Reisverslagen

30-08-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 1

GROSSARL – OOSTENRIJK

30.8.2003 – 16.9.2003

Zaterdag 30 augustus 2003

05.00 u: opstaan.

06.15 u: vertrek, het is licht bewolkt en de temperatuur is 16 graden.

Kilometerstand 61.326

06.57 u – 66 km: rijden door Kennedytunnel te Antwerpen.

07.23 u – 115 km: rijden voorbij de afrit Geel, het is 13 graden en er hangt een lichte nevel.

07.30 u – 126 km: sanitaire stop aan baanrestaurant te Tessenderlo.

07.49 u – 137 km: zijn ter hoogte van de verkeerswisselaar E 313 – E 314.

08.06 u – 143 km: passeren de grens met Nederland. Het is 14 graden.

08.22 u – 202 km: passeren de grens met Duitsland.

08.59 u – 259 km: stoppen aan baanrestaurant te Frechen en verbruiken er samen 2 x koffie en 3 koffiekoeken (€ 8.05 u).

09.40 u – 275 km: passeren de brug over de Rijn te Keulen.

11.10 u – 429 km: sanitaire stop (geen restaurant).

11.24 u – 450 km: rijden de luchthaven van Frankfurt am Main voorbij. Het is 16 graden

11.38 u – 473 km: stoppen aan baanrestaurant te Weiskirchen tot 12.20 u.

13.08 u – 548 km: krijgen korte tijd te maken met een file tussen Werfheim en Helmstad

14.41 u – 568 km: stoppen aan het baanrestaurant Wurzburg-Süd en tanken daar 37,34 liter diesel voor € 34,13 (aan € 0,914/liter). We eten er een Chicken Bread Menu (King Burger – zoiets als een MCDonald) voor 2 x € 4,50. Vooraf maken we gebruik van het toilet. Tegenwoordig zijn de meeste baanrestaurants, in Duitsland, vooral in het zuiden, uitgerust met zelfreinigende Wc’s, uitgebaat door een firma. Het gebruik kost wel een halve euro maar dit bedrag krijg je terug als je in het restaurant iets eet of drinkt. Nadat men een halve euro in de automaat heeft gestoken kan men binnen via een draaihekje en krijg je een ticket dat je dan kan inleveren aan de kassa van het restaurant. De wc-bril wordt automatisch gereinigd, bij het reinigen draait de bril rond.

Tussen Keulen en Wurzburg kregen we bijna bestendig af te rekenen met lichte regenval. Wanneer we in de omgeving van Wurzburg aankomen begint echter de zon te schijnen. Na het middagmaal rijden we even nog op de snelweg en nemen de volgende afrit: Rottendorf, afrit nr. 72. Zonder veel moeite vinden we in het industriepark van Wurzburg het Etaphotel terug waar we vorig jaar ook overnacht hebben. Van vorig jaar weten we tevens dat enkele honderden meters verder zich een restaurant bevindt met de naam La Strada. Daar zullen we deze avond gaan eten. Het is nog te vroeg om binnen te kunnen in het hotel (de receptie opent pas om 17 u) en we rijden door naar het centrum van Wurzburg. Op een groot plein dat als parking is ingericht en gelegen is voor een reusachtig gebouw, de zogenaamde “Residenz”, parkeren we onze wagen (later betalen we € 2,50). We bekijken het gebouw even aan de buitenkant, lopen even door de prachtig aangelegde tuinen en stappen binnen in de prachtige barokkapel van de “Residenz”. We lopen door tot aan de dom die we vereren met een kort bezoek. Om 16.25 u halen we onze wagen op en proberen de weg te vinden naar het hotel. We komen echter op een ander weg uit die eveneens naar de snelweg A 3 loopt. Ter hoogte van de oprit vragen we de weg en blijkt dat we aan afrit nr. 71 staan. We moeten dus even de snelweg op en de volgende afrit nemen. Om 17.01 u komen we aan bij het Etaphotel. We betalen € 41 + 2 x € 4,90 = € 50, 80 en krijgen kamer 201 ter onzer beschikking.

In totaal hebben we die dag 616 km afgelegd.

Die avond, om 18.45 u, gaan we eten in La Strada en gebruiken er 2 x Calamari Fritti (gebakken inktvis) met een slabord, een halve liter spuitwater en een glas rode wijn. Dit kost ons € 25. Daar het Visatoestel defect is betalen we cash. De kelner vertelt ons dat ze daar in 3 maanden nog geen druppel regen gehad hebben (maar dan zeker met uitzondering van de dag dat we er waren) en dat het er zeer warm was (waar niet in Europa deze zomer!!!).

