Reisverslagen

07-08-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kusadasi Turkije 2008
Klik op de afbeelding om de link te volgen

07-08-2008 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
05-10-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kas - Turkije 2007

KAŞ – TURKIJE

21 september 2007 – 5 oktober 2007

-----------

Heel veel Turkije en een klein beetje Griekenland

Vrijdag 21 september 2007 – 1ste dag

05.30 u: opstaan.

Het is vrij zacht maar bewolkt. William komt ons om 9 u ophalen om ons naar het Sint-Pietersstation te voeren. We nemen de trein van 9.19 u die ons rechtstreeks naar Zaventem Nationale Luchthaven brengt.

Aan de balie van Mediterra – Sunworld is er niemand aanwezig en zal pas bemand worden vanaf 12.40 u. Dit is voor ons ook niet nodig want op Internet heb ik kunnen achterhalen dat de incheckbalie waar wij moeten zijn 10.9 is. Wij zijn echter nog veel te vroeg en gaan een kleinigheid eten in het restaurant op de 5de verdieping terwijl we zicht hebben op de vertrekkende en aankomende vliegtuigen. We blijven daar tot 11.30 u. In de vertrekhall is het zeer druk en vanuit het restaurant schatten we dat er om de minuut een toestel opstijgt. Eens het middaguur voorbij is loopt het restaurant nagenoeg leeg. Het is 12 u wanneer we gaan aanschuiven aan balie 10.9. Als echter de balie opengaat blijkt dat we moeten inchecken aan de balies 10.1 tot 10.3. Wij zijn bij de eersten die inchecken en krijgen de zetels 15 A en B toegewezen. Wij mogen 20 kg bagage per persoon meenemen. Wij hebben echter 1 kg en enkele grammen teveel mee maar met dit kleine overgewicht houdt men geen rekening. We krijgen onze instapkaart en moeten ten laatste aan de gate zijn om 13.55 u. Na eerst nog een koffie gedronken te hebben passeren we de grenscontrole en daarna de veiligheidscontrole. Zoals steeds gaat dit laatste gepaard met het nodige gepiep, zowel bij mij als bij Lea. Maar na wat bijkomende controles komt alles goed. Een uur voor het instapuur zijn we reeds aan de gate. Om 14 u mogen de passagiers beginnen instappen. Het is een toestel met per rij twee keer drie zetels. Het vliegtuig is echter niet volzet en de derde zetel naast de onze blijft vrij zodat we wat extra ruimte hebben. Om 14.25 u taxiet het toestel naar de startbaan en stijgt op om 14.35 u. Het vertrekuur was voorzien voor 14.25 u. De vlucht zal drie uur en dertig minuten duren. Tijdens de vlucht zetten we onze uurwerken een uur vooruit wegens het tijdsverschil met Turkije. Het aankomstuur in Antalya zal ca 19 u zijn. Hoe de transfer naar het hotel zal verlopen is nog de verrassing. De vier keer dat we reeds in Antalya waren hadden we amper een kwartier nodig om in het hotel te geraken. Nu schat ik de rit naar Kaş op meer dan twee uur. In Brussel schijnt de zon met lichte bewolking. Eens het vliegtuig op kruissnelheid is zitten we boven de wolken en is er niets meer te zien van de begane grond. De “copieuze” maaltijd wordt al vlug opgediend (een koffie of andere drankje naar keuze, een sandwich met boter en confituur, een onbekend gebakje en een stuk cake). Het vergt nog steeds heel wat behendigheid om in deze benepen toestand de gebakjes zonder morsen naar binnen te krijgen. Temeer dat wanneer het tafeltje uitgeklapt is we zowat tussen hemel en aarde zweven. Om 14.30 u (Belgische tijd) overvliegen we de Alpen, dit keer zonder veel sneeuw op de bergtoppen.

Stipt om 19 u bereiken we de luchthaven van Antalya. Eerst kopen we een visum (2 x € 10). Dan gaat het met visum en identiteitskaart naar de grenscontrole. Eens we in de grote aankomsthall zijn kunnen we al vlug onze valiezen van de band pikken. Aan de uitgang staat een man met een bord te zwaaien waarom “Mediterra” staat. Die verwijst ons naar een hostess die even verderop staat. Die loodst ons naar een bestelwagentje waarmee we naar Kaş zullen gebracht worden. Om 19.45 u vertrekken we. De chauffeur kent amper enkele woorden Engels, dus doen we het voor de rest van de trip er het zwijgen toe. De bestuurder houdt er een hels tempo op na. De weg loopt via Antalyastad en de kustweg D 400. Een deel van deze weg kennen we reeds van vroeger toen we onder andere Demre (Myra) bezochten. Nu lijkt er echter geen einde te komen aan de weg. De afstand tussen de luchthaven van Antalya en Kaş bedraagt circa 189 km. Een 40-tal km voor onze bestemming vraagt de bestuurder of hij even moet stoppen (sanitaire stop). Wij geven echter te kennen dat we zo vlug als mogelijk in het hotel willen zijn. Even voor Demre tot aan Kaş is de weg zeer bochtig. Met gierende banden gaan we door de bochten daarbij steeds de kortste weg nemende door de bochten af te snijden. Er zijn nagenoeg geen andere voertuigen op de baan. Het is 22.45 u wanneer we het kleine stadje Kaş binnenrijden. Amper honderd meter voor het Hotel Club Phellos stopt de bestuurder plots, stapt uit en kijkt de banden na. Blijkt dat het rechterachterband aan het leeglopen is. De man zegt ons dat wij maar best te voet naar het hotel gaan, amper 2 minuten ver, en dat hij onze bagage wel zal achterbrengen. In het hotel treffen we de nachtreceptionist en de baas van het hotel aan. Wij checken in. Een nachtwaker van het hotel gaat onze valiezen halen aan de defecte wagen en brengt die naar onze kamer. De kamer blijkt echter in een uithoek van het hotel te liggen met zicht op… een grote boom en de parking van het hotel. Wij vragen de baas of wij geen kamer aan de voorzijde van het hotel kunnen krijgen. Hij vraagt ons 5 minuten om een en ander na te kijken en kmot ons dan zeggen dat we morgen kunnen verhuizen naar de voorkant van het hotel, met zicht op het zwembad en de zee. Gezien het late uur vragen we de baas of we nog iets te eten kunnen krijgen en ook hier worden we op onze wenken bediend. Om 23.45 u kruipen we onder de wol. Figuurlijk dan, want het is behoorlijk warm in de kamer en laten de airco op de laagste stand draaien. We hebben al vlug door dat we best de terrasdeur gesloten houden wegens het lawaai van de nabijgelegen straat. Maar met gesloten deur is er geen probleem om in slaap te geraken.

Zaterdag 22 september 2007 – 2de dag

Even voor zonsopgang hoor ik de muezzin de oproep doen voor het gebed. Ik dommel terug in en sta dan om 7 u op. Om 8 u gaan we ontbijten. Zowel het ontbijt als het avondeten zijn in buffetvorm. Voor het buffet zijn er diverse kaas- en vleessoorten voorhanden, een viertal soorten brood, confituur en honing.

Na het ontbijt krijgen we een andere kamer toegewezen, namelijk kamer 319. Deze kamer heeft uitzicht op het zwembad en de zee met diverse eilanden.

Na de verhuis naar de andere kamer en de bagage uitgeladen te hebben rusten we wat uit. Omstreeks 13 u, de temperatuur bedraagt dan ca 34 graden, lopen we even tot aan het stadscentrum. Dit is amper 150 meter van het hotel gelegen. Ik een kleine zelfbedieningwinkel kunnen we een zestal dozen ananas kopen en twee dozen ananasdrank. We hebben blijkbaar de volledige voorraad ananas van het winkeltje opgekocht wat later tijdens ons verblijf blijkt wanneer nog eens in het winkeltje langskomen. Na even nagevraagd te hebben vinden we er het postkantoortje alwaar we euro’s omwisselen voor nieuwe Turkse Lira’s (Yeni Türk Lirasi – YTL) Het gemakkelijkst kan je lira’s omrekenen naar euro’s door het aangegeven bedrag te delen door drie en het resultaat dan te vermenigvuldigen met twee. Gezien de hoge temperatuur houden we onze verkenningstocht voor bekeken en keren we terug naar het hotel waar we gaan afkoelen aan het zwembad. Aan de poolbar bestellen we voor elk een sandwich met kip. Daarna kopen we in het hotel zelf een aantal zichtkaarten en versturen die. Aan het zwembad geraken we aan het praten met een Vlaamse man, een aannemer van schilderwerken, die om 19 u deze avond naar huis vertrekt. Zijn vriendin was twee dagen vroeger naar hier gekomen en is dan ook twee dagen vroeger naar huis vertrokken. Hij leerde zijn vriendin kennen nadat hij reeds zijn reis geboekt had en zij kon niet meer boeken voor de zelfde periode.

Even voor 19 u wordt er in de buurt van de nieuwe moskee (Kaş heeft ook nog een oude moskee) een vuurpijl afgeschoten. Dit gebeurt iedere avond. Het dringt tot ons door dat het ramazan (in andere landen spreekt men van ramadan) is. De vuurpijl wordt afgeschoten op het moment dat de zon achter de horizon verdwijnt en de vastendag voorbij is. De islamieten kunnen van dan af hun maaltijd gebruiken.

Om 19.30 u gebruiken we het avondmaal buiten op het terras. Met uitzondering van de laatste avond zullen we trouwens alle ontbijten en avondmalen buiten gebruiken. Er is een voorgerechtenbuffet en soep, een buffet met warme spijzen en een nagerechtenbuffet. Het eten is best te vergelijken van dat van het Alp Pasa-hotel in Antalya, zij het misschien een heel klein beetje minder gerechten. Maar alle gerechten smaken lekker. Ook de sfeer is prachtig. Ondertussen is het volledig donker geworden en is het echt gezellig op het terras door de minder sterke verlichting dan die wij gewoon zijn. Bij het eten gebruiken we een fles witte wijn. Het valt mij op dat het alcoholgehalte van de wijn aan de lage kant is.

Na het eten wandelen we nog even tot aan de zee. Vanaf het hotel tot aan de zee en naar het stadscentrum loopt de straat sterk bergaf. Ook het haventje van Kaş bekijken we even. Niettegenstaande de gezelligheid hier troef is keren we al vlug naar het hotel terug om vroeg te gaan slapen. Omdat het te warm is in de kamer laten we de airco op de laagste stand draaien en trekken we de gordijnen ervoor zodat de koele lucht niet rechtstreeks op ons valt. Omdat het licht gezoem van de airco mij uit de slaap zou houden gebruik ik oordopjes. Het is 21.30 u als we gaan slapen.

Zondag 23 september 2007 – 3de dag

07.15 u: opstaan.

08.30 u: ontbijt. In de verte zien we wat wolken drijven en in de loop van de dag komen er nog wat halfdonkere wolken tegen het achterliggende gebergte plakken. De kans op regen is echter zeer gering want volgens een kelner heeft het hier in vier maand nagenoeg niet geregend.

Vandaag komt men de huurwagen aan het hotel afleveren die we besteld hebben bij de boeking van de reis. De afspraak was om 10 u. Ik wacht aan de receptie maar om 10.30 u heb ik nog niemand gezien. De receptionist weet waarop ik wacht en komt vragen of hij kan helpen. Hij belt naar het nummer van de verhuurfirma dat op mijn papieren staat. Er wordt echter niet opgenomen. Plots komt de man van de verhuurfirma toch binnen. Hij verontschuldigd zich dat hij wat te laat is. Hij komt namelijk van Dalaman dat toch een behoorlijk eind rijden is. Hij vult de nodige papieren in en samen controleren we de wagen op eventuele beschadigingen. Het is een 4-deurs Hyunday voorzien van een airco, wat zeker geen overdreven luxe is in deze temperaturen. We spreken af dat de wagen zal worden opgehaald over 14 dagen tussen 10 u en 11 u. Eens de man weg is doen we een kleine rit en gaat tanken (€ 74 diesel, in het Turks: motorin). De tank van de wagen is voor een kwart vol en moet ook zo teruggegeven worden. Na de rit plaats ik de wagen op de parking van het hotel. De nummerplaat van de wagen is: 34 NE 7778. Daarna is het tijd om het centrum te bezoeken. We komen eerst langs de haven en informeren bij een schipper naar een eilandentocht naar o.a. Kekova. Morgen vaart hij. We worden al gauw gewaar dat afbieden geen zin heeft. Ook de volgende dagen ervaren we dat. Ofwel wordt hier in de streek deze nationale sport niet beoefend, ofwel gaat die oude traditie stilletjes aan verloren. In de zelfbedieningswinkel kopen we een plastiek doosje met deksel om de halve doos ananas in te bewaren. In de post verstuur ik een negental prentkaarten. Wat verderop kopen we in een winkeltje nog een serie prentkaarten om zelf te bewaren. In een van de vele restaurantjes in het centrum van Kaş eten we elke een sandwich met kip met een cola (samen 17 YTL). Eens terug in het hotel brengen we de rest van de namiddag door aan het zwembad. Het is licht nevelig geworden wat voor een broeikaseffect zorgt. Een ijsje en een glaasje witte wijn, en voor Lea een hamburger met koude frieten, kunnen er nog bij. Ondertussen maak ik wat voorbereidingen om morgen een rit met de auto te doen.

19.30 u: avondeten. Daarna zakken we af naar het centrum om er iets te drinken in dezelfde gelegenheid waar we deze namiddag iets aten.

22.00 u: slapen.

Maandag 24 september 2007 – 4de dag

Om 9.30 u vertrekken we met de auto (kilometerstand 10.661). Eerst rijden we rond het schiereiland Çukurbag dat met een smalle landtong aan Kaş kleeft. Op deze landtong liggen de resten van het vroegere Antiphellos, waar we later op deze reis naar op zoek zullen gaan. Hier zou een antiek theater liggen maar we kunnen dit op het eerste zicht niet terugvinden. Op het schiereiland worden er de laatste jaren heel wat nieuwe gebouwen opgetrokken. De kapitaalkrachtigen hebben blijkbaar ook de weg hierheen gevonden. Eens terug aan ons uitgangspunt rijden we de kustweg D 400 op richting Antalya en slaan aan de eerste weg linksaf richting Gökçeören. Op de op onze kaart aangegeven plaats vinden we de resten van de oude stad Phellos niet terug. Aan het T-vormig kruispunt slaan we linksaf en rijden steeds maar veder bergop om dan uiteindelijk in een breed dal terecht te komen met verspreide oude huizen. We zijn hier in Gökçeören. Het dorp lijkt wel uitgestorven want we komen er amper een tweetal mensen tegen. Na even rondgekeken te hebben keren we op onze stappen terug. Aan het begin van het dorp zien we een reeks van een vijftiental merwaardige kleine hokken met zadeldak. Ik vermoed dat het geitenhokken zijn. Een paar honderd meter verder komen we trouwens een kudde geiten tegen die gehoed worden door een bejaarde vrouw. Ze laat zich gewillig met Lea fotograferen en filmen. Wanneer we terug aan het T-vormig kruispunt komen nemen we de weg rechtdoor om zo terug naar het hotel te rijden. Wat verder zien we plots, aan een rommelig café, een bordje staan dat verwijst naar de ruïnes van Phellos, twee kilometer verder te voet via een gebrekkige aardeweg. Gezien de warmte laten we een bezoek aan deze site achterwege. Op het einde van de weg komen we automatisch op de D 400 terecht. Om 13.15 u zijn we terug aan het hotel (kilometerstand 10.759 km = 98 km gereden).

Via het gezellige, zogenaamde, souvenirstraatje, dat in werkelijkheid Uzum Carşi Caddesi heet, het uithangbord bij uitstek van Kaş, zakken we af naar het centrum en wisselen we in het postkantoortje wat euro’s om in YTL. Vervolgens gaan we aan de haven op zoek naar een boottocht voor morgen. Bij een schipper met een mooie typische Turkse boot bespreken we een eilandentocht voor morgen. De prijs is 35 YTL per persoon, lunch inbegrepen. Wij betalen 20 YTL voorschot. Voor alle zekerheid vraag ik aan de schipper of ik de boot eens mag bekijken. Deze beschikt over een net toilet en een tweede ruimte, met lavabo, om zich om te kleden. Als ik wil afdalen naar het vooronder zegt de man dat ik wel mijn schoenen moet uitdoen (een Turkse gewoonte, ook in woonhuizen). Hij wijst er me op dat er zelfs een douche aan boord is. Deze bevindt zich aan de buitenkant van de boot ter hoogte van de ladder om na een zwempartij aan boord te klimmen.

Op het plein tegenover de haven, met het standbeeld van de alom aanwezige Ataturk (Moestafa Kemal), in de schaduw van grote bomen, versterken we de inwendige mens. Daarna gaat we terug naar het hotel om de rest van de namiddag, tot 18 u, door te brengen aan het zwembad.

Na het avondeten maken we nog een korte wandeling in de gezellige straatjes van het centrum en laten ons neervallen op een terras op de hoek van het souvenirstraatje en een zijstraatje. De gelegenheid wordt blijkbaar veel bezocht door Duitsers. Al vlug blijkt waarom. De Turkse uitbater spreekt namelijk vloeiend Duits. Niettegenstaande het toeristische seizoen voorbij is lopen er toch nog behoorlijk wat bezoekers in de straatjes. De warme avondlucht maakt het geheel nog aangenamer. Om naar ons hotel te gaan moeten we een korte maar stevige klim doen, iets wat niet altijd meevalt met een goed gevulde maag.

22.30 u: we gaan slapen.

Dinsdag 25 september 2007 – 5de dag

06.30 u: opstaan

Na het ontbijt vertrekken we om 09.45 u naar de haven alwaar we al vlug de boot terugvinden waarmee we op uitstap gaan. Voor we aan boord gaan betalen we aan de schipper – zelf noemt hij zich kapitein en is hij eigenaar van de boot – het resterende bedrag van 50 YTL.

Wij zijnde eersten op de boot maar stilaan komen ook de andere passagiers opdagen en installeren zich op de boot. Voor de stuurcabine liggen er voldoende matrassen om iedereen een plaatsje te geven. Achter de stuurcabine is er een tafel met zitbanken en gans achteraan een tweetal brede zitkussens. Net voor de afvaart komen er nog een 6-tal Scandinaven opdagen die niet gereserveerd hebben. Er wordt wat onderhandeld met de schipper en uiteindelijk besluit het zestal toch mee te varen. Voor zover we juist zijn bestaat de groep uit vader, moeder, tweelingbroers met hun respectievelijke echtgenoten. Ze zijn wel wat van het luidruchtige type. Zelfs hebben ze hun witte wijn meegebracht, met de nodige glazen, en maken die in de loop van de dag soldaat. Op de boot is er enkel frisdrank en bier (Effes) te krijgen. Even na 10 u varen we het haventje van Kaş uit. We varen tussen de kust en het Grieks eiland Kastelorizo (in het Turks: Meis Adasis) door. Al vlug trek ik mijn zwembroek aan in het kleedcabine want het is al snel voldoende warm om het zonder andere kledij te doen. De ganse dag blijven we in zwembroek op het dek. Er is trouwens weinig wind. Als bemanning zijn aanwezig: de schipper, zijn vrouw en een jongere knecht. De manoeuvres voert de schipper zelf uit, het varen laat hij aan de knecht over. Na een uurtje varen gaan we voor anker in een baai ter hoogte van het eiland Içada. Dit is de eerste gelegenheid om in zee te zwemmen. Via het laddertje aan de zijkant van de boot ga ik ook het water in. Dit voelt lauw aan zodat het best leuk is om erin te vertoeven. De meeste duiken echter vanaf de boot het water in. Na een tiental minuten kruip ik terug aan boord en maak ik gebruik van de naast de ladder aanwezige douche. Na een 30-tal minuten wordt het anker opgehaald en vertrekken we. We varen nu tussen de kust en het eiland Kaleköy, beter bekend onder de naam Kekova. In een kleine baai van het eiland leggen we aan en kan er terug gezwommen worden. In de baai zijn heel wat ruïnes te zien. Het is hier zeer druk want buiten onze boot ligger er hier nog minstens een zevental vaartuigen voor anker. Plots wordt onze boot omzwermd door een viertal kleine bootjes waarin telkens een Turkse vrouw zit. Deze verkopen schelpenkransen en met schelpen afgeboorde sjaals. De vrouwen klimmen zelfs aan boord, uiteraard met de toestemming van de schipper. Als tegenprestatie maken de vrouwen de touwen vast aan de oever en maken ze los wanneer de schipper wil vertrekken. Een half uurtje later is het etenstijd. Op een kleine barbecue, die buitenboord aan de reling hangt, worden de kippensaté’s klaargemaakt door de schipper. Zijn vrouw zorgt in de keuken voor de salade en kookt de rijst. De dranken zijn niet in de lunch inbegrepen. Iedereen die dranken verbruikt noteert zijn naam op een lijst en kruist aan welke en hoeveel dranken er verbruikt werden. Op het einde van de tocht wordt dan afgerekend. Het eenvoudig maal smaakt echter heel lekker. Wat overschiet van het eten wordt aan de vrouwen in de bootjes gegeven. Die zijn daarvoor van metalen potjes voorzien.

Na de maaltijd verlaten we Kekova en steken de engte tussen het eiland en Simena over. Ter hoogte van laatstgenoemde plaats leggen we aan. Simena ligt ter hoogte van het dorpje Üçaĝiz. Hier kunnen we de resten van de vroegere Lycische havenplaats bekijken. Opmerkelijk zijn de met hun voet in het water staande Lycische graftombes.

Zeer de moeite waard zijn de ruïnes die bij het langwerpige eiland Kekova en het dorpje Kale (niet te verwarren met het voormalige Myra) die in de baai van Üçağiz liggen. Boven Kale (vanuit Üçağiz alleen bereikbaar per boot) tronen de resten van een middeleeuws kasteel (met daarbinnen een klein openluchttheater). Bij Kale liggen ook de overblijfselen van de Lycische havenplaats Simena. U kunt er zich nog een goede voorstelling maken van de tempels en de badhuizen die er in de oudheid stonden. De grote attractie van Simena wordt gevormd door de Lycische sarcofagen die op een hoge voet in het zeewater staan. De Lyciërs gebruikten het gesteente van de eilandjes voor de kust van Simena als bouwmateriaal. Ook voor de kust van Kekova, één van die eilandjes, staan Lycische graftombes in zee. Het is niet met zekerheid vast te stellen waarom de monumenten tegenwoordig onder water staan, maar waarschijnlijk is de zeespiegel sinds de oudheid gestegen. Al varend langs het eiland ziet u ook de gedeeltelijke ondergedompelde ruïnes van gebouwen uit de Byzantijnse tijd.

Om aan de graftombes te geraken moet men over een gebrekkig paadje gelegen tussen de krotten laveren. Daar het paadje bezaaid is met ronde stenen is het even uitkijken geblazen. Het middeleeuwse kasteel, dat op een heuvel gelegen is, bezoeken we niet (wegens de hitte op het middaguur). De afspraak is dat we zullen vertrekken om 14.30 u maar de Scandinaven die tussen één van de krotten een drankgelegenheid gevonden hebben komen pas terug naar de boot nadat de schipper een drietal keer de scheepshoorn laten klinken heeft. Het is bekend dat het gebruik van alcoholische dranken in de meeste Scandinavische landen sterk aan banden is gelegd. Dus profiteren de Scandinaven van hun buitenlandse reis om een glaasje meer te drinken.

Vanaf hier varen we terug in de richting van de thuishaven. In een baai onderweg wordt rond half vier voor anker gegaan voor een laatste zwempartij. Wanneer we daarna aan boord komen staat de (gratis) thee klaar. De smakelijke chocoladecake met wel betaald worden. Na thee-time beginnen we aan het laatste deel. Niettegenstaande we nu tegen de wind invaren is het best te doen in zwembroek. Ik geraak maar niet uitgekeken op het schraal begroeide kustgebergte. Bovendien is het zalig genieten van de milder wordende zon. Om maar niet te spreken van het azuurblauwe water van de zee. Geen schilder die deze kleur met een penseel kan weergeven.

Zoals voorzien komen we aan in de haven om 18.00 u. We bedanken de schipper voor de prachtige dag.

In het hotel nemen we een douche en behandelen we enkele verbrande plekken op onze huid met after-suncréme.

Na het avondeten zakken we af naar het centrum van het stadje en bestellen iets om te drinken op een terras aan het plein met Ataturkstandbeeld. Lea besteld een sangria en ik een raki. Lea zegt dat de sangria niet goed smaakt. Plots komt de Engelstalige uitbaatster bij ons en vraagt aan Lea of de sangria wel in orde is. Ze zegt dat we die niet moeten betalen wanneer hij niet goed smaakt. Uiteindelijke ruilt ze de sangria voor een glas rode wijn van goede kwaliteit. Ze verontschuldigd zich en verteld ons dat haar gebruikelijke barman zich vandaag heeft ziek gemeld en dat zijn vervanger geen verstand heeft van het maken van cocktails. Na het betalen van het gelag nemen we afscheid van de uitbaatster die ons terloops nog verwijst naar haar fotogalerij in een gebouw zowat 50 meter verder en dat een bezoek hieraan gratis is. Wij lopen even binnen. Hier hangen reproducties van foto’s van het oude Kaş en zijn inwoners. Mij lijkt het onwaarschijnlijk dat toeristen deze foto’s kopen omdat ze enkel interessant zijn voor de lokale geschiedenis.

Rond 22.30 u gaan we slapen.

Woensdag 26 september 2007 – 6de dag

Opstaan om 8 u en daarna ontbijten. Zowel bij het ontbijt als bij het avondeten worden we bediend door een sympathieke kelner. Gisteren vroegen naar zijn naam. Hij blijkt Çechmous (fonetisch) te noemen. Het is een Turkse Koerd. Ook hij vraagt onze naam en spreekt ons van dan af aan met onze voornaam.

Na het ontbijt haal ik in het centrum een “Laatste Nieuws”. Deze kost 5 YTL. De krant is van gisteren maar het is prettig nog eens iets van het thuisfront te kunnen lezen. In de toeristiche dienst krijg ik een gratis kaartje van het stadje. Terwijl ik weg ben slaat Lea een klein wasje en zet zich, om beter aan het bad te kunnen, op het deksel van het toilet. Het ding breekt in 5 stukken. Bij mijn terugkomst verwittig ik de receptie van het euvel en nog die zelfde voormiddag wordt de herstelling uitgevoerd.

De rest van de dag (van 10 u tot 18 u) brengen we door aan het zwembad. Niettegenstaande ik de ganse dag onder een zonnescherm heb gelegen, ik dacht dat zonnecrème in dit geval overbodig was, zie ik er ’s avonds uit als een gekookte kreeft. Blijkbaar gaan de UV-stralen door de stof van de zonneschermen heen.

Net voor het avondeten bel ik naar de vertegenwoordiger van het reisagentschap om een paraglidingvlucht te reserveren. Binnen de 10 minuten staat de man aan de receptie. Die moest dus niet van ver komen. De vlucht kost € 100. Ik probeer af te bieden maar kan het bedrag slechts tot € 90 herleiden. We spreken af dat de vlucht zal doorgaan op zaterdag om 13 u.

Zoals gewoonte zakken we na het avondeten nog even af naar het centrum en bezoeken het terras van de door veel Duitsers gefrequenteerde bar Bar-Celona.

Om 22.30 u gaan we slapen.

Donderdag 27 september 2007 – 7de dag

07.00 u: opstaan.

08.15 u: ontbijten.

Na het ontbijt vertrekken we om 09.30 u met de wagen naar Saklikent. Kilometerstand 10.759. Na 30 km rijden we door Kalkan, het zusterstadje van Kaş. De weg daarheen (D 400) is zeer bochtig en loopt dichtbij de Middellandse zee. Naast de weg begint de ravijn met een diepte van ettelijke tientallen meters. Het is uitkijken geblazen dus. Vanop de weg heeft men een mooi uitzicht op het azuurblauwe water van de zee met hier en daar wat kleine eilandjes. Dank zij een toeristische kaart, die Lea in het hotel kocht, vinden we gemakkelijk de weg. Na door het stadje Kalkan te zijn gereden, rijden we nu het binnenland in via een gewone weg langsheen armoedige dorpjes. We hadden verder de D 400 kunnen volgen maar deze weg is interessanter om wat inzicht te krijgen hoe de bevolking hier leeft. Om 11.05 u bereiken we na 60 km Saklikent. Een tweehonderdtal meter voor de ingang van de kloof worden we door een man naar een parkeerterrein verwezen. Het is de uitbater van een van de vele restaurantjes die daar zijn. De parkeerplaats is overspannen met zeildoek zodat de wagen in de schaduw staat. De man wijst ons dan verder de weg naar de ingang en herinnert er ons aan dat we bij hem kunnen eten. Om de kloof te kunnen bezoeken moeten we 3 YTL betalen per persoon. We wandelen de kloof in tot aan de plaats waar men door het water moet waden. Daar kan men een paar rubberen schoenen huren voor 2 YTL. Dit is geen overbodige luxe want onder het water liggen veel keien en op blote voeten zou het oversteken pijnlijk zijn. Een kleine jongen helpt ons naar de overkant. We moeten onze korte broeken wat opsloven om niet nat te worden. De jongen blijft ons volgen tot op het einde van het begaanbare deel van de kloof en probeert ons uit te leggen dat we hier best terugkeren. De kloof is echter nog langer maar vanaf hier moet men over reuzengrote blokken klauteren. Eens we terug zijn aan de waadplaats helpt de jongen ons terug naar de overkant waarna ik hem een fooi in de hand duw. Na het bezoek keren we terug waar onze wagen staat en bestellen er elk een forel met een bord salade en een bord frieten. Kostprijs: 37 YTL.

We verlaten Saklikent om 13.30 u. We komen aan in het hotel om 15 u. In totaal hebben we 120 km gereden. De rest van de namiddag brengen we door aan het zwembad.

Na het avondmaal bekijken we op de kamer onze videofilm die we tot nu toe gefilmd hebben.

Om 22 uur gaan we slapen.

Vrijdag 28 september 2007 – 8ste dag

08.30 u: ontbijten.

Vandaag is het marktdag in Kaş. We moeten wel eerst even de weg vragen om die te vinden niettegenstaande het stadje zeer klein is. Bij onze navraag leren we dat men hier met “market” een zelfbedieningswinkel bedoeld en met “bazar” de markt. De markt wordt hier gehouden op een schuinsaflopend stuk grond dat stofferig is en bezaaid met stenen. Het geheel wordt wel overspannen met diverse zeildoeken om de bezoekers schaduw te bezorgen. Het valt trouwens op dat men hier overal zijn best doet om voor schaduw te zorgen en alle middelen daartoe zijn goed zoals zeildoek en nog meest van al bomen en planten. We kijken even rond en kopen een grote badhanddoek met de afbeelding van drie katten. De verkoper vraagt 10 YTL. Wij bieden echter 9 YTL. Het wordt ons al maar duidelijker dat de sport van het afbieden stilaan verdwijnt, zeker buiten het toeristische hoogseizoen. Verder kopen we in een winkel een “Laatste Nieuws” en een stuk zeep. We keren via de haven terug naar het hotel en informeren ons onderweg over een boottocht naar het eiland Kastelorizo. In de weekends worden er geen overtochten georganiseerd naar het eiland. Maar voor maandag aanstaande reserveren we. We betalen € 20 voorschot (de overtocht kost € 20 per persoon). Het vertrek is voorzien om 10 u en op zondagavond moeten we onze identiteitskaarten en visa’s gaan afgeven aan het bureau die de overtocht organiseert. Kastelorizo is een Grieks eiland en de verhoudingen tussen de Turken en de Grieken zijn niet al te best.

Op een terrasje niet ver van de haven drinken we een vers fruitsap. De temperatuur vandaag is dragelijk. De dame die ons besteld blijkt een Nederlandse te zijn. Nieuwsgierig als we zijn vragen we haar hoe ze hier terecht kwam. Ze vertelt ons dat ze met ene Turkmeen (Turkmenië, een gewezen Sovjetstaat) getrouwd is. Ze hebben hier in de buurt van Kaş een stuk grond gekocht en daarop een huis gebouwd. Zij werkt hier als dienster en kijkt stilaan uit om een eigen zaak te beginnen. Eerst zijn ze hier een paar keer op vakantie geweest, zelfs een keer in de winter, om een en ander uit te proberen. Tijdens de winter is het hier tussen de 15 en 20 graden. Sinds twee maanden wonen ze hier definitief. Na een lang gesprek nemen we afscheid. Wat verder verbruiken we een sandwich met kip en een cola. Ikzelf proef nog eens van de baklava met een koffie. De rest van de namiddag brengen we door aan het zwembad. Na het avondeten doen we nog een terrasje in het centrum.

Zaterdag 29 september – 9de dag

07.15 u: opstaan

08.15 u: ontbijten

In de voormiddag blijven we aan het zwembad. Om 12 u ga ik mij klaarmaken om te gaan paragliden. De afspraak is dat men mij komt ophalen aan de receptie van het hotel om 13 u. Ik neem zo weinig als mogelijk mee. Wanneer ik om 12.20 u even langs de receptie loop zit de piloot reeds op mij te wachten. We gaan te voet want de plaats waar we met de zeep zullen vertrekken is amper op 100 meter van het hotel gelegen. Het is een café. Men organiseert buiten het paragliden ook nog duiksessies. Trouwens Kaş is goed bekend in duikersmiddens. De parachutes worden op het dak van de zeep geladen en in de laadbak achteraan zitten we met drie die een duo-vlucht zullen maken, nog enkele helpers en een paar solovliegers. We rijden de berg in de buurt van Kaş op. Op een zekere hoogte gekomen verlaten we de asfaltweg en gaat het nog enkele kilometer verder over een aardeweg. Na een half uur rijden komen we aan op de startplaats. Het is een licht aflopend stuk grond dat bedekt is met keien. Eerst worden we ingeshort met riemen waaraan een plooibaar plankje hangt dat later tijdens de vlucht als zitbankje moet dienen. De piloot geeft enkele aanwijzingen voor het opstijgen. Hijzelf stelt zich op achter mij en bevestigd zich aan zijn parachute die door de helpers netjes wordt opengespreid. Dan is het nog even wachten op een goede wind en telt hij af 3, 2, 1, go!. Beiden beginnen we te lopen. Door de warme thermiekwind komen we reeds na een vijftal passen van de grond. Eens we goed weg zijn zegt hij dat ik mag gaan zitten. Op die manier kan ik op een vrij comfortabele manier het spectaculaire uitzicht bekijken. Het enig wat men daar boven hoort is de wind. We zweven een aantal keer langsheen de rotswand hierbij gebruikmakend van de thermiekwind. Dan verplaatst de piloot onze positie wat verderop en zweven we nu enkele keren voorbij een andere rotswand. Na een goed half uur zakken we af en overvliegen we het stadje. De starthoogte lag rond de 900 meter maar nu komt de grond onder ons stilaan dichterbij. Ik kan duidelijk ons hotel herkennen en het ervoor gelegen zwembad. Na 35 minuten zegt de piloot dat hij gaat landen. Het enige wat ik moet doen als we de grond bereiken is enkele passen lopen. We landen op een betonstrook aan het haventje. Ik moet amper een tweetal passen lopen vooraleer we stilstaan. Wel trekt de parachute mij wat naar achteren zodat ik even op de grond ga zitten. Nadat de parachute weer is ingepakt gaan we naar de startplaats en kan ik de dvd-beelden bekijken die door de helpers en de piloot gemaakt zijn tijdens de start, de vlucht en de landing. Ik kan de dvd kopen voor € 30, wat niet goedkoop is maar het zou spijtig zijn moest ik dit souvenir niet gekocht hebben. Ik heb echter geen euro’s bij mij, enkel YTL. Op het bureau rekenen ze de euro’s om in lira’s en vragen mij 55 YTL. Pas achteraf bemerk ik dat de omrekening niet juist is gebeurd en dat ik wat teveel betaald heb.

Daar Lea wat pijn in de rug heeft blijven we vanavond in het hotel en drinken hier iets in de bar. Wanneer je hier een raki besteld krijg je er nog een bord chips en een bord kleine zoete druiven gratis bij.

Zondag 30 september 2007 – 10de dag

Om 09.36 u vertrekken we richting Kalkan via de kustweg D 400. Kilometerstand 10.885. Enkele kilometer voor Kalkan stoppen we even om de Kaputaskloof te bekijken. Deze is zichtbaar vanaf de weg. Daar is ook een vaste post van de Jandarma, een militaire politie. In Kaş, net voor ons hotel, is er trouwens een kazerne van de Jandarma, naast een politiekazerne en een administratief staatsgebouw.

Om 10.30 u en na 30 km rijden we door Kalkan.

Voorbij het dorpje Yesilköy slaan we linksaf en verlaten we de D 400. Via Gelemis bereiken we Patara om 11.15 u en na 44 km. Ik bezoek de archeologische site.

Patara. In de nabijheid van de ruïnes van deze belangrijkste havenstad van het antieke Lycië is een toeristenplaatsje ontstaan. Niet voor niets, want bij de monumenten uit de oudheid ligt een prachtig en rustig strand met een uitgestrekt duingebied. Patara is daarom erg geschikt als verblijfplaats voor liefhebbers van cultuur en natuur.

Om Patara (ook bekend als Gelemis) te bereiken, moet u aan de weg van Fethiye naar Kaş, ongeveer 10 km ten westen van Kalkan, een weg in zuidelijke richting inslaan. U komt dan eerst bij een concentratie van hotels en restaurants. De ruïnes van de oude havenstad liggen ongeveer 1 km verder naar het zuiden. Nog 2 km zuidelijker ligt het mooie strand. ter hoogte van de ruïnes moet u toegang betalen, ook als u langs deze route naar het strand gaat.

Aan het prachtige, 20 km lange zandstrand zult u geen hotels aantreffen omdat de kust bij Patara beschermd natuurgebied is. Tussen mei en oktober komen grote zeeschildpadden van de soort Caretta caretta hier namelijk ’s nachts het strand op om hun eieren in het zand te begraven. de dieren mogen daarbij niet gestoord worden. De volwassen schildpadden maken een omtrekkende beweging wanneer ze terug naar zee trekken om de plaats van de eieren te verdoezelen.

De ruïnes van Patara liggen tussen het toeristenplaatsje en de kust. De inmiddels volledig verzande haven lag bij een 61 m hoge heuvel. Niet ver van de kiosk bij de ingang is een triomfboog (De Modestuspoort) te zien, met direct daarnaast een necropolis met Lycische en Romeinse sarcofagen. Verderop vindt u een badhuis en een theater uit de Romeinse tijd. De Byzantijnse basilica herinnert aan de tijd dat Patara een bisschopszetel was. St. Nikolaas werd rond 300 in Patara geboren. Op enige afstand van deze ruïnes staat bij een meertje een graansilo uit de 2de eeuw.

Om 11.30 vertrekken we naar Letoon. Daarvoor keren we terug naar de D 400 en verlaten deze weg (linksaf) te hoogte van Kinik. Voorbij Kinik slaan we links af naar Letoon. We komen er aan om 12.15 u en na 58 km (kilometerstand 10.947). We bezoeken de archeologische site tot 13.00 u.

Via de hoofdweg (ca 50 km van Kas), ligt 5 km ten zuidwesten van Xanthos Letoon. Het terrein werd blootgelegd en was het belangrijkste heiligdom van de Lyciërs. Hier werd de godin Letho aanbeden, de geliefde van Zeus en de moeder van Apollo en Artemis, die volgens de mythe door Hera (de vrouw van Zeus) gedwongen werd om eeuwig rond te zwerven. Tijdens haar omzwervingen verbleef zij regelmatig in Lycië, wat de wondermooie godin daar zeer populair maakte. Bij de voor haar opgerichte tempel werd een steen gevonden over de Lyciërs.

Na het bezoek keren we terug naar Kinik alwaar we stoppen om iets te eten. We kiezen voor een Turkse pizza. Het valt ons op dat de meeste bewoners van dit deel van Turkije weinig of geen andere talen spreken dan het Turks. De meeste handelaars spreken enkele woorden Engels maar daarmee lukt het meestal wel om aan te duiden wat men wenst.

Van Kinik rijden we vervolgens naar Xantos en bezoeken er de ruïnes van 14.30 tot 15.00 u. We hebben dan 69 km afgelegd.

Xanthos was de hoofdstad van het rijk van de Lyciërs. Dit volk werd in de 7e eeuw v. Chr. door de Grieken (vooral Doriërs) van de eilanden in de Egeïsche Zee naar deze streek verdreven. Het Lycische rijk, dat zijn groot­ste bloei beleefde tussen de 7e en de 4e eeuw v. Chr., werd gevormd door een bond van twintig steden in het gebied tussen Fethiye en Antalya. De Lyciërs namen veel elementen over uit de Griekse cultuur. Op hun beurt leverden zij met hun grafmonumenten ook een geheel eigen bijdrage aan de cultuurgeschiedenis.

De ruïnes van Xanthos liggen niet ver van de weg Fethiye - Kas bij het dorpje Kunik. Ze zijn niet alleen tamelijk gemakkelijk te bereiken, u kunt hier ook enkele goede voorbeelden zien van de bijzondere zuilengra­ven die de Lyciërs hebben achtergelaten. Aan de zuidwestkant van de Ro­meinse agora ziet u er twee, waaronder de 7,5 m hoge Harpijenzuil uit 480 v. Chr. (met een bergruimte voor urnen). De reliëfs zijn door de Britse archeoloog Charles Fellows in 1842 overgebracht naar het British Mu­seum en rond 1970 vervangen door kopieën. Ernaast staat een door een fraai bewerkte sarcofaag bekroonde pijler. De beelden en reliëfs van een ander graf (het Nereïdenmonument) zijn ook overgebracht naar het Bri­tish Museum. In het archeologisch museum van Istanbul staan ook diverse Lycische sarcofagen. Hoe afgelegen deze streek in de 19e eeuw nog was, blijkt wel uit het feit dat Fellows bericht dat er in de tijd dat hij hier opgravingen deed, nog zeker vier leeuwen per jaar werden neerge­schoten.

In de Oudheid was Xanthos de rijkste stad van ­Lycië. Het Romeinse theater ligt ­aan de voet van het harpijen-mo­nument, dat genoemd is naar de reliëfs in de voorste grafkamer. ­Aan de andere kant van de agora vormt de 'Inscriptiepijler' het over­blijfsel van een ander pijlergraf. In ­het oosten staat een basiliek, in ­het noorden de heuvel met de Ro­meinse acropolis. Hier is Xanthos wel heel mooi: onder de olijfbo­men ontelbare sarcofagen en bo­venop een pijlergraf te midden van huisgraven.

Omstreeks 16.00 u komen we aan in ons hotel. Vooraf gaan we echter onze identiteitskaarten en visums afgeven aan de organisator van de overtocht naar Kastelorizi. We hebben in totaal 114 km gereden.

De rest van de dag verloopt zoals gewoonlijk: zwembad, avondeten en een slaapmutsje drinken in het oude stadsgedeelte. We ontdekken bij toeval een stemmige bar. Eigenlijk is alleen de toogruimte overdekt. De rest van het café is in openlucht, hier en daar voorzien van struiken en bomen. De verlichting is er zo schaars dat je bij de menukaart een zaklampje krijgt om de kaart te kunnen lezen.

Om 22.30 u gaan we slapen.

Maandag 1 oktober 2007 – 11de dag

Ik sta op om 06.00 u en samen gaan we ontbijten om 07.30 u.

Omstreeks 09.30 u gaan we naar de haven. Eerst betaal ik het resterende bedrag dat ik nog verschuldigd ben. We mogen onmiddellijk instappen. De boot is van het moderne type, met beneden comfortabele zetels en op de bovenverdieping matrassen en zitzakken. Het duurt echter tot 10.30 u als we vertrekken. Eerst telt het personeel een tweetal keer het aantal passagiers en dan komt er nog eens een politieagent de telling overdoen. Aan de hand van de passagierslijst wordt er zelfs een heus appel gehouden, met naamafroeping.

Na een goede 20 minuten varen leggen we aan in de haven van Kastelorizo (in het Grieks) of Meis (in Turks). Bij het aanleggen zijn we getuige van een internationale discutie tussen een (Griekse) restaurantuitbater, die zijn zaak heeft aan de aanlegsteiger waar de Turkse schipper wil aanleggen, en de schipper. De man beweert bij hoog en bij laag dat de steiger niet sterk genoeg is om er de boot aan te meren. Blijkbaar heeft de restaurantuitbater er de politie bijgehaald want wanneer we wat later voorbijkomen is de Turkse schipper in druk gesprek men twee politieagenten en heeft hij ondertussen zijn schip naast de bewuste aanlegsteiger aangemeerd.

Het eiland Kastelorizo telt slechts één haven die omringt is van een 50-tal gebouwen (huizen, een drietal kerken, een kasteel en een gerestaureerde moskee die nu een andere bestemming heeft gekregen). Eerst wandelen we de kade af langs de westzijde tot op het einde. Alle huizen zijn in Griekse bouwstijl. Op een schaduwrijk terras drinken we iets. Daarna wandelen we tot op het einde van de oostkade. Hier is een Griekse oorlogsboot aangemeerd en heeft er vermoedelijk zijn vaste ligplaats. Bij het terugkeren doe we het terras van daarnet aan. We eten er een kleinigheid. Tot aan het vertrek van de boot blijven we hier luieren in de schaduw. Ondertussen komt een grote catamaran, een Griekse lijnboot, aanleggen die toeristen brengt en oppikt. We hebben ons zicht in de oudere dames die op de kade voorbij paraderen, goed geplamuurd en getooid met opzichtige hoeden.

Het vertrek is voorzien om 15 u en hoewel alle passagiers aanwezig zijn op het gestelde uur vertrekken we maar pas een half uur later. Waarschijnlijk is de omslachtige administratieve poespas hiervan de oorzaak.

Eens terug in Kaş moeten we nog een 20-tal minuten wachten vooraleer we onze papieren terugkrijgen. Onze visums moeten nog door de Turkse politie afgestempeld worden. Zo hebben we nu in onze album een visum steken met 4 stempels op (1 bij het binnenkomen van het land - op de luchthaven, 1 bij het vertrek te Kaş, 1 te Kastelorizo en 1 bij de terugkomst te Kaş).

Om 16.30 zijn we terug in het hotel. De rest van de avond verloopt zoals gewoonlijk. Tijdens onze avondwandeling kopen we nog voor mij een paar sandalen daar de mijne het niet lang meer zullen uithouden.

22.00 u: we gaan slapen.

Dinsdag 2 oktober 2007 – 12de dag

We vertrekken om 9.26 u, kliometerstand 11.000. Eerst kopen we in het winkeltje tegenover het hotel enkele flessen water voor onderweg en gaan we een paar straten verder tanken. (50 YTL – 19.84 liter). Ik vraag de uitbater van het tankstation of hij even de voorruit van de wagen wil poetsen. Prompt haalt hij een borstel op een slang met stromend water te voorschijn en poetst gans de wagen, en gratis nog wel.

10.06 u – 30 km: we rijden door Kalkan.

11.01 u – 82 km: via de D 400 en afslag door het dorpje Çamurköy bereiken we Thlos. Over deze archeologische site is er weinig informatie te vinden in de reisgidsen. De eerste aanblik is overweldigend. Boven op de heuvel tronen de resten van een kasteel. Om de site te bezoeken betaal ik 5 YTL. Aan de ingang merk ik dat ik mijn pet vergeten heb om mij wat te beschermen tegen de UV-stralen. Ik vraag aan de man in de kiosk of in nog even terug kan om mijn pet op te halen. Prompt stopt hij mij een pet in de hand die ik mag lenen voor de duur van het bezoek. Ondertussen blijft Lea in de schaduw van een terrasje. Op de site zie ik onder andere de resten van een stadion en diverse rotsgraven. Wanneer ik de kasteelruïne bekeken heb en terug naar beneden ga schuif ik uit op de korrelige en stoffige grond. Zonder veel erg.

Om 12.10 u vertrekken we en rijden via de gewone weg om vervolgens terug op de D 400 te komen en die te volgen tot Fethiye. Vanaf de plaats waar we de D 400 verlaten tot aan Fethiye loopt er een lange laan afgeboord met lintbebouwing die bestaat uit de ene winkel na de andere. Ik schat dat de laan 4 a 5 km lang is. Fethiye bereiken we na 122 km en om 13.11u. We rijden door de drukke kuststad, die op bepaalde plaatsen gerust luxueus kan genoemd worden. Wij stoppen er niet maar proberen zo vlug als mogelijk de D 400 terug te bereiken. Onbewust verlaten we Fethiye langs een andere weg. Deze is pas met asfalt begoten. Hier giet men eerste het verse asfalt en bedekt die dan met steenslag. Door het verkeer dat er over rijdt dringt het steenslag dan in de asfalt. Waarschijnlijk heeft dit procédé iets te maken met de hoge temperaturen die hier heersen. Eens we terug op de D 400 zijn vorderen we een stuk vlugger.

Om 14 u en na 153 km stoppen we aan een tankstation. Bijna alle grote tankstations op deze hoofdweg baten tevens een restaurant uit en hebben meestal een klein zwembad waarin de gasten wat verkoeling kunnen zoeken. Hier eten we iets.

Wanneer we door Kalkan rijden verschijnen er enkele kleine donkere wolken en tot onze verbazing vallen er enkele regendruppels.

Om 15.40 u en na 239 km bereiken we het hotel.

De rest van de namiddag en de avond verloopt zoals gebruikelijk.

Om 22.00 u gaan we slapen

Woensdag 3 oktober 2007 – 13de dag

Vandaag wordt ik 60 jaar.

07.15 u: opstaan. 08.00 u: ontbijten.

09.17 u: we vertrekken. In de wagen vind ik toch een temperatuurmeter en die wijst op dit ogenblik 26 graden aan. Kiliometerteller 11.238.

In Kaş nemen we de D 400 in de richting van Demre (Kale of Myra) en Antalya.

We komen aan te Demre om 10.30 u en na 48 km. We willen iets drinken op een terras van een restaurant. Terwijl Lea vlug enkele winkels in de buurt bekijkt bestel ik een “nescafé” (dit is een gewone koffie) en een appelthee. Appelthee heeft men er niet en wanneer ik later betaal met een briefje van 20 YTL schijnt dit ook al een probleem te zijn. Een van de bedienaars moet in de buurt op zoek bij andere winkels om het biljet te wisselen. Ondertussen komt een rare figuur naar mijn tafeltje toe en geeft de indruk zich te willen neerzetten. Hij blijft echter staan, neemt een in een papiertje verpakt klontje suiker uit het potje dat op tafel staat, breekt het klontje in twee, eet de ene helft op en gooit de ander helft in mijn koffie. Daarna verdwijnt de man.

Om 10.50 u vertrekken we terug. We rijden nu via een kleinere weg naar Andriake. Van hieruit kunnen er boottochtjes gedaan worden maar na even rondgekeken te hebben zetten we onze weg voort, keren we terug naar de D 400 en slaan af in de richting van Kaş. Even verder slaan we linksaf en volgen de parallelle weg die tussen de D 400 en de kust loopt. We rijden via Kapakli en Çevreli naar Ügağisz. In Ügağisz komen we aan om 12.30 u en na 75 km. De thermometer in de wagen geeft 27 graden aan. Ik bezoek de ruïnes van het op een heuvel gelegen kasteel. Lea koopt een krans van een vrouw met kind. Aan de overzijde van de baai is er nog een kasteelruïne. Daar kwamen we in de buurt als we de eilandentocht meemaakten. Op het terras van een net restaurant eten we vis met brood, rauwe groenten en twee cola’s (37 YTL).

Om 13.40 u verlaten we Ügağisz. Bij het buitenrijden van het dorpje doet een man me teken om te stoppen en vraagt me om 2,5 YTL parkeergeld te betalen. Eerst ben ik wat wantrouwig maar als hij me een officieel lijkend parkeerbiljet overhandigd betaal ik zonder problemen.

