Reisverslagen

16-08-1993
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NORMANDIË 1993 deel 1
Klik op de afbeelding om de link te volgen



Normandië

maandag 16 augustus

tot

donderdag 19 augustus 1993

1ste dag: maandag 16 augustus 1993

We vertrekken vanuit Oostduinkerke om 06.10 u.

Kilometerstand: 87.011.

Het weer is droog en licht bewolkt, de temperatuur is uitstekend.

Daar de autosnelweg naar Boulogne op Belgisch grondgebied nog niet volledig afgewerkt is (er ontbreken nog 8 km tussen Veurne en de grens) moeten we eerst de Belgisch-Franse grens over en rijden dan even voorbij Ghyvelde de snelweg op. De snelweg is nagenoeg klaar tot in Boulogne, de laatste twee kilometer niet te na gesproken waar de laatste hand wordt gelegd aan de signalisatie en wegmarkeringen.

Om 7.25 u rijden we in Boulogne het nieuw Oceanografisch Aquarium voorbij.

Vervolgens nemen we de richting van Abbeville. Een zestal kilometer voor deze stad nemen we een eerste tankbeurt (76 FF). Het is dan 8.35 u. Daar er opzij van Abbeville een kort stukje autosnelweg loopt moeten we de stad niet binnenrijden.

Even voorbij Abbeville, op de Route National E 402, nemen we een rustpauze op één van de parkeergelegendheden. Het is dan 8.45 u en hebben dan 198 km achter de rug. Om 8.55 u gaat het richting Neufschâtel-en-Bray. Ook omheen deze stad is er een stukje autosnelweg aangelegd. We rijden in de richting van Rouen maar ter hoogte van Saint-Saens veranderen we van richting. We doen achtereenvolgens Totes, Yerville en Yvetot aan (N29). Dan gaat het richting Bolbec, maar in Valliquerville nemen we richting Fecamp (D926). Fecamp bereiken we om 11 u. We bezoeken er eerst het “Palais Benedictine”. Voor twee volwassenen en een kind betalen we 62,75 FF. Verder kopen we er een toeristische kaart van Normandië en enkele prentkaarten (24 FF). Het “Palais” is geen abdij. De abdij van de Benedictijnen werd tijdens de Franse Revolutie afgeschaft. Fecamp bezit enkel nog de abdijkerk. Het “Palais” werd gebouwd in opdracht van Alexandre Le Grand, de stichter van de Benedictinelikeurstokerij. Naast het prachtig museum bezoeken we de kelders met vaten waarin de likeur ligt te rijpen. Het laatste vullen van de vaten greep plaats in mei 1993. Het museum biedt ook een ruim overzicht van kruidensoorten waarvan de meeste gebruikt worden voor de aanmaak van de likeur. Aan de uitgang mogen we een cocktail op basis van Benedictine proeven (inbegrepen in de toegangsprijs). Men mag vrij rondlopen in het museum (geen verplicht groepsbezoek).

Na het museumbezoek bekijken we nog even de jachthaven van Fecamp en de kust. Marijke ziet voor het eerst een keienstrand en neemt een kei mee als souvenir. We verlaten Fecamp om 12.20 u

Om 13.10 u bereiken we Etretat. We hebben dan 349 km gereden. Even buiten het stadje gebruiken we op een parking ons pic-nic. Het is mooi weer, niet te warm, licht bewolkt en af en toe komt de zon er goed door. Vervolgens rijden we Etretat binnen en parkeren op een betaalde parking. Ook tijdens de volgende dagen zullen we ervaren dat op het middaguur druk naar een parkeerplaatsje gezocht wordt. Na enkele ogenblikken komt er een plaats vrij en betalen we aan de automaat 11 FF voor 4 uur. Enkele kleinigheden kosten ons 15 FF. We beklimmen de Falaise d’Aval die een prachtig uitzicht biedt op de door de zee uitgeholde rotsformaties. Blijkbaar zijn we er niet de enige Vlamingen want we horen nog het meest van al onze taal spreken. We verlaten Etretat om 15.30 u. Het wordt stilaan tijd om ons hotel op te zoeken.

