het park worden we opgehaald door het kleine busje dat ons rechtstreeks naar Kaleici en het hotel brengt.

Om 17 u zijn we terug in het hotel. Voor het avondmaal maken we nog een kleine wandeling en beloven Adamo dat we morgen bij hem zullen komen middagmalen.

Gans de dag was het redelijk bewolkt en tegen de avond aan is het zelfs zwaar bewolkt. Het bleef echter droog.

Zaterdag 23 april 2005

Vandaag wordt in gans Turkije een van de nationale feestdagen gevierd. 23 april is de feestdag voor de kinderen.

Ik sta op om 7 u. Na het ontbijt blijven we nog wat praten met een ouder koppel uit Borgerhout. Ze vertellen ons dat ze op 1 mei aanstaande met een kleine caravan voor 4 maand vertrekken naar Kroatië. Zij doen dit al 25 jaar.

Het is al 9.30 u wanneer we het hotel verlaten en we ons begeven in de richting van het voetbalstadion van Antalya. Er is reeds veel volk op de been, vooral kinderen, die allen naar het stadion trekken. Bij het binnenkomen worden de bezoekers afgetast door de talrijk aanwezige politieagenten. De hoofdtribune is ondertussen al volledig gevuld. Pas dan wordt een andere tribune opengesteld voor het publiek. Wijzelf komen terecht op een zijtribune. Om 10 u begint het feest met de toespraak, ik veronderstel, van de burgemeester van de stad Antalya die een rit maakt rond het stadion in een legerjeep. Van zijn toespraak en die van een jong meisje hebben we uiteraard geen jota verstaan. Na het verbale geweld volgt dan het optreden van de verstillende groepen, sommige in traditionele klederdracht. Twee grote vlaggen beheersen volledig het stadion, één met het portret van Ataturk (Mustafa Kemal was zijn echte naam) en een Turkse vlag. Bij het binnenkomen had een kleine jongen ons elk een klein Turks vlaggetje in de hand gestopt (uiteraard voor wat drinkgeld). Als een soort teken van sympathie voor de Turkse bevolking hebben we het de ganse dag meegedragen.

Sinds deze morgen is het tamelijk bewolkt. Het spijt ons niet want anders zou het niet uit te houden zijn in het stadion. Tegen de middag breekt de zon stilaan door en een uurtje later zijn er bijna geen wolken te bespeuren. Wel is het moeilijk om de juiste temperatuur te weten te komen want nergens vinden we een thermometer. Ondanks dat de zon achter wat wolken schuilgaat is het in de voormiddag reeds behoorlijk warm wat nog benadrukt wordt door een hoge luchtvochtigheidsgraad. Bovendien is de U.V.-straling een stuk hoger dan bij ons doordat de zon hoger aan de hemel staat.

Even na twaalf uur lijkt het feest naar zijn einde te gaan en om niet tussen de massa te geraken stappen we wat vroeger op. Via ons hotel gaan we naar het restaurant van Adamo dat gelegen is naast de oude stadstoren boven de baai van Antalya. De uitbater ziet ons al van ver komen en eens we een geschikt plaatsje uitgekozen hebben begint hij terug zijn waren aan te prijzen. Hij stelt ons voor  een maaltijd klaar te maken, voor ons beiden, die bestaat uit een zeebaars, een zeeduivel en een 5-tal reuzenscampi’s met brood en friet, voor de prijs van € 25. Hij moet een complete collectie Vlaamse T-shirts in zijn bezit hebben want vandaag draagt hij er een met als opschrift “550 jaar Stadhuis Leuven”. Een andere keer draagt hij dan weer een T-shirt met als opschrift “Wittekerke”.

De vis is vers en wordt gegrild. Hij smaakt lekker maar het grillen bekomt Lea daarna niet al te best. In totaal betalen we € 52 voor de maaltijd en de dranken. Wanneer we vertrekken dringt Adamo erop aan dat we voor we naar huis vertrekken we nog eens afscheid moeten komen nemen. Zo’n lieve minzame man kunnen we dit niet weigeren, dus beloven we ons best te doen.

De tijd vliegt hier snel want het is reeds 14.30 u wanneer we terug zijn in het hotel alwaar we de rest van de namiddag lui aan het zwembad doorbrengen. Ondertussen bekijken we het aankomen en vertrekken van toeristen van allerlei pluimage. Daaronder is er een ganse klas uit Walonië die op “studiereis” is. De hostess van Jetair komt ook nog langs om een drietal pas aangekomen koppels te begroeten. Twee van de drie waren niet al te gelukkig want het ene koppel hadden slechts een “gewone” kamer geboekt. Die werden dus ondergebracht in de piepkleine haremkamertjes waarin je met moeite je twee grote valiezen kwijt kan. Ook wij hadden dit probleem toen we hier in 2001 waren. Daaruit trokken wij de les om de volgende keren een superieure kamer te boeken, zogezegd om het jacuzzibad, maar in werkelijkheid omdat die kamers behoorlijke afmetingen hebben. Het andere mistevreden koppel moet voor één nacht in een ander gebouw logeren door een overboeking. De vermoeidheid van de reis doet de rest. Bovendien laten ze zich nog een peperdure fles wijn aansmeren zonder eerst eens te informeren naar de prijs. Het scheelt bovendien maar een haar of de man sukkelde bijna in het zwembad wanneer hij zich recht stelt om naar het buffet te gaan. Wij trachten de plooien wat glad te strijken door te zeggen dat na een goede nachtrust de zon wel weer zou schijnen en dat het al de derde keer was dat we hier verbleven. En gelijk had ik want al de volgende dag waren ze in een goede stemming en nog een dag later was hen aan te zien dat ze er duidelijk zin in hadden.

Daar het hotel proppensvol zit (150 gasten) en door de te verwachten zomerse avond proberen de kelners zoveel als mogelijk tafels buiten te dekken.

Na een mooie avond waarbij we genieten van de zachte temperaturen, de heerlijke Turkse keuken en de romantische sfeer van het gebouw gaan we om 22 u slapen.

Zondag 24 april 2005

Ik sta op om 6.45 u. Het dringt stilaan tot ons door dat het einde van deze reis in zicht komt.

Na het ontbijt gaan we nog voor de laatste keer naar de overdekte markt om wat fruit te kopen. Na in het hotel ons te hebben ontdaan van onze boodschappen gaan we in de kleine straatjes in de buurt van de Ataturklaan op zoek naar een horlogewinkel om een nieuw armbandje te kopen voor het uurwerk van Lea. Op dit vroege uur zijn er nog niet veel winkels open, te meer dat het zondag is vandaag. Een uurwerkwinkel, die pas opengaat, stappen we binnen nadat we in de buurt de man die nog in Zolder heeft gewerkt nog maar eens tegen het lijf lopen. We betalen 8 YTL voor het armbandje en het wordt ter plaatse aan het uurwerk bevestigd. Nabij de building Antalya 2000 is er een taxistandplaats en op een bord staat aangegeven dat een taxirit naar de waterval van Manavgat € 45 kost maar spontaan doet de man er nog € 5 af. Gisteren heb ik aan een taxistandplaats in Kaleici een bedrag van € 55 geboden voor dezelfde uitstap. We keren terug naar deze laatste en wijzen op het lager bedrag. We komen overeen voor het bedrag van € 50. Meteen spreken we het tijdstip af wanneer we deze namiddag willen vertrekken.

Om 13.30 u vertrekken we naar de Manavgatwaterval. Het is ca 1.15 u rijden over een afstand van 75 km. Manavgat ligt halfweg tussen Antalya en Alanya. De zon schijnt overvloedig en het is warm. We volgen de weg die evenwijdig loopt met de kust maar de baai krijgen we niet te zien. Ondertussen genieten we van een prachtig zicht, op afstand, op het Taurusgebergte, met zijn soms grillige rotsformaties. Er is weinig verkeer op deze weg, waarschijnlijk omdat het geen werkdag is vandaag. Af en toe moet ik verwonderd toekijken wanneer de chauffeur met zwier soms door het rode licht rijdt of de volle witte lijn overschrijdt. Bus- en taxichauffeurs zijn hiervoor bekend in Turkije. Eens in Manavgat kunnen we rustig de waterval bekijken. Hij is minder spectaculair dan de twee andere in de buurt van Antalya maar daarom niet minder mooi. Voor voordat we na ongeveer anderhalf uur terug naar de taxi gaan proef ik nog een plat Turks brood waarin fetakaas is verwerkt. Omstreeks 16 u keren we terug naar Antalya alwaar we om 17.15 u aankomen. Van ons aan ons hotel af te zetten is er geen sprake want de chauffeur kent blijkbaar Kaleici niet al te goed. Bovendien spreekt hij enkel de Turkse taal. Ik reken af en geef nog wat fooi bovenop voor de chauffeur (een hoop met muntstukken waar in binnenkort toch niets meer mee kan doen). Van de taxistandplaats is het maar twee korte straatjes lopen tot aan het hotel.

Omstreeks 19.15 u gebruiken we het avondmaal.

Een mooie droom gaat stilaan voorbij…

Maandag 25 april 2005

Gisterenavond was er heel wat lawaai in de buurt van onze kamer. De Waalse klas zette zowat het ganse hotel op stelten. Wij hopen dat dit deze avond niet zal gebeuren want morgen moeten we vroeg opstaan.

Vandaag beginnen we aan onze laatste dag. We hebben de bedoeling het wat rustig aan te doen. Na het ontbijt wandelen we naar het nabijgelegen Ataturkpark en gezeten op een van de banken genieten we nog een laatste keer van het uitzicht op de baai en het gebergte met zijn besneeuwde toppen. Overal in het park staan namaakstenen opgesteld waarin luidsprekers zijn ingewerkt en waaruit zachte muziek weerklinkt.

Omstreeks 10.30 u keren we terug naar het hotel waar we de rest van de voormiddag doorbrengen aan het zwembad. Ondertussen delen we enkele van onze ervaringen mee aan andere Vlamingen die in het hotel te gast zijn.

Nadat het kamermeisje de kamer heeft gepoetst is het tijd om onze valiezen klaar te maken. Dit levert geen noemenswaardige problemen op. Veel hebben we niet gekocht en de tas die Lea kocht gaat mee als handbagage. Vervolgens ga ik naar de receptie en reken af. We betalen met visakaart de dranken die we verbruikten, een kleinigheid aan eten en de safe in de kamer. Twee jaar geleden kon men hier enkel betalen met Eurocheque. Gezien dit betaalmiddel niet meer bestaat is men hier ook overgeschakeld op kredietkaarten.

Nu hebben we nog één beleefdheidsbezoek af te leggen namelijk bij Adamo in de buurt van de oude stadstoren. Net buiten het hotel lopen we echter Adamo tegen het lijf. We zeggen dat we net op weg zijn naar hem. Hij antwoordt hij maar een 10-tal minuten weg zal zijn. Ondertussen drinken we iets op het terras van zijn restaurant. We beseffen dat die 10 minuten algauw een uur kunnen worden en we maken ons geen al te grote illusies hem nog terug te zien. Na een ruime tijd gewacht te hebben keren we terug en nemen een andere weg om nog iets voor Marijke te kopen. Uitgerekend daar komen we Adamo tegen en nemen op een hartelijke wijze van hem afscheid. Hij hoopt dat we ooit nog eens zullen terugkeren naar Antalya.

Na nog de laatste spullen in onze koffers te hebben gestoken gaan we om 19.15 u aan tafel voor het “laatste avondmaal”. Hoewel we er stellig van overtuigd zijn deze avond geen wijn meer te drinken worden toch door de vriendelijke hoofdkelner ertoe aangezet nog een glas wijn te gebruiken bij het eten. In het kader van het vroege vertrekuur van morgen houden we het wat het eten betreft wat sober. Na het eten nemen we afscheid van de drie voornaamste kelners en vergeten we niet hen een fooi in de hand te stoppen. Vooral het afscheid van de sympathieke Musti is bijzonder hartelijk. In de receptie betalen we de laatste rekening en vraag ik om mij om 3.30. u te wekken niettegenstaande we zelf een wekker zetten en ook het alarm van onze GSM laten aflopen om 3 u. In de receptie staat een van de drie broers Alp (vandaar de naam Alp Pasa) die eigenaar zijn van het hotel. Deze spreekt een aardig mondje Nederlands omdat hij gehuwd is met een Nederlandse. Naar we vroeger vernamen zouden de broers ook nog een hotel hebben in Nederland. Ik feliciteer hem met het hotel en het vriendelijke personeel en wanneer ik hem bovendien zeg dat het onze derde keer was dat we hier verbleven zie ik hem zo groeien van trots. Hij vraagt nadrukkelijk dat ik publiciteit zou maken voor zijn hotel en duwt me nog vlug een (Nederlandstalige) folder in de hand. Maar alle gegevens kunnen ook nagetrokken worden op de website www.alppasa.com.

We kruipen zo vroeg als mogelijk onder de wol nadat de muezzins van de omliggende moskeen hun laatste oproep tot het gebed doen. We hopen dat de Waalse klas het wat rustiger aandoet deze avond. Maar ook in dit valt nog goed mee.

Dinsdag 26 april 2005

Opstaan om 3 u. Nog vlug nemen we een verfrissend bad en draag ik zelf de valiezen naar beneden kwestie om enige beweging te hebben.

Om 4.30 u trekken we voor de laatste keer de deur van onze kamer achter ons dicht. Beneden krijgen we van de nachtportier een tas koffie die we nog vlug naar binnen werken omdat het busje dat ons naar de luchthaven zal brengen reeds komt voorgereden. Slechts een dame zit er al in het busje en met ons drieën gaat het om 4.40 u in de richting van de luchthaven doorheen de verlaten straten van Antalya. Amper 15 minuten later zijn we ter plaatse en worden we door de hostess van Jetair naar de juiste incheckbalie verwezen. Daar we vooraan in de rij staan zijn we al vlug onze valiezen kwijt. Zelfs op dit vroege uur is het zeer druk in het luchthavengebouw. Daar er telkens twee jaar zat tussen onze verblijven alhier zien we duidelijk het steeds maar drukker wordend toerisme. Bij het binnenkomen van de luchthaven waren we al door een veiligheidscontrole gepasseerd en na de pascontrole is er nog een tweede veiligheidscontrole. Tussendoor drinken we nog een koffie en werken we vlug een koffiekoek naar binnen. Uiteindelijk belanden we aan “gate 205” waar wij nog even moeten wachten om in de bus te stappen die ons naar het vliegtuig brengt. Om vijf minuten voor zeven taxiet het vliegtuig naar de startbaan en precies om zeven uur, zoals voorzien, komen we los van de grond. De vlucht duurt eigenaardig genoeg iets langer dan in het naar hier komen, namelijk vier uur. Het bescheiden ontbijt wordt voor mij nog bescheidener wanneer ik zie dat er roerei in het pakket zit en ik dit best niet eet als ik geen problemen wil krijgen met mijn lever. Ik stel mij dus tevreden met het broodje, een hoekje smeerkaas, een confituurtje en de koffie. Bij het opstijgen in Antalya kunnen we nog even genieten van de zon overgoten stad. Na een half uur trekt het wolkendek dicht en kunnen we niets meer zien van de grond onder ons. Stipt om 10 u landen we op de luchthaven van Zaventem. Zonder enige problemen passeren we de pascontrole, de douane en vinden we onze valiezen terug op de transportband. Reeds om 10.48 u vertrekken we met de rechtstreekse trein naar Gent alwaar we aankomen om 11.45 u. Onderweg had ik contact opgenomen via mijn GSM met Godelieve die ons komt afhalen aan Sint-Pietersstation.

12.15 u we steken de sleutel op onze voordeur. We zijn thuis. Het (Turks) sprookje is voorbij.

TeŞekkür ederim Antalya

(Dank u wel Antalya)

Besluit

Voor de derde keer waren we te gast in het Alp Pasahotel in Antalya. Geen seconde hebben we spijt gehad van onze beslissing om nog eens dit gezellige oord op te zoeken. Ook hebben we tijdens die drie bezoeken de bevolking beter leren kennen en vooral waarderen.

Waarschijnlijk werd dit het laatste bezoek aan Antalya omdat we ook nog andere horizonten willen verkennen. Maar zoals het spreekwoord zegt: “Zeg nooit nooit”.

15-04-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (1)
14-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2005 deel 2
Klik op de afbeelding om de link te volgen







de waterval van Manavgat, halfweg tussen Antalya en Alanya

14-04-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
13-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2005 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen







het Taurusgebergte gezien vanuit het Ataturkpark van Antalya

13-04-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
06-09-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 1

GROSSARL – OOSTENRIJK

4.9.2004 – 20.9.2004

Zaterdag 4 september 2004

4.30 u: opstaan

5.50 u: vertrekken – kilometerstand 84.588 – we rijden via de E 40 naar Brussel wegens de werken aan de ring rond Antwerpen. Het is ca 16 graden, mooi weer en geen wolkje aan de lucht.

6.22 u – 50 km: we rijden de ring rond Brussel op richting Luik.

6.33 u – 69 km: verlaten de ring rond Brussel en beginnen aan de snelweg naar Luik.

7.20 u – 158 km: rijden voorbij Luik. Het is 16 graden.

7.43 u – 195 km: stilstand aan de parkeerplaats Lichtenbusch (even voor ? of na ? de Belgisch-Duitse grens) voor een sanitaire stop. We vertrekken er terug om 8 u.

9.08 u – 208 km: rijden Aken voorbij.

9.00 u tot 9.20 u – 293 km: stilstand op de raststatte Siegburg.

11.11 u – 440 km: rijden de luchthaven van Frankfurt voorbij.

11.40 u – 480 km: ter hoogte van Kleinmorthsheim is er stilstaand verkeer. Na 5 minuten is het probleem opgelost.

11.49 u – 487 km: rijden Aschaffenburg voorbij. Wij vragen ons nog steeds af waarvoor de overspanning over de weg, die voorzien is van grote ramen, wel moet dienen.

12.40 u tot 13.14 u – 559 km: stilstand op de raststatte Würzburg. We eten er iets. We vragen ons af of we niet beter zouden doorrijden naar onze eindbestemming. Het weer is uitstekend en het verkeer geeft geen problemen (tot nu toe). We bellen met de GSM naar Schütsenhof om te vragen of we een nacht vroeger mogen komen. Burgl (afkorting voor Walburga) zegt dat er een kamer vrij is voor ons maar dat we de volgende dag pas naar onze gebruikelijke kamer kunnen. We zullen dus een kleine verhuis moeten doen. Ik verwittig haar dat het gerust 19 u a 20 u kan zijn als we daar aankomen. Ook dat is voor haar geen probleem. Na het eten van elk twee croissants en een koffie vertrekken we terug.

14.34 u – 683 km: we stoppen aan de raststatte Nurnberg en tanken er 42,38 liter diesel voor € 41,28 (€ 0,974/liter tegen € 0,904 in België) Het grote prijsverschil waarover men het in de pers had is dus fel overdreven.

15.50 u – 811 km: wanneer we in de buurt van Munchen komen krijgen we een file te verwerken veroorzaakt door het samenkomen van enkele wegen met de ringsnelweg rond de stad en gepaard gaande met werken op die plaats.

16.17 u – 818 km: einde van de file daar wij de ringsnelweg verlaten en de snelweg nemen richting Salzburg.

17.09 u – 862 km: stoppen een tiental minuten aan een raststatte, kopen er twee autowegenvignetten voor Oostenrijk (2 x 10 dagen) en eten er wat.

18.18 u – 967 km: passeren de Duits-Oostenrijkse grens.

18.32 u – 993 km: rijden door de eerste Oostenrijkse tunnel.

18.52 u – 1011 km: na het verlaten van de snelweg te Bisschofshofen rijden we even verder door Sankt Johan in Pongau.

19.09 u – 1037 km: aankomst te Grossarl aan hotel Schütsenhof. Het avondmaal is volop aan de gang en het is dus druk voor de uitbaters Burgl, Hias en Monika. Toch vinden ze even de tijd om ons welkom te heten en ons onze voorlopige kamer voor één nacht (nr. 2) aan te wijzen. Na vlug onze spullen in de kamer te hebben gezet en genoten te hebben van een verfrissende douche gaan we eten. Nergens bespeuren we bekenden van vorige jaren.

Avondmaal:

Menu:
Eierflockensuppe
Salat vom Buffet
voor Lea: Jägerschnitzel dazu Duchessekartoffeln
voor mij: Kasnock’n (dit zijn “spätsele” – kleine, in water gekookte deegballetjes – in een kaassaus)
dessert: Pfirsichkompott mit Sahne

Als afsluiter van de maaltijd krijgen we de traditionele welkomstsnaps aangeboden. Daarna gaat het richting kamer en schrijf is de eerste dag van mijn reisverslag. Rond 21 u gaan we doodmoe slapen maar horen boven ons een groep mannen bekende liederen zingen(kamer 2 bevindt zich op de verdieping -1 –onder de gelagzaal). Ware het niet dat we zo moe waren, we zouden nog eens naar de stube teruggekeerd zijn om mee te zingen, maar nu houden we het op wat meeneuriën in ons bed. Even na 22 u valt het zingen stil en dommelen we in (juister is: we vallen in slaap als een steen).

Zondag 5 september 2004

5.00 u: na een diepe en verkwikkende slaap wordt ik wakker maar blijf nog wat liggen tot 7.50 u. Ik sta op, ga douchen en wandel daarna even rond het hotel om van de ontwakende vallei te genieten. Het weer is wat bewolkt maar de zon zal gans de dag overvloedig schijnen. Wanneer ik terug ben op de kamer is Lea bijna klaar en gaan we samen ontbijten. Alles is gebleven zoals vorig jaar. Bij het ontbijt kunnen we kiezen uit twee menu”s voor ’s avonds. Deze staan op een blad en kan men het gekozene aankruisen. Voor de kleine eters is het mogelijk een kleine portie aan te kruisen. De rechterhelft van het blad, waarop de menu’s staan, scheur ik telkens af en bewaar ik om mijn verslag aan te vullen. Indien de twee voorgestelde menu’s niet voldoen aan de wensen van de gasten mag men ook een gerecht kiezen van de kaart. Ik vraag tijdens het ontbijt aan Burgl wanneer onze kamer (nr. 16) klaar zal zijn zodat we kunnen verhuizen. Dit zal zowat rond de middag zijn.

Na het ontbijt wandelen we naar het centrum van Grossarl en verpozen wat op een bank midden in het dorp. Blijkbaar is dit de kortste weg naar de kerk want heel wat bewoners passeren ons om de mis van 10 u bij te wonen (de enige mis op zondag). Velen zijn gekleed in “trachten”, de traditionele klederdracht. Onder hen enkele jonge gezinnen met hun kleine kinderen. Ook deze laatste zijn in klederdracht, wat mooi is om zien. Tegen 10 u gaan we in richting van de kerk die men bereikt na een korte steile klim. De kerk, die prachtig versierd is met met bladgoud belegde beelden, zit bomvol zodat we achteraan moeten rechtstaan. Een jeugdkoor zingt een prachtige hymne. Halfweg de dienst verlaten we de kerk en keren we terug naar het hotel. Onze kamer is echter nog niet klaar maar na een half uurtje wachten en het drinken van een koffie kunnen we aan de verhuis beginnen. De meeste bagage hebben we in de valies en de tassen laten zitten zodat de verplaatsing vlug gebeurd is. We krijgen dezelfde kamer als vorig jaar (nr. 16) zodat we ons al vlug terug thuis voelen. Na alle bagage te hebben uitgeladen en in de kassen geschikt te hebben rusten we wat uit .

14.00 u: we rijden met de auto naar het daleinde van het Grossarldal en verbruiken iets op het terras van het restaurant Talwirt (apfelstrudel met behoorlijk wat slagroom en Lea een sorbet van perziken en gekonfijt fruit, overgoten met yoghurt met elk een koffie).

Rond 16.00 u zijn we terug in het hotel en besluiten de sauna uit te proberen. Die bevindt zich op de -1 verdieping. We leerden dit fenomeen voor het eerst kennen in Houffalize. Hier is het gebruik van de sauna echter gratis, dus iedere dag dat het past zullen we gebruik maken van de sauna.

Na de sauna brengen we de rest van de tijd tot aan het avondeten door op het terras van het hotel en genieten van de ondergaande zon.

18.00 u: avondmaal

Menu:
Ridssuppe mit Frittatenroulade
Salat vom Buffet
Grillteller mit Kräuterbutter dazu Ofenkaroffel mit Sauerrahm-Specksause
dessert: Tropicana (vanille-ijs met appelsiensap)

22.30 u: gaan slapen

Maandag 6 september 2004

6.45u: opstaan.

7.00 u: ik maak een wandeling in de omgeving van het hotel.

7.45 u: ontbijt. Een gewoonte van dit hotel is dat op maandagmorgen de gasten een “morgenpost” ontvangen. Dit is een blad met wat inlichtingen op en waarop ook de wandeling van morgen met de gasten van het hotel onder leiding van Hias wordt aangekondigd. De wandeling van morgen gaat naar de Bachalm.

9.15 u: we rijden naar het dal en naast de kabelbaan is de winkel Billa gevestigd. Billa is een winkelketen, best vergelijkbaar met Aldi en Lidl. We doen er enkele inkopen en keren dan terug naar het hotel.

10.30 u: vertrekken met de auto naar de parkeerplaats gelegen boven het dorp Huttschlag

10.45 u vertrekken op wandeling naar de Hub-Grundalm. Twee jaar geleden was ik daar met de gasten van het hotel tijdens de wandeling met Hias. Lea ging toen niet mee. Het weer is ronduit schitterend, aangename temperaturen en geen wolkje aan de lucht, een licht briesje die het allemaal aangenaam maakt. De weg naar de alm is een licht stijgende grintweg. Onderweg krijgen we een telefoontje op onze GSM van Marijke maar door de slechte ontvangst (door te weinig antennes of teveel bomen) wordt het gesprek afgebroken. Ik stuur dan maar een sms-je naar Marijke dat wel terecht komt. De alm bereiken we om 12.30 u. Met zicht op de zonovergoten bergen eten we elk een boterham met hesp (schenckenbrodt) en drinken we een Almdudler en een koffie.

13.15 u: we keren met een langzame stap terug naar beneden.

Omstreeks 15.00 u zijn we terug aan de wagen en rijden naar het hotel. Daar maken we gebruik van de sauna en tussen 17.00 u en 18.00 u drinken we nog iets op het terras van het hotel. De ondergaande zon zet het tegenoverliggende Elmaudal in een zacht avondlicht.

18.00 u: avondmaal.

Menu:Ridssuppe mit Goldwürfel
Salat vom Buffet
Rindsroulade dazu Butternudeln
Melonen im Holunderblütensaft

Nu ontdek ik dat men hier ook donker bier heeft. Het is maar een flauw afkooksel van onze donkere bieren, wat het alcoholgehalte betreft, maar de smaak kan er door.

Na het avondmaal kijken we nog even van op ons terras naar de deemstering die over het dal valt.

Dinsdag 7 september 2004

5.00 u: ik wordt wakker maar blijf liggen tot 6.50 u.

7.50 u: ontbijt

Na het ontbijt maken we ons klaar voor de wandeling met de gasten van het hotel onder leiding van Hias. Het is de eerste keer dat Lea meegaat op een gezamenlijke wandeling.

9.30 u: we vertrekken met de wagens, in colonne, naar het startpunt van de wandeling dat gelegen is tussen Grossarl en Huttschlag. We rijden de berg op tot aan de “schrancke” (het hek – een gesloten hek mag men niet voorbijrijden, ook de verbodsborden “verboden voor alle voertuigen” die vergezeld zijn van een bord “OBF” (Östenreichischer Bundesfrost – Bosbeheer Oostenrijk) mag niet voorbijgereden worden). Doordat we met een 8-tal wagens zijn laat een deel zijn wagen achter voor het hek en rijdt de rest achter Hias die enkele bochten verder nog een andere parkeerplaats voor een 5-tal wagens aanduidt.

9.45 u: Samen met Hias beginnen we aan de wandeling. Een van de gasten van het hotel rijdt met zijn wagen tot aan de alm. Langzaam stijgend vordert de groep onder een stralende zon (in het dal was het bij het vertrek 7 graden). Iedereen is opgewekt en kwettert er lustig op los. Halfweg de beklimming stopt de groep en deelt Hias bier en frisdrank uit (daar waarschijnlijk achtergelaten door de gasten die met zijn wagen onderweg zijn naar de alm). Het gebaar werd waarschijnlijk ingegeven door het vrij warme weer van de laatste dagen.

11.30 u: aankomst op de Bachalm. Lea heeft de beklimming zonder problemen meegemaakt. Het is de gewoonte dat Hias zijn gasten trakteert op een “obstler” (snaps). Weinigen zeggen neen tegen het prikkelend drankje. Verder gebruiken we er drie “gespritste” appelsappen (appelsap opgelengd met spuitwater) en een kleine breteljause (bretel: plank, jause: voedsel, versterking van de inwendige mens). Oostenrijkers zijn specialisten in het mengen van allerlei dranken. Dit alles kost ons € 7,60. Daarnaast kopen we nog een prentkaart met een foto van de alm. Rond 13.00 u is het tijd om terug te keren. Onderweg nemen wij een zogenaamd “kortere” weg, een smal kronkelig en gebrekkig paadje, maar uiteindelijk doen we er langer over dan dat we de gewone weg hadden gevolgd.

14.30 u: we zijn terug aan de wagen en rijden naar beneden. Daarbij is het uitkijken geblazen omdat de grintweg zodanig bolvormig is dat het niet uitgesloten is dat men met de onderkant van de wagen de weg raakt.

In het hotel aangekomen nemen we vlug een douche en steken dan onze voeten onder tafel voor de gratis koffie en koeken ons aangeboden door Burgl. Ondertussen praten we wat met de andere (Duitse) gasten. Het valt ons op dat we dit jaar gemakkelijker contact met hen maken.

18.00 u: avondmaal.

Menu:
Zucchinicremesuppe
Salat vom Buffet
Gebackene Hendlbrust dazu Rahmkartoffeln
dessert: Bananenmilch

De rest van de avond: idem dito

Woensdag 8 september 2004

7.00 u: opstaan

7.55 u: ontbijt

8.50 u: vertrek uit het hotel, te voet, naar het dalstation van de kabellift. Het hotel is uitstekend gelegen voor de skiërs die ’s winters de kabellift willen nemen. Via een weide naast het hotel skiën ze naar het dalstation, amper 2 minuten ver. Voor ons is het ook maar 10 minuten stappen. We zijn nog op tijd om mee te kunnen met de kabellift. Die werkt slechts om het uur en zolang er wandelaars staan aan te schuiven. In dit seizoen werkt de lift op zondag en woensdag. Bij regenweer wordt de dienst verschoven naar ’s anderendaags.

9.15 u: aankomst in het bergstation van de kabellift. We vertrekken naar de Kreuzkogel die we van hieruit zien en die bereikt kan worden na een korte maar steile helling.

ca 10.00 u: aankomst aan de voet van de spits van de Kreuzkogel. Van hieruit hebben we zicht op de Gasteinervallei en Dorfgastein. Ikzelf klim nog even naar de top van de Kreuzkogel om er een wandelstempel te halen. Die is te vinden aan het “gipfelkreuz” (het kruis op de top). Wegens het goede weer is het op deze top zeer druk, je zou bijna van filevorming kunnen spreken. Op de top is er op dat ogenblijk een groep die onder begeleiding van een harmonica een mooi lied zingen.

Van de Kreuzkopel gaat het naar de Fulseck. Dit is een graatwandeling waarvan het laatste deel vrij steil is en flink in de kuiten bijt.

10.40 u: op de Fulseck stappen we in het bergstation in de kabellift en dalen af naar Dorfgastein. Halfweg moeten we overstappen in het tweede deel van de kabellift.

ca 11.00 u: we stappen uit de gondel van de kabellift te Dorfgastein. Tijdens de afdaling zien we enkele “drachenfliegers” of “paraglijders”. Van het dalstation naar het dorp is het slechts vijf minuten stappen. Voor ons is het een nostalgisch gevoel hier, na meer dan 25 jaar, weer eens te zijn. De twee vorige jaren deden we Dorfgastein ook aan maar toen regende het meestal (bij mooi weer blijven we meestal in het Grossarldal). Onder de stralende zon komen de herinneringen aan vroeger terug naar boven. Uit een vorig bezoek weet ik dat de vroegere hotelbaas van Steindlwirt, Joseph Rieser, reeds overleden is. Ik wandel even op het kerkhof naast de kerk en vind een familiegraf waarop vermeld staat: “ Jozeph Rieser + 1987”. De man heeft ons laatste bezoek amper 9 jaar overleefd.

Na een wandeling door het kleine dorpscentrum, dat er bevreemdend stil bij ligt, gaan we iets eten op het terras van een patisserie (2 croissants, 1 croissant met chocolade, een kersenstrudel en twee kannetjes koffie = € 16).

13.00 u: we zijn terug aan het dalstation van de kabellift en gaan terug naar boven. De liften die we die dag gebruikt hebben zijn eenmalig gratis door de aankoop van een Salzburgerland Card (€ 44 voor 12 dagen). Van de Fulseck gaat het terug naar de Kreuzkogel en naar het bergstation van de kabellift naar Grossarl. Daar neemt Lea om 14.05 u de lift en ik zal te voet naar het hotel gaan. Deze tocht is ongeveer 10 km lang en de weg loopt langs het hotel. Boven staat aangegeven dat deze wandeling 2 ¼ u duurt (tot in het dorp van Grossarl) maar ik doe er maar anderhalf uur over tot aan het hotel.

Eens terug in het hotel en na wat gerust te hebben gaan we wat uitzweten in de sauna.

18.00 u: avondmaal. Hias en Burgl hebben mij waarschijnlijk zien afkomen van de berg want beiden vroegen me hoe het gegaan was.

Menu:
Ridssuppe mit Nudeln
Salat vom Buffet
Gulasch vom Hirschkalb dazu Birnenkroketten uns Apfelrotkraut
dessert: Topfennockerl auf Erdbeerkompott

Na het avondeten duurt het niet lang of we gaan slapen. Het was een vermoeiende dag, veel zon met slechts enkele wolken.

Donderdag 9 september 2004

9.10 u: vertrek aan het hotel naar de Grossglockner. 85.690 km. we tanken 28,74 liter diesel voor € 25,26 (goedkoper dan in België).

9.31 u: vertrek aan het pompstation in Grossarl. Na ongeveer 25 km (Schwarszach) even opgehouden door werken.

10.09 u: rijden voorbij de afslag naar de Gasteinervallei.

10.28 u – 50 km: afslag naar de Glossglockner. Er is lichte nevel en de toppen van de eerste bergen zitten in de wolken.

10.43 u – 62 km: aankomst aan de kassa waar moet betaald worden. We betalen € 23,80 i.p.v. de normale € 26 (vermindering met Salzburgerland Card). Vooraleer we de kassa voorbijrijden drinken we nog een koffie in de taverne Tauernhaus.

11.04 u: beginnen we aan de tocht over de Hochalpenstrasse.

11.53 u – 77 km: we zijn op de Edelweisspitse waarvan de top op dat moment in de wolken steekt.

13.15 u – 100 km: bereiken de Kaiser Franz Josefhöhe aan de voet van de Grossglockner.

14.16 u – 133 km: we zijn terug aan de kassa.

14.30 u – 146 km: einde van het dal van de Grossglockner te Pichl

15.21 u – 194 km: zijn terug aan het hotel.

Enkel kleine wolkjes gedurende de ganse dag.

Avondmaal:

Menu:
Kürbiscremesuppe
Salat vom Buffet
Putenschnitsel auf Natursaft met Tomaten und Käse überbacken dazu Wildreis
dessert: Vanilleoverscreme mit Fruchtsaft

Verder de gewone avondrituelen.

Vrijdag 10 september 2004

8.00 u: ontbijt

9.00 u: vertrek aan het hotel. Doen eerst enkele inkopen in de Billawinkel en rijden dan door naar de Sonneggbrucke. Daar laten we de auto achter en vatten de klim aan naar de Unterwandalm. Aan de vertrekplaats staat aangegeven dat het 1 ½ u stappen is naar deze alm. Het cijfer is echter uitgekrabd zodat we vermoeden dan de wandelafstand wel wat langer is dan staat aangegeven.

9.40 u: start van de wandeling. De klim is matig steigend. We komen aan op de Unterwandalm op 11.30 u. We drinken er een Almdudler en een koffie.