We rijden via Kilrçli en Boğazolk en komen zo terug op de D 400 terecht. Als we aan het hotel aankomen is het 14.30 u en hebben we 109 km gereden. Kilometerteller 11.348. Morgen komt men de wagen ophalen.

In totaal hebben we 1.245 km gereden. Terwijl Lea zich klaarmaakt om naar het zwembad te gaan maak ik nog een ritje omheen het schiereiland Çukurbag. Vanaf de middag komen er wolken opzetten die steeds maar dreigender worden maar tegen de avond verdwijnen die zonder maar één druppel te laten vallen hebben.

De rest van de dag verloopt zoals gewoonlijk.

Donderdag 4 oktober 2007 – 14de dag

Het is onze bedoeling om de ganse dag door te brengen aan het zwembad. In de loop van de morgen verschijnen er rond de bergtoppen donkere wolken maar hier in de stad blijft het nog zonnig. Het is wel wat minder warm dan de vorige dagen. Door de vochtige lucht zweten we echter meer. Om 10 u ga ik naar de receptie om op de man te wachten die de wagen komt ophalen. Rond 11 u komt hij opdagen. Hij kijkt de wagen na en geeft mij de waarborg terug die ik bij de afgifte van de wagen gegeven heb. De man komt met een dolmus vanuit Dalaman om de wagen op te halen, een trip van zowat 140 km!

Rond kwart na twaalf worden de wolken steeds maar dreigender en horen we wat gerommel van een opkomend onweer. Wat later begint het zachtjes te regenen. Na bijna veertien dagen van temperaturen boven de dertig graden is dit een ware verademing. Het personeel had reeds de ligmatrassen van de zetels aan het zwembad opgeborgen. Ze maanden ons aan om rustig aan het zwembad te blijven maar zoals de meeste gasten verkiezen we toch maar naar de kamer te gaan. Vanaf het balkon wachten we af wat er gaat komen. Eens we op de kamer zijn valt de stroom uit. Dit is geen alleenstaand geval in Turkije. Vorig jaar maakten we dit ook mee tijdens een onweer in Antalya maar toen beschikte het Alp Pasa-hotel over een noodgenerator. Hier is dit niet het geval. Gans Kaş (en waarschijnlijk ook de ganse omgeving) blijft een groot deel van de namiddag zonder stroom zitten. Op het eerste zicht is dit niet erg maar nu blijkt hoe afhankelijk we zijn van elektriciteit. Aan de poolbar eten we elk een sandwich met kip en elk een ijsje. Sandwiches zijn zowat het enige wat er nu te krijgen zijn, voor ander (warm) eten moet men over stroom beschikken. Een ander probleem stelt zich in verband met onze afreis van morgen. Normaal worden 24 u voor de afreis de vertrekkers verwittigd per fax om welk uur ze zullen opgehaald worden aan het hotel. Maar een fax werkt nu eenmaal ook met stroom. Aan de receptie van het hotel hangen de infoborden van de verschillende reisorganisaties. Daar kan ik het telefoonnummer achterhalen van de vertegenwoordigers van Mediterra – Sunworld. Ik moet daarvoor wel even een zaklamp van de receptie gebruiken. Wanneer ik bel (met mijn gsm) kom ik ik weet niet waar uit maar de man beloofd mij om het plaatselijk kantoor een fax te laten sturen. Ik leg hem uit dat gans het stadje zonder stroom zit en de fax dus ook niet zal werken. Hij beloofd mij het vertrekuur door te spelen via een sms-je. De sms komt echter niet. Uiteindelijk bel ik naar een ander nummer en deelt men me mee dat wij opgehaald zullen worden morgenochtend om 5 u. Verrast als we zijn (we hadden aanvankelijk een vlucht die om 20 u ’s avonds vertrok) vragen we of dit geen vergissing is. De man bevestigd dat het wel degelijk om mr. en mvr. Maes – Dobbelaere gaat. Hij zegt ons dat dit bij chartervluchten niet ongewoon is dat passagiers van verschillende vluchten samen in een ander vliegtuig reizen. Het vliegtuig vertrekt nu om 10.25 u, voorziene aankomst in Brussel om 15.10 u. Ondertussen is de regen opgehouden maar het blijft bewolkt. Daar waar we anders morgenochtend rustig onze valiezen konden klaarmaken moeten we er nu al aan beginnen. Ik vraag aan de receptie mijn rekening (van de dranken, de snacks e.d. die we in het hotel verbruikt hebben) en betaal met mijn visakaart. Ondertussen is er terug stroom. Later krijg is zelfs de (laat) toegekomen fax toegestopt. In het winkeltje tegenover het hotel haal ik nog vlug twee flesjes water en twee pakjes koekjes voor onderweg. Na de douche gaan we eten, dit keer in de eetzaal. Het is de enige keer tijdens deze twee weken dat we niet buiten eten. Het is wel behoorlijk warm in de eestzaal want is het buiten wat frisser dan de vorige dagen, de warmte kruipt nu binnen. Na het avondmaal betaal ik de twee glazen witte wijn die we bij het eten verbruikten. Tevens nemen we afscheid van Çechsmous en de andere kelners.

Rond 21 uur gaan we slapen. Om ons zeker niet te overslapen stellen we onze reiswekker en onze gsm in op 3 u en vragen ook aan de receptie om ons te wekken.

Vrijdag 5 oktober 2007 – 15de dag

03.00 u: de wekker en de gsm lopen af en rinkelt de telefoon. Na de douche breng ik reeds een valies naar beneden. Om 04.30 u verlaten we de kamer. Bij de receptionist ligt een eenvoudig lunchpakket klaar dat we maar onmiddellijk soldaat maken. De nachtwaker zet nog vlug een kop koffie.

Om vijf minuten voor vijf staat de chauffeur die ons komt ophalen voor de deur. Hij zal ons naar de luchthaven van Antalya brengen. We rijden via de onverlichte D 400 die zeer bochtig is en meestal de kustlijn volgt. Rond 6 u breekt de dag aan en om 7 u is het nagenoeg klaar. We rijden Demre, Fenike en Kemer voorbij. Even voorbij halfweg stopt de chauffeur aan een tankstation voor een sanitaire aangelegenheid. Om 8 u stipt zijn we op de luchthaven. Ik geef de bestuurder € 2 fooi. Die gooit het muntstuk achteloos in de bagageruime. Was de fooi hem te klein en uitte hij op die manier zijn ongenoegen? In het luchthavengebouw is het zoals gebruikelijk zeer druk. Eerst gaan onze bagage en wijzelf door de veiligheidscontrole. Daar we een ander vlucht hebben dan eerst voorzien was (nu vlucht OHY 4388), is het uitkijken waar we moeten inchecken. Maar al vlug vinden we de juiste balie. We krijgen zetel 19 A en B. Nu we onze bagage kwijt zijn gaan we nog iets eten en drinken in de vertrekhall. Op het infobord waarop de vertrektijden staan aangegeven bemerken we dat we niet rechtstreeks naar Brussel zullen vliegen maar eerst nog een ommetje zullen maken via Bodrum.

Om 9.55 u stappen we aan gate 201 in de bus die ons naar het vliegtuig brengt. Bij het binnenkomen van het toestel bemerken we dat het nagenoeg vol zit. De passagiers die er nu reeds inzitten komen van Brussel en hebben als bestemming Bodrum. Stipt om 10.25 u stijgt het toestel op. Na een vlucht van 40 minuten landen we te Bodrum en stappen de passagiers die van Brussel komen uit. Daarna worden ook wij verzocht om uit te stappen en brengt men ons per bus naar de transithall waar we een half uurtje zullen blijven. Ondertussen wordt het toestel gepoetst. Om 12 u mogen we terug instappen. Volgens de piloot zullen we te Brussel landen om 14.50 u Belgische tijd. We zetten onze uurwerken een uur terug. We krijgen niet lang na het opstijgen de bekende “copieuze” maaltijd die bestaat uit een cake, een koek van onbekende oorsprong en een pistolet(je), een botertje en een confituurtje. Lea maak me er opmerkzaam op dat de man die naast haar zit zeer zenuwachtig is. Dit was me op de luchthaven van Antalya ook reeds opgevallen. Toen ik hem een informatie vroeg in verband met de vlucht kreeg ik nauwelijks antwoord. We vermoeden dat de man verschrikkelijk last heeft van vliegangst.

Zoals voorzien landen we op Zaventem om 14.50 u. We mogen echter het toestel niet verlaten omdat een onverlaat graffiti heeft aangebracht in een van de toiletten. Na een tiental minuten komt de politie opdagen en mogen we uitstappen. Ondertussen is onze bagage reeds aangekomen op de bagageband. Na de grenscontrole en de douane te zijn gepasseerd gaan we rechtstreeks naar het spoorwegstation op de verdieping – 1. We kopen twee treinkaartjes Gent enkel. Er staat een trein klaar maar die rijdt via Aalst en is een IR-trein die in alle stations stopt. We stappen toch op en veranderen in het Noordstation van trein, een IC-trein naar Oostende, zodag we een half uur vroeger in Gent zullen aankomen. Het is echter geen sinecure om met twee zware valiezen van perron te veranderen. Roltrappen naar boven zijn er meestal genoeg maar geen naar beneden. Hetzelfde probleem hebben we in het station Gent Sint-Pieters. We verlaten het station via de uitgang in de viaduct van de Voskenslaan en gaan naar de taxistaanplaatsen langs de andere zijde van het Koningin Maria Hendrikaplein. Daar is echter geen enkele taxi te bespeuren. Ik bel naar de 09/225.25.25 (V-tax) en daar zegt men dat men een taxi zal sturen. Na tien minuten hebben we nog geen taxi gezien. Ondertussen schuiven privé-taxi’s aan voor hun beurtrol. Tenslotte nemen we een privé-taxi die ons naar huis brengt. De chauffeur van het voertuig is…een Belg van Turkse origine.

Om 17 u worden we aan onze woning afgezet.

Het Kaş -avontuur is voorbij.

Enkele conclusies:

Op het middaguur, tussen 11 u en 15 u, is het in deze periode van het jaar wat aan de warme kant. Om archeologische sites te bezoeken is het dan eigenlijk wat te warm.

Voor de rest hadden we een voor honderd procent geslaagde reis. Kaş is een gezellig stadje dat prachtig gelegen is aan de Middellandse zee.

Het hotel Club Phellos is een aanrader. De prijs/kwaliteitverhouding is uitstekend. Het hotel heeft slechts drie sterren maar mag er volgens ons minstens nog een halve ster bij hebben. Het personeel is uitermate vriendelijk en stelt alles in het werk om het de gasten naar hun zin te maken. Wel is de Engelse woordenschat van de inwoners en het personeel aan de schaarse kant. Duits, in tegenstelling met Antalya, wordt al helemaal niet gesproken. Maar met wat goede wil en de internationale gebarentaal komt men overal terecht.

Het eten in het hotel, in buffetvorm, is van uitstekende kwaliteit, vers en zeer hygiënisch opgediend.

Wel moet men rekening houden met een transfer van minstens 3 uur van de luchthaven van Antalya naar Kaş.

05-10-2007 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (1)
03-10-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kas Turkije 207
Klik op de afbeelding om de link te volgen









Het Grieks eiland Kastelorizo of Meis


03-10-2007 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
01-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sankt-Martin bei Lofer - Oostenrijk

Sankt-Martin bei Lofer

15 juli tot 27 juli 2007

Zondag 15 juli 2007 – dag 1

04.30 u: opstaan.

05.29 u: we vertrekken. Kilometerstand: 19.391. De lucht is helder en de zon komt op. Het is ca 20 graden. Wij rijden alleen naar onze bestemming te Sankt-Martin bei Lofer. De rest van de groep legt zoals wij de heenreis af in twee keer. Zij zullen onderweg overnachten in een hotel in een ander plaatsje. Maken deel uit van de ganse groep: Lea en ik, William en Marijke, Ronny en Nadine, Guy en Betty en Günther en Katia.

Voor de verplaatsing naar onze bestemming maken we voor het eerst gebruik van een GPS. De voordelen van dit toestel bijna niet op te sommen. Slechts één keer hebben we ons vergist van weg op de heenreis. En de oorzaak lag dan nog bij de ingewikkelde wegstructuur aan de afrit van de snelweg. (Zie ook verder onze aankomst te Rothenburg ob der Tauber).

Het is waarschijnlijk de eerste keer dat ik niet in de stad ben tijdens de Gentse Feesten. Tussen ons huis en de Sint-Lievenspoort komen we tal van feestgangers tegen die naar huis afzakken. Aan het kruispunt Heuvelpoort tegen het Museum voor Schone Kunsten ligt een feestganger midden op het voetpad te slapen.

05.43 u: op de snelweg E40 rijden we over de viaduct van Gentbrugge. Het is 19 graden.

06.04 u – 55 km: we rijden door de Kennedytunnel.

06.15 u – 79 km: we rijden over de brug van Pulle.

06.28 u – 100 km: we passeren de afrit Geel-West.

06.40 u – 124 km: we zijn aan de verkeerswisselaar van Lummen.

07.11 u – 192 km: we passeren de Nederlands-Duitse grens: Het is 22 graden.

07.26 u – 206 km: we stoppen aan de raststatte Aachnerland tot 08.00 u en eten er een croissant en drinken een koffie.

Tussen Aken en Keulen zijn er nog steeds werken aan de gang net zoals twee jaar geleden. Men brengt er de snelweg van 2 op 3 rijstroken.

08.13 u – 224 km: het is 23 a 24 graden.

08.32 u – 267 km: we rijden de brug over de Rijn over. (25 graden). We bellen even naar Marijke en William. Zij volgen een gans andere weg daar zij samen met de rest van de familie op een andere plaats dan wij zullen overnachten. Op dit ogenblik zijn ze in het Groot Hertogdom Luxemburg.

09.41 u – 403 km: het is 31 graden.

09.48 u – 416 km tot 10.15 u en 421 km: krijgen te maken met een kleine file door een pas gebeurd ongeval met een caravan.

10.31 u – 10.15 u – 30 graden: we stoppen aan de raststatte Medenbach en tanken er 26,32 liter diesel voor € 32.61.

10.42 u – 440 km: 32 a 33 graden – we rijden de luchthaven van Frankfurt a/M voorbij.

10.54 u – 457 km tot 11.55 u – 462 km: we krijgen te maken met een stilstaande file. Over deze 5 km doen we juist geteld één uur.

12.16 u – 488 km: we rijden door de tunnel van Asschaffenburg. Al jaren vraag ik mij af waarvoor deze tunnel dient.

Ca 30 minuten voor 13.49 u – 570 km: we stoppen op de raststatte Würzburg Ost om iets te eten.

15.00 u – 627 km: na even gesukkeld te hebben en door onze GPS doorheen het stadje Rothenburg ob der Tauber gestuurd te zijn, waar het op dat ogenblik een beetje kermis is, vinden we uiteindelijk de goede poort waarachter de Klingengasse ligt. Het stadje heeft nog haar oorspronkelijke middeleeuwse ommuring en de meeste huizen dateren van de 13de eeuw en later. Het geheel is mooi gerestaureerd. Enkel de bewoners en de logementsgasten mogen met de wagen het stadje binnenrijden en er parkeren. We kunnen onze wagen kwijt tegenover het Haus Flemming alwaar we zullen overnachten. We kennen deze “zimmer frei” van voor twee jaar toen we op terugreis waren van ons laatste verblijf in Oostenrijk. De eerste deur van het huis staat open maar de tweede deur is slotvast. Op een bordje lezen we dat we moeten aanbellen. Na enkele minuten verschijnt een jong meisje. Zij is op de hoogte van onze komst (was gereserveerd) en geeft ons de sleutel van kamer 4. Wanneer ze ons verder wil inlichten over de gang van zaken in het huis zeggen we haar dat we hier reeds verbleven hebben en dus geen verdere uitleg nodig hebben. Ondanks de warmte is het fris in het huis, waarschijnlijk door de dikke muren. Het is er kraaknet en gezellig om te verblijven. Een tiental jaar geleden brandde het huis volledig uit en werd nadien gerestaureerd. Het meubilair is dus van recente datum maar aangepast aan de stijl van het huis en het stadje. Ontbijten kan men hier tussen 8 u en 10 u. Eens op de kamer blazen we even uit, maak ik mijn nota’s voor dit reisverslag en nemen een verfrissende douche. Om 17.30 u maken we een kleine wandeling in het stadje. Het feest van deze namiddag is blijkbaar reeds afgelopen. Bij ons vorig bezoek aan Rothenburg hebben we gegeten op een gezelling terras onder grote bomen. De naam van het restaurant is Reichs-Kuchenmeister en is te vinden in de buurt van de grote kerk. Ook dit keer bezoeken we dit restaurant. Lea eet een spaghetti en ik een overheerlijke Wienersnitzel. Gezien het warme weer sluiten we de maaltijd af met een ijsje. We betalen € 34. Gezien het een vermoeiende dag was en we reeds vroeg uit de veren zijn, zoeken we na het avondeten de kamer op. Na wat TV gekeken te hebben gaan we slapen.

We legden vandaag 635 km af.

Maandag 16 juli 2007 – dag 2

06.30 u: ik sta op en na de gebruikelijke ochtendrituelen maak ik een wandeling in de nog verlaten straten van het stadje. Ondertussen staat Lea ook op en maakt zich klaar. Ik maak een wandeling op de walgang en kom heel wat Aziaten (ik vermoed Japanners) tegen. De walgang omsluit ongeveer driekwart van Rothenburg. Het is een flinke wandeling en ik moet op een bepaald ogenblik mijn weg inkorten om tijdig aan het ontbijt te kunnen beginnen. Omstreeks 07.50 u gaan we naar de eetkamer voor het ontbijt. Daarna betaal ik de € 59 voor de kamer en twee ontbijten en één € voor een drankje dat we gisterenavond uit de ijskast gehaald hebben.

Vandaag hebben we 396 km voor de boeg, dus beduidend minder dan gisteren.

08.26 u – kilometerteller 20.026 – 25 graden.

09.50 u – 150 km - 33 graden

10.07 u – 179 km - ?

10.24 u – 200 km – 33 graden: we stoppen even op de raststatte Holledau om te tanken (tot 11.03 u. We tanken 24,10 liter en betalen € 29, 02 ( € 1,204/liter).

11.14 u – 217 km: begin van de ring rond Munchen. Het verkeer vertraagd en gaat verder met een slakkengangetje. De oorzaak is een ongeval met een vrachtwagen met aanhangwagen vol met glazen flessen. Een groot gedeelte van de lading is in de gracht en op de ernaast liggende weide terechtgekomen.

12.06 u – 230 km: einde van de file.

12.25 u – 269 km: we verlaten de ring rond Munchen.

13.30 u – 323 km: we stoppen even om iets te eten. Het is nog maar ca 34 km naar de Oostenrijkse grens. We kopen hier tevens een autowegenvignet voor Oosterijk (€ 7,60 – in België kost dit € 10,10.)

13.37 u – 336 km: we rijden de Chiemsee voorbij. We bellen enkele keren naar Marijke en William waaruit blijkt dat we vrij dicht in elkanders buurt zijn.

13.50 u – 357 km: we verlaten de snelweg te Siegsdorf (Dl).

14.18 u – 386 km: we passeren de Duits – Oostenrijkse grens.

Net voor Lofer nemen we een verkeerde afslag maar een paar honderd meter verder keren we op onze stappen terug. Ondertussen moeten William en Marijke ook dat bewuste kruispunt voorbij gereden zijn.

ca 15.00 u – 396 km: Nagenoeg op hetzelfde tijdstip komen William en Marijke en wij aan bij het Hotel Martinerhof te Sankt-Martin bei Lofer. Günther komt een vijftal minuten later aan. Ook hij heeft zich vergist op hetzelfde kruispunt. Onze drie wagens beschikken over een GPS-toestel en bij ingewikkelde kruispunten kan er enige verwarring bestaan. Maar voor de rest is een GPS zeker een pluspunt. Men kan zijn aandacht beter bij het verkeer houden en draagt zeker bij tot de verkeersveiligheid. Bij de verdeling van de kamers krijgen Nadine en Ronny en Betty en Guy de ruimere kamer die ze besteld hadden omdat ze hun honden bij hebben. Wij krijgen kamer 209, Günther en Katia kamer 208 en William en Marijke kamer 207. Wanneer William en Marijke onze (ruimere) kamer zien zijn ze wat ontgoocheld. We besluiten dan maar van kamer te verwisselen zodat wij in kamer 207 terecht komen.

Nadat we onze bagage hebben uitgeladen en onze kamers wat ingericht, gaan we naar beneden op het terras zitten. We hebben all-in en kunnen dus tussen 16 u en 17 u gratis koffie en gebak krijgen. Na het vieruurtje maken we een korte wandeling in het dorpje dat slechts een 5-tal straten telt. Na ons verfrist te hebben gaan we om 19 u aan tafel voor het avondeten. Alles wordt opgediend in buffetvorm. Soms wordt er gevraagd een keuze te maken uit twee hoofdgerechten maar daar die ook als buffet worden opgediend speelt het eigenlijk geen rol wat met eet. Voor de rest zijn de ganse dag door bepaalde dranken te krijgen (frisdranken, landwijn, koffie, enz.) en dit tot 22 u.

Na het avondeten praten we nog wat na op het terras voor het hotel.

Om 22 u gaan we slapen.

Dinsdag 17 juli 2007 – dag 3

06.00 u: ik sta op en na de douche maak ik een wandeling in het dorp.

08.00 u: we gaan ontbijten. Wegens de all-in mogen we ons lunchpakket zelf klaarmaken met hetgene dat voorhanden is voor het ontbijt zoals broodjes, donker brood, kaas, vlees, confituur, soms gekookte eieren en appels.

10.00 u; we vertrekken naar de Wallfahtskirche Maria Kirchental. Deze schitterende kerk staat midden in de bergen en is zowel met de auto (mautstrasse) als te voet bereikbaar. We komen er aan om 11.30 u. Na het bezoek aan het schitterend interieur van de kerk doen we een terrasje. Op voorhand werd een pot aangelegd voor drinken wanneer we op wandeling of uitstap gaan. De temperatuur klimt tot boven de 30 graden.

Daarna dalen we af in de richting van Lofer. In dit stadje, gelegen op ca 3 km van St.-Martin, drinken we iets. Een tijdelijke toog staat midden op het dorpspleintje. Daar kunnen we dranken kopen alhoewel de meesten niet echt fris zijn. Ik keer alleen naar Sankt-Martin terug om de wagen op te halen. Lea blijft achter op het pleintje. De rest van de groep wandelt terug naar het hotel. Na 30 minuten sta ik aan het hotel en rijd met de wagen naar Lofer om Lea op te halen. Het is dan ca 33 graden.

Rond 16 u zijn we terug aan het hotel. Na een verfrissende douche (geen overbodige luxe in deze temperaturen), genieten we op het terras van de koffie en het gebak. Ikzelf eet een ijs. Dit laatste is echter niet begrepen in de all-in.

Tussen 17.30 u en 19 u rusten we wat uit op de kamer.

19.00 u: avondeten. Er is: ajuinsoep, gyros met rijst of rollade in wittekolenblad met aardappelen, yoghurt.

Het is een mooie zachte avond en de ganse groep blijft nog wat napraten op het terras tot 22.30u

Woensdag 18 juli 2007 – dag 4

06.00 u: opstaan.

08.00 u: ontbijten

01.00 u: Lea en ik vertrekken met de auto naar Lofer. De rest van de groep stapt de afstand naar Lofer te voet af. Het is reeds behoorlijk warm. Aan de kabellift wachten we op de rest van de groep. Met onze “sommer card”, die we bij onze aankomst kregen in het hotel, mogen we gratis gebruik maken van de kabellift. Eens iedereen ter plaatse is nemen we de lift. De rit naar boven duurt een kleine tien minuten. Welke wandeling we boven zullen doen is nog niet beslist. Slechts het deel 1 van de kabellift is in werking tot aan Loderbichl (1002 meter). Het deel 2, tot aan Schönblick, werkt alleen in de winter maar wordt tijdens de zomer vervangen door een klein busje. Lea neemt het busje en betaalt hiervoor (heen en terug) € 7. De rest van de groep besluit de watervalwandeling te doen die aan het alpengasthof Schönblick eindigt. Onderweg komen we langs een mooie waterval. De hond van Nadine en Ronny is zo enthousiast om in het frisse water te dartelen dat hij bijna uitglijdt en slechts op het nippertje kan gered worden. In het begin van de wandeling keren Betty en Guy terug naar het bergstation van de kabellift omdat Guy last heeft van pijn in de kuit. Ze nemen ook het busje naar boven.

Omstreeks 12 u zijn we aan het gasthof Schönblick. We vinden er Betty en Guy maar Lea is nergens te bespeuren. Lea was een busje vroeger vertrokken. Betty en Guy hebben Lea echter niet aangetroffen in gasthof Schönblick. Ik vermoed dat zij naar een hoger gelegen alm is gewandeld. Ik ga haar zoeken en kom haar ongeveer halfweg tegen. Samen gaan we iets drinken in het gasthof Schönblick. Rond 14 u vertrekken we terug naar beneden. De terugweg loopt via de skipiste. Lea neemt ondertussen het busje. Om 15.30 u zijn we aan het bergstation van de kabellift. Lea zit reeds op ons te wachten. Lea en ik en Marijke en William nemen de lift naar beneden om 16 u en rijden met de wagen naar het hotel. De rest van de groep gaat te voet van Lofer naar St.-Martin. Bij onze aankomst aan het hotel is het 16.25 u, nog tijd genoeg dus voor de koffie en het gebak.

In afwachting van het avondeten genieten we nog wat na op het terras.

19.00 u: avondeten – het buffet bestaat uit: aardappelen in de pel, macaronipijpjes, worstjes, gebakken gehakt, kip gebakken, aardappelen in de mayonaise, enz., soep van “eierpilzen” met room en als dessert vruchtengelei met room.

Na de maaltijd hebben we met de ganse groep op het terras doorgebracht tot 22.30u.

Donderdag 19 juli 2007 – dag 5

Om 10 u vertrekken we met de auto naar de Seisenbergklamm. Het is amper 5 minuten rijden van het hotel. De zon schijnt volop en het is zeer warm. De toegang is gratis met onze “sommer card”. Het is een prachtige klamm, de mooiste die we tot nu toe gezien hebben. Op het einde wordt de klamm zo smal dat het daglicht er nog moeilijk in kan. Eens op het hoogste punt aangekomen keren we terug via een bospaadje. Aan de ingang (en uitgang) lessen we onze dorst in de gaststatte en werken we onze pic-nic naar binnen. Vanaf daar is het een klein eindje wandelen naar de parking waar onze auto staat. Die staat in de blakende zon maar dank zij de airco is het al vlug doenbaar. We rijden terug in de richting van Sankt-Martin en stoppen aan de Lamprechtshöhle. Hier moeten we betalen en na wat informatie te hebben ingewonnen blijkt dat we vermindering hebben met een groep van 10 personen. We betalen per persoon € 2,9. Wanneer ik vraag welke de temperatuur is in de grot dan zegt de oude dame aan het loket dat het er maar 6 a 7 graden is. Vlug keren we terug naar de wagen om iets warms mee te nemen want het verschil tussen de buitenlucht (ca 33 °) en binnen bedraagt een kleine 30 ° (!!!). De grot is in totaal 50 km lang ! – dit is ongeveer de afstand tussen Gent en Brussel. 700 meter zijn toegankelijk voor het publiek. Op de wanden van de grot zijn een aantal kuizen aangebracht.Dit is de plaats waar men de skeletten vong van niet minder dan 146 schattenjagers. Vanaf de ingang is het steeds maar stijgen via houten trappen tot aan het punteind waar het publiek mag komen. Al vlug maken we gebruik van onze truien, die geen overbodige luxe zijn. Ook de beide honden zijn mee. Goldie, de hond van Ronny en Nadine is de grootste en het zou kunnen dat hij moeilijkheden heeft om al die trappen af te dalen. De terugweg loopt via de zelfde weg. Langszaam dalen we af en lukt het Goldie zonder problemen de uitgang te halen. Het is 14.10 u wanneer we aan de uitgang zijn.

Vervolgens rijden we naar de Vorderkaserklamm. Die bereiken we door nog even in de richting van Sankt-Martin te rijden. De toegangsweg is lang en stoffig. Hieraan is het te zien dat het al een tijdje geleden is dat het hier geregend heeft. Ook het bezoek aan deze klamm is gratis. Vooraleer we de klamm binnengaan lessen we onze dorst . In het begin moet men een stuk klimmen via een bospad en verder op moet men verder klimmen via houten trappen. Deze klamm is minder spectaculair dan de Seisenbergklamm. Eens uit de klam is het afdalen via een bospaadje. Het is ca 16.30 u wanneer we aan de uitgang zijn.

We zijn nog net op tijd voor de koffie met gebak als we aan het hotel aankomen.

Na een verfrissende douche wachten we tot het tijdstip van het avondmaal op het terras voor het hotel. Hierbij wordt de (gratis) landwijn niet gespaard.

Die avond is het concert in het dorp. Een vijftal muzikanten spelen de typische alpenmuziek. Er wordt echter niet gedanst, wat mij enigszins verwondert. Het enige wat het aanwezige publiek doet is eten en drinken. Na dit alles even aangezien te hebben gaan we naar de stube van het hotel en doen er de kwis over waaraan Ronny, Nadine, Guy en Betty hebben deelgenomen in de kantine van de Volkstuinen aan de Drongensteenweg. De deelnemers deze avond zijn: Günther en Katia, William en Marijke, Lea en ik. Uiteindelijk komen wij als winnaars uit de bus. Het is al 22.30 u als de kwis afgelopen is.

Om 22.45 u gaan we slapen.

Vrijdag 20 juli 2007 – dag 6

06.00 u – opstaan.

08.00 u – ontbijt.

10.00 u – vertrek naar de Grossglockner. Het weer is mooi en nagenoeg wolkeloos, een geschikte dag dus om de hoogste berg van Oostenrijk te bezoeken. Voor ons is het de derde keer dat we pas overrijden, niets nieuws dus. Kilometerstand 20.462.

Na een twintigtal kilometer tanken we € 16,09 – 13,56 liter.

11.31 u – 55 km – 26 °: we rijden de Grossglocknerstrasse binnen en betalen € 28 voor de ganse wagen.

12.34 u – 90 km – 23 °: aankomst op de Kaiser-Franz-Josefs-Höhe. We parkeren onze wagen in de gratis parkeergarage. In het restaurant gebruiken we onze pic-nic aangevuld met een fritatensoep.

14.40 u: we verlaten de Kaiser-Franz-Josefs-Höhe en keren terug naar richting hotel na eerst nog het de dorpje Heiligenblut aangedaan bezocht te hebben.

18.27 u - 198 km: aankomst in het hotel.

We nemen nog vlug een douche en gaan dan avondmalen. Vanavond is er fricandon, roodbaars en vooral frieten. Twee gezinnen Nederlanders plunderen de frieten dermate dat ik maar amper enkele frieten voor mijzelf kan bemachtigen. Later op de week zullen we de Nederlanders nog beter leren kennen. Blijkt dat zij verblijven op de twee kamers boven die van Ronny en Nadine en Guy en Betty. Tot midden in de nacht is er bestendig lawaai. Het tussenschot van het balcon tussen de twee kamers in hebben de gezinnen opengezet en gebruiken deze weg nu om van de ene naar de ander kamer te hollen. Nadine ziet maar één oplossing en die is te gaan klagen bij de hoteluitbater.

Na het avondmaal barst er een onweer uit maar is van korte duur en er valt slechts een weinig regen.

Rond 21.15 u gaan we naar de kamer en gaan slapen.

Zaterdag 21 juli 2007 – dag 7

06.15 u: opstaan

08.00 u: ontbijt.

Ik vertrek alleen van het hotel met de auto. Lea blijft deze voormiddag in het hotel en Marijke en William gaan eens op verkenning naar Bad Reichenhall. In de namiddag zullen ze alle drie gaan zwemmen in het opluchtzwembad van Lofer.

10.00u: ik neem de kabellift te Lofer. Eens aan het bergstation van de lift bekijk ik de informatie tafel waarop een 25-tal wandelingen uitgelegd zijn .

11.30 u: start van de wandeling via de Nachbaralm, de Postalm en de Bräugföllalm. De wandelingen zijn slecht aangeduid, een vaststelling die we nog zullen doen in de loop van ons verblijf alhier. De almen die ik onderweg tegenkom zijn niet uitgebaat en zelfs niet bewoond. De gebouwen dienen enkel als stal voor de koeien. Omdat ik te weinig zicht heb op de wandeling die ik oorspronkelijk gepland heb neem ik het zekere voor het onzekere en kom uiteindelijk uit op de rijweg die van het bergstation van de kabellift naar Loferer Alm loopt. Even voor ik aan de rijweg kom om 11.45 u, loop ik nog een stukje op de skipiste die we vroeger op de week, op een andere wandeling, zijn tegen gekomen. Een paar honderd meter voor het bergstation eet ik, op een zitbank, mijn pic-nic op. Het is dan 12.05 u. Om 12.20 u vertrek ik terug en om 12.25 u ben ik aan de kabellift. In het gasthof Loderbichl (aan de kabellift) drink ik een tweetal almdudlers. Het is terug behoorlijk warm. Ik besluit een deel van de Krepper-rundweg te volgen tot in Lofer. Onderweg twijfel ik of ik een houten brug over moet of niet (nogmaals geen aanduiding voorhanden). Ik volg dan maar het pad zonder het brugje over te steken. Achteraf blijkt dat ik daardoor een mooie waterval gemist heb. Uiteindelijk blijken alle paadjes samen te komen aan het jausestation Kepperbauer. Eens daar aangekomen haal ik het groepje met Ronny, Nadine, Guy, Betty, Günther en Katia in. Zij zijn deze morgen te voet naar Lofer gewandeld, de kabellift genomen en dalen nu via de Krepper-rundweg af naar Lofer. Zij hebben zopas bij Krepperbauer hun dorst gelaafd. Ik ga dus alleen iets drinken in het jausestation. Ondertussen wandelt de groep verder. Wat later haal ik hen terug in. Door het zeer warm weer heb ik de intentie om naar het zwembad in Lofer te gaan. De groep doet nog een ommetje van 50 minuten maar ik neem de kortste weg (ca 25 minuten) naar Lofer. Deze kom uit aan de parking van de kabellift. Ik rijd dan naar het hotel om mijn zwempak op te halen. Rond 16.00 u vind ik Lea, Marijke en William aan het zwembad. Wat later komt ook de groep met Ronny en Nadine aan.

17.15 u: wij zijn terug in het hotel. Het is nog steeds mooi weer met vandaag temperaturen tussen de 26 en 33 graden.

18.00 u: we gaan iets drinken op het terras tot het avondmaal om 19.00 u

De rest van de avond brengen we door zoals gebruikelijk.

Zondag 22 juli 2007 - dag 8

09.39 u – 20673 km: we vertrekken om een bezoek te brengen aan de zoutmijn van Hallein.

11.08 u – 64 km: we bezoeken de zoutmijn. Aan de kassa staat een behoorlijke file aan te schuiven, maar het gaat zeer vlot. Daar we gewoonlijk buiten het hoogseizoen op reis gaan zijn we dergelijke files niet gewoon. De zoutmijn hebben we reeds enkele jaren geleden bezocht. Aan de ingang moeten we een witte vest en dito broek aantrekken. Eerst rijden we de mijn in met een klein treintje. Na een rondgang onder begeleiding van een gids, die zijn verhaaltje voor de duizendste keer op een monotone wijze aframmelt, moeten we via een houten glijbaan naar een lagere verdieping schuiven. Daar volgt dan een korte boottocht op een ondergronds meer. Het bezoek wordt afgesloten met een nog langere houten glijbaan en de terugkeer naar de openlucht via een roltrap. Deze laatste schijnt er recent bijgekomen te zijn want vroeger verliet men de mijn met het zelfde treintje waarmee het bezoek begint. Om 14.23 u zijn we terug aan de wagen en vertrekken we voor een bezoek aan Bad Reichenhall.

15.03 u – 98 km: aankomst te Bad Reichenhall. We bezoeken het kuuroord met zijn overdadige gebouwen en peperdure hotels en restaurants. Het merkwaardigste is de natuurlijke aircowand. Die bevindt zich ik het park. Hij bestaat uit een wand van houten takjes die permanent bevloeid wordt met water. Eens men op een afstand komt van ca vier meter van de wand voelt met de friste duidelijk aan. Vooral met dit warme weer.

17.22 u: we keren terug naar Sankt-Martin bei Lofer.

17.59 u – 131 km: aankomst in het hotel. Onderweg hebben we 18,81 liter diesel getankt voor € 20.11 (€ 1, 069/liter).

Maandag 23 juli 2007 – dag 9

De groep bestaande uit Ronny, Guy, Betty en Lea bezoeken vandaag de Königsee en Berchtesgaden.

10.00 u: De andere groep zal vandaag proberen de von Schmidt-Zabierow-Hütte te bereiken. Gaan mee: Nadine, Marijke, William, Günther, Katia en ikzelf. Er moet een hoogteverschil van 1166 meter beklommen worden. We rijden met twee wagens van het hotel naar het Loferer Hochtal. Op het einde van de doodlopende weg kunnen we parkeren. We beginnen de klim op 11.30u. Ook vandaag is het behoorlijk warm. Het eerste deel van de beklimming loopt via een bos. Het is uitkijken geblazen want het smalle pad is bezaaid met losliggende ronde stenen. Eens we boven de boomgrens zijn komen we een eerste afdalende wandelaar tegen, die waarschijnlijk in de hut heeft overnacht. We vragen hem hoelang het nog klimmen is waarop hij laconiek antwoord: “Heel ver”. Een heel eind verder komen we nog een wandelaar tegen en die spreekt van een anderhalf uur. Een derde wandelaar heeft het over driekwart uur. Achteraf zal blijken dat het veel langer zal duren om de hut te bereiken. Te zien aan de steeds maar kleiner worden huisjes beneden moeten we al een goed stuk geklommen hebben. Op een bepaald ogenblik klimmen we langsheen een steile rotswand waartegen ons roepen weerkaatst. Telkens wanneer we denken een kam te overschrijden duikt er een volgende op. Ik heb onderweg al iets van mijn pic-nic gegeten. Mijn twee halve liter flessen water zijn al tot de bodem leeggedronken en ik ben al begonnen aan mijn vulbare metalen fles. Ik twijfel er aan de hut te bereiken met nog voldoende drinkwater in voorraad. Ik besluit dan maar terug te keren. De tijd die in de wandelboekjes staat aangegeven is 2 a 3 u maar in werkelijkheid is het eerder 4 u klimmen. Günther, Katia en Nadine lopen al wat voorop en besluiten verder te gaan. Marijke en William willen ook nog wat verder. We zullen contact houden via onze gsm’s. Ik besluit langzaam af te dalen. Het is dan 13.15 u. Een verstuikte enkel is niet denkbeeldig met die grote ronde losliggende stenen. Na een tijdje eet ik de rest van mijn proviand op. Mijn drinkbus bevat nog slechts een kleine hoeveelheid water. Ik bel naar Marijke en William. Die zijn zo ver geraakt dat ze de hut in de verte konden zien. Ze hebben wat gefilmd en enkele foto’s genomen op afstand. Ook zij besluiten terug te keren. Ik zeg hen dat wanneer ik aan de wagen terug ben, ik eerst wat fris drinken zal gaan halen in een winkel in Lofer. Nadine, Günther en Katia kunnen de hut bereiken. De afdaling duur twee en een half uur (de stop om te eten inbegrepen) Het is dan 15.45 u. Ik rijd zoals afgesproken naar Lofer alwaar ik in een Sparwinkel een viertal gekoelde flessen frisdranken koop. Meteen maak ik er een tweetal soldaat. Eens terug op de parking vervang ik mijn bezwete kleren door droge kleren. Na een tiental minuten komt een man langs, die ik ca 70 jaar oud schat. Hij komt van de hut en spreekt mij aan. Hij zegt dat hij een jong koppel voorbij was gegaan en dat die zonder drinkwater gevallen waren. (achteraf blijkt de noodsituatie overdreven te zijn). Dit kunnen niemand anders zijn dan Marijke en William. Hij weet dat ik hier op hen sta te wachten met frisdrank. Hij had hen zijn laatste drinkwater aangeboden. Hij dringt er bij mij op aan dat ik een flesje frisdrank in zijn rugzak stop met de mededeling dat hij dit naar het “jonge koppel” zal brengen. Wat hij dan ook prompt doet. Amper een tiental minuten later is de man terug met Marijke en William bij zich. We praten nog wat na en hij vraagt of wij hem een tweetal kilometer verder aan zijn huis in Lofer willen afzetten. Dit doen wij natuur graag. Hij is de vader van de caminguitbater uit Sankt-Martin. Marijke vraagt hem of er in het dorp niemand is die haflingerpaarden kweekt. Onderweg naar zijn huis doet hij navraag bij een dorpsgenoot maar die blijkt met de kweek van haflingers gestopt te zijn. Even later zetten we de man aan zijn woning af en zegt ons nog dat wanneer we op zoek zijn naar een vakantie woning wij bij hem terecht kunnen. Kwestie van een klein beetje reclame te maken voor eigen zaak. Ook zegt hij ons dat men best ’s morgens om 5 u de wandeling naar de hut aanvat. Marijke en ik rijden daarna door naar het hotel waar we nog de gratis koffie en gebak kunnen gebruiken. Marijke zegt dat ze nog graag eens wil gaan zwemmen. Ik zal Williams plaats gaan innemen op de parking en daar op Nadine, Günther en Katia wachten. Na amper een kwartier, het is dan 17.40 u komen ook zij op de parking aan en kunnen we met z’n allen naar het hotel.

De bezoekers aan Berchtesgaden komen aan in het hotel om 18.45 u.

19.15 u: avondeten

Zoals gebruikelijk kaarten we nog wat na op het terras van het hotel.

22.30 u: we gaan slapen.

Dinsdag 24 juli 2007 – dag 10

Het is bewolkt en men voorspelt regen. Dit is de enige regendag die we hier tijdens ons verblijf zullen meemaken.

10.00 u: we vertrekken op wandeling die aan het dorp begint. We zijn amper enkele honderden meters verder of het begint te onweren en hard te regenen. Lea en ik besluiten om terug te keren naar het hotel. We eten onze pic-nic op in onze kamer. Daarna vertrekken we naar Dorfgastein (62 km).

Omstreeks 14.00 u: aankomst aan het solarbad in Dorfgastein. Het grootste deel van de namiddag zijn we de enige bezoekers. Het water is er nochtans 26 °.

15.37 u: verlaten Dorfgastein en rijden via Zell am See naar Sankt-Martin bei Lofer. We komen er aan om 16.48 u.

Na de koffie met gebak rijden we nog naar de winkel Billa, even verderop richting Lofer, om enkele boodschappen te doen.

De rest van de avond verloopt zoals gebruikelijk.

Woensdag 25 juli 2007 – dag 11

Het is de laatste dag van ons verblijf hier. Wij alleen rijden met de auto naar Lofer en nemen er de kabellift. Met het busje rijden we naar Loferer Alm. Pas wanneer we terug beneden zijn vernemen we dat we waarschijnlijk met onze “sommer card” gratis naar boven hadden mogen rijden via de mautweg. Op het terras van het gasthof Schönblick brengen we de voormiddag door. De lucht is diepblauw en hier en daar hangen wat spierwitte wolken die het geheel nog indrukwekkender maken. Ik kan het niet laten om een smakelijke kaisersmarn naar binnen te werken.

14.15 u: we zijn beneden.

Eens in het hotel beginnen we aan het vullen van de valiezen. Wat we niet meer nodig hebben brengen we naar de wagen. Ook de twee valiezen (die we ook op de heenreis meevoerden) van Marijke en William stoppen we reeds in de wagen.

Tanken voor €10,70 – 10,01 liter.

Tijdens het avondmaal doet er zich een klein incident voor. Wanneer Guy zich een tweede keer gaat bevoorraden aan het buffet maakt de man van een Nederlands gezin hem de opmerking dat hij moet wachten tot wanneer zijn kinderen bevoorraad zijn. Guy wijst er hem op dat hij all-in gast is en hij dus vrij mag nemen zoveel hij wil. Blijkbaar wou de man zich eens doen opmerken omdat Nadine in het begin van ons verblijf over het lawaai, veroorzaakt door zijn gezin tot in het holst van de nacht, had geklaagd bij de hoteluitbater. Wanneer de maaltijd afgelopen is zet Guy ostentatief zijn leeg bord in het midden van de tafel van de Nederlanders. En dan nog te denken dat het uitgerekend de kinderen van dit gezin waren die enkele dagen geleden ervoor zorgden dat de anderen gasten van het hotel geen frieten meer konden krijgen doordat zij met torenhoge borden gingen lopen.

Met het oog op de terugreis van morgen maken we het niet al te laat.

Donderdag 26 juli 2007 – dag 12

Na het ontbijt en de resterende bagage in de auto te hebben geladen nemen we afscheid van de rest van de groep. Zij rijden in een dag naar huis. Wij gaan echter terug overnachten in Rothenburg ob der Tauber.

08.51 u: Kilometerteller 20.981 km – 21 graden.

40 km: we rijden te Siegsburg de snelweg op.

09.45 u – 55 km: we rijden de Chiemsee voorbij.

10.20 u tot 10.35 u – 113 km – 25 graden: sanitaire stopt op het rasthof Holskirchen Nord.

10.47 u – 131 km: rijden de ring rond Munchen op.

11.14 u – 170 km – 27 graden: rijden de ring rond Munchen af.

270 km: kleine file.

13.33 u – 285 km – 28 graden: veranderen van snelweg

12.41 u tot 13.18 – 300 km: stilstand rasthof Lovertal – eten een sandwich met koude Wienersnitzel.

13.41 u – 351 km – 29 graden: tanken 15,70 liter diesel voor € 19,77

14.25 u – 403 km: aankomst te Rothenburg ob der Tauber. Dit keer vinden we de juiste poort onmiddellijk. Eens aan het haus Flemming komt net een vrouw de deur openen. Zij zegt de overbuurvrouw te zijn en dat zij frau Flemming vervangt die pas morgen naar huis komt. Zij weet van onze komst en we krijgen kamer 3 toegewezen. De badkamer van deze kamer is een stuk ruimer dan die van de andere kamers.

Na ons wat verfrist te hebben maken wij een wandeling door het stadje. Om 18.30 u gaan we eten op het terras waar we ook bij onze vorige bezoeken gegeten hebben nl het restaurant Reichs Kuchenmeister. Ik eet de overheerlijke Wienersnitsel en Lea probeert de sauerbraten. Na het avondmaal gaan we al vlug slapen met het oog op de terugreis van morgen.

Vrijdag 27 juli 2007 – dag 13

07.50 u: ontbijt en betalen de overnachting met ontbijt (€ 59).

08.26 u – 21 graden – 21.385 km - het is bewolkt. De GPS geeft 627 km aan naar huis.

09.00 u – 55 km: veranderen van snelweg.

10.04 u – 175 km – 25 °: rijden de luchthaven van Frankfurt a/M voorbij.

10.32 u – 210 km: tanken op de raststatte Medenbach. Ik merk op dat pomp niet normaal functioneert. Wanneer de pomp € 31,08 – 26,03 liter weergeeft is mijn tank nog bijlange niet vol. Het probleem is dat ik moeilijk kan bewijzen dat de pomp foutief werkt. Dus breek ik het tanken af en ga het bedrag betalen in de tankstelle. Ik stel vast dat ca 3/4 van mijn tank gevuld is.

10.57 u – 232 km: rastatte Camberg. Ik stop terug om de tank te vullen. Hier blijkt de pomp wel normaal te werken. Ik tank € 17,92 – 13,96 liter (€1,284/liter).

11.29 u – 290 km: in de tegenovergestelde richting is er een zwaar verkeersongeval gebeurd. De snelweg is volledig afgesloten door de hulpdiensten, zelfs een helikopter van de ADAC is geland op de rijbaan. Het gevolg is een kilometerlange file. Wij hebben er gelukkig geen hinder van.

12.05 u - 360 km – 27 graden: we rijden de Rijn over te Keulen.

12.16 u tot 12.47 u – 379 km: stilstand te Frechen. We eten iets.

13.20 u – 437 km: passeren de Duits-Nederlandse grens

13.34 u – 463 km - 25 graden: passeren de Belgisch-Nederlandse grens.

13.54 u – 502 km: passeren de verkeerswisselaar te Lummen.

14.19 u – 548 km: rijden over de brug te Pulle.

14.28 u – 563 km: begin van de ring van Antwerpen.

Via Melle (om de valiezen van Marijke en William af te zetten) komen we thuis aan omstreeks 15.30 u en na 640 km. Vooraf gaan we tanken: € 24,61 – 22,85 liter.

We hebben in totaal 2.634 km afgelegd waarvan 2074 km voor de heen- en terugreis.

We tankten 171,34 liter en betaalden hiervoor € 201,91. Wegens het defect van een pomp moet er waarschijnlijk 15 liter diesel in mindering gebracht worden.

De temperaturen schommelden tussen 28 en 34 graden. We hadden slechts één regendag en één avond met een kortstondig onweer.

Het viel ons op dat de aanduidingen voor de wandelingen zeer gebrekkig of zelfs totaal afwezig waren. Gezien de structuur van het dal kan deze streek niet wedijveren met bvb het wandelparadijs van Grossarl.

De hotelkamers waren goed en proper. Het eten in het restaurant van het hotel was goed. De buffetten werden echter te weinig of te traag aangevuld. Gezien de omvang van het hotel, dit omvat twee gebouwen, kan men hier geen “huiselijke” sfeer verwachten en is alles vrij onpersoonlijk. Gelet op de gunstige prijs mag de prijs/kwaliteit goed worden genoemd. De all-in mag eerder bescheiden genoemd worden. Zo moesten donker bier en cola-light wel betaald worden.

 

01-08-2007 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
31-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grossglockner 3798 m
Klik op de afbeelding om de link te volgen

31-07-2007 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
24-10-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antalya Turkije 2006

ANTALYA - TURKIJE

17 – 24 OKTOBER 2006

-----------------------------------

Waarschijnlijk werd dit het laatste bezoek aan Antalya omdat we ook nog andere horizonten willen verkennen. Maar zoals het spreekwoord zegt: “Zeg nooit nooit”.

Zo eindigde mijn reisverslag over onze 3de reis naar Antalya, van 15 tot 26 april 2005. De aantrekkingskracht van het hotel Alp Pasa in de oude stadswijk Kaleici van Antalya is dermate groot dat we al vrij vlug besloten hebben nog maar eens de warme zon van Turkije op te zoeken.

Op 28 augustus 2006, in de namiddag, ontplofte een bom in de buurt van de Ataturklaan in Antalya. Met drie doden en een aantal gewonden voor gevolg. Daarvoor waren ook Istambul en Marmaris het doelwit van een bomaanslag. Duidelijk was dat de Koerdische PKK, de voor Turkije zo belangrijke toeristische industrie, een zware slag wou toebrengen. Uit ter plaatse ingewonnen informatie blijkt dat de toeristische sector slechts een korte tijd na de feiten een terugloop kende. Al vlug herstelde de situatie zich, net zoals nadat bekend werd dat er zich enkele gevallen van vogelpest in Turkije hadden voorgedaan.

Dinsdag 17 oktober 2006

02.30 u: we worden spontaan wakker, in feite veel te vroeg, dus kunnen we het wat langzaam aan doen. Gisterenavond zijn we reeds om 20 u gaan slapen zodat we nu goed uitgerust zijn.

03.45 u: Kristof en Joke komen ons ophalen om ons naar Zaventem te brengen.