19.30 u: we zijn terug in het Etaphotel. Daar het een lange dag en vermoeiende dag was gaan we reeds om 20.45 u slapen.

Zondag 31 augustus 2003

Ik word wakker om 05.00 u maar blijf nog wat liggen tot 06.20 u.

06.20 u: opstaan, het is licht bewolkt maar droog.

06.30 u: kunnen reeds ontbijten, wat we dan ook doen.

07.45 u: we vertrekken voor het tweede deel van de reis. Gisterenavond hebben we slechts het hoogstnodige uit de wagen gehaald en er over gewaakt dat er zichtbaar in de wagen geen spullen achter bleven (dit om potentiële inbrekers niet op gedachten te brengen). Het beetje bagage dat we meenamen naar de kamer is dus vlug in de auto gestopt. De kilometerteller wijst 61.945 km aan en het is 15 graden. Ondanks het vroege uur en dat het zondag is zijn er reeds veel wagens op weg, vooral veel die komen uit de richting Munchen en dus terugkeren uit vakantie.

08.43 u – 107 km: gaan over van de A 3 naar de A 9 snelweg. Het is bewolkt.

Na 150 km krijgen we te maken met soms felle regen waardoor we wat trager moeten rijden.

09.45 u – 220 km: stilstand Holledaum raststatte tot 10.13 u, houden er een sanitaire stop en ik drink er een koffie. Het regent bijna onafgebroken.

10.52 u – 248 km: krijgen te maken met een file door versmalling van de rijbaan wegens werken.

11.11 u – 276 km: rijden op de ring van Munchen.

12.07 u – 340 km: stilstand raststatte Rozenheim. Op die plaats is er juist wat file door een ongeval wat verderop. Daar kopen we twee autosnelwegvignetten voor Oostenrijk die 2 x 10 dagen geldig zijn en samen € 15,50 kosten. We eten er een kleinigheid (€ 11.20). We vertrekken terug om 12.45 u. Bij het verlaten van de parking is de file net opgelost en het ongeval opgeruimd.

13.30 u – 410 km: passeren de grens met Oostenrijk. Het is nog steeds aan het regenen. We hebben de indruk dat de streek tussen Munchen en Salzburg een groot regenvat is want vorig jaar hadden we ook hier bij de heenreis met regen te maken.

14.00 u – 449 km: verlaten de snelweg te Bischofshofen.

14.08 u – 462 km: rijden door Sankt-Johan in Pongau. We zien dat de toppen van de bergen bedekt zijn met verse sneeuw. De Oostenrijkse radio, die ook verkeersproblemen doorgeeft, meldt dat het op de Grosglockner verplicht is van sneeuwkettingen te gebruiken. Wanneer we het Grossarldal binnenrijden zien we dat de anders zo rustige beek vrij wild is.

14.29 u – 478 km: aankomst aan het hotel Schutzenhof. We parkeren de wagen in de ondergrondse garage en gaan naar de eerste verdieping alwaar zich de receptie bevindt. We treffen er Burgl, de bazin, aan die ons verwelkomt. We krijgen kamer 16 toegewezen en zoals we gevraagd hadden, met uitzicht op het dal. Burgl zegt dat het ook hier afgelopen zomer veel te warm was zodat het bijna niet te doen was om de bergen op te wandelen. En men smeekte hier om wat regen want zonder regen geen groen. Maar dit laatste viel best mee daar de weiden er sappig groen bijliggen. Eerst brengen we onze bagage naar de kamer en schikken we alles op zijn plaats. De kamer is kleiner van oppervlakte dan die welke we vorig jaar hadden maar is veel gezelliger en heeft een grandioos uitzicht op het dorp en het dal. Aan de overzijde ligt het Elmaudal, doodlopend zijdal. Op dit uitzicht kan je uren kijken zonder je te vervelen. Steeds merk je nieuwe dingen op.

Daarna gaan we koffie drinken in de gelagzaal en ontmoeten er een koppel Duitser die hier vorig jaar ook waren en met wie ik een lang gesprek voerde tijdens de gezamenlijke wandeling met de gasten van het hotel. Zij zijn hier gisteren aangekomen. Na de noodzakelijke verfrissing gaan we omstreeks 18 u eten:

Frittatensoep (bouillon met fijn gesneden pannenkoeken)
Saladbar
Gegrild vlees met “ofenkartoffel” (aardappel in de pel)
Ijs met bosbessen

19.00 u: we zijn terug op de kamer en genieten nog wat van het uitzicht

21.00 u: we gaan slapen.

Maandag 1 september 2003

05.00 u: ik wordt wakker maar blijf nog wat liggen.