12.15 u: vertrekken we van de Unterwandalm naar de Karseggalm. De weg verloopt via een smal paadje dat echter vrijwel horizontaal blijft zonder noemenswaardig hoogteverschil. Hiervoor hebben we maar een 10-tal minuten nodig. Beide almen bezochten we reeds vorig jaar maar toen gingen we via de Breitenebenalm. Aan de Karseggalm stoppen we niet en beginnen we aan de steile maar korte afdaling naar de Breitenebenalm. Deze laatste alm bereiken we om 13.15 u. Hier verbruiken we elk een frittatensoep (bouillon met in repen gesneden zoute pannenkoek). Gedurende de ganse dag schijnt de zon volop zodat we zoveel als mogelijk de schaduwplekken opzoeken om niet al te veel te verbranden.

13.15 u: we verlaten de Breitenebenalm (Adelhorst) en beginnen aan de afdaling naar de Sonneggbrucke. Het is de eerste keer dat we deze te voet doen. Wel hebben we in het verleden reeds verschillende keren met de wagen naar de Breintenebenalm gereden. We hebben dus geen juist beeld van de duur en de lastigheidgraad van de afdaling.

14.30 u: aankomst aan de Sonneggbrucke en stappen daar in onze auto om naar beneden te rijden. Alhoewel we de vermoeidheid in de kuiten voelen is de “rondweg”-wandeling best te doen. Eens in het hotel rusten we wat uit en gaan daarna naar de sauna tot 16.50 u.

18.00 u: avondmaal

Menu:
Eierschwammerlsuppe
Salat vom Buffet
Wiener Schnitzel dazu Pommes frites
Hausgemachte Apfelringe mit Zimtzucker (appelbeignets – men spreekt soms ook van “apfelradel” – appelwielen dus)

Zaterdag 11 september 2004

7.00 u: opstaan.

7.55 u: ontbijt.

9.15 u: vertrek van het hotel en doen vooraf enkele boodschappen. Vervolgens rijden we met de auto naar de Aualm. Normaal worden de auto’s achtergelaten aan Pointgrun maar voor de eerste keer rijden we door tot aan de alm zelf. Aan Pointgrun staat aangegeven dat het tot aan de Aualm 2 uur stappen is. Vanaf Pointgrun stel ik de dagteller van de auto op 0. Eens aan de Auheimalm (dit is de lagere gelegen alm) blijkt dat de afstand precies 2 km is. Vanaf de Auheimalm tot aan de Aualm is het 2 km en 100 meter. De weg moet voorzichtig bereden worden vanaf Piontgrun (daar eindigt de tarmacverharding en gaat de weg over in een grintweg. Meestal is het grint al goed vastgereden maar hier en daar ligt nog wat losse steenslag. Ook is de weg tamelijk gebogen zodat het uitkijken geblazen is om niet met de onderzijde van de wagen tegen de weg te slepen.

10.40 u: aankomst aan de Aualm. Voor de alm is er een parkeerplaats voor een 10-tal wagens. We drinken er een koffie die Lea laat staan omdat die te bitter is (de koffie op de almen is meestal Nescafé waardoor er wel eens een lepeltje teveel in de tas wordt gedaan). Het bezoek aan het toilet is een belevenis op zichzelf. Het is er een van het type “plank met gat”. Eronder is er geen beerput aanwezig maar blijft alles voor het nageslacht zichtbaar. Een jager die op het terras rustig zijn biertje zit te drinken schertst “dat we toch niet vergeten hebben het toilet door te sassen” en mompelt nog iets van “reine nostalgia”. Na de koffie stappen we op en klimmen via een smal paadje richting Schuhflicker ( 2214 meter). Het is niet de bedoeling deze te beklimmen, 25 jaar geleden ben ik er ooit opgeweest en om het laatste stukje te beklimmen mag men geen hoogtevrees hebben. Aan de voet van het massief van de Schuhflicker, we zijn dan niet ver meer van de “graat” en over de helft, keren we terug. Het landschap is mooi niettegenstaande de zon zich af en toe achter de wolken verschuilt. Op het paadje is het druk en komen we heel wat volk tegen of loopt ons voorbij. Eens terug aan de Aualm blijken bijna al de plaatsen van het terras te zijn ingenomen door een grote groep wandelaars. Nadat er enkele plaatsen zijn vrijgekomen door het vertrek van een koppel kunnen we ons zetten, drinken we een Almdudler en eten daarbij een “speckbrot”.

13.30 u: we vertrekken naar beneden. Vanaf de Aualm tot beneden in het dal doen we er ca 45 minuten over wegens de afstand en omdat we voorzichtig moeten rijden.

Na wat gerust te hebben en daarna gebruik gemaakt te hebben van de sauna brengen we vanaf 17.15 u tot aan het avondmaal de tijd door met het kijken, vanop het terras van het hotel, naar het door de ondergaande zon verlichte Elmaudal.

18.00 u: avondmaal.

Menu:
Eierflockensuppe
Salat vom Buffet
Zigeunerschnitzel dazu Schupfnudeln (gegrilde varkenssnitsel met paprikasaus)
dessert: Ananaskompott

Zondag 12 september 2004

9.19 u: vertrek naar Bad-Hofgastein. Kilimeterstand: 85.931.

De zon schijnt maar er is wat bewolking. Het is 14 graden.

10.05 u – 45 km: aankomst te Bad-Hofgastein. We gaan het termalbad binnen. De toegang is eenmalig gratis met de Salburgerland Carte (normale prijs met inbegrip van sauna e.d. is € 21,50). Het zwemparadijs is twee jaar geleden volledig vernieuwd. Nog steeds kan men van binnen naar buiten zwemmen en het water is behaaglijk warm. In de benedenverdieping zijn er sauna’s ondergebracht, rustbedden met watermatrassen e.d. In het restaurant eten we een portie friet en drinken een frisdrank.

14.19 u: we keren terug naar het hotel. Ondertussen zijn de wolken steeds maar donkerder geworden en is het aan het regenen.

14.47 u – 60 km: eens buiten het Gasteinerdal slaan we links af richting Dienten en volgen een mooi weggetje. Rijden vervolgens via Mulhbach naar Grossarl.

16.20 u – 128 km: aankomst aan het hotel. Eerst verkennen we nog de weg die naar omhoog loopt langs de andere kant van het dal en gaan dan nog iets drinken in de “stube” van het hotel.

18.00 u: avondmaal.

Menu;
Rindssuppe mit Frittaten
Salat vom Buffet
Hirtenspiess mit Kräuterbutte dazu Ofenkartoffel (in de pel) mit Sauerrahm-Specksause.
dessert: Vanilleeis mit heisen Waldbeeren

Maandag 13 september 2004

9.10 u – 86.060 km: vertrekken aan het hotel naar Berchtesgaden. Tanken in het dorp 25,59 liter voor € 22,49 (€ 0,879/ liter). In het Grossarldal hangt er wat nevel maar eens we uit het dal zijn komt de zon er goed door. We rijden via de snelweg richting Salzburg en nemen de afrit Hallein. Beter was geweest dat we nog iets verder waren gereden tot de afrit waarbij Berchtesgaden staat aangeduid.

10.49 u - 67 km: we rijden door het centrum van Hallein en vinden gemakkelijk de aanduiding naar Berchersgaden.

11.10 u – 88 km: aankomst te Berchtesgaden (Duitsland) en parkeren in het centrum in een parkeergarage. We bekijken de winkeltjes maar we zijn vlug uitgekeken.

12.20 u: aankomst aan de Köningssee en parkeren de wagen op een vrij grote parking. Het is er druk want hele busladingen toeristen worden er aangevoerd. Nadat we wat gegeten hebben stappen we in de boot die op de Kôningssee vaart. We betalen hiervoor € 14/persoon. Tot het einde van het meer is het twee uur varen (de stops inbegrepen). Er wordt onder andere gestopt om op een bepaalde plaats bergwandelaars op te pikken en verder nog aan het schiereilandje met daarop het kerkje van Sankt-Bartelomee. We besluiten nergens uit te stappen. Onderweg stopt de boot en geeft de gids een trompetsolo waarvan de echo tegen de bergen weerkaatst. Het is windstil en dus uiterst geschikt om de echo te laten weerklinken. Met wind wijkt het geluid te veel af. Wanneer men in het terugkeren in de richting van de vertrekplaats kijkt ziet men erachter een bergmassief waarin men een heks kan herkennen die op haar rug ligt.

16.27 u – 93 km: vertrekken aan de Köningssee (de parking kost € 3). Vooraleer te vertrekken maken we gebruik van het toilet en komen tot de eigenaardige vaststelling dat het staande publiek slechts 20 cent dient te betalen en het zittende 30 cent. De ganse dag is het mooi weer met temperaturen die rond de 25 graden liggen.

17.45 u – ca 180 km: aankomst aan het hotel.

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Rindssuppe mit Eiermuscheln
Salat nom Buffet
Putenroulade (kalkoenrollade) mit Spinat und Speck gefült auf Kräuterrahmsause dazu Wildreis
dessert: Palatschinke met Marmelade

Zie verder deel 2

06-09-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
05-09-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 2

Oostenrijk Grossarl deel 2

Dinsdag 14 september 2004

9.30 u: vertrek aan het hotel naar de start van de wandeling met Hias. Vandaag zijn er veel belangstellenden want de autokaravaan die achter Hias aanrijdt telt minstens tien wagens (ca 24 deelnemers). Het lijkt wel een stoet.

9.50 u: parkeren de auto’s net voor de “schrancke” en vertrekken te voet naar de Reitalm. De klim is zeer langzaam met zelfs halfweg een vlak stuk. Waldy, de hond van Hias, loopt zoals gewoonlijk mee en wijkt geen seconde van de zijde van zijn baasje. De ganse wandeling trippelt hij met zijn korte pootjes mee. Monika (de dochter des huizes) vertelde ons dat Waldy een rashond is met een serieuze stamboom. Wanneer Hias in de herfst op jacht gaat wil hij steeds mee en bewaakt hij (volgens mij is het een “zij”) een geschoten stuk wild tot zijn baas het komt ophalen. De zeldzame keren dat hij niet mee mag met Hias verstopt hij zich nukkig in een hoekje. Onderweg vertelt Hias dat op de top van het tegenoverliggende gebergte normaal een 40-tal hertestieren rondlopen maar op dit ogenblik zijn ze allen vertrokken naar de paarplaatsen van de wijfjes. s’ Winters worden de herten eens per dag gevoederd met voedsel dat door de jachthouder aangevoerd wordt met een motorslee. Vroeger trokken de stieren zelfs tot tegen Sankt-Johan i. P. maar door het voederen, het drukke verkeer en de toeristen gebeurt dit niet meer.

11.20 u: aankomst op de Reitalm. Het is een spiksplinternieuwe alm, voorzien van een modern toilet en gebouwd op amper een 100-tal meter van de oude alm. We drinken er in totaal 3 Almdudlers, een “buttermilch” (karnemelk) en eten elk een “schenckenbrot”. Zoals gebruikelijk trakteert Hias zijn gasten op een snaps. Het weer is prachtig maar men verwacht voor morgen regen.

13.00 u: het is tijd om terug te keren naar het dal en er steekt een krachtige windvlaag op. De voorbode van de regen van morgen? De meeste almen verkopen, naast drank en voedsel, ook dikwijls een prentkaart met een foto van de alm. We trachten telkens een dergelijke prentkaart te kopen.

14.00 u: we zijn terug aan de auto’s en keren terug naar het hotel.

14.45 u: de gratis koffie en koeken, ons aangeboden door Burgl, smaken heerlijk. Wegens het goede weer kunnen we deze gebruiken op het terras van het hotel. De stemming is opperbest waardoor de tongen loskomen en er lustig op losgepraat wordt. Aan onze tafel zit een koppel Duitsers die hier voor het eerst zijn tijdens de zomer maar reeds jaren tijdens de winter naar hier komen. Ze vertellen over de sfeer tijdens de winter en de ontspanningsmogelijkheden die er zijn. Zo vertellen ze dat ze dan meestal langlaufen tot het einde van het dal en daar dan de bus terug nemen.

In een hoekje van het terras staat een weerstation. In feite is het een van de vele spitsvondige grappen die je hier in Oostenrijk kan tegenkomen. Het weerstation bestaat uit een horizontaal uitstekend vierkant stokje waaraan een touw hangt (soort galgje). Onderaan dit touw is een steen geknoopt. De bijgaande tekst is overduidelijk:

de steen is nat = het regent

de steen is wit = het sneeuwt

de steen beweegt = het waait

de steen geeft schaduw = de zon schijnt

de steen is niet zichtbaar = er is nevel

de steen is weg = hij is gestolen

Het resultaat niet steeds betrouwbaar

Indien het weer anders is zijn we hiervoor niet verantwoordelijk.

Op het warmste van de dag was het in het dal ca 27 graden maar ook nu de zon stilaan achter de bergen schuilgaat is het nog best aangenaam.

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Broccolicremesuppe
Salat vom Buffet
Cordon belu dazu Rahmkartoffel
dessert: Naturjoghurt met Himbeeren

Woensdag 15 september 2004

9.28 u – 86.261 km: vertrek naar de Eisriesenwelt te Werfen. Het regent (zoals gisteren voorspeld is) en het is ca 15 graden. Op het moment dat we vertrekken lopen er op de weg net voor het hotel twee eekhoorns over de straat. Waarschijnlijk komen die pas uit hun beschermend groen bij dit soort weer.

10.22 u: - 39 km: aankomst op de parking van de Eisriesenwelt. Met regenjas en regenscherm doen we de klim naar de kabellift. We doen er een goed kwartier over. Daar heeft men de keuze (?). Ofwel neemt men de kabellift ( € 17/per persoon, toegang tot de grot inbegrepen). Ofwel gaat men te voet. Dit stuk alleen al is minstens ¾ u stappen. Wij nemen de kabellift die ons in enkele minuten een stuk hoger brengt. Van de lift tot aan de ingang van de grot is het dan nog 15 minuten stappen. Deze weg is reeds voor een groot deel overdekt (tegen vallende stenen) en men is nu bezig de laatste gedeelten af te werken. Het bezoek aan de grot is in groep en onder leiding van een gids. Over de groep worden een 7-tal petroleumlampen verdeeld onder het publiek. De grot is afgesloten doormiddel van een deur en wanneer men deze voorbijgaat krijgt men te maken met een krachtige wind die veroorzaakt wordt door het temperatuursverschil binnen en buiten de grot. Bij warm weer, tijdens de zomer kunnen hier windsnelheden bereikt worden van 80 a 90 km/u. In de grot moeten er niet minder dan 700 traptreden beklommen en nadien terug afgedaald worden.

Tijdens de winter wordt de deur opengehouden zodat de koude lucht in de grot kan en opgenomen worden in het gesteente. Zo blijft het het ganse jaar door koud daarbinnen. De grot werd ontdekt op het einde van de 19de eeuw en voor het eerst voor het publiek opengesteld in 1920. De ijsfiguren veranderen soms van vorm. Op diverse plaatsen ontsteekt de gids een magnesiumlont die een fel wit licht afgeeft en voor bijzondere lichteffecten zorgt.

13.30 u: we zijn terug bij de wagen. Men raadt aan voor een bezoek aan de grot een tijd te voorzien van minstens 3 uur, wat klopt met onze bevindingen. We rijden via Mulhbach.

14.05 u tot 14.49 u – 63 km: In Mulhbach stoppen we aan een bakkerij met verbruikzaal en eten er twee koeken en een kaisersmarn. Deze laatste was niet vers maar opgewarmd in de microgolfoven (werd reeds opgediend een drietal minuten na de bestelling en voor een goede kaisersmarn klaar te maken heeft men al gauw 10 a 15 minuten nodig).

Vervolgens rijden we naar Dienten en slaan links af naar Lend en daarna naar St.-Johan en Grossarl.

18.00 u: avondmaal. Voor morgen voorspelt men beter weer.

Menu:
Rindssuppe mit Griessnockerl
Salat vom Buffet
Sxchweinerückensteak aug Gorgonzolarahmsauce
Früchte-Reis fein gerniert

Donderdag 16 september 2004

8.30 u: ontbijt. Het is nog steeds bewolkt. We blijven wat langer aan de ontbijttafel zitten en rijden nadien naar het dorp om er geld uit de muur te halen. Op de kamer, in de kleerkast, is er een brandkastje voorhanden (gratis) waarbij men zelf een code kan inbrengen. Na alles veilig te hebben opgeborgen rijden we richting Gerstreitalm (1575 m). Deze alm staat nog niet op de wandelkaarten van Grossarl maar is te bereiken via een weg die vertrekt aan het Postgebouw in het dorp. Tot aan het jausenstation Vorderstadluck kan men rijden met de wagen op een goed aangelegde weg. Aan dit jausenstation is er plaats om te parkeren. Vanaf hier is het nog 50 minuten klimmen, volgens de aanduiding, maar in werkelijkheid blijkt het ruim een uur te zijn. Reeds meer dan eens hebben we ervaren dat de aanduidingen best met een korrel zout genomen worden. Het blijft bewolkt en bij ons vertrek is het 10.30 u.

Om 11.35 u bereiken we de alm. Ook dit is een nieuw gebouwde alm. Binnen is het behoorlijk vol want de waard van “Der Alte Post” uit het dorp (tevens eigenaar van de Breitenebenalm) is hier met zijn gasten op wandeling. Al gauw worden er wat banken bijgeschoven zodat iedereen kan zitten. De bezwete en vochtige jassen hangen overal verspreid in de stube aan alles wat maar uitsteekt en voor kapstok kan gebruikt worden. Het is er net warm genoeg om onze bezwete T-shirts te laten drogen. Wijzelf vinden een plaatsje aan de tafel waaraan een ouder koppel zit. De vrouw begint ronduit te praten en uit het gesprek blijkt dat ze in Sankt-Johan i. Pongau wonen, dus vlak naast de deur al het ware. Onder het gesprek eten we elk een “speckbrot” ‘of “schinckenbrot” (blijkbaar is dit hetzelfde) en drinken drie Almdudlers en een buttermilch.

13.00 u: we betalen de rekening en nemen afscheid van het vriendelijke koppel. Voor de eerste keer moeten we onze lange regenjassen aantrekken omdat het nog lichtjes regent. De voorspelde zon laat ons blijkbaar in de steek. Na 50 minuten dalen zijn we terug bij de wagen. In het jausenstation Vorderstadluck willen we wat verbruiken maar de gelegenheid is dicht. Dus rijden we naar het dal en rijden in het dorp de volgende straat naar omhoog, naar het gasthof Lamwirt. Daar drinken we elk een koffie en ik eet een apfelstrudel.

15.00 u: aankomst in het hotel. De schoenen moeten gepoetst worden en de regenkledij opgeborgen. Bij het naar boven gaan trapte ik in een verse longplayer maar door het natte gras en even de schoenen afgespoeld te hebben aan een beekje was het euvel al vlug vergetenj.

Voor de rest de gebruikelijke avondrituelen (sauna e.d.m.).

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Backerbsensuppe
Salat vom Buffet
Gamsgulasch met Semmelknödel uns Kohlsprossen
dessert: Hausgemachter Obstsalat

Vrijdag 17 september 2004

9.15 u: vertrek aan het hotel.

9.45 u: parkeren de auto aan de Sonneggbrucke en beginnen aan de klim naar de Maurachalm. We zijn niet alleen want tientallen personen stappen in dezelfde richting. Vandaag wordt daar de “Almabtrieb” (het naar beneden drijven van de koeien) gevierd. De klim naar de alm duurt ca 2 uur. Onderweg stappen we een tweetal koppels voorbij waarvan de man van een koppel het duidelijk moeilijk heeft om vooruit te geraken. De mist bemoeilijkt het ademen. Ook wij ervaren dit, zij het dan in veel mindere mate. Eens we uit het bos komen zien we in de verte de Maurachalm liggen maar de nabijheid is bedrieglijk daar het nog zeker 10 minuten stappen is vooraleer we er zijn.

Eens we daar aankomen blijkt daar reeds heel wat volk aanwezig te zijn. Wie niet te voet kan gaan kan een taxibusje nemen. Tegen 12 u aan zijn alle zitplaatsen ingenomen. Een orkestje speelt volksmuziek. Na het drinken van een drietal Almdudlers en het eten van elk een “schenckenbrot” probeer ik een “obstsahnetorte” ‘fruitslagroomtaart”. Vanop de alm heeft men zicht op de met nevel gevulde dalen die onder een stralende zon zorgen voor een mooi spektakel.

14.30 u: men begint met het tooien van de koeien. De oudste koeien krijgen een bontgekleurde kopversiering op en een versiering rond de hals. De jongere koeien moeten in groep blijven achter de oudere. Nog voor de dieren de alm verlaten, om 15.30 u, vertrekken wij reeds om ze voor te blijven. Doordat de dieren in het begin vrij vlug stappen heeft de groep ons al vlug ingehaald en moeten we ze laten voorgaan. Een eind verder halen we de groep terug in omdat er enkele keren moet gestopt worden om de dieren op adem te laten komen. Onderweg proberen enkele jongeren, die de koeien volgen, snaps aan de toeschouwers te verkopen en delen daarbij gebakken erwten uit. Aan de Sonneggbrucke stappen we in de auto en halen we de drijvers met hun koeien in. Die laten ons op een geschikte plaats voorbijrijden. Beneden aan de Wimbrucke, vlak bij de weg die doorheen het dal loopt, staan er heel wat toeschouwers de groep op te wachten. Vorig jaar stonden we hier ook maar toen regende het (nu scheen regelmatig de zon en bleef het droog). Na de wandeling voelen we dat we flink gestapt hebben vandaag (2 uur gaan en 2 uur terugkeren).

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Knoblauckcremesuppe
Salat vom Buffet
Forelle “Müllerinart” dazu Peterselienkartoffel
dessert: Topfentascherl mit Valinnesauce

Bij het avondmaal brengt Monika ons een Himberensnaps en een Marillensnaps. Meestal krijgen de gasten die ’s anderendaags vertrekken een “afscheidssnaps”. Wij beginnen al te veronderstellen dat er een vergissing in het spel is en dat men denkt dat we morgen naar huis vertrekken. Ik zeg tegen Monika dat we maar pas op zondag naar huis vertrekken en dat die snapsen waarschijnlijk een vergissing zijn. Het blijkt echter dat ook “halfweg” aan gasten die langer blijven dan een week een snaps wordt aangeboden. Die van ons was men vorige wel vergeten, dus krijgen we die nu.

zaterdag 18 september 2004

9.00 u – kmstand 86.420: we doen enkele boodschappen in het dorp en tanken de wagen vol. 23,94 liter voor € 21,04.

10.30 u – 35 km: aankomst de Werfenweng (deel van Werfen) en nemen daar de kabellift. Boven heeft men een prachtig uitzicht op de omliggende bergen zoals de Hochköning. De dalen zijn gevuld met wolken die onder invloed van de zon stilaan oplossen. De met dons gevulde dalen zorgen voor een bijzonder effect. Op het terras van een gaststube drinken we iets en genieten met volle teugen van het prachtig landschap. Vlak in de buurt stijgen paragliters op die dan minuten later in het dal landen op een voor hen voorbehouden weide. Enkele duiken vertikaal en in een spiraalbeweging de laatste honderd meters naar beneden.

11.30 u: vetrekken te Werfenweng en rijden via Wagrain en Kleinarl naar het einde van het Kleinarldal met de Jägersee.

12.20 u – 80 km: aankomst aan de Jägersee. Het terras van de gaststube aan de oever van het meer is volledig bezet. Wij keren terug op onze stappen.

12.45 u – 85 km: we stoppen aan een gaststube in de buurt van Kleinarl en op het terras eten we iets. De zon schijnt overvloedig, iets wat niet van aard is met enthousiasme aan de terugreis te denken. Voor de gaststube passeren heel wat bewoners die op hun paasbest gekleed zijn in de traditionele klederdracht. Blijkt dat daar in de buurt een trouwfeest aan de gang is.

13.30 u: we vertrekken terug. Het is 18 graden.

14.45 u – 120 km: aankomst aan het hotel.

15.00 u: ik vraag aan Burgl de rekening en betaal € 1095 voor 15 dagen halfpension (€ 36,50/per persoon/ per nacht) en € 98,80 voor de dranken (samen € 1193,80). Meteen spreken we af voor het volgend jaar.

Vervolgens pakken we de koffers en het meeste brengen we reeds naar de wagen. Wij zijn niet de enigen die morgen vertrekken want nog anderen zijn druk bezig de koffer van hun wagen te vullen. Wanneer we klaar zijn gaan we naar het terras van de stube van het hotel en verbruiken er een ijs en pannenkoeken. Het zachte licht van de avondzon die op het tegenoverliggend gebergte van het Elmaudal schijnt maakt het vooruitzicht van het vertrek van morgen weinig aantrekkelijk.

17.45: avondmaal.

Menu:
Eierflockensuppe
Salat vom Buffet
Jägerschnitzel dazu Duchessekartoffeln
dessert: Pfirsichkompott mit Sahne

Na nog wat gepraat te hebben met onze tafelburen en het drinken van de “afscheidssnaps” gaan we slapen.

Zondag 19 september 2004

04.30 u: in het vooruitzicht van de thuisreis ben ik reeds vroeg wakker maar blijf nog wat liggen tot 6.40 u.

06.40 u: opstaan. Daar de meeste bagage reeds gisteren naar de wagen is gebracht moet ik nu nog wat rest voor het ontbijt naar beneden brengen.

7.30 u: alhoewel we niet gehaast zijn gaan we reeds ontbijten. Daar er vandaag heel wat gasten vertrekken zijn er al verschillende die aan het ontbijten zijn. De een na de andere vertrekt na het ontbijt en diegenen die we beter leerden kennen komen van ons afscheid nemen. Daarna gaan we nog eventjes naar de kamer om het resterende mee te nemen en nemen dan afscheid van Burgl (Hias slaapt nog).

8.11 u – kmstand 86.539: vertrek aan het hotel. De zon schijnt volop. Om het wat comfortabel te hebben tijdens de reis heb ik mijn korte broek aangetrokken. Eens buiten het Grossarldal, ter hoogte van Sankt-Johan, hangt er wat nevel of lage bewolking. De temperatuur is 9 graden.

8.41 u – 28 km: rijden snelweg op te Bisschofshofen.

9.07 u – 72 km: rijden Salzburgstad voorbij.

9.10 u – 80 km: passeren de grens met Duitsland.

9.39 u – 119 km: passeren voorbij de Chiemsee

9.56 u – 158 km: stilstand aan een raststatte tot 10.15 u

10.35 u – 199 km: beginnen aan de ring rond Munchen.

10.47 u – 206 km tot 11.39 u – 220 km: file op de ring rond Munchen.

11.47 u: beginnen aan de snelweg naar Nurnberg.

292 km: gestopt om iets te eten.

13.21 u – 302 km: even kort een file die slechts enkele minuten duurt.

Ongeveer 50 km voor Nurnberg verschuilt de zon zich achter de wolken. We zullen geen zon meer gezien tot we ’s anderendaags thuis aankomen.

14.10 u – 371 km: ring rond Nurnberg

15.30 u – 470 km: verlaten de snelweg via de afrit Würzburg – Rottendorf.

15.45 u – 480 km: aankomst aan het Etaphotel. De receptie gaat pas om 17 u open maar het hotel is voorzien van een automaat. Ik probeer deze maar het toestel gaat ergens halfweg de bewerking in de fout. Daar mijn Visakaart reeds door het toestel is gelezen moet ik opletten dat ik geen twee keer betaal. We besluiten te wachten tot 17 u (we kunnen niet anders) maar de gerant komt naar het geblokkeerde toestel kijken (had die een soort alarm ontvangen?). Blijkt dat alle verrichtingen reeds in orde zijn, enkel moesten we nog de toegangscode tot het gebouw en de kamer krijgen. Deze krijgen we van de gerant en kunnen we dus reeds rond 16 u naar de kamer. We halen slechts datgene uit de wagen dat we nodig hebben en wat zichtbaar is van buitenuit (om potentiële dieven niet op gedachten te brengen). Na een verfrissende douche en wat uitgerust te hebben rijden we naar Würzburgcentrum. We rijden er wat rond maar een echt winkelcentrum heeft de stad niet, wel een aantal historische gebouwen. Voor een bezoek aan deze laatste zijn we wat te moe. We besluiten dan maar terug te keren naar het hotel en vooraf te gaan eten in ons gebruikelijk restaurant La Strada op enkele honderd meters van het Etaphotel. In La Strada eten we elk een piza met scampi’s en drinken daarbij een biertje en een halve liter water (€ 25,60).

Om 19 u zijn we reeds terug op onze kamer. Het was een vermoeiende dag, dus gaan we vroeg slapen.

Maandag 20 september 2004

05.45 u: opstaan. We hebben goed geslapen en kunnen dus fit aan het laatste deel van de terugreis beginnen.

06.30 u: ontbijt.

7.05 u – 87039 km: vertrekken aan het hotel. Het is licht bewolkt maar vrij zacht weer. Aan het “rasthof” Würzburg tanken we 34,61 liter voor € 34,75 (d.i € 1,004/liter).

7.40 u – 43 km: ter hoogte van de afrit Wertheim lichte nevel.

7.46 u – 53 km: de nevel is opgelost.

8.07 u – 90 km: Asschaffenburg.

8.13 u – 100 km: -

8.28 u – 109 km: file even voor Frankfurt am Main

8.50 u – 136 km: rijden voorbij de luchthaven van Frankfurt.

9.14 u – 180 km: stilstand op een raststatte tot 9.34 u. Onderweg reed ons een kakikleurige auto voorbij met een blauw licht op en de vermelding “Veldjäger”. Daar de bestuurder ook even een sanitaire stop houdt stel ik hem de vraag wat een “Veldjäger” wel is. Het blijkt een M(ilitaire) P(olitie) te zijn. Tot voor enkele maanden was hij afgedeeld bij de Shape.

10.45 u – 304 km: rijden de Rijn over te Keulen.

11.36 u – 370 km: rijden Aken voorbij.

11.35 u – 381 km: rijden de Duits/Belgische grens over.

11.54 u – 412 km: stilstand aan AC-restaurant te Barchon (over de snelweg). Bij het uitstappen blijkt het hier heel wat frisser te zijn en is er heel wat wind (ik heb nog mijn korte broek aan).

13.43 u – 508 km: begin van de ring rond Brussel.

13.56 u – 527 km: einde ring rond Brussel en beginnen aan het laatste stuk autosnelweg.

Tanken te Drongen 33,50 liter voor € 30,92.

14.40 u - 580 km: we zijn thuis.

Kilometerstand: 87.623 km

Enkele cijfers:

Aantal kilometers voor de heenreis: 1037 (in 2002: 1122 km, in 2003: 1094 km)

Aantal kilometers voor de terugreis: 1084 (in 2002: 1032 km, in 2003: 1117 km)

Aantal kilometers ter plaatse: 914

Totaal aantal kilometers: 3035 (in 2002: 3500, in 2003: 3450 km) Het minder aantal kilometers in 2004 is te verklaren doordat er meer gewandeld werd.

Voor de 3035 km werd 188,76 liter diesel verbruikt die samen € 175,74 (7089 BEF) kostte.

Het gemiddeld verbruik was 6,21 liter per 100 km (tegen 5,20 liter per 100 km in 2003)

Van de 15 dagen waren er slechts 2 regendagen en een dag met zware bewolking met wat regen na een regendag.



Ode aan Salzburgerland
[1]

1

O wie schön ist auf den höhen

O wie herrlich in den tal

O könt ich wieder sehen

Meine heimat noch einmal

Wo die gletscher gluh’n

Reine lift’n[2] zieh’n

Und das edelweiss wie die raute[3] blüh’n

refrein

Geliebte schöne Salzburg

Mein heimatland

Lebe wohl !

Geliebte schöne Salzburg

Mein heimatland

Lebe wohl !

2

Und bin ich von der ferne

Oh geliebte heimat mein

muss als er doelen[4] gerne

Kan nicht immer bei dir sein

Dort hoch in der ferne

Denk ik steeds an dich

K’hab sich herzlich gern

Lieb dich inniglich

refrein

3

Und muss ich von dir scheiden

Oh geliebte heimat mein

Wo deine bergen meiden[5]

Kan ‘nicht mehr zo frölich sein

Deine bergen hoch

Deine täler gruhn

Schöne heimat mein

Ligt mir steeds im sinn

refrein



[1] Lied gezongen door de bewoners van de Viehhausalm te Grossarl – Salzburgerland. Juiste titel niet gekend. Opgenomen op video op 14 september 2003

[2] Lift’n = luft’n?

[3] Raute ?

[4] er doelen ?

[5] Meiden = mijden?, vermijden? : er niet (meer) zijn ?

05-09-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
04-09-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen








klik eens op de afbeelding

Pension Schützenhof in Grossarl
zie: www.schuetzenhof.at

04-09-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
28-06-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HOUFFALIZE 2004

Houffalize – Ol Fosse d’Houth

van 28 juni 2004 tot 2 juli 2004
(samenvatting)

Maandag 28.06.2004

Opstaan om 6 u. Vertrek om 7.30 u. Rijden via Brussel en rechtsaf via de A7, de A 54 naar Namen. Geen file problemen. In Namen nemen we de linkeroever van de Maas (we houden de Maas langs de linkerkant) en rijden naar de abdij van Marredsou. Eten daar een kleinigheid (belegde boterhammen met soep). Keren dan terug naar de Maas en rijden verder via Dinand en daar nemen we de A 4 naar Neufchâteau. We denken vlugger te vorderen met deze omweg dan via de kleinere wegen. Het ganse traject is echter herleid tot één rijstrook in elke richting met een snelheidsbeperking tot 70 km/u. Na Neufchâteau denken we af te zijn van de problemen maar ook hier is de snelweg, de E 25 naar Bastogne, herleid tot één rijstrook in elke richting. In de buurt van Houffalize nemen we de afrit nr. 51 en na enkele minuten zijn we in het dorp. Daar wijzen de borden ons naar Ol Fosse d’Outhe (800 meter van het dorpscentrum). Aankomst omstreeks 14.10 u. Het vakantiecentrum is vrij groot. Het is er nu nog zeer rustig. Aan de receptie krijgen we kamer 8132 toegewezen en krijgen we de afstandsbediening van de TV. De kamer is vrij ver achteraan gelegen. De inrichting van de kamer is zeer doordacht. Een kast scheidt de kamer als het ware in twee (een slaaphoek met twee bedden en een zithoek met een dubbele zetel (kan ook als bed gebruikt worden) en een Tv-toestel. Verder nog een ingemaakte dubbele kast met daarboven een ruimte om een valies in te zetten. Tevens is er een inkomhal met een ruime kapstok en een grote spiegel. De badkamer is eerder naar de kleine kant en uitgerust met een douche en een toilet. Een ruim terras is voorzien van een terrastafel en twee terrasstoelen. De zon kan afgeschermd worden doormiddel van een uitrolbaar scherm.

We verkennen even het gebouw en het terrein. Het geheel is in een diepte (een put) gelegen en omringd door veel groen. Op een tweetal plaatsen staan er speeltuigen voor kinderen. Aan alles is gedacht. Voor de hoofdingang liggen twee borstels om de modder van de wandelschoenen af te borstelen. Even verder is er een wasinstallatie om fietsen en mountainbikes af te spuiten. We kunnen met de wagen tot tegen de kamer rijden en daar een lift nemen. In de kelder zijn er speeltuigen voor de kinderen en ook trekbiljarts.

Wegens het arrangement hebben we vol pension en kunnen we vrij gebruik maken van het zwembad. Ook is er bij het avondeten voor elk een ¼ liter wijn of drank naar keuze en bij het middageten een drank naar keuze. Wel blijkt dat het waarschijnlijk de eerste keer is dat men een dergelijk arrangement aanbiedt want het personeel moet regelmatig eens hierop gewezen worden. Blijkt dat sommige deelnemers ook niet goed ingelicht zijn over waar ze recht op hebben.

Dinsdag 29.06.2004

Etenstijden: ontbijt van 8 u tot 9.30u

middageten om 12.30u

avondeten om 19 u

Het ontbijtbuffet is ruim voldoende. Ook de andere maaltijden zijn voldoende, zeer verzorgd en smakelijk.

In de voormiddag maken we kennis met het zwembad na eerst eens rondgekeken te hebben in het dorp Houffalize. Dit is uitgerust met een gratis sauna, twee stoombaden, een bubbelbad, een glijbaan. Voor het eerst maken we kennis met een sauna en in de loop van de week zullen we hiervan nog veelvuldig gebruik maken.

Na het middageten maken we een wandeling: wandeling nr. 4 “La roche Plate wandeling” – 5 km.

Woensdag 30.06.2004

Zelfde als gisteren: ontbijten (gaan wel vooraf wat fruit kopen in de Sparwinkel in het dorp), zwembad.

Na het middagmaal doen we wandeling nr. 6, de “St-Rochuskapelwandeling” – 7 km.

Voor het avondeten duiken we nog maar eens in het zwembad en de sauna.

Het avondeten zoals gebruikelijk. Daarna nemen we deel aan een bingospel en kunnen nog net een klein prijsje wegkapen.