Ca 04.40 u komen we aan in de vertrekhal van de luchthaven. We halen aan de Jetairbalie de traditionele tas op en daar vernemen we tevens dat we over een tiental minuten kunnen inchecken aan balie 9.10. Net nog tijd voor een sanitair bezoek. We krijgen op rij 24 de zetels D en E toegewezen. Eens in het vliegtuig zal blijken dat het de enige twee zetels zijn op de rij omdat die ter hoogte van de nooddeuren staan. Naast zetel E is er evenwel nog een speciale zetel (welke omgekeerd staat) dat door het cabinepersoneel gebruikt tijdens het opstijgen en landen. Het vliegtuig waarmee we zullen reizen is een airbus type 321 en heeft 2 x 3 zetels per rij. Er zullen 216 personen aan boord zijn en 7 bemanningsleden. De “gate” waar we moeten inschepen is B 15 en is dus vrij dicht bij de ingang gelegen. Vooraleer we de diverse controles passeren drinken en eten we nog een kleinigheid. Na de pascontrole passeren we de veiligheidscontrole. Dit keer zonder veel gepiep omdat ik vooraf mijn zakken heb leeg gemaakt en alles in de handbagage gestopt heb. Gate B 15 bereiken we na slechts een 5-tal minuten stappen. Na nog even wachten kunnen we om 6.30 u stipt in het vliegtuig stappen. Zoals voorzien zet het toestel zich in beweging om 7.05 u. Buiten is het nog donker. Het is fris weer maar droog. Veel van het buitengebeuren kunnen we niet zien omdat er in onze buurt slechts een piepklein rond raampje is. Volgens de kapitein zal de vlucht 3 u en 25 minuten duren.

Stipt om 11.30 u, lokale tijd (Europese tijd + 1 u), landen we op de luchthaven van Antalya maar het duurt nog zeker 10 minuten vooraleer het vliegtuig tot stilstand komt aan een “gate”. Eens uitgestapt is het nog even wachten op de valiezen. Een visum, dat we zelf moeten invullen, kost ons € 10 per persoon. Vervolgens passeren we de pascontrole en wordt het visum afgestempeld.

Eens buiten het luchthavengebouw vinden we tussen de talrijke standjes van de reisorganisatoren dat van Jetair. Daar verwijst men ons naar een klein busje dat het nummer 6 draagt achter de voorruit. Eens in het busje gestapt krijgen we een omslag met wat informatie in. Een 10-tal personen vullen het busje dat naar de oude wijk van Antalya Kaleici rijdt. Eens we aan de rand van de wijk zijn krijg ik de indruk dat de bestuurder wel wat omrijdt, tot ik later bemerk dat de meeste straten afgesloten zijn doormiddel van paaltjes die in het wegdek kunnen wegzinken. Waarschijnlijk is het de bedoeling om op die manier het verkeer uit de smalle straatjes weg te houden.

De eerste reizigers die ter plaatse zijn logeren in het hotel Talya. Buiten is het ongeveer 20 graden maar het voelt zwoel aan door de hoge luchtvochtigheid. In de buurt van ons hotel (Alp Pasa) moeten we nog een klein eindje straat te voet afleggen omdat het busje niet tot aan de ingang kan rijden wegens de paaltjes. Op de binnenkoer ontmoeten we een kelner die hier vorig jaar ook reeds werkte en die ons onmiddellijk herkende en begroette. Van hem vernemen we dat zijn collega Musti er ook nog werkt. We zullen hem in de loop van de namiddag terugzien. Door een sjouwer worden de koffers naar de eerste verdieping gebracht. Bij onze boeking hadden we er de voorkeur aan gegeven kamer Sinan Pasa te krijgen, zijnde de kamer die we in 2003 hadden. Vorig jaar hadden we de kamer er juist boven die net hetzelfde van inrichting is maar om wat minder trappen te moeten doen gaven we de voorkeur aan de kamer op de eerste verdieping.

Eens op de kamer schikken we de bagage in de kasten. Na een bord spagetti naar binnen gewerkt te hebben vangen we een uiltje.

Omstreeks 15.30 u gaan we naar de markt om enkele kleinigheden (fruit) te kopen en wisselen we in een wisselkantoor wat euro’s om in YTL (Yeni Turkish Lira = nieuwe Turkse lira). Sinds nieuwjaar 2006 is de oude munt niet meer gangbaar. Het is nog altijd beter te betalen in Lira’s omdat men anders voor het gemak als koers hanteert: 1 Euro voor 2 Turkse Lira’s, daar waar de officiële koers 1,84 YTL voor € 1 is. We moeten wel wat zoeken om ons geld gewisseld te krijgen want in de post en enkele banken waar ik navraag deed willen ze niet wisselen. In het hotel geld omwisselen is af te raden wegens de koers die ze daar hanteren en die waarschijnlijk nog dateert van jaren geleden. Uiteindelijk kan ik in een wisselkantoor terecht.

Na alles naar onze kamer te hebben gebracht en de waardevolle zaken in de kluis, die we huren, te hebben gestopt willen we een bezoek brengen aan Adamo, de uitbater van een terras aan de oude stadstoren boven de haven. Ondertussen is het beginnen regenen en gaat het van enkele druppels naar een gietende regen. We stellen vast dat een van onze plooibare paraplu’s kapot is. In een winkeltje op 100 meter van het hotel kopen we een nieuwe, na het gebruikelijk afbieden, voor € 2,5. Eens aan de uitbating van Adamo gekomen worden we zoals gebruikelijk naar binnen gelokt. Dit is echter niet moeilijk daar we toch van plan waren hier iets te drinken. We bestellen een groot glas vers geperst sinaasappelsap (3 ytl of € 1,5). We vragen tevens naar Adamo maar die is op dat ogenblik naar de tandarts. We wachten een tijd lang op hem en wanneer we er aan denken om op te stappen komt hij het hoekje om gestapt. Hij herkent ons onmiddellijk en wanneer we vertrekken beloven we hem regelmatig te komen opzoeken. Nog goed dat er een zeil gespannen is over het terras, dat normaal dient om wat schaduw te geven, anders zouden we kletsnat geweest zijn. Onder de gietende regen keren we terug naar het hotel om er een verfrissend bad te nemen.

Om 19.30 u gaan we avondmalen. Wegens de weersomstandigheden, het blijft maar regenen, wordt er binnen gegeten. Alles is in buffertvorm: de voorgerechten, de warme gerechten en de nagerechten. Ik had me voorgenomen eens te tellen hoeveel verschillende gerechten er aangeboden worden maar dit is een onmogelijke zaak wegens de grote verscheidenheid.

Om 21 u gaan we slapen. Het vroeg opstaan en de reis eisen hun tol. Om 2 u begint het te donderen en bliksemen, gepaard gaande met felle regenvlagen. De regen en het onweer zullen aanhouden tot in de nacht van woensdag op donderdag.

Woendag 18 oktober 2006

07.15 u: opstaan.

08.45 u: ontbijt.

Daar het nog steeds onophoudelijk regent komen de meeste hotelgasten laat ontbijten. Zonder kletsnat te worden kan men toch niet buiten. Wanneer we na het ontbijt, waarvoor we alle tijd nemen, terug op de kamer komen is deze reeds gepoetst. De verrassing is dat er met de twee grote en twee kleine handdoeken op het bed figuren zijn gemaakt in de vorm van een groot en een klein hart. Tijdens onze reis in 2003 had de vrouw van “Petoeke” ons van dergelijke figuren op het bed verteld. We hadden het toen niet geloofd omdat dit ons niet overkwam en omdat we sceptisch stonden over hetgeen ze zoal vertelde. Iedere dag dat we hier verblijven zullen we een andere figuur op het bed aantreffen.

Voor de rest van de voormiddag, tot 12.30 u, blijven we op de kamer. Het enige wat we kunnen doen is betere tijden afwachten. Onze vrees is groot dat dit weer langer dan één dag zal duren. We besluiten dan maar naar een Turks bad te gaan. Door de wirwar van kleine straatjes van Kaleici en het slechte weer vinden we het Turks bad, waar we vorig jaar waren, niet onmiddellijk terug. Wanneer ik navraag doe stuurt de man me naar een ander Turks bad. Uiteindelijk komen we terecht in het straatje Barbaros Mah. Kocatepe Sokis en in het nr. 32 vinden we het Turks bad SEFA HAMAMI. Reeds in 1450 was er sprake van dit badhuis. Volgens de Osmaanse archieven werd het toen gerestaureerd. Het heeft kenmerken van de Selschoeksche architectuur in zich en in de fundering zijn Romeinse archtectuurelementen aanwezig. In de jaren tachtig van de vorige eeuw (20ste eeuw) werd het badhuis gerestaureerd.

Het bestaat uit:

-een Apoditeryum (een kleedkamer)

-een Frigitaryum (een koude ruimte)

-een Tpitaryum (een droge halfwarme ruimte)

-een Kaldaryum (een vochtige ruimte)

-een sudatoryum (een stoombad)

-en een proeforriium (een warme ruimte)

Volgende prijzen worden er nu gehanteerd:

-voor het bad: 10 YTL

-voor de peeling: 5 YTL

-voor de zeepmassage: 6 YTL

-voor een oliemassage; 10 YTL

-voor alles samen: 30 YTL (of € 18)

Het enige verschil dat er is tussen dit bad en het andere waar we vroeger naar toe gingen is dat de oliemassage als laatste gegeven wordt. Dit is echter logischer want anders wordt de olie weggewassen door de zeepmassage.

Het valt ons op hoe netjes het hier is (het andere bad van vorig jaar was wel iets minder proper). In een gezamenlijk kleedhokje kunnen we ons omkleden. Op de deur van het hokje steekt een sleutel aan een rubberen ring die we aan onze pols kunnen hangen. Om 15 uur verlaten we de hamam. Het gehele bad nam twee uur in beslag (voor twee personen).

Op de terugweg naar het hotel kopen we bij een bakker enkele koeken die we onder de luifel van de bakkerswinkel opeten. Door de aanhoudende regen en de minder goede afwatering van de straten worden onze kleren vochtig en onze schoenen nat. Naast ons, onder de luifel, staat nog een koppel Vlamingen en een koppel Duitsers die iets naar binnen werken.

Voor de rest van de namiddag blijven we op de kamer tot 18 u. Om de tijd te doden gaan we in het restaurant iets drinken. Naast ons zit een koppel Nederlanders (die samen met ons arriveerden ) en aan een andere tafel drie Vlaamse vrouwen. Ook zij zitten zich te vervelen en beter weer af te wachten.

19.30 u: avondmaal

Om 21.15 u gaan we slapen. Buiten striemt de regen ongenadig verder, nu en dan begeleid van donder en bliksem. Aangezien de overloop van de trap naar de kamers niet afgesloten is kan de regen deels op de houten plankenvloer vallen. Het personeel moet regelmatig het water verwijderen met een trekker.

Om 2 u wordt ik wakker. Ik gluur even door een spleet van het gordijn en bemerkt tot mijn grote vreugde dat het opgehouden heeft met regenen en dat het gesloten wolkendek nu openingen vertoond waarin hier en daar een ster schittert.

Donderdag 19 oktober 2006

05.40 u: vanop de omliggende minaretten schalt uit de luidsprekers het eerste oproep van de dag voor het gebed. Het is nog steeds opgehouden met regenen. Wanneer ik om 7.15 u opsta zie in de verte zelf een flard zon door de wolken piepen.

Om 08.00u gaan we ontbijten. We doen het rustig aan. De hostess van Jetair is een half uur te laat op de afspraak. Ze had ons gisteren gebeld met de mededeling dat de afspraak van gisteren naar vandaag wordt verschoven. Ze is niet al te vriendelijk en het is haar aan te zien dat ze tot laat in de nacht op de luchthaven had gestaan om aankomende reizigers op te vangen. Veel van haar kunnen we niet leren. Het is ten slotte reeds ons 4de bezoek aan Antalya en dit hotel. Wel vernemen we terloops dat zondagavond de ramadan eindigt en op maandag het driedaagse seker bayram (suikerfeest) begint. Gedurende het suikerfeest zijn heel wat winkels gesloten. Het is zo een beetje zoals het kerstfeest bij ons. Ook het suikerfeest wordt meestal in familiekring gevierd.

Het enige interessepunt dat we vanuit Antalya nog niet aangedaan hebben zijn de opgravingen van Sagalassos Deze worden uitgevoerd door archeologen van de Leuvense universiteit. De enige dag dat er een excursie naar daar gaat is op dinsdag. Maar dinsdag vertrekken we terug naar huis. De hostess zegt nogal op een norse toon dat ze niet weet of de site op dit moment van het jaar nog toegankelijk is.

Na de ontmoeting met de hostess wandelen we tot aan de oude stadstoren boven de baai van Antalya. Onderweg informeer ik me over een taxirit naar Sagalassos. Die zou (zonder bieden) € 150 kosten. Daar het weinig waarschijnlijk is dat we de trip zullen ondernemen laat ik het afbieden achterwege. In de loop van de namiddag informeer ik me bij nog andere taxichauffeurs maar die kennen de site van Sagalassos niet en hebben alle moeite het terug te vinden op hun primitief kaartje. Als ik zeg dat de afstand naar daar 100 km is dan krijg ik als prijs € 100 te horen. Maar ik betwijfel of we voor die prijs daar zouden geraken.

Aan de oude toren vinden we Adamo en drinken op zijn terras elk een appelthee. Wanneer we vetrekken, en willen betalen, zegt hij dat het een rondje op de kosten van het huis is. Ondertussen is het weer prachtig geworden, hier en daar wat witte wolken met veel zon ertussen. De temperatuur stijgt op het middaguur snel naar 25 graden.

Na afscheid genomen te hebben van Adamo zakken we af naar beneden, naar het haventje van Antalya. Een van de eerste boten die we tegenkomen zal binnen enkele minuten vertrekken voor een tochtje van 45 minuten langsheen de kust. Dit kost ons € 5 per persoon. We varen mee. Eens we terug zijn zoeken we een boot die over enkele dagen, bij goed weer, naar het Ratteneiland wil varen. De eerste de beste boot waar we ons informeren is van de man waarmee we in 2005 naar de lagere Dudenwaterval, die uitstort in zee, gevaren hebben. Ik herken hem nog van toen en ik herinner mij dat hij mij toen vertelde dat hij nog een ‘lief’ had gehad in Eeklo. We spreken een bedrag af van € 30 voor ons beiden, lunch inbegrepen. We betalen € 10 voorschot, de vis voor het middagmaal moet de schipper ten slotte ook op voorhand betalen.

Op een terras aan de haven eten we een licht middagmaal (Lea: soep met brood en ik: een spagetti bolognese).

Om 14.30 u zijn we terug op de kamer om een middagdutje te doen. Om 15.30 u vertrekken we dan naar de winkelstraten en de overdekte markt. Lea is op zoek naar kleren als geschenk voor Marijke en William. Na een aantal standen op de markt te hebben afgelopen en de nationale sport van het afbieden beoefend te hebben, keren we terug naar het hotel met vijf kledingstukken. In de buurt van de ingang van het hotel zit er een schoenpoetser. Die vraagt mij of ik geen 10 stukken van een Euro kan omwisselen voor een biljet van 10 Euro. Dit is niet zo verwonderlijk want met biljetten kunnen ze terecht in de banken, met muntstukken niet. Ik tel even na en op het eerste zicht lijkt me alles in orde te zijn. We krijgen elk zelfs een klein speldje met een geluksoog opgespeld. Eens in het hotel kijk ik nog eens na en bemerk ik dat een van de muntstukken geen Euro is maar een Turkse Lyra, die maar de helft waard is, maar zeer goed lijkt op een Euro en even groot is. Ik keer terug bij de man die ondertussen stilaan zijn activiteiten aan het stopzetten is. Zonder veel problemen past hij mij het tekort bij. Was hier opzet in het spel?

Op de tweede verdieping van de achterbouw van het hotel was er tot vorig jaar een half open zitruimte. Een deel van de zitbank werd weggenomen en er werd een doorgang gemaakt naar een achterliggend zonneterras. Hier genieten we van een prachtige zonsondergang.

19.30 u: avondmaal. Na het ondergaan van de zon is het nog iets te fris om buiten te eten. Dus eten we in het restaurant. Wanneer het goed weer is staan alle gerechten buiten opgesteld onder een vooruitspringend deel van het gebouw. Enkel het nagerechten buffet staat binnen opgesteld.

Na het avondmaal wandelen we tot aan de oude stadstoren om op het terras van Adamo iets te drinken. Daar de terrasjes er op dit uur (20.45 u) wat leeg bijliggen kan Adamo tijd maken om met ons te praten. We vragen hem of de bomaanslag van enkele maanden geleden een weerslag had op het toerisme. Hij zegt dat kort na de aanslag er een tijdelijke inzinking heeft geweest maar dat de toeristische industrie zich vrij vlug herstelde. Het zelfde gebeurde toen bekend werd dat er zich gevallen van de vogelpest hadden voorgedaan in Turkije. De dag na de bomaanslag zorgde de overheid er voor dat de schade onmiddellijk hersteld werd. Wij hebben geen enkel spoor van schade kunnen terugvinden. De bom ontplofte op amper 150 meter in vogelvlucht van het hotel Alp Pasa.

Rond 21.30 u betalen we de rekening en gaan we slapen. Omstreeks 2 u in de nacht worden we wakker van een drietal luidruchtige vrouwenstemmen.

De ganse dag scheen de zon met hier en daar wat bewolking.

Vrijdag 20 oktober 2006

Wanneer de muezzins om 05.40 u kunnen kelen schrapen om de oproep tot het eerste gebed van de dag te doen, ben ik reeds klaar wakker. Ik doe nog een poging tot 07.15 u. Terwijl Lea nog bezig is in de badkamer neem ik een kijkje op het zonneterras een verdieping hoger. Ik geniet met volle teugen van een prachtige zonsopgang.

Het ontbijt gebruiken we buiten daar het juist warm genoeg is. Zoals gewoonlijk nemen we er onze tijd voor. Het is al 09.30 u als we terug naar onze kamer gaan om daarna te vertrekken naar de halte van de dolmus in de buurt van de building “Antalya 2000”. Deze staat aan de overzijde van de Hadrianuspoort aan de Ataturklaan. We zijn van plan nog eens het autobusstation (“autobus terminale” of “otogar”) te bezoeken dat gelegen is buiten het centrum van de stad. Van daar vertrekken in alle windrichting de bussen met verre bestemmingen over gans Turkije. Eigenlijk is het ons om de dolmusrit te doen. In 2003 deden we deze rit ook en in het terugkeren reden we door de wijken met krotwoningen. Wij willen eens zien of deze armenwijken nog bestaan. We betalen voor de rit 1 YTL (= 0,50 Eurocent) per persoon. Daarvoor kan je het niet laten. De rit naar het busstation is niet zo boeiend want we rijden door het stadscentrum met zijn tientallen appartementsgebouwen. Net zoals de vorige keer werden we bij het betreden van het gebouw door een veiligheidsagent elektronisch afgetast. Na even het gebouw en de er heersende drukte bekeken te hebben, tientallen busmaatschappijen hebben hier hun bureau en loket, nemen we de dolmus om terug te keren aan de halteplaats waar we uitgestapt zijn (aan de grote weg op ca 150 meter van het busstation). De meeste dolmussen zijn van het merk (Magirus?) Deutz. De terugweg loopt krisras door de achterbuurten van de stad. De vervallen huizen zijn meestal zeer eenvoudig opgetrokken of gemetst. De wegen die door die wijken lopen zijn zeer gebrekkig en de chauffeur moet tussen de putten door laveren. Rond 11.45 u stappen we uit aan de Ataturklaan.

De middaguren brengen we door op de binnenkoer aan het zwembad. Het is hier heerlijk rustig. Iedereen is blijkbaar op wandeling of excursie.

Omstreeks 14 u vetrekken we naar de Duddenwatervallen. De halteplaats van de dolmus bevindt zich niet al te ver van het begin van de Ataturklaan. Eerst stonden we aan de verkeerde halte maar daar we geen bussen zagen voorbijrijden met o.a. op het bord achter hun voorruit met de bestemming “D. selalesi” (=Dudenwaterval) valt onze “euro” en herinneren we ons dat we even de hoek moeten omlopen en een huizenblok verder. Ik vraag voor alle zekerheid aan een van de wachtende of we hier goed staan voor de watervallen. Hij zegt van ja maar dat we nog even moeten wachten. Enkele ogenblikken later geeft hij ons een seintje dat de dolmus in aantocht is. De rit naar de watervallen loopt door het centrum van de stad. Op dit uur is het zeer druk en vorderen we slechts langzaam. Het is vrijdag en winkeldag. Daar maandag het “seker bayram”, het suikerfeest, begint, is het extradruk want iedereen is op jacht naar cadeautjes die aan de familieleden gegeven worden ter gelegenheid van dit feest. De terminus van de dolmuslijn ligt nabij de ingang van de Dudenwaterval. Zoals gebruikelijk betaalden we 1 YTL per persoon voor de rit. De toegang tot de watervallen kost ons 3 YTL voor ons beiden. We bezoeken de site en nemen wat foto’s. Op een terras nabij de uitgang drinken we een appelthee en proeven we van een zoete Turkse snoep. In dit laatste zijn de Turken zeer bedreven.

Wanneer we aan de halte komen voor de terugrit komt net de dolmus aangereden. De terugrit naar Kaleici gaat stukken vlotter dan de heenrit. Wel maken we ons bedenkingen over de verkeersveiligheid. Zo hielden we ons hart vast toen de chauffeur van onze dolmus flagrant door het rode licht reed en dan nog het lef had om de voetgangers die de straat dwarsten op het zebrapad (en dus groen hadden) met een brede armzwaai duidelijk maakte dat ze moesten wachten tot hij voorbij was.

Eens uitgestapt lopen we enkele winkelstraatjes door en kopen we nog een geschenkje voor Marijke. Natuurlijk gepaard gaande met het gebruikelijke afbieden.

Het avondmaal gebruiken we buiten maar plots vallen er enkele regendruppels. Iedereen verhuist naar het restaurant binnen, waarschijnlijk denkend aan het weer van afgelopen woensdag. Het loopt echter niet zo’n vaart want de grond werd amper nat. Een kwartiertje later ziet de lucht er weer nagenoeg helder uit.

Na het avondmaal gaan we zoals gewoonlijk bij Adamo eens langs. We drinken elk een glas vers geperst appelsiensap. Lea denkt nog eventjes dat het opgelengd is met water, dit wegens de blekere kleur. Maar als we een dag later op een ander terras hetzelfde bestellen ziet het appelsiensap er uit als dat bij Adamo. De kleur van het sap van appelsienen kan nu eenmaal verschillen naar gelang de plaats van herkomst.

Zaterdag 21 oktober 2006

Zoals gebruikelijk worden we even wakker om 05.40 u door het gezang van de muezzins. Ik sta op om 7.15 u. Vanaf het zonneterras is er een mooie zonsopgang te zien. De bergen van het Taurusketen schitteren in de zon. De verderop gelegen toppen zijn bedekt met verse sneeuw. Het ontbijt gebruiken we zoals gewoonlijk buiten en omdat we ook nu niet gehaast zijn nemen we er onze tijd voor. De ochtendsfeer is fantastisch en wordt benadrukt door de zon die stilaan door haar stralen de binnenkoer laat opwarmen. Ook nu is de kamer reeds gepoetst na het ontbijt en zijn onze bedden versierd met een figuur gemaakt met de verse handdoeken. Iedere dag, zolang we hier zijn, wordt er een andere figuur gemaakt. Daar de meeste winkels morgen zullen gesloten zijn wegens het einde van de ramadan gaan we nu wat fruit kopen op de markt. In het winkeltje in de buurt van het hotel kopen we wat flesjes water voor op de kamer. Het water uit de kraan is in principe niet drinkbaar maar het gebruiken om je tanden te poetsen geeft geen problemen. Voor zes halve literflesjes betalen we 2,5 YTL.

De rest van de voormiddag brengen we door op de binnenkoer, onder een azuurblauwe hemel.

Om 13 u gaan we bij Adamo elk een spagetti en een salade eten. (€ 27). Na het bescheiden middagmaal maken we een kleine wandeling via het mooie stadspark en wisselen we in een zijstraat van de Ataturklaan € 50 om in Turkse Lira.

Vanaf de middag is het behoorlijk warm (28 a 30 graden) en brengen we de rest van de namiddag door aan het zwembad op de binnenkoer. Aan Musti tonen we de foto die we vorig jaar van hem gemaakt hebben. Je kan de obers geen groter plezier doen dan hen een balpen cadeau te geven. Dit laatste hebben we onthouden van vorige keren dat we hier waren.

Voor het avondeten maken we nog een kleine wandeling doorheen de straatjes van Kaleici. We helpen een groep Engelstaligen op weg naar de Hadrianuspoort. Door de wirwar van straatjes vonden ze de juiste weg niet meer terug.

Om 19.30 u: avondmaal.

Hoe verdienen sommige mensen hier hun dagelijks brood?

Het is soms onvoorstelbaar hoe sommigen hier in de grootstad Antalya een (bescheiden) inkomen verdienen.

Zo op het eerste zicht zijn zij die werken in openbare dienst veruit in de minderheid, waarschijnlijk wegens de lage lonen maar ook omdat zij tot de laatste lira moeten aangeven bij de belastingen.

De meesten oefenen een zelfstandig beroep uit of werken in privé-loondienst.

Een greep uit de zelfstandige beroepen die we tegenkwamen, vooral in Kaleici waar heel wat toeristen voorbijstappen die afkomstig zijn uit de zwemparadijzen buiten Antalya:

-ringvormige broodjes verkopen

-allerlei noten verkopen

-huurauto’s

-taxi’s die vervoer doen naar de toeristische trekpleisters

-boottochten organiseren langsheen de kust of naar het Ratteneiland

-winkels in alle maten – van piepkleine eenmanszaakjes tot luxueuze megawinkels

-schoenpoetsers

Het meest merkwaardige was een man die rondliep met een gewone personenweegschaal. Men kon er zich op wegen tegen betaling.

Bij de schoenpoetsers heb je twee soorten:

-de occasionele wiens materiaal is opgeborgen in een zelfgemaakte houten bak. Meestal zijn dit kinderen die wat drinkgeld willen bijverdienen. De anderen zijn in feite arme bedelaars.

De professionele schoenpoetsers beschikken over een met koper beslagen materiaalbak (soms zeer mooi) voorzien van een metalen voet waarop de te poetsen geschoeide voet moet geplaatst worden. Wanneer je je schoenen door deze laatsten laat poetsen blijven die dagenlang mooi. Nadat de schoenen zijn ingesmeerd met zwart (wit of bruin) schoenvet en opgeblonken zijn wordt er nog een laagje boenwas aangebracht. Zo blinken de schoenen als een spiegel.

Zondag 22 oktober 2006

Opstaan om 7 u. Ik doe een wandelingetje tot aan de oude stadstoren en het ernaast gelegen uitzichtspunt over de baai van Antalya. Het is hier nog stil en de zonsopgang is mooi.

08.30 u: we ontbijten buiten. We kunnen alle tijd nemen want we hebben slechts een afspraak in de haven om een boottocht te maken om kwart voor elf.

Om 10.15 u vertrekken we naar de haven voor een tocht van één uur varen tot aan het Ratteneiland. In totaal zal de tocht vijf a zes uur duren. De lunch is inbegrepen. Eens aan boord moeten we nog enkele minuten wachten op de kapitein want die is de vis gaan kopen voor het middagmaal. Stipt om 11 u vertrekken we. Buiten ons zijn er nog vier Schotten aan boord en een Duits koppel. Deze laatsten zijn afkomstig uit Erfurt (midden-Duitsland). Al vlug onspint zich een gesprek met hen en voor we het goed beseffen varen we het Ratteneiland voorbij en leggen we wat verder aan. Er is gelegenheid om te zwemmen in zee. Met z’n vijven (de twee jongste Schotten, de twee Duitsers en ik) zwemmen we van de boot naar de kust. Het water zou volgens de schipper 24 a 25 graden zijn, wat nog waar blijkt te zijn. De kennismaking met het strand is wat minder plezant omdat het een keienstrand is en het lopen op de kleine keitjes met blote voeten pijnlijk is. Na even gerust te hebben keren we terug naar de boot waar inmiddels de lunch klaar is. Er is vis, spaghetti en rauwe groenten. Het water is gratis, de andere dranken moeten betaald worden. Na de zwempartij smaakt het bescheiden maal dubbel zo goed. Na de maaltijd varen we wat terug en gaan we voor anker ter hoogte van het Ratteneiland. Tegen de toppen van het nabije Taurusgebergte komen stilaan donkere wolken kleven en gaat de zon zich verschuilen. Het blijft echter droog en zacht weer. De stad Antaya zelf baadt in het zonlicht. Er is niemand die weet waarom het eiland “Ratteneiland” genoemd wordt. Tussen het groen van het onbewoonde eiland kan nog een oude versterkingsmuur ontwaard worden. Ook hier is er kans om in zee te zwemmen. Enkel de twee jonge Schotten maken hiervan gebruik. Met ons zessen die aan boord blijven praten we wat met elkaar.

Rond 15.30 u lichten we het anker en zetten koers naar Antalya. We leggen aan in de oude haven van Kaleici om 17.00 u en nemen afscheid van de andere passagiers.

De rest van de avond verloopt zoals gebruikelijk.

Met het ondergaan van de zon komt een einde aan de ramadanmaand (27 dagen).

Maandag 23 oktober 2006

Om 5.40 u worden we zoals gebruikelijk gewekt door de oproep van de muezzins. Vandaag duurt de oproep meer dan dubbel zo lang en zetten alle muezzins uit de omgeving op hetzelfde ogenblik hun beste beentje voor. Vandaag begint “seker bayram” – het suikerfeest.

Om 08.30 u gaan we ontbijten (in open lucht). Daar waar er anders een 8-tal verschillende broodsoorten en cakes voorhanden zijn is er vandaag slechts een tweetal soorten voorzien. Op het einde van het ontbijt biedt de ober ons een snoepje aan en wat reukwater om de handen te verfrissen. Beiden staan klaar op een grote metalen schotel aan de ingang van de receptie. Iedereen die binnenkomt in het hotel krijgt dezelfde versnapering. Kinderen die op straat voor het hotel spelen worden door de poortwachter bevoorraad met wat suikergoed.

Na het ontbijt loop ik naar de Hadianuspoort en de Ataturklaan. De anders zo drukke laan ligt er vreemd verlaten bij. De winkels zijn nagenoeg allemaal gesloten. Op het einde van de laan vind ik een krantenkiosk waar enkel Turkse kranten te krijgen zijn. De rest van de dag brengen we hoofdzakelijk door op de binnenkoer.

Om 12.45 u maken we een korte wandeling doorheen het park. Een deel ervan is ingenomen door kraampjes die de vorm hebben van kleine houten huisjes. Op de Ataturklaan is er een McDonaldsrestaurant waar we een hamburger eten.

Rond 16 u gaan we afscheid nemen van Adamo die de hoop uitdrukt ons nog eens te mogen verwelkomen.

Een uur later zijn we terug in het hotel en wordt het tijd dat we de valiezen klaar maken.

Om 19.30 u gebruiken we voor de laatste keer het avondmaal in open lucht. Na de twee ons best gekende obers wat drinkgeld te hebben toegestopt en van hen afscheid te hebben genomen ga ik de rekening (de dranken, een spaghettimaaltijd en de huur van de kluis) betalen (met visakaart) in de receptie.

Op de kamer bel ik naar de receptionist met de vraag ons om 03.30 u te wekken.

Daar het morgen vroeg op te staan is gaan we om 20.45 u slapen.

Dinsdag 24 oktober 2006

Ik word spontaan wakker om half drie en blijf nog even liggen tot drie uur. Overslapen kon moeilijk want ik had niet minder dan drie wekkers: 1. de receptie, 2. een reiswekkertje, 3. mijn GSM. Daar we nog voldoende tijd hebben neem ik nog een bad en maak dan Lea wakker op het voorziene uur. Terwijl Lea een bad neemt breng ik de twee valiezen naar beneden aan de receptie. In de receptie zit de nachtportier en aan een tafel, in het half duister, een bejaarde Turkse hotelgast. De man, die ik gisteren reeds in het hotel opmerkte, begint een kort gesprek. Hij verblijft in een van de standaardkamertjes (die vrij klein zijn) en heeft last van astma en slapeloosheid. Hij zegt afkomstig te zijn van Marmaris en was hier reeds een 4-tal keer te gast in dit hotel. Hij drukt zich uit in correct Duits en vertelt dat hij 8 jaar in Duitsland verbleef. Daar begon hij met een winkel maar toen hij wat ouder werd gaf hij er de voorkeur aan terug naar Turkije te komen. Zijn kinderen bleven in Duitsland en zetten er de zaak verder. Eens de valiezen beneden kunnen we nog wat tot rust komen op de kamer om dan om 04.30 u naar de receptie te gaan. Een koppel Nederlanders die vorige week hier samen met ons toekwamen zit ook al te wachten op het busje samen met nog een derde koppel dat naar huis vertrekt. We zijn nog niet goed en wel beneden als de chauffeur van het busje ons komt verwittigen dat we kunnen vertrekken. We moeten wegens de verzinkpaaltjes tot aan de hoek te voet gaan omdat het busje niet dichter bij de ingang van Alp Pasa kan geraken.

Een laatste keer rijden we door de verlaten straatjes van Kaleici en stoppen even buiten de oude stadswijk aan het hotel Talya om de rest van de vakantiegangers te laten instappen. Alle plaatsen in het busje zijn ingenomen.

Om 05.00 u bereiken we de luchthaven.

Eerst passeren we de veiligheidscontrole van de bagage en personen.

Vervolgens checken we in maar door de grote drukte duurt dit tot 05.30 u.

Gauw eten en drinken we elk nog een koffie en een croissant wat ons de “democratische” prijs van € 10,30 kost.

Vervolgens passeren we de pascontrole en tevens worden de visums gecontroleerd. Bij mijn weten is dit de eerste keer dat onze visums gecontroleerd worden.

Bij het binnengaan van de wachtruimte aan de gate wordt nog maar eens een veiligheidscontrole gedaan.

Om 06.30 u mogen we instappen en wordt onze instapkaart en identiteitskaart nog maar eens gecontroleerd.

Toen we in het voorjaar op de luchthaven van Palermo (Sicilië) inscheepten was er nagenoeg geen controle. Toch wel schrijnend hoe sommige landen zorgeloos omspringen met de veiligheid.

Het vliegtuig waarmee we terugkeren is van het zelfde type van datgene waarmee we naar hier kwamen. Mogelijk is het zelfs hetzelfde toestel. Bij wonder hebben we dezelfde zetel van bij de heenreis nl. zetel 24 D en 24 E. Volgens de commandant zijn er 274 passagiers aan boord van de airbus. Op wat er buiten gebeurd hebben we weinig zicht wegens het piepklein raampje in onze buurt. We worden te Brussel verwacht om 09.50 u indien er zich geen vertraging voordoet. Het is er bewolkt met regenvlagen en een temperatuur van 15 graden. Dit wordt even wennen want deze morgen moest ik wegens de warmte het raam van onze kamer wagenwijd openzetten. Onderweg krijgen we te maken met wat turbulentie maar zonder veel erg. Wegens de drukte op de luchthaven van Zaventem lopen we wat vertraging op en moeten we in kringetjes vliegen. De piloot meldt laconiek dat we ons geen zorgen hoeven te maken want dat er nog voldoende brandstof voorhanden is. Uiteindelijk landen we om 10.10 u.

Eens buiten het vliegtuig bel ik met de GSM naar Marijke. Die is net aan het parkeren op een van de luchthavenparkings. Ze heeft onderweg naar hier in de file gestaan. Het duurt een tijdje vooraleer we onze valiezen van de rolband kunnen plukken. Na de pascontrole en de douane te zijn gepasseerd vinden we Marijke aan de uitgang. Samen gaan we iets eten in het restaurant van de luchthaven waarna we naar huis rijden.

Om 13 u zijn we thuis.

Deze reis had niet de bedoeling nieuwe zaken te ontdekken. In en om Antalya hebben we alle bezienswaardigheden reeds verkend. Wel leent het hotel Alp Pasa zich voor een uitrustende vakantie. En dit opzet slaagde volledig.

In totaal hebben we nu 7 vliegtuigreizen gemaakt, dus 14 vluchten (Zwitserland, Sicilië, Kreta en 4x Turkije).

24-10-2006 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
23-10-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antalya Turkije 2006
Klik op de afbeelding om de link te volgen








De schoenenpoetser van de wijk Kaleici in Antalya

23-10-2006 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
05-10-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lourdes en de Pyreneeën

Lourdes en de Pyreneeën

10 – 23 september 2006

Zondag 10 september 2006

Kilometerstand: 1864 km.

04.00 u: opstaan. We nemen nog vlug een douche en laden de laatste spullen in de auto. Alles was gisteren rond de middag reeds klaar om te vertrekken. In de loop van de namiddag speelden we nog met het idee om die dag nog te vertrekken. De bagage moest echter nog in de auto geladen worden. Ik moest ook nog uitzien naar een Campanilehotel, even voor Parijs, en dit opbellen om te weten of er nog een kamer vrij was. Bij nader inzien was dit toch geen goed idee en besloten we dan maar op de oorspronkelijk geplande dag te vertrekken.

05.09 u: We vertrekken. Het is 15 graden en de lucht is wolkeloos.

05.40 u – 35 km: We verlaten de E 17 en rijden via de E 403 naar de grens.

05.57 u – 82 km: We passeren de grens België – Frankrijk. Een groep agenten van de Franse Police National doet controles aan de grens. Ze hebben vooral oog op wagens met een Franse nummerplaat. Wij mogen zonder stoppen doorrijden.

06.20 u – 128 km: Begin van de peage op de A 1.

07.04 u tot 07.27 u – 219 km: We houden een sanitaire stop aan een wegrestaurant. We verbruiken een koffie met een croissant.

07.34 u: De temperatuur is 12 graden en inmiddels is de zon opgekomen.

07.49 u – 255 km: Einde van de peage op de A 1 en betalen € 13,10.

Rond 08.00 u rijden we via de Porte De Bagnolet de Parijse péripherique op. Er is betrekkelijk weinig verkeer op deze anders zo drukke ringweg van Parijs (met opzet kozen we een zondag om te vertrekken). Een tiental minuten later verlaten we de périphérique en nemen de A 6 richting Lyon. Eens afgeslagen hebben we na enkele minuten de splitsing Lyon en Nevers/Bordeaux. Wij volgen de richting Bordeaux. Het is 08.35 u en 17 graden.

08.52 u tot 10.15 u – 356 km: Stoppen aan een tankstation nog voor we Orleans bereiken. We tanken voor € 30 diesel (€ 1,20 / liter). We maken van de gelegenheid gebruik om iets te drinken en blijven wat langer te pauzeren. We hebben trouwens tijd genoeg. Ondertussen is het behoorlijk warm geworden.

11.27 u: Sanitaire stop.

Aan de peage te Vierzon betalen we € 16,40. We merken op dat de graslanden er verdord bijliggen en het, in tegenstelling met bij ons, hier al een tijdje niet meer geregend heeft.

13.10 u – 688 km: Zonder problemen en via de soms bijna verlaten snelweg bereiken we het Campanilehotel te Limoge. In dit hotelketen is de receptie de ganse dag open, dit in tegenstelling met onder andere de Etap- en Premiere Classe hotels, die pas om 17 u een bemande receptie hebben. We krijgen kamer nr. 2 toegewezen. Het blijkt echter dat men nog volop bezig is de kamers te poetsen. De poetsploeg begint echter altijd met de hoogste kamernummers aan de achterzijde van het gebouw zodat we nog lang zullen moeten wachten wanneer onze kamer beschikbaar is. Om de tijd te doden drinken we een Ricard in het restaurant. De manager van het hotel heeft het door dat we maar al te lang zullen moeten wachten en stelt ons voor kamer 28 te geven, die zal vlugger klaar zijn. Op de parking wachten we tot kamer 28 klaar is. Men heeft blijkbaar een nieuw dienstmeisje in dienst genomen want haar oudere collega is de wanhoop nabij door het onhandig gedoe van haar jongere collega en de trage vooruitgang van het werk. Uiteindelijk heeft de geroutineerde poetsvrouw door dat we aan het wachten zijn op onze kamer. Totaal over haar toeren belt ze met een van de telefoons op de kamers naar de manager en die stelt voor dat we nog eens veranderen van kamer, namelijk kamer 35. Het nadeel van deze kamer is dat ze een verdieping hoger gelegen is, maar dit nemen we er graag bij, als we maar vlug onze kamer kunnen innemen. Eens we de goede magneetkaart, die toegang heeft tot de kamer, in ons bezit is, kunnen we eindelijk onze spullen naar de kamer brengen en een verfrissend bad nemen. De grootste valies laten we echter in de wagen omdat we die niet nodig hebben. Van de drie wagens die er op de parking staan is er één met Belgische nummerplaat, één met Nederlandse nummerplaat en één met een Deense nummerplaat. Terwijl we aan het wachten waren op de parking waren we getuige van enige spraakverwarring tussen de poetsvrouwen en het Deens echtpaar. Die wilden hun kamer niet verlaten op vraag van de poetsvrouwen (om de kamer te poetsen) omdat ze dachten dat ze uit de kamer gezet werden en omdat ze nog een nacht langer verbleven. Terwijl we de bagage naar de kamer aan het brengen zijn geraken we in gesprek met het Deens koppel waarvan de vrouw goed Duits spreekt. Zij zijn naar hier gekomen voor de tentoonstelling van Limosinekoeien. We hadden reeds in de buurt het geluid van luidsprekers gehoord. Zijzelf zijn in hun thuisland kwekers van dit bekende ras.

19.00 u: We gaan eten in het restaurant van Campanile en kiezen er voor het Special Buffet (2 x € 15,70) en een fles Chäteau Pargade (witte wijn - € 15). Het Special Buffet bestaat uit een voorgerechtenbuffet en een dessertbuffet.

21.30 u: We gaan slapen.

Maandag 11 september 2006

Toen we vijf jaar geleden op reis waren in de Vogezen werden de WTC-torens in New York het voorwerp van een aanslag. Circa 3000 mensen vonden er de dood.

06.45 u: Opstaan.

07.45 u: We gaan ontbijten.

10.00 u: We verlaten het hotel om een tube zalf te kopen wij een apotheek. Op de weg naar het centrum van Limoge vinden we die al vlug. Wanneer we terug bij het hotel aankomen is de poetsvrouw reeds bezig de kamers te poetsen. Ze houdt er echter een eigenaardige werkwijze op na, namelijk: van één verdieping ververst ze alle bedden en pakt dan vervolgens een ander deel van het poetswerk aan. Het is dus niet te verwonderen dat we nog een tijdje moeten wachten vooraleer we in onze kamer kunnen. Om 11.15 u is het dan eindelijk zo ver.

11.30 u: We rijden naar het centrum van Limoge en zonder vele problemen vinden we er een parkeergarage, aan de Place Aisne, waar we de auto achterlaten. Eerst verwonderen we er ons over dat het zeer kalm is in de stad maar al vlug merken we dat, zoals bij ons, veel winkels op maandag dicht zijn. De meeste eet- en drinkgelegenheden openen in de loop van de maandagnamiddag. We maken een wandeling langs de voornaamste straten van de stad. Een eigenlijk winkelcentrum heeft Limoge niet. De grote winkels liggen verspreid over het centrum van de stad.

De kerk St.-Michel de Lions stappen we binnen. Deze heeft prachtig gekleurde glasramen, die echter wel de kerk verduisteren, en een mooi altaar. Opmerkelijk is dat de pilaren van het schip zeer schuin staan (door het gewicht van het dak?). Een van de pilaren vertoont een ernstige horizontale breuk. Blijkbaar is dit geen probleem want de bezoekers mogen er gewoon langs passeren.

Na dit bezoek stappen we een Turkse zaak binnen waar we een sandwich met tonijn naar binnen werken. Inmiddels is de temperatuur goed gestegen en moet zowat rond 30 graden liggen. Van een bezoek aan de kathedraal van Limoge moeten we afzien daar dit gebouw tussen de middaguren gesloten is (het is 13 u en de kathedraal gaat pas open om 14.30 u). Tegenover het lyceum van de stad vinden we een geschikt terrasje om er een tijdje te verpozen. Niet ver daar vandaan bevindt zich de Sint-Pieterskerk die ook van die mooie gekleurde glasramen bezit.

Ons bezoek aan Limoge sluiten we af met een wandeling doorheen het Quartier des Boucheries, de vroegere beenhouwerswijk. Hier staan nog veel oude vakwerkhuizen en een mooie kapel. Eigenlijk is deze wijk de enige bezienswaardigheid die we hier gezien hebben.

Op weg naar de parkeergarage lessen we onze dorst op het terras van dezelfde Turkse zaak waar we deze middag gegeten hebben. Het is er zo zalig zitten en de temperatuur is zo weldoend dat we moeite hebben om rond 16.00 u de terugweg aan te vatten.

De parkeergarage kost ons € 5.50, bedrag dat kan betaald worden met creditkaart.

Zonder veel problemen vinden we de weg naar het hotel terug. We komen er aan om 17.00 u. na eerst nog eens binnengestapt te zijn in het naburig bloemencentrum.

In totaal hebben we 20 km gereden.

19.00 u: Avondmaal. Ook dit keer kiezen we voor het Buffet Special en een fles witte Bordeauxwijn.

22.00 u: We gaan slapen.

Dinsdag 12 september 2006

06.15 u: Opstaan.

Ik breng het meeste van de bagage naar de auto terwijl Lea het bad gebruikt, waarna het mijn beurt is.

07.00 u: Ontbijten.

Na het ontbijt brengen we de rest van de bagage naar de auto en ga ik afrekenen aan de receptie. Alles samen € 276 (2 overnachtingen, 4 x ontbijt, 4 x avondmaal en de dranken).

08.19 u: we vertrekken richting snelweg A 20. Het is 18 graden.

08.58 u – 45 km: We tanken € 29 diesel (€ 1,22/liter).

10.25 u to 11.10 u – 207 km: Sanitaire stop.

Peage Toulouse: We betalen € 2,30 u.

11.24 u – 232 km: We betalen aan de peage te Mantoban Nord € 10.50.

Peage te Muret: We betalen € 1,50.

12.40 u – 340 km: De eerste bergen van de Pyreneeën komen in zicht en zijn gehuld in een lichte nevel.

Peage te Tarbes: We betalen € 5.60.

Ter hoogte van Tarbes verlaten we de snelweg aan afrit 12 en rijden via de D 936 naar Pontacq en verder via Labatmale en Benejacq. Vanaf Gent tot aan Tarbes reden we bestendig op een autoweg of een snelweg. Te Benejacq wordt het hoog tijd om de inwendige mens wat te versterken. We stoppen op het marktplein om er iets te eten.

Even voorbij Benejacq slaan we linksaf en rijden via de D 938 en vervolgens via de D 937 door het dorpje Lestelle-Bétharram. De weg naar het hotel zoeken is een koud kunstje daar er op verschillende plaatsen borden van het hotel geplaatst zijn. Twee kilometer voorbij het dorp vinden we het hotel Le Vieux Logis. Het is dan 15.00 u en we hebben 480 km afgelegd.

Om het hotel te bereiken moet men op de weg naar Lourdes (D. 937) rechts afslaan naar de Grotte de Bétharram. De ingang van het domein van het hotel bestaat uit twee lange lage witte muren met de naam erop. Vanaf de ingang is het gebouw verscholen door groen en bomen. We parkeren de wagen op de ruime parking en bieden ons aan aan de receptie. We geven de voucher van JetAir af aan de bazin. We krijgen kamer 205 toegewezen, gelegen in het nieuwe gedeelte, op de 2de verdieping, met balkon en uitzicht op het zwembad.

Onze eerste reactie was er één van: “waar zijn we nu terecht gekomen”. Het kleine openluchtzwembad, dat normaal toegankelijk is tot half september, is afgedekt. De tweede ontnuchtering: bij het betreden van de kamer vragen we ons af waar we al onze spullen in onder zullen brengen. Naast het zeer ruime bed, beschikt de kamer over een groot bureau, twee stoelen, een rek om de valiezen op te plaatsen, twee tamelijk smalle kasten (een hangkast en een kast met boorden), een comfortabele badkamer en een afzonderlijk toilet. Al vlug komen we tot het besef dat de vermoeidheid van de reis ons parten speelt en eens we beginnen met de bagage in de kamer te schikken blijkt dat alles best meevalt. Later zal blijken dat het zwembad maar tijdelijk afgedekt is omdat de weersvoorspelllingen voor de komende dagen niet al te schitterend zijn.

Eens alles geschikt is rusten we wat uit en nemen een douche. We moeten uiteraard wennen aan een nieuwe situatie. De temperatuur schommelt tussen de 28 en de 30 graden. De luchtvochtigheid is tamelijk hoog. We maken met de wagen een kleine verkenning in de omgeving. Voor het avondmaal gebruiken we op het terras een aperitief.

19.30 u: Avondmaal. Hier vallen we van de ene verbazing in de andere. Het eten is van hoogstaande culinaire kwaliteit. De eerste teleurstelling is al lang vergeten.

Menu:

-Salade du terroir (met schijfjes gedroogde eendenborst en fijne paté)

-Röti de boeuf – tian de courgettes

-Chariot des fromages de France (kaaswagen)

-Oeuf à la neige (wit van ei tot sneeuw geklopt en overgoten met gesuikerde karamel, vanillesaus en een bolletje ijscreme

-wijn: Vin du pays des Cötes de Gascogne «blanc»

22.00 u: We gaan slapen. In de loop van de nacht moet ik het venster wagenwijd openzetten wegens de warmte.

Woensdag 13 september 2006

07.00 u: opstaan.

08.15 u: ontbijten.

We vertrekken richting Pau. Op enkele kilometer van het hotel af is er een Intermarche te Coarraze waar we enkele boodschappen doen. Onderweg tanken we 24,7 liter diesel voor € 29 (€ 1,29/liter). Daarna keren we terug naar het hotel om zoals daar net dezelfde richting uit te rijden, meer bepaald naar Nay. In dit kleine stadje bekijken we het Maison Carré.

12.00 u – 37 km: We verlaten Nay en rijden in de richting van ons hotel en Lourdes. We stoppen te Bétharram, een deelgemeente van Lestelle-Bétharram. Bétharram telt slechts enkele huizen met voor de rest een groot schoolgebouw en het klooster van “Les Peres de Bétharram”. Het is gelegen aan de snelstromende rivier Gave de Pau. De rivier heeft hier enkele vervallen (in de buurt van ons hotel doet men aan rafting). Wegens het middaguur is de kerk gesloten. Vanaf de kerk kan men de heuvel beklimmen. Langsheen de weg naar omhoog staan vrij grote kapellen die de staties van de kruisweg uitbeelden. Deze gebouwen hebben een merkwaardige architectuur. Eens men boven is eindigt de kruisweg op het hoogste punt met een verrijzeniskapel. Tegenover deze kapel staat een kalvarie waarachter een begraafplaats ligt van de paters. Deze laatste ligt er wat vervallen bij maar te zien aan enkele grafzerken wordt ze nog steeds gebruikt. De beklimming en de afdaling hebben ons deugd gedaan na die twee kilometerslange autoritten van de afgelopen dagen.