We volgen de D 940 naar Le Havre, een vrij grote havenstad met heel wat industriële activiteiten (o.a. Renaultfabriek). Het lijkt raar, maar zonder het goed te weten rijden we in de goede richting naar Harfleur, een voorstadje van Le Havre – gelegen aan de zuidoostkant van de stad. Voor alle zekerheid vragen we twee keer of we op goede weg zijn, wat men ons bevestigt. Zoals veel Franse steden geeft Le Havre een bombastische indruk, reuzegrote gebouwen en brede lanen. Zonder echt zoekwerk botsen we als het ware op het Ibishotel waar we gaan overnachten. We komen er aan omstreeks 17.00 u. Die dag hebben we 387 km gereden.

Het hotel is zoals alle Ibishotels: eenvoudig, zonder veel franjes, maar proper. Daar het een passantenhotel is, is er ’s nachts nogal wat lawaai. Vooral wanneer een familie Italianen, waarschijnlijk het luidruchtigste volk van Europa, het nodig vindt om rond middernacht hun kamer te bestormen.

Na een verfrissend bad gebruiken we het avondmaal in het restaurant van het hotel. Het eten is goed zonder overdadig te zijn. We betalen 92 FF per persoon + 20 FF voor een grote fles spuitwater en 14 FF voor een kleine fles Evian (samen 310 FF).

Na het avondmaal maken we nog een kleine wandeling in het dorpje Harfleur, amper 500 meter van het hotel gelegen (van 20 u an 20.45 u). De kerk van Harfleur, in zandsteen, heeft zoals vele kerken in het noorden van Frankrijk dringend een restauratiebeurt nodig. De zandsteen is op bepaalde plaatsen sterk afgebrokkeld. Het eigenaardige van deze kerk is dat de torenspits bijna even lang is als de romp van de toren waardoor hij buiten alle verhoudingen staat ten overstaan van de rest van de kerk. Het stadje Harfleur geeft op dat ogenblik van de dag een verlaten indruk, iets dat we de volgende dagen ook nog zullen opmerken in andere provinciestadjes. Op onze wandeling komen we amper vijf mensen tegen. Het park achter het gemeentehuis geeft een verzorgde indruk.

Daar het een lange dag was gaan we om 21.30 u slapen. Het raam moet ’s nachts dicht blijven omdat het hotel in de buurt van drukke wegen ligt. Daardoor is het eigenlijk te warm in de kamer.

Het is me die avond ook opgevallen dat heel wat toeristen navraag deden bij de receptie van het hotel naar logies, maar onverricht ter zake moesten doorrijden. Het was dus best dat we ons hotel vooraf gereserveerd hadden.

2de dag: dinsdag 17 augustus 1993

Kilometerstand: 87.398.

Het ontbijtbuffet in het Ibishotel is uitstekend en ruim voldoende. Na afrekening vertrekken we om 8.30 u richting Pont de Tancarville. Het weer is uitstekend. Even voorbij Harfleur begint de autosnelweg naar de Pont de Tancarville. Het is een vrije snelweg (niet te betalen). Na 20 km komen we aan de Pont de Tancarville. Hier betalen we 11,5 FF baantaks. Het is een indrukwekkende brug. Net over de brug ligt een ruime parking waar we even halt houden en een kleine wandeling maken op een weggetje dat uitzicht biedt op de brug.

Wij vervolgen onze weg naar Beuzeville, één van de vele stadjes in Normandië die die naam dragen. Aankomst omstreeks 10 u. We hebben 44 km gereden. Toen collega Norbert Eggermont hier in 1985 voorbij kwam, woonde hier een dame , met de naam Van Overberghe, wiens vader afkomstig was uit Drongen. Het is onze bedoeling hiernaar te informeren. Toevallig moeten we iets kopen in een apotheek (wassen oordopjes omdat ’s nachts iemand van ons te veel snurkt – mea culpa). Er is een apotheek onder de kerktoren van het stadje. Meteen maken we van die gelegenheid gebruik navraag te doen naar die Drongense afstammelinge. De naam blijkt hier niet bekend te zijn. Prompt kijkt de dame die mij bestelt, om mij te helpen, in een soort gids met handelaars en inwoners. De naam Van Overberghe komt hierin niet voor maar eigenaardig genoeg wel “Van Leirsberghe”, een naam die ook in het Gentse en zeker te Drongen voorkwam. Achter de kerk is er een klein pleintje maar nergens is hier een drankgelegenheid te bespeuren. Het eigenlijke marktplein ligt zowat 50 meter verderop en op dit moment is het marktdag. Aan de hand van de beschrijving die Norbert mij gaf gaan we op zoek naar het bewuste café. Komende van de kerk, rechts om de hoek op de markt, is er een café met PMU-lokaal. drinken daar iets en doen navraag. Iedereen is hier heel behulpzaam maar ook hier kan men ons niet helpen. Volgens Norbert was het een drankgelegenheid die verzien was van goudkleurige aluminiumramen. Na het verlaten van het café ontdek ik langs de andere zijde van de markt een bar – snackbar met zo’n ramen. We besluiten echter onze speurtocht op te geven om niet al te veel tijd te verliezen (zie verder: 4de dag).