Tot nu toe was het prachtig weer met temperaturen rond de 22 a 23 graden.

Donderdag 1.07.2004

Na het ontbijt bel ik eerst met de GSM om 9 u naar Free-Time om kaarten te bestellen vooor het Spelleke van Drei Kluiten. Ik geraak vrij vlug bij een operator en kan de kaarten bestellen. De rest van de voormiddag brengen we hoofdzakelijk door in het zwembad. Na het middageten besluiten we niet de wandelen maar wel een rondrit het maken in de omgeving. Het weer is wat bewolkt, er valt een bui af en toe maar ook de zon kom regelmatig ruim schijnen. We rijden naar de Fourneau St –Michel en bezoeken er het museum van “Het IJzer” en vervolgens het openluchtmuseum “La Vie Rurale”. Hiervoor betalen we een combinatieticket (€ 4). Het openlucht museum is wel niet zo groot als dat van Bokrijk, telt nog niet de helft van de gebouwen van dit laatste, maar door zijn langgerektheid is het een behoorlijk eindje stappen. Via kleine wegen keren we terug naar Houffalize. Het is echter te laat om even over de grens (Groothertogdom Luxemburg) onze dieseltank te vullen.

Na het avondeten, dat deze avond uit een gang meer bestaat, (en ook reeds tijdens het eten in de eetzaal) is er een optreden van het orkest Les Macadams. Er zijn slechts 22 deelnemers afgekomen op het speciaal arrangement en andere gasten zijn er op dit moment nauwelijks. De meeste komen echter naar het orkest luisteren en wagen zelfs een dans. Rond 22 u gaan we slapen.

Vrijdag 2.07.2004

Nog voor het ontbijt maken we onze valiezen klaar en brengen die naar de auto. Na het ontbijt geven we de sleutel van de kamer af (dit moet om 9 u tijdens de week en om 12 u op zondag). De kamerservice is beperkt tot het aanvullen van toiletpapier en het ledigen van de vuilnisbak (waarschijnlijk indien nodig ook stofzuigen). Bedden opmaken is voor de gasten zelf.

In de loop van de week bezochten we een appartement. Dit bestaat op het gelijkvloers uit een living, kitchenette, een uitklapbed in de living en TV , een badkamer met douche en op de eerste verdieping een slaapkamer met dubbel bed met TV, een slaapkamer met stapelbed en een badkamer met douche. De kamer met stapelbed en de badkamer kunnen van de rest afgescheiden worden doormiddel van een schuifdeur. Men kan deze ruimte binnenkomen en verlaten via een deur op het eerste verdiep.

De rest van de voormiddag brengen we door in het zwembad en daarna gaan we over de grens tanken.

Na het middagmaal vertrekken we naar huis. Normaal is er nog een afscheidskoffie en een geschenk voorzien (om 15 u) maar daar wachten we niet op.

We rijden nu via Luik en Brussel naar Gent. Op de ring rond Brussel hebben we meer dan anderhalf uur file te verwerken. Houffalize hebben we verlaten om 13.40 u en we bereiken Gent om 17.30 u (228 km).

28-06-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
03-05-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KRETA 2004 deel 1

Kreta

zondag 2 mei 2004

tot

donderdag 13 mei 2004

Wat vooraf ging

Bericht in de krant van 18 maart 2004: Voor de zuidkust van het Griekse eiland Kreta heeft zich gisteren een hevige aardbeving voorgedaan. Ze had een kracht van 6,3 op de schaal van Richter. Ondanks de intensiteit van de beving vielen er geen slachtoffers. Er werd ook geen materiële schade aangericht.

Het zou te verwonderen zijn dat we op reis gingen zonder dat er eens iets niets gebeurde.

Zondag 2 mei 2004 – 1ste dag

Om 3 uur loopt de wekker af. Voor alle zekerheid heb ik ook de wekdienst van Belgacom ingeschakeld. Het zal je maar gebeuren dat net tijdens die ene nacht er een stroomonderbreking is en je elektrische wekker veel te laat afloopt. Na de gebruikelijk ochtendrituelen en het drinken van een kop koffie wekken we Marijke om 3.40 u. Zij zal ons naar de luchthaven brengen.

4.00 u: vertrekken met de wagen richting Brussel Nationale Luchthaven en komen er aan omstreeks 5.00 u. Na het afhalen van de gebruikelijk tas aan de balie van Thomas Cook worden we verwezen naar de incheckbalie 7.15. We hoeven niet lang te wachten want men is volop bezig met het inchecken. We vragen een plaats vooraan in het vliegtuig maar deze plaatsen zijn voorbehouden aan de “premium”-klanten. Die betalen een bepaald bedrag boven de gewone prijs en krijgen daarvoor enkele extra’s zoals een krant, een glaasje fruitsap bij het ontbijt, een plaats vooraan in het vliegtuig en een afzonderlijke incheckbalie waar het normaal wat vlugger zou moeten gaan maar in de praktijk dikwijls zelfs trager. Voor zover we er zicht op hebben is het de opleg niet waard. Onze grote valies weegt iets meer dan 20 kg en de kleine een stuk minder zodat we zeker onder het toegelaten gewicht van 2 x 20 kg blijven. Om bij aankomst onze valiezen gemakkelijke te herkennen, je kijkt ervan op hoeveel gelijkuitziende valiezen er zijn, hebben we langs weerszijden een schreeuwerige gele zelfklever aangebracht die Marijke ons bezorgt heeft. Nadat we onze bagage kwijt zijn en we onze instapkaart op zak hebben gaan we nog vlug een kleinigheid eten en drinken. Het duurt nogal wat vooraleer we besteld geraken en eens we het bestelde hebben binnengewerkt stappen we door de pascontrole. We vertrekken in de nieuwe vertrekhal die echter op een afstand ligt van een klein kwartier stappen. Aan de veiligheidscontrole moet ik even terug want mijn sleutelbos laat het alarm afgaan. Ook Lea heeft blijkbaar problemen met de metalen ritssluiting van haar trui. Zij moet haar jas uittrekken en deze in een afzonderlijk detectietoestel deponeren. Daarna moet ze even in een hokje met een vrouwelijke beambte die haar met een detector aftast. Uiteindelijk kunnen we dan toch doorlopen en plaatsnemen in de zetels van de vertrekhal. Na een 10-tal minuten stellen we vast dat Lea haar jas niet meer heeft (een bodywarmer – jas zonder mouwen). Eerst denken we dat we die vergeten hebben daar waar we koffie dronken. Ik ga bij de man van Thomas Cook die de uitgang bewaakt en die tracht het telefoonnummer van de koffiebar te achterhalen, wat niet al te gemakkelijk lukt. Plots herinneren we ons dat de jas achterbleef aan de veiligheidscontrole. De bediende wijst me de weg naar de lift alwaar ik twee verdiepingen lager de veiligheidscontrole kan vinden en hopelijk ook de jas. Ik loop nog vlug in de aangewezen richting maar kan de bewuste dienst niet onmiddellijk vinden. Ik keer terug naar de vertrekhal omdat ik denk dat het instappen reeds begonnen is. Mijn vermoeden is juist en we stoppen onze zoektocht naar de jas waarin niets van belang in zit. Bij onze terugkomst zullen we deze proberen te recupereren bij de dienst gevonden voorwerpen van BIAC.

Om 6.25 u stappen we het vliegtuig in, een Airbus, waarvan de motoren gestart worden om 7 u. Het vliegtuig heeft 2 x 3 zitplaatsen op een rij. We zitten op de 9de rij en ik zit aan het raam. Het toestel is uitgerust met kleine tv-schermen waarop men de veiligheidsvoorschriften uitlegt en ook films kan vertonen. Het is 7.10 u wanneer het vliegtuig van de grond komt. Omstreeks 8 u vliegen we over de besneeuwde Alpentoppen die reeds veel van hun sneeuw verloren hebben. Om 8.30 u meldt de gezagvoerder dat we over Rimini (Italië) vliegen en vervolgens over de Griekste eilanden zullen vliegen. Ik verzet mijn uurwerk want de Griekse tijd verschild 1 uur van de onze (9 u wordt 10 u). Onderweg krijgen we een lichte maaltijd voorgeschoteld. Op de vlucht zitten een aantal heel jonge kinderen die het op het einde van de reis wat lastig kregen. De aankomst is voorzien om 11.20 u (plaatselijke tijd).

Precies op het voorziene uur landen we op het vliegveld van Iraklion. Deze luchthaven wordt enkel door chartervluchten aangedaan, geen lijnvluchten. Het is er zeer druk daar het gebouw wat naar de kleine kant is om al de bezoekers te ontvangen (men is bezig met bijbouwen). We moeten even wachten op de valiezen. Eens we die hebben gaan we naar de uitgang alwaar we worden opgevangen door de stuwards en de hostessen van Thomas Cook. Die wijzen ons de juiste bus aan (iedere bus heeft een nummer) die zal instaan voor de transfer naar het hotel. Het is licht bewolkt en het is 20 graden. Wij moeten nog een afstand van een kleine 80 km afleggen van Iraklion[1] naar Rethymnon en dit grotendeels via de kustweg E 75 die men hier een “snelweg” noemt maar in vergelijking met onze wegen nog niet eens het statuut van expresweg zou krijgen. Het is trouwens de enige zogenaamde snelweg van Kreta. Hij loopt van het oosten naar het westen van het eiland langsheen de noordkust. Vanaf ongeveer halfweg worden hier en daar hotels aangedaan om de nieuwe hotelgasten te laten uitstappen. Wij zijn de laatste van de ganse bus die onze bestemming bereiken, dit samen met een viertal afkomstig uit Boom. Het is dan ca 15 u.

Aan de receptie wordt de logementfiche ingevuld en krijgen we kamer 421 (op de 4de verdieping) toegewezen. Ik huur tevens een kluis en moet, naast de huurprijs, een waarborg voor de sleutel betalen. De receptionist heeft blijkbaar geen goede dag want terwijl hij met ons bezig is wordt hij diverse keren opgebeld door een lastige klant. Door de vermoeidheid heb ik niet door dat ik waarschijnlijk bij het betalen van de kluis € 5 teveel betaal. Ik veronderstel dat dit niet opzettelijk gebeurd is maar dat de receptionist door het herhaald bellen van de lastig klant een beetje het noorden kwijt is want voor de rest van ons verblijf aldaar hebben we geen andere onfrisse praktijken ervaren, noch in het hotel, noch ergens anders op Kreta.

Het hotel is gelegen vlak aan de “haven” van Rethymnon. Haven is wel een groot woord want het is een ruime parking waar een ferryboot van de Aneklines aanlegt. Die vertrekt ’s avonds om 20 u naar het Griekse vasteland, meer bepaald naar Pireus, alwaar hij aankomt om 6 u in de ochtend. Om 20 u vertrekt in Pireus een andere ferryboot richting Rethymnon. Naast de haven is er ook een gewone betaalde parking. Voor het hotel loopt een weg die van de oude stad richting Fortezza (het oude fort) loopt. Naast het hotel zijn een aantal café die vooral bezocht worden door universiteitstudenten (Rethymnon is een universiteitstad). Vooral in de weekends is het er druk en een “place to be” voor de jongeren. Vanuit onze kamer en het terras hebben we zicht op de zee, een deel van de Fortezza en een deel van de nieuwe stad langsheen de kust. Wanneer de avond valt (hier is dit reeds omstreeks 20.30 u) genieten we van het uitzicht met de tintelende lichtjes. De kamer is eenvoudig, zonder veel franjes maar netjes. Op het terras zullen we dikwijls van het uitzicht op de zee en de omgeving genieten. Sinds ons ontbijt in het vliegtuig hebben we nog niets gegeten. Nadat we onze valiezen hebben leeggemaakt en ons wat ingericht hebben gaan we iets eten om de hoek van het hotel (een pita met kip en wat friet). Een winkel om wat fruit te kopen vinden we niet open. Eerst denken we dat dit komt doordat het zondag is maar later blijkt dat op de meeste dagen de winkels sluiten om 14 u en dan terug opengaan rond 17.30 om dan openblijven tot 22 u. Wel kunnen we in een klein winkeltje wat appels kopen. Eens terug in het hotel nemen we een bad en schrijf ik op het terras mijn eerste bladzijden van dit reisverslag, ondertussen genietend van de warme namiddagzon. Om 17.30 u maken we een korte wandeling in de omgeving.

Het avondeten kan men gebruiken tussen 19 u en 22 u en het ontbijt van 7.30 u tot 10 u. In dit hotel (Ideon) kan er ’s middags niet gegeten worden maar in de omgeving kunnen die welke het wensen zich lazarus eten in de talrijke restaurantjes in de smalle straatjes van de oude stad. Het avondeten bestaat uit een voorgerechtenbuffet (steeds is er soep, een pastagerecht – de spagetti is er overheerlijk – en diverse salades waaronder enkele klaargemaakt met Griekse yogurt), een hoofdgerecht dat opgediend wordt en een nagerechten buffet. Het eten is er van uitstekende kwaliteit naar de Griekse traditie. Al lachende zeg ik tegen de dienster, wanneer ze vraagt of het eten lekker is, “dat het eten niet goed is…voor onze lijn”. De dranken kan men ofwel onmiddellijk afrekenen of op het einde van het verblijf.

Na het avondeten lopen we naar het Venetiaanse haventje alwaar de kelners je proberen te overhalen iets te eten of te drinken. We laten ons in de met zachte kussens beklede rieten zetels zakken en drinken er een ijskoffie (“lait frappé”) koude koffie waarin lucht is ingeblazen waardoor hij luchtig wordt en voorzien is van ijsblokjes. Ikzelf verkies een “nescafe” – een gewone (oplos)koffie dus – dit in tegenstelling met de Griekse koffie, die zeer sterk is en uit een tas gedronken wordt die iets groter is dan een vingerhoed. De feeërieke verlichting van de restaurants en het haventje maakt het ons moeilijk om op te stappen. Maar het was een lange dag en het wordt hoog tijd dat we het bed uitproberen. Even verderop is een motorwedstrijd bezig die voor wat lawaai zorgt maar op de kamer hebben we er geen last van gezien de dubbele afsluiting tussen het terras en de kamer (een schuifdeur en een gewone deur na elkaar).

Op het terras vul ik mijn reisverslag aan, ondertussen genietend van het uitzicht op de zee. De ferryboot vertrekt deze avond met 10 minuten vertraging, om 20.10 u, naar Pireus. De volgende dagen zullen we zien dat die soms drie kwartier te laat vertrekt als er moet gewacht worden op een vrachtwagen die nog mee moet. Bij het vertrek laat de boot vier keer de misthoorn weerklinken en denken we onwillekeurig aan het liedje: ”Die weisse möwen von Pireus..” We zijn al aan het indommelen wanneer we nog even gewekt worden door het eindvuurwerk van de motorwedstrijd aan de haven. Nergens is er hier een thermometer te vinden zodat het moeilijk te weten is hoe warm het is. Blijkbaar maakt niemand zich hierover zorgen …dus wij ook niet.

Maandag 3 mei 2004 – 2de dag

6.30 u: opstaan

7.00 u: terwijl Lea nog bezig is in de badkamer loop ik even naar de aanlegplaats van de ferryboot. De parkeerplaats ernaast is betalend: € 2 overdag en € 2,5 ’s nachts.

7.15 u: we gaan ontbijten. Het ontbijt is in buffetvorm en er is van alles en nog wat: kaas, vlees, een viertal soorten brood, eieren, fruitsap, granen in allerlei soorten, cake (die zeer lekker is), enz. Het eerste Griekse woord dat over onze lippen komt is: kali méra (goedendag).

9.30 u: we gaan op verkenning in het oude stadsdeel van Rethymnon. Via internet (www.rethymnon.gr) heb ik een Duitstalige rondleiding kunnen bemachtigen. Deze brengt ons langsheen de voornaamste bezienswaardigheden: een oude stadspoort (de enige die nog is overgebleven), een minaret uit de Turkse tijd, de Rimondi fontein en diverse versierde deuromlijstingen uit de Venetiaanse periode, de 5 bronnenfontein, en de pittoreske smalle straatjes. Al gauw wordt ons duidelijk waarom de straatjes zo smal zijn. Ze brengen namelijk verfrissing. In de ochtend kan het tamelijk warm zijn op Kreta maar omstreeks de middag brengt een zachte wind wat verkoeling. De smalle straatjes krioelen van de winkeltjes. Vooral lederwaren en juwelen zijn gegeerd bij de toeristen. Wij hadden gehoord dat men net zoals in Turkije ook hier op de prijs kon afbieden maar al vlug ervaren we dat dit slechts in zeer beperkte mate kon en dan nog als men verschillende zaken samen koopt. Van het rondslenteren krijgt men dorst en in een van de straatjes vleien we ons neer op een met groen overdekt terras. Bij onze bestelling wordt hier spontaan een glas water aangeboden. De beleefheid wil dat men minstens even aan het glas nipt maar door de warmte hebben we er geen moeite mee de “beker tot op de bodem te ledigen”. Na een sanitaire stop in het hotel, de Kretenzische olijfolie die bekend staat als de beste ter wereld, doet duidelijk haar werk, doen we nog wat boodschappen. Op het terras van de kamer eten we een meegebrachte belegde sandwich en rusten wat uit. Het hotel heeft langs de achterzijde een ruime binnenplaats met een zwembad en ligstoelen. Het is er verrassend stil en rustig, dit in tegenstelling met de voorkant waar het lawaaierig is. Ik probeer het zwembad. Het water is niet verwarmd maar door de goede omgevingstemperatuur is dit ook niet nodig. Nadien genieten we nog wat aan de rand van het zwembad van de zon. Er is niemand aan het zwemmen en we zien een vleermuis die in de vlucht herhaalde keren water schept.

Rond 16 u zetten we onze wandeling verder die we deze morgen onderbroken hebben. Om terug in te pikken op de plaats waar we gestopt waren lopen we rond de Fortezza en bewonderen we de in bloei staande wilde bloemen. Mei is de maand bij uitstek om alles in bloei te zien. Tijdens onze wandeling lopen we een bakkerij binnen waar men filliadeeg maakt, dit is een zeer dunne bladerdeeg die ook tegenwoordig veel bij ons gebruikt wordt om er gerechten in klaar te maken. De vellen meten 2 meter op 2 meter en worden van elkander gescheiden door een jutedeken. De oude vrouw, blijkbaar de bazin, wenkt ons binnen om eens te kijken maar al vlug probeert ze ons reeds voorverpakte gebakjes aan te smeren. Op het einde van de wandeling zoeken we een terrasje op en drinken er een “nescafé” en een limoenensap. Nog even slenteren we rond het oude haventje en zoeken dan het hotel op voor een verfrissend bad en het avondeten.

Kali spéra (goedenavond).

Na het avondeten probeer ik enkele prentkaarten te versturen. Ik moet nogal wat zoeken naar een brievenbus. Ik vind er een in een onooglijk straatje die op 2 meter hoogte hangt. Ik riskeer mij de prentkaarten hierin te deponeren en wonder boven wonder blijken die achteraf allemaal ter bestemming gekomen te zijn.

Kali nichta (goedenacht).

Dinsdag 4 mei 2004 – 3de dag

6.30 u: opstaan. Ik maak er een gewoonte van, terwijl Lea nog bezig is in de badkamer, even tot aan de pas aangekomen ferryboot te lopen.

7.30 u: ontbijten tot 8.10 u

9.00 u: maken een wandeling langs de wat verderop (richting oosten) gelegen strand en strandpromenade. Aan het begin van de promenade vinden we de winkel van Thomas Cook. We keren terug via de oude stad en kopen er 2 handtassen en twee broeksriemen. In een bakkerij, hier staat de bakoven in de winkelruimte, kopen we een 4-tal croissants. Stilaan komt er meer en meer wind en de zon verschuilt zich af en toe achter de wolken. Soms zijn de windvlagen zeer krachtig en toch kan men in zijn zomerkledij blijven lopen daar het een warme wind betreft. Om 11.30 u hebben we (de pas aangekomen gasten) een afspraak met de hostess van Thomas Cook in de bar van het hotel. Zoals gebruikelijk geeft ze ons wat tips en kunnen we bij haar uitstappen bestellen en betalen. Ze vertelt ons weinig nieuws daar we ons zelf degelijk gedocumenteerd en voorbereid hebben op deze reis. Haar tijd is echter beperkt want ze moet reeds een half uur later in een ander hotel andere pas aangekomen gasten begroeten. Toch maken we een afspraak en betalen we een drietal uitstappen (voor donderdag een uitstap naar het zuidwesten van Kreta, voor vrijdag naar Chania en voor zaterdag een Kretenzische avond in de bergen in het midden van het eiland). Ik had eerst voor zondag plannen gemaakt om de kleine Samariakloofwandeling mee te doen maar ik vrees dat het zaterdagavond wat laat zal worden.

’s Middags eten we iets op het terras van onze kamer en ondertussen komt de poetsvrouw langs om de kamer te poetsen.

Na de middag bezoeken we de Fortezza, het oude fort van Rethymnon, dat vlakbij het hotel ligt. Voor de toegang betalen we 2 x € 3. Het is een vrij groot fort en op verschillende plaatsen is men aan restauratiewerken bezig onder andere aan de Turkse moskee.

Het is 14.30 u wanner we terug aan de uitgang zijn. Soms steken er hevige windvlagen op (ik schat zelfs windkracht 7 of 8), maar de wind voelt warm aan. Ik wil nog het archeologisch museum aan de ingang bezoeken, maar dat sluit om 15 u, dus te weinig resterende tijd. Via een omweg keren we terug naar het hotel en rusten onderweg wat uit op een terras van een restaurantje in een smalle straat. We drinken er een vers fruitsap en een koffie. Spontaan wordt ons een klein gebakje aangeboden, om te proeven, gevuld met kaas en overgoten met honing. Tevens maakt de uitbater reclame voor zijn zaak en zegt dat hij lekker verse roodbaars heeft. We geloven hem wel maar we hebben ons avondmaal in het hotel.

Eens in het hotel duik ik in het zwembad, windvlagen of niet. Voor het avondeten maken we nog een kleine wandeling in de omgeving. Normaal zouden we deze namiddag met een boot meegevaren hebben maar wegens de wind hebben we hiervan afgezien.

Na het avondeten maken we nog een wandeling in de kleine gezellige verlichte straatjes. Ondanks de zon reeds is ondergegaan is het er nog behoorlijk warm. Ondertussen is de wind nagenoeg gaan liggen waardoor het niet meer afkoelt. Terug in het hotel proberen we te slapen maar blijven we nog wat napraten tot omstreeks 23.30 u

Woensdag 5 mei 2004 – 4de dag

6.00 u: ik ben al wakker maar blijf nog wat liggen tot 7.00 u. Dit is een van de schaarse keren dat ik het tv-toestel op de kamer inschakel. In Athene zouden er 3 kleine bommen ontploft zijn, zonder gewonden.

Het is bewolkt en we hebben het vermoeden dat het zo de ganse dag zal blijven. De temperatuur is uitstekend. We besluiten een auto te huren voor één dag. We stappen naar de strandpromenade en vinden er een verhuurbedrijf van wagens en bromfietsen. Er zullen wel meer van deze bedrijfjes zijn maar we nemen het eerste de beste. We doen nog een poging om € 5 af te bieden op de prijs van € 35, wat ons niet lukt. Even voor 10 uur kunnen we vertrekken met “onze” Fiat Ceicento. In de loop van de dag zal het ons opvallen dat er tientallen van dergelijke wagentjes de Kretenzische wegen vullen. De meeste zijn huurwagentjes (ik noem ze “huurlingen”). We nemen de “snelweg “ E 75 richting van Iraklion om dan even voor Stavromenos af te slaan naar het zuiden, naar het Moni Arkadiou (het klooster van Arkadi). We bezoeken het klooster en de kerk. Net zoals op veel plaatsen is men druk bezig met restaureren. De toegangsprijs bedraagt € 2. In de kloostergang zien we een kattin die haar jong aan het zogen is. Zij is van de soort “tijgertype “, grijs met donkere en blekere strepen en doet ons denken aan onze Boldo thuis. Na het bezoek keren we terug richting van de snelweg E 75. In Kiriana stoppen we even om een boer met zijn muilezel te filmen (nadat we hem de toestemming hadden gevraagd). Muilezels worden hier door de boeren nog regelmatig gebruikt. Even verder rijden we voorbij een barakkenkamp (zigeuners?). We rijden via ons hotel en zoeken vervolgens de weg naar Armeni. Na een tweetal keer navraag te hebben gedaan vinden we de goede weg. De weg vragen aan een Kretenzer kan soms problematisch zijn. Steeds wordt je vriendelijk geholpen…ook als ze het antwoord op je vraag niet weten en er dus zomaar iets uitflappen. Nochtans hebben we hiermee nergens moeilijkheden gehad. In Armeni bezoeken we een archeologische site van een laat-Menoïsche begraafplaats. De muren van de toegangen naar de grafkamers, één van die kamers meet ongeveer 3 m op 3 m, lopen conisch smaller naar boven toe (dit doet denken aan de Egyptische piramiden). Na dit bezoek rijden we verder naar het zuiden, naar het Moni Preveli (het klooster van Preveli). Dit plaatsje ligt aan de zuidkust. Onderweg rijden we door een prachtig berglandschap. Vooral de Kourtallotiko Canion munt uit in ruwe schoonheid. De hoogste berg is daar 984 meter. Daarentegen is de hoogste berg van Kreta, de Psiloritis, 2456 meter hoog. Het landschap doet denken aan de Alpen maar de begroeiïng is totaal anders. Naaldbomen komen hier bvb nagenoeg niet voor. Het klooster van Preveli bezoeken we niet maar van op de parking heeft men een mooi uitzicht op de kust. Vervolgens rijden we enkele kilometers in de richting van het binnenland en slaan dan af naar het kustplaatsje Plakias. Dit plaatsje bestaat hoofdzakelijk uit hotels en andere verblijven voor toeristen en restaurants. Het heeft een smal strand waartegen de golven uiteenspatten. In een taverne (taberna) – de naam kafenion wordt steeds minder gebruikt – drinken we een koffie en een fruitsap (€ 2 en € 2,5). Vooral aan de kustplaatsen en –plaatsjes zijn de prijzen aan de hoge kant. Van de kust weg, in het binnenland, kan je nog goed eten voor een treffelijke prijs. Rond 16 u vatten we de terugweg naar Rethymnon aan via de zelfde weg. Dit geeft ons de gelegenheid het gebergte eens in de andere richting te bekijken. Even voor Rethymnon tank ik de auto halfvol. Huurwagens worden in de regel afgeleverd met een halfvolle tank en de huurder moet bij de teruggave de tank tot hetzelfde pijl terug vullen. Het bijvullen kost ons € 11,50. Ik rijd via het hotel, laat Lea daar uitstappen met onze spullen, en breng alleen de wagen terug. Hiervoor moet ik wel een ommetje maken wegens de eenrichtingsverkeerstraten en moet ik het avondspitsuur trotseren. Wonderwel vind ik de weg zonder verdwaald te geraken. Eens de wagen terug gegeven is het nog een goede 5 minuten stappen naar het hotel.

Na een verfrissende douche werk ik op het terras mijn reisverslag bij. Ondertussen wordt ik geplaagd door tientallen kleine dondervliegjes. Het weer is nog steeds bewolkt maar de temperatuur blijft goed. Er is dus iets op komst, maar wat weten we niet. Even worden de straten vochtig maar er valt te weinig regen om ze gans nat te leggen. Dit is trouwens de enige regendruppels die we gedurende ons 12-dagenverblijf op Kreta zullen zien. Zonder voorafgaande planning is het een aangename en interessante dag geworden waarbij we kennismaakten met de bergen van het eiland.

19.00 u: avondeten en rond 21.00 u onder de wol.

Donderdag 6 mei 2004 – 5de dag

06.00 u: ik kijk even naar buiten en zie dat de ferryboot nog niet is aangekomen. Deze heeft duidelijk een vertraging opgelopen want om kwart voor negen is die er nog niet. Ik maak, zoals gebruikelijk, een kleine wandeling en bemerk tot mijn verbazing dat alles (de auto’s, de straten, de zonneschermen, de terrassen, enz.) bedekt zijn met een laag woestijnzand. Het is onmogelijk zo in een auto te stappen en weg te rijden want het is onmogelijk om door de ruiten te kijken. Door de luchtvochtigheid kleeft het goedje nog aan alles en nog wat vast. Ik vraag na of ze dit hier gewoon zijn. Men weet mij te vertellen dat dit zich zo’n 2 a 3 keer per jaar voordoet. De ganse voormiddag wordt er gepoetst dat het een lust is. (Op maandag 17 en dinsdag 18 mei – dus anderhalve week later - komt ook in Gent het resterende zand van de woestijnstorm uit de lucht vallen. Dit merk ik wanneer ik de koer opveeg.)

07.15 u: we gaan iets vroeger ontbijten om tijdig klaar te staan om opgepikt te worden voor de uitstap. Het weer is goed, de zon schijnt en de zwoelte van gisteren is verdwenen.

08.40 u: de bus pikt ons stipt op het voorziene uur op en we rijden via de snelweg richting Chania (dus in westelijke richting). Hier en daar worden er aan hotels toeristen opgepikt die meegaan op de uitstap. Aan een bepaald hotel moeten we 10 minuten wachten op een koppel dat maar niet komt opdagen. Ten lange laatste vertrekken we zonder hen maar even later krijgt te gids op haar gsm het bericht van het reisagentschap dat we moeten terugkeren om het koppel op te pikken. Met een kleine vertraging beginnen we aan onze uitstap. Die gaat via de haven van Souda, die dienst doet als de haven van Chania en die 12 km lang is en 3 km breed. Het is tevens een NAVO-basis die, behalve de oorlogsschepen, nagenoeg volledig onder de grond steekt. Voorbij Chania en even voor Kolimbari slaan we links af en rijden via een smalle weg langsheen ravijnen in de richting van de zuidwestkust. Onderweg stoppen we even in Elon voor een plaspauze en om wat proviand in te slaan. In de bus zitten Nederlands-, Frans- en Duitstaligen zodat de gids alles drie keer moet vertellen (uiteraard spreekt ze ook nog Grieks). Bij het opstappen en met het oog op de tocht langsheen haarspeldbochten en ravijnen drukte ze de passagiers op het hart dat er in voorkomend geval kotszakjes te verkrijgen waren. Zij deed dit zo uitvoerig, en dan nog in de drie talen, dat het me niet zou verwonderd hebben als er passagiers waren die reeds een bepaalde behoefte voelden opkomen. Dicht bij de kust aan de zuidwesthoek van het eiland bereiken we het Moni Chrisoskalitisas en brengen een bezoek aan dit kraaknette en op een pittoreske plaats gelegen kloostertje. Vanaf dit klooster heeft men een panoramisch zicht op de kust en de Libische Zee. Er leven daar amper nog twee monniken (“monarchon” wil zeggen “persoon alleen”). In de (Grieks) Orthodoxe Kerk mogen de monniken niet gehuwd zijn maar kan een man enkel priester (in een parochie) worden als hij gehuwd is. Na dit bezoek rijden we nog enkele kilometer zuidelijker naar het kustplaatsje Elafonisi. Een 300 meter voor het strand laat men ons uitstappen aan de enige taverne die het plaatsje rijk is. Hier kan iets gegeten en gedronken worden. De afstand naar het strand wordt te voet afgelegd. We hebben wel onze badpakken niet mee maar pootjebaden is ook al plezant. Het zeewater voelt op bepaalde plaatsen lauw aan. Met een badpak kan men waden naar enkele kleine eilandjes voor de kust. Hier is geen gevaar om ingesloten te geraken want de Middellandse Zee heeft hier nagenoeg geen getijdenwerking. Om 15.45 u is de afspraak om terug te vertrekken. Iedereen is ruimschoots op voorhand in de bus aanwezig, behalve een Duits koppel dat waarschijnlijk de show wil stelen en hiervoor waarschijnlijk een chronometer hanteren, want minutenlang, zittend op een stuk rots, blijven ze het zand van tussen hun tenen halen. Stipt om 15.45 u, onder de verwonderde ogen van de andere ongeduldig wachtende passagiers, stappen ze eindelijk toch de bus in.

Via dezelfde weg keren we terug en stoppen we aan een vrij grote grot met druipstenen. Er is ook een kleine kerk in de grot gebouwd. Om de grot te bezoeken moeten 260 treden beklommen worden. Lea wacht beneden in de, aan de weg gelegen, taverne en ik bezoek de grot. Na nog iets gedronken te hebben gaat het richting ons hotel. In Chania stapt de vrouwelijke gids uit want die woont daar. Buiten haar goede talenkennis en het aframmelen van enkele cijfers hebben we weinig van haar opgestoken. Een beetje meer uitleg over de levensgewoonten en de volksgebruiken zou interessant geweest zijn.

18.50 u: aankomst aan het hotel.

21.30 u: slapen

De vele skeletten van huizen op Kreta

Overal op het eiland tref je tientallen betonnen skeletten van huizen aan zonder dat er andere bouwactiviteiten merkbaar zijn. Om een bouwvergunning in handen te krijgen is een Kretenzer niet vies om de gepaste (politieke) vrienden aan te spreken. Eens de bouwvergunning is afgeleverd wordt vliegensvlug het betonnen skelet van het huis opgetrokken (meestal enkel van de onderste verdieping). Eens dit is gebeurd kan volgens het Griekse recht de eigenaar niet meer tot afbraak verplicht worden zelfs al zou achteraf blijken dat de bouwvergunning ten onrechte werd afgeleverd. Eens het skelet er staat neemt men rustig de tijd om de rest van het gebouw af te werken.

Een ander fenomeen is dat je dikwijls een afgewerkte onderste verdieping van een huis ziet waar bovenop 50 cm lange betonijzers uitsteken. De uitleg is eenvoudig. Men bouwt de onderste verdieping met de fondsen die men ter beschikking heeft. Meestal ontbreekt het geld om de eerste verdieping te bouwen en wacht men, soms jarenlang, tot wanneer er weer voldoende zaad in het bakje is om verder te doen.

Toiletten

In heel wat toiletten op Kreta tref je een zelfklever boven de spoelbak aan die je vraagt om geen toiletpapier in het toilet te gooien en door te spoelen. Nog heel wat toiletten hebben een smalle afvoerpijp waardoor het niet denkbeeldig is dat het papier een verstopping zou veroorzaken. In alle toiletten treft men een afvalemmer aan. In het beste geval is het er een in kunststof en met een deksel op. In veel gevallen is het een primitieve emmer zonder deksel maar steeds voorzien van een plastiek afvalzak. Dat het in sommige weinig verluchte toiletten onfris ruikt zal wel niemand verwonderen. Wel moet er eerlijkheidshalve aan toegevoegd worden dat er heel wat beterschap merkbaar is. Net zoals in Turkije, waar de toestand van de openbare toiletten soms erbarmelijk is, zie je op plaatsen waar veel toeristen langskomen nieuwe hygiënische toiletten verrijzen. In Turkije is het zo dat veel toeroperators hun halteplaatsen uitkiezen aan de hand van het al dan niet aanwezig zijn van een net toilet. Ook op Kreta is deze tendens waarneembaar.Maar dit alles mag zeker geen reden zijn om Kreta niet te bezoeken.

Vrijdag 7 mei 2004 – 6de dag

06.00 u: opstaan.

06.50 u: ontbijten. Gezien het vroege uur is nog niet alles van het ontbijtbuffet aanwezig maar er is voldoende voorhanden.