06.30 u: ik sta op en na de douche maak ik een kleine wandeling in de omgeving van het hotel.

08.00 u: Ontbijt. Alles bleef nagenoeg zoals vorig jaar. ’s Morgens kan men kiezen uit een van de twee menu’s voor het avondeten. Vorig jaar noteerde Burgl nog de keuze, nu steekt er een blad in de menukaart waarop men het gewenste gerecht kan aankruisen. Ik vul de logementfiche in (ik denk dat dit opgelegd is door de autoriteiten net zoals bij ons maar dat het hotel ook zo zijn gastenbestand bijhoudt.) De maandagmorgen krijgen de gasten ook een “morgenpost”, een blad met wetenswaardigheden waarin tevens aangekondigd wordt waar de traditionele gezamenlijke dinsdagwandeling naar toe gaat. Morgen koos Hias (de ‘wird’ – de baas van het hotel) voor de Draugsteinalm en zullen we met de wagen rijden tot aan de Heumoosalm.

Na het ontbijt gaan we naar het dorp (Grossarl). Daar tanken we eerst 33,96 liter en betalen hiervoor met de visakaart € 24,93.

In het bureau voor toerisme kopen we de Salzburgerland Carte (vorig jaar noemde deze kaart "Sommerjoker)" De bediende verwittigt ons dat de kaart iets duurder geworden is en dat de voordelen kleiner geworden zijn. Wij schatten of het lonend is de kaart te kopen en doen het na enig nadenken toch. In een van de winkels van het dorp (de Spar) doen we wat boodschappen (€ 13,26).

Daarna gaan we op zoek naar de twee maneges die het dorp telt. Aan de hand van de uitleg ons verstrekt door de dochter van het hotel, Monica, vinden we de ene manege aan de rand van het dorp. Daar vragen we wat informatie. Men verhuurt daar in feite vakantiewoningen en de gasten mogen de (enige twee) paarden gebruiken om mee te rijden. De andere paarden zijn van eigenaars die ze daar stallen. De tweede manege vinden we niet onmiddellijk terug en ik zal bij gelegenheid in de loop van de week aan Hias vragen waar deze zich juist situeert.

Na onze korte zoektocht rijden we naar de Breintenebenalm (waren daar vorig jaar reeds enkele keren) en verbruiken er een frittatensoep, een buttermilch (karnemelk), een boterham met hesp, een boterham met smout en ¼ liter most..

Vervolgens rijden we naar Sankt-Johan in Pongau om er de uurtabel van de treinen naar Salzburgstad te bekijken. Het is de bedoeling tijdens ons 14-daags verblijf eens de stad te bezoeken. Aan het loket van het station kan ik een blad verkrijgen met daarop de uurregeling van en naar Salzburg.

15.30 u – 66 km (kilometerstand 62.486): zijn terug in het hotel.

In de saunaruimte in de kelder ga ik wat fietsen op de hometrainer. Het zal de enige keer zijn dat ik dit jaar hiervan zal gebruik maken daar ik meer dan vorig jaar zal gaan wandelen.

18.15 u: avondeten:
-vermicellisoep
- saladbar
- Knödel met sauerkraut
- pannenkoekjes met bessenconfituur

Dinsdag 2 september 2003

06.40 u: opstaan

07.47 u ontbijt (normaal kan er ontbeten worden tussen 8 u en 10 u maar op enkele minuten vroeger steekt het hier niet)

09.30 u – kilometerstand 62.486: Lea blijft in het hotel en zal in de loop van de dag te voet naar het dorp gaan en daar wat rondkijken. Ikzelf vertrek (alleen in de auto) naar de Heumoosalm, achter de wagen van Hias rijdende en met in mijn zog nog een 7-tal wagen met gasten van het hotel. Even voorbij Huttschlag, aan een kapelletje, slaan we links af en rijden een kiezelweg op tot aan de Heumoosalm die op 1300 m gelegen is (geen uitbating). Daar parkeren we de auto’s en beginnen we aan onze wandeling naar de Draugsteinalm (1778 m). Het eerste deel loopt via een kiezelweg (1/3 van de wandeling) en de resterende 2/3 loopt via een steil pad. De telescopische wandelstokken die ik afgelopen winter heb gekocht bewijzen goed hun dienst. Bij het afdalen zijn ze zelfs nog nuttiger bij het afremmen. Onderweg krijgen we af te rekenen met wat lichte regenval en boven gaat zelfs de regen over in smeltende sneeuw. Halfweg het smalle pad komen we enkele jongens tegen die een drietal volwassen paarden en twee veulens naar beneden drijven. De herfst is in zicht en dus worden bepaalde dieren reeds van de alm afgedreven naar het dal toe. Na een onafgebroken klim van 1 u en 20 minuten, waarvan het laatste gedeelte vrij steil is en we regelmatig enkele ogenblikken moeten rusten, bereiken we de Draugsteinalmen op 1778 m hoogte gelegen. Beide hutten kijken met hun voorgevel naar elkaar toe. De ene, waar we gaan uitrusten en iets eten of drinken, is de Steinmannhütte en de andere, bewoond door een bejaarde dame en die vermoedelijk de moeder is van de boer van de Steinmannhütte, is de Schrambachhütte. Wanneer ik aan de hut aankom (de groep is wat gespreid want ieder houdt zich aan zijn tempo) zit de gelagzaal reeds voor de helft vol. Het zijn meestal mensen van een andere groep want ik ben bij de eersten van onze groep die bij de hut aankomt. Het houtvuur verspreidt een gezellige warme en is geen overbodige luxe om onze natte kleren (nat van de regen en van het zweet) wat te drogen. De gastenstube is ongeveer 4 meter op 4 meter.