De stop te Beuzeville kost ons 27 FF.

Om 10.45 u komen we in Honfleur aan, een typisch Frans vissershavenstadje. Het havenbassin werd aangelegd op het eind van de 17de eeuw. Ik bezoek even de typische kerk. Zij is hoofdzakelijk opgetrokken in hout met twee beuken en dus ook twee hoofdaltaren. Er heerst binnen een bijzondere sfeer veroorzaakt door de weinig lichtdoorlatende ramen . De toren van de kerk staat volledig op zichzelf langs de overzijde van het pleintje en doet op die manier wat denken aan de Veurnse St.-Walburgakerk. Parkeergelegenheid is hier gemakkelijk te vinden en ook gelegenheid voor een “sanitaire aangelegenheid”. We betalen 8 FF parkeergeld en maken de plaatselijke handelaars 12 FF “rijker”. We hebben op dat ogenblik 57 km afgelegd.

We verlaten Honfleur om 12 u en rijden richting Trouville via de kustweg. In Trouville is het zeer druk (badstad en middaguur). Voor een groot friet (volgens onze normen een normale hoeveelheid) met een worst betalen we 25 FF – een vrij dure aangelegenheid – een belegd stuk stokbrood 15 FF en 10 FF voor een blikje cola.

Het stadje bezit een grote casino die aan het strand gelegen is. Het opvallendste is dat hier de zeepromenade bestaat uit een plankenvloer. Samen met Marijke bezoek ik het aquarium (30 + 20 FF). We hebben er reeds mooiere gezien.

Trouville en Deauville zijn tweelingstadjes, enkel gescheiden door een waterloop die in zee uitmondt.

Via een kustweg zetten we onze tocht verder naar Ouistreham. Dit stadje werd na 1944 bijna volledig heropgebouwd in moderne stijl. Het beeld van het stadje uit de film “De Langste Dag” is hier niet meer terug te vinden. Enkel het sas kan met enige moeite herkend worden. Na even rondgekeken te hebben vervolgen we onze weg via de kustweg tot in Courseulles, waar we richting binnenland nemen, meer bepaald Creully waarvan Crepon een deelgemeente is. Aan het kruispuntje, niet ver van Creully vragen we even de weg omdat hier enige twijfel bestaat over de juiste richting, maar een stoere bejaarde Normandiër wijst ons de goede richting aan. Ter hoogte van een klein kruispunt staat een bord die de richting Crepon aanwijst alsook een bord met de naam van ons hotel “Ferme de la Rançonnière”. [1] Een paar honderd meter verder doemt de versterkte toegangspoort van ons nachtverblijf voor twee dagen voor ons op.

We rijden via de grote poort het binnenplein op. We hebben die dag 140 km afgelegd. Het is dan 16.30 u.

De eerste aanblik van ons hotel is gewoonweg overweldigend. Het is een middeleeuwse versterkte Normandische herenboerderij uit de 13de – 15de eeuw. Boven de toegangspoort zijn nog de kantelen zichtbaar met links en rechts daarvan twee kleine torentjes voorzien van kleine schietgaten, dienstig voor de verdediging van de boerderij. De gebouwen staan in een vierkant opgesteld en omsluiten een groot binnenplein. Recht tegenover de toegangspoort is er nog een bijna even grote achterpoort. In het hoofdgebouw bevindt zich de receptie van het hotel. De kamers van dit deel zijn reusachtig groot voor onze hedendaagse begrippen. Ook aan het hoofdgebouw zijn in de gevel schietgaten voorzien voor het geval de indringers de eerste verdediging hadden kunnen binnendringen. Boven de toegangsdeur van dit gebouw prijkt nog het deels uitgesleten wapenschild in zandsteen.