08.20 u: op het afgesproken uur komt de bus ons ophalen aan het hotel. We nemen de richting van Chania maar voorbij Georgiupoli slaan we af naar Vamos alwaar we een bezoek brengen aan een deel van het oude dorp en een klein volkskundig museum. De bus die ons tot hier brengt is een dubbeldekker van Neckerman. We hadden ons als afgevraagd of je met dit buitenmaats voertuig wel veilig over de smalle wegen kan. Bij het binnenrijden raakt de bus, die stapvoets rijdt, de betonnen onderkant van een vooruitstekend balkon. Twee ruiten van de bovenverdieping sneuvelen en een passagier loopt door de glasscherven een kleine snijwonde op. Het is nu wachten op een nieuwe bus want met deze kan er niet verder worden gereden. Het probleem is dat het net vrijdag is en er zeer veel transfers naar de luchthavens moeten gebeuren. We moeten dus een uurtje langer wachten dan voorzien. Ondertussen lopen we een winkeltje binnen waar een vrouw aan het kantklossen is en de vruchten van haar arbeid verkoopt. In een bakkerij kopen we enkele pas uit de oven gekomen stokbroodjes. Wanneer we even later iemand naar deze bakkerij verwijzen die graag ook zo’n broodjes zou willen kopen blijken die allemaal verdwenen te zijn en wijst de bakkerin gelijkaardige broodjes aan die reeds verpakt zijn. Al gauw heb ik door dat ze de verse broodjes had laten verdwijnen om de iets minder verse toch nog aan de man te kunnen brengen. Op het terras van een kafenion geraken er sommige van ons aan het converseren met een 66-jarige Kretenzer. De man kent niet anders dan zijn taal en wij kennen de zijne niet, dus is het vooral behelpen met gebarentaal. Wonderwel lukt dit nog ook. Wanneer de vervangbus is aangekomen vertrekken we in de richting van Chania. Onze vrouwelijke gids, van Nederlandse afkomst, die reeds 12 jaar op Kreta woont en gehuwd is met een Griek, is beter op de hoogte dan die van gisteren. Wel is het spijtig dat ze haar kennis op een dergelijke monotone wijze brengt dat het op den duur lastig wordt om naar haar te luisteren. Van een ferme “zaag” gesproken. In Chania brengen we een kort bezoek aan de Venetiaanse haven. Deze is groter dan die van Rethymnon en hier mogen er geen bootjes aangemeerd liggen. Een van de straatjes in de buurt van de haven is bevolkt met winkeltjes die uitsluitend lederwaren verkopen. Chania heeft tevens een overdekte markt waar we even door lopen. Het is behoorlijk warm op dit ogenblik van de dag (namiddag) en de wind brengt nauwelijks afkoeling. Om te genieten van de prachtige omgeving van het haventje met zijn vuurtoren, strijken we neer op een van de terrasjes om er iets te drinken. De lucht is diepblauw. Voor we de bus opzoeken maken we een kleine wandeling langsheen de kaaimuren waar paardenkoetsen op toeristen wachten. Na Chania is de volgende stop het grafmonument van Eleftherios Venizelos, op het schiereiland Acrotiri, van waaruit men een prachtig uitzicht heeft op de zee en de omgeving van Chania. Deze Kretenzische politicus bracht Kreta bij Griekenland en was jarenlang Eerste Minister van Griekenland. De laatste stop van de dag is het rustige kustplaatsje Georgioupoli. Van hieruit heeft men een goed zicht op de nabij gelegen “Witte Bergen” (Katsiveli – 2453 meter – 2de hoogste berg van Kreta) die hun naam niet danken aan de sneeuw waarmee ze ’s winters bedekt zijn maar door het kalkgesteente waaruit ze bestaan.

19.00 u: aankomst aan het hotel.

Na het avondeten bellen we even naar Marijke. Boldo schijnt 4 dagen vermist geweest te zijn maar is nu terug na een telefoontje van iemand uit de buurt.

Zaterdag 8 mei 2004 – 7de dag

Afgelopen nacht was er wat lawaai in de gangen van het hotel. Blijkbaar moest iemand midden in de nacht zijn of haar leven vertellen.

07.00 u: wakker maar sta pas op om 7.30 u. Ik maak een kleine wandeling.

08.00 u: ontbijt.

Nu is reeds te voorzien dat het een warme dag zal worden. We maken nog maar eens een wandeling in de kleine straatjes van de oude stad. Dit verveelt nooit door de afwisseling. We lopen tot aan het begin van de strandpromenade maar de koffie van deze ochtend noopt ons even het hotel aan te doen. Nergens zagen we hier een openbaar toilet, ook niet op de rest van het eiland. Vervolgens zetten we onze wandeling verder en kopen een lederen riem voor Marijke naast enkele andere boodschappen (fruit en enkele flessen water).

11.00 u: installeren ons aan de rand van het zwembad van het hotel. Hier is het rustig in tegenstelling met de voorkant. Vooral de cafeetjes naast het hotel worden tijdens de weekends bevolkt door de jeugd van Rethymnon. De stoerdoende knapen doen niets liever dan met hun auto met gierende banden te vertrekken. Maar hier aan het zwembad dringt het geluid van de voorkant niet door en kan men rustig naar de azuurblauwe lucht liggen staren op een ligzetel. Een briesje laat zachtjes de takken van de palmbomen wiegen. Af en toe neem ik een duik in het zwembad. En voor de rest: “dolce farniënte”. Rond 13 u gaan we naar de kamer en eten er iets op het terras dat we meebrachten van de wandeling. De rest van de namiddag brengen door op het terras van de kamer en aan het zwembad.

17. 00 u: de bus komt ons ophalen om ons naar het dorpje Axos, aan de voet van de Kreta’s hoogste berg de Psiloritis, te brengen voor het bijwonen van een Kretenzische avond. Het dorpje ligt op een hoogte van 550 meter en de weg die er naartoe loopt is zeer bochtrijk. Het landschap is indrukwekkend. We vragen ons af hoe de buschauffeur het er zal van afbrengen wanneer het straks pikdonker zal zijn bij de terugkeer. Ondertussen geeft de gids ons enkele cijfers: Iraklion (hoofdstad van Kreta) 160.000 inwoners, Chania 80.000 inw., Rethymnon 30.000 inw. en Agios Nicolaos 10.000 inw.

18.45 u: aankomst in Axos. We stappen uit 300 meter voor de tarverne waar we moeten zijn. De bedoeling is ongetwijfeld dat we kennismaken met het dorp en om ons aan te zetten iets te kopen in de plaatselijke winkeltjes. Bij de ingang van de taverne wordt iedereen een glaasje raki aangeboden. Dit is een plaatselijk gebruik. De tarverne heeft ook een ruime winkel waar streekproducten worden verkocht zoals honing, olijfolie, enz. Er wordt weinig verkocht. De plaatselijke bevolking moet zich toch eens afvragen hoe wij, met de beste bedoeling, bvb een blik van een liter olijfolie meekrijgen met het vliegtuig. Aan de ingang wordt tevens een foto genomen tussen een in klederdracht uitgedoste jongen en meisje. Bij het vertrek zijn de foto’s te koop aan de uitgang (€ 5). In de kostprijs is de maaltijd begrepen. Ze is niet zo rijkelijk als in het hotel maar ruim voldoende (voorgerecht: een bladerdeeg gebakje gevuld met kaas, daarna een salade met Griekse yoghurt, hoofdgerecht: varkenssaté – het varkensvlees smaakt veel beter dan bij ons waarschijnlijk door de natuurlijke kweekwijze - alles met witte of rode landwijn naar believen of water. De dansgroep bestaat uit 3 jongens en 3 meisje die de traditionele dansen brengen. De muziek doet aan de Turkse muziek denken (alhoewel men dit hier niet graag hoort) maar is wel een stuk uitbundiger. De leider van de groep is een uitstekend danser en heeft een dansschool. Wat later op de avond wordt het publiek aangezet mee te dansen. Op het einde van de avond gaat het meer de populaire toer op met enkele sirtakidansen. De leider van de groep haalt nog een stunt uit door op een drinkglas te gaan staan, op een been, dat op zijn beurt op een fles en een tafel staat. Een evocatie van een (dronken) Zorba de Griek besluit de avond. Een woord hebben we bijgeleerd: “yamas”, wat wil zeggen: “gezondheid”. Om 22.30 u worden de eerder op de avond genomen foto’s verkocht en wordt de terugreis aangevat. De chauffeur heeft (gelukkig) duidelijk niet van de raki geproefd want zonder moeite loodst hij de bus door de moeilijkste bochten in het pikdonker. We komen aan in het hotel omstreeks middernacht. Beneden ons is het een drukte van jewelste in en op de terrasjes van de studentencafés.

Zondag 9 mei 2004 – 8ste dag

06.00 u: word wakker maar bemerk dat dit stadsdeel zonder stroom zit. Ik blijf nog wat liggen tot 7.30 u.

08.15 u: ontbijten. De stroompanne blijkt opgelost te zijn. Tijdens het ontbijt valt de stroom nog enkele seconden uit.

Na het ontbijt maken we een kleine wandeling en brengen de rest van de ochtend door aan het zwembad.

11.45 u: gaan naar het haventje en betalen er een boottocht naar Panormo (2 x € 17). Vooraleer we vertrekken hebben we nog de tijd om een sandwich te verorberen zittend op een bank aan het havengebouwtje.

13.00 u: vertrekt de boot richting Panormo. Alle plaatsen in de boot zijn ingenomen onder andere door een groep gehandicapten. De boot haalt een behoorlijk hoge snelheid. Even voor Panormo varen we twee grotten binnen en varen vervolgens onder een “falaise” (een natuurlijke brug in rotssteen) door. Om 14.00 u stipt komen we in Panormo aan. Hier hebben we een uur de tijd om iets te drinken of te eten. Ik bestel een rijkelijk met honing overgoten baklava. Met een tiental minuten vertraging vertrekken we terug naar Rethymnon (de gehandicapten waren even te laat). Het weer is prachtig en er hangt een heel lichte nevel die voor een broeikaseffect zorgt. Het is zelfs mogelijk om op het achterdek te blijven zitten ondanks de wind.

Terug om 17.00 u. Eens terug in het hotel brengen we de rest van de namiddag door aan het zwembad.

19.00 u avondeten. Nadien bekijken we datgene dat we tot nu toe gefilmd hebben.

21.15 u: lichten uit.

Maandag 10 mei – 9de dag

07.00 u: opstaan

08.00 u: ontbijt

09.00 u: om de hoek van het hotel is er een autoverhuurbedrijfje. Gisteren hebben we daar reeds een auto gereserveerd. We betalen € 61 voor twee dagen (eveneens een Fiat ceicento). Dit is merkelijk goedkoper dan de prijzen van het verhuurbedrijf dat door het reisagentschap wordt aangeprezen. ’s Nachts kan ik de wagen gratis parkeren op het terrein van de haven, waar de ferryboot aanlegt. Wel wordt dit terrein afgesloten van zodra de boot vertrekt en gaat pas open de volgende ochtend wanneer de boot aankomt. We doen een rondrit doorheen het achterland van Rethymnon (toeristische gids Merian p. 161 e.v.). Even buiten de stad keren we op onze stappen terug om een apotheek te zoeken om er zalf te kopen voor Lea die spierpijn heeft in haar nek. Waarschijnlijk heeft ze gisteren een kou opgelopen tijdens de boottocht. Na een tweetal keer vragen vinden we een apotheek en we kopen er een tube pijnstillende zalf(Voltaren).

Voor de tweede keer vangen we onze rondrit aan. We rijden eerst in de richting van Chania en slaan dan af naar Atsipopoulos. Rijden vervolgens via Prines, het dal van Gonia en Kato Valsamonero met zijn kleine Agios Janniskerk. De sleutel van de kerk zou op 2 minuten gaans af te halen zijn maar we vinden de deur open. Vervolgens gaat het via Kaloniktis, Roustica, Agios Konstantinos, Agios Georgios, Zouridi, Argiroupoli, Kato Poros, Asigonia. Hier zijn, op een schaduwrijk plekje met watervalletjes, een viertal tavernen gevestigd. We eten er gegrilde kip met friet. Het terugkeren doen we via Kalikrates, Argiroupoli en Episkopi. De tocht loopt via stille dorpjes met kleine kerkjes en hier en daar een klein klooster. Af en toe moeten we de weg vragen wat zonder veel problemen verloopt. In Asigonia zien we een bord staan naar Kalikrates (12 km). Even verderop staat een man op zijn balkon en wijst de weg naar dit dorpje zonder dat we hem iets gevraagd hebben. Een beetje wantrouwig volgen we toch de aangeduide weg. Al vlug blijkt dat deze weg naar een bergtop gaat via talrijke haarspeldbochten. De weg is in goede staat maar wordt blijkbaar weinig bereden en is bezaaid met stukken steen die van de bergwanden zijn afgevallen. Het is uitkijken geblazen om de onderkant van de auto niet te beschadigen. Wanneer we ongeveer 2 km van de top zijn vind ik het welletjes en keren we terug op onze stappen van zodra we een geschikte plaats vinden waar we de wagen kunnen draaien. Onderweg laten we een geitenhoeder met zijn kudde passeren. In Episkopi volgen we de “old road” naar Rethymnon. Onderweg kopen we nog enkele flessen water. Omstreeks 16.30 u parkeer ik de wagen op het haventerrein. Lea moet even gaan liggen door de pijn in de nek. Tot nu toe heeft de zalf nog maar weinig geholpen. Het schokken van de wagen zal er ook geen goed aan gedaan hebben. Ondertussen ga ik nog een partijtje zwemmen.

Na het avondeten, dat uitzonderlijk volledig in buffetvorm is, is er een Kretenzische avond in het hotel zelf. Om 20 u begint een duo muzikanten te spelen, de ene op een synthesizer en de andere op een soort van luit en een mandoline (de juiste namen zijn: lyra en bouzoukia). Twee jongens en twee meisjes geven eerst een demonstratie van Kretenzische dansen en daarna van Griekse dansen, telkens in de gepaste traditionele kledij. De Kretenzische klederdracht bestaat uit een rijbroek (meestal kakikleurig) lederen laarzen en het typisch zwart hoofddeksel, in breiwerk, met franjes aan. Zoals de vorige keer zetten de dansers ook het publiek aan tot meedansen. Wegens de pijnlijke nek van Lea moeten we omstreeks 21.30 u afhaken.

Dinsdag 11 mei 2004 – 10de dag

06.30 u: opstaan.

07.20 u: ontbijt.

08.15 u: vertrekken met de huurauto. Lea’s spierpijn is reeds veel verbeterd. Via de “snelweg” rijden we van Rethymnon richting Chania. We nemen de eerste afslag naar links na de afslag naar Georgioupoli en rijden via Vresses en de Kare Canyon doorheen een mooi en afwisselend landschap naar Chora Sfakion (Hora Sfakion). Enkele kilometer voor dit kustplaatsje is er een taverne van waaraf men een panoramisch zicht heeft op een deel van de Imbroskloof. Ook een aantal bussen met toeristen stoppen daar, waaronder een bus met Fransen. Op dit uur van de dag wordt er weinig of niet geconsumeerd. Een van de Fransen stelt zich op een stoel van het terras van de taverne om een foto te nemen. De Kretenzische uitbater schiet plots in een “Franse koleire” tegen de toerist - fotograaf omdat die met zijn schoenen de stoel bevuilt. De ware reden zal wel zijn dat een buslading vol toeristen zijn terras overspoelden, niets verbruikten en bovendien nog de stoelen bevuilden. Met veel verontschuldigingen druipen de Fransen af.

Enkele minuten later komen we aan in Chora Sfakion. Dit plaatsje is vooral bekend bij de Samariakloofwandelaars. De bekendste kloof van Kreta ligt meer westelijk, begint aan het dorpje Samaria en eindigt aan het kustplaatsje Agia Roumeli. De afstand bedraagt 18 km waarvan het laatste uur onder een blakende zon. Dit is iets voor geoefende wandelaars. Men kan echter enkel de bewoonde wereld terug bereiken door in Agia Roumeli de boot te nemen naar Chora Sfakion. Zij die het wat voorzichtiger aan willen doen kunnen in Chora Sfakion in omgekeerde richting de boot nemen tot Agia Roumeli en daar dan in tegengestelde zin de laatste 5 km van de Samariakloof doen tot aan de zogenaamde IJzeren Poort. In feite worden dit ook 10 km heen en terug. We bekijken de uren van de boot. Die vertrekt om 10.30 u, 13 u, 16.45 u en 18 u (enkele richting). We zouden nog net meekunnen en ik zou dan eventueel Lea in Agia Roumeli kunnen achterlaten om de korte kloofwandeling te toen. Ik reken even uit dat we ten vroegste hier in Chora Sfakin kunnen terug zijn omstreeks 16.30 u. We beslissen echter deze wandeling voor een volgende reis naar Kreta voor te behouden. Daarentegen strijken we neer op een terrasje van waar we de boot kunnen zien vertrekken. We kopen er tevens enkele belegde sandwichen en even voor elf uur vertrekken we. Nog in het kustplaatsje zien we een wegwijzer naar het 12 km verder gelegen Anopolis. Tientallen haarspeldbochten van de kronkelige weg brengen ons steeds maar hogerop waarbij het uitzicht mooier en mooier wordt. Ook hier is het uitkijken voor de brokstukken die op de weg liggen. Uiteindelijk bereiken we de top en het plaatsje Anopolis dat slechts enkele huizen telt. Hier rijden we een wagen, van het pick-uptype, voorbij waarvan de bestuurder via een luidspreker zijn waren aanprijst. Het is een soort rijdende winkel van potten en pannen. “Als Mozes niet naar de berg komt, laat dan de berg naar Mozes komen” denkt men hier blijkbaar.

Eens op de top keren we terug naar beneden via dezelfde weg en ongeveer halfweg verorberen we onze sandwiches. Van hieruit heeft men een prachtig zicht op de kust en Chora Sfakion.

Eens beneden volgen we de wegwijzer naar Francokastello. De weg daarheen volgt ongeveer de kustlijn. Het plaatsje telt slechts enkele hotels en wordt overheerst door de Venetiaanse kasteelruïne. We lopen even tot op het kleine strand. Het is er zeer rustig. Vervolgens zetten we onze weg verder richting Plakias, waar we reeds eerder langskwamen. We stoppen er niet en volgen de weg naar het klooster van Preveli. Aan een taverne, met in de buurt een oude stenen boogbrug, stoppen we om een terrasje te doen. De weg vervolgen we naar Lambini en willen van hier naar Karines. Ik rij het eerstgenoemde plaatsje binnen zonder oog te hebben voor een op een betonnen muur geschilderde aanwijzing om links af te slaan naar Karines. Ik kom in de zeer smalle straatjes van Lambini terecht, amper breed genoeg om er met de wagen door te kunnen (en we rijden slechts met een kleine Fiat Ceicento). Op een bepaald moment wordt de straat zo nauw dat ik er waarschijnlijk niet door kan temeer wegens de uitstekende treden van een stenen toegangstrap van een huis. Op de trap staat een bejaarde vrouw die met veel armgezwaai mij vriendelijk probeert duidelijk te maken dat ik om naar Karines te rijden terug moet keren tot buiten het dorp en daar een andere weg nemen. Ik begrijp dat we hier niet meer verder kunnen. Ik moet het straatje achterwaarts uitrijden vooraleer ik de wagen kan keren. Net buiten het dorp vind ik de aanduiding en sla links af naar Karines. Het landschap waar we doorheen rijden is betoverend mooi en doen ons denken aan de Alpen, zij het dan met een totaal andere begroeiïng. Vooral de duizenden olijfbomen, waarvan de vruchten in het voorjaar geoogst worden doormiddel van grote netten die onder de bomen gelegd worden, domineren de vegetatie. We rijden nog even tot Patsos en dan is het stilaan tijd om terug te keren naar ons hotel. Even buiten Rethymnon tanken we € 7 (deze morgen hebben we reeds € 10 getankt – wij hebben vergeten de benzineprijzen te noteren om eens te kunnen vergelijken met onze prijzen maar ik meen dat die ongeveer dezelfde zijn met uitzondering van de diesel die er goedkoper is). Eens aan het hotel parkeer ik zoals afgesproken de wagen op het haventerrein en breng de sleutel terug naar de winkel. Deze is op dit moment van de dag gesloten (namiddagpauze) zodat ik enkele uren later moet terugkeren.

Aan de receptie liggen er mappen van reisorganisaties en in die van Thomas Cook vind ik het bericht dat onze terugvlucht vertrekt zoals voorzien om 12.10 in Iraklion. We zullen om 07.55 u afgehaald worden aan het hotel, een treffelijk uur dus. Morgen zullen we het rustig houden en in de namiddag een deel van onze valiezen klaarmaken.

De rest van de avond verloopt zoals gewoonlijk.

21.00 u: taptoe (lichten uit)

Woensdag 12 mei 2004 – 11de dag

07.00 u: opstaan.

Mijn favoriete bezigheid op reis is vroeg in de ochtend een kleine wandeling maken in de omgeving van het hotel. Ook deze keer is dit niet anders. Ik dwaal door de nog verlaten straatjes van Rethymnon en geniet van het ontwaken van de stad. Een elektronisch bord boven de laaddeur van de ferryboot geeft een temperatuur aan van 19 graden (het is nu 7.15 u – om 9.00 u zal dit 24 graden zijn).

09.00 u: gezamenlijk maken we een wandeling door de smalle straatjes en kopen nog wat voor Marijke. We nemen tevens wat mee om deze middag te eten. De rest van de voormiddag brengen we door aan het zwembad. Plots vraagt een Duitstalige dame of ik een klein vogeltje, dat in het zwembad dreigt te verdrinken, kan helpen. Ik ben de enige in zwempak. Ik ga het water in en red het kleine ding van een gewisse verdrinkingsdood. Ik zet het neer op de rand van het zwembad waarna het onder een bloembak kruipt om er zijn pluimen te laten drogen. Een tiental minuten later probeert het vogeltje de overkant van het zwembad te bereiken, waar blijkbaar het nest is in een palmboom maar komt kracht te kort en valt terug het water in. Voor een tweede keer haal ik het kleine ding uit het water en zet het nu neer onder de palmboom. Onmiddellijk wordt het geholpen door de moeder die het enkele vette wormen toesteekt. Rond 13 u gaan we naar de kamer en eten op het terras onze “picknick” op. Daarna komt het minder plezante: het maken van de valiezen. Vooral de gedachte dat het einde in zicht komt voelt niet zo goed aan. Zonder al te veel moeite krijgen we alles in de twee valiezen en de handbagage. De rest van de namiddag brengen we door aan het zwembad en we maken er nog een kort gesprek met een Finse dame en haar 13-jarige dochter. Zij vertelde ons dat de temperatuur vorige week in Finland slechts 3 graden bedroeg en de week daarvoor was het ca 20 graden. In de lente schijnt de temperatuur daar sterk af te wisselen. Op het einde van de namiddag ga ik de in de loop van de week verbruikte dranken afrekenen aan de receptie. Ik breng tevens de kluissleutel terug waarna ik de € 5 waarborg terugkrijg.

Dit is waarschijnlijk een geschikt moment om eens na te denken over het voorbije verblijf op Kreta. Gedurende gans ons verblijf was het mooi en aangenaam weer (niet te warm noch te koud). Eén namiddag was het vrij winderig maar de wind voelde warm aan. Op een avond vielen de enige regendruppels die we op de 12 dagen zagen en nog niet genoeg waren om de straten nat te leggen. De voormiddagen zijn meestal warmer dan de rest van de dag. Tegen de middag steekt een (warme) wind op die maakt dat de temperatuur over gans de dag min of meer gelijk blijft. Voor zover we er zicht op hadden zakte de temperatuur nooit onder de 18 graden, ook ’s nachts niet.

Kreta vergelijken met bvb Turkije is net zoals appels vergelijke met peren. Kreta (en waarschijnlijk ook de rest van Griekenland) heeft een uitgesproken Europese sfeer, Turkije daarentegen doet oosters aan. Grieken en Turken, die geen beste vrienden van elkaar zijn, hebben meer gemeen dan dat ze het zelf goed beseffen en willen bekennen. De Griekse en de Turkse keukens gelijken sterk op elkaar en kunnen gerust wedijveren. De Kretenzische traditionele muziek kan niet verhullen dat het eiland lange tijd bezet werd door de Turken en hiervan de invloed heeft ondergaan. Ze is echter een stuk uitbundiger en vrolijker dan de Turkse muziek. Het afdingen op prijzen wordt hier veel minder gedaan dan in Turkije, zeker in de plaatsen waar veel toeristen komen. Kreta is dubbel zo duur als zijn Turkse buur.

We zijn er ons van bewust dat we slechts een klein deel van Kreta hebben gezien en dat we er vroeg of laat nog eens moeten terugkeren. Het eiland leren kennen doe je best doormiddel van een huurwagen. Uitstappen met reisorganisaties zijn goed voor een eerste kennismaking maar al vlug is men beter af alleen met een gehuurde auto. Het komt zelfs een stuk goedkoper uit. Op die manier is ook het contact met de bevolking intenser.

Die avond betaal ik de drank bij het avondeten onmiddellijk daar ik de rest reeds afgerekend heb. Om 20 u zijn we terug op de kamer, steken nog de laatste spullen in de valiezen en gaan dan om 21 u slapen.

donderdag 13 mei 2004 – 12de dag

05.30 u: opstaan

07.00 u: ontbijten

07.55 u: stipt op tijd worden we aan het hotel opgehaald door de bus. Wij zijn de eerste die opgehaald worden en samen met ons vertrekt ook het viertal uit Boom. Via een aantal andere hotels en de snelweg rijden we naar de luchthaven van Iraklion. Het valt ons op dat er nog meer bloemen in bloei staan dan toen wij hier aankwamen.

10.00 u: aankomst op de luchthaven van Iraklion. Het is er zeer druk maar het inchecken verloopt er vrij vlot ondanks de grote stroom “terugkeerders”. Veel tijd om ons daar te vervelen hebben we niet, amper hebben we de tijd om even naar het toilet te gaan en een kop koffie te drinken.

11.30 u: we stappen in het vliegtuig, een airbus 320 van Thomas Cook. Het vliegtuig is hier pas een half uur geleden (om 11.00 u) geland na een reis vanuit Brussel. Men heeft amper de tijd om de bagage uit en in te laden en bij te tanken.

12.40 u: iets later dan voorzien stijgen we op. Het is 20 graden.

14.45 u (lokale tijd): landen we op Brussel Nationale Luchthaven. We stappen uit via de nieuwe terminal, maar deze keer gans op het einde, wat wil zeggen dat we een heel eind moeten stappen tot aan de bagageterminal. Dit heeft het voordeel dat de bagage er bijna even vlug is als wij en we niet lang moeten wachten. Na onze bagage te hebben opgehaald stappen we naar de dienst verloren voorwerpen van BIAC (aankomsthall). Bij navraag blijkt de verloren jas van Lea terecht en kunnen we die zonder veel problemen meenemen.

Op de onderste verdieping van de luchthaven is het treinstation gevestigd. We kopen een ticket en stappen om 15.50 u de trein in. Eens de trein in gang is bel ik via de gsm naar Marijke om onze aankomsttijd mede te delen in het St. Pietersstation zodat ze ons daar kan komen ophalen.

16.45 u: aankomst te Gent St.-Pieters.

Einde van een Kretenzische droom…

En om er nog eens verder over te dromen:

http://crete.dreamofgreece.com
(geluid aanzetten)

Kriti efcharisto!

(Kreta dankuwel !)



[1] De schrijfwijze van de namen van steden, dorpen en straatnamen kan nogal verschillen. De vertaling vanuit het Grieks gebeurd nogal willekeurig en meestal fonetisch. Iraklion wordt soms Hiraklion, Rethymnon wordt soms Rethymno of Rethimno, Chania wordt soms Xania of Hania.

03-05-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (2)
02-05-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KRETA 2004 deel 2
Klik op de afbeelding om de link te volgen






Rethymnon

02-05-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
30-08-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 1

GROSSARL – OOSTENRIJK

30.8.2003 – 16.9.2003

Zaterdag 30 augustus 2003

05.00 u: opstaan.

06.15 u: vertrek, het is licht bewolkt en de temperatuur is 16 graden.

Kilometerstand 61.326

06.57 u – 66 km: rijden door Kennedytunnel te Antwerpen.

07.23 u – 115 km: rijden voorbij de afrit Geel, het is 13 graden en er hangt een lichte nevel.

07.30 u – 126 km: sanitaire stop aan baanrestaurant te Tessenderlo.

07.49 u – 137 km: zijn ter hoogte van de verkeerswisselaar E 313 – E 314.

08.06 u – 143 km: passeren de grens met Nederland. Het is 14 graden.

08.22 u – 202 km: passeren de grens met Duitsland.

08.59 u – 259 km: stoppen aan baanrestaurant te Frechen en verbruiken er samen 2 x koffie en 3 koffiekoeken (€ 8.05 u).

09.40 u – 275 km: passeren de brug over de Rijn te Keulen.

11.10 u – 429 km: sanitaire stop (geen restaurant).

11.24 u – 450 km: rijden de luchthaven van Frankfurt am Main voorbij. Het is 16 graden

11.38 u – 473 km: stoppen aan baanrestaurant te Weiskirchen tot 12.20 u.

13.08 u – 548 km: krijgen korte tijd te maken met een file tussen Werfheim en Helmstad

14.41 u – 568 km: stoppen aan het baanrestaurant Wurzburg-Süd en tanken daar 37,34 liter diesel voor € 34,13 (aan € 0,914/liter). We eten er een Chicken Bread Menu (King Burger – zoiets als een MCDonald) voor 2 x € 4,50. Vooraf maken we gebruik van het toilet. Tegenwoordig zijn de meeste baanrestaurants, in Duitsland, vooral in het zuiden, uitgerust met zelfreinigende Wc’s, uitgebaat door een firma. Het gebruik kost wel een halve euro maar dit bedrag krijg je terug als je in het restaurant iets eet of drinkt. Nadat men een halve euro in de automaat heeft gestoken kan men binnen via een draaihekje en krijg je een ticket dat je dan kan inleveren aan de kassa van het restaurant. De wc-bril wordt automatisch gereinigd, bij het reinigen draait de bril rond.

Tussen Keulen en Wurzburg kregen we bijna bestendig af te rekenen met lichte regenval. Wanneer we in de omgeving van Wurzburg aankomen begint echter de zon te schijnen. Na het middagmaal rijden we even nog op de snelweg en nemen de volgende afrit: Rottendorf, afrit nr. 72. Zonder veel moeite vinden we in het industriepark van Wurzburg het Etaphotel terug waar we vorig jaar ook overnacht hebben. Van vorig jaar weten we tevens dat enkele honderden meters verder zich een restaurant bevindt met de naam La Strada. Daar zullen we deze avond gaan eten. Het is nog te vroeg om binnen te kunnen in het hotel (de receptie opent pas om 17 u) en we rijden door naar het centrum van Wurzburg. Op een groot plein dat als parking is ingericht en gelegen is voor een reusachtig gebouw, de zogenaamde “Residenz”, parkeren we onze wagen (later betalen we € 2,50). We bekijken het gebouw even aan de buitenkant, lopen even door de prachtig aangelegde tuinen en stappen binnen in de prachtige barokkapel van de “Residenz”. We lopen door tot aan de dom die we vereren met een kort bezoek. Om 16.25 u halen we onze wagen op en proberen de weg te vinden naar het hotel. We komen echter op een ander weg uit die eveneens naar de snelweg A 3 loopt. Ter hoogte van de oprit vragen we de weg en blijkt dat we aan afrit nr. 71 staan. We moeten dus even de snelweg op en de volgende afrit nemen. Om 17.01 u komen we aan bij het Etaphotel. We betalen € 41 + 2 x € 4,90 = € 50, 80 en krijgen kamer 201 ter onzer beschikking.

In totaal hebben we die dag 616 km afgelegd.

Die avond, om 18.45 u, gaan we eten in La Strada en gebruiken er 2 x Calamari Fritti (gebakken inktvis) met een slabord, een halve liter spuitwater en een glas rode wijn. Dit kost ons € 25. Daar het Visatoestel defect is betalen we cash. De kelner vertelt ons dat ze daar in 3 maanden nog geen druppel regen gehad hebben (maar dan zeker met uitzondering van de dag dat we er waren) en dat het er zeer warm was (waar niet in Europa deze zomer!!!).

19.30 u: we zijn terug in het Etaphotel. Daar het een lange dag en vermoeiende dag was gaan we reeds om 20.45 u slapen.

Zondag 31 augustus 2003

Ik word wakker om 05.00 u maar blijf nog wat liggen tot 06.20 u.

06.20 u: opstaan, het is licht bewolkt maar droog.

06.30 u: kunnen reeds ontbijten, wat we dan ook doen.

07.45 u: we vertrekken voor het tweede deel van de reis. Gisterenavond hebben we slechts het hoogstnodige uit de wagen gehaald en er over gewaakt dat er zichtbaar in de wagen geen spullen achter bleven (dit om potentiële inbrekers niet op gedachten te brengen). Het beetje bagage dat we meenamen naar de kamer is dus vlug in de auto gestopt. De kilometerteller wijst 61.945 km aan en het is 15 graden. Ondanks het vroege uur en dat het zondag is zijn er reeds veel wagens op weg, vooral veel die komen uit de richting Munchen en dus terugkeren uit vakantie.

08.43 u – 107 km: gaan over van de A 3 naar de A 9 snelweg. Het is bewolkt.

Na 150 km krijgen we te maken met soms felle regen waardoor we wat trager moeten rijden.

09.45 u – 220 km: stilstand Holledaum raststatte tot 10.13 u, houden er een sanitaire stop en ik drink er een koffie. Het regent bijna onafgebroken.

10.52 u – 248 km: krijgen te maken met een file door versmalling van de rijbaan wegens werken.

11.11 u – 276 km: rijden op de ring van Munchen.

12.07 u – 340 km: stilstand raststatte Rozenheim. Op die plaats is er juist wat file door een ongeval wat verderop. Daar kopen we twee autosnelwegvignetten voor Oostenrijk die 2 x 10 dagen geldig zijn en samen € 15,50 kosten. We eten er een kleinigheid (€ 11.20). We vertrekken terug om 12.45 u. Bij het verlaten van de parking is de file net opgelost en het ongeval opgeruimd.

13.30 u – 410 km: passeren de grens met Oostenrijk. Het is nog steeds aan het regenen. We hebben de indruk dat de streek tussen Munchen en Salzburg een groot regenvat is want vorig jaar hadden we ook hier bij de heenreis met regen te maken.

14.00 u – 449 km: verlaten de snelweg te Bischofshofen.

14.08 u – 462 km: rijden door Sankt-Johan in Pongau. We zien dat de toppen van de bergen bedekt zijn met verse sneeuw. De Oostenrijkse radio, die ook verkeersproblemen doorgeeft, meldt dat het op de Grosglockner verplicht is van sneeuwkettingen te gebruiken. Wanneer we het Grossarldal binnenrijden zien we dat de anders zo rustige beek vrij wild is.

14.29 u – 478 km: aankomst aan het hotel Schutzenhof. We parkeren de wagen in de ondergrondse garage en gaan naar de eerste verdieping alwaar zich de receptie bevindt. We treffen er Burgl, de bazin, aan die ons verwelkomt. We krijgen kamer 16 toegewezen en zoals we gevraagd hadden, met uitzicht op het dal. Burgl zegt dat het ook hier afgelopen zomer veel te warm was zodat het bijna niet te doen was om de bergen op te wandelen. En men smeekte hier om wat regen want zonder regen geen groen. Maar dit laatste viel best mee daar de weiden er sappig groen bijliggen. Eerst brengen we onze bagage naar de kamer en schikken we alles op zijn plaats. De kamer is kleiner van oppervlakte dan die welke we vorig jaar hadden maar is veel gezelliger en heeft een grandioos uitzicht op het dorp en het dal. Aan de overzijde ligt het Elmaudal, doodlopend zijdal. Op dit uitzicht kan je uren kijken zonder je te vervelen. Steeds merk je nieuwe dingen op.

Daarna gaan we koffie drinken in de gelagzaal en ontmoeten er een koppel Duitser die hier vorig jaar ook waren en met wie ik een lang gesprek voerde tijdens de gezamenlijke wandeling met de gasten van het hotel. Zij zijn hier gisteren aangekomen. Na de noodzakelijke verfrissing gaan we omstreeks 18 u eten:

Frittatensoep (bouillon met fijn gesneden pannenkoeken)
Saladbar
Gegrild vlees met “ofenkartoffel” (aardappel in de pel)
Ijs met bosbessen

19.00 u: we zijn terug op de kamer en genieten nog wat van het uitzicht

21.00 u: we gaan slapen.

Maandag 1 september 2003

05.00 u: ik wordt wakker maar blijf nog wat liggen.

06.30 u: ik sta op en na de douche maak ik een kleine wandeling in de omgeving van het hotel.

08.00 u: Ontbijt. Alles bleef nagenoeg zoals vorig jaar. ’s Morgens kan men kiezen uit een van de twee menu’s voor het avondeten. Vorig jaar noteerde Burgl nog de keuze, nu steekt er een blad in de menukaart waarop men het gewenste gerecht kan aankruisen. Ik vul de logementfiche in (ik denk dat dit opgelegd is door de autoriteiten net zoals bij ons maar dat het hotel ook zo zijn gastenbestand bijhoudt.) De maandagmorgen krijgen de gasten ook een “morgenpost”, een blad met wetenswaardigheden waarin tevens aangekondigd wordt waar de traditionele gezamenlijke dinsdagwandeling naar toe gaat. Morgen koos Hias (de ‘wird’ – de baas van het hotel) voor de Draugsteinalm en zullen we met de wagen rijden tot aan de Heumoosalm.

Na het ontbijt gaan we naar het dorp (Grossarl). Daar tanken we eerst 33,96 liter en betalen hiervoor met de visakaart € 24,93.