Om de weg te verkennen rijden we het hotel voorbij naar Lourdes. Zonder veel moeite geraken we tot in het hart van de stad en rijden we de basiliek voorbij. Het verkeer valt er best mee maar het is druk wat voetgangers betreft. De meeste komen trouwens naar hier met bus of trein (TGV). Naast het terrein van de basiliek en de grot zijn het vooral de vele prulariawinkeltjes en eetgelegenheden die de stad vullen. Na even de weg te hebben gezocht keren we terug naar het hotel. Het is 15.00 u als we daar aankomen en hoog tijd om wat achter de kiezen te steken. Net voor de toegangsweg naar het hotel is er een primitieve eetgelegenheid waar men snacks kan eten en sandwiches. Aan de andere kant van de weg staat een vervallen benzinestation dat gesloten is en blijkbaar eigendom is van de uitbater van de eetgelegenheid. We stappen het terras op. Binnen kan men niet zitten want daar is de vroegere herstelplaats voor auto’s. Om de bestelling te kunnen opgeven moet men op een bel drukken waarna de uitbater zich laat zien. Via de openstaande poort van de gewezen herstelplaats zie ik de uitbater en zijn vrouw zitten aan een grote tafel. In een aanbelandend plaatsje is de keuken ondergebracht. Deze primitieve toestanden komt men zowat overal in Frankrijk tegen want we zijn in het land van de uitersten. We bestellen voor elk een sandwich en een cola. We betalen hiervoor het veel te hoge bedrag van € 14. Gisteren betaalden we voor hetzelfde slechts € 8 ! Nadat we de rekening betaald hebben vervoegen we het hotel en genieten we van wat platte rust.

De rest van de namiddag brengen we door met nota’s te nemen voor dit verslag en het versturen van enkele zichtkaarten.

In de voormiddag was het bewolkt maar ca 23 graden. In de namiddag veel zon met wat wolken, gevolgd door een mooie zomeravond. We hebben vandaag 96 km gereden.

19.30 u: Avondmaal

Menu:

-Duo de cochon en éminecé

-Escalope de veau (kalfslapje) – Pommes forestières (dit zijn gebakken aardappeltjes gemengd met bospaddestoelen)

-Chariot de fromages de France

-Moelleux à la pistache (gebak en een bolletje ijs)

wijn: Junançon sec «blanc»

Donderdag 14 september 2006

07.30 u: Opstaan.

08.30 u: Ontbijten.

In de loop van denacht is het beginnen te regenen. Ook ’s morgens regent het nog en zal het voor het grootste deel van de dag blijven regenen. Het is 18 graden.

10.00 u: we vertrekken in de richting van Nay alwaar we het fois gras-museum willen bezoeken. Museum is een groot woord want zoals men kan verwachten is het hier meer te doen om de verkoop van het product. Enkel de film die er vertoond wordt is het interessantste van het museum. Normaal moet er voor het bezoek € 3,5 betaald worden (maar dan met inbegrip van een degustatie). Het enige aanwezige meisje vraagt ons echter niets. Wijzelf dringen uiteraard dan ook niet aan.

In Nay zelf kunnen we het Barretmuseum bezoeken. De streek behoort tot het Franse Baskenland en zoals bekend dragen veel Basken een barret, een soort van groot uitgevallen Alpenmuts. Aan de ingang van het museum maken we rechtsomkeer want ook hier is de documentaire waarde eerder twijfelachtig.

Van Nay rijden we in de richting van ons hotel en bemerken dat de kerk van Bétharram open is. Eens binnen blijkt de kerk een zeer rijk interieur te bezitten. De altaren zijn van boven tot onder bedekt met bladgoud. Het houten plafond onder het doksaal is beschilderd met portretten van geestelijken of heiligen. De muren zijn overladen met prachtige schilderijen. Op dit ogenblik is er een misdienst bezig.

12.00 u: aankomst aan het hotel. Tot 13.40 u genieten we van een platte rust waarna we vertrekken naar het centrum van het dorpje Lestelle. In het voorbijrijden heeft Lea een bar/café/restaurant, zoals er minstens in ieder dorp een is, opgemerkt. Zij heeft het vermoeden dat hier een gestikte gelegenheid is om een sandwich te eten. Eens we binnen zijn blijkt dat de aanduiding “restaurant” fel overdreven is want wij zouden het eerder onder de naam “kroeg” catalogeren. Een jonge man staat achter de toog. Aan een tafeltje in de kleine gelagzaal zit een slonzige jonge vrouw, met een vervelend doend kind op de arm, en behoort blijkbaar ook tot het meubilair van het café. Nadat we onze bestelling hebben opgegeven verschijnt vanuit de plaats achter het café een reus van een kerel, blijkbaar de baas van het etablissement, in ontbloot bovenlichaam. Te zien aan de foto’s die het café “sieren”, was of is de man een rugbyspeler. Zijn witte koksvest, die aan een van de stoelen in het café hangt, schiet hij aan. De vest heeft blijkbaar al een tijdje geen wasmachine gezien. We betalen voor twee sandwichen en twee cola’s € 9, 60.

Na dit weinig appetijtelijk intermezzo rijden we ons hotel voorbij om een bezoek te brengen aan de Grot van Bétharram. Ondertussen regent het nog steeds pijpenstelen. De grot ligt een 2-tal kilometer voorbij het hotel. Eerst plaatst men zijn wagen op de parking en gaat men aanschuiven in een wachtzaal tot wanneer de groep groot genoeg is. Van daar gaat het met een bus naar de ingang van de grot (ca 2 km verder). Onder leiding van een gids gaan we de grot binnen. De uitleg wordt (electronisch) in verschillende tallen gegeven, ook in het Nederlands. Het is een vrij grote grot en een van de mooiste die we ooit zagen. Onderweg moet er een 500-tal meter gevaren worden met een bark die door de gids smalend de Titanic genoemd wordt. Op het einde van het bezoek moet men instappen in een treintje die de bezoekers terugbrengt naar de parking. In het grote gebouw, een cafétaria, waar tevens prularia verkocht worden, drinken we iets en keren dan terug naar het hotel. Daar proberen we de modderspatten van onze schoenen en broeken te verwijderen. Het is dan 18.00 u.

Vandaag reden we ca 37 km.

19.30 u: Avondeten.

Menu:

-Cocktail de crevettes

-Jambon frais braisé au Madiran – Pätes fraiches

-Chariot de fromages de France

-Créme brulée à la vanille

Het menu staat op een gedateerd blad dat in een menukaartje steekt en ieder dag vervangen wordt. Zoals ik dit deed in Oostenrijk, neem ik dit blad iedere avond mee. Dit bespaart me het werk van het opschrijven van het dagmenu voor dit verslag. Hoewel men met dit blad niets meer kan aanvangen (de datum van die dag staat er op), wordt vanaf een bepaald ogenblik het menu door de ober meegenomen. Blijkbaar moet er hiervoor een of andere reden geweest zijn. Ik weet echter nog altijd niet waarom.

Vrijdag 15 september 2006

07.15 u: Opstaan.

08.15 u: Ontbijten.

09.23 u: We vertrekken naar Pau, meer bepaald om een bezoek te brengen aan een chocoladefabriek en het daarbij behorend museum “Feerie Gourmande”. Het is 13 graden. We komen er aan om 10.04 u – 32 km.

We kunnen wel het kleine museum bekijken en de verkoopzaal maar de productieafdeling, die waarschijnlijk veruit het interessantste deel is, kan op dit ogenblik niet bezocht worden omdat men het bedrijf aan het herschikken is. Een maat voor niets dus.

Deze morgen is het opgehouden met regenen en komt de zon regelmatig door de wolken piepen.

11.30 u – 72 km: Wij zijn terug in het hotel.

12.15 u: We vertrekken naar Lourdes om het stadje grondiger te bekijken.

12.31 u – 85 km: Aankomst te Lourdes. Daar we de omgeving reeds verkend hebben weten we al min of meer hoe we de stad moeten binnenrijden en waar er waarschijnlijk parkeerplaats te vinden is. Komende uit de richting van Lestelle- Bétharram rijden we in de buurt van Lourdes over de spoorwegovergang en slaan even verder rechts af om over de brug van de Gave de Pau te rijden. Een paar 100 meter verder slaan we links af en ongeveer 1 km verder komen we naast de basiliek uit. Daar vinden we een vrije parkeerplaats waarvoor we € 5 betalen voor 5 uur parkeren. Na 19 uur is het daar echter vrijparkeren. Achtereenvolgens bezoeken we de crypte, die zich op de middelste etage bevindt, en de bovenkerk, waarvan de Lourdeskerk te Oostakker een kopie is. Via de schuine helling van de zijwaartse bogen kan men naar het benedenplein afdalen. Halfweg krijg ik plots een hevige pijnscheut in de rug. Hiervan zal ik de twee volgende dagen nog wat last hebben maar dank zijn een goedwerkende zalf (Voltaren) verdwijnt stilaan de pijn.

Eens beneden gaan we iets eten in een straatje dat uitkomt op de bedevaartsite. Voor twee broodjes met worst en twee cola’s betalen we € 18,60. Zo worden de toeristen nog maar eens uitgemolken.

Na het bescheiden eetmaal bezoeken we de grot die te vinden is aan de rechterzijde van de basiliek. Het is dan al na het middaguur. Toen we hier aankwamen was het nog rustig maar nu komen steeds meer mensen naar de basiliek en de grot afgezakt. Aan de grot zelf is het even aanschuiven. We kopen een 4-tal kaarsen die we daarna laten branden op de daarvoor bestemde plaatsen.

Uiteindelijk bezoeken we de eigenlijke basiliek die op de onderste verdieping gelegen is. In feite heeft het complex drie kerken boveneen. De binnenzijde is versierd met prachtige mozaïeken. Bij het buitenkomen begint te druppelen. Vlug duiken we een patisserie binnen om iets te drinken. We zitten nog niet goed en wel neer of buiten barst een kleine wolkbreuk uit die echter na een 15-tal minuten ophoudt en waarna de zon terug door de wolken breekt. Het is tijd om terug te keren naar het hotel

15.40 u – 19 graden: Keren terug naar het hotel. Onderweg zien we nog een zijweg met een verwijzingsbord naar het klooster van Bethleëm. We volgen het smalle weggetje dat de bergen inloopt en komen uiteindelijk uit aan de gesloten poort van het klooster. We besluiten de paters maar niet te storen in hun bevreemdende rust en keren op onze stappen terug.

Eens aan het hotel volgen we een smal weggetje uit nieuwsgierigheid waar dit wel mag uitkomen. Blijkt dat we terechtkomen aan de reeds eerder bezochte kerk van Bétharram.

17.00 u – 108 km: aankomst in het hotel. Het weer is stukken beter dan gisteren doch tijdens het avondeten vallen er hevige regenbuien.

19.30 u: Avondmaal.

Menu:

-Feuilleté fantaisie (fois gras en fijne erwtjes in een koek van bladerdeeg)

-Thon à la basquaise (tonijn op Baskische wijze)

-Chariot des fromages de France

-Crëpe légère (wat men licht noemt!)

Zaterdag 16 september 2006

07.15 u: Opstaan.

08.35 u: Ontbijt.

Het regent terug pijpenstelen. We blijven na het ontbijt nog wat in het hotel, eerst in de lounge en wat later, als de kamer gepoetst is, op de kamer.

12.45 u: het regent nog steeds en het is amper 13 graden. We vertrekken richting Lourdes. Via deze stad en Argelés-Gazost. In de omgeving van Lourdes denken we de goede weg te volgen, de D 13, een kleine weg. We rijden achtereenvolgends door Ornex en Ségus. De smalle weg stijgt steeds verder en wegens de aanhoudende regen nemen we het zekere voor het onzekere en keren terug in de richting van Lourdes om daar een ander weg te zoeken. We komen echter in een voorstadje van Lourdes terecht waar we in een bar/café/restaurant iets eten. Dit keer in een behoorlijk etablissement.

Onder een gutsende regen lopen we nog een parfumwinkel binnen om een geschenkje voor Marijke te kopen. Terwijl we in de winkel zijn belt Marijke ons op onze GSM op. In België blijken de temperaturen tussen 28 en 30 graden te liggen. Ga dan maar eens naar het zuiden voor het goed weer!

We nemen een grotere weg naar Argelés-Gazost en verder tot Pierrefitte-Nestalas.

15.00u – 51 km: We bezoeken in Pierrefitte het tropisch aquarium. In een 60-tal aquariums zijn bontgekleurde vissen te zien. Op het einde van het bezoek is er nog een 20 minuten durende film te zien.

16.10 u: We verlaten het aquarium. Het regent nog steeds.

17.18 u – 95 km – 14 graden: Aankomst in het hotel.

Het hotel beschikt over een computer met een Internetverbinding die door de gasten vrij mag gebruikt worden. Vanaf nu raadpleeg ik dagelijks de websites met weersvoorspellingen zoals www.kmi.be (België), www.meteofrance.fr (Frankrijk), en www.zoover.nl (gans de wereld – voorspellingen op lange termijn – 14 dagen). Volgens de weersvoorspellingen zal het weer vanaf morgen stukken verbeteren en dit voor de rest van ons verblijf.

19.30 u: Avondmaal.

Menu:

-Sla met een warm geitenkaasje.

-Lamsbout met witte bonen (lokale specialiteit)

-Kaas

-Chocoladetaart met ijs (Lea vraagt ijs: een bol pistacheijs en een bol ijs van witte chocolade)

Zondag 17 september 2006

Kilometerstand 3402 km.

09.26 u – 13 graden: Na de gebruikelijke ochtendbezigheden vertrekken we voor een rondrit in de Pyreneeën.

09.58 u: We tanken in de omgeving van Lourdes 18,58 liter diesel voor € 21.

Reisweg: Lestelle-Bétharram – D 937 richting Lourdes. Te Lourdes rechtsaf via de N 21 tot Argelés-Gazost en daar rechtsaf de D 918 steeds blijven volgen via Aucun.

Eerst rijden we de col du Soulor op die een hoogte heeft van 1474 meter en een gemiddeld stijgingspercentage van 8 %. Net voorbij de top van de Soulor worden we even opgehouden door loslopende paarden die de weg versperren. Waarschijnlijk worden de dieren voedsel toegestopt door de voorbijrijdende toeristen. Daarom blijven de paarden midden op de weg staan om voedsel af te bedelen. Van de col du Soulor gaat het naar de col d’Aubisque.

11.29 u – 59 km: we bereiken de top van de Aubisque (1709 meter). Het is prachtig weer met hier en daar een wolkje en 12 graden.

12.23 u: Na een tijdlang genoten te hebben van het prachtig panorama dalen we langs de andere zijde de Aubisque af. We rijden het wintersportcentrum Eaux-Bonnes voorbij (nu een verlaten aanblik).

12.53 u tot 14.16 u – 76 km: we stoppen in het bergdorpje Laruns. Aan het plein zijn er een 6-tal restaurants maar in geen een blijken er belegde broodjes te krijgen. Een van de restaurants die binnenstapten had net bezoek gekregen van een grote groep wielertoeristen die de voorraad spagetti naar binnen hadden gewerkt zodat we ons heil in een ander restaurant moesten zoeken.

Na het middagmaal keren we terug naar de top van de col d’Aubisque waardoor we de berg eens van een andere zijde te zien krijgen. Op de top van de col du Soulor stoppen we en gaan iets drinken in een van de twee drankgelegenheden. Blijkt dat het terras vol zit met een bus Vlamingen waaronder Noël Blanchaert uit Drongen en zijn gezelschap. Op de Soulor slaan we linksaf en nemen de D 126. We blijven deze weg volgen tot het kruispunt net voor Asson. Daar slaan we rechtsaf om naar Lestelle-Bétharram te rijden.

16.48 u – 150 km – 24 graden: We zijn terug in het hotel. Het is prachtig weer.

19.30 u: Avondmaal.

Menu:

-Terrine de foie gras au naturel

-Longe de porc au caramel – petits pois à la française

-Chariot des fromages de France

-Coupe Vieux Logis

21.30 u: We gaan slapen

Maandag 18 september 2006

Kilometerstand 3551.

09.30 u – 15 graden. Het is bewolkt maar droog. Net als wij vertrekken krijgen we van Godelieve een sms-berichtje dat Cindy naar de kraamkliniek is.

We vertrekken richting Lourdes via de D 937 en slaan daar rechtsaf naar Argelès-Gazost. Daar nemen we de D 921 via Pierrefitte – Luz St-Saveur – de D 918 – Baréges.

11.29 u – 66 km – 9 graden: aankomst op de top van de col du Tourmalet (2115 m). We blijven er tot 12.06 u. Bij de afdaling krijgen een klein beetje mist. We volgen de D 918 tot St Marie de Campon.

12.36 u 85 km: St. Marie de Campon.

Tot 13.14 u – 89 km stoppen we hier om iets te eten in een bar/café/restaurant. Deze eetgelegenheid ligt op de aanloop naar de Aspin en ligt op een hoogte van 990 m).

In St. Marie de Campon slaan we rechtsaf, verder de D 918 volgen naar de col d’Aspin.

13.34 u – 96 km – 15 graden: aankomst op de top van de col d’Aspin. We genieten van het panorama. Een koppel, onderweg met een mobilhome, plukken wilde paddestoelen. Naar het schijnt zouden die zeer lekker zijn. Na een tiental minuten vertrekken we terug.

13.52 u: tijdens de afdaling van de Aspin krijgen we een sms-berichtje dat Mathias geboren is. Alles is goed gegaan.

Verder rijden we tot Arreau, daar linksaf en via de D 929 tot even voorbij Héches (Héchettes) – daar de eerstvolgende weg linksaf, via de D 26 langs Esparros, Laborde, Arrodets, Bulan, net voor Fréchendets-Batsere aan het y-vormig kruispunt linksaf de D 84 nemen tot Bagnères de Bigorre, daar rechtsaf via de D 935 en aan het y-vormig kruispunt de D 937 nemen naar Lourdes en daar vervolgens de richting naar Pau nemen tot Lestelle-Bétharram.

15.54 u – 92 km – 25 graden: aankomst in het hotel.

19.30 u: Avondeten

Menu:

-Fijne vis in een omhulsel van paprika

-eendenborst

-kaas

-warme appeltaart met een bolletje ijs.

Dinsdag 19 september 2006

Kilometerteller 3744.

07.15 u: Opstaan. Ik maak een wandelingetje in de omgeving. De hemel is blauw en de zonsopgang is prachtig.

08.15 u: Ontbijt. We spreken af met de bazin om het avondeten deze middag te mogen gebruiken omdat we deze avond naar Lourdes zouden willen gaan. Met veel plezier wordt ons dit toegestaan.

09.30 u – 11 graden: We vetrekken naar Nay want daar is het marktdag. De markt wordt gehouden op het plein voor, achter en naast het stadhuis. In hetzelfde gebouw van het stadhuis is tevens de overdekte markt ondergebracht. Zonder veel problemen vind ik een parkeerplaatsje op het plein achter het stadhuis, een deel dat niet ingenomen is door de markt. Op de markt worden er hoofdzakelijk kleren, groeten en fruit verkocht. Lea koopt er een bloes en een haarversiering. Eens we de markt gezien hebben zoeken we een vrij plaatsje op een terras aan de rand van de markt. Terwijl we iets drinken is het een plezier om, onder een stralende zon, het aan- en aflopen van de mensen in het oog te houden.

11.30 u: Het wordt stilaan tijd om de markt te verlaten en ons hotel op te zoeken. Onderweg tanken we € 22,03.

12.20u: Middagmaal:

Menu:

- Slaatje met langoustines

- Varkenskoteletten met puree

- (deze middag passen we voor de kaas)

- IJs peche melba

Na het middagmaal rusten we wat uit op de kamer tot 15.30 u. Sinds deze morgen kunnen we het zwembad gebruiken. Het dekzeil is opgerold. Het water heeft een temperatuur van ca 20 graden en wordt enkel verwarmd door de zonnestralen. Toch genieten we tussen 15.30 u tot 17.15 u van een plons in het zwembad. We korten zelfs onze volgende ritten wat in om nog even te kunnen zwemmen.

18.45 u: we vertrekken naar Lourdes voor de “kaarskensprocessie”. Het is slechts enkele minuten rijden via de weg die we reeds verkend hebben tot aan de basiliek. Naast het heiligdom zijn er zelfs een zestal parkeerplaatsen vrij. Na 19 u moet er trouwens geen parkeergeld meer betaald worden. Het is bevreemdend stil in de stad. We denken dat de processie inzake aantal deelnemers maar een povere bedoening zal worden. Tot ik plots bedenk dat de meeste groepen die zullen deelnemen aan de processie op dit moment nog aan tafel zitten. Trouwens: de processie start iedere avond, gans het jaar door, om 21 u. Eerst gaan we nog een kleinigheid eten in een zijstraat van de basiliek. Vervolgens gaan we naar de basiliek. In de bovenkerk zingt een Engels koor prachtige religieuze liederen. We blijven geboeid luisteren zodat we ons omstreeks 20.45 u moeten haasten om nog een plaatsje te bemachtigen aan de reling voor het heiligdom met uitzicht op het plein. Om 21.00 u stipt vertrekt het verlichte Mariabeeld, gevolgd door de talrijke bedevaarders. Het beeld wordt getorst door vier dragers. Eens het begin van de processie het plein voor de basiliek verlaat volgen de groepen die zich ter hoogte van de grot hadden opgesteld. De zachte zomeravond, de duisternis en de honderden brandende kaarsje geven een bijzondere, niet passend onder woorden te brengen, sfeer. Ondertussen worden op het plein en door de processiegangers bekende Marialiederen gezongen. Telkens het refrein “Ave Maria” aangeheven wordt gaat een zee van brandende kaarsje de hoogte in. De toeschouwers die het schouwspel vanachter de balustrade bekijken worden er emotioneel stil van. Vanaf het plein wordt dan de grote brede laan gevolgd tot men, amper nog zichtbaar vanaf onze standplaats, het verlichte Mariabeeld ziet afslaan om dan terug te keren naar het voorplein van de basiliek. Ondertussen verlaten nog steeds drommen mensen het plein. De kop van de processie is al terug aan het plein aangekomen wanneer de laatste het nog verlaten. Eens terug op het plein stelt iedereen zich op in brede rijen die de ganse breedte van het plein in beslag nemen. Precies om 22.00 u eindigt de processie. Het plein is dan volledig gevuld met flikkerende kaarsjes. Hoeveel mensen hier aanwezig zijn durf ik niet te schatten, het moeten er vele honderden zijn. Nog veel minder durf ik gissen hoeveel mensen hierlangs komen het jaar lang, laat staat hoe groot de mensenzee moet zijn die hier sinds het ontstaan naar toekwamen. Het bijwonen van dit gebeuren is een buitengewone fantastische ervaring zelfs al is men geen pilarenbijter. Met woorden kan men deze ervaring nagenoeg niet weergeven. Daarom zegt bijna iedere bedevaarder die ooit een te Lourdes was dat met “erbij” moet geweest zijn.

22.00 u: Het is al een tijdje pikdonker en het is wat fris met enkel onze zomerkledij aan. Aangezien we de weg ondertussen vrij goed kennen zijn de nagenoeg onverlichte wegen geen probleem.

22.30 u – 48 km: Aankomst in het hotel. We drinken in de bar nog een slaapmutsje.

Woensdag 20 september 2006-09-28

Kilometerteller: 3793

08.52u – 14 graden: We vertrekken op rondrit. Van Lestelle-Bétharram gaat het via de D 937 (richting Pau) en de D 35 via Bruges, Mifaget naar Louvie-Juzon. Onderweg komen we een groep herders met hun kudde schapen tegen. We moeten even wachten om de kudde door te laten. Een van de schapen heeft een, voor het dier, grote bel rond de hals hangen. Van Louvie-Juzon gaat het va de D 918 naar St Christau.

10.33 u – 48 km: rijden door St Christau. Vervolgens via de D 918 naar Arette.

10.59 u – 65 km: rijden door Arette. Van daar rijden we naar de top van de col de la Pierre St Martin (1765 m). Deze heeft een helling van 15 %.

11.48 u – 89 km – 18 graden: We passeren de Spaanse grens. Dit is de eerste keer dat wij het Spaans grondgebied betreden. Het is echter van korte duur want een kilometer voorbij de grens maken we rechtsomkeer.

12.34 u tot 13.23 u – 118 km – 25 graden: Via dezelfde weg komen we terug aan in Arette. Daar eten we iets. Vervolgens zijden we via de D 918 richting St. Christau en even voor dit stadje slaan we rechtsaf en volgen we de N 134 tot Escot. Langs de D 294 gaat het naar de tot van de col de Marie Blanque (1035 m – dit jaar waarschijnlijk voor de eerste keer in de Tour de France). Onderweg zien we op het wegdek de witgekalkte namen van renners die deelnamen aan de Ronde. Op een muur zien we zelfs nog staan: TOMmeke (=Tom Boonen).

Het hotel rijden we even voorbij om te gaan tanken. € 14,35 (€ 1,120/liter).

15.06 u – 192 km: terug in het hotel.

Een Antwerpse groep (3 koppels) zijn reeds lustig aan het plonzen in het zwembad. Het is dan ongeveer 30 graden, dus niet lang getalmd, vlug de zwembroek aan en het water in (tot 17.30 u).

19.30 u: Avondmaal.

Menu:

-Slaatje met kalfszwezeriken en worst (boudin)

-Faux-fillet met gebakken aardappeltjes en wilde paddestoelen.

-Kaas

-Aardbeiensabayon en aarbeiensorbert

Donderdag 21 september 2006

Kilometerstand 3786.

9.15 u – 24 graden. Door een vergetelheid besluiten we vandaag naar de Soulor te gaan. We hadden die col al enkele dagen geleden aangedaan. We krijgen er echter geen spijt van want we zien de col eens van de andere kant.

We vetrekken te Lestelle-Bétharram, richting Pau via de D 937 en de D 35 naar Bruges. Even verder linksaf volgen we de aanduiding naar de Soulor (D 126). Te Arthez-d’Asson is het nog 23 km naar de top van de Soulor. Tijdens het oprijden van de berg worden we met regelmatig tussenpozen ingehaald door old-timers met open dak (het weer is trouwens uitstekend met wat wolken). Wanneer die wagens ons voorbijrijden zwaaien de inzittenden naar ons. Tot we beseffen dat de grote meerderheid van de wagens voorzien zijn van een Belgische nummerplaat. Uiteraard hadden zij ook onze Belgische nummerplaat opgemerkt. Blijkbaar was er een treffen van old-timers op de top van de Aubisque (want zij reden op de top van de Soulor die richting uit.

10.19 u tot 11.00 u – 37 km: We zijn op de top van de Soulor.

Van de top gaat het dan naar beneden naar Aucun. We bekijken er, van buitenaf, het hotel dat onze tweede keuze was, nl. Le Picor. Op het eerste zicht blijken we een goede keuze gemaakt te hebben met Le Vieux Logis. Het hotel Le Picor is namelijk aan de weg naar de Soulor gelegen en is dus minder rustiger gelegen dan Le Vieux Logis.

Van Aucun gaat het dan naar de minderbekende col de Couraduque (1360 m).

11.38 u – 51 km: aankomst op de col de Couraduque. Daar moeten we even vragen naar de juiste weg wegens het ontbreken van wegwijzers. Onder de bomen ligt een meute poolhonden (huskies). Blijkbaar worden die hier getraind voor het trekken van sleeën. Van hieruit rijden we richting col de Spandelles (1378 m). Het eerste deel is een grintweg. Dit lijkt wel een beetje op Oostenrijk. Het tweede deel is een asfalt weg, wat smal maar goed bereidbaar. Trouwens bijna alle bergwegen zijn asfaltwegen die zich in goede staat bevinden. Uiteindelijk komen we uit op de D 126. Daar slaan we rechtsaf.

12.32 u tot 13.35 u – 71 km: Even verder stoppen we aan een pittoresk restaurant Le Moulin de Ferriere. Het is een oude watermolen waarvan het rad nog kan draaien (het binnenwerk werkt niet meer) Het terras is overvloedig versierd met bloemen en doet gezellig aan. We eten er iets en vervoegen daarna ons hotel.

14.10 u: aankomst aan het hotel.

Af en toe komt men op bergwegen volgende vermelding tegen: Barriere Canadienne. Dit is wat met in het Duits een “viehsperre” noemt. Dieren kunnen hier niet voorbij doordat ze anders met hun poten in de openingen van de rooster zouden blijven haperen. Het voordeel is dat het verkeer gewoon door kan.

Nog voor het avondmaal brengen we de bagage die we niet meer nodig hebben naar de wagen.

19.30 u: Avondmaal.

Menu:

-Gerookte zalm – met kaviaar – vermoedelijk platte kaas

-Varkensgebraad met boontjes

-Kaas

-Peer op bladerdeegkoekje met een sorbet van peren.

Na de maaltijd wil ik afrekenen maar de moeder van de uitbaatster, die even komt inspringen, vraagt om dit pas morgen te doen wegens de drukte op dit moment in het restaurant.

Beoordeling van het hotel Le Vieux Logis

Het hotel heeft 3 sterren. Het is gelegen in een groot domein met glooiende weilanden. De gebouwen van het hotel zijn verscholen achter de bomen en ander groen. Het oud gedeelte is minder geschikt wegens de kleine kamers. De kamers in het nieuw gedeelte zijn ruim en voldoen aan de eisen. Men kan echter ook terecht in een vijftal chalets die vlakbij het hotel gelegen zijn.

De keuken is van hoogstaande gastronomische kwaliteit. En gastronomie is hier geen synoniem van karigheid. Het vlees wordt in ruime hoeveelheid opgediend. Men moet al een goede eter zijn om alles naar binnen te werken. Toen we op een avond biefstuk kregen bedekte dit ongeveer ¾ van het bord.

En dan moeten we nog een bijzonder woordje doen over de gastvrouw. Die komt zeer spontaan over en doet alles wat kan om het haar gasten zo aangenaam mogelijk te maken. Zij is zo opgeruimd dat zij bij wijze van spreken op regendagen de zon kan doen schijnen.

Het hotel is een aanrader voor hen die op zoek zijn naar een rustige omgeving en lekker eten.

Vrijdag 22 september 2006-09-28

05.30 u: Opstaan. Deze nacht is het beginnen regenen al van voor 2 u. Rond 6 uur komt daar nog een bliksem en enkele donderslagen bij. Gelukkig dat we bijna alle bagage reeds gisteren naar de auto gebracht hebben want met de gietende regen zou dit vandaag maar een bedenkelijke operatie geweest zijn. Wel moet ik voor het ontbijt nog even naar de wagen om te wisselen van schoenen. Dit weer hadden we niet verwacht.

07.30 u: Ontbijten.

Na het ontbijt kan ik de rekening betalen. Het verblijf in half pension is reeds betaald via JetAir. Wij moeten nu enkel de dranken en een paar ander kleinigheden betalen. We doen nog even de kamer aan om de laatste spullen op te halen en bezorgen de sleutel aan de bazin. Niettegenstaande ze druk bezig is met andere gasten, laat ze alles vallen en komt ons een goede reis toewensen. Meteen duwt ze ons nog een fles wijn in de handen “om die op te drinken op de gezondheid van Mathias”. De afstand tussen de uitgang van het hotel en de wagen leggen we in looppas af wegens de gietende regen. Naast nog een paar andere tassen heb ik ook nog mijn tasje bij waarin onder andere mijn gsm zit. Vlug vlug stoppen we de resterende tassen in de auto en we vertrekken. Eens op de weg begin ik na te denken “of we alles wel mee hebben”. Ik bemerk dan dat mijn tasje met mijn gsm er niet bij is. Ik stop en keer terug naar het hotel. Op de parking kom ik een vriendelijke hotelgast tegen die mij zegt dat hij een tasje gevonden heeft op de parking waar onze auto stond. Hij heeft het inmiddels naar de receptie gebracht. Binnen komt de bazin me reeds tegen met het tasje in de hand. Ik bedank haar duizend keer en ook de eerlijke vinder.

Voor de tweede keer vertrekken we, nu definitief. Het tasje heeft wat in de regen gelegen en zo vlug als mogelijk halen we de gsm eruit want vocht is niet al te best voor dergelijke toestellen. Even verder blijkt het toestel het te laten afweten. We laten de gsm drogen in de wagen en pas uren later kan ik hem terug opstarten.

Kilometerstand: 4081 km.

07.49 u – 18 graden: we vertrekken. Het is een valse start en moeten nog even terugkeren.

08.44 u – 30 km: rijden via Lourdes te Tarbes de snelweg A64 op richting Toulouse.

Lestelle: we betalen € 5,60 peage

09.56 u – 148 km: Sanitaire stop te Garonne. Tanken er voor € 20 diesel (17,55 liter?)

15 km voor Toulouse betalen we € 1,50 peage.

10.54 u We rijden de peage binnen te Toulouse-Nord. Ik bemerk dat er een rood lampje randt op mijn dashbord. Al vlug blijkt (de boordcomputer geeft het aan) dat de achterklep niet goed dicht is. Bij de volgende stop komt dit in orde.

Montoban: betalen € 2,50 peage.

12.00 u – 302 km: het blijft steeds regenen en dit tot we ca 330 km gereden hebben.

12.28 u: we betalen € 10,50 peage.

12.33 u tot 13.06 u – 365 km: stop om iets te eten.

14.09 u – 484 km: we rijden Limoge voorbij.

14.50 u – 524 km: we tanken 21,7 liter diesel voor € 23,51.

Ca 85 km voor Orleans begint de peage waarvoor we op het einde € 5,20 betalen.

Het hotel Campanile ligt net voorbij afrit 1 van de A 71(en peage) Orleans – La Chapelle-St-Mesmin.

16.42 u – 732 km – 25 graden: Aankomst aan het Campanilehotel.

Bij het inchecken aan de receptie staat er een manspersoon voor ons. Wanneer die zich even omdraait herken ik de Nederlands cabaretier Freek De Jonghe. Die laat door de uitbater een ander Campanilehotel opbellen om te reserveren. Als zijn echte naam hoor ik hem vernoemen: “Vermeer”. Wanneer ik bij het buitenkomen even op de parking rondkijk naar de geparkeerde wagens zie ik dat er verschillende een Nederlandse nummerplaat hebben. Waarschijnlijk was een groep, samen met Freek De Jonghe, onderweg naar een of ander optreden.

19.00 u: Zoals gebruikelijk eten we die avond in het Campanilerestaurant het Buffet Special.

Zaterdag 23 september 2006

Kilometerstand 4817 km.

Na het ontbijt vertrekken we zo vlug als mogelijk. Voor het ontbijt heb ik de bagage naar de auto gebracht. Enkel die welke we nodig hadden heb ik gisterenavond uit de auto gehaald.

08.22 u – 17 graden: We vertrekken en nemen de vlakbij gelegen A 10 richting Parijs. Onmiddellijk rijden we een peagestrook binnen.

09.30 u – 75 km: Peage te St. Arnold. We betalen € 9.

09.23 u – 111 km: we zijn in Parijs. Het is de bedoeling dat we via de péripherique zouden rijden maar wanneer we de borden “Lille” volgen blijkt na een tijdje dat de op de “Francilienne” – de grote ringweg rond Parijs – zitten. Het verkeer verloopt vlot maar als men de Francilienne volgt moet men ca 40 km omrijden.

09.58 u – 156 km: We rijden de luchthaven Charles De Gaulle voorbij. Het is 21 graden.

10.32 u – 216 km: We tanken 22,12 liter voor € 25.

12.20 u – 310 km: Betalen € 13,10 peage tussen Parijs en Lille (Rijsel).

12.38 u – 343 km: Rijden Rijsel voorbij

12.45 u - 355 km: passeren de Frans-Belgische grens. Vanaf de grens rijden we op de E 42. Onmiddellijk na de grens misrijden we ons even zodat we op de snelweg naar Brussel rijden. We maken van de gelegenheid gebruik om in een Carestelrestaurant iets te eten. Daarna keren we even terug op onze stappen zodat we op de juiste snelweg terechtkomen naar Kortrijk en Gent.

13.29 u – 389 km: We rijden Kortrijk voorbij.

14.01 u – 440 km: We tanken te Drongen-Baarle 12,48 liter voor € 12,72.

Eindkilometerstand: 5266

In totaal hebben we op 14 dagen 3402 km gereden. Hiervoor verbruikten we 195,5 liter diesel en betaalden hiervoor € 235,60 (9504 fr). Dit is gemiddeld 5,7 liter per 100 km.

De peages kosten ons bij de heenreis: € 49,40 ( 1993 fr) en bij de terugreis: € 47,40 (1912 fr), samen: € 96,80 (3904 fr).

De totale kostprijs voor de verplaatsing (peage en diesel) is: € 332,4 (13.40

05-10-2006 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
04-10-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Pyreneeën
Klik op de afbeelding om de link te volgen

04-10-2006 om 16:45 geschreven door David Maes


>> Reageer (1)
30-05-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reis naar Sicilië - Italië 2006

SICILIË – ITALIË

29 april 2006 – 11 mei 2006

Wat vooraf ging

Op 11 april 2006 (bericht in de krant van 12 april) wordt maffiabaas Bernardo Provenzano aangehouden in zijn geboortestad Corleone (Midden-Sicilië). Hij had zich 43 jaar weten te verstoppen voor de gerechtelijke diensten. De krant van 13 april meldt dat Italië voor een maffiaoorlog vreest wanneer een nieuwe maffialeider de plaats wil innemen van de aangehouden Provenzano.

Op 13 april 2006 ontvangen we van het reisbureau Flash Travel te Drongen onze reisdocumenten.

Op donderdag 27 april 2006, twee dagen voor ons vertrek, gaat in de Nationale Luchthaven te Zaventem bij een veiligheidscontrole op een persoon het alarm af. Geen bijzonder feit, wat we zelf meerdere keren hebben ervaren. De man maakte echter rechtsomkeer en koos het hazenpad. Voor alle zekerheid werd een deel van de luchthaven afgesloten waardoor duizenden vertrekkende passagiers geblokkeerd zaten. 24 vluchten werden afgelast.

Zaterdag, 29 april 2006

05.15 u – we worden spontaan wakker niettegenstaande onze (elektrische) wekker maar om 05.30 u zou aflopen. Voor alle zekerheid, ingeval de stroom zou uitvallen, had ik ook het alarm van mijn GSM ingeschakeld. Na een verfrissende douche en nog enkele laatste voorbereidingen komt Kristof ons afhalen op 07.30 u. Godelieve en Lucien zijn reeds vooraf opgehaald.

07.30 u – we komen aan in Sint-Pietersstation en ik koop vier spoorkaartjes enkele reis naar Brussel Nationale Luchthaven (samen € 33,60).

De rechtstreekse trein vertrekt om 08.33 u. We zijn nog wat te vroeg en drinken in het stationsbuffet nog een koffie. Het is er nog rustig omdat het weekend is.

Op de trein zitten er heel wat reizigers die grote koffers bij zich hebben en dus duidelijk ook onderweg zijn naar de luchthaven.

Wij komen in de luchthaven aan om 09.56 u. Aan de balie van Thomas Cook halen we de gebruikelijke reistas af en worden we verwezen naar de incheckbalie 10.8. Wij zijn bij de eersten die inchecken maar krijgen 4 plaatsen op de 3de laatste rij van het vliegtuig. Later zal blijken dat dit gemakkelijker zetels zijn dan de voorgaande rijen die 2 x 3 zetels per rij tellen. De laatste rijen hebben slechts 2 x 2 zetels per rij. Het vliegtuig van de chartermaatschappij TNT is van het type B 737. Het toestel geeft meer beenruimte dan de nieuwere toestellen en zit dus gemakkelijk.

Na het inchecken nuttigen we nog iets en passeren we vervolgens de pascontrole. Wij zoeken de weg naar poort 48 (later gewijzigd naar poort 52). De veiligheidscontrole gaat gepaard met het nodige piepen van de alarmen. Blijkt zelfs dat vochtige doekjes die verpakt zijn in folie het alarm doen afgaan. Ieder van ons moet nog een bijkomende controle passeren omdat er wel iets in onze zakken zit dat het alarm laat afgaan. Uiteindelijk geraken we toch door de controle en stappen we in een tiental minuten naar poort 48 waar we wachten op het vliegtuig. Via de website van www.brusselsairport.be had ik kunnen achterhalen dat ons vliegtuig uit Palermo moest komen en dat de landing voorzien was om 12.05 u. Wijzelf zouden vertrekken om 13.05 u. Het toestel komt echter met 15 minuten vertraging aan en kan met het uitstappen van de passagiers, het uitladen van hun bagage, het voltanken van het vliegtuig en het inladen van onze bagage beginnen. Met een kleine vertraging op het voorziene schema kunnen we instappen. Terwijl we staan aan te schuiven, staan we in de buurt van een vrouw die waarschijnlijk een ganse knol look naar binnen heeft gewerkt want het mens verspreidt een degoutante geur. De zon schijnt reeds de ganse voermiddag maar de temperatuur is aan de frisse kant (12 graden).

Om 13.30 u gaan we de lucht in met 25 minuten vertraging op het voorziene schema. Volgens de gezagvoerder van het toestel zou het in Palermo 18 graden zijn en licht bewolkt. Tijdens de vlucht krijgen we te maken met wat lichte turbulentie en worden we verzocht onze gordels vast te maken.

Om 16 u precies landen we op de luchthaven van Palermo na een vlucht van twee en een half uur. De verplaatsing van het toestel naar het luchthavengebouw gebeurd met een bus. Bij het instappen misreken ik mij, struikel ik en kruip ik als het ware op handen en voeten de bus in, echter zonder veel erg. Na onze valiezen te hebben gerecupereerd treffen we de hostesses van Thomas Cook aan in de hal van de luchthaven. Zij begeleiden ons naar de klaarstaande bussen. Lea en Godelieve wijzen me op een ca 70 jaar oude man die een verpestende geur verspreid. Ik bemerk dan dat zijn broek al jaren de binnenkant van een wasmachine niet heeft gezien. Hij stapt op dezelfde bus als die welke wij moeten nemen. Blijkbaar waren wij niet de enigen die de kwalijk riekende man hadden opgemerkt want iedereen kroop vooraan in de bus en gelukkig was nog een kwart van de bus vrij en zette de man zich gans achteraan in zijn eentje.

Na iets minder dan een uur rijden, het is dan 18 u, bereiken we het hotel Torre Artale. Wij zijn de eerste van de bus die onze bestemming bereiken (in het terugkeren zullen we dan ook de laatste zijn die worden opgehaald). Onderweg naar hier kregen we wat lichte regen.

Aan de receptie krijgen we de sleutels voor kamer 112 (Godelieve en Lucien) en 114 (onze kamer). Kamer 112 is een kamer die loopt over twee verdiepingen met beneden een living en de badkamer en op de verdieping de slaapkamer. Het nadeel van deze kamer is dat wanneer men ’s nachts naar het toilet moet men de draaitrap af moet naar de badkamer. Langs de andere kant van de ruime hall ligt onze kamer. Het is een gewone kamer, met badkamer, die net gepast is van ruimte. Een van onze valiezen geraken we kwijt boven op de kast en de andere op de ijskast.

Na een opfrisbeurt zoeken we het restaurant op. In de gids van Thomas Cook stond dat we keuze hadden tussen buffet en een keuzemenu. Dit blijkt echter niet te kloppen wat het buffet betreft en nadat we dit laten navragen hebben door de hostess van Thomas Cook bij haar bezoek ’s anderendaags.

Avondmaal: we kiezen voor:

- asperges- en courgettensoep

- pladijs

- fruit als dessert

- wijn: witte Robinia (zoals gebruikelijk probeert de ober ons een duurdere wijn

aan te smeren)

In de bar drinken we nog elk een amaretto en bij de tweede ronde een amaretto, een grappa en twee rums.

Rond 22 uur gaan we slapen. Niettegenstaande het venster op een kier staat (alle vensters zijn hier voorzien van zonneblinden) is het stil in de kamer.

Zondag 30 april 2006

06.50 u: opstaan. Na de gebruikelijke ochtendrituelen wek ik Lea en doe daarna een kleine wandeling in en rond het hotel waarbij ik Lucien tegenkom die reeds een blokje om heeft gelopen. De zon schijnt volop en zal pas tegen de avond achter dreigende wolken verdwijnen.

08.00 u: we gaan ontbijten (de tijden van de maaltijden zijn: ontbijt tussen 7 u en 10 u, middagmaal tussen 12.30 u en 14.00 u en avondmaal tussen 19.30 u en 21.30u). Het ontbijtbuffet gaat door in een ander deel van het hotel dat meestal gebruikt wordt voor het avondmaal van de groepen die hier regelmatig aan en af gevoerd worden (hoofzakelijk Duitsers). Het bestaat uit een keuze van croissants, piccolo’s, cake, stukjes confituurtaart, verschillende soorten vlees en kaas, soms ook een soort van petitfours waaronder een model “sigarette Russe” die gevuld is met een bijzonder smakelijk creme die we ook nog op andere plaatsen in Sicilië tegenkwamen, fruitsappen (2 soorten), thee, koffie, warme melk en cacao, (later op de week ook yoghurt), gedroogde pruimen, ananas en perziken.

Na het ontbijt verkennen we het uitgebreide terrein van het hotel. Het was de vroegere residentie van de markies Artale van San Onofrio. Tussen de gebouwen die zich nagenoeg allen op het gelijkvloers bevinden staat heel wat groen. Vooral de reuzelpalmbomen zijn nadrukkelijk aanwezig. Het geheel doet mij denken aan een Spaanse of Mexicaanse haciënda. In het hoofgebouw is er ook een kleine maar mooi versierde huiskapel. Het hotel is uitgerust voor seminaries met grote groepen.

Om 10.30 u, volgens afspraak, komt de man van Avis met de huurwagen aangereden. Blijkt dat hij een wagen bij heeft uit een hogere categorie dan die welke we besteld hebben maar stelt ons gerust dat we hiervoor niet moeten bijbetalen. (waarschijnlijk was er geen wagen vrij uit de lagere categorie). Wel overtuigt hij ons om een bijkomende omniumverzekering te nemen met volledige dekking. We vinden het maar veiliger dit te doen. Volgens de man kost ons dit € 180 (te delen met twee) maar wanneer ik enkele dagen na onze thuiskomst de factuur in de brievenbus vind bemerk ik dat de verzekering € 167.22 kost + € 14.50 milieutoeslag + € 36.34 lokale taks samen dus € 218.06. Vooral de milieutaks in Sicilië is een lachertje, zoals verder uit dit verslag zal blijken.

Onder een stralende zon zitten we op het terras nabij de bar en wachten op de komst van de hostess van Thomas Cook om 12.45 u. Zij is ruimschoots op tijd. Zij geeft de gebruikelijke uitleg over de gebruiken en de streek. Wel is ze tevreden dat wij een wagen gehuurd hebben en een heuse voorbereiding gemaakt hebben om uitstappen te doen. Dit spaart haar heel wat tijd en moeite. Het probleem blijkt te zijn dat toeristen naar dit hotel komen zonder goed te weten waar ze terecht komen. Buiten het hotel is er op wandelafstand niets te vinden dat interessant is, een wagen is dus een noodzaak.

Godelieve heeft deze morgen reeds goed gebruik gemaakt van de zonnebrandcrème en die is wat in haar oog gelopen. Dit veroorzaakt een pijnlijke prikkeling die het oog doet tranen. We hopen dat het vlug overgaat.

Met de pas ontvangen auto gaan we op pad in de buurt om iets te eten. Een restaurantje aan het strand in de buurt van Trabia vinden we vlug. We eten er twee spagetti’s met vlees en twee spaghetti’s met zeevruchten. Deze met zeevruchten is zeer lekker. Na het eten voeren we Godelieve en Lucien terug naar het hotel omdat ze daar gemakkelijke haar oog kan spoelen met lopend water. Wijzelf rijden een eind langs de kustweg in de richting van Cefalu, rijden enkele stadjes binnen maar vinden nergens een stalletje of een winkel met fruit. Het is zondagnamiddag en alles is dus gesloten. Enkel de restaurants en andere eet- en drinkgelegenheden zijn open. Morgen is het 1 mei, dus ook dan zullen we tevergeefs zoeken naar fruit.

Omstreeks 17 u zijn we terug in het hotel en de prikkeling in het oog van Godelieve is reeds wat verminderd. We blijven nog wat napraten op het terras. De zon gaat echter schuilen achter de wolken maar het blijft droog (ca 18 graden).

19.30 u: avondmaal: -zuppo di verdure con riso (soep van groenten en rijst)

-Gamberoni alla griglia (reuzengarnalen (gamba’s) gegrild)

-gebak als dessert

Na nog even de bar te hebben aangedaan voor een slaapmutsje gaan we om 22 u slapen. Bij het naar onze kamer gaan komen we voorbij een zaal van het hoofdgebouw waarin een zondagmis wordt opgedragen. De Siciliaanse gezangen, begeleid op gitaar, strelen zodanig mijn oor, dat we nog een tijdlang blijven luisteren.

Maandag 1 mei 2006

In de loop van de nacht heb ik wat last gehad van een mug. Ik was reeds om 5 u wakker door het gebrom van het bloedzuigend diertje maar sta pas op om 6 u.

7.30 u: ontbijt.

9.30 u: start van onze eerste rondrit.

Vanaf het hotel rijden we via de verbindingsweg die onder de snelweg Palermo Catania/Messina doorloopt, naar de kustweg S11321. Daar slaan we rechtsaf richting Termini Imerese. Ter hoogte van dit weinig aantrekkelijk stadje slaan we rechts af en rijden het binnenland in. We volgen de S 285. Het eerste stadje dat we tegenkomen is Caccamo en ligt zoals de meeste Siciliaanse stadjes op een berghelling. Al vlug vinden we de juiste weg naar het kasteel dat toebehoorde aan het geslacht Chiaramonte. Na onze wagen te hebben geparkeerd vlak in de buurt, op waarschijnlijk de enige vrije parkeerplaats, brengen we een bezoek aan het kasteel. Het verwonderd mij dat we nergens een loket vinden waar we moeten betalen. Het is een prachtig kasteel met een prachtige meubilering en die niet te overdadig is. In een van de zalen staat een antiek houten kamertoilet. Lucien en Lea demonstreren die even voor de foto. Vanop het kasteel heeft men een prachtig panoramazicht op de omgeving. En de zon brengt het geheel in een vrolijke sfeer. Wanneer we ons via de lange stenen trap willen naar buiten begeven worden we vanuit een venster, wat hogerop, toegesproken door een dame. Uit haar gegesticuleer en haar Italiaans geratel kan ik opmaken dat we in het binnenkomen toch hadden moeten betalen maar daar we maar enkele woorden Italiaans kennen hadden we de tekst op een van de muren niet begrepen en die ons naar haar wat weggestoken bureau verwees om de toegang te betalen. Dus betalen we nu de € 4 per persoon bij het buitenkomen. Het is eens iets anders.

Eens buiten het kasteel lopen we een blokje om met de bedoeling de dom te bezoeken. Die is echter gesloten (wegens 1 mei?). Op weg naar onze wagen vinden we een bar/restaurant/pizzeria open. Hier is er gelegenheid om wat water te kopen. Men wil ons een enkele fles verkopen uit de ijskast maar ik wijs op een in plastiekfolio verpakt pak van 6 flessen. Ook Godelieve en Lucien kopen een pak. Dit om niet telkens tijdens onze uitstappen op jacht te moeten gaan naar drinkwater.

Ons bezoek aan Caccamo duurt van 10.30 u tot 11.30 u.

Nu volgen we een kronkelig weggetje tot Vicari waar we aankomen om 12.50 u . Het stadje heeft heel nauwe straatjes en het kost ons dan ook moeite om uit die wirwar, met meestal tweerichtingsverkeer, te geraken. Het is te zien dat ook hier 1 mei een feestdag is want heel wat inwoners zijn hun picknick in hun auto’s aan het laden. Voor de rest geeft het stadje een slaperige indruk. Nadat we enkele minuten hebben moeten wachten, daar we niet doorkonden omdat een familie de picknick druk aan het inladen was en het straatje amper breed genoeg om een personenwagen door te laten, verlaten we Vicari en volgen we S 121. Ter hoogte van Villafrati (13.30 u) stoppen we aan een bedrijvencentrum waartussen zich een restaurant bevindt (toevallig opgemerkt door Lea). Gebruikmakend van de internationale gebarentaal, enkele woorden Italiaans en wat andere talen kunnen we ons verstaanbaar maken. We bestellen er twee keer taglia (gesneden vlees) en twee keer filet met groene pepers, 3 x cola en een Heinekenbier (samen € 65). Het is hier gebruikelijk dat men in een restaurant caperti aanrekent, dit is een bepaald bedrag voor het gebruik van het bestek (meestal tussen de € 4,5 a € 5,20 voor vier personen).