Het duurt slechts vijf minuten vooraleer we onze kamersleutel in ons bezit hebben en we met het uitladen van onze bagage kunnen beginnen. Onze kamer (nr. 23) bevindt zich in het pand dat gelegen is tegenover de hoofdpoort. Het bestaat uit een gelijkvloers, een verdieping en een tweede verdieping in het dak. Onze kamer ligt onder het dak. Ook hier vallen we van de ene verwondering in de andere. Wat ons vooral opvalt is hoe mooi alles gerestaureerd werd met respect voor het verleden en toch zo functioneel. De kamer is zeer ruim en heeft drie afzonderlijke bedden. Een deel van de ruimte is afgesloten voor de badkamer. Er is een Tv-toestel aanwezig. Vooral de mooie oude kleerkast voorzien van gesneden figuren springt in het oog. Om de kamer van voldoende licht te voorzien werd een dakvenster ingebouwd. De ruimte voelt fris aan ondanks haar ligging. Het dak moet dus degelijk geïsoleerd zijn.

We besluiten nog die avond een bezoek te brengen aan het Memorial te Caen (ong. 20 km van Crepon). Het meisje in de receptie zegt ons dat er om dit Museum van de Vrede te bezoeken drie tot vier uur nodig zijn. We besluiten toch maar eens ter plaatse ons licht op te steken. We vertrekken richting Caen om 17 u. Na twintig minuten rijden zijn we ter plaatse. Het Memorial ligt aan de rand van de stad. Daar vernemen we dat voor een bezoek minstens twee a drie uur nodig is. We vinden het dan maar beter het bezoek uit te stellen tot de volgende morgen. Wel rijden we even naar het centrum van Caen met zijn oude binnenstad die omgeven is van moderne gebouwen en blijkbaar de laatste jaren een grote expansie heeft gekend. We verteren er 28 FF. Voor het volumineuze stadhuis ligt een prachtig met bloemen versierd park.

Bij onze terugkomst in ons hotel hebben we 187 km afgelegd (totale afstand die dag). Er was geen wolkje aan de lucht te bespeuren en de temperatuur lag rond de 25 graden.

Na een verfrissend bad begeven we ons naar het restaurant. Dit is gelegen op het gelijkvloers van hetzelfde gebouw waarin zich onze kamer bevindt. In een andere plaats van dit gebouw is het ontbijtrestaurant ondergebracht. Daar we hier half pension logeren hebben we recht op een menu van 88 FF: een voorgerecht (mosselen, garnalen en iets onbekends in een sausje – iets wat ons later niet goed zal bekomen, Marijke verkiest echter de soep te nemen; een hoofdgerecht (vlees met diverse groenten); kaas (van een zestal soorten proeven we een klein stukje) en een dessert (wij kiezen ijs). De kaas die we krijgen wordt in een klein winkeltje van de boerderij verkocht. Er zijn ook gevogelten, konijnen e.d.m. aldaar te koop.

Omstreeks 23.30 u gaan we slapen. Het hotel is rustig gelegen en er zijn ook geen storende geluiden van andere logés (waaronder een bus Vlamingen). Het enige licht dat ’s nachts naar binnen valt is het flitsen van de vuurtoren van Arromanches.

3de dag: woensdag 18 augustus 1993

Kilometerstand: 87588.

Om 6.30 u word ik gewekt door het luiden van de klokken van Crepon. We vertrekken vanuit het hotel om 8.45 u na een stevig ontbijt (voor elk een croissant, aangevuld met stokbrood naar hartelust).

Onderweg naar Caen tanken we voor de 3de keer op onze reis (96 FF).