In het bureau voor toerisme kopen we de Salzburgerland Carte (vorig jaar noemde deze kaart "Sommerjoker)" De bediende verwittigt ons dat de kaart iets duurder geworden is en dat de voordelen kleiner geworden zijn. Wij schatten of het lonend is de kaart te kopen en doen het na enig nadenken toch. In een van de winkels van het dorp (de Spar) doen we wat boodschappen (€ 13,26).

Daarna gaan we op zoek naar de twee maneges die het dorp telt. Aan de hand van de uitleg ons verstrekt door de dochter van het hotel, Monica, vinden we de ene manege aan de rand van het dorp. Daar vragen we wat informatie. Men verhuurt daar in feite vakantiewoningen en de gasten mogen de (enige twee) paarden gebruiken om mee te rijden. De andere paarden zijn van eigenaars die ze daar stallen. De tweede manege vinden we niet onmiddellijk terug en ik zal bij gelegenheid in de loop van de week aan Hias vragen waar deze zich juist situeert.

Na onze korte zoektocht rijden we naar de Breintenebenalm (waren daar vorig jaar reeds enkele keren) en verbruiken er een frittatensoep, een buttermilch (karnemelk), een boterham met hesp, een boterham met smout en ¼ liter most..

Vervolgens rijden we naar Sankt-Johan in Pongau om er de uurtabel van de treinen naar Salzburgstad te bekijken. Het is de bedoeling tijdens ons 14-daags verblijf eens de stad te bezoeken. Aan het loket van het station kan ik een blad verkrijgen met daarop de uurregeling van en naar Salzburg.

15.30 u – 66 km (kilometerstand 62.486): zijn terug in het hotel.

In de saunaruimte in de kelder ga ik wat fietsen op de hometrainer. Het zal de enige keer zijn dat ik dit jaar hiervan zal gebruik maken daar ik meer dan vorig jaar zal gaan wandelen.

18.15 u: avondeten:
-vermicellisoep
- saladbar
- Knödel met sauerkraut
- pannenkoekjes met bessenconfituur

Dinsdag 2 september 2003

06.40 u: opstaan

07.47 u ontbijt (normaal kan er ontbeten worden tussen 8 u en 10 u maar op enkele minuten vroeger steekt het hier niet)

09.30 u – kilometerstand 62.486: Lea blijft in het hotel en zal in de loop van de dag te voet naar het dorp gaan en daar wat rondkijken. Ikzelf vertrek (alleen in de auto) naar de Heumoosalm, achter de wagen van Hias rijdende en met in mijn zog nog een 7-tal wagen met gasten van het hotel. Even voorbij Huttschlag, aan een kapelletje, slaan we links af en rijden een kiezelweg op tot aan de Heumoosalm die op 1300 m gelegen is (geen uitbating). Daar parkeren we de auto’s en beginnen we aan onze wandeling naar de Draugsteinalm (1778 m). Het eerste deel loopt via een kiezelweg (1/3 van de wandeling) en de resterende 2/3 loopt via een steil pad. De telescopische wandelstokken die ik afgelopen winter heb gekocht bewijzen goed hun dienst. Bij het afdalen zijn ze zelfs nog nuttiger bij het afremmen. Onderweg krijgen we af te rekenen met wat lichte regenval en boven gaat zelfs de regen over in smeltende sneeuw. Halfweg het smalle pad komen we enkele jongens tegen die een drietal volwassen paarden en twee veulens naar beneden drijven. De herfst is in zicht en dus worden bepaalde dieren reeds van de alm afgedreven naar het dal toe. Na een onafgebroken klim van 1 u en 20 minuten, waarvan het laatste gedeelte vrij steil is en we regelmatig enkele ogenblikken moeten rusten, bereiken we de Draugsteinalmen op 1778 m hoogte gelegen. Beide hutten kijken met hun voorgevel naar elkaar toe. De ene, waar we gaan uitrusten en iets eten of drinken, is de Steinmannhütte en de andere, bewoond door een bejaarde dame en die vermoedelijk de moeder is van de boer van de Steinmannhütte, is de Schrambachhütte. Wanneer ik aan de hut aankom (de groep is wat gespreid want ieder houdt zich aan zijn tempo) zit de gelagzaal reeds voor de helft vol. Het zijn meestal mensen van een andere groep want ik ben bij de eersten van onze groep die bij de hut aankomt. Het houtvuur verspreidt een gezellige warme en is geen overbodige luxe om onze natte kleren (nat van de regen en van het zweet) wat te drogen. De gastenstube is ongeveer 4 meter op 4 meter.

Om iets te doen aan het plaatstekort, ik wijs er de boer op dat er nog een aantal wandelaars op komst zijn, tovert hij een klaptafeltje uit en brengt een ander tafeltje met enkele zitbanken uit een belendende kamer binnen. Iedereen kan zitten maar dan wel dicht op elkaar en als er iemand naar buiten wil voor het toilet of om een luchtje te scheppen moet de helft van de aanwezigen zich rechtstellen. Door een van de venstertjes zie ik de natte sneeuw neerdwarrelen. De sneeuwgrens ligt op dat ogenblik op ca 1500 meter. Ik houd het bij het drinken van een koffie. Traditioneel trakteert Hias zijn gasten op een snaps en een deel van de groep heeft daardoor de smaak te pakken gekregen zodat ze nog enkele snapsen meer soldaat maken. Rond 13 u begint iedereen zijn rekening te betalen. Dit duurt nogal wat want het meisje die haar grootvader helpt moet zich tussen de opeengepakte groep begeven. De tijd was te kort om mijn wollen pet boven de stoof te drogen maar mijn regenvest is dat wel. Om 13.20 u zet de groep zich in beweging en beginnen we aan de afdaling. Ik ben nagenoeg de eerste die vertrekt en ik ben pas enkel tientallen meter aan het afdalen of op de steile, met grasbegroeide helling, schuif ik uit op het natte gras. Meteen ben ik minstens vijf meter lager. Na het rechtkomen blijkt op het eerste zicht mijn kledij niet al te bevuild te zijn, ik durf er niet aan denken dat daar op die plaats juist een grote koeienvijg zou gelegen hebben. Tijdens mijn schuifaf-partij raakte ik op enkele centimeters na net de pinnekensdraad niet en werd mijn regenjas gelukkig niet beschadigd. Vanaf dan kijk ik uit mijn doppen en ben ik zeer voorzichtig op het natte gras. Bij het klimmen is het lastiger voor de ademhaling maar bij het afdalen zijn het vooral de kuitspieren en de kniegewrichten die het te verduren krijgen. En het is nog maar de eerste dag in de bergen zodat mijn spieren nog moeten wennen.

Na een uur en tien minuten dalen ben ik bij de auto, ondertussen zijn enkele vluggerds mij voorbij gestoken. De eersten wachten niet op de rest van de groep en vertrekken met hun respectievelijke wagen terug naar het hotel. Ook ik wacht niet na nog eerst even de modder van mijn schoenen en mijn wandelstokken gekuist te hebben in een beekje. De helling naar beneden is zo steil dat dit moet gebeuren in 1ste versnelling.

Rond 15 u ben ik terug in het hotel en vind ik Lea in de gelagzaal. Eerst trek ik op de kamer de klampe kleren uit en verwissel ik die voor droge. Aan de bron, met houten bak uitgehakt uit een bomstam, die op de parking voor het hotel staat, schrob ik de rest van de modder aan mijn schoenen af. Ook kuisen we de sporen van de schuifpartij af van mijn regenjas en mijn kniebroek (valt best mee). En dan terug naar de gelagzaal alwaar Burgl iedere dinsdag de gasten van het hotel, wandelaars of niet, trakteert op koffie met koeken. Hias en Burgl doen hiermee op een subtiele wijze aan klantenbinding.

Na een verfrissende douche gebruiken we het avondmaal:
-soep
-saladbar
-gevulde kalkoen (in het Duits heet dit “pute”) met wilde rijst
-bananendrink

Ik heb die dag 45 km gereden. Om 19 zijn we terug op de kamer en gaan omstreeks 21 u slapen. Nagenoeg elke dag kruipen we vroeg onder de wol want de vaak laat zich snel voelen waarschijnlijk door de zuivere lucht en het wandelen.

Woensdag 3 september 2003

06.30 u: opstaan

07.50 u: ontbijten

09.00 u: vertrekken wij, Lea en ik, vanaf het Schützenhof (ons hotel dus) te voet langs de rijbaan, die er langs passeert naar boven, naar het middenstation van de kabelbaan. Na een matige klim van ca 1 u 30 min. komen we daar aan. De kleine raststatte is nog potdicht maar wanneer we even uitrusten op de banken van de uitbating komen de uitbater aangereden en kunnen we elk een frisdrank verbruiken. We blijven er niet lang want om 11 u. werkt de kabelbaan terug zodat we naar het bergstation kunnen. De baan werkt om het uur zolang er passagiers zijn (meestal max. een 15-tal minuten – met uitzondering om 12 u want dan is het middagpauze). Voor de rit naar boven betalen we 2 x € 5. Eens boven, aan de Laireiteralm, klimmen we, voor de sport en voor het uitzicht op het nevenliggend Gasteinerdal, tot aan de voet van de Kreuzkogel. Dit klimmetje duurt toch nog een half uur. Het is mooi weer maar eens boven is het wat fris daar we wat bezweet zijn. We trekken elke een warme trui aan waardoor dit probleem is opgelost. Van hieruit kan men over de ‘graat’ naar de Fulcheck-kabelbaan en zo afdalen naar Dorfgastein. We zijn van plan dit ooit eens te doen maar dit jaar zal ons hiervoor tijd te kort schieten. Na even van het uitzicht genoten te hebben dalen we terug af naar het bergstation en de Laireiteralm. De naam ‘alm’ is wat bedrieglijk want eigenlijk is het een recent gebouwd luxueus bergrestaurant. Aan de overvloed aan ruimte in het restaurant is te zien dat dit niet berekend is voor de zomervakantie maar op de enorme toevloed van wintersporters. We verbruiken in de ‘alm’ elke een nudelsoep en enkele ‘zimmels’ (broodjes). Achteraf eet ik nog een apfelstrudel met een koffie. Om 14 u neemt Lea alleen de lift naar beneden en betaalt hiervoor € 5. Ik zal de volle afstand naar beneden te voet afleggen. Boven staat aangeduid dat kan in 2 u en 30 minuten. Ik leg de afstand af in 2 u en 5 minuten. Achteraf weet Hias mij te vertellen dat de totale afstand 10 km is. De helling is matig en loopt over een rijbaan in grint met uitzondering van een smal pad dat ik volg en die de weg wat verkort. Op het pad is de aanduiding op een bepaald ogenblik niet duidelijk en scheelt het niet veel of ik was de verkeerde richting uit. Onderweg passeer ik voorbij de uitgebate Gehwolfalm. Bij mijn aankomst in het hotel is Lea reeds op de kamer en aan het douchen. Ik neem ook een douche en wordt dan pas gewaar dat ik een flink stuk gestapt heb. Op het terras van het hotel gebruiken we elk een koffie en neem ik de gelegenheid te baat om aan Hias navraag te doen over de maneges in het dal. Hij vertelt mij dat de dochter van zijn oudste broer enkele kilometers verder in het dal een hotel uitbaat en een bescheiden eraan verbonden manege. Het hotel noemt het ‘Mayrhof’ of ‘Moar Gut’. Hias vertelt dat zijn broer de oudste was van een gezin van 13 kinderen. Hijzelf was de jongste, Met uitzondering van een broer die omkwam bij een arbeidsongeval (val van een dak) zijn allen nog in leven. Toen zijn zoon Hubert geboren werd was hij het 64ste kleinkind van zijn ouders. Al lachende zeggen we dat wanneer er een familiereünie gehouden werd dat zij dan een ruime zaal moesten afhuren. Waarop hij al lachend antwoordt dat ze dan beter een grote tent konden huren.

Om 18 u eten:
-Champignonsoep
-Saladbar
-Wienersnitzel met friet en braambessenconfituur
-verse fruitsla

Met redelijk stramme spieren ga ik die avond slapen.

Donderdag 4 september 2003

06.30 u: opstaan. Na de douche maak ik een kleine wandeling rond het hotel. Het is fris en er ligt rijm op het gras. De lucht is wolkeloos en om 07.25 u komt de zon boven de tegenover ons hotel gelegen bergen. De eerste zonnestralen vallen onze kamer binnen. Onze kamer valt goed mee, kleiner dan die van vorig jaar maar gezelliger. Ook bij donker hebben we een mooi uitzicht op het dal en de blinkende lichtjes van het dorpl. ’s Avonds vallen de laatste zonnestralen op de bergen langs de overzijde van het dal, het zijdal - Elmeudal. Het Grossarldal is noord-west georiënteerd. Bij het vallen van de duisternis zien we het ene licht na het andere in het dorp beneden ons aanfloepen.

Kilometerstand: 62.513

09.08 u: de zon schijnt volop, het is 4 graden en we vertrekken aan het hotel naar de Krimmlwaterval en naar de stuwmeren van Kaprun.

10.04 u – 48 km: rijden voorbij de dalingang naar de Grosglockner en rijden in de richting van Zell am See.

10.30 u – 77 km: rijden door Mittersil.

11.15 u – 104 km: aankomst aan de Krimmlwaterval. In de buurt van de waterval begint een “mautstrasse” (kost € 7). Ik wil betalen maar de man in de cabine vraagt wat onze bedoeling is. Wanneer ik zeg dat we op weg zijn naar de waterval wijst hij er op dat we langs de “mautstrasse” de waterval niet kunnen zien. Hij laat ons terugkeren en we parkeren de auto op de dichtst bijzijnde parking. Als ik het me goed herinner van 25 jaar geleden, toen we meereden met een bevriend Duits koppel, kon je op de “mautstrasse” even op een stopplaats parkeren (was in feite niet toegelaten) en had je daar een mooi uitzicht op de waterval. Van de parking is het enkele honderden meters wandelen tot aan de laagste trap van de waterval. Ik probeer deze te filmen maar omdat ik dit tegen licht in moet doen verwacht ik niet al te veel van de beelden. Later blijkt dat de beelden fantastisch mooi zijn meegevallen. Om naar de waterval te gaan moet er normaal € 1,5 betaald worden maar met onze Salzburgerland-kaart is het gratis. De parking kost ons € 3,5. Voor dit bedrag kan je er in feite gans de dag parkeren. Om 12.15 u vertrekken we in de richting van Kaprun.

13.05 u – 152 km: nemen te Zell am See de afslag naar Kaprun.

13.13 u – 157 km: stoppen in het dorpje Kaprun en verbruiken er in een restaurant een boterham met hesp (schinckenbrod), een kaiserschmarn en twee koffie’s (€ 13,50).

14.08 u: vertrekken naar het stuwmeer.

14.21 u - 165 km: aankomst aan het vertrekpunt naar het stuwmeer. In de buurt werd een parkeergarage van 7 of 8 verdiepingen gebouwd. Het parkeren is er gratis.

16.54 u: we betalen voor het bezoek € 10 met onze kaart (normaal € 16). De eerste fase wordt afgelegd doormiddel van een postbus. De tweede trap wordt genomen doormiddel van een grote plateaulift die op twee rails loopt en tegen de helling wordt opgetrokken. Na de lift volgt nog een rit met postbussen (iets kleiner model) naar het bovenste stuwmeer: Mooserboden (het onderste stuwmeer noemt: Wasserfallboden). De toppen van de bergen rondom de stuwmeren zijn bedekt met verse sneeuw die voor een bijzondere sfeer zorgt.

18.10 u – 230 km: aankomst aan het hotel.

18.50 u: avondeten:
-soep met gebakken deegbolletjes
-saladbar
-Zwiebelbraten (vlees met ajuin gebakken) en een deeggerecht in de vorm van kleine eitjes
-vanillecrème met chocolade overgoten

Vrijdag 5 september 2003

06.45 u: opstaan

08.00 u: ontbijt

Doen eerst enkele boodschappen in de winkel naast het dalstation van de kabellift. Het betreft een winkel van een nieuwe keten Billa. Deze winkels vind je zowat overal in Oostenrijk naast de Aldi, Lidl en Sparwinkels.

09.45 u: vertrekken met de wagen naar de Breitenebenalm alwaar we aankomen om 10.30 u. Daar laten we de wagen achter en trekken te voet verder naar de Karseggalm (volgens de bordjes ¾ u wandelen).

11.15 u: aankomst op de Karseggalm na een afwisselend gematigde en soms steile klim over een grintweg. De alm is slechts op het laatst zichtbaar daar die zich achter een bocht bevindt. Het is een van de oudste originele almen van het Grossarldal en is 300 a 400 jaar oud. De vloer bestaat uit aangestampte aarde. In het midden brandt een open houtvuur zonder enige schouw erboven. De rook dwarrelt rond in de hut en verlaat deze via openingen onder het vooruitstekend deel van het dak. Wanneer het weer noodzaakt om binnen te leven dan moet het er weinig gezond zijn. Maar de alm wordt hoofdzakelijk tijdens de zomer gebruikt en wordt er dan meestal buiten geleefd. Vanuit de centrale kamer, met het houtvuur, kan men via een smalle houten ladder naar een bovenverdieping. Het blijkt een gastenverblijf te zijn (men kan hier overnachten). De zakken gevuld met hooi liggen nog eens op een hooibodem. Volgens onze normen ziet het er weinig appetijtelijk uit om hier te overnachten te meer dat de rook ook deze verdieping binnendringt. Daar het goed weer is zetten we ons op een bank aan een tafel voor de alm in de zon. We drinken er een limonade (1/2 liter) en een koffie. De boerin zegt schertsend dat ik wat geduld moet hebben voor de koffie daar ze eerst haar “espressomachine” moet laten opwarmen. In werkelijkheid moet het houtvuur eens aangewakkerd worden en moet daarop het water aan de kook worden gebracht. De alm is gelegen op 1603 meter. Ik wil een prentkaart van de alm kopen maar krijg ze gratis bij onze dranken. Vanaf hier zien we de Unterwandalm liggen. We stappen op en volgen het bijna vlak pad naar deze alm die op nagenoeg dezelfde hoogte ligt. De wandeling ernaar duurt ca 30 minuten. In de Unterwandalm drinken we een mineraal water en een “buttermilch”. De boerin is er bezig met kaas maken. De uitgelekte basisstof duwt ze in een vorm waarop dan een gewicht geplaatst wordt. Meestal is de kaas die op de almen gemaakt wordt droog en korrelig. We maken even gebruik van het toilet (bij wonder is het een net modern toilet) en vertrekken dan na een 15-tal minuten terug naar de wagen aan de Breitenebenalm via de Karseggalm.

13.30 u aankomst aan de Breitenebenalm. Daar verbruiken we elk een frittatensoep met wat brood. De temperatuur is uitstekend.

14.45 u: we verlaten de alm en rijden naar beneden. In het dorp is er een car-wash en daar laten we onze wagen reinigen (€ 6). Daarna gaat het richting daleinde (of Huttschlag) om het hotel van de broer van Hias te zoeken. We denken het enkele kilometer verder gevonden te hebben maar zijn het niet zeker. We zullen nog verder navraag doen bij Hias. Later zal blijken dat Mayrhof in het plaatselijk dialect uitgesproken wordt als Moar Gut. Zij hebben er maar enkele paarden die door de hotelgasten mogen gebruikt worden. Het ernaast gelegen hotel Alpenhof is van een andere broer van Hias. Uit een gesprek met Hias blijkt dat het Alpengebied niet zo geschikt is voor paardrijden ondanks dat hier de wieg stond van de bekende “haflingerpaarden”.

18.00 u: avondeten
-Knoblauchcremesuppe
-salat vom Buffet
-Fischfilet natur mit Sauerrahmsosse (zureroomsaus) dazu Petersilienkartoffel
-gebackene Apfelringe mit Zimtzucker und Sahne

Vanaf nu scheur ik iedere dag het menu af van de andere helft waarop de keuze moet aangestreept worden. Dit is veel gemakkelijker en ik kan de tekst juister overnemen. Burgl is benieuwd waarom ik dit doe maar ik leg haar uit dat ik iedere reis een dagboek bijhoud.

Totaal gereden die dag: 47 km.

21.00 u: slapen

Zaterdag 6 september 2003

06.50 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

09.00 u: we vertrekken naar Alpendorf Sankt-Johan-im-Pongau). Kilometerstand 62.792 km

10.00 u: nemen de kabellift te Alpendorf. Alpendorf is een wijk van Sankt-Johan-im-Pongau en ligt op de weg naar Grossarl. Het is een vrij nieuwe wijk met luxueuze hotels.

10.20 u: na het middenstation bereiken we het bergstation van de kabellift. Van daar wandelen we naar de Buchauhutte. Dit is geen echte alm maar een mooi bergrestaurant. We komen er aan om 11.00 u en drinken er iets. Vanaf daar is het amper een kwartier wandelen naar de Gernkogel (1787 m) en de Gerkogelhutte. In deze laatste gaan we niet binnen. We wandelen rond een mooi bergmeertje dat voorzien is van een vlot en een stalen kabel om zichzelf naar de overkant te trekken. Daarna keren we terug naar het bergstation van de kabellift. Daar blijkt dat de daaraan palende “stube” gesloten is. Een 200 meter verder ligt de Obergassalm, een bescheiden echte alm. We drinken er een koffie en eten er een “wurtstenbrod” (met die worst wordt een soort salami bedoeld).

14.00 u: nemen we de kabellift naar beneden.

14.20 u – 14 km: zijn aan de auto op de parking aan het dalstation van de berglift en vertrekken richting Wagrain.

14.46 u – 27 km: aankomst te Wagrain aan de kabellift “Flaying Mozart”. De bedienaar zegt dat we eigenlijk een minuut te laat zijn om nog mee te mogen maar hij kijkt dit door de vingers (de laatste “bergfahrt” stopt om 14.45 u). Aan het bergstation van de kabellift ligt de Kogelalm waar we een eis, een grote en een kleine almdudler verbruiken.

16.55 u: we zijn terug beneden (laatste ‘talfahrt’ tussen 16.30 u en 17.00 u). Op de weg tussen Wagrain en Sankt-Johan zijn er werken aan de gang waar men slechts beurtelings mag rijden en heel wat vertraging meebrengt.

17.43 u – 55 km: zijn terug aan het hotel.

18.00 u: avondeten:
-Eierflockensuppe
-Salat vom Buffet
-Jägerschnitzel dazu Kroketten
-Pfirsichkompott mit Schlag

30-08-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
29-08-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 2

Oostenrijk Grossarl 2003 deel 2

Zondag 7 september 2003

09.10 u: na het ontbijt nemen we de kabellift naar de Laireiteralm (bergstation). De zon schijnt volop en we zijn de enigen die op het terras van dit ochtendspektakel genieten (bij de volgende dienstbeurt van de lift komt er veel volk naar boven). We hebben vandaar een prachtig uitzicht op de besneeuwde toppen van het Tauerngebergte. We bellen we met de gsm naar Marijke.

11.00 u: nemen de lift naar beneden. Na even het hotel te hebben aangedaan rijden we door naar de Breitenebenalm alwaar er enkel activiteiten plaatsvinden in het kader van de “Bauernherbst” (Boerenherfst). Deze bauernherbst is de laatste jaren in Salzburgerland ingevoerd en dient als een soort van kapstok waaraan een aantal volksfestiviteiten van bescheiden aard vasthangen. De herfst, hier bedoeld men de periode tussen eind augustus en begin oktober, is waarschijnlijk de stilste toeristische periode van het jaar en die heeft men waarschijnlijk hiermee wat leven willen inblazen. ’s Morgens ben ik nog informatie gaan inwinnen bij “Die Alte Post”, een hotel in het dorp van Grossarl, waarvan de uitbater tevens de eigenaar is van de Breitenebenalm. Ik vroeg of er soms geen pendeldienst met een taxi was voorzien, maar dit bleek niet zo. We zijn dan maar zoals gewoonlijk met de auto naar de alm gereden. Wanneer we aan de alm aankomen is de parkeerruimte reeds behoorlijk gevuld en het wordt al even passen om een geschikt plaatsje te vinden zonder straks ingesloten te worden. Daar het al een tijdje geleden is dat het daar geregend heeft waait het stof van de grintweg die naar de alm loopt hoog op en zit onze auto onder een grijze poederlaag.

13.00 u: het ruime terras is behoorlijk gevuld en er worden tafels en banken bijgezet. Het orkestje begint te spelen en bestaat uit twee bugels, een klarinet, een trekharmonica, een harp en een bastuba. Daarnaast treedt om beurten met het orkest een “dreigesang” op. We verbruiken er een nudelsoep, een “butermilch”, een spuitwater en elk een bord koud gebakken vlees met brood.

15.00 u: omstreeks dit uur rijden we terug naar beneden naar het hotel en vervolgens naar het hotel Moar Gut om er wat inlichtingen in te winnen ivm het logement en het gebruik van de paarden. Het logement valt nogal duur uit. Mij lijkt het hotel vooral gericht te zijn op gezinnen met kleine kinderen.

Terug aan het hotel hebben we 35 km gereden.

Avondeten:
-Rindssuppe mit Frittatenroulade
-Salad vom Buffet
-“Hirtenspiess” mit Kräuterbutter dazu Pommes frites
-Tropicana (sinaasappelsap met vanilleijs)

Maandag 8 september 2003

Kilometerstand 62.882 km.

09.04 u: vertrek naar Werfen. Het is bewolkt met toch nog veel zon, het is 13 graden. In het dorp van Grossarl tanken we 30,72 liter voor € 21,93 (€ 0,714/liter).

10.07 u – 36 km: aankomst te Werfen en parkeren de wagen op een parking onder aan het kasteel Hogenwerfen. Om het kasteel te bereiken moet nog een redelijk stukje geklommen worden of kan men een taxi nemen. Wij gaan te voet en zijn aan de ingang even voor 11 u. Voor de demonstratie van de valkeniers moeten we wachten tot 11.15 u. Maar eens het spektakel begonnen is blijkt het meer dan de moeite. De demonstratie duurt zowat een klein half uur en toont een hele reeks roofvogels die vrij kunnen rondvliegen en toch steeds naar hun trainer terugkeren. De grootste vogel is de gier. Wanneer die wordt losgelaten doet die een korte vlucht boven het kasteel maar gaat al gauw op het dak zitten. De commentator legt uit dat de huidige weersomstandigheden verre van ideaal zijn voor de vogels. Er is te weinig wind en te weinig thermiek.

Na de voorstelling gaat het nog maar eens omhoog naar het bovenste deel van het kasteel dat na de oorlog de politieschool van Salzburgerland huisveste. Daar werd tevens een spannende oorlogsfilm opgenomen. Op de binnenkoer geeft een “nar” een solovoorstelling waarna de rondleiding in het kasteel kan beginnen. Bij het begin kunnen de niet-Duitssprekenden een toestelletje krijgen die de uitleg in verschillende talen geeft, ook in het Nederlands.

13.20 u: einde van de rondleiding. In het restaurant van de burcht eten we een gulaschsoep en een frittatensoep. In de souvenirwinkel kopen we twee prentkaarten. Het weer blijft droog alhoewel het bewolkt is. We gaan vervolgens naar onze auto en vertrekken naar Werfenweng om 14.07u.

14.23 u – 46 km: aankomst te Werfenweng. We nemen de kabellift (ook gratis met de Salzburgerland Card – normaal € 12). Aan het bergstation stappen we het ernaast gelegen restaurant binnen en bestellen er voor Lea een gemend ijs en voor mij een kaiserschmarn. Het ijs in Oostenrijk is zeer lekker en vrij goedkoop. Ik neem nogal eens een kaiserschmarn omdat dit gerecht meestal een lichte maaltijd kan vervangen. Toen we het restaurant binnenkwamen waren we de enige bezoekers en vertelde de uitbaatster dat ze bijna nog niemand over de vloer gehad had die dag. Maar we zaten nog maar amper vijf minuten neer of de een na de andere wandelaar komt het etablissement  binnen en nog geen tien minuten later zit er zoveel volk in de zaak dat de vrouw alle moeite heeft om iedereen binnen een behoorlijke tijd te bedienen. Ik moet nog eventjes wachten op mijn consumptie maar als de vrouw met het bord kaiserschmarn verschijnt vallen onze monden open van verbazing. Op een extra groot bord ligt een extra grote portie. De vrouw onze verbazing merkende vraagt aan Lea of zij ook een bestek wil om een beetje mee te helpen. We doen beiden ons uiterste best om de portie naar binnen te werken maar moeten het uiteindelijk opgeven en een restje op het bord laten liggen. Dit zijn zo van die voorvallen die men zich jaren later nog zal herinneren.

Bij het terugkeren naar ons logement krijgen we ter hoogte van Sankt-Johan een regenvlaag te verwerken. Het is de eerste regen sinds vorige week dinsdag.

16.41 u – 84 km: zijn terug in ons hotel.

Avondeten:
-Rindssuppe mit Teigwaren
-Salat vom Buffet
-Gulasch vom Hirschkalb met Preiselbeeren dazu Serviettenknödel uns Apfelrotkraut
-Melonencocktail

Dinsdag 9 september 2003

06.45 u – opstaan.

07.50 u – ontbijt.

Het is dinsdag dus is er vandaag de wekelijkse wandeling onder leiding van Hias. Het weer ziet er, ondanks de negatieve voorspellingen, zeer goed uit.

09.15 u: we verzamelen op de parking voor het hotel en Hias vraagt of ik een koppel uit Nederoostenrijk wil meenemen. Ik vraag voor de grap of ze wel voldoende vertrouwen hebben in een “flachländer”, waarop de man antwoordt dat zij zelf ook in een vlakke streek wonen. In colonne rijden we achter Hias, eerste in de richting van het begin van het dal en vervolgens in de wijk Schied de bergen op. Aan het klimmen lijkt geen eind te komen. We rijden steeds op een tarmacweg. Eens we aan de parkeerplaats aankomen lijken de huisjes in het dal piepklein, dus zitten we al op een behoorlijke hoogte. De parkeerplaats ligt op een helling en is begroeid met gras dat op dat moment wat vochtig is. Met ons drieën geraak ik niet de helling op wegens het doordraaien van de wielen op het natte gras. Mijn beide passagiers stappen uit en dan lukt het wel. Via een grintweg gaat het langzaam stijgend naar de Viehhausalm (1 u ½). Onderweg komen we de afslag tegen naar de Mooslehenalm die we links laten liggen. Ik kom als eerste van de groep op de alm aan en drink een mineraal water en een koffie. Ondertussen is ook de rest van de groep aangekomen. We kunnen buiten zitten want de zon komt rijkelijk van achter de wolken gluren. Sommigen van de groep kunnen zelfs in hun T-shirt zitten. Hias komt naast mij zitten en geeft wat uitleg over de omringende bergen. Waldy, de hond van Hias, is steeds van de partij bij iedere wandeling. Hij is van het type “wandelende sigaar” met korte pootjes. Eens Hias een “bretljause” bestelt wekt dit bij de anderen van de groep schijnbaar de appetijt op en de ene na de andere bestelt ook iets om te eten. Ik bestel net zoals mijn 70-jarige overbuur aan de tafel, die uit Beieren (Dl) afkomstig is, een “spekjause”, een boterham waarop niet minder dan 5 repen lekkere gerookte spek liggen. De korstjes worden met veel ijver door Waldy naar binnen gewerkt. Ook de andere gasten volgen mijn voorbeeld en samen met hetgeen hij van Hias heeft gekregen kan Waldy een tijdje voort. Hias vraagt aan een van de vrouwelijke gasten of ze wil weten welk weer het morgen zal zijn, waarop ze van ja antwoord. “Wel” zegt hij “dan moet je dat toestelletje eens bekijken” en wijst naar een kastje aan de voorgevel van de alm. Op het deurtje vooraan staat, in het Duits,: “Als je wilt weten welk weer het morgen zal zijn, trek dan dit deurtje open”. De nietsvermoedende vrouw trekt goedgelovig aan het touw van het deurtje dat daardoor voorover openvalt en tot haar verrassing een kwak water over haar neergooit. Algemeen gelach van de ganse groep was het gevolg hiervan.

13.00 u: we betalen onze rekening en na het drinken van een snaps op kosten van Hias vertrekken we terug naar beneden. Enkele honderd meters verder wijkt een pad af van de grintweg en brengt ons via een kortere weg naar de Mooslehenalm. Aan de hand van het aantal snaps die ook daar uitgeschonken worden op rekening van Hias blijkt het dat we met 26 personen zijn (hijzelf inbegrepen). Verder drink ik daar een mineraal water. Bij mij aan tafel zitten mijn passagiers, het koppel uit Nederoostenrijk. De man vertelt dat hij nog in Saoudi Arabië gewerkt heeft en hij daarvoor een 7-tal inspuitingen moest krijgen in een week tijd vooraleer te vertrekken. Hierdoor is hij 5 jaar allergisch geweest voor alcohol. Maar nu had hij daar schijnbaar geen last meer mee te zien aan de halve liter bier en de snaps die hij naar binnen werkt. Drie kwartier later stappen we op en gaan we naar de plaats waar onze wagen staat. Ik moet maar even wachten op het koppel dat met mij meerijdt en dan gaat het in 1ste versnelling de berghelling af. Met uitzondering van het smalle pad kan deze wandeling ook door Lea gedaan worden. Later op de week zullen we samen deze wandeling eens overdoen. Eens in het hotel worden we traditioneel getrakteerd door Burgl op koffie met koeken. Buiten, op het terras, horen we plots een trekharmonica spelen. Een van een groep Duitsers schijnt de muzikant te zijn. Maar vlug heb ik door dat de man helemaal niet kan spelen en het instrument dat hij voor de borst houdt een nepharmonica is waaruit een reeks volkse deuntjes weerklinken.

Totaal aantal km: 19 km

Avondeten:
-Kürbiscremesuppe
-Salat vom Buffet
-Gebackenes Hendlfilet dazu Rahmkartoffel
-Himbeerjoghurt

Woensdag 10 september 2003

07.00 u: opstaan. Tijdens het douchen valt de douchekop uit elkaar met een fontein tot tegen het plafond voor gevolg maar voor de rest zonder veel erg. Ik meld dit aan Burgl en ’s avonds is er reeds een nieuwe geïnstalleerd.

09.16 u – kilometerstand 62.986, het is regenachtig, bewolkt en 14 graden.

We vertrekken naar Badgastein.

09.40 u – 16 km: Sankt-Johan.

09.43 u – 19 km: rijden door Schönbergtunnel.

09.49 u – 24 km: rijden door Mauttunnel (lengte 208 meter)

09.58 u – 36 km: Dorfgastein.

10.07 u – 44 km: Bad Hofgastein.

10.17 u – 52 km: aankomst te Badgastein aan het Felsenbad (een termalbad met een watertemperatuur van max 36 graden). Met onze kaart hebben we gratis toegang tot het bad.

12.20 u: vertrek naar de Strohlehenalm te Dorfgastein. Deze alm is ons bekend van voor meer dan 25 jaar en toen nog uitgebaat door de familie Herbst, nu door de achterkleinkinderen. Toen wij daar regelmatig kwamen was de huidige uitbaatster nog niet eens geboren. De tijd gaat snel...

12.50 u – 72 km: aankomst op de Strohlehenalm alwaar we iets eten.

13.56 u: vertrekken van de Strohlehenalm.

14.31 u - 97 km: rijden de afslag naar Grossarl voorbij naar Hallein.

15.57 u – 140 km: aankomst te Hallein. Daar gaan we nazicht doen hoe we de trein moeten nemen naar Salzburgstad. In een winkel kopen we een zonnebril en drinken we iets in een patisserie.

17.07 u – 222 km: aankomst aan het hotel. We hebben een 16-tal kilometer teveel gereden daar we een afrit gemist hebben en moeten terugkeren zijn.