Aan een stalletje onderweg, rijdend in de richting van Palermo, kopen we wat fruit (6-tal appels en 10-tal sinaasappelen - € 8). Een tiental minuten later moeten we een dringende sanitaire stop inlassen en stoppen daarvoor aan een tankstation. Hier tanken we de wagen vol (de tank was vol bij afgifte), zijnde €17 aan €1,230/liter diesel.

Na deze stop rijden we rechtstreeks richting Bagheria en laten vanaf Bolognetta de rest van de uitgestippelde trip voor een volgende keer, dit wegens het reeds gevorderde uur. Via Villabate en de snelweg A 19, die parallel loopt met de kunstweg, en de afrit Trabia, rijden we naar het hotel.

Om 16 u zijn we aan het hotel en hebben in totaal 138 km afgelegd. Tot aan het avondeten brengen we de tijd door op het terras van het hotel.

Avondmaal: - Rigatoni alla francescana (noedels met vleessaus, paddestoelen en

hesp).

of

Crema di asparagi (aspergecremesoep)

- Filetto di sogliola alla “mugnaia” (gepaneerde zeetong filet)

- dessert

In een restaurant bestaat een volledig menu gewoonlijk uit een antipasta (voorgerecht), een 1ste hoofdgerecht, een 2de hoofdgerecht en een dessert. Hier in het hotel hebben we half pension en kunnen we kiezen uit drie 1ste hoofdgerechten, drie 2de hoofdgerechten waaronder een vegetarisch en het dessert van de dag. Elk mag vrij kiezen, we hoeven dus niet alle vier hetzelfde te nemen. We vermelden enkel de gerechten die door ons werden verbruikt.

Vandaag zijn we juist 35 jaar getrouwd. Voor deze gelegenheid trakteren we bij de maaltijd op twee betere flessen witte wijn CORLEONE, afkomstig van het gelijknamig stadje een 20-tal km hier vandaan. We blijven nog lang napraten en eens de bodems van beide flessen in zicht waren drinken we nog een slaapmutsje in de bar.

De ganse dag was het uitstekend weer met slechts enkele wolkjes aan de lucht.

Om 22.30 u gaan we slapen.

Hotel Torre Artale

Het hotel is gelegen in een uitgestrekt domein. Het hoofdgebouw bestaat uit gelijkvloerse gebouwen die omheen een tweetal binnenkoeren en een tweetal binnentuinen geplaatst zijn. Het centrale deel, met een bordes met twee trappen, doet denken aan een haciënda. De kamers zijn bereikbaar via smalle gangen en straatjes die het geheel gezellig maken. In een boom van een van de binnentuintjes heeft een uil zijn vaste stek gevonden. Waarschijnlijk hebben de meeste kamers een verschillende vorm.

Wij hebben half pension en mogen voor het avondmaal kiezen uit het keuze menu. De maaltijden zijn uitstekend, niet overvloedig, maar voldoende. Het restaurant voor individuelen heeft muren uit grote natuurstenen (breuksteen) en een houten dak gelegd op houten dwarsbalken.

De ruime buffetzaal heeft een vierkante vorm en is rondom rond met glazen (deur)ramen afgesloten. Hier gebruiken de groepen hun avondmaal en iedereen het ontbijt.

De gebouwen zijn omgeven door bomen (vooral palmbomen en struiken). Wel zou een hovenier hier best een lange tijd nuttig kunnen doorbrengen want sommige hoeken van de tuinen kunnen wat opknapwerkjes gebruiken.

De bar bevindt zich in dezelfde ruimte als de receptie, gelegen net naast de grote inrijpoort met daarop in kapitale letters TORRE ARTALE.

Eens was het ganse complex de residentie van de markies van Artale.

Verspreid over een grote oppervlakte omheen het hotel staan tientallen vakantiewoningen. Wat hoger dan het hotel is het 50-meter zwembad gelegen. In deze tijd van het jaar zijn er nog maar weinig individuele toeristen en dus ook weinig gebruikers van het zwembad. De bustoeristen zijn overdag meestal op excursie en gebruiken dus het zwembad niet. Het zwembadcomplex is stilaan aan een restauratiebeurt toe. Tijdens de laatste dag van ons verblijf komt een groep de installaties inspecteren (ook het hotel zelf) wellicht met de bedoeling een bestek voor de herstelling op te maken.

Vanaf het zwembad (ook vanuit de benedentuin van het hotel) heeft men een prachtig zicht op de zee en de bergen onder een azuurblauwe lucht.

Een zaak is zeker. Wie hier verblijft en nog iets anders wil zien dan alleen het hotel doet er best aan een auto te huren. De dichtst bijzijnde “bewoonde” wereld is het kleine dorpje San Nicola d’Aren,a op ca 2,5 km.

Dinsdag 2 mei 2006

06.00 u: opstaan.

Na het ontbijt vertrekken we op uitstap om 9.10 u. Langsheen de kustweg S 113 en een deeltje snelweg, waarvoor we het fenomenale bedrag van € 0,80 moeten betalen (moet hiermee het personeel betaald worden?), komen we om 10.30 u aan in het stadje Cefalu (45 km). Het is er tamelijk druk maar aan het haventje vinden we al vlug een parkeerplaats binnen blauwe strepen. Dit wil zeggen dat er hier parkeergeld moet betaald worden aan een parkeerwachter (herkenbaar aan zijn blauw overgooiertje met “custode parcheggio’ erop) of ergens in een nabijgelegen winkel. Enkele meters van onze parkeerplaats staat een parkeerwachter ‘vermoeid’ tegen de betonnen muur geleund. Het algemene tarief in Sicilië is € 0,50 per uur en wij vragen maar meteen om 4 uur te parkeren. Uit de tas die op zijn mollige buik hangt, tovert hij 4 kaartjes naar boven en begint die op bepaalde plaatsen te doorprikken (de datum van vandaag, het begin- en het einduur – en dit zo 4 keer – een kaartje voor ieder uur). Het duurt zeker 5 minuten voor ik de gegeerde kaartjes in handen heb en die op het dashboard kan tentoonstellen. Wanneer ik mijn kaartje van het stadscentrum nakijk en ook even navraag doe aan een ober uit een bar, blijkt het dat we op de Piazza C. Colombo zijn, niet ver van de Piazza Garibaldi, waar we een korte wandeling aanvatten. Via de Corso Ruggero, de hoofdstraat van Cefalu, komen we aan de Piazza del Duomo (Domplein). Het bezoek aan de dom valt sterk tegen. Er wordt momenteel gerestaureerd en het reeds afgewerkte deel, de achterzijde van de kerk, heeft nog maar weinig van zijn oorspronkelijke versiering. Het mooiste deel is het koor en het linker zijaltaar. Op het plein buiten de dom zoeken we naar een toilet. In de bars is het een aanschuiven aan de toiletten. Terwijl Lea en Godelieve aanschuiven doe ik navraag bij een politeagent of er hier soms een openbaar toilet is. Hij verwijst ons naar een smal straatje links tegenover de dom en inderdaad op de hoek van het plein hangt tegen de muur een (klein) bordje met pijl. Een tiental meter in dit straatje is een openbaar (en relatief proper) toilet (tarief € 50). Na de sanitaire stop wandelen we de straat in recht tegenover de ingang van de dom en op het einde linksaf. Enkele meters verder vinden we de Arabische wasplaats. Hier kwamen vroeger de vrouwen de was doen. Na de wasplaats keren we terug op onze stappen en blijven rechtdoor de straat volgens alwaar we toegang vinden naar het kleine strand. Cefalu heeft een kleine haven met een havenmuur waarop men kan wandelen. Er liggen echter geen boten of bootjes in de haven. De huizen die langsheen het strand staan toornen hoog uit boven de begane grond. We hadden gehoopt dat er van hieruit boottochtjes zouden georganiseerd worden maar dit blijkt een ijdele hoop te zijn.

Om 12 u verlaten we de stad en rijden nog even langsheen de kust richting Messina om vervolgens aan de 1ste weg rechts af te slaan waarbij we de S 286 volgen. We rijden het binnenland in en al vlug zitten we middenin een mooi gebergte. De begroeiïng is sterk wisselend, de ene keer veel groen, bomen en struiken en de andere keer kale bergen of enkel begroeid met gras. Op dit moment bloeit de gele brem open. De randen van de wegen zijn bezaaid met deze prachtige geelkleurige bloemen. Soms zien we in de verte aangeplante velden met gele of rode bloemen. De gele zijn waarschijnlijk koolzaadplanten waaruit olie wordt gewonnen. Overal in Sicilië kom je ook de talrijke 15 a 20 cm lange muurhagedissen tegen (ook in de tuin van ons hotel) die vooral voorkomen in zuid- en midden-Europa. De beestjes zijn zeer schuw en verdwijnen al gauw in het struikgewas.

13.30 u: we komen aan te Castelbuono, na 75 km gereden te hebben. We parkeren onze auto in de buurt van het kasteel maar de rechts zittende passagiers moeten vooraf uitstappen wegens de zeer hoge boord langs de rand van de weg. Het kasteel in Arabisch – Normandische stijl uit de 14de eeuw en de in de nabijheid gelegen Chiesa Matrice Vecchia-kerk zijn gesloten wegens de middagpauze. Overal in Sicilië wordt er middagpauze gehouden tussen 13 u en 16 u. Winkels sluiten en ook de toeristische belangstellingspunten zijn dan dicht. Enkel in bars en eetgelegenheden kan men terecht. Het terras van de lokale bar in de buurt van het kasteel zit proppensvol met busreizigers. Na een 10-tal minuten zetten we onze rondrit verder. Via een bochtige bergweg bereiken we om 14.30 u (101 km) het stadje Geraci Siculo. Een deel van het stadje is nieuwbouw. Ook hier zijn de zeer smalle straten nagenoeg verlaten. In een bar, aan een pleintje, stappen we binnen. Aan de overzijde zitten een 5-tal oudere mannen op een bank hun tijd te doden. Hier maken we voor het eerst kennis met de lokale “panini’s – belegde broodjes. Deze worden meestal belegd met ham en mozzarellakaas en worden enkele minuten tussen een groot heet, soort van wafelijzer, gestopt. Daardoor smelt de kaas. 4 broodjes en 4 drankjes kosten samen € 15. Na ongeveer een uur vertrekken wij en houden aan de y-vormige splitsing rechts aan. We rijden vervolgens langs Petralia Soprana, Petralia Sottana, Piano Bataglia Mongerati en Collesano. Daar beslissen we de rest van de geplande rit niet te volgen, het rijden op kronkelige bergwegen vergt meer tijd dan gedacht, en rijden we in de richting van het aan de kust gelegen Campofelice di Roccela. Via de kustweg gaat het dan richting Palermo en het drukke Termini Imerese.

Aankomst aan het hotel om 18.10 u. Wij hebben 201 km gereden.

Avondmaal: - noedels in tomatensaus en paddestoelen

- vis met spinazie en een slaatje (dit laatste op ons verzoek)

- verse aardbeien

In de loop van de nacht krijgt Lea pijn in de keel. We dachten eerst dat de krokante koek van deze middag iets in haar keel geschonden had maar later blijkt het een heropflakkerende verkoudheid te zijn.

Woensdag 3 mei 2006

Het is 9.20 u wanneer we vertrekken aan het hotel. Wij hebben de bedoeling het afgebroken deel van de trip van 2 dagen geleden (in de buurt van Palermo) te rijden. Maar door het gebrek aan goede wegwijzers komen we zonder het te willen in de heksenketel van Palermo terecht. De verkeerschaos in de stad is onbeschrijfelijk. Nu weten we waarom bijna alle wagens schrammen en blutsen op hun koetswerk vertonen. Het zwaarste probleem is nog de talrijke scooters en bromfietsen die tussen soms bumper aan bumper rijdende wagens laveren. Een voordeel heeft het rijden in deze chaos wel: zware ongevallen door hoge snelheid gebeuren hier gewoonweg niet, alles blijft bij blutsen en builen. Na lang zoeken proberen we de juiste weg te vinden, waarbij we zelfs door het centrum van de stad rijden, en geraken dan uiteindelijk we op de snelweg richting Messina / Catania.

Om 12.50 u zijn we terug aan het hotel en hebben we toch nog 98 km gereden.

Na even onze kamer te hebben aangedaan rijden we vanaf het hotel wat landinwaarts om de omgeving te bekijken. We rijden tot het dorpje Vingtimiglia di Cisilia en keren dan terug. We passeren het hotel en een kilometer verder, richting kust, hadden we reeds een bar/restaurant/pizzeria gezien met een kleurrijke voorgevel en een mooi voortuintje. Wij besluiten hier een middagmaal te gebruiken. Hier leren we dat men bijna nergens in Sicilië overdag pizza’s kan krijgen in een restaurant of bar. Deze zijn pas verkrijgbaar ’s avonds en dan nog meestal vanaf 20 u. Wij bestellen Spaghetti con Ricci (normaal is dit gekrulde spaghetti maar hier krijgen we gewone spaghetti). De hoeveelheid was naar de schaarse kant, de saus was lekker maar de prijs aan de hoge kant (€ 10 per bord). Met alle dranken inbegrepen betalen we samen € 60,90. We nemen als dessert nog een ijsje. De uitbaters van dit restaurant profiteren er van om een veel te hoge prijs te vragen omdat het naburige hotel (ons hotel) ver afgelegen is van andere eetgelegenheden en dat de toeristen die over geen wagen beschikken quasi verplicht zijn naar hier te komen wanneer ze ’s middags iets achter de kiezen willen krijgen. Wij hebben voor de rest van ons verblijf dan ook het restaurant links laten liggen.

Na het middagmaal gaan we wat rusten op de kamer (wegens Lea haar verkoudheid) en brengen dan de rest van de namiddag door op het terras van het hotel.

Avondeten: - wortelsoep met croutons

- kalkoen

- ijstaart

Donderdag 4 mei 2006

06.20 u: opstaan. 07.30 u: ontbijt.

Omstreeks 9 u vertrekken we op uitstap in de buurt van Trabia. Vooraf tanken we aan een benzinestation in Trabia (€ 35 – 28,5 liter diesel aan € 1,250/liter). We rijden via het hotel, het stadje Vengtimiglia di Sicilia (9.45u – 27 km), Baucina, rechtsaf de S 121 naar Bolognetta, linksaf de S 118 volgen naar Corleone.

We stoppen even in Corleone van 11 u tot 11.30 u, de thuisstad van de aangehouden maffialeider. Vervolgens gaat het verder langs Campofiorito en Bisaquino naar Palazzo Adriano. Ter hoogte van deze stad stoppen we van 13.50 u tot 14.40 u (138 km). We hadden al gedacht geen eetgelegenheid meer te vinden maar plots doemde er een op langsheen de hoofdweg. Het restaurant is goed bezet met zowel werklieden in werkplunje als personen in een maatpak. Een menukaart kan men ons niet voorleggen en om het niet te moeilijk te maken bestellen we maar men ons vieren een spaghetti bolognese, een biertje en een grote fles cola. De spaghetti is uitstekend met veel vlees in de bolognesesaus en ruim voldoende. Hier kost een bord slechts een goede 4 euro. Samen betalen we met de dranken inbegrepen € 23, 50.

Ons volgend doel in het stadje Prizzi dat gelegen is op 1007 m en volgens de kaart een goed uitzicht geeft op de omgeving. Eens in het stadje zien we een bordje dat aangeeft dat er daar ook een kasteel is. Wij proberen deze richting te volgen maar de straatjes, die steeds smaller worden, lopen daarbij ook nog eens naar omhoog. Tot we ten slotte niet meer verder kunnen daar de straat in twee helften verdeeld wordt, een deel dat naar beneden loopt en een deel dat naar boven gaat. Er zit niet anders op dan even achteruit te rijden, in een uitstulping te wenden en dan terug naar beneden te rijden. We houden het bezoek aan de stad voor bekeken.

We vervolgen ons parcours langs Carcaciotto, Lercara, Vicari, Vilafrati, Baucina, Vingtimiglia di Sicilia.

We komen aan in het hotel om 17 u en na 227 km.

Zoals gebruikelijk brengen we de rest van de tijd, tot aan het avondmaal, door op het terras en genieten we van de ondergaande zon.

Avondeten: - Rigatoni ai funghi (noedels met champignonsaus)

- Calamari fritti (gebakken inktvisringen – zeer goed klaargemaakt!)

- vers fruit

Vrijdag 5 mei 2006

06.15 u opstaan.

Na het ontbijt vertrekken we naar Termini Imerese waar volgens inlichtingen, die we in de receptie van het hotel verkregen hebben, er vandaag markt zou zijn. We vertrekken om 9 u. Eens in het centrum van deze weinig aantrekkelijke stad vinden we op het eerste zicht niets dat op een markt gelijkt. Wij rijden wat rond in het centrum en vragen aan een groep mannen die aan een straatversmalling staan te praten maar de “mercato” (markt). Een van de mannen zegt dat het om de hoek is enkele honderd meter verder. Even verder zien we in de verte de kramen staan in de buurt van de haven. In een straat naar de haven wijst een semi-officiële parkeerwachter mij een plaats aan voor een grote ijzeren poort. Ik wijs nadrukkelijk naar de poort maar de man probeert me duidelijk te maken dat de poort niet meer gebruikt wordt. We parkeren dan maar voor de poort en ik kijk nog even door een spleet waarbij ik bemerk dat deze poort wel degelijk niet meer gebruikt wordt. De wachter zegt me tevens dat ik pas moet betalen wanneer ik terugkom. Ik heb er echter mijn twijfels over dat er hier parkeergeld moet betaald worden maar niet vertrouwd zijnde met de plaatselijke gebruiken zal ik toch maar het zekere voor het onzekere nemen.

De markt bestaat uit twee lange rijen kramen die op de weg naast de haven staan opgesteld. 80 % van de waren die er verkocht worden zijn kleren. De plaatselijke bevolking graait gretig in de hopen kleren. Wijzelf kopen een kleinigheid voor Marijke en William. Ook kopen we er wat sinaasappelen en kiwi’s. Daar het glas van mijn uurwerk het begeven heeft koop ik hier een nieuw uurwerk voor een spotprijs. Op andere plaatsen kan ik zelfs nog wat afdingen op de prijs maar de uurwerkverkoper blijft het been stijf houden.

Eens terug aan de wagen vraagt de parkeerwachter (?) mij € 5. Ik trek even wijd de ogen ongelovig open en vind de prijs wat aan de hoge kant. Al vlug veranderd de man van prijs en zegt dat € 2 genoeg is. Ik betaal hem die zonder echter zeker te zijn dat ik dit wel moest doen.

Terug in het hotel gaan we wat zonnebaden aan het 50-meterzwembad. Niet ver hier vandaan, richting Palermo, bevindt er zich een langgerekte bergrug. Regelmatig hangen er tegen de toppen wat wolken, vooral na de middag. Maar vanaf hier richting zee schijnt de zon volop. Op het middaguur heerst er een hoge U.V.-factor zodat zonnecrème zeker geen overbodige luxe is.

Vooraleer we de markt verlieten kochten we in een bar een drietal belegde broodjes (panini’s). Na het zwembad eten we onze broodjes op op een patio van het hotel. Dit doet er ons aan herinneren dat we ook nog voor iets te eten moeten zorgen voor woensdagmiddag, de voorlaatste dag van ons verblijf, omdat we onze wagen moeten inleveren om 09.30 u. Na onze broodjes binnengewerkt te hebben rijden we naar Trabiastad op verkenning om te kijken of we daar dan aan broodjes kunnen geraken. Dit blijkt geen geschikte locatie te zijn. Daar het dan 15 u is kunnen we hier ook niet tanken wegens de middagpauze. We zullen dit uitstellen tot morgen. Na deze verkenningstrip naar Trabia rijden we naar de bar in de buurt van het hotel en gaan er een ijsje eten. Terwijl wij een bad nemen zijn Godelieve en Lucien naar het zwembad gegaan maar bij hun terugkeer zit hun kamer zonder stroom. Ik vind al vlug de zekeringkast en schakel de gesprongen verliesstroomschakelaar terug in. Waarschijnlijk wordt dit probleem veroorzaakt door de ijskast. Door de stekker uit te trekken is het probleem opgelost.

Avondeten: - Rigatoni amatriciaba (noedels met tomaten spek en chilipeper)

of

Pennette marinara (pennenoedels met zeevruchten)

of

Zuppa di verdure (groentensoep)

- Filette di platessa al pane ‘Filicudiano’ (gepaneerde zeetongfilet)

- gebak

Zaterdag 6 mei 2006

06.15 u: opstaan. 7.30 u ontbijten.

08.30 u: we vertrekken voor een bezoek aan de Etnavulkaan. Op de snelweg, even na Termini Imerese, tanken we voor € 40. We rijden via de snelweg A19 richting Catania. Eens we in het binnenland zijn krijgen we te maken met een kortstondig buitje, net genoeg om eens onze voorruit te kuisen, want de ruitensproeier is leeg. We rijden over een bijna verlaten snelweg waarvan grote delen op pijlers werden gebouwd. Even voor Catania wisselen we van snelweg en volgen nu de A 18 richting Messina. Ik heb uitgerekend dat we aan de 4de uitrit de snelweg moeten verlaten. Dit blijkt nog te kloppen ook. We verlaten de snelweg te Gravina en rijden via de gewone weg richting Etna (meestal goed aangeduid). Na Nicolos komen we, via een stijgende weg die afgeboord is met uit lava gehakte stenen, aan in de Refugio Sapienza op 1910 meter hoogte. Hier zijn grote parkings die op dit tijdstip van het jaar nog grotendeels leeg zijn. Daarnaast zijn hier een tweetal eetgelegenheden en een 6 a 7-tal souvenirbarakjes. Van hier vertrekt de kabelbaan tot een hoogte van 2600 meter. Voor de prijs van € 45 krijg je de kabelbaan en de jeep die tot het hoogste toegelaten punt gaat, zijnde 2900 meter. De top van de Etna bevindt zich op 3340 meter en is zelden wolkenloos. Hoe hoger wij gaan, hoe kouder het wordt. Eens uitgestapt aan het bergstation van de kabellift stappen we over in de speciale busjeeps met hoge wielen die voorzien van extra veringen. Hoe meer we naar de top gaan hoe groter de lavabrokken worden met uitzondering van het eindpunt van de jeeps waarvan de bodem uit fijnverpulverde lava bestaat. Een aantal geoefende wandelaars zetten van hieruit hun tocht verder naar de top. Het is er behoorlijk koud, we schatten rond de -5 graden. De wind waait er stevig, reden genoeg om er niet al te lang te toeven. De uitleg die de gidsen geven is voor ons meestal niet verstaanbaar. Ook vandaag zit de top achter grijze wolken. Wanneer we de jeep terug opzoeken vallen er zelfs enige sneeuwvlokjes. De wegen langs waarheen de jeeps rijden zijn slechts provisorisch aangelegd en we worden onderweg goed door elkaar geschud. Betoverend zijn de rechte sneeuwwanden langs weerszijden van de weg.

Van de Etna zijn er 135 uitbarstingen bekend in de loop van de geschiedenis. De laatste had plaats in 1992. Vanaf 1983 werd een nieuwe techniek toegepast om de lavastroom om te leiden om enkele dorpjes te beschermen. Tijdens de uitbarsting van 1992 werd de nieuwe techniek nog verbeterd.

Eens terug aan de Refugio Sapienza betalen we de parkeerwachter. We zijn vrij van te geven wat we willen. Het is dan 13.30u.

In de grootste eetgelegenheid van de twee eten we een belegd broodje met hesp en mozzarellakaas.dat zoals gebruikelijk tussen een ijzer opgewarmd wordt. We betalen alles samen, drinken inbegrepen, € 25, 50.

14.20u: wij begeven ons op de terugweg. 17.00 u: aankomst aan het hotel. Aantal afgelegde kilometers: 433.

Voor we naar het restaurant gaan voor het avondmaal zijn we op het pleintje voor het bordes nog getuige van een huwelijksreceptie in open lucht. De bruidstaart wordt aangesneden en de champagne ontkurkt.

Buiten enkele regendruppels op de heenweg en ook op de terugweg (nagenoeg op dezelfde plaats) en de wolken rond de top van de Etna was het de ganse dag zonnig.

Avondeten: - Crema di aspergi (aspergenroomsoep)

- Casciotto di vitello all’arancia (gigot de veau met sinaasappelsaus)

of

Calamari Fritti (gefrituurde inktvisringen)

- ijstaart

Enkele Siciliaanse eigenaardigheden

-Meestal sluiten winkels en bedrijven de deuren tussen 13 en 16 u voor de middagpauze. Zelfs de meeste benzinepompen zijn gesloten. Wel blijven de eetgelegenheden open.

-Je kan hier enkel pizza’s krijgen ’s avonds en dan nog meestal na 20 u.

-De meeste benzinepompen worden bediend door een pompbediende aan wie je het verschuldigde bedrag betaald.

-Parkeren binnen een parkeervak van blauwe lijnen is onderhevig aan het betalen van parkeergeld. Het tarief is overal gelijk: 0,50 per uur. Parkeerbiljetten kan je kopen aan een parkeerwachter of in bepaalde winkels in de buurt van de parkeerplaats.

-Toiletten hebben meestal geen waterbakken, wel een hevel die je moet open en dicht draaien. Het water spoelt onder hoge druk het toilet door.

-Tijdens ons ganse verblijf hebben we niet een echte bakkerij gezien, noch een slagerij. Patisserie en andere bakkerijwaren zijn verkrijgbaar in de overal aanwezige bar/restaurants/pizzeria’s. Hier kan men tevens snacks krijgen en zelfs een gans menu. De belegde broodjes zijn doorgaans belegd met ham en mozzarellakaas, met soms enkele varianten.

-In de steden is het moeilijk om een parkeerplaats te vinden. Het rijgedrag van de Sicilianen moet men gewoon worden. Volle witte strepen en rode lichten worden wel eens genegeerd. Daarentegen tolereren ze dat jijzelf ook de regels niet al te nauw neemt en rijden op die manier anticiperend. Claxonneren doen ze niet om je op een fout te wijzen maar om zich te laten opmerken en je aandacht te trekken..

-Heel wat bewoners rijden met verouderde kleine voertuigen zoals bvb Fiat. Hier zie je nog regelmatig de zogenaamde Fiat “bolhoedjes” rondrijden. Die moeten minstens 40 jaar oud zijn. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van driewielige voertuigjes met achteraan een laadbak. Deze zijn uitgerust met een motor van een bromfiets of moto. Deze voertuigjes hebben het voordeel dat ze gemakkelijk in de smalle straatjes van de steden kunnen.

-Op zondagnamiddag zijn de winkels potdicht. De nog streng katholieke Sicilianen respecteren de zondagsrust.

-Hier is er nog geen sprake van een politiehervorming. Men kent hier nog verschillende soorten politiediensten zoals de carabinieri, de gemeentelijke politie, enz.

-Het minste dat gezegd kan worden van de Sicilianen is dat ze aan de slordige kant zijn en weinig milieubewust. De straten langs de kust en in de kuststeden liggen vol met zwerfvuil. Je moet niet verwonderd zijn plots een lege plastiekfles of bananenschillen vanuit een open raam van een auto naar buiten te zien vliegen. Vuilnis verbranden in open lucht is hier nog een dagelijkse bezigheid. Vuilnis sorteren is er helemaal niet bij. Toen wij na onze thuiskomst de factuur ontvingen van een bijkomende verzekering voor de auto bemerkten we dat er een flinke som milieutaks was aangerekend. Van een contradictio in termis gesproken!

-Openbare toiletten in de steden zijn hier zeldzaam. In geval van nood stapt men een bar binnen en heeft men er zelfs geen probleem mee dat men gewoon vertrekt zonder iets te gebruiken.

Zondag 7 mei 2006

Om 8.45 u vertrekken we richting Bagheria (niet ver van Palermo) voor een bezoek aan de archeologische site van Solunto. We bezoeken de site en het museum. Vervolgens rijden we nog iets verder en drinken iets in het plaatsje Aspra. Om 12.45 u zijn we terug aan het hotel (70 km)

Om 13.30 u rijden we terug naar de kustweg en gaan we een “panini” eten in San Nicola l’Arena.

De rest van de namiddag brengen we door aan het zwembad. Zoals gebruikelijk komt er na de middag wat meer bewolking op maar de temperatuur blijft uitstekend. Na 17.45 u keren we terug naar het hotel en genieten we van de langzaam zakkende zon.

Avondeten: - Fusilli alla marinara (noedels met zeevruchten)

- Pesce spada alla bavarese (zwaardvis met aardappelen en

kappertjes)

- gebak

Inmiddels is de wijn Robinia bianco, die we het liefste dronken, uitgeput. Wij drinken deze avond Corvo bianco. Ik heb een trukje om de naam van de wijn te onthouden. Ik trek het etiket van de fles voorzichtig af en toon die de volgende avond aan de ober. De man begint onbedaarlijk te lachen wanneer ik iedere avond het etiket uit mijn borstzakje tover. De laatste avond was ik vergeten het etiket van een andere soort wijn af te trekken. Komt die ober toch niet breed lachend met het etiket opdagen en stopt dit in mijn handen.

Maandag 8 mei 2006

06.00 u: opstaan. Ik maak een wandeling in de tuin, zoals bijna iedere ochtend. Alle wolken zijn in de loop van de nacht verdwenen. De zonsopgang is mooi. De temperatuur is zacht en schommelt hier overdag steeds tussen de 19 en 22 graden. Vanop het terrein van het hotel is het zalig te genieten van het zachte ochtendlicht van de opkomende zon.

Bij mijn terugkomst in de kamer is er een elektriciteitsprobleem. Overal brandt de noodverlichting en in de kamers is er geen stroom. Ik ga dit even melden aan de receptie maar daar wist men er al van. Na enkele minuten is het probleem opgelost.

07.30 u: ontbijt.

08.20 u: we vertrekken voor een uitstap naar de zuidkant van het eiland, meer bepaald naar Agrigento. Via Vingtimiglia di Sicilia (een naam die klinkt als een gedicht), alwaar we € 41 tanken aan € 1,245 / liter, en Baucina rijden we rechtstreeks naar Agrigento via de S 121 en de S 189. We komen er aan om 11.30 u. Wij willen de uitgestrekte archeologische site van de Vallei der Tempels bezoeken. Wij vinden een aantal wegwijzers die de goede richting aanduiden maar hoe dichter we bij de stad zelf komen hoe minder we er nog zien. We rijden een grote parking op, waarop nogal wat bussen staan, en parkeren er ons even. Ik stap uit en naast ons staat er een wagen waarin de bestuurder nog aanwezig is. Ik vraag hem de weg naar de Valle dei Templi. De man stapt gewillig uit zijn wagen en begint in het Italiaans de weg uit te leggen. Daar hij een hevige stotteraar is en alle woorden zowat drie maal herhaalt, kan ik hem goed volgen. Blijkt dat we aan het volgende kruispunt rechtsaf moeten en dan nog een kilometer rijden om aan de parking aan de ingang van de site te komen. Net als wij vertrekken rijdt er een bus de parking af die blijkbaar zijn passagiers gaat opladen aan de uitgang. Wij volgen de bus en we bemerken dat ik de bereidwillige man wel goed begrepen had. We parkeren de wagen op de parking aan de ingang en betalen hiervoor € 2 (zogezegd om de ganse dag te parkeren). De toegang kost ons € 6 per persoon. Tot hier hebben we 130 km afgelegd. We bezoeken de uitgestrekte site waarop nog enkele tempels goed bewaard zijn gebleven. Ondertussen schijnt de zon overvloedig en is de temperatuur juist gepast. Twee van de tempels staan in de steigers wegens restauratie, wat een beetje storend is voor het zicht op de bouwwerken. De site wordt doorkruist daar een drukke weg. Je kan het eerste deel van de site gewoon verlaten, de drukke straat oversteken via het zebrapad waar twee verkeersagenten het verkeer regelen en dan langs de overkant het tweede deel binnengaan doormiddel van het kaartje dat je aan de ingang kocht en die je in de gleuf van het draaihekje moet stoppen om het te openen. Op dit tweede deel ligt nog een reusachtige telemon, een van de 14 die ooit de gevel van een tempel ondersteunden. Het is echter een kopie. Om terug te keren moeten we via dezelfde weg. Wij proberen met ons kaartje binnen te geraken op het eerste deel van de site en net op dat ogenblik weigert het draaihekje alle dienst. De bewaakster wordt verwittigd en die laat ons via een ander hekje binnen.

Bij het verlaten van de stad is het even zoeken om de juiste weg te nemen maar uiteindelijk komen we terug op de S 189 terecht.

Te Campofranco vinden we een geschikt restaurant en gebruiken we er elk een spaghetti bolognese, een biertje en een grote fles cola. We betalen hiervoor samen € 29,30. De 30 cent liet de uitbater vallen, wat hier blijkbaar gebruikelijk is.

Na 283 km komen we om 17 u aan in het hotel.

Avondeten: - Crema di asparagi (groene aspergensoep)

- Taglia di manzo al radicchio (rumsteak met witloof – wij vragen om er

wat friet bij te doen

- ijstaart

Dinsdag 9 mei 2006

Vertrekken om 08.50 u. We rijden via de snelweg tot voorbij Cafalu, betalen de baantaks van € 0,80 en rijden dan het binnenland in. Wegens een wegomlegging komen we terecht in Pollina. We volgen daarna de D 286 tot Castelbuono. De vorige keer dat we hier voorbij kwamen was het kasteel gesloten. Nu kunnen we het kasteel bezoeken (€ 2 per persoon). Het is er druk want het is de periode van de schoolreizen. Na het bezoek zetten we onze weg verder langs Geraci Siculo, Petralia Soprana, Petralia Sottana. Ter hoogte van dit stadje slaan we links af. We rijden via de S 120 langs Castellana Sicula. Even verder dwarsen we de snelweg A19 en rijden tot Caltavuturo. We rijden het stadje binnen en stoppen er om iets te eten. In een bar/restaurant/pizzeria eten we een stuk pizza. Dit is de enige gelegenheid waar we op dit uur van de dag aan een pizza konden geraken. De pizza”s worden opgewarmd in een microgolfoven, maar net iets te weinig naar mijn zin. Naast het stuk pizza, neem ik nog een gevulde koek, gevuld met een zeer lekkere typische crème die ik ook al in het hotel had geproefd in de “sigarette russe”. Na het verlaten van Caltavuturo nemen we de kortste weg naar de snelweg en het hotel. Onderweg tanken we vol voor € 35 (dit is onze laatste uitstap en morgen moeten we de wagen volgetankt afgeven) .

We komen aan in het hotel om 14 u en hebben 194 km afgelegd.

Tot 16 u blijven we aan het zwembad tot het plots hevig begint te waaien, maar het is een warme wind. Ook trekken er wat wolken samen tegen de nabijgelegen bergen. Daaruit vallen er die avond amper 3 regendruppels. Een prachtige, nooit geziene regenboog verschijnt aan de hemel en blijft minutenlang de hemel versieren. Pas is in het receptiegebouw een affiche opgehangen waarop voor het volgend weekend een folklorefeest wordt aangekondigd. Dit feest staat in het teken van de op Sicilië nog veel voorkomende vrucht de mispel. Van deze vrucht wordt meestal confituur gemaakt maar om die te oogsten moet de vrucht zeer rijp zijn. Vandaar het spreekwoord “zo vurt (rot) als nen mispel”.

Avondeten: - Zuppa di verdure (groentensoep)

of

Fusilli al pesto (noedels met pestosaus)

- Artista di maiale ai funghi (varkenssneetje met champignonsaus)

of

Ricciol con pomodorino e mentuccia (“adlerfisch” met tomaten en

“poleiminze”)

- gebakje

Woensdag 10 mei 2006

07.00 u opstaan. 08.00 u ontbijt.

Om 09.30 u geef ik de sleutel van de huurwagen af aan de receptie van het hotel. Ter plaatse hebben we tijdens ons verblijf op Sicilië met deze huurwagen 1791 km afgelegd.

Het is een prachtige dag en nagenoeg wolkeloos. Het wordt ca 23 graden. We brengen de voormiddag door aan het zwembad. Enkele dagen geleden hadden we aan de barman gevraagd om voor panini te zorgen voor deze middag daar we niet meer over een voertuig beschikken. Om 11. u komt de hostess van Thomas Cook langs en deelt ons mee wanneer we morgen zullen opgehaald worden aan het hotel. Dit is om 06.20 u. Er zal een lunchpakket klaarliggen aan de receptie. De vlucht zelf is voorzien om 10 u. Wij zullen echter eerst nog naar Catania vliegen. In totaal zal de reis vanaf Palermo tot Brussel vier en een half uur duren. Aan de hostess vertellen we onze, meestal positieve, ervaringen van onze reis. Na het vertrek van de hostess verorberen we de broodjes en brengen de rest van de namiddag door aan het zwembad onder een stralende zon. We hebben geluk want had het uitgerekend vandaag moeten regenen dan het een een lange saaie dag geweest. Nu is het een uitstekende meevaller.

Rond 16 uur gaan we naar de kamer om er zoo veel als mogelijk de valiezen klaar te maken. De grootste valies vullen we proppensvol zodat we deze reeds definitief kunnen afsluiten en er ruimte genoeg over is in de kleinere valies.

Tussen 18 en 19.30 u brengen we nog wat tijd door op het terras van de bar en de reisleider (io) trakteert met een apperitiefje.

Avondeten: - Pennette alla Marinara ( Macaroni op Marinarawijze)

- Entrecotte ai ferri (gegrilde entrecote)

- vers fruit

Na het avondeten gaan we naar de receptie om af te rekenen. We schatten dat we zowat een kleine € 200 samen moeten betalen aan dranken bij het eten (telkens een fles water en een fles wijn, met uitzondering van 11 mei toen we twee flessen wijn soldaat gemaakt hebben. De receptioniste zegt dat we € 96 moeten betalen. Na overleg met ons vieren komen we tot de slotsom dat dit niet klopt. Ik vraag nadrukkelijk aan de receptioniste om alles nog eens goed na te kijken ook daar we twee kamernummers hebben en de obers soms één en soms twee nummers op de rekening noteerden. Ze blijft bij haar standpunt dat de rekening klopt en zegt nog al lachend dat wanneer ik vrijwillig meer wil betalen dat gerust mag doen. De oorzaak van de fout moet wellicht gezocht worden in het feit dat er van computerprogramma gewisseld werd in de loop van de week en dat er iets is fout gelopen bij de overdracht. Zo betaalden we ongeveer € 100 (4000 BEF) te weinig. Maar daar treuren we niet om.

Met het oog op de reis van morgen gaan we niet al te laat slapen.

Donderdag 11 mei 2006

Ik sta op om 4.30 u. Na een douche en het nog resterende in de valies te hebben gestoken, brengen we de koffers naar de receptie en wachten daar op de komst van de bus. Bij de afgifte van onze kamersleutels krijgen we een lunchpakket dat echter aan de karige kant is, maar op dit uur hebben we toch nog niet veel trek. Het blijft echter wachten op de bus en wanneer die niet opdaagt bel ik het gsm-nummer van de hostess van Thomas Cook. Het is dan 6.45 u. Ze antwoord dat ze net aan het hotel aankomt. Ik heb nog maar pas mijn gsm afgesloten of de bus stopt voor de poort. Via Palermostad, waar we wat tijd verliezen door de verkeersdrukte, bereiken we om 08.10 u de luchthaven. Het inchecken neemt maar enkele minuten in beslag en het is eventjes zoeken naar de juiste poort (gate). Die bevindt zich op de eerste verdieping. De toiletten nabij ingang van de luchthaven zijn nog niet gepoetst en zijn een regelrechte ramp. Op de 1ste verdieping gaat het beter.

Inmiddels is het toestel, een Airbus 320, van Thomas Cook reeds aangekomen. De passagiers voor Palermo zijn bezig met uitstappen en van zodra dit achter de rug is kunnen wij instappen. Het vliegtuig, dat van Brussel komt, zit nog voor driekwart vol met mensen die naar Catania moeten. Het is dan 9.25 u. Op de vlucht naar Catania hebben we geen specifiek zetelnummer, we mogen de vrije plaatsen innemen. Pas vanaf Catania hebben we de zetels 26 E, 26 F, 29 E en 29 F.

Om 10 u stipt stijgen we op te Palermo. De vlucht naar Catania duurt ca 25 minuten. Het is helder weer en het toestel vliegt vrij laag zodat we een prachtig zicht hebben op het Siciliaanse landschap.

We komen aan te Catania om 10.25 u. Daar moeten alle passagiers het toestel verlaten, eerste diegenen die ter bestemming zijn en dan wij die naar de transitruimte gebracht worden. Daar kunnen we in een klein winkeltje iets te eten kopen. Na het bijtanken en het poetsen van het vliegtuig mogen we terug instappen.

Om 11.40 u stijgen we op voor een vlucht van twee en een half uur. We werpen een laatste blik op de besneeuwde top van de nabijgelegen Etna. De aankomst te Brussel is voorzien voor 14.10 u

Tijdens de vlucht is het zicht zeer goed. Vooral de besneeuwde Alpentoppen zijn prachtig. We vliegen over zuid-Italië, Boulogna, Rimini, de Oostenrijkse Alpen en Frankfurt.

Zoals voorzien landen we om 14.10 u te Brussel. Daar het een hele weg is vanaf het vliegtuig naar de aankomsthal, komen onze valiezen nagenoeg op hetzelfde tijdstip op de band terecht als wij daar aankomen.

In het station onder de luchthaven nemen we de trein van 15.04 u. Het is echter een stoptrein die pas om 16.27 u te Gent aankomt. Eens op de trein bel ik via de gsm Kristof op die ons aan het station komt ophalen. Het valt mij nu nog maar pas op dat de meeste perrons van het Sint-Pietersstation geen roltrap naar beneden hebben wat wel wat problemen geeft wanneer men twee zware reiskoffer bij zich heeft.

Even voor 17 u open ik onze voordeur. We zijn thuis.

Ons Siciliaans avontuur is voorbij.

30-05-2006 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (2)
29-05-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hotel Torre Artale - Trabia - Sicilië - Italië
Klik op de afbeelding om de link te volgen








Hotel Torre Artale - Trabia - Sicilîë

29-05-2006 om 17:44 geschreven door David Maes


>> Reageer (2)
20-09-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GROSSARL 2005 deel 1

GROSSARL – OOSTENRIJK

10 TOT 26 SEPTEMBER 2005

Zaterdag 10 september 2005

06. 14 u: vertrek – kilometerstand: 108.067 – Voor de afgelopen nacht heeft men onweer voorspeld maar dit is uitgebleven. Rond 2 u heeft het wat geregend. We hebben afscheid genomen van Marijke en Boldo. Op dit ogenblik is er een wolkenloze sterrenhemel. Het is 19 graden.

06.24 u – 6 km: we rijden de E17 op te Gent – Ledeberg.

06.50 u – 54 km: we rijden door de Kennedytunnel te Antwerpen.

06.56 u – 63 km: we verlaten de ring rond Antwerpen te Wommelgem en rijden nu op de E 34.

07.02 u: de zon komt op en het is 18 graden.

07.26 u – 120 km: we passeren de verkeerswisselaar te Lummen – lichte nevel.

07.48 u – 162 km: overschrijden de Belgisch-Nederlandse grens.

08.04 u – 188 km: overschrijden de Nederlands-Duitse grens.

08.14 u – 202 km: we stoppen aan het baanrestaurant Achener Land en nemen een licht ontbijt. 09.04 u: terug vertrokken.

09.41 u – 261 km – rijden de Rijn over te Keulen.

390 km: het begint wat te regenen.

11.17 u – 415 km: stoppen aan het baanrestaurant te Medenbach. 12.12 u: terug vertrokken.

12.25 u – 434 km: rijden voorbij het vliegveld van Frankfurt am Main.

12.51 u – 480 km: rijden Aschaffenburg voorbij.

12.54 u – 482 km: in de tunnel te Aschaffenburg krijgen we wat file te verwerken.

13.09 u – 488 km: einde van de file – de oorzaak is het versmallen van de rijbaan van 3 naar 2 rijstroken. De laatste 50 km voor Würzburg krijgen we wat lichte regenval.

14.02 u – 553 km: aankomst de Würzburg-Sud (baanrestaurant) en tanken er 31,89 liter voor € 36,80. We eten elk een sandwich belegd met “pute” (kalkoen).

15.02 u: verlaten de snelweg te Rottendorf.

ca 15.23 u: aankomst aan het Etaphotel. We hebben vooraf gereserveerd en beschikken over een reserveringsnummer. Daar de receptie pas om 17 u opengaat, gebruik ik de automaat aan de ingang. Vorig jaar mislukte dit maar ik voel me enigszins veilig daar de gerant over mijn schouder toekijkt. Via een ticket dat uit het toestel komt weet ik dat we kamer 308 krijgen en we de toegangscode 503492 moeten gebruiken om de buitendeur en de kamerdeur te openen. We brengen het hoogst nodige naar de kamer, enkel hetgeen we nodig voor de nacht.

Om 16 u zijn we reeds ingericht in de kamer. Het is warm in de gang en de kamer maar na het openzetten van het venster krijgen we wat verfrissing. Wanneer ik naar beneden ga om nog iets uit de auto te halen staat er een koppel Nederlanders voor de buitendeur te wachten. Ik zeg hen dat ze pas binnen kunnen vanaf 17 u tenzij ze gebruikmaken van de automaat en hun visakaart. Over dit laatste beschikken ze niet. Ze vertellen mij dat hun wagen in een garage in de buurt staat om te herstellen. Ze waren op weg naar Graz maar daar ze moeten wachten tot minstens maandag vooraleer men aan de herstelling zal beginnen, zijn ze van plan terug te keren naar huis eens ze hun wagen terughebben. Ze hadden een korte vakantie gepland van 8 dagen maar zoals het er nu uitziet zal de week al voor een stuk voorbij zijn wanneer ze hun auto hersteld krijgen. Ze vragen of er ergens in de buurt een restaurant is en ik verwijs hen naar het restaurant La Strada (waar we de vorige jaren ook waren) het hotel buiten, rechtsaf en dan de tweede straat links (ik zeg foutief de 1ste straat links).

Na een verfrissende douche gaan we om 18 u te voet naar La Strada. Aan het restaurant hangt een bericht dat de zaak gesloten is wegens verandering van uitbater. We keren terug naar het hotel en vragen aan de gerant of er nog ergens een restaurant in de buurt is. Buiten de McDonalds kunnen we enkel terecht in het dorp van Rottendorf, 1 a 2 km van het hotel afgelegen. We nemen de wagen en vinden in het dorp een 4-tal eetgelegenheden. We kiezen voor het Italiaans restauarant. De niet al te grote verbruikzaal is voor meer dan de helft gevuld met een groep die een verjaardag te vieren hebben. Wij bestellen gegrilde scampi’s met een grot bord salade en elk ¼ liter witte wijn. Hiervoor betalen we € 34,50. Een door de jarige gecontacteerde gitaarspeler zingt onder begeleiding van zijn gitaar “O Sole Mio”. Na dit ene lied houdt hij het echter voor bekeken en laat hij een muziekinstallatie het verdere werk doen.

Om 20 u zijn we terug in het hotel. Voor de ingang vinden we het Nederlands koppel. Ze zien er niet gelukkig uit. Hoe zou je zelf zijn?

21.30 u: we gaan slapen.

Zondag 11 september 2005

Vandaag is het net 4 jaar geleden dat de aanslag op de WTC-torens in New York plaatsvond. Er wordt hieraan nog weinig aandacht besteed. Mensen vergeten snel.

In de loop van de nacht heeft het geregend en wat gedonderd.

05.45 u: opstaan, de gewone ochtendrituelen en ik ga even buiten wandelen. Hij is nog warm en zwoel.

08.11 u: we vertrekken, het is bewolkt maar droog. Tussen Aken en Munchen zijn er vrij veel wegenwerken waardoor we wat vertraging oplopen.

09.09 u – 98 km: rijden Nurnberg voorbij.

10.25 u – 245 km: we beginnen aan de ring rond Munchen.

10.46 u – 254 km: we rijden nu pas op de ring en krijgen te maken met een traagrijdende file.

11.28 u – 285 km: komen nu op de snelweg naar Salzburg.

11.46 u – 287 km: wegens de file zijn we toe aan een dringende sanitaire stop.

12.10 u – 336 km: stoppen aan het rasthof Samerberg om iets te eten en kopen tevens twee autowegenvignetten (samen € 15) voor het gebruik van de snelwegen in Oostenrijk. Ze zijn geldig voor twee keer tien dagen.

13.00 u: we vertrekken terug.

14.16 u – 444 km: we bereiken Bischofshofen waar we de snelweg verlaten.

14.25 u – 456 km: we rijden door Sankt-Johann im Pongau.

14.47 u – 472 km: aankomst te Grossarl aan het Schützenhof. We worden er verwelkomd door Burgl en Hias die mij prompt een welkomstsnaps in de hand duwt. We krijgen onze vaste kamer (nr. 16) en brengen de bagage naar boven. Om even uit te blazen gaan we daarna iets drinken op het terras van het hotel. Een Duits echtpaar, dat we hier reeds voor de vierde keer ontmoeten, komt bij ons aan tafel zitten om wat te praten. Hun drie wandelvrienden zijn nog niet aangekomen. Het vijftal leerden elkaar hier jaren geleden kennen en trekken voor 14 dagen, als het weer het toelaat, op wandeling in de bergen. Het drietal dat nog moet aankomen bestaat uit een gehuwde Duitser, die steeds alleen naar hier komt, en twee broers. ’s Avonds vernemen we dat ze een reuzefile moesten verwerken ter hoogte van Munchen. Zij komen aan even voor het avondeten.

Na een uurtje praten op het terras gaan we naar de kamer voor een verfrissende douche waarna we om 18.45 u gaan eten. Bij het verlaten van het terras worden we aangesproken door een koppel Vlamingen uit Mechelen. Zij verblijven in een appartement aan de rand van het dorp. Ze komen echter regelmatig eten in het Schützenhof. Later zullen we hen beter leren kennen.

Menu:

Frittatensoupe

Gemixte grill met friet

Saladbar

dessert: een bolletje ijs in een sinaasdrankje

21.30 u: slapen

Maandag 12 september 2005

06.45 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

Om 09.00 u rijden we naar het dorp en doen wat inkopen in de supermarkt Billa. Overal zijn hier werken aan de gang: de verbreding van de toegangsweg naar Schützenhof, op het kruispunt van de grote weg en de weg naar het dorpscentrum en in het centrum zelf is men een huis aan het bouwen waardoor de doorgang in het centrum belemmerd wordt. In het dorp kopen we voor mij een paar wandelschoenen van het merk Gore-tex (€ 145,95). Later zou blijken dat die van uitstekende kwaliteit zijn en zeer comfortabel zitten. Voor Lea kopen we een paar open schoenen (€ 39,90). Ik tank in het dorp 29,66 liter voor € 31, 41. Daarna keren we terug naar het hotel om er de boodschappen achter te laten en trekken we onze wandelkledij aan. We rijden in de richting van het dalbegin (richting noorden) en slaan links af naar de Aualm. Deze is te bereiken met de auto. De laatste 4 km zijn echter grintweg en moet er wat voorzichtiger gereden worden (gevaar voor schade aan de onderzijde van de auto). Aan de alm gekomen wijst de boer mij een vrije parkeerplaats aan. Na nog iets te hebben gedronken laat ik Lea achter op het terras van de alm en klim in verder in de richting van de Schuhflicker. Niettegenstaande het de eerste dag is gaat het vlot naar boven. Het weer is prachtig, grote wolken met veel zon ertussen. Eens ik op de graat ben sla ik rechts af en klim ik nog tot aan het eerste “gipfelkreuz”. Ik vertrok aan de alm om 12.45 u en kom aan op mijn bestemming om 13.25 u. Na wat rondgekeken te hebben en vooral genoten te hebben van het panorama, met zicht op zowel Grossarldal en de Gasteinervallei) keer ik terug naar beneden. Het laatste stukje naar de top van de Schuhflicker doe ik niet wegens het smalle pad met ernaast een diep ravijn. Ik was trouwens op de spits een 30-tal jaar geleden.