Omstreeks 9.30 u bereiken we het Memorial. De toegangsprijs bedraagt normaal 50 FF. Wij krijgen een vermindering van Travotel en betalen slechts 3 x 40 FF. Een bezoek aan dit Museum voor de Vrede is gewoonweg een “must”. Het is zeer origineel en modern opgebouwd. Er wordt gebruik gemaakt van alle denkbare middelen die het geheel zeer begrijpelijk maken voor jong en oud. Op het einde van de rondgang zijn er drie spektakels te zien (17 min., 19 min. en 20 min.). Het eerste is een filmvertoning, op groot scherm, over de landing. In feite worden er twee films gelijktijdig vertoond: links de actie van de geallieerden en rechts de actie van de Duitsers. Het resultaat is verbluffend. Het tweede spektakel is audiovisueel. Op grote draaiende panelen worden de vorderingen bij de bevrijding van Frankrijk door de Geallieerden getoond. Het derde spektakel is een film waarbij vooral de nadruk gelegd wordt op de oorlogen na 1944 (Vietnam, Afganistan, enz.) en die vooral een vredesboodschap inhoudt. Het Memorial is zeker geen museum waarbij oorlogen opgehemeld worden. Het stelt vast, stelt vragen over het hoe en waarom en de gevolgen ervan. Het is een echt “Museum voor de Vrede”, dit in tegenstelling tot de andere musea in de streek.

Om 12.05 u rijden we richting Arromanches en stoppen in Creully om enkele frisdranken te kopen in een zelfbediening (47 FF). De weg naar Arromanches loopt via Crepon en ons hotel. Daar bezoeken we het museum met de maquettes van de kunstmatige haven, aangelegd in 1944 (62 FF). Ik steun de plaatselijke stadskas met 8 FF parkeergeld en de plaatselijke middenstand met 20 FF. Bij laag water zijn de caissons in zee goed zichtbaar.

Voor we vertrekken moet ik nog geld wisselen. Volgens aanduidingen kan dit in het Bureau voor Toerisme. Dit is slechts om 14.30 u geopend – dus nog even wachten. Vijf minuten te laat gaat het bewust kantoortje open en samen met de andere kandidaat-wisselaars krijg ik te horen dat hier geen geld kan gewisseld worden maar wel in het postkantoor, vijftig meter verder op. Met zo’n zes personen gaat het dan in draf naar het postkantoor. De eerste die aan de beurt is wil travellercheques inwisselen maar wordt terug verwezen naar het eerste kantoortje. Geld wisselen kan daarentegen wel en zelfs aan nog iets gunstiger voorwaarden dan in België.

Om 14.45 u vertrekken we uit Arromanches. Via de ring van Bayeux (om de drukke kustweg te vermijden) rijden we naar Pointe du Hoc. De site van de Pointe du Hoc ligt er nog bij alsof de landing pas enkele dagen achter de rug is. Men heeft er alles gelaten zoals het was, incluis de bomkraters. Het is er vrij druk wat bezoekers betreft. Na even genoten te hebben van het uitzicht op de krijtrotsen vertrekken we om 16.10 u naar Bayeux. St.-Mere-Eglise zullen we niet bezoeken daar het anders te laat wordt.

In Bayeux komen we aan om 16.50 u. Het lijkt een vrij stille stad te zijn behalve dan in het winkelcentrum. Met 5 FF volstaat het hier om te parkeren. We kopen er wat gebak voor het versterken van de inwendige mens (13 FF). Met uitzondering van Marijke hebben we de ganse dag nog niets gegeten (enkele uren later wordt het ons duidelijk waarom we geen trek hadden). Om 17.45 u rijden we terug naar ons hotel waar we even na 18 u aankomen. De kilometerteller staat op 87.726 zodat we vandaag 138 km gereden hebben.

Terug op onze kamer laten de eerste gevolgen van het voorgerecht van vorige avond zich duidelijk manifesteren. Het toilet in de badkamer krijgt meer dan gewone belangstelling. Marijke heeft echter geen last daar ze vorige avond de soep verkoos boven het voorgerecht met mosselen. Vermoedelijk moet er iets aan de hand geweest zijn met die beestjes. Gisteren hebben we voor deze avond een reuzegrote plat zeevruchten besteld (200 FF/persoon min de 88 FF half pension). De bestelling moest minstens 12 u op voorhand opgegeven worden. De gerechten liggen gestapeld op drie verdiepingen; escargots, wulloks, scampi’s, garnaal, noordzeekrabben, gewone krabben en oesters. Waarschijnlijk is dit de eerste keer dat ik bij een restaurantbezoek een deel van het gerecht moet laten terugkeren naar de keuken. Pfft, ’t was echt te veel.