Avondeten:
-Rindssuppe
-Salat vom Buffet
-Schweineruckenstaek in Gorgonzolarahmsosse dazu Röstinchen
-Eispalatschinken

Donderdag 11 september 2003

07.00 u: opstaan

08.00 u: ontbijten tot 09.00 u

09.15 u: vertrek naar Berchtesgaden. Waren eerst van plan naar het zwembad te gaan in Dorfgastein maar wanneer we goed kijken blijkt die reeds enkele dagen gesloten te zijn. Daar het regenachtig is besluiten we naar Berchtesgaden te rijden en wel via de kortste weg. Eerder deze week, toen we door Hallein reden zagen we een wegwijzer naar dit stadje. De toeristische route naar Berchtesgaden zullen we een andere keer, bij goed weer, volgen. Vooraleer we vertrekken doen we enkele boodschappen in de winkel Billa, naast het dalstation van de berglift. Het is zwaar bewolkt maar nog geen regen. We rijden via Sankt-Johan, Bishofshofen en de snelweg A 10 naar Hallein alwaar we de borden naar Berchtesgaden volgen. Onderweg krijgen we te maken met zware neerslag gepaard gaande met hevige windstoten. Tot we in Berchtesgaden zijn blijft het regenen en op de weg naar de Köningssee stoppen we aan een gasthof om iets te drinken. We verbruiken er elk een koffie en als we de rekening vragen vallen we bijna om van het verschieten. Er wordt ons € 10,20 (411 Bef) gevraagd. Van een kostelijke uitspatting gesproken. We rijden vervolgens tot aan de parking van de Köningsee maar daar het nog regent keren we terug zonder de parking op te rijden. Vervolgens brengen we een bezoek aan Berchtesgaden zelf na onze auto in een ondergrondse garage geparkeerd te hebben (in het centrum gelegen). Op diverse plaatsen in het stadje herkennen we een aantal punten waar we meer dan 25 jaar geleden ook waren zoals de waterput en de beschilderde gevels (als herinnering aan de gesneuvelde soldaten uit WO II). Lea is al geruime tijd op zoek naar een witte bloes van het type dat je alleen in Duitsland kan vinden. In een winkel vindt zij haar gading. We betalen de rekening met onze Visakaart. We besluiten de toeristische bezienswaardigheden van het stadje op een andere keer te bekijken als het wat beter weer is. Omstreeks 11.00 u houdt het op met regenen. We rijden terug naar Hallein en eten er iets in de verbruikzaal waar we gisteren ook waren. Daarna gaat het terug naar het hotel alwaar we om 15.30 u aankomen.

In totaal hebben we 175 km gereden.

Avondeten:
-Goldwürfelsuppe
-Salat vom Buffet
-Gedünstete Rindsroulade mit Butternudeln
-Schokoladenmousse

Na het avondeten willen we naar de Ötzlsee gaan, gelegen aan het daleinde. Daar heeft vanavond een korte avondwandeling plaats (met lantarens) en de naam van het spektakel laat vermoeden wat er te zien zal zijn: de “Ötzlsee in flammen”. Was het weer in de vooravond wat verbetert, wanneer wij het hotel buitenstappen begint het terug te regenen. Daar de attractie bij regenweer niet doorgaat en eventueel naar morgen wordt verlegd, besluiten we van niet te gaan (ook de dag nadien regent het ’s avonds zodat het spektakel waarschijnlijk volledig afgelast is geworden).

Niemand denkt hier blijkbaar nog aan de aanslagen in New York van 11 september 2001. Mensen vergeten snel...

Vrijdag 12 september 2003

06.45 u: opstaan

07.45 u: ontbijt

Kilometerteller 63.384

08.43 u: vertrek richting Hallein. Het regent.

10.15 u: we nemen de trein te Hallein (€ 3,10 x 4) richting Salzburg Hbf. Daar we toch over autosnelwegvignetten beschikken komt het waarschijnlijk goedkoper uit tot in Hallein te rijden en hier de trein te nemen naar Salzburgstad om zo de drukte van het stadsverkeer te vermijden.

10.40 u: aankomst Salzburg Hbf. Van daar gaat we te voet naar het oude stadsdeel. Het regent de ganse dag fel, enkel tussen 10.30 u en 12 u houdt het wat op. Bij het oversteken van de Salzach zien we dat er veel stroming op de rivier zit. De dom van Salzburg kan enkel bezocht worden mits betaling en om principiële redenen gaan we er niet binnen (ik vind dat toegangsgeld niet kan in een kerk). Met onze Salzburgerland Card nemen we het tandradspoor (funiculaire) naar het kasteel Hoghensalzburg. We bezoeken er het kasteel en de er in ondergebrachte musea. Van op het kasteel heeft men een mooi uitzicht over de oude en de nieuwe stad en de omgeving. Dit ondanks de regen. Op het einde van het bezoek aan het kasteel verbruiken we in de “gaststatte” van het kasteel elk een soep (kruidencremesoep), elk twee worsten met mosterd en een broodje, een fanta en een mineraal water.

Met de funiculaire gaat het terug naar beneden en gaan we naar de aanlegsteiger van de boten op de Salzach. Die varen wegens de te sterke stroming niet. We besluiten dan maar terug te keren en onderweg naar het station is het hevig aan het regenen. Dank zij onze regenkledij kunnen we echter doorstappen en een droger oord in het station opzoeken. In de gauwte drink ik in het station een koffie om me wat op te warmen (de regen maakt het wat killig).

14.51 u: vertrek van de trein naar Hallein.

15.15 u: aankomst te Hallein na aan de 5 haltes onderweg gestopt te hebben.

Onze wagen hebben we op een vrije parkeerplaats aan het station van Hallein achtergelaten. De rit Grossarl – Hallein heeft een afstand van 60 km.

15.25 u: vertrek naar Grossarl

16.30 u – 120 km: aankomst aan het hotel. Eerst verbruiken we hier elk een apfelstrudel en koffie. Monica, de dochter des huizes, wijst er ons op dat er morgen enige festiviteiten doorgaan op de Maurachalm ter gelegenheid van de almabtrieb (de koeien die van de almen in de bergen naar het dal gebracht worden). Daar er morgen ook festiviteiten zijn in Dorfgastein zijn we echter van plan daar naartoe te gaan en zullen we proberen tijdig terug te zijn om de almabtrieb nog te kunnen zien in het dal ter hoogte van de Wimmbrucke.

Avondeten:
-Rindssuppe met Gemüsestreifen
-Salat vom Buffet
-Forelle “Müllerin” dazu Petersilienkartoffeln
-Apfeltasche mit Vanillesause

Zaterdag 13 september 2003

06.45 u: opstaan

07.50 u: ontbijt

09.00 u: rijden naar het dorp om er enkele boodschappen te doen (o.a. een tafelkleedje) en tanken er 36,31 liter voor € 26,14. We halen wat geld uit de automaat die zich echter binnen in een bankruimte bevindt en om daar binnen te geraken moet men zijn bankkaart in een leestoestel steken. Bij mij lukt dit niet (verkeerd ingestoken?). Tot wanneer een andere gebruiker binnengaat zodat we mee naar binnen kunnen glippen. De rest verloopt zonder problemen. Na een stop aan het hotel vertrekken we om 10.45 u naar de Strohlehenalm in de Gasteinervallei.

11.45 u – 40 km: aankomst aan de Strohlehenalm. Eten er 1 x spekbrod, 1 x schinckenbrod, een buttermilch en een koffie. Het weer blijft regenachtig, nu en dan is het droog maar af en toe regent het lichtjes.

13.00 u – 45 km: aankomst te Dorfgastein. Blijkt dat de festiviteiten wegens de regen afgelast zijn. We keren terug naar ons hotel.

14.00 u – 83 km: zijn terug in het hotel.

15.30 u: drinken een koffie en een thee waarna we vertrekken naar de Wimmbrucke om de almabtrieb van de Maurachalm te zien. We rijden aan de Wimmbrucke de helling op richting Maurachalm alwaar we ons halfweg parkeren omdat we denken verderop moeilijkheden te hebben met het naar beneden komend verkeer en de koeien. De weg is te smal om snel even rechtsomkeer te maken. Terwijl we aan het wachten zijn zien we tientallen auto’s de helling afrijden en we maken ons de bedenking dat we beter ook naar de alm hadden gereden in de plaats van naar Dorfgastein. Zo te zien moet de alm met de wagen gemakkelijk bereikbaar zijn want er kwam zelfs een bus naar beneden gereden. Wanneer het naar beneden rijden van de wagens wat stilvalt denken we dat het stilaan tijd is om naar beneden te rijden tot aan de Wimmbrucke. Eens beneden blijkt de parking reeds goed gevuld te zijn en moeten we ons dubbel opstellen. De almabtrieb schijnt veel belangstelling te kennen wat te zien is aan de talrijke toeschouwers. Na een 20-tal minuten zien we in de verte de troep koeien aankomen. De oudste koeien zijn versierd met religieuze afbeeldingen op hun kop en dragen zware koebellen.

Avondeten:
-Panadlsuppe
-Salat vom Buffet
-Champignonschnitzel dazu kroketten
-Topfennockerl aug glühweinsose

Zondag 14 september 2003

06.45 u opstaan

07.50 u ontbijt

09.00 u – kilometerstand 63.608: vertrek om de wandeling naar de Viehhausalm over te doen met Lea. De laatste dag breekt aan.

We rijden de helling op tot aan de parkeerplaats.

09.25 u: beginnen aan de wandeling. Er is aangegeven dat de wandeling naar de Viehhausalm 1 u ¼ in beslag neemt. Er hangt lage bewolking en tijdens het klimmen lopen we regelmatig door de mist. Het weer betert echter en tegen de middag schijnt de zon volop.

10.25 u: aankomst aan de Viehhausalm. Wij zijn vroeg waardoor wij de eerste bezoekers zijn. Ik loop naar het terras maar om daar te zitten is het te fris. De boerin komt uit haar keuken en stelt voor dat we in de gelagzaal plaats nemen, wat we ook doen. Een stoofje houdt de koude buiten en het bleekhouten interieur doet gezellig aan. We bestellen een buttermilch en een koffie. De boer komt bij ons zitten en verwondert er zich over dat Lea suiker in haar karnemelk doet. Van mijn vorig bezoek weet ik dat de boer en de boerin graag samen zingen, eens kijken of ze dit nu ook zullen doen, wij zijn nog steeds de enige bezoekers. De boerin komt erbij zitten en we beginnen een gesprek over “koetjes en kalfjes”. De boerin is 76 jaar oud en de boer is er 78. Ze hebben 8 kinderen en 16 kleinkinderen waarvan een hen helpt bij het bedienen op de alm. Tijdens de zomer blijven ze op de alm wonen en slapen tot eind september of wanneer het weer het toelaat zelf tot een stuk in oktober. De broer vraagt aan Lea of zij samen met hem wil zingen. Ondertussen is de boerin erbij komen zitten en beginnen ze samen een mooi lied te zingen. Het is een ode aan Salzburgerland en zijn bergen. Ze hebben nog maar pas gedaan met zingen of de eerstvolgende bezoekers komen binnen. Voor ons is het tijd (11.30 u) om op te stappen en we beloven aan de boer en de boerin volgend jaar “bij leven en welzijn” terug te komen. Ik heb het zingen van het Salzburgerlied opgenomen op video en zal proberen tegen dan het lied mee te zingen.

12.30 u: aankomst op de Heumoosalm. We hebben de rijweg (in grint) genomen en niet het smalle en oneffen wandelpad. Onderweg komen we tientallen wandelaars tegen die waarschijnlijk onderweg zijn naar de Viehhausalm. De boerin hier zegt dat er binnen nog plaats is en omdat het nog wat fris is gaan we op haar voorstel in. Binnen zitten er een 4-tal (Duitse) wandelaars en buiten een tiental. Daar eten we elk een kleine “bretljause”, een almdudler en een koffie.

13.30 u: aankomst aan de parking en rijden naar beneden. Na een sanitaire stop in het hotel rijden we terug naar het dorp met de bedoeling de wagen in de selfcarwash te doen. Maar die blijkt op zondagnamiddag niet te werken. De wagen is behoorlijk vuil door het grijze stof op de grintwegen, door het patineren op het vochtige gras op de parkeerplaats en toen we gisteren over de weg reden richting Sankt-Johan was de plaats waar er wegwerkzaamheden bezig zijn behoorlijk modderig.

Voor de laatste keer rijden we nog eens tot het einde van het dal. De zon schijnt nu volop. Terug in het hotel rekenen we af zodat we enkel hetgeen dat we vandaag verbruikt hebben nog deze avond aan Monica moeten betalen. Tevens maken we reeds een afspraak voor volgend jaar (vanaf zondag 5 september tot en met zondag 19 september (vertrek op maandag 20 september 2004). Eens dit achter de rug gaan we naar de kamer onze koffers pakken en brengen reeds zoveel als mogelijk naar de auto. Enkel hetgeen we nog nodig hebben blijft nog op de kamer.

Avondeten:
-Rindssuppe met Frittaten
-Salat vom Buffet
-Grillteller mit Kräuterbutter dazu Ofenkartoffel
-Vanilleeis mit schokososse

Op het einde van de maaltijd brengt Hias ons de traditionele afscheidssnapsen (ook de eerste avond, bij onze aankomst, kregen we elk een welkomstsnaps) en neemt Monica afscheid van ons daar we ze morgen niet meer zullen zien. Wanneer we naar de kamer gaan is het de beurt aan Hias om afscheid te nemen.

Maandag 15 september 2003

06.30 u: opstaan

07.45 u: ontbijt

08.26 u – kilometerstand 63.658 km – 4 graden: het vertrek naar huis is aangebroken. Hetgeen nog rest wordt naar de auto gebracht en we nemen met spijt afscheid van Burgl. Er is geen wolkje aan de lucht. Te Sankt Johan zien we een carwash en laten daar de wagen wassen voor € 3.

09.16 u – 41 km: Zettenbergtunnel (527 meter lang)

Volgende tunnels na 43 km (596 meter), 9.20 u -46 km (2004 meter), 9.22 u - 48 km (1384 m)

09.30 u – 64 km: Hallein

09.41 u – 81 km: passeren de grens met Duitsland.

10.01 u – 122 km: rijden voorbij de Chiemsee.

10.25 u tot 10.56 u – 162 km: stop te Ischenberg aan een raststatte.

Op de ring rond Munchen nemen we even de verkeerde weg, rijden de volgende afrit af en keren terug zodat we op de goede weg terechtkomen (Aan Munchen moeten we richting Nurnberg volgen via de A 99).

11.41 u – 234 km: we verlaten de ring rond Munchen. Het is 17 graden.

13.42 u – 371 km: stilstand parking en raststatte Nurnberg. Nemen een licht eetmaal tot 13.42 u

16.00 u – 495 km: aankomst te Wurzburg-sud en aan Etaphotel. Hadden onderweg tussen Nurnberg en Wurzburg een behoorlijke file die ons heel wat tijd liet verliezen en waardoor het praktisch onmogelijk was door te rijden in een rit. Even voorbij het Etaphotel is er een MCDonaldsrestaurant waar we iets drinken.

17.00 u: receptie van het Etaphotel gaat open en wij betalen een overnachting en twee ontbijten voor € 50,80. Kilometerstand 64.153 (495 km). Na de douche gaan we te voet naar het restaurant La Strada en eten er terug Calamari Fritti. Hun Visakaarttoestel schijnt nog steeds niet te werken zodat we cash betalen.

19.45 u: zijn terug in het Etaphotel en gaan die avond vroeg slapen.

Dinsdag 16 september 2003

06.00 u: opstaan

06.30 u: ontbijt

07.00u: vertrek – rijden na 6 km de snelweg op richting Frankfurt.

08.02u – 89 km: rijden door een lange tunnel te Assaffenburg maar vragen ons voor de zoveelste keer af voor wat die tunnel daar gemaakt is.

08.11 u – 111 km: Weiskirchen en file

08.34 u – 123 km: terug file

09.09 u – 180 km: stilstand te Comburg tot 09.25 u voor een sanitaire stop en om iets te drinken.

10.54 u – 341 km: stilstand te Frechen tot 11.10 u voor sanitaire stop en wat te drinken.

12.45 u - 456 km: zijn reeds in België, enkele kilometer voor de wisselaar E 313 – E 314 en stoppen aan het kleine baanrestaurant voor het eten van een belegd stokbrood. Mijn bodywarmer (vest) hang ik aan mijn stoel omdat het te warm is. We zijn reeds voorbij de verkeerswisselaar als ik merk dat ik mijn vest vergeten ben met daarin mijn gsm en mijn bril. Even paniek. Bij de volgende afrit rijden we af de snelweg en keren terug. Het is wel even opletten aan de wisselaar dat ik op de goede snelweg terecht kom om dan vervolgens terug van de snelweg te rijden en terug te keren. Een 20-tal minuten later ben ik terug in het restaurant en blijkt dat de diensters mijn vest ik bewaring hebben gehouden.

14.40 u – 622 km: we zijn thuis.

We tanken vol (€ 0,759/liter) 41 liter voor € 31,14.

Eindstand kilometerteller: 64.776

Totaal afgelegd aantal kilometers: 3450 km (tegen 3500 km in 2002)

Totaal aantal kilometers heenreis: 1094 km

(tegen 1122 km in 2002 – reden toen even om langs de Romantische strasse)

Totaal aantal kilometers terugreis: 1117 km (vergisten ons twee keer van snelweg, moesten terugkeren om vergeten vest op te halen en overnachtten in Wurzburg) (tegen 1032 kmi n 2002)

Totaal aantal dagen: 18 dagen waarvan 4 dagen voor de heen en terugreis (tegen 16 dagen in 2002 waarvan 3 dagen voor de heen en terug reis)

Totaal aantal liters diesel verbruik( (vol bij start en aankomst): 179,33 liter

Totaal kostprijs diesel: € 138,28 (=5.578 Bef)

Gemiddeld verbruik: 5,20 liter per 100 km

Website van het hotel: www.schuetzenhof.at
e-mailadres van het hotel:info@schuetzenhof.at

29-08-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
28-08-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen





Kasteel van Werfen



28-08-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
19-03-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2003 deel 1

AntalyaTurkije

19 – 30 maart 2003

Wat vooraf ging

De laatste jaren maken we er een (onopzettelijke) gewoonte van om op reis te gaan op een tijdstip dat internationale gebeurtenissen de publieke opinie beroeren. Zo waren we in Leeuwarden (Nl) toen in Enschede de vuurwerkfabriek ontplofte; in de Vogezen (Fr) toen op 11 september 2001 de aanslag werd gepleegd op de WTC-torens in New-York, in Bretagne (Fr) toen Pim Fortuyn werd vermoord terwijl Jacques Chirac een overwinning behaalde op het extreem rechtse Front National (2002) en moesten we een eerste poging om naar Bretagne te gaan uitstellen omdat de wegen in Frankrijk geblokkeerd waren door stakende vrachtwagenchauffeurs (2000).

Onze reis naar Antalya Turkije hebben we geboekt op 21.11.2002. Toen was er nog geen sprake van of geen vermoeden dat er een tweede Golfoorlog op til was. Onze reis was nog niet goed geboekt of de Amerikaanse president Bush begon dreigende taal te spreken tegenover Saddam Hoesein. Hoe dichter de datum van de afreis (19 maart) naderde hoe meer het duidelijk werd dat een oorlog niet meer te vermijden was. Meer nog. Het werd als maar duidelijker dat het begin van de oorlog net na onze vertrekdatum zou vallen. Er zou geen twijfel geweest zijn over de veiligheid in Turkije ware het niet dat er sprake was dat dit land kans maakte betrokken partij in het conflict te worden door zijn luchtruim open te stellen voor de Amerikaanse gevechtsvliegtuigen. Op het laatste ogenblik besliste het Turkse parlement (zelfs tot tweemaal toe) hiervoor geen toestemming te geven. Dit punt van twijfel viel dus weg. Maar gerustgesteld waren we niet. Voor alle zekerheid nam ik enkele keren contact op met Jetair waar ik steeds hetzelfde stereotype antwoord te horen kreeg: in geval het risico te groot wordt zou de reisorganisatie voor een alternatief zorgen. Wel begreep ik dat in deze kwestie het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van doorslaggevende aard was. En het reisadvies op de website van het Ministerie (www.minbuza.be) was gunstig voor Turkije maar de laatste bijwerking ervan dateerde van 23.1.2003. Voor alle zekerheid verzond ik op zondagavond 16 maart nog een e-mail met de vraag om een bevestiging van het gunstig reisadvies. Aangezien we in de loop van maandag niets meer hoorden van het ministerie hadden we nagenoeg beslist niet te vertrekken en als alternatief naar Oostduinkerke te gaan (thuis blijven zagen we niet zitten). In dit geval zouden we dus wel het betaalde bedrag volledig verloren hebben. Op dinsdag 18 maart, de dag voor ons vertrek, liep om 12.20 u een bericht binnen, op mijn e-mail, van het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarin benadrukt werd wat het westen van Turkije, met inbegrip van Cappadocië, geen enkel probleem was om er naartoe te reizen. Binnen de vijf minuten beslisten we om toch maar te vertrekken. De drang om te gaan was te groot, te meer dat we wisten waar we zouden terechtkomen en de omgeving bij ons bekend was (In 2001 waren we reeds in hetzelfde hotel in Antalya). De valiezen stonden reeds enkele dagen klaar en ondanks onze twijfels hadden we ze niet leeggemaakt. Dus hadden we enkel nog wat laatste voorbereidingen te doen zodat we ’s anderendaags konden vertrekken.

Woensdag 19 maart 2003

We staan op om 5 u en om 6.30 u brengt Marijke ons naar het Sint-Pietersstation. De rechtstreekse trein naar de luchthaven vertrekt om 7.15 u. Om 8.15 u komen we aan in het station Zaventem – Nationale Luchthaven. Het station is gelegen onder de luchthavengebouwen. Tijdens de week is het zekerder met de trein te reizen om niet in een file terecht te komen en zo te laat op de luchthaven aan te komen. Eerst gaan we naar de balie van Jetair om het klassieke reistasje af te halen. Daar verwijst men ons tevens naar incheckbalie 1.8. Wij zijn, gezien het vroege uur (we moesten maar ten laatste om 9.15 u ter plaatse zijn), een van de eersten om in te checken. Men vraagt ons of we een plaats aan het venster willen hebben. Doordat we bij de eersten zijn hebben we de keuze. We krijgen de zetels 1 E en 1 F toegewezen, dit wil zeggen op de eerste rij. Wel hadden we ons afgevraagd of wij niet alleen zouden staan aanaanschuiven aan de incheckbalie maar na een kwartier is het reeds duidelijk dat het vliegtuig compleet vol zit.

Achter ons in de rij staat een Turks gezin waarvan enkel de man zal meereizen omdat zijn moeder erg ziek is. Zij woont in de buurt van Ankara. Waarschijnlijk omdat hij pas enkele dagen geleden een plaats op het vliegtuig zocht moest hij via Antalya vliegen en de rest van de reis met de autobus afleggen. De (jonge) Turkse vrouw praat honderd uit, in correct Nederlands, over het waarom haar man naar Turkije gaat en zij niet kan meegaan. Zij volgt nog avondlessen en ook door haar werk kan ze niet weg.

De rest van de passagiers zijn duidelijk allemaal Belgische toeristen.

Na het inchecken drinken we nog een koffie en eten een kleinigheid. De pascontrole en de veiligheidscontrole passeren we zonder problemen en we moeten nog even wachten in de wachtplaats aan de instapplaats aan kaai A 32. Ik ga nog vlug even naar het toilet, iets wat men liefst zo weinig mogelijk doet in het vliegtuig wegens de beperkingen. Terwijl ik in het toilet ben hoor ik via de oproepinstallatie reeds de melding dat de passagiers van ons vliegtuig mogen instappen. Het is dan 10.15 u. Ik had een toilet moeten gebruiken dat wat verder afgelegen was daar het nabij gelegen toilet niet toegankelijk was. De gang op het einde van de kaai was enkel toegankelijk voor de passagiers van het er vertrekkende vliegtuig. Toen bemerkte ik dat het vliegtuig als bestemming Atlanta (V.S.) had en om veiligheidsredenen (de op til zijnde oorlog in Irak) hadden enkel de passagiers van het vliegtuig toegang tot dit gedeelte van de kaai.

Ons vliegtuig is van het type 737, vrij klein, met 3 + 3 zetels op een rij. Het vertrek is voorzien om 10.45 u. Om 11.10 u komen we los van de grond. We zitten op de eerste rij waardoor we wat meer beenruimte hebben en ook de klaptafeltjes zitten iets ruimer (die komen uit de armleuning i.p.v. dat ze gehecht zijn aan de voorgaande stoel). Het weer is goed, er zijn wolken en de temperatuur is ca 13 graden. Er hangt  een lichte nevel boven de grond maar we kunnen volop het landschap zien en dit tot we ver voorbij de Alpen zijn.

Op de stoel naast Lea zit een praatgrage jonge vrouw die blijkbaar met een vriendin op reis is. Haar bestemming is eveneens Antalya maar blijft daar slechts enkele dagen want op zondag keert ze terug naar huis. Door het praten verkort voor Lea de vliegtijd (zij is nog altijd niet heel gerust in het vliegen).

Om 12.15 u (E.T. = Europese Tijd) of 13.15 u T.T. (Turkse Tijd) vliegen we over de besneeuwde toppen van de Alpen.

Ca. om 15.30 u (plaatselijke tijd) landen we, na een vlucht van ca 3.45 u, op de luchthaven van Antalya na eerst nog even over de Middellandse Zee te hebben gevlogen om de juiste aanvliegroute de vinden. Bij onze vorige reis naar Antalya was het reeds donker bij de landing (het was februari en we waren enkele uren later vertrokken). Zonder problemen pikken we onze valiezen van de rolband en kopen we een visum (€ 10 per persoon) voor Turkije. Dit is echter een loutere financiële kwestie en heeft weinig te zien met veiligheid of controle op het binnenkomen van het land. Vervolgens passeren we de pascontrole. Aan de uitgang van de luchthaven treffen we de hostesses van Jetair aan die ons naar het busje, iets verderop, verwijzen. Voor ons is dit niet nieuw. Het kleine busje is een must want grote bussen kunnen niet binnen in Kaleici, het oude stadsdeel van Antalya, wegens de zeer smalle straatjes. In het busje zitten drie koppels, ons inbegrepen. Een koppel zal verblijven in een ander hotel in Kaleici en het andere koppel in hetzelfde hotel als wij. Onderweg vertellen we al het een en ander over het hotel en onze ervaring van twee jaar geleden. Het is ca 17 u als we in het hotel aankomen, van de luchthaven naar het hotel is het maar 15 minuten rijden. Ook het inchecken in het hotel is niet nieuw voor ons. We krijgen de kamer Sinan Pasa toegewezen (de kamers hebben hier gaan nummers maar namen van pasja’s of haremvrouwen) De pasa-kamers zijn ruimer en beschikken over een jaccuzzibad (wel bij te betalen bij de boeking). De ervaring van twee jaar geleden had ons geleerd dat het beter is op te leggen voor een kamer met jaccuzzibad, niet zozeer voor het bad zelf maar voor de ruimere kamers. Tevens krijgen we een kaartje (soort van bankkaart) waarmee de dranken en andere extra’s in het hotel kunnen betaald worden. Een personeelslid draagt onze valiezen naar boven en dit is nog best ook want samen wegen ze 33 kg (normaal mogen ze 15 kg wegen per persoon, dus hadden we 3 kg teveel mee, maar op enkele kilo’s wordt er niet gekeken). Bij de terugvlucht mag men 20 kg per persoon meenemen, kwestie van de commercie wat te bevorderen. MNG, waarmee we vlogen, is trouwens een Turkse luchtvaartmaatschappij. Het drinkgeld voor het dragen van de valiezen kunnen we pas de volgende dag geven want we hebben geen muntstukken in Euro bij en moeten we nog Turkse Lira’s wisselen. Onze kamer is gelegen in de achterbouw van het hotel dat bestaat uit een drietal Ottomaanse huizen die prachtig gerestaureerd zijn. Uit het raam van onze kamer kijken we uit op een stemmig binnenkoertje. In de kamer ligt een plankenvloer, zijn er twee ingemaakte kleerkasten, is er airconditioning , een kleine TV met een Nederlands-Vlaamse satellietzender, enkele Franstalige en Duitstalige zenders naast de Turkse zenders.

Nadat we het jaccuzzibad hebben uitgeprobeerd gaan we eten. Alles is in buffetvorm (soep, voorgerechten, hoofdgerechten en nagerechten). Het andere koppel, dat samen met ons is aangekomen en afkomstig is uit Lokeren, zitten bij ons aan tafel. Al vlug leren we hen wat beter kennen en blijkt dat hun commentaren niet zo bevorderlijk zijn voor een goed en prettig verloop van de vakantie. Daarom zullen we stilaan de volgende dagen vermijden met hen nog aan dezelfde tafel te zitten.

Het is 23 u wanneer we gaan slapen.

Donderdag 20 maart 2003

Ik word wakker om kwart voor vijf door de oproep voor het gebed door de moëzins van de omliggende minaretten (in een stad als Antalya zijn er heel wat). We dommelen nog wat in en na het nemen van een bad gaan we om 7.30 u ontbijten. Ook het ontbijt wordt in buffetvorm gepresenteerd. Van andere landgenoten, het hotel is nagenoeg volgeboekt door Belgen en enkele Nederlanders, vernemen we dat de oorlog in Irak is begonnen. Wanneer ik op zoek ben naar de boter en dit nogal luid aan Lea vraag  word ik geholpen door een vriendelijke dame. Wanneer ik haar goed bekijk bemerk ik dat ik haar ken. Ik vraag haar of ze de echtgenote is van gewezen collega Roger De Caluwè waarmee ik vroeger nog samen in het bestuur was van de politievakbond “De Politieverbroedering Gent”. Ik krijg van haar een bevestigend antwoord en een paar ogenblikken later zie ik ook Roger. Het was jaren geleden dat ik hem nog zag en uitgerekend hier, enkele duizend kilometer van huis, lopen we mekaar tegen het lijf. Nadat we ontbeten hebben komt Roger wat bij ons zitten en worden er oude en nieuwe koeien uit de gracht gehaald. In de loop van de week zullen we herhaalde malen korte gesprekken voeren, ook met het koppel waarmee ze samen op reis zijn. Tevens blijkt dat ze reeds op zondag zijn aangekomen en dat we op dezelfde dag naar huis gaan.

Na het ontbijt wandelen we tot aan de haven om te genieten van het uitzicht op de baai van Antalya en het Taurusgebergte.

Om 10.30 u hebben de nieuw aangekomen gasten een afspraak met de hostess van Jetair die wat uitleg geeft over de omgeving en de gebruiken. Wij zijn ook aanwezig alhoewel de uitleg voor ons niet meer hoeft. Wat voor ons “nieuw” is is het groot winkelcentrum dat volgens de hostess zou gelegen zijn achter het Antalyamuseum en ook nog een tweede haventje. Later zullen we beseffen dat er iets mis is met het orientatievermogen van de hostess (zie verder).

Vervolgens gebruiken we het (meestal sobere) middagmaal dat, als uitzondering tegenover de andere maaltijden, wordt opgediend. Daarna genieten we op de kamer van wat platte rust. Na een uurtje gaan we naar de markt die voor ons niet moeilijk te vinden is omdat we er twee jaar geleden ook verschillende keren waren. We kopen er enkel kiwi’s. In het terugkeren kopen we in een kleine zelfbedieningzaak enkele boodschappen. Eerst laten we de gekochte spullen in het hotel achter en gaan vervolgens, in de buurt van de geribde of gekartelde minaret, naar een postkantoortje (eigenlijk is het een container van het model dat ook door de politie en andere openbare diensten her en der wordt gebruikt). Gisteren heb ik aan de receptie van het hotel wat Euro’s omgewisseld in Turkse Lira’s. De gangbare koers van het hotel was blijkbaar niet onderhevig aan de beursschommelingen van de dag want steevast krijgt men 1.500.000 T.L. voor één Euro, daar waar de dagwaarde veel hoger staat. In het postkantoortje (bemand met slechts één personeelslid) volgt men de officiële koers en krijg ik 1.780.000 T.L. voor één Euro. Van anderen vernam ik dat de wisselkantoren op de luchthaven nog harder sjoemelen. Daar kreeg men slechts 1.450.000 T.L. voor één Euro.

Niet ver af van de postcontainer doen we een terrasje met zicht op de oude haven van Antalya (enkel pleziervaart). De zon schijnt, het is ca 15 graden, maar er staat een frisse bries. Beschut tegen de wind genieten we van de prachtige zonsondergang wanneer de zon stilaan achter het Taurusgebergte wegzakt. Eens de zon achter de met sneeuw bedekte bergtoppen is verscholen koelt het flink af en is het tijd om naar het hotel terug te wandelen. Onder weg naar het hotel (amper 5 minuten ver ) lopen we enkele winkeltjes van tapijten binnen, we zijn namelijk op zoek naar enkele kleine tapijtjes om op salontafeltjes te leggen, maar we vinden onze goesting en de gepaste maat niet. Het is trouwens nog veel te vroeg om iets te kopen.

Na het bubbelbad gaan we eten. Het (opdringerige) koppel uit Lokeren heeft een tafel weten te bemachtigen aan de brandende open haard en heeft voor ons een plaats voorbehouden (wat hen niet gevraagd was). Voor ons is het er iets te warm.

Om 23 u gaan we slapen.

Vrijdag 21 maart 2003

Na gewekt te zijn door de moëzin om kwart voor vijf dommel ik terug in. Om 7 u sta ik op en maak na het bad een wandeling in de omgeving van het hotel in de nog verlaten oude stad Kaleici. Dit is meestal het beste moment om eens rustig de omgeving te bekijken. Kaleici kan men best vergelijken met de Gentse Patershol. Op dit ogenblik staan nog heel wat oude huizen te vervallen en is er nog heel wat restauratiewerk aan de winkel. Kaleici is onlangs (zoals onze Gentse begijnhoven) door de UNESCO beschermd als werelderfgoed. Enkele ongepaste betonkolossen die er niet thuis horen zullen plaats moeten ruimen. Ik heb het vermoeden dat wanneer je over 10 jaar Kaleici zal bezoeken je een heel ander beeld zal krijgen van dit oude Antalyastadsdeel.

Na het ontbijt, om 8 u, maken we samen een wandeling in Kaleici en het aanpalende stadspark. Vanop een zitbank aan de kustlijn heb je een mooi uitzicht op de baai van Antalya met op de achtergrond de besneeuwde bergtoppen van het Taurusgebergte. De temperatuur voelt goed aan, het is ca 15 graden en weinig wind.

Voor de rest van de voormiddag blijven we op de koer van het hotel van de zon genieten (dit is het beste moment van de dag om hier te zonnen) en wachten er op de hostess van Jetair. Met haar maken we een afspraak om een uitstap te doen naar Phaselis en Myra en betalen die ook meteen (in promotie € 26). Voor de andere uitstappen kunnen we later nog een afspraak maken.

Vandaag zijn we het koppel uit Lokeren nog niet kwijt en zitten we noodgedwongen naast hen aan tafel voor het middageten. Het slaatje wordt door hen prompt afgewezen omdat er komkommers in verwerkt zijn. Zo gaat het nog enkele dagen door. Meer dan vijftig procent van de groenten en andere gerechten lusten ze niet, ... en klagen dan dat er te weinig keuze is.

Daar na het middagmaal onze kamer nog niet klaargemaakt is gaan we op zoek naar het door de hostess gesignaleerde tweede haventje. Ik had al mijn twijfels wanneer ze op een plannetje een bebouwd stadsdeel aanduidde waar zich het haventje zou bevinden. Te vergeefs zoeken we de ganse buurt af en moeten dan tot het besluit komen dat de hostess één en dezelfde haven heeft gezien ... maar van uit twee verschillende richtingen, wat een totaal ander beeld geeft.

Tijdens onze zoektocht maken we kennis met het drukke verkeer in de moderne stad. Iets wat men in Turkije blijkbaar niet kan is degelijke trottoirs aanleggen. Alle soorten tegels en bestratingen worden er door elkaar gebruikt en soms op een ongelukkige manier met mekaar verbonden. Reeds bij onze eerste kennismaking, twee jaar geleden, was het ons opgevallen dat de trottoirs vrij hoog zijn wat het opstappen er niet gemakkelijker op maakt.

Omdat we het tweede haventje toch niet vinden stappen we in de richting van het enige echte haventje om een boottocht te maken. Onderweg kunnen we aan de verleiding niet weerstaan en lopen een tapijtwinkeltje binnen. Eens binnen begint de Turkse nationale sport: het afbieden. Het tapijt dat we op het oog hebben kost aanvankelijk € 250 (10.000 Bef) en na lang afbieden komen we tot de helft van de prijs of € 125. Ook van een kleiner tapijtje kunnen we 50 % afbieden (eerst € 30) en betalen € 15. Na het afsluiten van de koop schrijft de verkoper ons een certificaat uit, men is hier nogal vrijgevig met dergelijke certificaten, en drinken we samen met hem een appelthee. Uit het gesprek dat we voeren onder het drinken van de thee weerklinkt de bezorgdheid voor de toekomst van de toeristeneconomie wegens de oorlog in Irak. Men hoopt er vurig dat niet al te veel toeristen zich zullen laten afschrikken door de gebeurtenissen in het naburig land. Wanneer we na driekwartier onderhandelen en praten de winkel verlaten krijgen we nog van de verkoper een (goedkope) kussensloop ten geschenke. Ik alleen breng de aangekochte spullen naar de kamer en keer dan terug bij Lea die inmiddels aan het haventje is aangekomen. Het is echter reeds te laat om een boottocht te maken. Wel winnen we informatie in voor een tocht naar de lagere Duddenwaterval (de hogere bezochten we tijdens onze eerste reis naar Turkije). Een boottocht in die richting kost € 20 per persoon maar de schipper doet er € 10 af voor twee personen (dus samen € 30). Daar we vandaag toch niet gaan varen bieden we niet af maar zijn vast van plan een volgende keer af te bieden tot € 10 per persoon.