Rond 14 u ben ik terug op de Aualm. Lea is net bezig een ‘schinckenbrodt” naar binnen te werken en ook bij mij “zie ik ze vliegen”. Ik bestel een Almdudler en een “bretlerjause”. Na nog even gebruik gemaakt te hebben van het supermodern toilet, zijnde van het type “plank met gat in”, met zicht op de bergen die je voorgangers hebben achtergelaten), rijden we langzaam naar beneden (duur ca 25 min.).

Gisteren vernamen we van Burgl dat dochter Monika binnenkort trouwt en het toekomstige paar bezig is een 4-sterrenhotel te bouwen met maar liefst 28 kamers, gelegen langs de noordelijke kant van Unterberg (wijk van Grossarl). Nieuwsgierig als we zijn rijden we even langs en kunnen op een groot bord voor de bouwwerf een idee krijgen van hoe het hotel er zal uitzien. De werken zijn nog volop aan gang maar begin december zou het hotel moeten opengaan. (Hotel Kristal, Unterberg 158 Grossarl – tel. 00.43.650.57.47.825 – www.kristall.tv – e-mail: info@kristall.tv).

Eens terug in het hotel duiken we de sauna in (iets wat we iedere dag zullen doen) en vul ik nadien mijn reisverslag aan. Ondertussen valt er buiten een regenbui en horen we enkele donderslagen. Dit is het eerste (bescheiden) onweer dat we hier meemaken gedurende de 4 jaar dat we naar hier komen. Een uitzonderlijke toestand dus na een zomer van veel waterellende, vooral hier in Oostenrijk. Boven het Elmaudal verschijnt er een regenboog die ik probeer op foto vast te leggen.

ca 18 u: avondmaal

Menu:

Rindssuppe mit Nudeln

Salate vom Buffet

Gulasch vom Hirschkalb dazu Serviettenknödel und hausgemachtes Apfelrotkraut

Melonen im Holunderblütensaft

Daar ik best geen rode kool en eieren (tweede keuzemenu) eet, maak ik een keuze uit de spijskaart.

We gaan vroeg slapen daar we lichte aanpassingsmoeilijkheden hebben wegens de andere voeding.

Dinsdag 13 september 2005

06.30 u: opstaan

08.00u: ontbijt.

09.15 u: we vertrekken aan het hotel richting Aigenalm. Het betreft hier twee almen die niet ver van elkaar staan, nl. de Paulhutte en de Mandlhutte. We rijden richting Hüttschlag (richting zuiden) en slaan rechts af ter hoogte van Mandldorf. Een 10 meter verder is er een parkeerplaats aangeduid voor de bezoekers van de Aigenalmen. Het is tamelijk bewolkt maar af en toe komt de zon erdoor, het blijft echter de ganse dag droog. Onze wandeling begint om 09.30u. Aan het begin van de wandeling staat dat het 1 uur stappen is naar de alm maar de Duitse kennissen uit het hotel vertelden ons dat ze er 1 ¼ u over deden. Wijzelf bereiken de Aigenalm – Paulhutte na 1 ½ u stappen. We drinken er een almdudler en een soep. Lea blijft achter op de alm terwijl ik verder trek naar de Mandlhutte die amper ¼ u verder zou liggen. Na 10 minuten ben ik reeds ter plaatse. Van hieruit vertrekken er een 3-tal wandelingen, o.a. ene wandeling van 3 ½ u. Na nog even rondgekeken te hebben keer ik terug naar de eerste alm en vervoeg Lea. Beiden werken we een “Schinckenbrodt” en een soep naar binnen. Rond 13.30 u vatten we de terugtocht aan. Eens aan de wagen rijden we naar het dorp en kijken of het concert van de plaatselijke muziekmaatschappij doorgaat. Dit blijkt zo te zijn op voorwaarde dat het niet regent. Op de Aigenalm zat een koppel Nederlanders die gisterenavond in Schütsenhof kwamen eten. Ook vorig jaar waren ze hier. Achteraf vertelden ze ons dat ze hier reeds 29 jaar op vakantie komen. Ze huren hier een etage van een huis. Onderweg naar huis rijden we hen voorbij en vragen hen of ze mee willen rijden. Zij leggen echter de afstand naar hun convent liever te voet af.

Na de sauna: avondmaal om 19 u

Menu:

Zucchinicremesuppe

Salate vom Buffet

menu 1: Condon bleu mit Preiselbeeren dazu Kartoffel mit Dillrahmsause (ikzelf)

menu 2: Schweinsbratwürstel met senf dazu Kartoffelpüree und Sauerkraut (Lea)

Naturjoghurt mit Himbeeren

Aan het ontbijt krijgen we de twee keuzemenu’s voor ‘s avonds op een briefje. Hierop kunnen we het gewenste menu aankruisen. Voor mijn eigen gemak scheur ik telkens het rechterblad af waarop de menu’s staan en neem ik mee voor mijn verslag. Ik was van mening dat men hiermee toch niets meer kon aanvangen. Burgl liet me echter verstaan dat ze dit half blad echter nog nodig had, zonder hierover uitleg te geven. Maar al vlug brengt ze de oplossing aan en bezorgt me iedere dag een fotokopie van het blad op de ontbijttafel.

Woensdag 14 september 2005

06.45 u: opstaan

08.00 u ontbijt

Vandaag heeft de wekelijkse wandeling plaats onder leiding van Hias (afkorting voor Mathias), de baas van het hotel. Tegen de bergen hangen er nog wat wolken maar die lossen in de loop van de dag nagenoeg volledig op en we krijgen veel zon.

09.30 u: vertrek van de groep met een 5-tal wagens en 18 deelnemers. Hias had mij voorgesteld dat ik met hem mocht meerijden maar ik geef er de voorkeur aan om met mijn eigen wagen te rijden. Zo kan ik terugkeren wanneer ik wil. We rijden bijna tot aan het daleinde en slaan daar links af. We rijden een stuk naar omhoog en parkeren aan de woning van de boer wiens alm wij gaan bezoeken. De Hirschgrübenalm (1564 m). Ieder stapt zowat zijn eigen tempo en dat is voor mij duidelijk sneller dan de anderen. Na 1 u klimmen sta ik op de alm. De rest van de groep volgt na 1 ½ u. Ik werk een goulachsoep naar binnen, praat nog even met de groep van 5 Duitse wandelaars en besluit nog even verder te gaan tot aan de Aschreit-Alm. Sommigen zeggen dat het ½ u ver is, weer anderen menen ¾ u. Op mijn tempo geraak ik op de alm na 35 a 40 minuten. Na wat gerust te hebben, enkele foto’s genomen te hebben, het (modern) toilet te hebben gebruikt en iets gedronken te hebben, begin ik aan de terugtocht. Als ik omstreeks 13.00 u aankom op de Hrischgrübenalm zijn mijn medegezellen reeds vertrokken, behalve Hias en een bejaard koppel dat met hem is meegereden. Ik koop enkel nog een prentkaart van de alm en vertrek dan alleen naar beneden. Het afdalen duurt echter even lang dan het naar boven komen, namelijk 1u. Met de auto gaat het dan terug naar het hotel en daar vind ik Lea die ondertussen enkele boodschappen heeft gedaan en nu op het terras van het restaurant in de zon een boek aan het lezen is. Zoals gebruikelijk worden we bij aankomst vergast op gratis koffie en koeken ons aangeboden door de bazin Burgl. Ondertussen is ook het 5-tal aangekomen en zetten zich bij ons aan tafel om wat na te praten. Na de sauna heb ik tijd om mijn verslag wat bij te werken en enkele prentkaarten klaar te maken om op te sturen. We kijken nog eens na welke tocht we morgen zullen maken met de auto (om wat uit te rusten van het wandelen).

18.00 u: avondmaal.

Menu:

Klare Rindsuppe mit Griessnockerl

Salade

Schweinerückenstaek in Gorgonzolarahmsause dazu Röstinchen

Eispalatschinke fein garniert

Donderdag 15 september 2005

06.45 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

09.25 u: we vertrekken met de wagen. Kilometerstand 109.398. Het is bewolkt maar vanaf de middag krijgen we volop zon. We volgen de zogenaamde Dolomietenstrasse. Eerst gaat het van Grossarl over Sankt-Johann im Pongau en Bischofshofen en nemen daar de snelweg richting Salzburg. We nemen de afrit Golling (Duitsland) en vergissen ons even van weg zodat we in het stadje Golling zelf terecht komen. Al vlug vinden we de goede richting en rijden richting Abtenau. Hier zitten we volop op de Dolomietenstrasse, een zeer mooie weg en nagenoeg geen verkeer.

63 km: we stoppen aan de Lammerklamm en bezoeken deze tot 12.10 u. Verder gaat het via Annaberg, Lugötz, St-Martin. Voorbij dit laatste dorpje slaan we af naar Filzmoos alwaar we even stoppen.

15.30 u: we zijn terug aan het hotel.

18.00 u: avondmaal

Menu:

Rindsuppe met Backerbsen

Salade

Rindsroulade mit Butternudeln

Vanilleoberscreme mit Fruchtsause

Vrijdag 16 september 2005

06.45 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

09.00 u: we doen enkele boodschappen in de Billawinkel beneden in het dorp. Omdat niet alle almen nog open zijn in deze periode kopen we er enkele belegde broodjes die ik voor alle zekerheid meeneem op de wandeling. Ik rijdt vervolgens, na Lea aan het hotel afgezet te hebben, naar het dorp van Grossarl alwaar de Elmaustrasse begint, Aan het Gasthof Lammwirt sla ik rechts af en rijd nog 2 km verder, tot aan de laatste parking. Het is 10 u als ik gepakt en gezakt te voet vertrek. Er hangen nog wat wolken tegen de bergtoppen maar die verdwijnen al vlug om plaats te maken voor de zon en een diepblauwe lucht. Wanneer ik om 11.15 u de Bichlalm in zicht krijg, zoek ik een geschikt plaatsje om mijn sandwiches naar binnen te werken. Na een kwartier vertrek ik voor het laatste stukje en om 11.45 u ben ik op de alm. Daar de weersvoorspelling zegt dat dit de laatste mooie dag zal zijn zit het terras van de alm behoorlijk vol met wandelaars die nog eens van de zon willen genieten. Tussen de aanwezigen bemerk ik een jong Duits koppel met hun klein kindje dat regelmatig in het hotel komt ontbijten en avondmalen. Wanneer ik op het punt sta om te vertrekken en nog eerst ga afrekenen bij de “zennerin” (alpenboerin, kaasmaakster) binnen in de alm bewerk ik bij mijn terugkomst op mijn tafel een snaps staan. Eerst denk ik dat dit een vergissing is maar al vlug blijkt dat die afkomstig is van het jonge koppel. Ik kap die naar binnen op hun gezondheid.

De alm ligt op 1731 meter. Volgens een van de aanwezigen zou hier morgen sneeuw kunnen liggen daar de sneeuwgrens dan op 1300 meter zal liggen.

Langzaam keer ik terug naar het dal ondertussen genietend van de met zon beschenen bergen en de prille herfstachtig aandoende natuur. Even voor 14.00 u ben ik aan de wagen en ga ik in het hotel Lea ophalen. Ik wil nog iets nakijken in het naburige dal van Kleinarl. De beklimming naar de Tappencarsee vanuit het Grossarldal duurt 3 a 4 uur. Vanaf het Kleinarldal zou dit heel wat minder zijn. We rijden tot aan de Jägersee op het einde van het Kleinarldal en volgens de wandelgidsen begint hier een “mautstrasse”. Er staat een bordje dat hier € 4 moet betaald worden maar er zit niemand in het wachthokje om het bedrag te innen. Ik denk dat enkel tijdens de zomermaanden de maut moet betaald worden. De mautstrasse is een mooie aardeweg met op het einde enige putten in het wegdek. Deze weg eindigt op een vrij grote parking. Eens dit gezien keren ze terug naar het hotel voor de sauna en het avondmaal. Vooraf tank ik in het dorp 23,05 liter voor €24,41.

18.15 u: avondmaal.

Menu:

Knoblauchcremesuppe

Salade

Forelle “Mullerinart” dazu Petersilienkartoffeln

Tiramisuschnitte

Zie verder deel 2

20-09-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
19-09-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GROSSARL 2005 deel 2

GROSSARL - OOSTENRIJK
10 - 9 - 2005 tot 26 - 9 - 2005


Zaterdag 17 september 2005

07.15 u: opstaan

08.00 u: ontbijt

Het regent. Na het ontbijt blijven we nog wat op de kamer tot wanneer de poetsvrouw de kamer komt poetsen. We vertrekken naar het dal om 09.35 u – kilometerteller 109.580 km. We blijven in de winkel Billa tot 9.54 u om er enkele boodschappen te doen. Vervolgens vertrekken we naar Hallein. Om 10.25 u rijden we het kasteel van Werfen voorbij (33 km). We komen aan te Hallein na 60 km en om 10.47 u. Het Salzbergwerk (de gewezen zoutmijn) bereiken we na 65 km en om 11.00 u. Dit is een geschikte attractie om te bezoeken bij regenweer. Ik de hall krijgen we een witte vest en dito broek om aan te trekken. De mijn wordt binnengereden doormiddel van een treintje waarop men schrijlings moet gaan zitten, de een na de ander. Eens op de eindbestemming van het treintje gaat het een heel eind te voet verder. De eerste afdaling doormiddel van een glijbalk is slechts van korte duur. Daarna wordt een ondergronds meer overgestoken doormiddel van een grote boot. Even verder, ondertussen worden we door taferelen wat wijzer gemaakt over de geschiedenis van de zoutproductie, gaat het een twee keer naar beneden doormiddel van langere glijbalk. Het bezoek wordt afgesloten door een rit met hetzelfde treintje naar buiten. en kost voor ons twee € 33.

Om 13.56 u zijn we terug aan de auto. Het is nog steeds een miezerig weertje. In het voorbijrijden zoeken we naar een apotheek die open is maar ook deze sluiten hier op zaterdagnamiddag.

Om 15.15 u zijn we terug aan het hotel. Om de tijd te doden spelen we in de gelagzaal een spelletje scrabble en drinken we een koffie. Om 17.45 u gaan we naar de sauna en om 18.30 u zijn we toe aan het avondmaal.

Menu:

Zwiebelsuppe

Salade

Jaganock’n (Käsespätzle mit Speck und Wildfleischwürfel)

Pfirsichkompott mit Schlag.

Een groep Nederlanders is aangekomen (5 echtparen). Meteen zit de stemming erin.

Zondag 18 september 2005

07.15 u: opstaan.

08.30 u: ontbijt.

Het regent en de sneeuwgrens ligt op ca 1400 meter. De hellingen die niet door de wolken verborgen worden zijn lichtjes met sneeuw bedekt. Na het ontbijt rijden we een helling op maar wegens de wolken kunnen we slechts enkele grasvelden zien die met lichte sneeuw bedekt zijn. Vervolgens rijden we naar het daleinde (richting zuiden) maar ook daar verstoppen de wolken grotendeels de sneeuw. En toch geeft alles de indruk dat het december is. Hierdoor begint bij ons de idee te rijpen om eens naar hier te komen tijdens de winter. Nu al hakken we de knoop door en beslissen in januari of februari 2007 voor 8 dagen naar het winterse Grossarl te komen.

Om iets te gaan drinken in het gasthof Thalwirt is het nog te vroeg (gaat pas open om 11.30 u). We keren dan maar terug naar het hotel en zien in het voorbijrijden dat het bescheiden Rupertfeest wel doorgaat in het dorp, ondanks de regen. Na een korte rustpauze gaan we om 12.30 u te voet naar het dorp. De ochtenddrukte (fruhschoppen) is blijkbaar voorbij en er staan slechts een 3-tal kraampjes. De dansgroepen en de muzikanten treden wegens de regen op in de gelagzalen van de hotels en restaurants. Wij stappen de Alte Post binnen en zien de koppel uit Mechelen aan een tafeltje zitten. Aan hun tafel staan de enige twee vrije stoelen van het ganse etablissement. Wij vragen of het niet stoort als we bij hen gaan zitten. Ze hebben geen bezwaar. In tegendeel. Onmiddellijk ontspint zich een gesprek over koetjes en kalfjes maar vooral over het verblijf in Grossarl. Wijzelf bestellen een apfelstrudel en een koffie en later een Johannesberensaft en een most (gemaakt van druivensap maar dat net nog geen wijn is). Ondertussen speelt een plaatselijk orkest volksmuziek. Onze tafelgenoten vertellen ons dat zij ook het traject tussen België en Oostenrijk in twee dagen afleggen. Zij overnachten steeds in Rothenburg ob der Tauber, gelegen ongeveer 50 km voor Würzburg, in een “kamer met ontbijt” (huis Flemming in de Klingengasse vlak bij parking 5). Ook geven ze ons het adres van een jaarlijks muziekfestival georganiseerd door de Austriafreunden (wordt gehouden rond april in Alpheusdal Williotstraat te Berchem – Antwerpen.

Rond 15 u stappen het koppel op en een kwartiertje later keren ook wij terug naar het hotel. De rest van de namiddag brengen we door in de kamer en in de sauna.

Avondmaal:

Menu:

Rindssuppe mit Frittaten

Salade

Rumpstaek mit Kräuterbutter dazu Kartoffelpüree und Broccoli

Coup Danemark

Maandag 19 september 2005

07.20 u: opstaan

08.20 u: ontbijt.

Ik heb een lichte verkoudheid. Om 09.40 u vertrekken we voor een rondrit. Km-stand 109.855 km. We rijden tot Radstadt maar keren daar terug naar het hotel wegens de motregen en de vele wolken die tegen de bergen hangen. Voor zover we er iets kunnen van zien door de laaghangende bewolking zijn de bergtoppen besneeuwd.

Eens terug in het dal rijden we naar het daleinde om bij Thalwirt iets te eten (goulashsoep). Daarna keren we terug naar het hotel en nemen wat platte rust om de verkoudheid sneller te laten genezen.

18.00 u: avondmaal.

Menu:

Rindssuppe mit Sternchen

Salade

Gamsgulasch mit Spätzle

Frisch marinierter Obstsalat

Dinsdag 20 september 2005

07.00 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt

Ik heb de afgelopen nacht wat last gehad van de verkoudheid. Vandaag is de wekelijkse wandeling onder leiding van Hias. Gisteren vroeg Hias of Lea naar de alm wou meerijden met de taxi daar er nog andere hotelgasten willen meerijden. Deze morgen beslis ik om ook mee te rijden wegens mijn verkoudheid. Het dal is gehuld in een dichte mist die uitvalt en dit zal zo de ganse dag blijven.

09.30 u: we vertrekken met de auto richting Maurachalm. We parkeren onze wagen aan de Sonnegbrucke en wachten er op de rest van de groep. Hias zegt dat het taxibusje hier zal zijn om 10.15 u, waarna de wandelaars vertrekken. Stipt op tijd komt de taxi voorgereden. Buiten ons twee rijden nog een bejaarde man (problemen met de bloedomloop in de benen) en een vrouw (heeft haar voet verzwicht) mee. Wij zetten ons achteraan in het minibusje en wanneer de vrouw ook wil instappen houdt ze zich vast aan de stijl tussen het voorportier en de schuifdeur. De bejaarde man stap vooraan in en slaat het portier dicht met als gevolg dat enkele vingers van de vrouw tussen het portier en de stijl gekneld geraken. Gelukkig houdt ze er geen open wonde aan over en stoppen we haar hand in een koude plas water om het onderhuids bloeden tegen te gaan. Achteraf blijkt alles nog goed mee te vallen. Eens we op de alm zijn worden de vingers door de boerin in een huismiddeltje gedoopt (op basis van snaps met kruiden) en omzwachteld. Onderweg naar de alm rijden we de groep wandelaars voorbij. Buiten is het nat, kil en mistig maar in de alm branden de vuren en is het er behaaglijk warm. Wanneer later de wandelaars aankomen (wij vormen samen een groep van ca 30 personen) zit de alm goed vol samen met andere groepen wandelaars. Na een tijdje, als iedereen bediend is, begint de zoon des huizes op zijn trekharmonica te spelen. Nadien geeft hij samen met zijn moeder enkele liederen ten beste waaronder een wondermooie ode aan Salzburgerland (zie de tekst van dit lied bij het reisverslag Grossarl 2003). Wanneer we de vrolijke liederen van de harmonica horen kunnen Lea en ik ons niet weerhouden een dansje te wagen. Met een applaus van de aanwezige wandelaars. Naast het zingen en spelen op de trekharmonika bespeeld de zoon tevens de citar.

De tijd vliegt voorbij en na nog een speckbrodt naar binnen te hebben gewerkt is het tijd om op te stappen. Hias heeft de taxi verwittigd en die komt een drie kwartier na het vertrek van de groep aan. Wij zijn de enige twee die meerijden want de andere twee gaan te voet naar beneden. De groep noorderburen is reeds vroeger vertrokken omdat zij nog een ommetje willen maken via de Unterwandalm en zij willen nog voor 17 u terug in het hotel zijn om de gratis koffie met koeken niet te missen. Na de wagen opgehaald te hebben en de (nu vrij dure) taxirit betaald te hebben, rijden we naar het hotel en genieten er van de koffie en de koeken van Burgl.

Na de sauna en een half uurtje platte rust (de verkoudheid weet je wel…) zijn we toe aan het avondmaal

Menu:

Rijdssuppe mit Eeiermuscheln

Salade

Mit Schincken und Spinat gefüllte Putenroulade dazu Basmatireis

Topfennockerl auf marinierten Heidelbeeren

Gisterenavond vernamen we dat een van de twee broers die tot de groep van 5 Duitse wandelvrienden behoorde op zondag een hersenbloeding heeft gehad. Nu begrijpen we waarom er toen een helikopter landde in het dorp. Deze bracht de zieke naar een ziekenhuis in Salzburgstad. De man in kwestie zou niet meer bij bewustzijn zijn en is voor de helft verlamd. De eerste berichten zijn zeer negatief. Men kan zich goed voorstellen dat de stemming zich bij de overige vier te wensen overlaat.

Na het avondeten worden we aan de tafel uitgenodigd van de vrouw die met haar vingers tussen het portier heeft gezeten. We praten nog wat na en rond 21 u gaan we naar de kamer. In de loop van de nacht heb ik nog wat last van de verkoudheid.

Woensdag 21 september 2005

07.00 u: opstaan

08.00 u: ontbijt

09.00 u: via de winkel Billa rijden we naar Sankt-Johann i P. waar we twee lederen broeksriemen kopen. Ik had twee gelijkaardige riemen die we gekocht hadden op Kreta. Een ervan ging op een onverklaarbare wijze verloren. Ik dacht dat ik het wel zou rooien met die ene die ik nog had maar uitgerekend ging de sluiting gisteren ter ziele. Gelukkig had ik nog een broek mee die kon dicht gestrikt worden. Al vlug vinden we in de C & A twee geschikte broeksriemen. Heel wat Oostenrijkers en Duitsers hebben een flink uit de kuiten gewassen taille zodat ik zonder moeite twee XXXL maten kan vinden.

Vervolgens rijden we via de snelweg richting Salzburg naar Golling en brengen een bezoek aan het stadje. Dit is gelegen aan de rechterzijde van de snelweg en ligt op Duits grondgebied. Wanneer we het stadje verlaten en willen terugkeren vergissen we ons van weg en zien we een bord staan die verwijst naar de waterval van Golling. De waterval is minder bekend maar niettemin bezienswaardig. Na het bezoek nemen we in Bischofhofen de weg die langs Muhlbach en Dienten loopt. Dit is een prachtige weg die we reeds eerder bereden hebben, maar dan bij regenweer, wat het geheel minder mooi maakt. In Dienten stoppen we aan een gasthof.

Eens terug in Grossarl tanken we in het dorp 28,55 liter diesel voor € 29,81. Naast het pompstation is er een selfcarwash. Ik spuit de auto af die duchtig vervuild is wegens de wegenwerken op het weggetje naar het hotel.

De zon komt regelmatig door de wolken piepen maar nog te veel wolken schuiven langsheen de bergtoppen en blijven er soms hangen. Voor morgen wordt er beter weer voorspeld en voor vrijdag nog beter.

Avondmaal.

Menu:

Kräutlsuppe

Salade

Bauernschmaus (Kassler & Schweinebraten) dazu Semmelknödel und Sauerkraut

Nusspalatschinke mit Marillenschaum

Donderdag 22 september 2005

07.00 u: opstaan.

08.00 u: ontbijten

Om 09.00 u rijden we naar beneden omdat we voor 09.15 u de werken aan de weg naar Schutzenhof voorbij moeten zijn daar die weg de ganse dag zal afgesloten zijn. In geval van nood kunnen we wel via een boerderij in de buurt naar boven of beneden rijden maar de weg is er zo steil en begroeid met gras dat dit niet aan te raden is. Ik rijd via Sankt-Johann naar Wagrain en Kleinarl. Lea blijft in het hotel achter. Op het einde van het Kleinarldal ligt de Jägersee. Daar begint de “mautstrasse”, een betaalde weg, maar er is niemand om het verschuldigde bedrag in ontvangst te nemen (enkel tijdens de twee zomermaanden?). Op het einde van deze mautstrasse is er een ruime parking alwaar ik de auto achterlaat. Ik begin aan de klim naar de Tappencarsee. Die is vrij steil en het pad ligt bezaaid met losse en vaste stenen. Uitkijken dus. Na anderhalf uur klimmen en af en toe een groep schoolkinderen die me voorbijlopen, bereik in de Tappencarsee. Tijdens de klim naar boven heeft men een prachtig uitzicht op Kleinarl en de vallei, met als decor op de achtergrond de in de zon schitterende Hochköning. Eens over de kam word je onmiddellijk geconfronteerd met het uitgestrekte bergmeer. Na nog eens 10 minuten platte weg bereik ik de Tappencarseealm. Het is daar druk vooral door de vele groepen schoolkinderen. Voor de Tappencarseehutte is het echter nog een 20-tal minuten stappen maar van hieruit te zien is de hut niet open. In de alm vervang ik mijn bezwete kledij door droge, iets wat ik in het verleden nooit gedaan heb maar waarvan ik de weldaad nu wel aanvoel. Het vuur in de alm maakt het er bovendien gezellig warm. Buiten aan het meer is het fris daar de wolken die tegen de bergtoppen hangen de zon verstoppen. Tijdens de klim moet ik ook een tweetal keer over een snelstromend beekje met grote keien in die men kon gebruiken om droog aan de overzijde te geraken. Een keer moest ik een 4-tal meter over het met sneeuw bedekte pad.. Om 11.45 u kwam ik aan op de alm. Na wat gegeten (een apfelstrudel) en gedronken te hebben en gebruik gemaakt te hebben van het nette toilet begin ik om 12.30 u aan de afdaling. Wegens de losse stenen is het nu uitkijken geblazen voor verstuikte enkels. Om 13.45 u ben ik terug aan de auto. De tocht mag echter niet onderschat worden wegens het vrij steile pad en de losliggende stenen. Het uitzicht op het dal en boven het zicht op het uitgestrekt bergmeer is de moeite waard om de klim te doen.

Ik rijd terug naar Grossarl. Tijdens de afdaling heeft Lea gebeld op mijn GSM met het telefoontoestel op de kamer. Ik kom aan in Grossarl om 15 u na 85 km gereden te hebben.

Eens terug in het hotel slaat de honger toe en laat ik door Burgl een kaisersmarn klaar maken. We praten nog wat na met het koppel van de groep van 5 Duitsers. De nadere twee zijn op ziekenbezoek naar Salzburg.

Na een bezoek aan de sauna en wat rusten op de kamer is het tijd voor het avondmaal.

Menu:

Rindssuppe mit Goldwürfel

Salade

Mit Schinken und Spinat gefüllte Putenroulade dazu Basmatireis

Topfennockerl auf marinierten Heidelbeeren

Terwijl ik bezig was met de wandeling naar de Tappencarsee heeft Lea het koppel uit Mechelen tegengekomen in het dorp. Lea heeft hen vertelt dat we onze stop in het naar huis rijden in Rothenburg ob der Tauber willen houden. Wij hoeven echter niets te doen want zij zullen bellen om een kamer te reserveren. Zaterdag, de dag voor we naar huis vertrekken, komen ze naar Schutzenhof avondmalen.

Vrijdag 23 september 2005

06.50 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

kilometerstand: 110.230

Deze week beloofden we aan de groep Nederlandse wandelaars dat we hen graag eens willen rondleiden in Gent. Eigenlijk was het Lea die hen dit voorstelde. Deze morgen komt Piet Musters, die de leider is van de groep, even bij ons aan tafel zitten en komt polsen of wij het wel meenden. Wij bevestigen onze belofte. Hijzelf stelt voor op bezoek te komen in maart 2006. (Een maand later krijg ik een mailtje waarin ze voorstellen op 7 april 2006 te komen).

Om 09.08 u vertrekken we voor een rondrit doorheen het district Lungau. Ook vandaag moeten we voor 9.30 u naar beneden rijden omdat de weg afgesloten wordt tot 12 u. Het is nu reeds te zien dat het een prachtige zonnige dag zal worden (en dit bleef zo tot het vallen van de avond). Via Sankt-Johann im Pongau, Wagrain, Schwaighof rijden we naar Radstadt.

10.16 u – 44 km: Radstadt

10.34 u – 62 km: Obertauern. Dit is een druk skigebied te zien aan de talrijke grote hotels. Nu doet het hier vrij verlaten aan. Vervolgens rijden we Mauterndorf voorbij richting Moosham.

11.12 u – 88 km: we stoppen even aan het kasteel van Moosham maar bezoeken het niet. Via Pichelsdorf en Gruben rijden we naar het smeltovenmuseum Bundsschuh. Dit is echter gesloten. Vervolgens rijden we het prachtige Thomatal door naar Ramingstein en stoppen aan de burcht Finstergrun. Slechts een deel van de burcht is vrij te bezoeken.

11.58 u – 120 km: we stoppen in ene klein dorpje (de naam is ons niet bekend) en verbruiken er elk een soep en een almdudler.

14.02 u – 134 km: we stoppen in Lintsburg en eten er een kleinigheid (knackworst met brood).

14.07 u tot 14.30 u – 140 km: brengen een kort bezoek aan Mariapfar.

15.47 u – 186 km: we stoppen in Altenmarkt en lopen er even rond op de bescheiden boerenmarkt. Daarna keren we terug naar het hotel via de snelweg richting Salzburg tot Bischofshofen en de gewone weg naar Grossarl.

16.40 u – 244 km: aankomst aan het hotel. De werken aan de weg zijn net beëindigd.

Avondmaal.

Menu:

Kürbiscremesuppe

Salade

Fischfilet natur mit Sauerrahmsauce dazu Petersilienkartoffeln

Gebackene Aphelringe mit Vanilleeis und Zimtzucker

Zaterdag 24 septelber 2005

06.50 u: opstaan.

08.00 u: ontbijten

(tanken 20,25 liter voor € 21,55)

08.00 u: ik wuif de groep van Piet Musters uit. Zij vertrekken naar huis.

09.00 u: we doen voor de laatste keer boodschappen in het dorp en kopen tevens een grote typische berghoed en een koppel bretellen met edelweissmotief (dienstig voor een latere verkleedpartij).

Voor we naar het dorp gaan vragen we aan Burgl de rekening om na te zien of we in het dorp nog geld moeten uit de muur halen. We delen haar mee dat we volgend jaar, in deze tijd, niet komen maar dat we ons voorgenomen hebben in de maanden januari of februari 2007 eens tijdens de winter naar hier af te zakken. Indien we de verplaatsing met de trein maken zal Hias ons komen afhalen in het station van Sankt-Johann.

Tegen de middag rijden we naar Lamwirt in het Elmaudal om iets te eten maar dit etablissement is gesloten wegens een huwelijksfeest. We keren terug naar het dorp en rijden de weg langs de andere zijde van het Elmaudal op, naar Vorstadtluck, maar ook die is gesloten. Uiteindelijk rijden we naar Thalwirt in het daleinde waar we onder het eten op het terras kunnen genieten van de zon. Onderweg naar hier werden we voorbijgestoken door het koppel uit Mechelen. Die zijn onderweg naar Huttschlag om er de “almabtrieb” te bekijken. Daar waar de koeien de voornaamste weg van het dal opkomen, staat heel wat volk te wachten op de kleurrijke stoet. Tevens tellen we een vijftal bussen die langs de kant van de weg geparkeerd staan.

Rond 14 u keren we terug naar het hotel en beginnen we met de valiezen klaar te maken en hetgeen we niet meer nodig hebben naar de auto te brengen. Deze morgen heb ik de auto wat opgekuist maar veel zin heeft dit niet wegens de werken aan de toegangsweg naar Schutzenhof. De namiddag sluiten we af met wat zonnen op het terras van het hotel.

Deze morgen hebben we aan Burgl gevraagd om het koppel uit Mechelen bij het avondmaal bij ons aan tafel te zetten.

Avondmaal.

Menu:

Rindssuppe met Eeierflocken

Salade

Zigeunerschnitzel mit Duchessekartoffel (Schweineschnitzel mit Paprika-Specksauce)

Ananaskompott mit Sahne

Zondag 25 september 2005

06.30 u: opstaan. Er staat geen wolkje aan de lucht.

07.00 u: ontbijt.

07.57 u: na afscheid genomen te hebben van Burgl (en Hias gisterenavond) vertrekken we. Kilometerstand 110.535 km.

08.14 u – 13 km: Alpendorf – de luxewijk van Sankt-Johann. Het is 7 graden.

08.17 u – 16 km: Sankt-Johann im Pongau

Even buiten Sankt-Johann, op de weg naar Bischofshofen, is er een carwash waar we de auto grondig laten reinigen.

09.05 u – 48 km: Golling. Sanitaire stop..

09.20 u – 44 km: passeren de Oostenrijk – Duitse grens.

09.43 u – 119 km: passeren de Chiemsee.

09.57 u – 142 km: Rozenheim.

10.17 u tot 10.29 u – 176 km: sanitaire stop.

10.25 u – 192 km: komen aan de ring rond Munchen.

11.58 u – 282 km: stop aan een baanrestaurant in de buurt van Augsburg om iets te eten.

11.41 u: terug vertrokken. Het is 20 graden.

13.23 u – 344 km: we rijden Ulm voorbij.

14.05 u tot 14.44 u– 410 km: stop te Ellangen. we tanken er 24 liter voor € 27,78.

16.00 u – 464 km: aankomst te Rothenburg ob der Tauber. Tussen Munchen en Rhotenburg hebben we enkele keren vertraagd verkeer gehad doch nooit stilstaand. Het koppel uit Mechelen moeten we hier nog niet verwachten daar die pas rond de middag vertrokken zijn in Grossarl. Het pension (Gasthaus Flemming – Klingengasse 21 91541 Rothenburg ob der Tauber – tel: 09861-92380), waar zij ook voor ons een kamer hebben gereserveerd, vinden we gemakkelijk eens we parking nr. 5 gevonden hebben (zij hadden ons een stadsplannetje gezorgd). Normaal is het mogelijk om te parkeren tegenover het pension maar om daar te geraken moet men wachten tot na 18 u tenzij men er logeert en met een toelating. Deze laatste hebben we niet maar toch geraken we ter plaatse door ons van de domme te houden.

We krijgen kamer 4 toegewezen. Het is er kraaknet en de kamers zijn functioneel en toch gezellig ingericht. Er is ook een douche en toilet in een afzonderlijke badkamer. Later vermenen we de reden waarom alles hier zo nieuw uitziet. Enkele jaren geleden brandde het pand volledig uit en werd nieuw, in de typische stijl van het stadje, heropgetrokken.

Na ons even verfrist te hebben verkennen we het stadje. Het is er gezellig in rondlopen. Nergens is hier een modern gebouw te bespeuren die de eenheid zou kunnen verstoren. Het stadje is nog volledig ommuurd en men kan op de stadsmuren eromheen lopen.

Rond 18.00 u gebruiken we het avondmaal op een stemmig buitenterras, onder de bomen, in de buurt van de grote kerk. De avond is zacht en mild. Wanneer we terug aan het pension komen arriveren ook Paul De Winter en zijn echtgenote. Zij hebben reeds het avondmaal gebruikt en zijn hier aangekomen om 17.00 u. Zij vertokken in Grossarl om 12.30 u.

20.30 u: we gaan slapen.

Maandag 26 september 2005

06.15 u: opstaan

Normaal kan hier pas om 8 u ontbeten worden maar Paul heeft gevraagd om een half uurtje vroeger te mogen ontbijten, wat geen probleem is. We ontbijten samen met het koppel en doordat we aan de praat geraken blijven we wat langer aan tafel zitten dan het de bedoeling was. Na afscheid genomen te hebben van Paul en zijn echtgenote en de rekening (€ 57) betaald te hebben, vertrekken we.

08.35 u – 13 graden – het is half bewolkt: we vertrekken (kilometerstand 110.999km).

09.13 u – 67 km: rijden Wurzburg voorbij.

09.48 u – 136 km: rijden Aschaffenburg voorbij.

10.10 u – 181 km: luchthaven van Frankfurt.

10.37 u – 227 km: Bad Komberg – sanitaire stop.

10.51 u: terug vertrokken.

11.56 u – 354 km: rijden over de Rijn te Keulen.

12.45 u – 430 km: passeren de Duits – Nederlandse grens.

13.00 u – 456 km: passeren de Nederlands – Belgische grens.

13.24 u – 501 km: stilstand te Tessenderlo.

13.55 u: terug vertrokken.

14.43 u – 563 km: rijden door de Kennedytunnel.

15.25 u – 626 km: terug thuis – tanken 42,60 liter voor € 48, 30.

Eindstand kilometerteller: 111.526 km

De heenreis bedroeg 1025 km en de terugreis, via een enigszins andere weg, 1090 km.

Het totaal aantal kilometer voor de ganse reis bedroeg: 3459 km.

In totaal verbruikten we 200 liter diesel en betaalden daarvoor € 220,06 (= 8877 Bef). Dit is een gemiddeld gebruik van 5,78 liter per 100 km.

19-09-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
18-09-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GROSSARL 2005 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen








Een wintersfeerbeeld in september



18-09-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
24-08-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VIERDAAGSE VAN DE IJZER 2005
Klik op de afbeelding om de link te volgen



















De auteur van deze blog tijdens de "Vierdaagse van de IJzer" augustus 2005

24-08-2005 om 16:09 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
15-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2005 deel 1

Turkije

Antalya

van 15 tot 26 april 2005

Waarom een derde keer naar Alp Pasa – Antalya?

Deze reis begint eigenlijk waar de vorige reis naar Antalya ongeveer eindigt (19 – 30 maart 2003), namelijk bij “Petoeke” en zijn echtgenote uit het Lokerse. Na enkele dagen waren we die toen liever kwijt dan rijk. Op het einde van die reis had ik de innige wens uitgedrukt dat ik dit bemoeiziek koppel (vooral de vrouw) nooit nog zou tegenkomen. Maar het lot besliste anders.

Sinds enkele jaren gaan we ieder jaar in het najaar een operette bekijken in de Stadsschouwburg van Sint-Niklaas, opgevoerd door het uitstekende Belcantogezelschap. Op 11 november 2004 hadden we gereserveerd voor de namiddagvertoning. Toen we die namiddag aan de schouwburg aankwamen waren de deuren nog niet geopend. Terwijl we op straat, voor de ingang, stonden te wachten trekt Lea mijn aandacht en fluistert me in het oor: “Zie eens wie daar is”. Wanneer ik in de aangeduide richting kijk zie ik de zilvergrijze kop van “Petoekes” echtgenote met aan haar arm klaarblijkelijk een vriendin. “Petoeke” zelf was niet te bespeuren. Waarschijnlijk was hij niet geïnteresseerd of erger nog, mocht hij misschien van zijn bazige vrouw niet meekomen. Ik (en ook Lea) veins wat last te hebben van Alzheimer en gebaar haar niet te herkennen. Blijkbaar was dit wederkerig want ook zij deed geen poging om ons aan te spreken. Voor de rest zijn we die namiddag zo veel als mogelijk uit haar buurt gebleven.

Tijdens de pauze praatten Lea en ik over onze vakanties in Antalya in 2001 en 2003. Om een lang verhaal kort te maken: we besluiten het er nog eens op te wagen en een derde keer naar het hotel Alp Pasa in Antalya terug te keren.

Al de dag nadien sta ik in het reisbureau Flash Travel van Kim Van Den Bos in Drongen om de reis te reserveren voor de periode van 15 tot 26 april 2005.

Zoals gebruikelijk zijn de valiezen anderhalve week voor ons vertrek nagenoeg klaar.

Even toch een spannend moment. Moeder, 92 jaar oud, moet enkele dagen opgenomen worden in het ziekenhuis wegens uitdrogingsverschijnselen. Maar uiteindelijk komt alles in orde en kan het sein op groen worden gezet om te vertrekken.

Vrijdag 15 april 2005

In de voormiddag ga ik nog eventjes tot bij de oud-collega’s die er hun wekelijkse samenkomst houden in cafe Borluut op de Korenmarkt. Anders zou het een lange dag worden. Na de middag doen we nog een hazenslaapje.

Om 15.45 u brengt buurman Gerard ons met zijn auto naar het Sint-Pietersstation. We nemen bewust de trein om niet ergens in het Brusselse in een file terecht te komen. We nemen de trein van 15.15 u die rechtstreeks naar Brussel Nationale Luchthaven rijdt.

We komen er aan om 16.12 u. Om 16.15 zijn we al in de vertrekhal van de luchthaven, ruimschoots te vroeg (wij moesten ten laatste om 18.45 u aanwezig zijn). Voor in geval van plots opkomende honger kopen we enkele pakjes droge koekjes. Aan de Jetair-balie vragen we welke check-inrij we moeten nemen en het blijkt dat we aan balie nr. 5.7 moeten. Deze gaat pas open om 18.45 u. Daar we nog over voldoende tijd beschikken eten en drinken we iets in een cafetaria van de luchthaven. Ruim voor ze opengaat sta ik al voor de check-inbalie.

De eersten krijgen bijna zeker een plaats aan het venster in geval van 2 + 3 of 3 + 3 zetels op een rij. Tijdens de vlucht zal er echter niet veel te zien zijn wegens de duisternis. We krijgen de zetels 3E en 3F toegewezen. F is een zetel aan het venster. We passeren de pascontrole en daar drink ik nog een koffie voor de sociale prijs van € 2,80. Vervolgens passeren we de veiligheidscontrole met het nodige gepiep van het alarm door een vergeten sleutelbos en dergelijke meer. Doordat we naar het nieuwe vertrekcomplex moeten, dat op een behoorlijke afstand ligt, moeten we een tijdje stappen. We moeten aan de vertrekbalie zijn om 19.15 u maar we zijn er reeds vroeger. Ik verneem dat het vliegtuig een 15-tal minuten vertraging zou hebben (het komt uit Turkije) maar ik kan zelf vaststellen dat het maar 5 minuten vertraging heeft. Om 20.15 u mogen we instappen. Ondertussen begint het te deemsteren. Het is zwaar bewolkt maar droog. Voor zover ik het me kan herinneren hebben we reeds in 2001 met ditzelfde vliegtuig van de Turkse luchtvaartmaatschappij MNG gevlogen.

Het is 20.55 u als we loskomen van de grond (de 5 minuten vertraging bleef) en kunnen we nog even genieten van de lichtjes van Brussel. Wat later vliegen we, letterlijk, de mist in.

Het vliegtuig zit vol en voor ons zit een jong ouderpaar met twee kleine kinderen. Zelfs op dit late uur wordt nog een bescheiden maaltijd opgediend. Buiten is het donker en is er dus niets meer te zien van de begane grond onder ons. Ongeveer een uur voor we onze bestemming bereiken willen we even onze benen strekken. Het beste middel hiertoe is eens naar het toilet gaan. Het vervelende is dat je telkens diegene die in de zetel naast de middengang zit moet storen. Het vliegtuig waar we inzitten is een type 734 en heeft 3 + 3 zetels. Terwijl Lea in het toilet is en ik in de gang sta te wachten zie ik enige commotie op de 6de of 7de rij. Een man van ongeveer 75 jaar oud, die in een zetel zit naast de middengang, is onpasselijk geworden. Hij zou zelfs even bewusteloos geweest zijn volgens zijn echtgenote. Zoals gewoonlijk staan er veel nieuwsgierigen te kijken en in de weg te staan maar weinigen die iets zinvols doen. Ik drum me tot bij de man die ondertussen al terug bij bewustzijn is. Met behulp van een hostess leg ik hem plat neer in de middengang en vraag haar de benen van de man op te tillen. Na enkele ogenblikken krijgt de man terug een goed kleurtje. Ik stel hem enkele vragen: of hij pijn heeft in de linkerarm of middenborststreek. Dit is negatief. Er is weinig kans dat hier sprake is van een hartinfarct. De man is een Vlaming zodat er geen taalprobleem bestaat. Wel zegt zijn echtgenote dat hij een aantal jaren geleden twee keer een hartstilstand heeft gehad maar de laatste jaren geen problemen meer heeft gehad. De warmte in het vliegtuig, de airco werkte maar op halve kracht, en het langdurig onbewogen stilzitten lieten het bloed naar de benen en voeten zakken en kwam er te weinig bloed naar de hersenen. Na enige tijd gaat de man terug in zijn zetel zitten en kan ik naar het toilet. Als ik terugkom zie ik dat men hem terug op de grond heeft gelegd en dat hij een beetje aan het overgeven is. De bescheiden maaltijd was duidelijk misvallen (door de spanning van de reis?). We besluiten de man daarna te laten liggen tot bij de landing. Nu de rust wat is weergekeerd komt er plots een Vlaamse man opdagen die op de eerste rij zat. Hij zegt dat hij dokter is. Zat de man te slapen? Ik ga ervan uit dat dit zo was en dat dit de reden was voor zijn laattijdig reageren. Door het cabinepersoneel wordt een zuurstoffles aangereikt en trek ik mij terug op mijn plaats. Ondertussen is de tijd voorbij gevlogen en zie ik op de grond al de lichten van Antalya. Blijkbaar heeft de bevelvoerder het zeker geacht een ziekenwagen op te roepen want eens we geland zijn komt een mugteam aan boord die de man kort onderzoeken. Doordat men hem vooraan in de gang van het vliegtuig heeft gelegd moet iedereen wachten om uit te stappen. Pas als de man met een brancard uit het vliegtuig is gehaald kan het uitstappen beginnen. Ik hoor nog dat de ziekenwagen naar het ziekenhuis van Belek rijdt. Later verneem ik dat de man nog diezelfde namiddag naar zijn hotel mocht en het goed stelt. Met een bus worden we naar het luchthavengebouw gebracht voor de gebruikelijke routines (pascontrole, visum kopen voor € 10 en valiezen ophalen aan de band). We kopen enkele flesjes water tegen een veel te hoge prijs. Volgens de hostesses van Jetair is het kraantjeswater in Turkije niet drinkbaar maar volgens plaatselijke bronnen is het wel drinkbaar. We nemen het zeker voor het onzekere en poetsen onze tanden met water uit flessen. Aan de uitgang worden we door een hostess verwezen naar een klein busje (grote bussen kunnen niet binnen in de oude stadswijk Kaleici). Buiten een drietal koppels die in andere hotels logeren in de oude stadswijk zijn wij de enigen die in het hotel Alp Pasa verblijven. Daar wordt de bagage door de nachtportier naar de kamer gebracht nadat we nog eerst de logementfiche hebben ingevuld, wat niet mee valt op dit late uur. Hier hebben de kamers geen nummer. De kleine kamers hebben een naam van een haremvrouw en de grotere kamers een naam van een pasa. Onze kamer noemt Ismail Pasa en ligt op het tweede verdieping, net boven de kamer waarin we twee jaar geleden verbleven. Wanneer we ons op het bed laten neervallen is het inmiddels 3 u geworden(plaatselijke tijd = 2 uur Belgische tijd). De douche en het leegmaken van de valiezen laten we voor morgen. Aan de nachtportier hebben we voor elk een hoofdkussen bijgevraagd.

Zaterdag 16 april 2005

Omstreeks 5.15 u hoor ik in mijn slaap vaag de eerste oproep tot het gebed door de muezzins vanop de omliggende minaretten. Om 7 u ben ik al wakker maar blijf nog wat liggen. Eerst ledigen we de valiezen en om 9.10 u gaan we vlug eten daar het ontbijt maar tot 9.30 u kan gebruikt worden. Pas na het ontbijt maken we gebruik van het bad. Ons eerste werk is enkele boodschappen doen in een kleine zelfbedieningswinkel en op de overdekte markt. Wat we nergens vinden zijn de kleine plastiekflesjes Yakult. Omstreeks 11.30 u zijn we terug en nemen we wat rust op de ligzetels aan het kleine zwembad op de binnenplaats van het hotel. Rond de middag gebruikt Lea een zalmsalade en ikzelf een Turks brood met kip en vlees en Amerikaanse saus. Na de middag proberen we op de kamer een dutje te doen maar dit lukt niet. Om 15.30 u doen we een wandelingetje tot aan de baai van Antalya. Wanneer we terugkeren kopen we enkele prentkaarten, wat postzegels en een kaart van Antalya en omgeving.

Om 17 u ontmoeten we op de binnenplaats van het hotel de hostess van Jetair. Veel moet ze ons niet vertellen en kunnen we de introductie beperken tot het bestellen van twee uitstappen: een op dinsdag 19/4 “Typisch Turkije” en een op vrijdag 22/4 naar Termessos en de Kürsünlüwaterval. Van haar verneem ik dat het goed gaat met de man die onpasselijk werd in het vliegtuig. Daarna is het tijd om een bad te nemen en het avondeten te gebruiken. Toen ik in de loop van de namiddag even naar de kamer ging en hiervoor door het restaurant moest zag ik een kelner die me bekend voorkwam. Ook hij herkende me onmiddellijk. Het was Mustafa maar die kortweg Musti wordt genoemd. Het weerziens was hartelijk. Bij het avondeten gebruiken we iedere keer een fles rode of witte huiswijn. Al van de eerste avond is de temperatuur zo goed dat we het avondmaal in open lucht kunnen gebruiken aan de rand van het zwembad.

Om 10 u draaien we het licht uit.

Zondag 17 april 2005

Opstaan om 7.15 u. Worden al gewekt om kwart over vijf door de muezzins van de omliggende minaretten die er blijkbaar een wedstrijd van maken om ter luidst en ter langst tot het eerste gebed op te roepen. De zang schalt uit een viertal luidsprekers die boven op de minaretten zijn geplaatst. Vroeger dacht ik dat er telkens een bandje werd afgedraaid maar ik heb vernomen dat de muezzins dit nog altijd ‘live’ doen, zij het dan dat ze niet meer naar boven moeten klimmen en kunnen beschikken over een moderne geluidsinstallatie. Voor sommige bezoekers kan de vroege oproep tot gebed vervelend zijn maar het hoort er nu eenmaal bij en versterkt het gevoel dat men in een Oosters land is. Ik schat dat we het geluid kunnen horen van een viertal nabije minaretten dat op de omliggende gebouwen weergalmen. Voor de plaatselijke bevolking is dit het sein om het eerste gebed te doen. Wij draaien ons nog even en trachten nog een hazenslaapje te doen.