4de dag: donderdag 19 augustus 1993

Tijdens de afgelopen nacht heb ik gelukkig nog weinig last gehad van overmatig toiletbezoek, Lea daarentegen eens te meer. Bij mij hebben de pilletjes met aktieve carbon blijkbaar goed hun werk gedaan.

Na het ontbijt ga ik afrekenen (550 FF opleg voor het eten en het drinken). De bagage wordt ingeladen en om 8.45 u vertrekken we. Zopas heb ik nog vernomen dat de bazin van het hotel afkomstig is uit Brussel en sprak dus het Brussel-Vlaams dialect. Daarnaast waren er een aantal Vlaamse jobstudenten tewerkgesteld in het hotel.

Een tankbeurt kost ons 128 FF.

Via Caen en enig zoekwerk in die stad vinden we de D 562 richting Condé sur Noireau. Van daar gaat het via de D.15 richting Putange. Hier bevindt zich het zogenaamde “Suise-Normandie”, term die wel iets overdreven is daar de streek eerder doet denken aan Luxemburg. Dit weggetje (D15) volgt een prachtig parcours, de heuvels zijn parchtig. Wij zijn blijkbaar de enigen die op dit uur de streek verkennen want op gans dit stuk komen we amper enkele auto’s tegen. Nog voor Putanges slaan we af in de richting van de “Barrage de Rabodanges”, een stuwdam. Het laatste stukje moeten we te voet doen (5 minuten) tot aan de barrage. We hadden ook de weg naar de Pont d’Oully kunnen nemen, maar dit zal voor een volgende reis zijn. Na een 15-tal minuten rijden we verder via Falaise naar het bekende Lisieux en brengen een kort bezoek aan de basiliek. Die is gelegen op een helling buiten de stad. Het is een indrukwekkend gebouw met een centrale koepel (basiliekstijl). De eerste steenlegging vond plaats in 1923. Binnenin werd heel wat marmer gebruikt en mozaïek voor de plafonds. Ons bezoek aan Lisieux duurt van 12.15 u tot 13.15 u. We hebben dan die dag reeds 203 km achter de rug.

Vanaf nu vangt onze terugreis aan. We besluiten Rouen te vermijden en terug via de Pont de Tancarville te rijden. Vermelden we hier nog dat we bij ons bezoek aan Honfleur (2de dag) in de verte de nieuwe brug over de Seine zagen liggen, de Pont de Normandie, waarvan de opritten reeds klaar zijn en het hangende gedeelte nog moet gebouwd worden. Deze brug zal nog langer worden dan die van Tancarville daar de Seine op die plaats nog breder is.

De meest logische weg loopt via Pont l’Evêque en Beuzeville. Het is dus de tweede keer dat we dit stadje aandoen tijdens deze reis. Hier stoppen we terug om iets te eten. We doen dit in de bar – snackbar met de goudkleurige aluminiumramen, gelegen aan de markt. (2 x biefstuk – friet en 1 hamburger – friet = 113 FF). We maken van de gelegenheid gebruik nog maar eens navraag te doen naar die Van Overberghe. Niemand, alhoewel iedereen hier zeer behulpzaam is, schijnt deze dame te kennen. We vernemen dat de huidige uitbater pas anderhalf jaar deze zaak uitbaat. Was Mevr. Van Overberghe misschien de vorige uitbaatster? Het zal wellicht voor altijd een vraag blijven. Om 14.20 u laten we Beuzeville achter ons en rijden we richting Pont de Tancarville, waar we terug 11,5 FF dienen te betalen maar die ons heel wat omweg bespaart. We rijden over de brug om 14.40.u

Vervolgens gaat het via Bolbec, Yvetot, Yerville, Totes, St.-Saens en Neufchatel naar Abbeville. Onderweg tanken we voor de 5de keer (100 FF). Het valt op dat de benzineprijzen sterk verschillen van streek tot streek en soms van dorp tot dorp. Een andere vaststelling is de soms brutale rijstijl van de Fransen. Wanneer ze een kruispunt naderen waar ze voorrang moeten geven aan het andere verkeer doen ze dit aan een vrij hoge snelheid om dan op het laatste moment en de laatste millimeter te stoppen.