Wanneer we die avond het restaurant binnenkomen zit dit reeds behoorlijk vol. Ook enkele groepen van de plaatselijke bevolking genieten van een etentje. Later zal ik vernemen dat vandaag het Islamitische nieuwjaar begint. De baas van het hotel komt ons tijdens de maaltijd vertellen dat er die avond een buikdanseres komt optreden. Wij twijfelen er aan of hij dit meent of dat hij dit slechts voor de grap zegt. We zullen we zien. Na het avondmaal gaan we naar onze kamer die boven een deel van het restaurant is gelegen. Na een half uur horen we onder onze kamer luide oriëntaalse muziek. Het was dan toch waar van die buikdanseres. Al vlug zijn we terug in het restaurant en bekijken het spektakel.

Om 23 u gaan we slapen.

Zie verder deel 2

19-03-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
18-03-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2003 deel 2

Deel 2

Zaterdag 22 maart 2003

Opstaan om 7 u en ontbijten om 8 u. We vragen aan de receptioniste van het hotel naar de kortste weg naar een halte van een dolmus. Een dolmus is een klein busje (max. 15 personen) die een vast parcours volgt, enkele vaste stopplaatsen heeft die aangeduid zijn doormiddel van een groot bord met daarop een D en die men kan doen stoppen door gewoon de hand op te steken of door aan de chauffeur te kennen te geven dat men wil uitstappen. De vaste prijs bedraagt 750.000 T.L. per persoon. Eerst stapt men in en wanneer men achteraan zit geeft men gewoon het geld aan diegene die voor je zit tot het bij de chauffeur komt. Moet er teruggegeven worden dan volgt het geld de omgekeerde weg. Het is de bedoeling dat we vandaag eens het busstation van Antalya gaan bekijken. Aan de Adrianuspoort (een poort uit de Romeinse periode) steken we de Ataturk Caddesi (Ataturklaan) over en blijven langs de rechterkant van de moskee aan de overkant. Even verder staat een moderne bulding die de naam draagt “Antalya 2000”. Net voor dit gebouw slaan we links af en komen 100 meter verder aan de halteplaats voor dolmussen. We stappen de eerste de beste dolmus in na aan de chauffeur gevraagd te hebben of hij naar de “otocar terminali” (autobusstation) rijdt. Hij knikt bevestigend. Weinig van die dolmuschauffeurs kennen een andere taal dan het Turks maar met enkele woorden Engels kan je je wel behelpen. Het dolmusbusje rijdt kriskras door de stad. Antalya is een miljoenenstad en bestaat, naast het kleinere oude stadsdeel Kaleici, uit een groter modern gedeelte met appartementsblokken. In het begin van de trip zijn het allemaal luxeflats maar hoe meer men staduitwaarts rijdt hoe minder luxueus de gebouwen worden. Uiteindelijk belanden we in de armoedige wijken die bestaan uit huisjes gebouwd met allerhande materialen. Is het comfort van deze kadukkelijke bouwwerkjes zeer aan de lage kant, eten is er hier niet te kort. We rijden zelfs een markt voorbij die druk bezocht wordt. De wegen zijn nog onverhard en zullen waarschijnlijk bij regenweer (het kan hier zeer fel regenen) in modderpoelen herschapen worden.

Uiteindelijk komen we volledig buiten de stad aan het autobusstation terecht. We stappen echter enkele honderden meters te vroeg uit zodat we aan de in- en uitritpoort van de bussen staan. Een bewaker verwijst ons naar een groot gebouw even verderop maar schijnt voor de rest geen woord Engels te kennen. Het busstation is een hypermodern gebouw. Van daar vertrekken bussen naar al de grote steden van Turkije. De bussen worden uitgebaat door reisagentschappen die elk een balie hebben in de grote hall van het station. Bij het binnenkomen moeten we door een detectorpoort waarnaast een privè-bewakingsagent staat. De veiligheidsmaatregelen zijn duidelijk verscherpt sinds het begin van de oorlog in Irak. In het station lopen twee militairen (met witte gordel en beenkappen) te patrouilleren. Maar voor de rest brengt dit geen ongemakken te weeg en worden we vriendelijk en correct behandeld. Volgens geruchten zou Turkije binnengevallen zijn in het Koerdische deel van Irak maar dit bericht blijkt achteraf niet te kloppen. Na ons bezoek aan het busstation nemen we een dolmus die ons terugbrengt naar de Ataturklaan. We komen er aan om 11.45 u en moeten nog twee minuten lopen tot aan het hotel.

Na het middageten en een korte rustpauze op de kamer gaan we naar de haven om een boottocht te maken. Voor een tocht naar de Duddenwaterval vraagt men ons € 25 per persoon (na afbieden). Dit is ons te veel. Vooral hier aan het haventje laat de oorlog in Irak zich al voelen want volgens de mensen die de pleziervaarten uitbaten zijn er reeds minder toeristen dan normaal. Overal staan de televisietoestellen aan en volgt men het nieuws van de oorlog op de voet. Uiteindelijk nemen we een boottocht langsheen de kust in westelijke richting. Dit kost € 10 voor 2 personen. De boot vaart langsheen de grillige rotskust tot aan het museum. Daar begint het keienstrand dat een lengte heeft van 8 km. Eens terug doen we een terrasje aan van een duur restaurant, gelegen tegen de vestingmuur en boven de haven uitkijkend. We gebruiken er 2 gini’s, 2 appelthee’s en een bordje baklava (samen 34 milj. T.L.). Baklava is een typisch Turks nagerecht dat alle soorten van vormen kan aannemen maar steeds bestaat uit bladerdeeg gedrenkt in een honingsaus. Vooraleer we naar het hotel gaan maken we nog een korte wandeling waarbij we merken dat het vrij fris is.

Die avond zitten we niet meer bij Emma en ‘petoeke’ aan tafel maar naast een ander koppel. Zij is weduwe en hij is weduwnaar. Uit het geprek dat volgt blijkt dat de vrouw, die een jaar ouder is dan ons, op hetzelfde moment naar de verpleegsterschool ging van het U.Z. toen Lea er ook ging. Toch kunnen beiden zich elkaar niet meer herinneren.

Reeds om 21 u doen we die avond het licht uit.

Zondag 23 maart 2003

Ik sta op om 05.30 u nadat ik me laten wekken heb door de receptie. Na het bad doe ik een wandelingetje in de buurt van het hotel terwijl Lea zich klaar maakt. Om 06.30 u ben ik terug op de kamer en gaan we om 06.45 u eten. Normaal kan men slechts ontbijten vanaf 07.30 u maar in uitzonderlijke gevallen kan het ook vroeger. De pannenkoeken die door de kok worden gebakken zijn er dan wel nog niet maar er is voldoende ander brood en toespijs aanwezig. Omdat we niet wisten of er bij de uitstap, die we vandaag doen, eten inbegrepen was, hadden we een lunchpakket gevraagd maar achteraf bleek dit niet nodig te zijn.

Stipt om 07.35 u (zoals voorzien) stopt het busje van Jetair voor de poort van het hotel. Met dit busje rijden we naar een rendez-vouspunt tegen Kemer. Met een grote bus kan men niet binnen in Kaleici wegens de smalle straatjes. In de buurt van Kemer stappen we (een achttal personen) over op de grote bus die reeds meer dan de helft gevuld is met logés die in Kiriş verblijven. We volgen de kustweg verder in de richting van Finike en bezoeken eerst de ruïnes van het Romeinse stadje Phaselis. De hoofdstraat is nog duidelijk zichtbaar. Het theater kan plaats bieden aan ca 3000 personen. De (Nederlandstalige) gids, die ook onze twee volgende uitstappen zal begeleiden, wijst erop dat dit geen amfitheater is, zoals meestal verkeerdelijk gezegd wordt tegen een theater in halve cirkelvorm. Een amfitheater is net het tegenovergestelde, namelijk een volledig rond theater. De rijbaan van de hoofdweg ligt duidelijk veel lager dan het trottoir. Op mijn vraag wat de reden hiervoor is, krijg ik geen duidelijk antwoord. In sommige kamers zie je nog de ronde pilaren waarop de vloer rustte en waaronder de warme lucht circuleerde van de vloerverwarming. Het gymnasium lag in de buurt van een van de drie havens die het stadje telt. In het gymnasium werd aan sport gedaan. Het woord “gymne” wil zeggen “naakt” omdat men er naakt trainde.

Om 10.10 u verlaten we Phaselis. De zon schijnt volop en de temperatuur is zacht. Terwijl we verder in de richting van Finike rijden geeft de gids volgende cijfers over Turkije. Het land heeft 70 miljoen inwoners waarvan ca 20 miljoen in de drie grootste steden wonen (Istamboel: 10 milj., Ankara: 5 milj. en Izmir 3,5 a 4 milj.). Het juiste aantal inwoners kent men niet omdat de volkstelling nogal gebrekkig verloopt. Deze wordt op één bepaalde dag gehouden en dan moet iedereen thuis blijven tot de teller is langs geweest. De eerste volkstelling werd gehouden in 1926. Toen telde Turkije slechts 13.650.000 inwoners. 75 % van de bevolking woont in de steden en 25 % op het platteland. Het land telt 81 provincies waaronder Antalya waarvan de stad Antalya de hoofdstad is. In 1923 werd Ankara de hoofdstad van het land in plaats van Istamboel. Ataturk (Moustafa Kemal) voerde de strikte scheiding tussen godsdienst en staat in. De hoogste berg van het land is de Arrarad met zijn 5165 meter. Men noemt hem ook de heilige berg omdat volgens de overlevering er de ark van Noë strandde. Turkije heeft een kust met een lengte van 8330 km. Het land is 1600 km breed en 550 km van noord naar zuid. Het Europese deel noemt men Tracië (3%) en het Aziatische deel noemt men Anatolië (97%). De gids vertelt verder dat er in het zuidoosten ieder jaar een aantal doden vallen wegens de hitte, niet door de hitte rechtstreeks maar omdat men daar slaapt boven op het platte dak en om dat er nu en dan iemand naar beneden valt in zijn slaap.

Terwijl we in Phaselis rondkeken vroeg de gids ons hoe er in ons land gedacht werd over de oorlogssituatie en de veiligheid in Turkije. Nadrukkelijk zegt hij ons dat er in Turkije geen enkel probleem is. Uit dit alles blijkt de bezorgdheid voor de toeristische industrie die een van de voornaamste inkomsten is in dit (westelijk) deel van Turkije.

Even voor Finike houden we een sanitaire stop aan een rudimentair gebouwtje waar er van alles verkocht wordt en er iets kan gedronken worden (naast de thee ook vers geperst appelsien- en granaatappelsap). De toiletten zijn uitermate verzorgd, iets wat nog zeldzaam is in dit land (De mannentoiletten zijn dikwijls nog van het Franse type). Maar hier zullen de talrijke toeristenbussen voor iets tussen zitten. De stopplaats ligt op een hoogte en beneden, in de richting van de zee, zien we honderden, met plastiek afgedekte, serres met tomaten.

Enkele kilometers voorbij de stopplaats rijden we, tot aan onze eindbestemming, over een bochtrijke weg vlak naast de zee. Een spektakel op zichzelf. Uiteindelijk komen we aan in het plaatsje Demre. Vroeger noemde dit Myra. Het is de plaats waar Sint-Nikolaas leefde en overleed. Hij was er bisschop. Eerst brengen we een bezoek aan de ruïnes van het theater met ernaast een in de bergwand uitgehouwen dodenstad. Op een van de nabijgelegen rotsen zit een nauwelijks zichtbare kameleon. Hij blijft lang genoeg stilzitten om hem vast te kunnen leggen op de videofilm.

Daarna brengen we een bezoek aan de kerk waar Sint-Nikolaas werd begraven. De kerk (kilise) wordt tegen de regen beschermd door een overspanning. Op het deksel van de grafzerk waarin de heilige werd begraven zijn twee personen afgebeeld en is vermoedelijk afkomstig van een andere zerk.

Onmiddellijk naast de site is het restaurant gelegen waar we het middagmaal gebruiken. Tijdens het eetmaal verdwijnt de zon achter de wolken en dit zal zo blijven tot aan de avond.

Na het eten lopen we nog even door de weinige straten die Myra (Demre) telt en laat ik mijn schoenen poetsen door een professionele schoenpoetser. Vooraf vraag ik de prijs. Die bedraagt € 1. Voor mij is een kelner van een restaurant uit de buurt aan de beurt die na afloop op een nogal heimelijke manier een geldbiljet in de hand stopt van de schoenpoetser. Hieruit denk ik te mogen besluiten dat de poetser twee tarieven hanteert, één voor de plaatselijke bevolking en een duurder tarief voor de toeristen. Maar klagen mocht ik niet want achteraf hoorde ik dat iemand in Antalya € 5 (ca 200 fr) betaalde voor een poetsbeurt. Eerst wrijft de man rijkelijk de schoenen in met zwart schoenvet en blinkt die daarna op doormiddel van een borstel. Vervolgens smeert hij er nog een laagje boenwas op die opgeblonken worden doormiddel van een lap. Drie dagen heb ik mijn schoenen niet meer moeten poetsen, zo goed waren ze onder handen genomen.

Ondertussen was Lea stilaan in de richting van de bus gegaan en ziet aan een geïmproviseerd stalletje een reeks borden waarop op een daarvan mijn foto staat. Ik had gezien dat er tijdens ons bezoek aan het theater een man foto’s aan het nemen was. Onder de maaltijd waren die ontwikkeld en op een bord gekleefd. Het bord kost € 5.

Om 15.15 u vertrekken we terug naar Antalya alwaar we omstreeks 18 u aankomen.

De rest van de avond verloopt zoals gewoonlijk.

Daar er sprake van was dat de Turkse troepen Irak waren binnengevallen vroeg ik in de loop van de dag uitleg aan de gids. Hij benadrukt dat het bericht onjuist is. Wel zijn er reeds geruime tijd troepen van Turkije aanwezig in Noord-Irak om er de vluchtelingen te helpen. ’s Avonds meldt de TV dat de V.S. zijn troepen terugtrekt uit Turkije en dat ze dit land waarschuwen voor een eventuele inval in de streek van de Koerden.

Volgens sommige mensen die werkzaam zijn in de toeristische sector zou nu al het toerisme met 50 % verminderd zijn. Wanneer is ’s avonds eens goed rondkijk in het restaurant van ons hotel Alp Pasa dan bemerk ik dat dit volledig is bezet. Zoals gewoonlijk wordt waarschijnlijk alles wat overdreven en zal de vermindering pas goed voelbaar worden wanneer de oorlog te lang duurt.

Maandag 24 maart 2003

Opgestaan om 7 u. Ontbijten om 8 u. Na het ontbijt gaan we kiwi’s kopen op de markt. Het is vrij fris weer en rond de middag zal het amper 9 graden worden (door de frisse wind en een lichte bewolking). Voor Marijke kopen we een paar oorringen in een winkeltje van een van de straatjes die uitkomen op de Ataturklaan. Daarna gaat het terug naar het hotel alwaar we de komst afwachten van de hostess van Jetair. Ik had ondertussen, via de receptie, een nota van haar gekregen dat ze zich vergist had en ik enkele euro’s te weinig betaald had voor de uitstap naar Myra. Meteen maken we een afspraak voor nog twee uitstappen. Voor de uitstap van Perge – Aspendos – Side betalen we 2 x € 39 en voor de uitstap “Typisch Turkije” 2 x € 24.

Tijdens het middageten blijven we nog een hele tijd praten met Roger De Caluwè waarna we nog een kort dutje doen op de kamer.

Op de Ataturklaan nemen we de tram naar het eindstation dat gelegen is ter hoogte van het museum. De prijs voor een rit is wel iets duurder geworden sinds twee jaar geleden. Nu kost de tram 500.000 T.L. per persoon. Wij willen het groot winkelcentrum bezoeken waarvan de hostess eerder had gesproken. Aangezien we enige twijfels hebben over  haar oriëntatievermogen vragen we de weg aan de receptioniste. Blijkt dat dit winkelcentrum niet onmiddellijk achter het museum ligt maar wel ca 5 km verderop. Aan het eindstation van de tram nemen we een dolmus. Terwijl we naar deze staan te wachten wil een jongen ons enkele ringbroodjes met sesamzaad aansmeren. Hij blijft aandringen tot wanneer aan de overkant er een politiepatrouille op de moto voorbij komt en luid claxonneert. Ze maken hem duidelijk dat hij moest ophoepelen. Hier rijden de meeste motorpatrouilles van de politie met twee man op een moto.

Het winkelcentrum MIGROS is een zeer modern en luxueus complex. Ook hier worden we aan de ingang afgetast doormiddel van een elektronisch toestel. Wanneer ik even later aan het filmen ben word ik er door een veiligheidsagent op gewezen dat hier niet mag gefilmd worden. De vraag is: waarom ? Ik stel de vraag, later op de week, aan onze gids tijdens een van de uitstappen. Ook die vindt het al te gek dat hier niet mag gefilmd worden. In een van de winkeltjes koopt Lea nog enkele oorringen voor Marijke en voor haar wat haarspelden. Verder drinken we er een koffie en een cola. Wanneer we het winkelcentrum verlaten krijgen we terug dezelfde controle alhoewel ik mij afvraag wat voor zin dit heeft wanneer men een gebouw verlaat.

De avond verloopt zoals gewoonlijk.

Dinsdag 25 maart 2003

Ik sta op om 6 u en voel een lichte verkoudheid. We vertrekken om 8.35 u met het busje van Jetair naar de verzamelplaats om er over te stappen op een grote bus. Het is fris en er staat een flinke bries.

In Perge bezoeken we de ruïnes van de stad. Je krijgt er een goed beeld van het grondplan. De meeste zuilen en muren bestaan uit marmer. Turkije is trouwens het land van de marmer (vandaar de plaatsnaam Marmara). Ook hier is gemakkelijk de hoofdstraat terug te vinden. Naast de stad ligt het stadion dat ca 250 meter lang is. Blijkbaar hebben vroegere bezoekers-archeologen hier hun best gedaan want heel wat beelden en stenen voorwerpen van hier zijn terug te vinden in musea in Parijs, Londen en Antalya. De stad bestaat uit een Grieks en een Romeins deel.

Vervolgens rijden we naar Aspendos voor een bezoek aan een van de best bewaarde theaters. Het is nog nagenoeg volledig intact, ook de toneelmuur. De meeste toneelmuren van andere theaters zijn omvergevallen. Tijdens de twee zomermaanden worden hier nog concerten en voorstellingen gegeven. Het theater biedt plaats aan 25.000 mensen.

Net voor de ingang word ik aangesproken door een plaatselijk bewoner die mij zeer oude munten te koop aanbiedt. De prijs is vrij laag, op een bepaald ogenblik vraagt hij voor een viertal munten slechts € 5. Ik wantrouw de man want volgens mij zijn er twee mogelijkheden: 1) het zijn echte antieke munten en bij het buiten het land brengen krijg je problemen daar het in Turkije ten strengste verboden is antieke voorwerpen uit te voeren. 2) het is waarheidsgetrouwe namaak. Wanneer ik moet gissen dan denk ik eerder in de richting van namaak want de man had teveel munten bij zich om geloofwaardig te zijn.

Niet ver van het theater gebruiken we het middagmaal (prijs niet inbegrepen).

Vervolgens rijden naar de ruïne van Side. Dit is het minst interessantste deel van de uitstap. Buiten de ruïne heeft Side een lange hoofdstraat en talrijke zijstraatjes met wel honderden winkeltjes voorzien van prularia. Aan de zee zijn er enkele mooie restaurants en bevindt er zich een deel van een Grieks gebouw dat nog overeind staat. Side is ook bekend als toeristische verblijfplaats maar de hotels liggen op ongeveer 8 km hier vandaan.

Omstreeks 16 u zakken we af naar het hotel en stoppen nog een korte tijd aan een fabriek van suikerwaren. Men verkoopt er het zogenaamd Turks fruit. Het is moeilijk om hier voorbij te gaan zonder eens te proeven.

Om 18 u zijn we terug in het hotel en de rest van de avond verloopt zoals gewoonlijk.

Woensdag 26 maart 2003

Om 7 u gaan we ontbijten en om 7.50 u vertrekken we op de uitstap “Typisch Turkije” (de gids spreekt liever van “Land en Volk”). Terug hetzelfde stramien: opgehaald worden door het kleine busje, enkele hotels aandoen om anderen op te halen (onder andere onze gids aan het hotel Talya) en dan naar de verzamelplaats te Kiriş om daar over te stappen op de grote bus. Deze bus zit nagenoeg vol. We volgen een ganse tijd dezelfde route als die om naar Myra te rijden en stoppen aan dezelfde halteplaats. Na de sanitaire stop slaan we rechts af, het Taurusgebergte in. In een klein dorpje brengen we een bezoek aan de moskee. Het is een van de weinige moskees die langs de binnenzijde zo mooi versierd is met motieven (menselijke afbeeldingen zijn niet toegelaten in de Islam). Links van de poort staat een marmeren tafel. Hierop wordt bij een begrafenisplechtigheid het lijk gelegd. In de Islamitische ritus is het niet toegelaten overledenen in de moskee binnen te brengen. Niettegenstaande de gids duidelijk heeft uitgelegd hoe men moet te werk gaan om de schoenen aan de poort van de moskee uit te trekken zijn er toch enkel onverlaten die het niet gevat hebben. De schoenen moeten uitgedaan worden voor de mat aan de ingang en dan stapt men met de ongeschoeide voeten op de mat. Vervolgens neemt men zijn schoenen op en zet men die op een daarvoor bestemd boord. Bij het binnengaan houden de westerse toeristen zich meestal aan de regels maar bij het buitenkomen worden de schoenen aangetrokken wanneer men nog op de mat staat.

Ondertussen giet de zon meer en meer haar warme zonnestralen over ons heen.

Even verder bereiken we het dorpje Gökbük. Enkele honderden meters voor het dorp moet de bus achterblijven omdat de straatjes er te smal zijn. Te voet gaan we (bergaf) door het dorpje tot aan de school. De schooltijd is net afgelopen en we komen de kinderen tegen op weg naar huis. Lea (en ook enkele anderen) hadden voor deze gelegenheid wat snoep gekocht. Maar dit keer was het geen overrompeling zoals twee jaar geleden. De reden was niet ver te zoeken. De onderwijzer stond van ver zijn kornuiten gade te slaan. De enige klas van het schooltje is op de bovenverdieping van het gebouwtje gelegen en is vrij primitief ingericht (een beetje zoals hier de klassen 60 – 70 jaar geleden. De onderwijzer geeft les aan 5 studiejaren te gelijk en is bovendien nog directeur. Booitshoeke in de Westhoek had destijds ook zo’n schooltje met slechts één leraar – directeur. De kinderen dragen allemaal een helblauw uniform dat door de ouders zelf moet bekostigd worden. Ook de boeken moeten ze kopen. Ingeval de ouders dit financieel niet aankunnen is er nog het oudercomité dat kan bijspringen. Buiten de klas is er op het verdiep nog een ruime plaats die waarschijnlijk bij regenweer als speelplaats gebruikt wordt. Het derde lokaal is het bureau van de leraar – directeur dat even groot is als de klas. Nadat men in Turkije het middelbaar achter de rug heeft kan men een door de staat ingericht examen afleggen en diegenen die slagen mogen studeren aan de universiteit. Dit examen schijnt een zeer ernstige zaak te zijn want het personeel van de drukkerij waar de vragen gedrukt worden, wordt gedurende de tijd tussen het drukken en het einde van het examen, opgesloten en mag geen contact hebben met gelijk wie dan ook, ook hun familie niet. Spieken is dus uitgesloten.

Na het verlaten van het schooltje bezoeken we een kerkhof. Op sommige graven wordt nog gebruik gemaakt van de Islamjaartelling. De overledenen worden in het lijkhuisje gewassen en in een wit doek gewikkeld. In afwachting van de begrafenis worden ze nog tijdelijk in een kist gelegd maar het begraven zelf gebeurt enkel in het doek. Ze worden half op hun zijde gelegd zodat ze als het ware naar Mekka kijken (Dus niet de voeten of het hoofd richting Mekka zoals het vroeger hier gebruikelijk was met de voeten in de richting van het oosten). De doden worden meestal nog dezelfde dag van het overlijden begraven en dit wegens de soms grote hitte. Via de minaret worden de omwonenden van het overlijden verwittigd door de moëzin.

Wat verder gaan we eten in het plaatselijk restaurant, eigenlijk meer een voor de zon afgeschermde ruimte waar men kan eten. Voor alle zekerheid eten we niet van de rauwe groenten omdat we niet weten hoe die dingen gewassen werden en om alle problemen met diarree te vermijden. Ondertussen kunnen wij ons warmen aan een weldadige zon.

Donderdag 27 maart 2003

Vandaag blijven we wat langer slapen en gaan pas om 8 u ontbijten. In de voormiddag gaan we naar de markt om kiwi’s te kopen en twee T-shirts voor Marijke (echte valse Nikes). De rest van de voormiddag brengen we door op de binnenkoer van het hotel, liggend in de zon aan het zwembad. Na de middag ligt de binnenkoer in de schaduw en is het dan te fris (in deze tijd van het jaar) om hier te liggen of te zitten.

Na het middageten maken we een boottocht naar de Duddenwaterval. Door afbieden kunnen we tot € 15 per persoon gaan. Voor twee jaar bezochten we de hogere Duddenwaterval. De tocht over de zee duurt, heen en terug, twee uur. De uitbater belooft dat hij nog zou trachten andere gasten mee te nemen als dit hem zou lukken binnen de 10 minuten. Maar het blijft bij ons alleen en zijn woord getrouw start hij de motor en vaart met ons alleen uit. Eens in de buurt van de watervallen gaat het bootje vervaarlijk deinen en de jonge man die de boot bestuurt zegt niet dichter te kunnen gaan zonder dat het te gevaarlijk wordt.

Eens we terug zijn brengen we de rest van de namiddag rustig door op de binnenkoer van het hotel.

Ook de rest van de avond verloopt zonder noemenswaardige gebeurtenissen.

Vrijdag 28 maart 2003

We staan op om 7 u en gaan ontbijten om 8 u. Na het ontbijt blijven we nog wat plakken zodat het al na 9 u is als we het hotel verlaten. Het is de bedoeling zomaar eens met de tram te rijden van het begin naar het eindpunt (voor de prijs moet je het niet laten). Aan het eindpunt (oostelijke kant) zie ik een wegwijzer naar Dudden met daarbij het symbool van een waterval. We veranderen onze reisroute en willen eens de waterval die we gisteren vanuit zee zagen van boven bekijken. Ik laat een dolmus stoppen en vraag aan de chauffeur of hij naar de Duddenwaterval rijdt. Uit het gestommel van de passagier te horen denk ik niet helemaal juist te zitten maar de chauffeur zegt om toch maar in te stappen. We rijden dan in westelijke richting en ik bemerkt dat we als het ware terugkeren van waar we gekomen zijn. Niet ver van de gekartelde minaret (dus ook niet ver van ons hotel) stopt de dolmus aan een halteplaats en doet de chauffeur ons teken om uit te stappen. Ik begrijp dat we een volgende bus moeten nemen. Nog geen minuut later stopt een grote bus (zij noemen dit ook een dolmus) en de chauffeur wenkt terwijl hij enkele keren “Dudden” herhaalt. Wij stappen in en betalen dezelfde prijs als voor een kleine dolmus (2 x 750.000 T.L.). Wanneer we een tijdje aan het rijden zijn en we steeds maar volgens mijn gevoel in de verkeerde richting aan het rijden zijn valt plots mijn frank (nu Euro). Ik was uit het oog verloren dat er twee Duddenwatervallen waren. De hogere die 20 km in het binnenland ligt en de lagere die aan zee ligt. Wij waren dus onderweg naar de hogere Duddenwaterval. We besluiten maar gewoon te blijven zitten tot aan de eindbestemming en daar dan een bus of een taxi terug te nemen. Na eerst iets te hebben gedronken in een restaurant aan de ingang van de waterval gaan we op zoek naar een vervoermiddel om terug te keren. Even verder staan twee taxi’s te wachten op klanten en een van de chauffeurs prijst zich aan. Ik vraag hem de prijs om ons van hier via de Duddenwaterval (aan zee) naar ons hotel te brengen. Hij vraagt € 30 maar wij houden het op € 10. Wanneer hij niet blijkt akkoord te gaan geven we de indruk verder te gaan. Dit trucje heeft de afgelopen dagen goede diensten bewezen want telkens roept men ons terug en gaat men akkoord met onze prijs. Ook nu lukt het en brengt de chauffeur ons naar de waterval aan zee. We zeggen slechts een 10-tal minuten nodig te hebben. Hij volgt ons steeds op de voet (wantrouwig dat we het zouden afbollen zonder te betalen?). Terwijl we de watervallen bekijken vliegen er twee militaire vliegtuigen over ons heen. Ik zeg voor de grap dat het “de goeie” zijn waarop de chauffeur breedlachend zegt dat het Turkse jets zijn. Van de waterval gaat het naar Kaleici en ik vraag hem of hij het hotel Alp Pasa kent. Hij kent het niet, waarschijnlijk woont hij niet in deze buurt. Ik wil het hem ook niet aandoen dat hij met zijn taxi in de smalle straatjes van Kaleici moet rijden en toon hem de weg naar de Ataturklaan. Ik vraag hem om te stoppen aan de “Old Gate” (de Adrianuspoort) maar ook die moet ik hem tonen (een Gentenaar die een Turk wegwijs maakt in Turkije!!!). Wanneer we uitstappen hebben we ca 30 km gereden (voor €10!!!). Ik heb enkel een biljet bij van € 20 en hij zegt over geen biljet van € 10 te beschikken om terug te geven, wel een 6-tal U.S.dollars en de rest Turkse Lira’s(U.S. dollars staan trouwens al een stuk lager genoteerd). Omdat men dikwijls bij dergelijke transacties bij de neus wordt genomen zeg ik hem wat verderop te rijden zodat ik in een of andere zaak het biljet van € 20 kan wisselen. Plots vindt hij toch nog een biljet van € 10 in zijn portefeuille.

Na het middageten bezoek ik het kleine museum in de buurt van het hotel dat over het vroegere leven in Kaleici gaat. Het museum is ondergebracht in een gewezen kerk. De vloer bestaat uit gepolijste witte marmer, een pracht om naar te kijken. Ook de toegangstrappen zijn in witte ongepolijste marmer. Je durft er bijna niet op lopen. Na het bezoek haal ik Lea op in het hotel en nemen we de tram naar het eindstation aan het Antalyamuseum. Van daar wandelen we terug via de kustlijn en de aldaar aangelegde parkjes in de richting van het hotel. We hebben nog wat tijd en stappen het tapijtwinkeltje binnen waar we enkele dagen geleden reeds twee tapijtjes kochten. Wij zijn nog op zoek naar drie klein tapijtjes. De eerste keer hadden we voor het kleinste tapijtje € 15 betaald. Nu denk Lea de drie te kunnen krijgen voor € 40. Maar de verkoper herinnerde zich nog de prijs en blijft bij € 45. Terug proberen we onze truc uit door de indruk te geven dat we willen verdergaan. En nu laat hij ons gaan. Dit is een duidelijk teken dat we onder de bodemprijs zaten. We zijn dan uiteindelijk toch teruggekeerd en hebben de tapijtjes gekocht voor € 45.

Op een terras aan het haventje drinken we samen drie raki’s en een fruitsap (8,5 milj. T.L.)

In het hotel bellen we naar het thuisfront, naar Marijke om te zeggen dan alles goed is en naar Godelieve om te laten weten dat we om 9.45 u in Zaventem zullen zijn.

De rest van de avond zoals gebruikelijk.

Zaterdag 29 maart 2003

Staan op om 7 u en gaan ontbijten om 8 u. Met spijt beginnen we aan onze laatste dag.

Op 9 u gaan we nog maar eens naar de markt dit keer om een nieuwe portemonnee te kopen voor Lea en een kleinere voor mij. Daarna gaan we naar het park dat uitkijkt over de baai en de haven. Het is een vrije dag vandaag (zaterdag) en de terrasstoelen zijn al bekleed met kussens. We pauzeren even op zo’n terras en drinken er een thee. Daarna gaan we naar het hotel voor het middageten.

Om 13 u ga ik alleen naar het Turks bad of hammam dat amper enkele straten van ons hotel is gelegen. Voor een volledige behandeling betalen de klanten van Jetair € 20 (tegen normaal € 25). Eerst vertelt de baas wat er allemaal zal gebeuren. Het gebouw dateert van 1611. Vooraleer het centrale deel te betreden moet men zijn schoenen uitdoen (ook dit is gebruikelijk als men bij een Turks gezin op bezoek gaat). In een kleedhokje kan men zijn kleren uittrekken en doet men een lendendoek om. De kleren gaan in een slotvast kastje. Eerst gaat men de warme ruimte in waar de badknecht je afspoelt om het zweetproces op gang te brengen en ga je vervolgens op een witmarmeren warme zeskantige tafel liggen. Dit duurt zowat een 15 a 20 minuten. Het is er behoorlijk warm in die ruimte. Daarna trekt de badknecht een soort van washandje aan en begint daarmee de “peeling” uit te voeren. Door het wrijven wordt de oude huid verwijderd (pijnloos). Daarna wordt men afgespoeld (steeds met warm water). Vervolgens verlaat men de warme ruimte en in een kleine ruimte is het de beurt aan de masseur voor de oliemassage. Die man is een ware kunstenaar want geen spiertje laat hij onverlet. Na de oliemassage gaat het naar het voorgeborchte van de warme ruimte en begint de badknecht met een zeepmassage. Om voldoende schuim te produceren maakt hij een sopje in een bassin en schept dit dan in een rechthoekige linnen zak die hij eerst open blaast en vervolgens dichtknijpt waardoor en veel schuim naar buiten wordt geperst. Eens voldoende zeepschuim gaat hij over tot de zeepmassage. Het geheel wordt afgesloten door het afspoelen doormiddel van warm water. De thee tussendoor is inbegrepen. De totale duur van de behandeling is 2 ½ a 3 uur.

Eens terug in het hotel is het hoog tijd om de valiezen klaar te maken. Zonder problemen kunnen we er alles inkrijgen (de 5 kleine tapijtjes nemen niet al te veel plaats in).

Wanneer we klaar zijn lopen we tot aan de kustlijn om nog een laatste keer te genieten van het mooi uitzicht op de baai van Antalya en het haventje. De ondergaande zon weerspiegelt een goudkleurige tinteling op het zachtjes kabbelende water. Terwijl we op de zitbank aan het genieten zijn komt een kleine schoenpoetser zijn diensten aanbieden. Hij is nogal opdringerig. Een oudere Turk zorgt ervoor dat de jongen ons niet meer lastig valt. Zelf begint hij met ons een gesprek (deels in het Duits, deels in het Engels) en vertelt dat hij voor 12 jaar chauffeur internationaal transport was en hij het traject deed tussen Turkije en Engeland waardoor hij meerdere keren door ons land reed. Nu doet hij het wat rustiger aan en heeft hij een toeristenbusje om uitstappen mee te doen. Ik weet al wat er nu gaat komen en om hem een beetje voor te zijn zeg ik nog vlug dat we morgen naar huis terugkeren en we het spijtig vinden dat we hem niet vroeger leren kennen hebben om met hem uitstappen te doen. Toch krijgen we een visitekaartje in de hand geduwd voor het geval we nog eens zouden terugkeren of we het zouden doorgeven aan kennissen. Op de muur voor de zitbank zit een jongere Turk die zich in het gesprek mengt en vloeiend Duits spreekt. Hij vertelt dat zijn vader jarenlang werkzaam was in Duitsland en nu naar Turkije is teruggekeerd. Met zijn spaarcenten kocht hij een klein (?) appartementsblok aan de Zwarte Zeekust (noordoost Turkije). Prompt diept hij een foto op van het gebouw. Wij tellen een gelijkvloers en een 5-tal verdiepingen met telkens twee appartementen per verdieping. Het gebouw is hoofdzakelijk bewoond door familieleden en wordt deels verhuurd. Verder vertelt hij nog dat hij vader is van een tweeling en worden er prompt foto’s van de kinderen en zijn vrouw bovengehaald. Wanneer ik vraag wat hij voor de kost doet moet ik mijn vraag nog eens herhalen. Uiteindelijk is het antwoord dat hij niet werkt. Waarom zou hij? Vader zit er warm in en diens spaargeld, dat misschien niet zo veel betekenis had in Duitsland, maakt van hem hier in Turkije een begoed persoon. Zo verging het een aantal Belgische landverhuizers ook honderd jaar geleden. Er is niets nieuw onder de zon en de geschiedenis herhaalt zich.