Na het bad maak ik een korte wandeling door Kaleici. Deze door de UNESCO tot Werelderfgoed erkende oud wijk van Antalya wordt stilaan met mondjesmaat gerestaureerd. Nu al zien we op twee jaar tijd een aantal typisch Turkse huizen, met hun vooruitspringende bovenverdieping, gerestaureerd. Voor vier jaar en nog zelfs voor twee jaar liepen hier bedelaars rond. Deze zijn nu verdwenen. Ook de verarmde bevolking die in de vervallen woningen onderdak vond is nagenoeg volledig verdwenen. De wijk zal het zelfde lot ondergaan als het Gentse Patershol. Eerst was het een wijk van een arme bevolkingsgroep tot wanneer men begon te restaureren. Wanneer men nu zijn rijkdom wil etaleren koopt men zo’n oud vervallen huisje en restaureert dit. De prijzen voor deze huisjes swingen nu de pan uit. Dit lot is ook Kaleici beschoren. Positief is dat de typische Turkse huizen op die manier aan een tweede leven beginnen en bewaard worden voor het nageslacht.

Na de wandeling volgt een stevig ontbijt. Dit wordt in buffetvorm opgediend. Er is een overdaad aan keuze: wel acht verschillende soorten brood, gebakken eieren, groenten, kaas en enkele vleessoorten, een achttal soorten gelei sommige met daarin gekonfijt fruit, honing, enz. te veel om op te noemen. Mijn ontbijt sluit ik bij voorkeur af met enkele stevige pannenkoeken, overgoten met honing.

Na het ontbijt - in openlucht – wij aten gedurende de 10 dagen dat we hier waren maar twee keer binnen - lopen we naar het grote, nabijgelegen, Ataturkpark. Dit park is op twee jaar tijd grondig getransformeerd. Er zijn veel meer zitbanken geplaatst die allen zicht hebben op de Middellandse Zee, de baai van Anataya en het er achter gelegen Taurusgebergte met zijn besneeuwde toppen. Zittend op een bank, gestreeld worden door de warme lentezon en kijkend naar dit prachtig decor, geeft ons een heerlijk vakantiegevoel.

Rond 11 u laten we ons in de buurt van de oude stadstoren (gewild) overhalen een terrasje te doen. De baas draagt een T-shirt met langs de voorkant een opschrift van een Belgisch biermerk en de nationale driekleur en langs de achterkant de afbeelding van een Belgisch bierflesje. Lea drinkt een vers geperst sinaasappelsap en ik een zogenaamde toeristische thee (appelthee) die door de Turken zelf nooit gedronken wordt en enkel aangemaakt wordt voor de toeristen. De uitbater – men noemt hem Adamo - komt wat met ons praten en maakt reclame voor zijn restaurant. Hij toont ons een schaal met vis en noemt de prijzen voor een zeebaars, een zeeduivel, reuzenscampi’s, enz. De man is goed op de hoogte want hij weet dat wij in ons hotel alleen half pension hebben en wij dus ’s middags ergens terecht moeten om wat te eten. Wanneer we vertrekken beloven we hem in de loop van de week eens bij hem te komen eten.

Terug in het hotel luieren we wat aan het zwembad terwijl ik mijn nota’s voor mijn reisverslag wat bijhoud. We krijgen van de garçon een gratis appelthee, iets wat meer gebeurd in de loop van de week. Ik denk dat de fles wijn iedere avond – en het eraan verbonden commissieloon - hiervoor iets tussen zit. Lea is ondertussen aan de praat geraakt met een koppel uit Beveren-Waas waarvan de man buitenwerk-stukadoor is (krepie). Om 14.45 u vertrekken ze van het hotel naar de luchthaven voor hun thuisreis.

Na de middag gaan we op zoek naar de hamam (Turks bad) die ik twee jaar geleden alleen bezocht. Nu wil Lea ook meegaan. In de wirwar van de straatjes van Kaleici moeten we even zoeken naar het gebouw uit de 17de eeuw. Met behulp van een winkelier vinden we al vlug de goede weg. De hamam heeft een nieuwe uitbater en de centrale ruimte is omgetoverd tot een kleine winkel van prularia (vooral cosmetica) wat het geheel gezelliger maakt. Naar de uitbater te horen is de behandeling nagenoeg gelijk gebleven. Per persoon zal ons dit € 20 kosten. Twee jaar geleden koste dit € 25 maar kregen de klanten van Jetair € 5 vermindering. Om een ons onbekende reden is de samenwerking met Jetair verbroken maar voor ons bleef dus alles hetzelfde. Daar er morgen maandag regen verwacht wordt zou dit een geschikte dag zijn om een namiddag in de hamam door te brengen.

Vervolgens maken we een wandeling op de Ataturk Cadessi (zeg maar Ataturklaan) met zijn hoge palmbomen en in de er achter gelegen kleine winkelstraatjes. Sinds deze morgen hebben we nog niet gegeten. In een kleine gelegenheid (bakkerijtje? mini-restaurant?) verorberen we enkele gebakjes gevuld met appel. De gebakjes, met uitzondering van de baklava, zijn nogal langs de droge kant en die spoelen we door met een nescafé en een plat water. Nescafé is voor ons drinkbaar dit in tegenstelling met de Turkse koffie waarvoor men de gemalen koffie rechtstreeks in het water kookt en men even moet laten bezinken vooraleer die op te drinken. De bodem laat je dan best staan want daarin ligt het gruis. Wat verder kopen we voor mij in een winkel een nieuwe portefeuille. Na het gebruikelijke afbieden kan ik er een kopen voor 15 YTL (Yeni Turkisch Lirasi = nieuwe Turkse Lira). Sinds kort is de oude lira vervangen door de nieuwe waardoor er niet minder dan zes nullen zijn weggevallen (oud: 1.000.000 = nieuw: 1 = 60 eurocent, € 1 = 1,75 YTL.). De oude munten en biljetten zijn nog geldig tot het einde van dit jaar. Ook Lea probeert een portefeuille te kopen maar in haar enthousiasme van het afbieden biedt ze wat teveel af en blijft ze bij haar standpunt. De koop gaat bijgevolg niet door en de verkoper maakt zich wat boos. Enkele winkels verder koopt ze dan toch een portefeuille voor 28 YTL.

Daar het deze avond wat frisser is eten we binnen. De typische zachte verlichting, de vele brandende kaarsjes, het verlichte zwembad buiten en een vioolspeler maakt het geheel nog wat romantischer. Die avond steekt Musti voor de grap mijn Parkerbalpen, waarmee ik het restaurantbiljet heb getekend, in zijn hemdzak en verwacht dat ik die zal terugvragen. Twee jaar geleden had hij als eens geprobeerd met mij een Parkerbalpen om te wisselen met zijn balpen van hetzelfde merk maar daar die defect was en ik niets anders mee had om mee te schrijven, ging de deal niet door. Sindsdien weet ik dat je de meeste Turken een plezier kan doen met allerlei pennen, waardevolle maar ook met reclame op. Musti is zo’n minzame man dat ik uiteindelijk besluit hem de pen te schenken. In de plaats krijg ik zijn waardeloze balpen. Een dag later is het een andere garçon die mij probeert mijn mooie balpen, waarin mijn naam is gegraveerd, afhandig te maken. Maar deze keer lukt het niet en wanneer ik hem wijs op de ingegraveerde naam, staakt hij zijn pogingen.

Maandag 18 april 2005

5.15 u: worden wakker door de oproep van de muezzins. Opstaan om 6.45 u. Het is (volgens onze normen) licht bewolkt en wanneer we de kamer verlaten valt er wat lichte regen. Het is de eerste keer van de drie keren dat we hier zijn dat we de straten eens volledig nat zien liggen.

Na het ontbijt doen we enkele boodschappen op de overdekte markt en versturen we in het postkantoor enkele prentbriefkaarten. De kaarten die we voor twee jaar verstuurden via een postbus op de Ataturklaan zijn op dit moment nog steeds niet aangekomen. In het postgebouw is het zeer druk en ook aan de geldautomaten van de banken staan lange rijen aan te schuiven. Het is maandag vandaag, vandaar. Op de markt ondervinden we dat het er niet gemakkelijker op geworden is door de verandering van de geldwaarden. Oude TL, nieuwe TL, Euro en nog eens omrekenen naar het vroegere Belgisch geld om een goed beeld te krijgen van wat men uitgeeft. Ook hier is de bevolking nog niet de oude geldwaarden vergeten en spreken ze nog steeds van 1 miljoen lira i.p.v 1 lira. En als alles naar wens verloopt mogen ze zich al beginnen oefenen in Euro. Hoewel, nu al wordt er veel handel gedreven in Euro. Nochtans is het nog altijd best te betalen in Turkse valuta want met Euro’s wordt er altijd een schepje bijgedaan en rondt men dikwijls af naar boven. Kwestie van het gemak van rekenen…en het profijt van de handelaar.

Wanneer we terug in het hotel zijn druppelt het nog wat en zetten we ons nog wat onder een vooruitstekend deel van het gebouw. Het is tamelijk warm en door de vochtigheid voelt het broeierig aan. Het wolkendek is niet al te dik, af en toe probeert de zon door de wolken te piepen.

Kort na de middag vertrekken we naar de hamam. Onderweg eten we enkele koeken die we in een bakkerijtje kopen. Gisteren hebben we reeds de weg verkent maar terug moet ik wat zoeken. Een handelaar ziet dat we naar de juiste straat aan het zoeken zijn en vraagt waar we heen willen. Eens hij weet dat we naar de hamam willen loopt hij mee met ons en toont ons de weg. Hij zegt dat de uitbater een vriend van hem is maar dit liedje hebben we, en zullen we nog herhaaldelijk, horen. Ook zegt hij terloops dat hij een goed restaurant heeft en dat men na het bad meestal grote honger heeft. Kwestie van ook een graantje mee te pikken.

In de hamam worden we te woord gestaan door de “patron” die nog eens haarfijn uitlegt wat er zal gebeuren. We krijgen elk een paar pantoffels aangeboden zodat we ons kunnen ontdoen van onze schoenen.

De Hamam of Turks Bad, een belevenis op zichzelf

In een kleedkamer kan men zich ontdoen van zijn kledij en die opbergen in een slotvast kastje. Van een stapel handdoeken gebruikt men er één als lendendoek. Via de centrale ruimte, die als rustplaats wordt gebruikt tussen de diverse behandelingen, gaat het naar de warme ruimte. Deze heeft een centraal gedeelte waarin een groot verhoogd witmarmeren blad ligt en een viertal zijruimtes. De centrale ruimte heeft een halve bolvormige koepel waarin kleine ronde gekleurde glazen zitten. In een zijruimte overgiet een badknecht je met goed warm water en spoort je aan dit regelmatig verder te doen. Dan verdwijnt hij voor een 15-tal minuten en komt dan terug om de “pealing” te doen. Doormiddel van een soort washandje met ruwe oppervlakte wrijft hij de oude huid af (pijnloos). Na het afgieten gaat het via de centrale ruimte naar het hokje van de masseur voor de oliemassage. De massage duurt minstens 30 minuten en geen enkele spier of spiertje wordt vergeten. Vervolgens gaat het terug naar de centrale ruimte voor het aanbrengen van het gezichtsmasker (€ 5 extra voor het masker en nadien de gezichtsmassage). Eens het masker gedroogd is gaat het weer naar de warme ruimte. Het masker wordt afgespoeld met warm water en dan moet men zich neerleggen op de grote witmarmeren plaat. Doormiddel van een linnen zak en witte zeep wordt een grote hoeveelheid schuim geproduceerd die nodig is voor de zeepmassage. Na het afspoelen gaat het terug naar de centrale ruimte voor het laatste onderdeel: de gezichtsmassage. Na ca twee en een half uur is de behandeling voorbij.

Terwijl ik in de centrale ruimte zit te wachten op het opdrogen van het gezichtsmasker vraagt de masseur me een aantal woorden en korte zinnen in het Nederlands te vertalen vanuit het Engels of Duits. Hij schrijft die dan op (fonetisch). Hij wil graag enkele woorden praten tegen zijn (Vlaamse en Nederlandse klanten).

Na het betalen, het is inmiddels 15 u geworden, en het nemen van enkele foto’s keren we terug naar het hotel. Het weer is niet al te schitterend (het is bewolkt en af en toe vallen er enkele regendruppels). Tegen de avond aan wordt het zelfs wat fris niettegenstaande het in de voormiddag nog zacht was van temperatuur.

De rest van de namiddag brengen we door op de binnenplaats van het hotel. We zien ze hostess van Jetair langskomen om de nieuw aangekomen gasten te begroeten.

Voor het avondeten maken we een korte wandeling en gaan we slapen omstreeks 22 u.

In de nacht was er nogal wat lawaai door een grote groep Aziatische vrouwen die in de loop van de namiddag zijn aangekomen. Die avond palmen zij een groot deel van het restaurant in. Lea zegt gevat dat de “Japanse KAV” is aangekomen. Het trippelen over de houten plankenvloer van het hotel is goed hoorbaar. Op de koop toe barst er een half uur na middernacht een onweer los boven Antalya: een enkele hevige donderslag gevolgd door een felle regen. Na een half uur is de bui echter over. Na 2.30 u is er wat over en weer geloop in de kamer boven ons maar om 3 u wordt alles stil.

Dinsdag 19 april 2005

Na een nacht van relatief weinig slaap (onweer – regen – over-en-weergeloop van gasten en de vroege oproep van de muezzins) sta ik om 6 u op.

Om 7.15 u gaan we ontbijten en na nog even naar de kamer te zijn geweest wachten we op de binnenkoer op de komst van het busje dat ons naar de uitstap ‘Typisch Turkije’ zal brengen. Het is een 10-tal minuten te vroeg als we vertrekken om nog enkele andere hotels aan te doen (o.a. Talya en Dedeman). Om 9.30 u stappen we over op een grote bus die de uitstap zal doen. We rijden via Yesilbayn alwaar we even stoppen om er de wekelijkse markt te bekijken. Om 10.30u en ca 30 a 35 km van Antalya bezoeken we een niet-gerestaureerde karavanseray uit de 13de eeuw (overnachtingplaats voor de karavanen – saray= herberg). De zon komt er goed door. Hier en daar had ik in Antalya huizen gezien waar voor het raam een buikvormige houten constructie in lattenwerk was aangebracht. Ik stel de vraag aan de gids waarvoor dit eigenlijk diende. Volgens zijn uitleg diende dit voor wanneer de vrouw alleen thuis was en er door een vreemde man werd aangebeld. Die kon zij dan te woord staan. Dit voorwerp stamt nog uit een puriteins verleden. Later vertelde me een man een ongeveer eenzelfde verhaal maar volgens hem ging het dan wel over haremvrouwen. Van 11 u tot 11.50 u bezoeken we een lagere school. Deze is veel ruimer en een stuk moderner dan het schooltje dat we voor twee jaar bezochten tijdens een gelijkaardige uitstap. De kinderen verdringen zich rondom ons (het is net speeltijd). Na de school komt een commercieel gedeelte aan de beurt, namelijk een bezoek aan een tapijtenverkoopcentrum. In feite gaat het hier om een corporatief centrum dat gevormd wordt door 42 dorpen uit de omgeving. Hier worden de tapijten, die meestal thuis geweven worden, verzameld en aan de bezoekers getoond. Of er veel tapijten verkocht worden is zeer de vraag. Tijdens onze reis naar Cappadocië, in 2001, bezochten we een nog groter verkoopcentrum. Voor zover we weten werden er toen en ook nu geen tapijten verkocht. Terwijl er iets te drinken wordt aangeboden wordt er aan een duizelingwekkend tempo het ene tapijt na het andere uitgerold. Geïnteresseerden kunnen betalen doormiddel van hun kredietkaart en om er zeker van te zijn dat ze het juiste tapijt straks thuis krijgen worden ze door de koper op de rugzijde voorzien van een handteken doormiddel van een stift. We verlaten het verkoopcentrum om 13.15 u.

Om 13.45u zijn we aan het middagmaal toe (inbegrepen in de prijs) in een rudimentair restaurant in het dorpje Camili. De borden en alle ander eetgerei worden binnengebracht op grote metalen dienborden die op de tafels gezet worden. Als voorgerecht krijgen we rauwe groenten en brokkelkaas (geitenkaas?). Het hoofdgerecht bestaat uit lekkere rijst en blokjes kalkoen. Het nagerecht bestaat uit een kleine hoeveelheid aardbeien. De drank is niet inbegrepen en moet afzonderlijk betaald worden. De grote metalen dienborden hebben een doorsnede die ruim de breedte van een deuropening overtreft. Om met de borden uit zijn keuken te kunnen heeft de uitbater er niets beter op gevonden een 40-tal centimeter van de omlijsting van zijn raam uit te zagen en het uitgezaagd stuk terug aan de rest te bevestigen doormiddel van een scharnier. Zo kan hij het stuk lijst openklappen bij de bediening en eens dit voorbij (vooral tijdens de wintermaanden) het terug in zijn oorspronkelijke vorm brengen.

Na het middagmaal gaat de ganse groep te voet naar een wat verderop gelegen woning die we mogen bezoeken. Buiten ziet de woning er een beetje verwaarloosd uit maar binnen is het kraaknet. Het meubilair is naar onze smaak ietwat verouderd. De meeste bewoners hechten weinig waarde aan de buitenkant van hun woningen met uitzondering van de nieuwe flats in de duurdere wijken van Antalya. De buitenkant is voor de anderen, de binnenkant is voor henzelf, dus waarom geld uitgeven aan iets waar je zelf niets aan hebt. Bij het binnenkomen sprenkelt de vrouw des huizes wat reukwater op onze handen ten teken van verwelkoming, een oud gebruik dat stilaan aan het verdwijnen is.

Een 50-tal meter verder bezoeken we de moskee onder leiding van de gids. De meeste wetenswaardigheden over het religieuze leven wisten we al van tijdens onze uitstap van de reis in 2003. Hierna gaat het in de richting van het hotel, na eerst onderweg terug te zijn overgestapt in een klein busje.

Eens in het hotel werk ik mijn nota’s bij voor het reisverslag en maken we wat plannen voor de volgende dagen. Ondertussen brengt Musti ons elke een nescafé op de kosten van het huis.

Nog voor we naar het avondmaal gaan zien we op de TV in de kamer dat er een nieuwe paus verkozen is. Pas wanneer we terug op de kamer komen vernemen we dat de nieuwe kerkvorst de Duitse kardinaal Ratzinger is en de naam Benedictus XVI heeft aangenomen. Wij zijn het al gewoon geraakt dat er wereldgeschiedenis wordt geschreven als we op reis zijn.

Woensdag 20 april 2005

Lea heeft de afgelopen nacht slecht geslapen. Ze vindt geen gemak met de nogal bol staande hoofdkussens. Ik sta op om 6.30 u. Na de gewone ochtendrituelen maak ik een korte wandeling in de stille straatjes van Kaleici en de nog bijna verlaten Ataturk Cadessi terwijl Lea zich klaarmaakt.

Om 8.15 u gaan we ontbijten. Daarna lopen we eerst tot aan de overdekte markt om wat fruit te kopen en gaan vervolgens op zoek naar de stopplaats van de dolmus naar de (hogere) Dudenwaterval. In de buurt van de Ataturklaan treffen we een politiewagen aan met twee agenten die toezicht houden. Ik stel me even voor en vraag waar ik de bewuste stopplaats kan vinden. Met de enkele woorden Engels die hij kent wijst hij me de halte aan die twee blokken verder is gelegen. Onderweg hiernaar worden we nog maar eens aangesproken door een handelaar die ons wil meelokken naar zijn winkel. Daar we dit reeds gewoon zijn trappen we hier niet meer in. Wel vragen we de man nog eens voor alle zekerheid naar de halteplaats. Iedereen helpt je als je iets zoekt maar door hun ijdelheid geven ze je soms een verkeerde inlichting. Deze karaktertrek vindt je ook terug bij hun “Griekse broeders” . Beide bevolkingsgroepen gelijken echter sterk op elkaar zonder dat ze het zelf goed beseffen (beiden hebben een uitstekende keuken, hebben nog oude Franse toiletten in gebruik, hebben een uitgesproken handelsgeest, nemen het niet zo nauw met tijd en afspraken, enz). De man die ons aanspreekt zegt dat hij 5 jaar in de mijnen van Zolder heeft gewerkt en dat hij nog familie wonen heeft in de Pelikaanstraat in Antwerpen die in de goudbranche zitten. Om op mijn vraag te antwoorden roept hij er een andere handelaar bij en die weet ons te bevestigen waar de halteplaats is en zeg er nog bij dat we lijn nr. 14 moeten nemen. Op de aangeduide plaats is het een bestendig aanschuiven van dolmussen. Ik sla het aan- en afrijden een tijd ga en kan geen enkele dolmus met het nr. 14 ontdekken. Wel staat er een soort van opzichter, in burgerkledij, aan de halte die de bestuurders van de busjes aanzet sneller te vertrekken. Ik weet bij ervaring dat de chauffeurs en waarschijnlijk ook de opzichter enkel het Turks spreken. Ik probeer iets nieuws, dat nog lukt ook. Ik schrijf het nr. 14 op een stukje papier en eronder: “Duden Selalesi” (Dudenwaterval). De man wijst naar het nr. 14 en ik begrijp dat dit nummer fout is. Hij zegt dat we het nr. 78 moeten nemen. We blijven nog even wachten en enkele minuten later stopt er een domus met het nr. 78 en met achter de voorruit een bord met daarop o.a. D. Selalesi. Het is de bedoeling dat we pas na de middag de Dudenwaterval zullen gaan bezoeken. Nu we hiernaartoe de weg weten lopen we tot aan de oude haven van Antalya op zoek naar een uitstap voor donderdag. Na enkele uitbaters van boottochten gesproken te hebben vinden we er een die naar het “Muizeneiland” vaart op donderdag. De tocht duurt ca 5 u en het middageten is inbegrepen. Er is mogelijkheid vanaf de boot in zee te zwemmen. De prijs is € 25 maar we bieden af tot € 20. De man vraagt wel een voorschot van € 5 per persoon, dit omdat hij ook het eten moet kopen. Hij geeft ons echter zijn visitekaartje waarop hij schrijft dat hij het voorschot ontving. We spreken af voor morgen donderdag om 11 u. Naast de drie passagiers die hij nu reeds heeft zou hij nog naar andere kandidaten zoeken.

Na onze zoektocht keren we terug naar het hotel. Het is ondertussen behoorlijk warm geworden en zijn alle wolken verdwenen. Voor de rest van de voormiddag nemen we platte rust op de ligzetels aan het zwembad op de binnenplaats.

Rond kwart voor èèn vertrekken we naar de stopplaats van de dolmus om de Dudenwaterval te bezoeken. Voor vier jaar hebben we die al bezocht maar het is de moeite waard er nog eens naar toe te gaan. Na even gewacht te hebben aan de halte komt er een busje met het nr. 78 aangereden. Al de dolmussen zien er uit alsof ze een schop onder hun broek hebben gekregen. De voorkant is hoger dan de achterkant. Eens ingestapt betalen we het fenomenale bedrag (voor een trip van een kleine 30 km) van 1 YTL per persoon(= € 0,60 of ca 24 BEF). Als je achteraan zit blijf je gewoon zitten en geeft je het geld door aan diegene die voor je zit. Moet er geld teruggegeven worden dan gaat dit ook zo in omgekeerde richting. Bij het instappen had ik voor alle zekerheid nog eens gezegd tegen de chauffeur “Duden”, kwestie dat hij ons een seintje zou geven wanneer we op onze bestemming zouden zijn. Het busje heeft 15 zitplaatsen. Onder het rijden zien we dat er op enkele hoeken van de straten venters grote en kleine Turkse vlaggen verkopen. Aanstaande zaterdag viert men hier een van de drie of vier nationale feestdagen. Iedere feestdag werd door Ataturk gewijd aan een bepaalde bevolkingsgroep. 23 april is de dag voor de kinderen.

Het is een goeie 30 minuten rijden tot aan de waterval. De chauffeur geeft ons een seintje als we er zijn maar eigenlijk was dit niet nodig wat deze lijn heeft hier zijn eindpunt. De toegang kost ons het al even fenomenale bedrag van 1 YTL per persoon.

Met de dolmus terug kost ons deze uitstap 144 oude BEF. De zon schijnt overvloedig dit in tegenstelling toen we hier voor vier jaar waren, want toen was het wat betrokken. Door de zon lijkt de site nog mooier. We nemen enkel foto’s en op het einde van de rondgang drinken we iets en eet ik een toast met kaas. Het is hier heerlijk vertoeven, in de schaduw van de bomen, op de talrijke zitbanken. Rond half vier keren we terug naar de opstapplaats van de dolmus. Het is even wachten tot 15.55 u tot er een busje aankomt. In de stadsagglomeratie is het een stuk drukker want de avondspits is begonnen. Hier is het de gewoonte om veelvuldig te claxonneren, wat soms tot hectische toestanden leidt. Na een goed half uur rijden stappen we uit op de plaats waar we deze middag vertrokken zijn.

Daar we nog wat tijd hebben lopen we in de kleine zijstraatjes van de Ataturklaan op zoek naar een tas voor Lea. Wanneer we halfweg de hoofdstraat de weg hebben overgestoken en de Hadrianuspoort door zijn gegaan, vinden we een geschikte winkel. De verkoper probeert ons eerst een dure tas van een (nep)merk aan te smeren, maar dit lukt hem niet. Bij een minder dure tas kunnen we van de oorspronkelijke prijs van € 75 er € 25 afbieden nadat we de indruk gaven weg te gaan (een truc die nogal eens lukt). Zoals gebruikelijk biedt de man ons een thee aan en polst ons of we nog in andere spullen geïnteresseerd zijn. Maar na het legen van de drank maken we er vlug een einde aan en keren we terug naar ons hotel.

De avond verloopt zoals gewoonlijk.

Donderdag 21 april 2005

De ochtend: zoals gebruikelijk.

Om 10 u vetrekken we naar de haven en stappen er op de boot voor een tocht van 5 uur. Voor alle zekerheid hebben we ons zwempak mee. Bij de afvaart blijkt dat er 13 passagiers aan boord zijn waaronder een 7-koppige Zuid-Koreaanse familie en daarnaast een tweekoppige bemanning. We varen richting zuidwest. Na een uur varen gaan we voor anker ter hoogte van het Muizeneiland. Kort na het vertrek moest de boot nog even terugkeren omdat men een gasvuurtje vergeten was waarop het middagmaal moest klaargemaakt worden. Eens we stil liggen wordt het sobere maar zeer lekker middagmaal opgediend dat bestaat uit rauwe groeten (zoals altijd rijkelijk overgoten met olijfolie), spagetti en een lekker doradevis. Na het eten wordt er gevraagd wie er wil gaan zwemmen. Niemand lijkt geïnteresseerd, ik ook niet zo onmiddellijk na het eten.

Na een uur varen we iets verderop, achter het Muizeneiland door, en gaan een 30-tal meter van de kust voor anker. Weer wordt gevraagd wie wil gaan zwemmen maar terug lijkt niemand zich hiervoor geroepen. Volgens de bemanning is het zeewater 16 a 17 graden. Een van de Koreanen voelt even met de voet de temperatuur maar maakt geen aanstalten om zijn zwembroek aan te trekken. Er moet toch iemand de “clown” uithangen, dus trek ik mijn zwembroek aan. Via een kleine ladder glijd ik zachtjes in het water. Het is wat fris maar na enkele zwemstreken voelt het al goed aan. De bemanning zegt me dat er onder de vooruitstekende rotswand onder water rotsen zijn waarop men kan staan tot aan het middel om daar even uit te rusten. Ik heb echter een en ander niet al te goed begrepen en zwem wat meer naar rechts. Tegen de kust zijn er ook rotsen onder het water waar ik kan opklimmen. Ik voel wel dat de rots scherpe kanten heeft. Vanop de boot fluit en roept één van de bemanningleden dat ik beter onder de rotsen zwem, wat ik dan ook doe. Wat later zwem ik terug naar de boot. Eens aan boord wijst een van de Koreanen naar mijn been. Ik heb bij het klimmen op de rots een aantal schrammen opgelopen die wegens de bloedverdunner wat beginnen te bloeden. De Koreaan zegt dat hij arts is en met een rood ontsmettingsmiddel (met alcohol in – Isobetadine of eosine kent men hier niet) uit het verbandkistje van de boot ontsmet hij de schrammen. Na enkele minuten stopt het bloeden en kan ik terug in mijn gewone kledij kruipen.

Eens gekleed vraagt de stuurman of ik het stuur wat wil overnemen, wat ik met vele plezier doe. Moeilijk is dit niet want ik moet enkel rechtdoor koers houden en in de Antalyabaai is er geen andere boot te bespeuren. Uiteraard neemt hij, eens we tegen de haven zijn, het stuur terug over. Vandaag is het weer uitstekend, wat lichte bewolking en veel zon tussendoor. Tegen de avond aan komt er meer bewolking opzetten en vallen er enkele regendruppels.

Eens terug in het hotel stel ik vast dat het neusbeschermertje van mijn leesbril is losgekomen. Het (kleine) vijsje is verdwenen. Ik besluit alleen op zoek te gaan naar een opticienwinkel. De man bij wie we, naast de Hadrianuspoort, de handtas kochten verwijst me naar een van de kleine straatjes aan de overzijde van de Ataturklaan. Daar kom ik een van de bootsmannen van daareven tegen en die weet me te vertellen dat ik een brillenwinkel kan vinden in de Antaya-2000-bulding. Deze informatie klopt en ik vraag of ze daar deze kleine herstelling kunnen uitvoeren. Wanneer ik enkele minuten later vraag hoeveel ik moet betalen is het antwoord kortweg “niets”. Ik bedank het personeel hartelijk en keer dan terug naar het hotel.

De ongedwongen levenswijze van de Turken inspireert mij tot een nieuwe uitdrukking, dit in tegenstelling tot het ons bekende gezegde: “Leven als god in Frankrijk”.

“Leven als Mohamed in Turkije”

Avond: zoals gebruikelijk.

Vrijdag 22 april 2005

Opstaan om 6 u.

Om 8.30u vertrek naar Termessos en de Kürsünlüwaterval, zoals gebruikelijk eerst met een klein busje en dan overstappen in een grote bus. Van de overstapplaats vertrekken we om 9.30 u. De Franstalige gids die meerijdt met het kleine busje tot aan de overstapplaats vertelt al het een en ander. Hij zegt dat de inkomens in Antaya tussen de € 250 a € 500 liggen. Hijzelf heeft een maandwedde van € 350.

Termessos ligt niet zo veraf van Antalyastad. We bezoeken de archeologische site van 10 u tot 13 u. Zij is gelegen in een nationaal park (het Termessos Milli Parki) en is dus beschermd. Vanaf de ingang kan men nog een stuk verder rijden met de bussen en personenwagens. De laatste 300 meters moeten te voet afgelegd worden langsheen een sterk stijgend smal pad dat op het einde bezaaid is met stukken steen. Uitkijken dus om geen voeten om te slaan. Zijn daar ondermeer te zien: het theater dat prachtig gelegen is tegen het decor van een hoog bergmassief van het Taurusgebergte. Het theater dateert uit de Hellenistische tijd en werd aangepast door de Romeinen (een decormuur werd bijgebouwd). De site bezit nog een vijftal openingen in de grond waaronder zich grote ruimtes bevinden waavan men niet weet waartoe ze dienden. Hier bevindt zich tevens het grootste necropolis van Turkije. Blijkbaar werd Termessos vernield door een aarbeving want alles ligt kriskras door elkaar.

Bij het afdalen om terug te keren naar de bus is er iemand die zijn voet enkel verstuikt en wordt door twee man ondersteund naar beneden geholpen. Via de Nederlandstalige gids probeer ik wat verband te bemachtigen bij de buschauffeur maar in het verbandkistje dat hij bij zich heeft zitten slechts een tweetal kleine rolletjes gaasverband. Ik probeer mij hiermee te behelpen en omzwachtel de enkel van de man zodat die wat minder pijn heeft bij het stappen.

Vanaf hier is het een uur rijden naar de Kürsünlü-waterval. Die hebben we reeds bezocht in 2001. Voor we het park van de waterval binnengaan gebruiken we het middagmaal dat inbegrepen is in de prijs. Het gebouw waarin het restaurant gevestigd is ziet er nogal primitief uit maar binnen valt alles best mee. In ieder geval is het eten lekker.

Na het middagmaal bezoeken we de waterval en het vertrek naar het hotel is voorzien voor 16.45 u. Tegen de uitgang van het park treffen we het gezelschap van de man met verstuikte enkel. Hijzelf bleef achter aan de drankgelegenheid. We geraken in gesprek en worden als dank voor de geboden hulp getrakteerd op een drankje. Aan de uitgang van het park worden we opgehaald door het kleine busje dat ons rechtstreeks naar Kaleici en het hotel brengt.

Om 17 u zijn we terug in het hotel. Voor het avondmaal maken we nog een kleine wandeling en beloven Adamo dat we morgen bij hem zullen komen middagmalen.

Gans de dag was het redelijk bewolkt en tegen de avond aan is het zelfs zwaar bewolkt. Het bleef echter droog.

Zaterdag 23 april 2005

Vandaag wordt in gans Turkije een van de nationale feestdagen gevierd. 23 april is de feestdag voor de kinderen.

Ik sta op om 7 u. Na het ontbijt blijven we nog wat praten met een ouder koppel uit Borgerhout. Ze vertellen ons dat ze op 1 mei aanstaande met een kleine caravan voor 4 maand vertrekken naar Kroatië. Zij doen dit al 25 jaar.

Het is al 9.30 u wanneer we het hotel verlaten en we ons begeven in de richting van het voetbalstadion van Antalya. Er is reeds veel volk op de been, vooral kinderen, die allen naar het stadion trekken. Bij het binnenkomen worden de bezoekers afgetast door de talrijk aanwezige politieagenten. De hoofdtribune is ondertussen al volledig gevuld. Pas dan wordt een andere tribune opengesteld voor het publiek. Wijzelf komen terecht op een zijtribune. Om 10 u begint het feest met de toespraak, ik veronderstel, van de burgemeester van de stad Antalya die een rit maakt rond het stadion in een legerjeep. Van zijn toespraak en die van een jong meisje hebben we uiteraard geen jota verstaan. Na het verbale geweld volgt dan het optreden van de verstillende groepen, sommige in traditionele klederdracht. Twee grote vlaggen beheersen volledig het stadion, één met het portret van Ataturk (Mustafa Kemal was zijn echte naam) en een Turkse vlag. Bij het binnenkomen had een kleine jongen ons elk een klein Turks vlaggetje in de hand gestopt (uiteraard voor wat drinkgeld). Als een soort teken van sympathie voor de Turkse bevolking hebben we het de ganse dag meegedragen.

Sinds deze morgen is het tamelijk bewolkt. Het spijt ons niet want anders zou het niet uit te houden zijn in het stadion. Tegen de middag breekt de zon stilaan door en een uurtje later zijn er bijna geen wolken te bespeuren. Wel is het moeilijk om de juiste temperatuur te weten te komen want nergens vinden we een thermometer. Ondanks dat de zon achter wat wolken schuilgaat is het in de voormiddag reeds behoorlijk warm wat nog benadrukt wordt door een hoge luchtvochtigheidsgraad. Bovendien is de U.V.-straling een stuk hoger dan bij ons doordat de zon hoger aan de hemel staat.

Even na twaalf uur lijkt het feest naar zijn einde te gaan en om niet tussen de massa te geraken stappen we wat vroeger op. Via ons hotel gaan we naar het restaurant van Adamo dat gelegen is naast de oude stadstoren boven de baai van Antalya. De uitbater ziet ons al van ver komen en eens we een geschikt plaatsje uitgekozen hebben begint hij terug zijn waren aan te prijzen. Hij stelt ons voor  een maaltijd klaar te maken, voor ons beiden, die bestaat uit een zeebaars, een zeeduivel en een 5-tal reuzenscampi’s met brood en friet, voor de prijs van € 25. Hij moet een complete collectie Vlaamse T-shirts in zijn bezit hebben want vandaag draagt hij er een met als opschrift “550 jaar Stadhuis Leuven”. Een andere keer draagt hij dan weer een T-shirt met als opschrift “Wittekerke”.

De vis is vers en wordt gegrild. Hij smaakt lekker maar het grillen bekomt Lea daarna niet al te best. In totaal betalen we € 52 voor de maaltijd en de dranken. Wanneer we vertrekken dringt Adamo erop aan dat we voor we naar huis vertrekken we nog eens afscheid moeten komen nemen. Zo’n lieve minzame man kunnen we dit niet weigeren, dus beloven we ons best te doen.

De tijd vliegt hier snel want het is reeds 14.30 u wanneer we terug zijn in het hotel alwaar we de rest van de namiddag lui aan het zwembad doorbrengen. Ondertussen bekijken we het aankomen en vertrekken van toeristen van allerlei pluimage. Daaronder is er een ganse klas uit Walonië die op “studiereis” is. De hostess van Jetair komt ook nog langs om een drietal pas aangekomen koppels te begroeten. Twee van de drie waren niet al te gelukkig want het ene koppel hadden slechts een “gewone” kamer geboekt. Die werden dus ondergebracht in de piepkleine haremkamertjes waarin je met moeite je twee grote valiezen kwijt kan. Ook wij hadden dit probleem toen we hier in 2001 waren. Daaruit trokken wij de les om de volgende keren een superieure kamer te boeken, zogezegd om het jacuzzibad, maar in werkelijkheid omdat die kamers behoorlijke afmetingen hebben. Het andere mistevreden koppel moet voor één nacht in een ander gebouw logeren door een overboeking. De vermoeidheid van de reis doet de rest. Bovendien laten ze zich nog een peperdure fles wijn aansmeren zonder eerst eens te informeren naar de prijs. Het scheelt bovendien maar een haar of de man sukkelde bijna in het zwembad wanneer hij zich recht stelt om naar het buffet te gaan. Wij trachten de plooien wat glad te strijken door te zeggen dat na een goede nachtrust de zon wel weer zou schijnen en dat het al de derde keer was dat we hier verbleven. En gelijk had ik want al de volgende dag waren ze in een goede stemming en nog een dag later was hen aan te zien dat ze er duidelijk zin in hadden.

Daar het hotel proppensvol zit (150 gasten) en door de te verwachten zomerse avond proberen de kelners zoveel als mogelijk tafels buiten te dekken.

Na een mooie avond waarbij we genieten van de zachte temperaturen, de heerlijke Turkse keuken en de romantische sfeer van het gebouw gaan we om 22 u slapen.

Zondag 24 april 2005

Ik sta op om 6.45 u. Het dringt stilaan tot ons door dat het einde van deze reis in zicht komt.

Na het ontbijt gaan we nog voor de laatste keer naar de overdekte markt om wat fruit te kopen. Na in het hotel ons te hebben ontdaan van onze boodschappen gaan we in de kleine straatjes in de buurt van de Ataturklaan op zoek naar een horlogewinkel om een nieuw armbandje te kopen voor het uurwerk van Lea. Op dit vroege uur zijn er nog niet veel winkels open, te meer dat het zondag is vandaag. Een uurwerkwinkel, die pas opengaat, stappen we binnen nadat we in de buurt de man die nog in Zolder heeft gewerkt nog maar eens tegen het lijf lopen. We betalen 8 YTL voor het armbandje en het wordt ter plaatse aan het uurwerk bevestigd. Nabij de building Antalya 2000 is er een taxistandplaats en op een bord staat aangegeven dat een taxirit naar de waterval van Manavgat € 45 kost maar spontaan doet de man er nog € 5 af. Gisteren heb ik aan een taxistandplaats in Kaleici een bedrag van € 55 geboden voor dezelfde uitstap. We keren terug naar deze laatste en wijzen op het lager bedrag. We komen overeen voor het bedrag van € 50. Meteen spreken we het tijdstip af wanneer we deze namiddag willen vertrekken.

Om 13.30 u vertrekken we naar de Manavgatwaterval. Het is ca 1.15 u rijden over een afstand van 75 km. Manavgat ligt halfweg tussen Antalya en Alanya. De zon schijnt overvloedig en het is warm. We volgen de weg die evenwijdig loopt met de kust maar de baai krijgen we niet te zien. Ondertussen genieten we van een prachtig zicht, op afstand, op het Taurusgebergte, met zijn soms grillige rotsformaties. Er is weinig verkeer op deze weg, waarschijnlijk omdat het geen werkdag is vandaag. Af en toe moet ik verwonderd toekijken wanneer de chauffeur met zwier soms door het rode licht rijdt of de volle witte lijn overschrijdt. Bus- en taxichauffeurs zijn hiervoor bekend in Turkije. Eens in Manavgat kunnen we rustig de waterval bekijken. Hij is minder spectaculair dan de twee andere in de buurt van Antalya maar daarom niet minder mooi. Voor voordat we na ongeveer anderhalf uur terug naar de taxi gaan proef ik nog een plat Turks brood waarin fetakaas is verwerkt. Omstreeks 16 u keren we terug naar Antalya alwaar we om 17.15 u aankomen. Van ons aan ons hotel af te zetten is er geen sprake want de chauffeur kent blijkbaar Kaleici niet al te goed. Bovendien spreekt hij enkel de Turkse taal. Ik reken af en geef nog wat fooi bovenop voor de chauffeur (een hoop met muntstukken waar in binnenkort toch niets meer mee kan doen). Van de taxistandplaats is het maar twee korte straatjes lopen tot aan het hotel.

Omstreeks 19.15 u gebruiken we het avondmaal.

Een mooie droom gaat stilaan voorbij…

Maandag 25 april 2005

Gisterenavond was er heel wat lawaai in de buurt van onze kamer. De Waalse klas zette zowat het ganse hotel op stelten. Wij hopen dat dit deze avond niet zal gebeuren want morgen moeten we vroeg opstaan.

Vandaag beginnen we aan onze laatste dag. We hebben de bedoeling het wat rustig aan te doen. Na het ontbijt wandelen we naar het nabijgelegen Ataturkpark en gezeten op een van de banken genieten we nog een laatste keer van het uitzicht op de baai en het gebergte met zijn besneeuwde toppen. Overal in het park staan namaakstenen opgesteld waarin luidsprekers zijn ingewerkt en waaruit zachte muziek weerklinkt.

Omstreeks 10.30 u keren we terug naar het hotel waar we de rest van de voormiddag doorbrengen aan het zwembad. Ondertussen delen we enkele van onze ervaringen mee aan andere Vlamingen die in het hotel te gast zijn.

Nadat het kamermeisje de kamer heeft gepoetst is het tijd om onze valiezen klaar te maken. Dit levert geen noemenswaardige problemen op. Veel hebben we niet gekocht en de tas die Lea kocht gaat mee als handbagage. Vervolgens ga ik naar de receptie en reken af. We betalen met visakaart de dranken die we verbruikten, een kleinigheid aan eten en de safe in de kamer. Twee jaar geleden kon men hier enkel betalen met Eurocheque. Gezien dit betaalmiddel niet meer bestaat is men hier ook overgeschakeld op kredietkaarten.

Nu hebben we nog één beleefdheidsbezoek af te leggen namelijk bij Adamo in de buurt van de oude stadstoren. Net buiten het hotel lopen we echter Adamo tegen het lijf. We zeggen dat we net op weg zijn naar hem. Hij antwoordt hij maar een 10-tal minuten weg zal zijn. Ondertussen drinken we iets op het terras van zijn restaurant. We beseffen dat die 10 minuten algauw een uur kunnen worden en we maken ons geen al te grote illusies hem nog terug te zien. Na een ruime tijd gewacht te hebben keren we terug en nemen een andere weg om nog iets voor Marijke te kopen. Uitgerekend daar komen we Adamo tegen en nemen op een hartelijke wijze van hem afscheid. Hij hoopt dat we ooit nog eens zullen terugkeren naar Antalya.

Na nog de laatste spullen in onze koffers te hebben gestoken gaan we om 19.15 u aan tafel voor het “laatste avondmaal”. Hoewel we er stellig van overtuigd zijn deze avond geen wijn meer te drinken worden toch door de vriendelijke hoofdkelner ertoe aangezet nog een glas wijn te gebruiken bij het eten. In het kader van het vroege vertrekuur van morgen houden we het wat het eten betreft wat sober. Na het eten nemen we afscheid van de drie voornaamste kelners en vergeten we niet hen een fooi in de hand te stoppen. Vooral het afscheid van de sympathieke Musti is bijzonder hartelijk. In de receptie betalen we de laatste rekening en vraag ik om mij om 3.30. u te wekken niettegenstaande we zelf een wekker zetten en ook het alarm van onze GSM laten aflopen om 3 u. In de receptie staat een van de drie broers Alp (vandaar de naam Alp Pasa) die eigenaar zijn van het hotel. Deze spreekt een aardig mondje Nederlands omdat hij gehuwd is met een Nederlandse. Naar we vroeger vernamen zouden de broers ook nog een hotel hebben in Nederland. Ik feliciteer hem met het hotel en het vriendelijke personeel en wanneer ik hem bovendien zeg dat het onze derde keer was dat we hier verbleven zie ik hem zo groeien van trots. Hij vraagt nadrukkelijk dat ik publiciteit zou maken voor zijn hotel en duwt me nog vlug een (Nederlandstalige) folder in de hand. Maar alle gegevens kunnen ook nagetrokken worden op de website www.alppasa.com.

We kruipen zo vroeg als mogelijk onder de wol nadat de muezzins van de omliggende moskeen hun laatste oproep tot het gebed doen. We hopen dat de Waalse klas het wat rustiger aandoet deze avond. Maar ook in dit valt nog goed mee.

Dinsdag 26 april 2005

Opstaan om 3 u. Nog vlug nemen we een verfrissend bad en draag ik zelf de valiezen naar beneden kwestie om enige beweging te hebben.

Om 4.30 u trekken we voor de laatste keer de deur van onze kamer achter ons dicht. Beneden krijgen we van de nachtportier een tas koffie die we nog vlug naar binnen werken omdat het busje dat ons naar de luchthaven zal brengen reeds komt voorgereden. Slechts een dame zit er al in het busje en met ons drieën gaat het om 4.40 u in de richting van de luchthaven doorheen de verlaten straten van Antalya. Amper 15 minuten later zijn we ter plaatse en worden we door de hostess van Jetair naar de juiste incheckbalie verwezen. Daar we vooraan in de rij staan zijn we al vlug onze valiezen kwijt. Zelfs op dit vroege uur is het zeer druk in het luchthavengebouw. Daar er telkens twee jaar zat tussen onze verblijven alhier zien we duidelijk het steeds maar drukker wordend toerisme. Bij het binnenkomen van de luchthaven waren we al door een veiligheidscontrole gepasseerd en na de pascontrole is er nog een tweede veiligheidscontrole. Tussendoor drinken we nog een koffie en werken we vlug een koffiekoek naar binnen. Uiteindelijk belanden we aan “gate 205” waar wij nog even moeten wachten om in de bus te stappen die ons naar het vliegtuig brengt. Om vijf minuten voor zeven taxiet het vliegtuig naar de startbaan en precies om zeven uur, zoals voorzien, komen we los van de grond. De vlucht duurt eigenaardig genoeg iets langer dan in het naar hier komen, namelijk vier uur. Het bescheiden ontbijt wordt voor mij nog bescheidener wanneer ik zie dat er roerei in het pakket zit en ik dit best niet eet als ik geen problemen wil krijgen met mijn lever. Ik stel mij dus tevreden met het broodje, een hoekje smeerkaas, een confituurtje en de koffie. Bij het opstijgen in Antalya kunnen we nog even genieten van de zon overgoten stad. Na een half uur trekt het wolkendek dicht en kunnen we niets meer zien van de grond onder ons. Stipt om 10 u landen we op de luchthaven van Zaventem. Zonder enige problemen passeren we de pascontrole, de douane en vinden we onze valiezen terug op de transportband. Reeds om 10.48 u vertrekken we met de rechtstreekse trein naar Gent alwaar we aankomen om 11.45 u. Onderweg had ik contact opgenomen via mijn GSM met Godelieve die ons komt afhalen aan Sint-Pietersstation.

12.15 u we steken de sleutel op onze voordeur. We zijn thuis. Het (Turks) sprookje is voorbij.

TeŞekkür ederim Antalya

(Dank u wel Antalya)

Besluit

Voor de derde keer waren we te gast in het Alp Pasahotel in Antalya. Geen seconde hebben we spijt gehad van onze beslissing om nog eens dit gezellige oord op te zoeken. Ook hebben we tijdens die drie bezoeken de bevolking beter leren kennen en vooral waarderen.

Waarschijnlijk werd dit het laatste bezoek aan Antalya omdat we ook nog andere horizonten willen verkennen. Maar zoals het spreekwoord zegt: “Zeg nooit nooit”.

15-04-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (1)
14-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2005 deel 2
Klik op de afbeelding om de link te volgen







de waterval van Manavgat, halfweg tussen Antalya en Alanya

14-04-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
13-04-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2005 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen







het Taurusgebergte gezien vanuit het Ataturkpark van Antalya

13-04-2005 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
06-09-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 1

GROSSARL – OOSTENRIJK

4.9.2004 – 20.9.2004

Zaterdag 4 september 2004

4.30 u: opstaan

5.50 u: vertrekken – kilometerstand 84.588 – we rijden via de E 40 naar Brussel wegens de werken aan de ring rond Antwerpen. Het is ca 16 graden, mooi weer en geen wolkje aan de lucht.

6.22 u – 50 km: we rijden de ring rond Brussel op richting Luik.

6.33 u – 69 km: verlaten de ring rond Brussel en beginnen aan de snelweg naar Luik.

7.20 u – 158 km: rijden voorbij Luik. Het is 16 graden.

7.43 u – 195 km: stilstand aan de parkeerplaats Lichtenbusch (even voor ? of na ? de Belgisch-Duitse grens) voor een sanitaire stop. We vertrekken er terug om 8 u.

9.08 u – 208 km: rijden Aken voorbij.

9.00 u tot 9.20 u – 293 km: stilstand op de raststatte Siegburg.

11.11 u – 440 km: rijden de luchthaven van Frankfurt voorbij.

11.40 u – 480 km: ter hoogte van Kleinmorthsheim is er stilstaand verkeer. Na 5 minuten is het probleem opgelost.

11.49 u – 487 km: rijden Aschaffenburg voorbij. Wij vragen ons nog steeds af waarvoor de overspanning over de weg, die voorzien is van grote ramen, wel moet dienen.

12.40 u tot 13.14 u – 559 km: stilstand op de raststatte Würzburg. We eten er iets. We vragen ons af of we niet beter zouden doorrijden naar onze eindbestemming. Het weer is uitstekend en het verkeer geeft geen problemen (tot nu toe). We bellen met de GSM naar Schütsenhof om te vragen of we een nacht vroeger mogen komen. Burgl (afkorting voor Walburga) zegt dat er een kamer vrij is voor ons maar dat we de volgende dag pas naar onze gebruikelijke kamer kunnen. We zullen dus een kleine verhuis moeten doen. Ik verwittig haar dat het gerust 19 u a 20 u kan zijn als we daar aankomen. Ook dat is voor haar geen probleem. Na het eten van elk twee croissants en een koffie vertrekken we terug.

14.34 u – 683 km: we stoppen aan de raststatte Nurnberg en tanken er 42,38 liter diesel voor € 41,28 (€ 0,974/liter tegen € 0,904 in België) Het grote prijsverschil waarover men het in de pers had is dus fel overdreven.

15.50 u – 811 km: wanneer we in de buurt van Munchen komen krijgen we een file te verwerken veroorzaakt door het samenkomen van enkele wegen met de ringsnelweg rond de stad en gepaard gaande met werken op die plaats.

16.17 u – 818 km: einde van de file daar wij de ringsnelweg verlaten en de snelweg nemen richting Salzburg.

17.09 u – 862 km: stoppen een tiental minuten aan een raststatte, kopen er twee autowegenvignetten voor Oostenrijk (2 x 10 dagen) en eten er wat.

18.18 u – 967 km: passeren de Duits-Oostenrijkse grens.