Van Abbeville gaat het dan naar Boulogne. Meestal zijn de Routes National uitstekende wegen waarop goed gevorderd kan worden. De enige snelheidsremmers zijn in dit seizoen de talrijke landbouwtractoren.

We bereiken om 18.05 u Boulogne. Het is de bedoeling hier ergens in de omgeving iets te eten maar we vinden niets geschikts. Bij onze doortocht in Boulogne zijn we nog getuige van een partijtje boks – vrije stijl – op de openbare weg tussen twee inzittenden van een personenwagen en een vrachtwagenbestuurder. Wij vermoeden dat de één de andere gehinderd had. Na enkele minuten vervolgen ze hun weg alsof er niets gebeurd is.

Net buiten Boulogne rijden we de snelweg op en doen geen moeite meer om op zoek te gaan naar eten daar we nu al onze stal beginnen ruiken. Onderweg stoppen we een 10-tal minuten om even te drinken. Op deze nieuwe autosnelweg zijn er amper enkele stopplaatsen, dan nog zonder restaurants of cafés.

Ter hoogte van Sangatte scheren we voorbij het opstapcomplex van de Chunnel. In Ghyvelde eindigt voorlopig de snelweg en het laatste stukje gaat via gewone wegen langs Adinkerke, De Panne, Koksijde.

Om 19.40 u rijden we onze garage te Oostduinkerke binnen.

Onze kilometerteller staat op 82.287.

In totaal legden we tijdens deze vier dagen 1276 km af.


[1] Rançonner: losgeld vorderen voor, brandschatten, afzetten, te veel afnemen.

16-08-1993 om 17:53 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
15-08-1993
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.NORMANDIË 1993 deel 2
Klik op de afbeelding om de link te volgen
















Palais des Benedictine te Fecamp

15-08-1993 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • NORMANDIË 1993 deel 2
  • NORMANDIË 1993 deel 1
  • NORMANDIË 1995 deel 2
  • NORMANDIË 1995 deel 1
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 2
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 1
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 2
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 1
  • BOURGONDIË 1998 deel 2
  • BOURGONDIË 1998 deel 1
  • MONSCHAU 1999 deel 2
  • MONSCHAU 1999 deel 1
  • PARIJS 2000
  • GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG 2000
  • TURKIJE 2001 deel 3
  • TURKIJE 2001 deel 2
  • TURKIJE 2001 deel 1
  • PARIJS 2001
  • DE VOGEZEN 2001 deel 2
  • DE VOGEZEN 2001 deel 1
  • KEULEN CARNAVAL 2002
  • BRETAGNE 2002 deel 3
  • BRETAGNE 2002 deel 2
  • BRETAGNE 2002 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 1
  • TURKIJE 2003 deel 3
  • TURKIJE 2003 deel 2
  • TURKIJE 2003 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 1
  • KRETA 2004 deel 2
  • KRETA 2004 deel 1
  • HOUFFALIZE 2004
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 1
  • TURKIJE 2005 deel 3
  • TURKIJE 2005 deel 2
  • TURKIJE 2005 deel 1
  • VIERDAAGSE VAN DE IJZER 2005
  • GROSSARL 2005 deel 3
  • GROSSARL 2005 deel 2
  • GROSSARL 2005 deel 1
  • Hotel Torre Artale - Trabia - Sicilië - Italië
  • Reis naar Sicilië - Italië 2006
  • De Pyreneeën
  • Lourdes en de Pyreneeën
  • Antalya Turkije 2006
  • Antalya Turkije 2006
  • Grossglockner 3798 m
  • Sankt-Martin bei Lofer - Oostenrijk
  • Kas Turkije 207
  • Kas - Turkije 2007
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bornholm - Denemarken
  • Tenerife 2010
  • Antalya Turkije 2011
  • Malta 2011
  • Tenerife 2012
  • Nieuw
  • Welkom op deze blog
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997
  • 1996
  • 1995
  • 1993
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    Gastenboek
  • solar
  • Op bezoek geweest
  • Lieve groetjes
  • Vrolijk pasen
  • xxx

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!