Na afscheid genomen te hebben van de twee sympathieke Turken - we hebben er afgelopen week geen andere gezien - gaan we naar het hotel om er het avondmaal te gebruiken. Ik vergeet niet het dienstpersoneel wat geld in de hand te stoppen. Daarna ga ik naar de receptie om af te rekenen. Ik moet enkel de verbruikte dranken en het gebruik van de kluis betalen. Uitgerekend deze nacht verandert het uur van winter- naar zomeruur, ook hier in Turkije. Dit wil zeggen dat we een uur vroeger moeten opstaan. We vragen aan de receptie om ons te wekken (om 03.30 u zomertijd dwz 02.30 u wintertijd) en een luchpakket klaar te leggen. Voor de kamermeid laten we wat drinkgeld in onze kamer achter maar dit blijkt achteraf schijnbaar niet bij haar terecht te komen. Eens men zijn kamersleutel aan de nachtreceptionist heeft afgegeven en men het hotel verlaten heeft schijnt het gebruikelijk te zijn dat die op jacht te gaat in de verlaten kamers naar het achtergelaten geld.

Het Turk bad zorgt er voor dat ik mij die avond al goed slaperig voel en het geen probleem zal zijn om in slaap te vallen. Reeds om 8.30 u (wintertijd) of 9.30 u (zomertijd) kruipen we onder de wol.

zondag 30 maart 2003

Voor alle zekerheid heb ik mijn reiswekkertje laten rinkelen, Ik heb goed geslapen, Lea wat minder. We nemen nog vlug een bad en wanneer we klaar zijn bellen we naar de receptie om onze valiezen naar beneden te laten brengen. In het restaurant is er reeds koffie en kunnen we ons lunchpakket verorberen. Roger en zijn gezelschap zijn reeds voor ons in het restaurant aangekomen en wachten verder met ons op het busje. Op de binnenkoer, aan de rand van het zwembad, liggen enkele jongeren te slapen op luchtmatrassen (met toestemming van de baas?). Het busje komt met slechts 5 minuten vertraging voorgereden, de valiezen worden ingeladen en we vertrekken voor een korte rit door de nog verlaten straten in de richting van het vliegveld. In de vertrekhall van het vliegveld heerst er een drukte van jewelste (dit was voor twee jaar ook al zo). Na het inchecken, dat nog al wat tijd in beslag neemt, drinken en eten we nog een kleinigheid (er is ontbijt aan boord van het vliegtuig). Daarna nog vlug even een toilet opzoeken en kunnen we al vlug terecht in de wachtzaal na de nodige pas- en veiligheidscontroles. Een korte tijd later mogen we het vliegtuig instappen. Het blijkt een veel groter type van vliegtuig te zijn dan datgene waarmee we naar hier kwamen. Per rij zijn er 3 + 3 + 3 zetels (dus 9 op een rij en twee gangen). Ik schat dat er zowat 400 passagiers aan boord zijn. Geen enkele plaats is er vrij. De vlucht begint om 07.05 u (voorzien vertrek om 7.00 u) en we zullen in Brussel aankomen op 09.45 u. Onderweg moeten we onze klok een uur terugdraaien. Boven Turkije hangen er geen wolken maar hoe dichter bij België komen, hoe dichter het wolkendek. Bij de landing vallen de wolken nogal mee en zoals voorzien staan we omstreeks kwart voor tien op de grond. Uitstappen doen we via de nieuwe terminal. Om onze valiezen terug te krijgen moeten we een hele tijd wachten. Na een eerste reeks valiezen stopte de band en toen hij terug in gang schoot was er reeds heel wat tijd verstreken. Aan de uitgang vinden we Godelieve, die ons naar huis brengt.

Omstreeks 12.00 u steken we de sleutel op het slot van onze voordeur en is de reis afgelopen.

Achteraf bekeken was dit een van de meest ontspannende en mooiste reizen die we tot nu toe ooit maakten. Voorlopig hebben we geen plannen om nog eens naar Antalya te gaan. Spijtig, nu ik al enkele woorden Turks geleerd heb: bir su (uitspraak: bier soe = één water), ike su (uitspraak; iekee soe = twee watertjes), uç su (uitspraak: uts su = drie watertjes), docuz (uitspraak: dokoes = negen), soda = spuitwater.

Allaha ismarledik Antalya (tot ziens Antalya)

teşekkür ederim (dank u wel)

18-03-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (1)
17-03-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2003 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen










hotel Alp Pasa in Antalya
een onovertroffen oosterse sfeer

17-03-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
31-08-2002
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 1

GROSSARL – OOSTENRIJK

31.8.2002 – 15.9.2002

Zaterdag 31 augustus 2002

6.35 u: vertrek. Het weer is goed, licht bewolkt en de temperatuur is uitstekend.

Kilometerteller: 35.455

7.09 u: rijden door de Kennedytunnel te Antwerpen en rijden vervolgens op de E 34 en de E 313

8.03 u en 162 km: passeren de grens met Nederland.

8.20 u en 189 km: passeren de grens met Duitsland. De zon schijnt volop.

8.30 u – 9.08 u en 204 km: stoppen aan het baanrestaurant te Aken (uitgave € 7)

9.38 u en 247 km: te Frechen, even voor Keulen, krijgen we een kleine file. Zien in de gracht een wagen liggen en de brandweer staat er bij

9.52 u en 251 km: einde van de file – terug vlot verkeer.

10.13 u en 288 km: doen de stopplaats te Siegburg aan. De zon schijnt en er hangt een lichte nevel, maar het zicht is goed.

11.40 u – 12.30 u en 416 km: doen de stopplaats te Medenbach aan. Eten er 2 sandwiches met kaas, 1 sandwich met koude snitsel, een koffie, een water en een stuk appeltaart (€ 16).

13.05 u en 476 km: verlaten de snelweg en rijden via de A 469 richting Miltenberg. Miltenberg ligt aan de Main waarop grote plezierboten varen. In het stadje is het juist kermis en er staat onder andere een reuzenrad. Volgens onze (verouderde) kaart loopt hier een deel van de “Romantische Strasse”.

13.49 u en 521 km: we tanken 32,05 liter diesel voor € 27,05 (€ 0,844 per liter tegen € 0,741 in België). Volgens een toeristisch bordje volgen we niet de “Romantische Strasse” maar wel de “Nibelungenstrasse”. Het valt ons op dat alle winkels gesloten zijn tot wanneer we er aan denken dat we in Duitsland zijn en alles gesloten is vanaf de zaterdagmiddag tot de maandagmorgen. Veel dorst mag men hier niet hebben want van de schaarse drinkgelegenheden die we tegenkomen vinden we er geen een open. Tevens stellen we vast dat borden, waarop het aantal kilometers naar de diverse steden wordt vermeld, zeer schaars zijn. Op 15 km van Würzburg krijgen we te maken met een plensbui. Omdat we nog wat vroeg zijn (de receptie van het Etaphotel is maar open vanaf 17 u) doen we een baanrestaurant aan langsheen de snelweg te Würzburg (€ 6,28). Rond 16.30 u zijn we aan het Etaphotel en zoeken eerst nog een geschikt restaurant in de buurt. Niet veraf vinden we een Italiaans restaurant waar tevens kan betaald worden met Visakaart. Om 16.48 u zijn we terug aan het hotel en na een 10-tal minuten gaat de receptie open. We betalen € 49,70 voor de kamer en twee ontbijten (kamer: € 40,5 en een ontbijt: € 4,60).

Totaal aantal kilometers: 644.

In de late namiddag is het wat druilerig weer. Het wordt later droog maar betrokken. Na een verfrissend bad gaan we eten in het Italiaans restaurant “La Strada” gelegen in het industriepark. De jonge man die ons bedient zegt dat hij geen Italiaan is maar een Griek. Zijn oom is de baas van de zaak maar is op dit moment naar Griekenland. Hij is tijdens de afwezigheid van zijn oom de baas, iets wat hij duidelijk laat merken. We eten respectievelijk een steak met groen pepersaus, een gegrilde steak, twee waters en een dessert tiramisu (€37,70).

Zondag 1 september 2002

5.20 u: opstaan

7.00 u: ontbijt. Het is zwaar bewolkt maar droog. Het is ca 16 graden.

7.53 u: vertrek. Kilometerstand 36.101. Op de snelweg tussen Keulen en Munchen is men op een tiental plaatsen aan het werken zonder dat deze werken voor veel hinder zorgen in de richting die wij volgen (het is trouwens weekend – dus minder verkeer – gisteren zagen we in tegengestelde richting kilometerslange files omdat het de laatste vakantiedag was). Deze werken gebeuren in het kader van de aanleg van een eigen spoor voor de hogesnelheidstrein naar Munchen.

9.36 u tot 10.00 u en 187 km: doen een stopplaats aan en drinken 1 koffie (€ 2.30).

11.08 u en 287 km: verlaten de ring rond Munchen en rijden nu richting Salzburg. Hier krijgen we te maken met een licht vertraagd verkeer.

11.25 u en 303 km: wij zijn nu een 40-tal kilometer voor Rozenheim. Wij doen een stopplaats aan en in het tankstation kopen we twee autosnelwegvignetten voor Oostenrijk. Om gebruik te mogen maken van de snelwegen is een vignet verplicht. Buiten deze snelwegbelasting blijven de “mautstrassen” (wegen waar men tol dient te betalen) ook nog eventueel te betalen. Voor een vignet dat 10 dagen geldig is betaalt men € 7,60. Dus moeten we twee vignetten nemen (2 x 10 dagen), wat ons € 15,20 kost. Uiteindelijk hebben we gedurende ons verblijf slechts twee keer gebruik gemaakt van een snelweg namelijk: de dag van onze heenreis en de dag van onze terugreis.

12.42 u en 373 km: stilstand op de stopplaats Hochfelln. We zien in de tegenovergestelde richting een grote file staan. Het is bewolkt en het regent af en toe. Hier tanken we 30,37 liter diesel voor € 25,94 (€ 0,854 per liter). In het restaurant eten we twee belegde broodjes met een cola en een water (€28,25).

Wat later passeren we de Oostenrijkse grens. Er is geen controle. Tussen Salzburg en onze bestemming rijden we door een aantal vrij lange tunnels. Ondertussen wordt het gebergte steeds maar hoger. Onderweg regent het af en toe fel maar hoe dichter we onze bestemming naderen hoe droger het wordt. In Bishofshofen (bekend van het schansspringen op nieuwjaardag) verlaten we de snelweg en vijf kilometer verder bereiken we St. Johan in Pongau (opgelet!: Oostenrijk heeft wel een achttal St. Johan’s).

14.10 u en 464 km: Van St. Johan tot Grossarl is het nog 15 km rijden via een zeer bochtige daltoegang.

14.34 u en 478 km: We bereiken ons hotel te Grossarl. Het is gelegen op een bergflank, ongeveer 150 meter boven het dal en is bereikbaar via een smalle, vrij steile verharde weg. Zonder enig probleem vonden we de toegangsweg daar de hoofdweg van het dal voorzien is van bordjes met de huisnamen op.

Aan de receptie vinden we de bazin Frau Prommegger, die ons naar onze kamer brengt (kamer nr. 10). Aangezien we zeer laat geboekt hebben krijgen we een kamer langs de achterzijde van het hotel dat tegen een steile bergwand is aangebouwd. Het is een ruime kamer met een klein kamertje als annex waarin een derde bed staat. De badkamer is ruim. De kamer is voorzien van een balkon maar van op deze heeft men geen uitzicht en kijkt men tegen de berghelling aan. Dit is geen verrassing daar we wegens het laattijdig boeken hiermee rekening hebben gehouden.

De bazin vraagt ons of we eerst iets willen drinken of we eerst onze bagage willen naar de kamer brengen. Wij kiezen voor het laatste en eens we alles uitgeladen hebben en in de kasten hebben opgeborgen gaan we in de “gastestube” een koffie drinken. We krijgen een vaste tafel toegewezen voor de ganse duur van ons verblijf.

Onder het hotel is er een garage. De voorkeur wordt eraan gegeven de wagen hierin te stallen maar wegens de beperkte ruimte (er is plaats voor een 8-tal wagens) moeten we hem dikwijls op de parkeerruimte voor de ingang van het hotel plaatsen.

Tijdens het drinken van de koffie vraagt de bazin ons een keuze te maken uit twee dagschotels. Iedere dag kan men bij het ontbijt kiezen uit twee dagschotels voor ’s avonds. Indien men geen van beiden lust kan men nog een van de gerechten van de kaart kiezen. Ontbijten kan men tussen 8 u en 10 u en het avondeten tussen 18 u en 20.30 u. Liefst heeft men dat men ook een uur afspreekt voor het avondeten, alhoewel men zich hieraan niet al te strikt moet houden.

Buiten de bazin maken we ook kennis met de baas en hun dochter Monika.

18.00 u: avondeten:
-heldere soep met repen pannenkoek in (de soep in Oostenrijk is steeds heel lekker).
-saladbar.
-bord met 4-tal soorten gegrild vlees met pikante sausjes en een aardappel in de pel met kruidenboter.
-nagerecht: ijs

Het eten is zeer verzorgd en heel wat fijner dan toen we 25 jaar geleden in het naburige dal vakantie hielden.

20.30 u: we gaan slapen.

Maandag 2 september 2002

7.00 u: opstaan en ik maak een kleine wandeling in de omgeving van het hotel.

8.00 u: ontbijt. Vervolgens rijden we naar Grossarldorp en doen er in een van de twee zelfbedieningszaken (o.a. een Sparwinkel) wat inkopen. In de Toeristische Dienst kopen we voor elk een “Sommer Joker”-kaart. Deze kaart geeft een of meerdere keren gratis toegang tot niet minder dan 162 musea, kabelbanen en zwembaden in de provincie Salzburgerland, een dag in Salzburgstad met toegang tot zowat alle culturele evenementen en openbaar vervoer in de stad, en nog een aantal evenementen waarop vermindering kan verkregen worden (o.a. de Grossglockner Hochalpenstrasse). De kostprijs per kaart is € 40 en die is 16 dagen geldig. Als je weet dat de toegang tot het termalbad van Bad Hofgastein alleen al € 13 kost, is de kostprijs van de kaart al vlug terugverdiend. In de Toeristische Dienst kopen we tevens een wandelkaart van het Grossarldal. (€ 6). Een bijgevoegd boekje handelt over de 38 uitgebate almen die het Grossarldal telt. Verder kopen we nog enkele prentkaarten en postzegels (€ 4,60). Daarna gaan we nog even terug naar het hotel. Om 13 u nemen we (niet veraf in vogelvlucht van het hotel) de kabelbaan naar de Kreuzkogel. Om 12 u uur neemt iedereen hier middagpauze, dus ook de bedienaars van de kabelbaan. Normaal werkt de kabelbaan in deze periode op zondag en woensdag maar wegens het feit dat het hier gisteren regende werd de bedrijfsdag naar vandaag verschoven. In een gasthof gelegen aan het dalstation van de lift, verbruiken we een koffie en een almdudler (€ 4). In het restaurant, gelegen naast het bergstation, eten we een Bretljause, met niet minder dan een 5-tal soorten worst of ander koud vlees (bretl : een bord of plank; jausen: de innerlijke mens versterken), Frankfurterworst, een 4-tal broodjes en 2 waters (€ 15). Na het middagmaal leggen we de 30 minuten durende wandeling af naar de top van de Kreuzkogel. Vanaf daar heeft men zowel een mooi uitzicht op het Grossarldal als het voor ons van voor 28 a 24 jaar geleden bekende Gasteinerdal. Bij onze terugkeer doen we nogmaals het restaurant aan en drinken er een koffie en een almdudler (€ 3,30). Eens terug beneden in het dal nemen we de wagen en rijden tot aan het daleinde. Het Grossarldal is vrij smal en heeft slechts twee gemeenten: Grossarl en Hüttschlag. Eens deze laatste gemeente voorbij komt men enkele kilometers verder aan het daleinde waar men niet meer verder kan met de wagen, enkel te voet. Daar is naast het restaurant Talwirt ook een klein museum gevestigd, dat  over het dal handelt. Eens terug is het hotel maak ik dankbaar gebruik van de hometrainer, die ik gisteren heb ontdekt in de kelder waar tevens een sauna is in ondergebracht. Alhoewel het toetstel zijn beste tijd heeft gehad (het zadel kan niet meer verhoogd worden) zal ik bijna iedere dag hierop een 20-tal minuten fietsen (ca 14 km).

19.00 u: avondeten:
-consommésoep met zachte rijst
-saladbar
-goulash met rode kool en een lekker smakende knödel
-dessert – fruit

20.00 u: na het eten gaan we naar de kamer. Daar het reeds aan het deemsteren is bemerken we dat er iets aan de hand is op de weg die voorbij het hotel bergopwaarts loopt. We horen zware machines aan het werk en zien spotlichten. IK ga even buiten kijken. Ik heb de indruk dat een voertuig van de helling is afgeschoven en men nu bezig is met het op te takelen met een zware kraan. Wegens de duisternis en het feit dat de weg niet verlicht is riskeer ik mij niet om dichterbij te gaan kijken. De werken duren tot omstreeks 1 ‘s nachts.

Dinsdag 3 september 2002

06.30 u: ik sta op en na de douche wil ik wel eens gaan kijken wat er gisterenavond aan de hand was. Bij het buitenkomen valt er wat nattigheid. Ik ga terug naar de kamer om mijn regenjas op te halen maar dit is een maat voor niets daar het intussen reeds  opgehouden is met motregenen. Na de volgende bocht, boven het hotel, zie ik wat er gebeurd is. Een grote graafmachine (ergens veel hoger op is men blijkbaar bezig met grote werken uit te voeren) is naast de weg de helling afgeschoven. Nu staat de machine op een aanhangwagen. Het zware stalen dak van boven de bestuurderszitplaats ligt afgebroken naast de machine op de aanhangwagen. Later doe ik navraag bij de baas van het hotel maar er was blijkbaar niemand gewond.

09.00 u – kilometerstand 36.619: we vertrekken naar Dorfgastein. Via Sankt Johan en Schwartzach, waartussen de Schönbergtunnel ligt met een lengte van 2998 meter ligt, bereiken we de Gasteinervallei. Herinneringen van meer dan 24 jaar geleden komen terug naar boven. Hier hebben we gerdurende vier vakanties, telkens van drie weken, in de vallei rondgezworven waardoor we vooral in de omgeving van Dorfgastein bijna iedere boom of weggetje kenden. Er is hier niet zo veel veranderd in die tijd. In het dorp zelf zijn er enkele huizen bijgebouwd en is er een zelfbedieningswinkel (een Spar !) bijgekomen. Het valt op dat de hotels en de huizen nog meer dan vroeger bebloemd zijn. Ook in het dal waar we nu verblijven is dit zo. Eerst doen we nazicht op de weg tussen de vallei-ingang en Dorfgastein of het nog steeds zo is dat de Strohlehenalm  per wagen (naast een andere weg voor wandelaars) bereikbaar is. Dit blijkt zo te zijn. In Dorfgastein parkeren we de wagen op de parking voor de kabelbaan, destijds een zetellift, nu met cabines uitgerust, en die een heel stuk hoger gaat, namelijk naar de top van de Fulseck. Het traject loopt over twee delen. Naast het bergstation is er geen restaurant of eetgelegenheid. Van op de Fulseck zien we de Kreuzkogel, waar we gisteren waren. Doormiddel van een korte “graat”wandeling van ca 30 minuten kan men naar de Kreuzkogel. Eens terug beneden maken we een wandeling door het dorp en herkennen we nog de meeste huizen en hotels. We willen iets gaan drinken op het achterterras van Steindlwirt (aan de voordeur staat een bord dat uitnodigt voor dit terras). Er komt echter niemand opdagen om ons te bedienen en ook een leverancier wordt niet geholpen. Na een 5-tal minuten houden we het voor bekeken en vertrekken we. Twee straatjes verder worden we wel bediend (ook na enig wachten) op een gezellig, met haag omgeven, terras. We drinken er een koffie en een almdudler (€ 4,5).

12.00 u: via de niet-verharde maar goed bereidbare weg rijden we naar de Strohlehenalm (ca 1500 m boven de zeespiegel – het dal ligt op 850 m). De zon schijnt volop en tegen de avond zijn er zelfs geen wolken meer te zien. Deze alm hebben we destijds heel wat keren bezocht en kenden we de oude boer en boerin zeer goed. Vooral de boerin was een minzame en uitermate vriendelijke vrouw (haar naam was Maria Herbst en zij overleed in 1977, haar man Aloïs Herbst overleed in 2000). We parkeren de wagen naast de alm en kijken even rond en binnen in de alm. Er is weinig veranderd. De grote koperen ketel, waaronder er vuur kan gemaakt worden, en dient om kaas te maken, is er nog steeds. Ook het grote ijzeren kookvuur is er nog. Tegen de wand hangen de twee portretten van de overleden boer en boerin. We zetten ons buiten de alm met de rug tegen de voorgevel in het zonnetje. Eerst bestellen we een snaps, kwestie van de maag wat op gang te brengen en wat later eten we elk een boterham met hesp. Wanneer de jonge vrouw ons het gevraagde komt brengen vragen we haar of zij soms familie is van de oude boer en boerin. Zij zegt, met enige trots, dat zij een achterkleinkind van hen is. Wij kunnen het niet laten lovend over haar overgrootmoeder te praten. Daarop antwoordt zij dat velen die haar gekend hebben en nu nog naar de alm komen, even geestdriftig over haar praten. Zijzelf heeft haar niet gekend want ze was slechts twee jaar oud toen Maria Herbst overleed.

Vanaf deze alm heeft men een mooi uitzicht op de Hochkönig. We betalen € 10 en wanneer we vertrekken beloven we nog eens terug te keren.

Eens terug in het dal rijden we naar Bad Hofgastein en parkeren onze wagen voor het dalstation van de Schlosalmbahn (kabelbaan). Ook met onze Sommer Jokerkaart mogen we gratis mee met deze kabelbaan. Het eerste deel is echter een tandradtreintje en het tweede deel een zeer grote cabinelift. Boven heeft men een goed zicht op het Tauerngebergte. In het restaurant aan het bergstation drinken we een koffie en een cola (€ 4,30) en keren dan terug naar beneden. Daar wandelen we nog even door het stadje om dan rond 16.15 u terug te keren naar Grossarl. Door de avondzon is de dalingang van Grossarl nog mooier.

17.00 u en 106 km: aankomst aan het hotel.

19.00 u: avondeten:
-soep
-saladbar
-cordon bleu met aardappelen
-dessert: bananendrank

Woensdag 4 september 2002

6.30 u: ik sta op en maak na het bad een wandeling via het wegje tot beneden (ca 1 km – ca 10 min. dalen en ca 15 min. stijgen). De zonsopgang is mooi en de lucht is nagenoeg wolkeloos. Om buiten het hotel te geraken moet ik gebruik maken van de kamersleutel (dus ook bruikbaar voor de deur van de hoofdingang).

7.30 u: terug in hotel

Ca 9.00 u – kilometerstand 36.726: eerst doen we enkele boodschappen in Grossarl (twee notaboekjes en twee flessen water - € 3,80).

10.00 u: vertrekken naar de Lichtensteinklamm die gelegen is ter hoogte van de dalingang, even voor Sankt Johan in Pongau. Van Grossarl tot de klamm is het 17 km. We bezoeken de klamm tot 11.55 u. Niettegenstaande we hem voor 25 jaar bezochten blijft het een spectaculaire bezienswaardigheid. Na het bezoek keren we terug naar het hotel en kopen vooraf in de Sparwinkel in het dorp 8 broodjes (zimmels) en een pakje confituurtaartjes (€ 1,18). Ook hier hebben we ons misrekend daar ook de warme bakker van het dorp sluit voor de middagpauze.

13.00 u vertrek naar Mulhbach gelegen tegenover de Hochkönig (2941m).

13.46 en 74 km (dagtotaal): aankomst te Muhlbach en nemen de kabelbaan naar de Karbachalm (1562 m). Van op het ruime terras heeft men bij mooi weer (zoals op dit ogenblik) uitzicht op meer dan 50 bergtoppen en op de nabijgelegen Hochkönig. We verbruiken er 2 Jägermeisters en 1 almdudler (€ 6). De weg terug naar Grossarl, tussen Muhlbach en Bischofshofen, is heel bochtig. Vanaf de dalingang naar Grossarl rijden we achter een dubbeldekkerbus. Deze moet vrij traag rijden wegens de vele bochten en de hoogte van de bus, waardoor die bij iedere bocht telkens overhelt.

17.00 u en 114 km: zijn terug in Grossarl en tanken 24,51 liter voor € 17,26 (= € 0,704/liter).

Voor het avondeten gebruiken we nog een aperitief (elk een Jägermeister) op het terras en genieten van de avondzon. De zijde van het dal waar zich ons hotel bevind is ’s avonds de schaduwzijde. De overzijde van het dal (zijnde het zijdal: Ellmautal) wordt tot de deemstering door de zon beschenen.

Avondeten:
-heldere soep met knödel in
-saladbar
-Schweinenruckenstaek
-bol ijs gewikkeld in een koude pannenkoek

22.00 u: slapen

Donderdag 5 september 2002

07.15 u: opstaan – afwisselend wolken en zon – kilometerstand 36.847.

09.40 u: vertrekken naar het dorp en kopen in de (enige) warme bakkerij enkele koeken voor deze middag (€ 8,40). Vervolgens rijden we in de richting van het dalbegin (richting Sankt Johan) en net voor het bochtenwerk slaan we linksaf richting Au-alm. Dit is een van de twee almen die met de wagen bereikbaar zijn. Ter hoogte van de alm Pointgrun staat echter een bord “verboden voor alle verkeer – met uitzondering van de aangelanden”. De Poingrunbauer komt net met een kruiwagen aardappel aangestapt en ik vraag hem of men met de wagen naar de Au-alm kan of mag rijden. We kregen een diplomatisch antwoord: officieel mag het niet maar velen trekken zich er niets van aan en rijden door. De weg zou goed bereidbaar zijn. Het voornaamste is dat men geen gesloten “viehsperre” (afsluiting voor het vee) voorbij rijdt. De man zegt er bij dat indien men toch voorbij het bord rijdt, men dit doet op eigen risico. Eigenlijk is dit een lapsus want uiteindelijk gebeurt iedere verplaatsing met de wagen of ander vervoermiddel op eigen risico. Vanaf Pointgrun zou het nog een uur wandelen zijn tot aan de Au-alm. Terwijl we staan te praten met de man negeren een aantal wagens met Duitse nummerplaat het verkeersbord en rijden lustig naar de alm. Aangezien we hier nog maar pas zijn nemen we het zekere voor het onzekere en keren terug naar het dal. Eens beneden nemen we de hoofdweg en rijden wat verder in de richting van de dalingang (richting Noorden). Daar slaan we de goed berijdbare weg in naar de Breitenebenalm (de tweede alm van het dal die bereikbaar is met de wagen). Ongeveer halfweg stopt de asfaltweg en gaat over op een goed berijdbare aardeweg. Net aan de overgang is een parking voor een 15-tal voertuigen en aan het begin van de aardeweg staat eveneens een bordje “verboden voor alle verkeer”. Een aantal andere borden maken daarentegen heel wat publiciteit voor een bezoek aan de alm en terwijl we een en ander bekijken zien we zeker 5 of 6 wagens ongestoord naar de alm rijden. We besluiten het er ook op te wagen en ons van “domme” te gebaren mocht er onderweg iemand iets zeggen. Te voet is het vanaf de parking nog een uur wandelen naar de Breitenebenalm – Adelhorst (=Adelaarsnest). Zonder enig probleem komen we aan bij de alm en ook daar is er een parkeerplaats voor een 15-tal voertuigen. Die staat bij onze aankomst reeds behoorlijk vol. Achter in het oudste gedeelte van de alm (de Adelhorst) is een soort museumpje ingericht. Een grote, nu ongebruikte kamer, is ingericht zoals vroeger. We drinken elk een goedsmakende nudelsuppe (heldere soep met fijne vermicelli) (2 x € 2,30).

11.45 u en 16 km: vertrekken terug naar het dal en rijden naar het hotel. Op de kamer eten we onze broodjes op en rusten daarna wat. Dan rijden we op verkenning naar het zijdal, het Ellmaudal, tot op het punt waar de voertuigen niet meer doorkunnen. In het terugkeren kopen we in het dorp nog wat fruit (€ 0,95) en rijden dan verder het dal in, via Hüttschlag, naar het daleinde. Op een parkeerplaats laten we onze wagen achter en maken een wandeling van een uur (heen en terug). Wanneer we daarna terugkeren naar ons hotel pikken we een koppel wandelaars op die aan een halte naar de bus staan te wachten. Ze waren blij verrast dat we hen, zonder dat ze erom gevraagd hadden, meenamen. Ze moesten in Grossarl zelf zijn.

73 km: terug aan hotel.

Avondeten: -
heldere soep met krokant gebakken deegballetjes
-saladbar
-rundvlees met ajuinsaus en nudels
-fijne vanillecrème

22.00 u: slapen.

Vrijdag 6 september 2002

6.15 u: ik sta op en maak een wandeling van driekwartuur in de buurt van het hotel (de wandeling Gretchenruhe).

7.45 u: ontbijt

8.45 u: vertrek richting Rauris – kilometerstand: 36.920

9.34 u en 39 km: aankomst aan de Kitslochklamm. Ook deze klam hebben we voor 25 jaar reeds gezien maar zelfs nu blijft het een spektakel. In tegenstelling met de Lichtensteinklamm moeten hier heel wat trappen beklommen worden (meer dan 400 treden). Op het einde van de klamm staat een ijzeren kruis ter herinnering aan een 8-tal kinderen die hier verongelukten, in 1974, toen een houten loopbrug instortte. Aan de uitgang drinken we een koffie en een almdudler (€ 3,50).

De Kitslochklamm is gelegen aan het begin van het Raurisdal (tussen het Grossarldal en het Raurisdal ligt het Gasteinerdal).

11.30 u: aankomst aan het dalstation van de kabelbaan van Rauris. We doen navraag of er een eetgelegenheid is boven. Het restaurant aan het bergstation, de Hochalm, is gesloten wegens renovatie maar de Heimalm aan het middenstation is open (1475 m). Aan het middenstation stappen we uit en eten er een goulachsoep en een Kaiserschmarn met zwarte bessen ( € 13.10), een koffie (€ 1,60) en een cola ( € 2,10). Op het ruime terras zitten tevens 6 Limburgse mannen waarmee we enkele woorden wisselen. We blijven in de Heimalm tot 13.00 u omdat de lift wegens de middagpauze stilligt. Wanneer de lift terug in gang schiet stappen we in richting bergstation. Gans de voormiddag was er volop zon, na de middag komen er wat meer stapelwolken opzetten maar het blijft overwegend zonnig. Aan het bergstation (1753 meter) is er een goudwasplaats. Enkele kinderen met hun ouders zijn op zoek naar goud maar of ze er ooit zullen vinden is zeer twijfelachtig. Zelfs in de goudmijn van Böckstein (tegen Badgastein), die nu gebruikt worden als heilterapie, werd er nooit goud gevonden. De Hochkönig, wiens top in de wolken steekt, is van hieruit ook goed te zien. Eens beneden doen we een kleine boodschap (bruine schoencrème - €1,50) en rijden verder het Rauriserdal in tot op het einde. Daar bevindt zich een “mautstrasse” (normaal € 9 maar met de Sommer Jokerkaart gratis). Op het einde van deze “mautstrasse” is er een ruime parking want van hier af zijn voertuigen niet meer toegelaten. Wel komt er een postbus langs die het laatste stukje traject aflegt. Wij rijden mee en moeten zelfs niet betalen. Blijkbaar is de rit in de prijs inbegrepen. Zo komen we in Kolm – Saigurn terecht waar alleen een restaurant en een tweetal huizen staan. Hier ergens in de buurt is een natuurobservatiestation gevestigd. Men kijkt hier op de eerste bergen van het Tauerngebergte die het dal afsluiten. We drinken in de gauwte een koffie en een almdudler ( € 4) en nemen dezelfde bus, na een tiental minuten, terug naar de parking.

15.55 u en 72 km: keren terug naar Grossarl.

17.12 u en 138 km: aankomst aan het hotel. Niettegenstaande Kolm – Saigurn en Grossarl op de kaart in vogelvlucht niet ver van elkaar liggen, zijn de afstanden, over de weg, tussen beide plaatsen, bedrieglijk lang.

Avondeten (niet genoteerd)

Zaterdag 7 september 2002

7.15 u: opstaan

8.00 u: ontbijt

Rijden naar het dorp en kopen er twee flessen water. Vervolgens rijden we richting Sankt Johan en even voor we dit stadje bereiken stoppen we in een luxueuze wijk ervan, namelijk Alpendorf, gebouwd na 1978, want toen bestond het nog niet.

9.00 u: vertrekken met de kabellift naar boven. Daar drinken we in een primitieve alm elk een spuitwater (€ 3) en keren om 10 u terug naar beneden. We rijden terug naar het hotel en stoppen even aan de “Alte Wacht”. Via een doorgang onder het oude houten gebouwtje moest vroeger al het verkeer dat het Grossarldal in wou. Op die manier kon men toezicht houden op wie naar binnen of naar buiten het dal wou. Een deel van de oude weg is daar nog aanwezig. In het Schützenhof (ons hotel) nemen we ca een uur rust. Hierna rijden we naar het zijdal, het Ellmaudal, tot aan de alm Lamwirt. Daar is het feest ter gelegenheid van de “schafschur” – het scheren van de schapen. In een kraampje worden wolproducten verkocht. Op een geïmproviseerd podium zetten twee plaatselijke muzikanten, de ene speelt op een gitaar en de andere op een trekharmonica (een oudere versie van de accordeon) kun beste beentje voor. We eten er een “lameintopf” (soort hutsepot van lamsvlees), een biertje, een topfstrudel (een strudel gevuld met platte kaas ipv appel) en een koffie (€ 11,30). Gans de dag was en is het mooi weer. Achter een, voor die gelegenheid opgetrokken tent (ook daar is men nooit zeker van het weer), lopen een tiental haflingerpaarden, een typisch Oostenrijks paardenras met bleke manen en staart.

15.30 u: zakken terug af naar het hotel en doen nog een kleine wandeling in de omgeving.

Voor het avondeten gebruiken we op het terras een aperitief.

Avondeten: niet genoteerd.

Zie verder deel 2

31-08-2002 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • NORMANDIË 1993 deel 2
  • NORMANDIË 1993 deel 1
  • NORMANDIË 1995 deel 2
  • NORMANDIË 1995 deel 1
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 2
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 1
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 2
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 1
  • BOURGONDIË 1998 deel 2
  • BOURGONDIË 1998 deel 1
  • MONSCHAU 1999 deel 2
  • MONSCHAU 1999 deel 1
  • PARIJS 2000
  • GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG 2000
  • TURKIJE 2001 deel 3
  • TURKIJE 2001 deel 2
  • TURKIJE 2001 deel 1
  • PARIJS 2001
  • DE VOGEZEN 2001 deel 2
  • DE VOGEZEN 2001 deel 1
  • KEULEN CARNAVAL 2002
  • BRETAGNE 2002 deel 3
  • BRETAGNE 2002 deel 2
  • BRETAGNE 2002 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 1
  • TURKIJE 2003 deel 3
  • TURKIJE 2003 deel 2
  • TURKIJE 2003 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 1
  • KRETA 2004 deel 2
  • KRETA 2004 deel 1
  • HOUFFALIZE 2004
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 1
  • TURKIJE 2005 deel 3
  • TURKIJE 2005 deel 2
  • TURKIJE 2005 deel 1
  • VIERDAAGSE VAN DE IJZER 2005
  • GROSSARL 2005 deel 3
  • GROSSARL 2005 deel 2
  • GROSSARL 2005 deel 1
  • Hotel Torre Artale - Trabia - Sicilië - Italië
  • Reis naar Sicilië - Italië 2006
  • De Pyreneeën
  • Lourdes en de Pyreneeën
  • Antalya Turkije 2006
  • Antalya Turkije 2006
  • Grossglockner 3798 m
  • Sankt-Martin bei Lofer - Oostenrijk
  • Kas Turkije 207
  • Kas - Turkije 2007
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bornholm - Denemarken
  • Tenerife 2010
  • Antalya Turkije 2011
  • Malta 2011
  • Tenerife 2012
  • Nieuw
  • Welkom op deze blog
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997
  • 1996
  • 1995
  • 1993
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    Gastenboek
  • solar
  • Op bezoek geweest
  • Lieve groetjes
  • Vrolijk pasen
  • xxx

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!