18.32 u – 993 km: rijden door de eerste Oostenrijkse tunnel.

18.52 u – 1011 km: na het verlaten van de snelweg te Bisschofshofen rijden we even verder door Sankt Johan in Pongau.

19.09 u – 1037 km: aankomst te Grossarl aan hotel Schütsenhof. Het avondmaal is volop aan de gang en het is dus druk voor de uitbaters Burgl, Hias en Monika. Toch vinden ze even de tijd om ons welkom te heten en ons onze voorlopige kamer voor één nacht (nr. 2) aan te wijzen. Na vlug onze spullen in de kamer te hebben gezet en genoten te hebben van een verfrissende douche gaan we eten. Nergens bespeuren we bekenden van vorige jaren.

Avondmaal:

Menu:
Eierflockensuppe
Salat vom Buffet
voor Lea: Jägerschnitzel dazu Duchessekartoffeln
voor mij: Kasnock’n (dit zijn “spätsele” – kleine, in water gekookte deegballetjes – in een kaassaus)
dessert: Pfirsichkompott mit Sahne

Als afsluiter van de maaltijd krijgen we de traditionele welkomstsnaps aangeboden. Daarna gaat het richting kamer en schrijf is de eerste dag van mijn reisverslag. Rond 21 u gaan we doodmoe slapen maar horen boven ons een groep mannen bekende liederen zingen(kamer 2 bevindt zich op de verdieping -1 –onder de gelagzaal). Ware het niet dat we zo moe waren, we zouden nog eens naar de stube teruggekeerd zijn om mee te zingen, maar nu houden we het op wat meeneuriën in ons bed. Even na 22 u valt het zingen stil en dommelen we in (juister is: we vallen in slaap als een steen).

Zondag 5 september 2004

5.00 u: na een diepe en verkwikkende slaap wordt ik wakker maar blijf nog wat liggen tot 7.50 u. Ik sta op, ga douchen en wandel daarna even rond het hotel om van de ontwakende vallei te genieten. Het weer is wat bewolkt maar de zon zal gans de dag overvloedig schijnen. Wanneer ik terug ben op de kamer is Lea bijna klaar en gaan we samen ontbijten. Alles is gebleven zoals vorig jaar. Bij het ontbijt kunnen we kiezen uit twee menu”s voor ’s avonds. Deze staan op een blad en kan men het gekozene aankruisen. Voor de kleine eters is het mogelijk een kleine portie aan te kruisen. De rechterhelft van het blad, waarop de menu’s staan, scheur ik telkens af en bewaar ik om mijn verslag aan te vullen. Indien de twee voorgestelde menu’s niet voldoen aan de wensen van de gasten mag men ook een gerecht kiezen van de kaart. Ik vraag tijdens het ontbijt aan Burgl wanneer onze kamer (nr. 16) klaar zal zijn zodat we kunnen verhuizen. Dit zal zowat rond de middag zijn.

Na het ontbijt wandelen we naar het centrum van Grossarl en verpozen wat op een bank midden in het dorp. Blijkbaar is dit de kortste weg naar de kerk want heel wat bewoners passeren ons om de mis van 10 u bij te wonen (de enige mis op zondag). Velen zijn gekleed in “trachten”, de traditionele klederdracht. Onder hen enkele jonge gezinnen met hun kleine kinderen. Ook deze laatste zijn in klederdracht, wat mooi is om zien. Tegen 10 u gaan we in richting van de kerk die men bereikt na een korte steile klim. De kerk, die prachtig versierd is met met bladgoud belegde beelden, zit bomvol zodat we achteraan moeten rechtstaan. Een jeugdkoor zingt een prachtige hymne. Halfweg de dienst verlaten we de kerk en keren we terug naar het hotel. Onze kamer is echter nog niet klaar maar na een half uurtje wachten en het drinken van een koffie kunnen we aan de verhuis beginnen. De meeste bagage hebben we in de valies en de tassen laten zitten zodat de verplaatsing vlug gebeurd is. We krijgen dezelfde kamer als vorig jaar (nr. 16) zodat we ons al vlug terug thuis voelen. Na alle bagage te hebben uitgeladen en in de kassen geschikt te hebben rusten we wat uit .

14.00 u: we rijden met de auto naar het daleinde van het Grossarldal en verbruiken iets op het terras van het restaurant Talwirt (apfelstrudel met behoorlijk wat slagroom en Lea een sorbet van perziken en gekonfijt fruit, overgoten met yoghurt met elk een koffie).

Rond 16.00 u zijn we terug in het hotel en besluiten de sauna uit te proberen. Die bevindt zich op de -1 verdieping. We leerden dit fenomeen voor het eerst kennen in Houffalize. Hier is het gebruik van de sauna echter gratis, dus iedere dag dat het past zullen we gebruik maken van de sauna.

Na de sauna brengen we de rest van de tijd tot aan het avondeten door op het terras van het hotel en genieten van de ondergaande zon.

18.00 u: avondmaal

Menu:
Ridssuppe mit Frittatenroulade
Salat vom Buffet
Grillteller mit Kräuterbutter dazu Ofenkaroffel mit Sauerrahm-Specksause
dessert: Tropicana (vanille-ijs met appelsiensap)

22.30 u: gaan slapen

Maandag 6 september 2004

6.45u: opstaan.

7.00 u: ik maak een wandeling in de omgeving van het hotel.

7.45 u: ontbijt. Een gewoonte van dit hotel is dat op maandagmorgen de gasten een “morgenpost” ontvangen. Dit is een blad met wat inlichtingen op en waarop ook de wandeling van morgen met de gasten van het hotel onder leiding van Hias wordt aangekondigd. De wandeling van morgen gaat naar de Bachalm.

9.15 u: we rijden naar het dal en naast de kabelbaan is de winkel Billa gevestigd. Billa is een winkelketen, best vergelijkbaar met Aldi en Lidl. We doen er enkele inkopen en keren dan terug naar het hotel.

10.30 u: vertrekken met de auto naar de parkeerplaats gelegen boven het dorp Huttschlag

10.45 u vertrekken op wandeling naar de Hub-Grundalm. Twee jaar geleden was ik daar met de gasten van het hotel tijdens de wandeling met Hias. Lea ging toen niet mee. Het weer is ronduit schitterend, aangename temperaturen en geen wolkje aan de lucht, een licht briesje die het allemaal aangenaam maakt. De weg naar de alm is een licht stijgende grintweg. Onderweg krijgen we een telefoontje op onze GSM van Marijke maar door de slechte ontvangst (door te weinig antennes of teveel bomen) wordt het gesprek afgebroken. Ik stuur dan maar een sms-je naar Marijke dat wel terecht komt. De alm bereiken we om 12.30 u. Met zicht op de zonovergoten bergen eten we elk een boterham met hesp (schenckenbrodt) en drinken we een Almdudler en een koffie.

13.15 u: we keren met een langzame stap terug naar beneden.

Omstreeks 15.00 u zijn we terug aan de wagen en rijden naar het hotel. Daar maken we gebruik van de sauna en tussen 17.00 u en 18.00 u drinken we nog iets op het terras van het hotel. De ondergaande zon zet het tegenoverliggende Elmaudal in een zacht avondlicht.

18.00 u: avondmaal.

Menu:Ridssuppe mit Goldwürfel
Salat vom Buffet
Rindsroulade dazu Butternudeln
Melonen im Holunderblütensaft

Nu ontdek ik dat men hier ook donker bier heeft. Het is maar een flauw afkooksel van onze donkere bieren, wat het alcoholgehalte betreft, maar de smaak kan er door.

Na het avondmaal kijken we nog even van op ons terras naar de deemstering die over het dal valt.

Dinsdag 7 september 2004

5.00 u: ik wordt wakker maar blijf liggen tot 6.50 u.

7.50 u: ontbijt

Na het ontbijt maken we ons klaar voor de wandeling met de gasten van het hotel onder leiding van Hias. Het is de eerste keer dat Lea meegaat op een gezamenlijke wandeling.

9.30 u: we vertrekken met de wagens, in colonne, naar het startpunt van de wandeling dat gelegen is tussen Grossarl en Huttschlag. We rijden de berg op tot aan de “schrancke” (het hek – een gesloten hek mag men niet voorbijrijden, ook de verbodsborden “verboden voor alle voertuigen” die vergezeld zijn van een bord “OBF” (Östenreichischer Bundesfrost – Bosbeheer Oostenrijk) mag niet voorbijgereden worden). Doordat we met een 8-tal wagens zijn laat een deel zijn wagen achter voor het hek en rijdt de rest achter Hias die enkele bochten verder nog een andere parkeerplaats voor een 5-tal wagens aanduidt.

9.45 u: Samen met Hias beginnen we aan de wandeling. Een van de gasten van het hotel rijdt met zijn wagen tot aan de alm. Langzaam stijgend vordert de groep onder een stralende zon (in het dal was het bij het vertrek 7 graden). Iedereen is opgewekt en kwettert er lustig op los. Halfweg de beklimming stopt de groep en deelt Hias bier en frisdrank uit (daar waarschijnlijk achtergelaten door de gasten die met zijn wagen onderweg zijn naar de alm). Het gebaar werd waarschijnlijk ingegeven door het vrij warme weer van de laatste dagen.

11.30 u: aankomst op de Bachalm. Lea heeft de beklimming zonder problemen meegemaakt. Het is de gewoonte dat Hias zijn gasten trakteert op een “obstler” (snaps). Weinigen zeggen neen tegen het prikkelend drankje. Verder gebruiken we er drie “gespritste” appelsappen (appelsap opgelengd met spuitwater) en een kleine breteljause (bretel: plank, jause: voedsel, versterking van de inwendige mens). Oostenrijkers zijn specialisten in het mengen van allerlei dranken. Dit alles kost ons € 7,60. Daarnaast kopen we nog een prentkaart met een foto van de alm. Rond 13.00 u is het tijd om terug te keren. Onderweg nemen wij een zogenaamd “kortere” weg, een smal kronkelig en gebrekkig paadje, maar uiteindelijk doen we er langer over dan dat we de gewone weg hadden gevolgd.

14.30 u: we zijn terug aan de wagen en rijden naar beneden. Daarbij is het uitkijken geblazen omdat de grintweg zodanig bolvormig is dat het niet uitgesloten is dat men met de onderkant van de wagen de weg raakt.

In het hotel aangekomen nemen we vlug een douche en steken dan onze voeten onder tafel voor de gratis koffie en koeken ons aangeboden door Burgl. Ondertussen praten we wat met de andere (Duitse) gasten. Het valt ons op dat we dit jaar gemakkelijker contact met hen maken.

18.00 u: avondmaal.

Menu:
Zucchinicremesuppe
Salat vom Buffet
Gebackene Hendlbrust dazu Rahmkartoffeln
dessert: Bananenmilch

De rest van de avond: idem dito

Woensdag 8 september 2004

7.00 u: opstaan

7.55 u: ontbijt

8.50 u: vertrek uit het hotel, te voet, naar het dalstation van de kabellift. Het hotel is uitstekend gelegen voor de skiërs die ’s winters de kabellift willen nemen. Via een weide naast het hotel skiën ze naar het dalstation, amper 2 minuten ver. Voor ons is het ook maar 10 minuten stappen. We zijn nog op tijd om mee te kunnen met de kabellift. Die werkt slechts om het uur en zolang er wandelaars staan aan te schuiven. In dit seizoen werkt de lift op zondag en woensdag. Bij regenweer wordt de dienst verschoven naar ’s anderendaags.

9.15 u: aankomst in het bergstation van de kabellift. We vertrekken naar de Kreuzkogel die we van hieruit zien en die bereikt kan worden na een korte maar steile helling.

ca 10.00 u: aankomst aan de voet van de spits van de Kreuzkogel. Van hieruit hebben we zicht op de Gasteinervallei en Dorfgastein. Ikzelf klim nog even naar de top van de Kreuzkogel om er een wandelstempel te halen. Die is te vinden aan het “gipfelkreuz” (het kruis op de top). Wegens het goede weer is het op deze top zeer druk, je zou bijna van filevorming kunnen spreken. Op de top is er op dat ogenblijk een groep die onder begeleiding van een harmonica een mooi lied zingen.

Van de Kreuzkopel gaat het naar de Fulseck. Dit is een graatwandeling waarvan het laatste deel vrij steil is en flink in de kuiten bijt.

10.40 u: op de Fulseck stappen we in het bergstation in de kabellift en dalen af naar Dorfgastein. Halfweg moeten we overstappen in het tweede deel van de kabellift.

ca 11.00 u: we stappen uit de gondel van de kabellift te Dorfgastein. Tijdens de afdaling zien we enkele “drachenfliegers” of “paraglijders”. Van het dalstation naar het dorp is het slechts vijf minuten stappen. Voor ons is het een nostalgisch gevoel hier, na meer dan 25 jaar, weer eens te zijn. De twee vorige jaren deden we Dorfgastein ook aan maar toen regende het meestal (bij mooi weer blijven we meestal in het Grossarldal). Onder de stralende zon komen de herinneringen aan vroeger terug naar boven. Uit een vorig bezoek weet ik dat de vroegere hotelbaas van Steindlwirt, Joseph Rieser, reeds overleden is. Ik wandel even op het kerkhof naast de kerk en vind een familiegraf waarop vermeld staat: “ Jozeph Rieser + 1987”. De man heeft ons laatste bezoek amper 9 jaar overleefd.

Na een wandeling door het kleine dorpscentrum, dat er bevreemdend stil bij ligt, gaan we iets eten op het terras van een patisserie (2 croissants, 1 croissant met chocolade, een kersenstrudel en twee kannetjes koffie = € 16).

13.00 u: we zijn terug aan het dalstation van de kabellift en gaan terug naar boven. De liften die we die dag gebruikt hebben zijn eenmalig gratis door de aankoop van een Salzburgerland Card (€ 44 voor 12 dagen). Van de Fulseck gaat het terug naar de Kreuzkogel en naar het bergstation van de kabellift naar Grossarl. Daar neemt Lea om 14.05 u de lift en ik zal te voet naar het hotel gaan. Deze tocht is ongeveer 10 km lang en de weg loopt langs het hotel. Boven staat aangegeven dat deze wandeling 2 ¼ u duurt (tot in het dorp van Grossarl) maar ik doe er maar anderhalf uur over tot aan het hotel.

Eens terug in het hotel en na wat gerust te hebben gaan we wat uitzweten in de sauna.

18.00 u: avondmaal. Hias en Burgl hebben mij waarschijnlijk zien afkomen van de berg want beiden vroegen me hoe het gegaan was.

Menu:
Ridssuppe mit Nudeln
Salat vom Buffet
Gulasch vom Hirschkalb dazu Birnenkroketten uns Apfelrotkraut
dessert: Topfennockerl auf Erdbeerkompott

Na het avondeten duurt het niet lang of we gaan slapen. Het was een vermoeiende dag, veel zon met slechts enkele wolken.

Donderdag 9 september 2004

9.10 u: vertrek aan het hotel naar de Grossglockner. 85.690 km. we tanken 28,74 liter diesel voor € 25,26 (goedkoper dan in België).

9.31 u: vertrek aan het pompstation in Grossarl. Na ongeveer 25 km (Schwarszach) even opgehouden door werken.

10.09 u: rijden voorbij de afslag naar de Gasteinervallei.

10.28 u – 50 km: afslag naar de Glossglockner. Er is lichte nevel en de toppen van de eerste bergen zitten in de wolken.

10.43 u – 62 km: aankomst aan de kassa waar moet betaald worden. We betalen € 23,80 i.p.v. de normale € 26 (vermindering met Salzburgerland Card). Vooraleer we de kassa voorbijrijden drinken we nog een koffie in de taverne Tauernhaus.

11.04 u: beginnen we aan de tocht over de Hochalpenstrasse.

11.53 u – 77 km: we zijn op de Edelweisspitse waarvan de top op dat moment in de wolken steekt.

13.15 u – 100 km: bereiken de Kaiser Franz Josefhöhe aan de voet van de Grossglockner.

14.16 u – 133 km: we zijn terug aan de kassa.

14.30 u – 146 km: einde van het dal van de Grossglockner te Pichl

15.21 u – 194 km: zijn terug aan het hotel.

Enkel kleine wolkjes gedurende de ganse dag.

Avondmaal:

Menu:
Kürbiscremesuppe
Salat vom Buffet
Putenschnitsel auf Natursaft met Tomaten und Käse überbacken dazu Wildreis
dessert: Vanilleoverscreme mit Fruchtsaft

Verder de gewone avondrituelen.

Vrijdag 10 september 2004

8.00 u: ontbijt

9.00 u: vertrek aan het hotel. Doen eerst enkele inkopen in de Billawinkel en rijden dan door naar de Sonneggbrucke. Daar laten we de auto achter en vatten de klim aan naar de Unterwandalm. Aan de vertrekplaats staat aangegeven dat het 1 ½ u stappen is naar deze alm. Het cijfer is echter uitgekrabd zodat we vermoeden dan de wandelafstand wel wat langer is dan staat aangegeven.

9.40 u: start van de wandeling. De klim is matig steigend. We komen aan op de Unterwandalm op 11.30 u. We drinken er een Almdudler en een koffie.

12.15 u: vertrekken we van de Unterwandalm naar de Karseggalm. De weg verloopt via een smal paadje dat echter vrijwel horizontaal blijft zonder noemenswaardig hoogteverschil. Hiervoor hebben we maar een 10-tal minuten nodig. Beide almen bezochten we reeds vorig jaar maar toen gingen we via de Breitenebenalm. Aan de Karseggalm stoppen we niet en beginnen we aan de steile maar korte afdaling naar de Breitenebenalm. Deze laatste alm bereiken we om 13.15 u. Hier verbruiken we elk een frittatensoep (bouillon met in repen gesneden zoute pannenkoek). Gedurende de ganse dag schijnt de zon volop zodat we zoveel als mogelijk de schaduwplekken opzoeken om niet al te veel te verbranden.

13.15 u: we verlaten de Breitenebenalm (Adelhorst) en beginnen aan de afdaling naar de Sonneggbrucke. Het is de eerste keer dat we deze te voet doen. Wel hebben we in het verleden reeds verschillende keren met de wagen naar de Breintenebenalm gereden. We hebben dus geen juist beeld van de duur en de lastigheidgraad van de afdaling.

14.30 u: aankomst aan de Sonneggbrucke en stappen daar in onze auto om naar beneden te rijden. Alhoewel we de vermoeidheid in de kuiten voelen is de “rondweg”-wandeling best te doen. Eens in het hotel rusten we wat uit en gaan daarna naar de sauna tot 16.50 u.

18.00 u: avondmaal

Menu:
Eierschwammerlsuppe
Salat vom Buffet
Wiener Schnitzel dazu Pommes frites
Hausgemachte Apfelringe mit Zimtzucker (appelbeignets – men spreekt soms ook van “apfelradel” – appelwielen dus)

Zaterdag 11 september 2004

7.00 u: opstaan.

7.55 u: ontbijt.

9.15 u: vertrek van het hotel en doen vooraf enkele boodschappen. Vervolgens rijden we met de auto naar de Aualm. Normaal worden de auto’s achtergelaten aan Pointgrun maar voor de eerste keer rijden we door tot aan de alm zelf. Aan Pointgrun staat aangegeven dat het tot aan de Aualm 2 uur stappen is. Vanaf Pointgrun stel ik de dagteller van de auto op 0. Eens aan de Auheimalm (dit is de lagere gelegen alm) blijkt dat de afstand precies 2 km is. Vanaf de Auheimalm tot aan de Aualm is het 2 km en 100 meter. De weg moet voorzichtig bereden worden vanaf Piontgrun (daar eindigt de tarmacverharding en gaat de weg over in een grintweg. Meestal is het grint al goed vastgereden maar hier en daar ligt nog wat losse steenslag. Ook is de weg tamelijk gebogen zodat het uitkijken geblazen is om niet met de onderzijde van de wagen tegen de weg te slepen.

10.40 u: aankomst aan de Aualm. Voor de alm is er een parkeerplaats voor een 10-tal wagens. We drinken er een koffie die Lea laat staan omdat die te bitter is (de koffie op de almen is meestal Nescafé waardoor er wel eens een lepeltje teveel in de tas wordt gedaan). Het bezoek aan het toilet is een belevenis op zichzelf. Het is er een van het type “plank met gat”. Eronder is er geen beerput aanwezig maar blijft alles voor het nageslacht zichtbaar. Een jager die op het terras rustig zijn biertje zit te drinken schertst “dat we toch niet vergeten hebben het toilet door te sassen” en mompelt nog iets van “reine nostalgia”. Na de koffie stappen we op en klimmen via een smal paadje richting Schuhflicker ( 2214 meter). Het is niet de bedoeling deze te beklimmen, 25 jaar geleden ben ik er ooit opgeweest en om het laatste stukje te beklimmen mag men geen hoogtevrees hebben. Aan de voet van het massief van de Schuhflicker, we zijn dan niet ver meer van de “graat” en over de helft, keren we terug. Het landschap is mooi niettegenstaande de zon zich af en toe achter de wolken verschuilt. Op het paadje is het druk en komen we heel wat volk tegen of loopt ons voorbij. Eens terug aan de Aualm blijken bijna al de plaatsen van het terras te zijn ingenomen door een grote groep wandelaars. Nadat er enkele plaatsen zijn vrijgekomen door het vertrek van een koppel kunnen we ons zetten, drinken we een Almdudler en eten daarbij een “speckbrot”.

13.30 u: we vertrekken naar beneden. Vanaf de Aualm tot beneden in het dal doen we er ca 45 minuten over wegens de afstand en omdat we voorzichtig moeten rijden.

Na wat gerust te hebben en daarna gebruik gemaakt te hebben van de sauna brengen we vanaf 17.15 u tot aan het avondmaal de tijd door met het kijken, vanop het terras van het hotel, naar het door de ondergaande zon verlichte Elmaudal.

18.00 u: avondmaal.

Menu:
Eierflockensuppe
Salat vom Buffet
Zigeunerschnitzel dazu Schupfnudeln (gegrilde varkenssnitsel met paprikasaus)
dessert: Ananaskompott

Zondag 12 september 2004

9.19 u: vertrek naar Bad-Hofgastein. Kilimeterstand: 85.931.

De zon schijnt maar er is wat bewolking. Het is 14 graden.

10.05 u – 45 km: aankomst te Bad-Hofgastein. We gaan het termalbad binnen. De toegang is eenmalig gratis met de Salburgerland Carte (normale prijs met inbegrip van sauna e.d. is € 21,50). Het zwemparadijs is twee jaar geleden volledig vernieuwd. Nog steeds kan men van binnen naar buiten zwemmen en het water is behaaglijk warm. In de benedenverdieping zijn er sauna’s ondergebracht, rustbedden met watermatrassen e.d. In het restaurant eten we een portie friet en drinken een frisdrank.

14.19 u: we keren terug naar het hotel. Ondertussen zijn de wolken steeds maar donkerder geworden en is het aan het regenen.

14.47 u – 60 km: eens buiten het Gasteinerdal slaan we links af richting Dienten en volgen een mooi weggetje. Rijden vervolgens via Mulhbach naar Grossarl.

16.20 u – 128 km: aankomst aan het hotel. Eerst verkennen we nog de weg die naar omhoog loopt langs de andere kant van het dal en gaan dan nog iets drinken in de “stube” van het hotel.

18.00 u: avondmaal.

Menu;
Rindssuppe mit Frittaten
Salat vom Buffet
Hirtenspiess mit Kräuterbutte dazu Ofenkartoffel (in de pel) mit Sauerrahm-Specksause.
dessert: Vanilleeis mit heisen Waldbeeren

Maandag 13 september 2004

9.10 u – 86.060 km: vertrekken aan het hotel naar Berchtesgaden. Tanken in het dorp 25,59 liter voor € 22,49 (€ 0,879/ liter). In het Grossarldal hangt er wat nevel maar eens we uit het dal zijn komt de zon er goed door. We rijden via de snelweg richting Salzburg en nemen de afrit Hallein. Beter was geweest dat we nog iets verder waren gereden tot de afrit waarbij Berchtesgaden staat aangeduid.

10.49 u - 67 km: we rijden door het centrum van Hallein en vinden gemakkelijk de aanduiding naar Berchersgaden.

11.10 u – 88 km: aankomst te Berchtesgaden (Duitsland) en parkeren in het centrum in een parkeergarage. We bekijken de winkeltjes maar we zijn vlug uitgekeken.

12.20 u: aankomst aan de Köningssee en parkeren de wagen op een vrij grote parking. Het is er druk want hele busladingen toeristen worden er aangevoerd. Nadat we wat gegeten hebben stappen we in de boot die op de Kôningssee vaart. We betalen hiervoor € 14/persoon. Tot het einde van het meer is het twee uur varen (de stops inbegrepen). Er wordt onder andere gestopt om op een bepaalde plaats bergwandelaars op te pikken en verder nog aan het schiereilandje met daarop het kerkje van Sankt-Bartelomee. We besluiten nergens uit te stappen. Onderweg stopt de boot en geeft de gids een trompetsolo waarvan de echo tegen de bergen weerkaatst. Het is windstil en dus uiterst geschikt om de echo te laten weerklinken. Met wind wijkt het geluid te veel af. Wanneer men in het terugkeren in de richting van de vertrekplaats kijkt ziet men erachter een bergmassief waarin men een heks kan herkennen die op haar rug ligt.

16.27 u – 93 km: vertrekken aan de Köningssee (de parking kost € 3). Vooraleer te vertrekken maken we gebruik van het toilet en komen tot de eigenaardige vaststelling dat het staande publiek slechts 20 cent dient te betalen en het zittende 30 cent. De ganse dag is het mooi weer met temperaturen die rond de 25 graden liggen.

17.45 u – ca 180 km: aankomst aan het hotel.

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Rindssuppe mit Eiermuscheln
Salat nom Buffet
Putenroulade (kalkoenrollade) mit Spinat und Speck gefült auf Kräuterrahmsause dazu Wildreis
dessert: Palatschinke met Marmelade

Zie verder deel 2

06-09-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
05-09-2004
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 2

Oostenrijk Grossarl deel 2

Dinsdag 14 september 2004

9.30 u: vertrek aan het hotel naar de start van de wandeling met Hias. Vandaag zijn er veel belangstellenden want de autokaravaan die achter Hias aanrijdt telt minstens tien wagens (ca 24 deelnemers). Het lijkt wel een stoet.

9.50 u: parkeren de auto’s net voor de “schrancke” en vertrekken te voet naar de Reitalm. De klim is zeer langzaam met zelfs halfweg een vlak stuk. Waldy, de hond van Hias, loopt zoals gewoonlijk mee en wijkt geen seconde van de zijde van zijn baasje. De ganse wandeling trippelt hij met zijn korte pootjes mee. Monika (de dochter des huizes) vertelde ons dat Waldy een rashond is met een serieuze stamboom. Wanneer Hias in de herfst op jacht gaat wil hij steeds mee en bewaakt hij (volgens mij is het een “zij”) een geschoten stuk wild tot zijn baas het komt ophalen. De zeldzame keren dat hij niet mee mag met Hias verstopt hij zich nukkig in een hoekje. Onderweg vertelt Hias dat op de top van het tegenoverliggende gebergte normaal een 40-tal hertestieren rondlopen maar op dit ogenblik zijn ze allen vertrokken naar de paarplaatsen van de wijfjes. s’ Winters worden de herten eens per dag gevoederd met voedsel dat door de jachthouder aangevoerd wordt met een motorslee. Vroeger trokken de stieren zelfs tot tegen Sankt-Johan i. P. maar door het voederen, het drukke verkeer en de toeristen gebeurt dit niet meer.

11.20 u: aankomst op de Reitalm. Het is een spiksplinternieuwe alm, voorzien van een modern toilet en gebouwd op amper een 100-tal meter van de oude alm. We drinken er in totaal 3 Almdudlers, een “buttermilch” (karnemelk) en eten elk een “schenckenbrot”. Zoals gebruikelijk trakteert Hias zijn gasten op een snaps. Het weer is prachtig maar men verwacht voor morgen regen.

13.00 u: het is tijd om terug te keren naar het dal en er steekt een krachtige windvlaag op. De voorbode van de regen van morgen? De meeste almen verkopen, naast drank en voedsel, ook dikwijls een prentkaart met een foto van de alm. We trachten telkens een dergelijke prentkaart te kopen.

14.00 u: we zijn terug aan de auto’s en keren terug naar het hotel.

14.45 u: de gratis koffie en koeken, ons aangeboden door Burgl, smaken heerlijk. Wegens het goede weer kunnen we deze gebruiken op het terras van het hotel. De stemming is opperbest waardoor de tongen loskomen en er lustig op losgepraat wordt. Aan onze tafel zit een koppel Duitsers die hier voor het eerst zijn tijdens de zomer maar reeds jaren tijdens de winter naar hier komen. Ze vertellen over de sfeer tijdens de winter en de ontspanningsmogelijkheden die er zijn. Zo vertellen ze dat ze dan meestal langlaufen tot het einde van het dal en daar dan de bus terug nemen.

In een hoekje van het terras staat een weerstation. In feite is het een van de vele spitsvondige grappen die je hier in Oostenrijk kan tegenkomen. Het weerstation bestaat uit een horizontaal uitstekend vierkant stokje waaraan een touw hangt (soort galgje). Onderaan dit touw is een steen geknoopt. De bijgaande tekst is overduidelijk:

de steen is nat = het regent

de steen is wit = het sneeuwt

de steen beweegt = het waait

de steen geeft schaduw = de zon schijnt

de steen is niet zichtbaar = er is nevel

de steen is weg = hij is gestolen

Het resultaat niet steeds betrouwbaar

Indien het weer anders is zijn we hiervoor niet verantwoordelijk.

Op het warmste van de dag was het in het dal ca 27 graden maar ook nu de zon stilaan achter de bergen schuilgaat is het nog best aangenaam.

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Broccolicremesuppe
Salat vom Buffet
Cordon belu dazu Rahmkartoffel
dessert: Naturjoghurt met Himbeeren

Woensdag 15 september 2004

9.28 u – 86.261 km: vertrek naar de Eisriesenwelt te Werfen. Het regent (zoals gisteren voorspeld is) en het is ca 15 graden. Op het moment dat we vertrekken lopen er op de weg net voor het hotel twee eekhoorns over de straat. Waarschijnlijk komen die pas uit hun beschermend groen bij dit soort weer.

10.22 u: - 39 km: aankomst op de parking van de Eisriesenwelt. Met regenjas en regenscherm doen we de klim naar de kabellift. We doen er een goed kwartier over. Daar heeft men de keuze (?). Ofwel neemt men de kabellift ( € 17/per persoon, toegang tot de grot inbegrepen). Ofwel gaat men te voet. Dit stuk alleen al is minstens ¾ u stappen. Wij nemen de kabellift die ons in enkele minuten een stuk hoger brengt. Van de lift tot aan de ingang van de grot is het dan nog 15 minuten stappen. Deze weg is reeds voor een groot deel overdekt (tegen vallende stenen) en men is nu bezig de laatste gedeelten af te werken. Het bezoek aan de grot is in groep en onder leiding van een gids. Over de groep worden een 7-tal petroleumlampen verdeeld onder het publiek. De grot is afgesloten doormiddel van een deur en wanneer men deze voorbijgaat krijgt men te maken met een krachtige wind die veroorzaakt wordt door het temperatuursverschil binnen en buiten de grot. Bij warm weer, tijdens de zomer kunnen hier windsnelheden bereikt worden van 80 a 90 km/u. In de grot moeten er niet minder dan 700 traptreden beklommen en nadien terug afgedaald worden.

Tijdens de winter wordt de deur opengehouden zodat de koude lucht in de grot kan en opgenomen worden in het gesteente. Zo blijft het het ganse jaar door koud daarbinnen. De grot werd ontdekt op het einde van de 19de eeuw en voor het eerst voor het publiek opengesteld in 1920. De ijsfiguren veranderen soms van vorm. Op diverse plaatsen ontsteekt de gids een magnesiumlont die een fel wit licht afgeeft en voor bijzondere lichteffecten zorgt.

13.30 u: we zijn terug bij de wagen. Men raadt aan voor een bezoek aan de grot een tijd te voorzien van minstens 3 uur, wat klopt met onze bevindingen. We rijden via Mulhbach.

14.05 u tot 14.49 u – 63 km: In Mulhbach stoppen we aan een bakkerij met verbruikzaal en eten er twee koeken en een kaisersmarn. Deze laatste was niet vers maar opgewarmd in de microgolfoven (werd reeds opgediend een drietal minuten na de bestelling en voor een goede kaisersmarn klaar te maken heeft men al gauw 10 a 15 minuten nodig).

Vervolgens rijden we naar Dienten en slaan links af naar Lend en daarna naar St.-Johan en Grossarl.

18.00 u: avondmaal. Voor morgen voorspelt men beter weer.

Menu:
Rindssuppe mit Griessnockerl
Salat vom Buffet
Sxchweinerückensteak aug Gorgonzolarahmsauce
Früchte-Reis fein gerniert

Donderdag 16 september 2004

8.30 u: ontbijt. Het is nog steeds bewolkt. We blijven wat langer aan de ontbijttafel zitten en rijden nadien naar het dorp om er geld uit de muur te halen. Op de kamer, in de kleerkast, is er een brandkastje voorhanden (gratis) waarbij men zelf een code kan inbrengen. Na alles veilig te hebben opgeborgen rijden we richting Gerstreitalm (1575 m). Deze alm staat nog niet op de wandelkaarten van Grossarl maar is te bereiken via een weg die vertrekt aan het Postgebouw in het dorp. Tot aan het jausenstation Vorderstadluck kan men rijden met de wagen op een goed aangelegde weg. Aan dit jausenstation is er plaats om te parkeren. Vanaf hier is het nog 50 minuten klimmen, volgens de aanduiding, maar in werkelijkheid blijkt het ruim een uur te zijn. Reeds meer dan eens hebben we ervaren dat de aanduidingen best met een korrel zout genomen worden. Het blijft bewolkt en bij ons vertrek is het 10.30 u.

Om 11.35 u bereiken we de alm. Ook dit is een nieuw gebouwde alm. Binnen is het behoorlijk vol want de waard van “Der Alte Post” uit het dorp (tevens eigenaar van de Breitenebenalm) is hier met zijn gasten op wandeling. Al gauw worden er wat banken bijgeschoven zodat iedereen kan zitten. De bezwete en vochtige jassen hangen overal verspreid in de stube aan alles wat maar uitsteekt en voor kapstok kan gebruikt worden. Het is er net warm genoeg om onze bezwete T-shirts te laten drogen. Wijzelf vinden een plaatsje aan de tafel waaraan een ouder koppel zit. De vrouw begint ronduit te praten en uit het gesprek blijkt dat ze in Sankt-Johan i. Pongau wonen, dus vlak naast de deur al het ware. Onder het gesprek eten we elk een “speckbrot” ‘of “schinckenbrot” (blijkbaar is dit hetzelfde) en drinken drie Almdudlers en een buttermilch.

13.00 u: we betalen de rekening en nemen afscheid van het vriendelijke koppel. Voor de eerste keer moeten we onze lange regenjassen aantrekken omdat het nog lichtjes regent. De voorspelde zon laat ons blijkbaar in de steek. Na 50 minuten dalen zijn we terug bij de wagen. In het jausenstation Vorderstadluck willen we wat verbruiken maar de gelegenheid is dicht. Dus rijden we naar het dal en rijden in het dorp de volgende straat naar omhoog, naar het gasthof Lamwirt. Daar drinken we elk een koffie en ik eet een apfelstrudel.

15.00 u: aankomst in het hotel. De schoenen moeten gepoetst worden en de regenkledij opgeborgen. Bij het naar boven gaan trapte ik in een verse longplayer maar door het natte gras en even de schoenen afgespoeld te hebben aan een beekje was het euvel al vlug vergetenj.

Voor de rest de gebruikelijke avondrituelen (sauna e.d.m.).

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Backerbsensuppe
Salat vom Buffet
Gamsgulasch met Semmelknödel uns Kohlsprossen
dessert: Hausgemachter Obstsalat

Vrijdag 17 september 2004

9.15 u: vertrek aan het hotel.

9.45 u: parkeren de auto aan de Sonneggbrucke en beginnen aan de klim naar de Maurachalm. We zijn niet alleen want tientallen personen stappen in dezelfde richting. Vandaag wordt daar de “Almabtrieb” (het naar beneden drijven van de koeien) gevierd. De klim naar de alm duurt ca 2 uur. Onderweg stappen we een tweetal koppels voorbij waarvan de man van een koppel het duidelijk moeilijk heeft om vooruit te geraken. De mist bemoeilijkt het ademen. Ook wij ervaren dit, zij het dan in veel mindere mate. Eens we uit het bos komen zien we in de verte de Maurachalm liggen maar de nabijheid is bedrieglijk daar het nog zeker 10 minuten stappen is vooraleer we er zijn.

Eens we daar aankomen blijkt daar reeds heel wat volk aanwezig te zijn. Wie niet te voet kan gaan kan een taxibusje nemen. Tegen 12 u aan zijn alle zitplaatsen ingenomen. Een orkestje speelt volksmuziek. Na het drinken van een drietal Almdudlers en het eten van elk een “schenckenbrot” probeer ik een “obstsahnetorte” ‘fruitslagroomtaart”. Vanop de alm heeft men zicht op de met nevel gevulde dalen die onder een stralende zon zorgen voor een mooi spektakel.

14.30 u: men begint met het tooien van de koeien. De oudste koeien krijgen een bontgekleurde kopversiering op en een versiering rond de hals. De jongere koeien moeten in groep blijven achter de oudere. Nog voor de dieren de alm verlaten, om 15.30 u, vertrekken wij reeds om ze voor te blijven. Doordat de dieren in het begin vrij vlug stappen heeft de groep ons al vlug ingehaald en moeten we ze laten voorgaan. Een eind verder halen we de groep terug in omdat er enkele keren moet gestopt worden om de dieren op adem te laten komen. Onderweg proberen enkele jongeren, die de koeien volgen, snaps aan de toeschouwers te verkopen en delen daarbij gebakken erwten uit. Aan de Sonneggbrucke stappen we in de auto en halen we de drijvers met hun koeien in. Die laten ons op een geschikte plaats voorbijrijden. Beneden aan de Wimbrucke, vlak bij de weg die doorheen het dal loopt, staan er heel wat toeschouwers de groep op te wachten. Vorig jaar stonden we hier ook maar toen regende het (nu scheen regelmatig de zon en bleef het droog). Na de wandeling voelen we dat we flink gestapt hebben vandaag (2 uur gaan en 2 uur terugkeren).

18.00 u: avondmaal:

Menu:
Knoblauckcremesuppe
Salat vom Buffet
Forelle “Müllerinart” dazu Peterselienkartoffel
dessert: Topfentascherl mit Valinnesauce

Bij het avondmaal brengt Monika ons een Himberensnaps en een Marillensnaps. Meestal krijgen de gasten die ’s anderendaags vertrekken een “afscheidssnaps”. Wij beginnen al te veronderstellen dat er een vergissing in het spel is en dat men denkt dat we morgen naar huis vertrekken. Ik zeg tegen Monika dat we maar pas op zondag naar huis vertrekken en dat die snapsen waarschijnlijk een vergissing zijn. Het blijkt echter dat ook “halfweg” aan gasten die langer blijven dan een week een snaps wordt aangeboden. Die van ons was men vorige wel vergeten, dus krijgen we die nu.

zaterdag 18 september 2004

9.00 u – kmstand 86.420: we doen enkele boodschappen in het dorp en tanken de wagen vol. 23,94 liter voor € 21,04.

10.30 u – 35 km: aankomst de Werfenweng (deel van Werfen) en nemen daar de kabellift. Boven heeft men een prachtig uitzicht op de omliggende bergen zoals de Hochköning. De dalen zijn gevuld met wolken die onder invloed van de zon stilaan oplossen. De met dons gevulde dalen zorgen voor een bijzonder effect. Op het terras van een gaststube drinken we iets en genieten met volle teugen van het prachtig landschap. Vlak in de buurt stijgen paragliters op die dan minuten later in het dal landen op een voor hen voorbehouden weide. Enkele duiken vertikaal en in een spiraalbeweging de laatste honderd meters naar beneden.

11.30 u: vetrekken te Werfenweng en rijden via Wagrain en Kleinarl naar het einde van het Kleinarldal met de Jägersee.

12.20 u – 80 km: aankomst aan de Jägersee. Het terras van de gaststube aan de oever van het meer is volledig bezet. Wij keren terug op onze stappen.

12.45 u – 85 km: we stoppen aan een gaststube in de buurt van Kleinarl en op het terras eten we iets. De zon schijnt overvloedig, iets wat niet van aard is met enthousiasme aan de terugreis te denken. Voor de gaststube passeren heel wat bewoners die op hun paasbest gekleed zijn in de traditionele klederdracht. Blijkt dat daar in de buurt een trouwfeest aan de gang is.

13.30 u: we vertrekken terug. Het is 18 graden.

14.45 u – 120 km: aankomst aan het hotel.

15.00 u: ik vraag aan Burgl de rekening en betaal € 1095 voor 15 dagen halfpension (€ 36,50/per persoon/ per nacht) en € 98,80 voor de dranken (samen € 1193,80). Meteen spreken we af voor het volgend jaar.

Vervolgens pakken we de koffers en het meeste brengen we reeds naar de wagen. Wij zijn niet de enigen die morgen vertrekken want nog anderen zijn druk bezig de koffer van hun wagen te vullen. Wanneer we klaar zijn gaan we naar het terras van de stube van het hotel en verbruiken er een ijs en pannenkoeken. Het zachte licht van de avondzon die op het tegenoverliggend gebergte van het Elmaudal schijnt maakt het vooruitzicht van het vertrek van morgen weinig aantrekkelijk.

17.45: avondmaal.

Menu:
Eierflockensuppe
Salat vom Buffet
Jägerschnitzel dazu Duchessekartoffeln
dessert: Pfirsichkompott mit Sahne

Na nog wat gepraat te hebben met onze tafelburen en het drinken van de “afscheidssnaps” gaan we slapen.

Zondag 19 september 2004

04.30 u: in het vooruitzicht van de thuisreis ben ik reeds vroeg wakker maar blijf nog wat liggen tot 6.40 u.

06.40 u: opstaan. Daar de meeste bagage reeds gisteren naar de wagen is gebracht moet ik nu nog wat rest voor het ontbijt naar beneden brengen.

7.30 u: alhoewel we niet gehaast zijn gaan we reeds ontbijten. Daar er vandaag heel wat gasten vertrekken zijn er al verschillende die aan het ontbijten zijn. De een na de andere vertrekt na het ontbijt en diegenen die we beter leerden kennen komen van ons afscheid nemen. Daarna gaan we nog eventjes naar de kamer om het resterende mee te nemen en nemen dan afscheid van Burgl (Hias slaapt nog).

8.11 u – kmstand 86.539: vertrek aan het hotel. De zon schijnt volop. Om het wat comfortabel te hebben tijdens de reis heb ik mijn korte broek aangetrokken. Eens buiten het Grossarldal, ter hoogte van Sankt-Johan, hangt er wat nevel of lage bewolking. De temperatuur is 9 graden.

8.41 u – 28 km: rijden snelweg op te Bisschofshofen.

9.07 u – 72 km: rijden Salzburgstad voorbij.

9.10 u – 80 km: passeren de grens met Duitsland.

9.39 u – 119 km: passeren voorbij de Chiemsee

9.56 u – 158 km: stilstand aan een raststatte tot 10.15 u

10.35 u – 199 km: beginnen aan de ring rond Munchen.

10.47 u – 206 km tot 11.39 u – 220 km: file op de ring rond Munchen.

11.47 u: beginnen aan de snelweg naar Nurnberg.

292 km: gestopt om iets te eten.

13.21 u – 302 km: even kort een file die slechts enkele minuten duurt.

Ongeveer 50 km voor Nurnberg verschuilt de zon zich achter de wolken. We zullen geen zon meer gezien tot we ’s anderendaags thuis aankomen.

14.10 u – 371 km: ring rond Nurnberg

15.30 u – 470 km: verlaten de snelweg via de afrit Würzburg – Rottendorf.

15.45 u – 480 km: aankomst aan het Etaphotel. De receptie gaat pas om 17 u open maar het hotel is voorzien van een automaat. Ik probeer deze maar het toestel gaat ergens halfweg de bewerking in de fout. Daar mijn Visakaart reeds door het toestel is gelezen moet ik opletten dat ik geen twee keer betaal. We besluiten te wachten tot 17 u (we kunnen niet anders) maar de gerant komt naar het geblokkeerde toestel kijken (had die een soort alarm ontvangen?). Blijkt dat alle verrichtingen reeds in orde zijn, enkel moesten we nog de toegangscode tot het gebouw en de kamer krijgen. Deze krijgen we van de gerant en kunnen we dus reeds rond 16 u naar de kamer. We halen slechts datgene uit de wagen dat we nodig hebben en wat zichtbaar is van buitenuit (om potentiële dieven niet op gedachten te brengen). Na een verfrissende douche en wat uitgerust te hebben rijden we naar Würzburgcentrum. We rijden er wat rond maar een echt winkelcentrum heeft de stad niet, wel een aantal historische gebouwen. Voor een bezoek aan deze laatste zijn we wat te moe. We besluiten dan maar terug te keren naar het hotel en vooraf te gaan eten in ons gebruikelijk restaurant La Strada op enkele honderd meters van het Etaphotel. In La Strada eten we elk een piza met scampi’s en drinken daarbij een biertje en een halve liter water (€ 25,60).

Om 19 u zijn we reeds terug op onze kamer. Het was een vermoeiende dag, dus gaan we vroeg slapen.

Maandag 20 september 2004

05.45 u: opstaan. We hebben goed geslapen en kunnen dus fit aan het laatste deel van de terugreis beginnen.

06.30 u: ontbijt.

7.05 u – 87039 km: vertrekken aan het hotel. Het is licht bewolkt maar vrij zacht weer. Aan het “rasthof” Würzburg tanken we 34,61 liter voor € 34,75 (d.i € 1,004/liter).

7.40 u – 43 km: ter hoogte van de afrit Wertheim lichte nevel.

7.46 u – 53 km: de nevel is opgelost.

8.07 u – 90 km: Asschaffenburg.

8.13 u – 100 km: -

8.28 u – 109 km: file even voor Frankfurt am Main

8.50 u – 136 km: rijden voorbij de luchthaven van Frankfurt.

9.14 u – 180 km: stilstand op een raststatte tot 9.34 u. Onderweg reed ons een kakikleurige auto voorbij met een blauw licht op en de vermelding “Veldjäger”. Daar de bestuurder ook even een sanitaire stop houdt stel ik hem de vraag wat een “Veldjäger” wel is. Het blijkt een M(ilitaire) P(olitie) te zijn. Tot voor enkele maanden was hij afgedeeld bij de Shape.

10.45 u – 304 km: rijden de Rijn over te Keulen.

11.36 u – 370 km: rijden Aken voorbij.

11.35 u – 381 km: rijden de Duits/Belgische grens over.

11.54 u – 412 km: stilstand aan AC-restaurant te Barchon (over de snelweg). Bij het uitstappen blijkt het hier heel wat frisser te zijn en is er heel wat wind (ik heb nog mijn korte broek aan).

13.43 u – 508 km: begin van de ring rond Brussel.

13.56 u – 527 km: einde ring rond Brussel en beginnen aan het laatste stuk autosnelweg.

Tanken te Drongen 33,50 liter voor € 30,92.

14.40 u - 580 km: we zijn thuis.

Kilometerstand: 87.623 km

Enkele cijfers:

Aantal kilometers voor de heenreis: 1037 (in 2002: 1122 km, in 2003: 1094 km)

Aantal kilometers voor de terugreis: 1084 (in 2002: 1032 km, in 2003: 1117 km)

Aantal kilometers ter plaatse: 914

Totaal aantal kilometers: 3035 (in 2002: 3500, in 2003: 3450 km) Het minder aantal kilometers in 2004 is te verklaren doordat er meer gewandeld werd.

Voor de 3035 km werd 188,76 liter diesel verbruikt die samen € 175,74 (7089 BEF) kostte.

Het gemiddeld verbruik was 6,21 liter per 100 km (tegen 5,20 liter per 100 km in 2003)

Van de 15 dagen waren er slechts 2 regendagen en een dag met zware bewolking met wat regen na een regendag.



Ode aan Salzburgerland
[1]

1

O wie schön ist auf den höhen

O wie herrlich in den tal

O könt ich wieder sehen

Meine heimat noch einmal

Wo die gletscher gluh’n

Reine lift’n[2] zieh’n

Und das edelweiss wie die raute[3] blüh’n

refrein

Geliebte schöne Salzburg

Mein heimatland

Lebe wohl !

Geliebte schöne Salzburg

Mein heimatland

Lebe wohl !

2

Und bin ich von der ferne

Oh geliebte heimat mein

muss als er doelen[4] gerne

Kan nicht immer bei dir sein

Dort hoch in der ferne

Denk ik steeds an dich

K’hab sich herzlich gern

Lieb dich inniglich

refrein

3

Und muss ich von dir scheiden

Oh geliebte heimat mein

Wo deine bergen meiden[5]

Kan ‘nicht mehr zo frölich sein

Deine bergen hoch

Deine täler gruhn

Schöne heimat mein

Ligt mir steeds im sinn

refrein



[1] Lied gezongen door de bewoners van de Viehhausalm te Grossarl – Salzburgerland. Juiste titel niet gekend. Opgenomen op video op 14 september 2003

[2] Lift’n = luft’n?

[3] Raute ?

[4] er doelen ?

[5] Meiden = mijden?, vermijden? : er niet (meer) zijn ?

05-09-2004 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • NORMANDIË 1993 deel 2
  • NORMANDIË 1993 deel 1
  • NORMANDIË 1995 deel 2
  • NORMANDIË 1995 deel 1
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 2
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 1
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 2
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 1
  • BOURGONDIË 1998 deel 2
  • BOURGONDIË 1998 deel 1
  • MONSCHAU 1999 deel 2
  • MONSCHAU 1999 deel 1
  • PARIJS 2000
  • GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG 2000
  • TURKIJE 2001 deel 3
  • TURKIJE 2001 deel 2
  • TURKIJE 2001 deel 1
  • PARIJS 2001
  • DE VOGEZEN 2001 deel 2
  • DE VOGEZEN 2001 deel 1
  • KEULEN CARNAVAL 2002
  • BRETAGNE 2002 deel 3
  • BRETAGNE 2002 deel 2
  • BRETAGNE 2002 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 1
  • TURKIJE 2003 deel 3
  • TURKIJE 2003 deel 2
  • TURKIJE 2003 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 1
  • KRETA 2004 deel 2
  • KRETA 2004 deel 1
  • HOUFFALIZE 2004
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 1
  • TURKIJE 2005 deel 3
  • TURKIJE 2005 deel 2
  • TURKIJE 2005 deel 1
  • VIERDAAGSE VAN DE IJZER 2005
  • GROSSARL 2005 deel 3
  • GROSSARL 2005 deel 2
  • GROSSARL 2005 deel 1
  • Hotel Torre Artale - Trabia - Sicilië - Italië
  • Reis naar Sicilië - Italië 2006
  • De Pyreneeën
  • Lourdes en de Pyreneeën
  • Antalya Turkije 2006
  • Antalya Turkije 2006
  • Grossglockner 3798 m
  • Sankt-Martin bei Lofer - Oostenrijk
  • Kas Turkije 207
  • Kas - Turkije 2007
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bornholm - Denemarken
  • Tenerife 2010
  • Antalya Turkije 2011
  • Malta 2011
  • Tenerife 2012
  • Nieuw
  • Welkom op deze blog
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997
  • 1996
  • 1995
  • 1993
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    Gastenboek
  • solar
  • Op bezoek geweest
  • Lieve groetjes
  • Vrolijk pasen
  • xxx

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!