Om iets te doen aan het plaatstekort, ik wijs er de boer op dat er nog een aantal wandelaars op komst zijn, tovert hij een klaptafeltje uit en brengt een ander tafeltje met enkele zitbanken uit een belendende kamer binnen. Iedereen kan zitten maar dan wel dicht op elkaar en als er iemand naar buiten wil voor het toilet of om een luchtje te scheppen moet de helft van de aanwezigen zich rechtstellen. Door een van de venstertjes zie ik de natte sneeuw neerdwarrelen. De sneeuwgrens ligt op dat ogenblik op ca 1500 meter. Ik houd het bij het drinken van een koffie. Traditioneel trakteert Hias zijn gasten op een snaps en een deel van de groep heeft daardoor de smaak te pakken gekregen zodat ze nog enkele snapsen meer soldaat maken. Rond 13 u begint iedereen zijn rekening te betalen. Dit duurt nogal wat want het meisje die haar grootvader helpt moet zich tussen de opeengepakte groep begeven. De tijd was te kort om mijn wollen pet boven de stoof te drogen maar mijn regenvest is dat wel. Om 13.20 u zet de groep zich in beweging en beginnen we aan de afdaling. Ik ben nagenoeg de eerste die vertrekt en ik ben pas enkel tientallen meter aan het afdalen of op de steile, met grasbegroeide helling, schuif ik uit op het natte gras. Meteen ben ik minstens vijf meter lager. Na het rechtkomen blijkt op het eerste zicht mijn kledij niet al te bevuild te zijn, ik durf er niet aan denken dat daar op die plaats juist een grote koeienvijg zou gelegen hebben. Tijdens mijn schuifaf-partij raakte ik op enkele centimeters na net de pinnekensdraad niet en werd mijn regenjas gelukkig niet beschadigd. Vanaf dan kijk ik uit mijn doppen en ben ik zeer voorzichtig op het natte gras. Bij het klimmen is het lastiger voor de ademhaling maar bij het afdalen zijn het vooral de kuitspieren en de kniegewrichten die het te verduren krijgen. En het is nog maar de eerste dag in de bergen zodat mijn spieren nog moeten wennen.

Na een uur en tien minuten dalen ben ik bij de auto, ondertussen zijn enkele vluggerds mij voorbij gestoken. De eersten wachten niet op de rest van de groep en vertrekken met hun respectievelijke wagen terug naar het hotel. Ook ik wacht niet na nog eerst even de modder van mijn schoenen en mijn wandelstokken gekuist te hebben in een beekje. De helling naar beneden is zo steil dat dit moet gebeuren in 1ste versnelling.

Rond 15 u ben ik terug in het hotel en vind ik Lea in de gelagzaal. Eerst trek ik op de kamer de klampe kleren uit en verwissel ik die voor droge. Aan de bron, met houten bak uitgehakt uit een bomstam, die op de parking voor het hotel staat, schrob ik de rest van de modder aan mijn schoenen af. Ook kuisen we de sporen van de schuifpartij af van mijn regenjas en mijn kniebroek (valt best mee). En dan terug naar de gelagzaal alwaar Burgl iedere dinsdag de gasten van het hotel, wandelaars of niet, trakteert op koffie met koeken. Hias en Burgl doen hiermee op een subtiele wijze aan klantenbinding.

Na een verfrissende douche gebruiken we het avondmaal:
-soep
-saladbar
-gevulde kalkoen (in het Duits heet dit “pute”) met wilde rijst
-bananendrink

Ik heb die dag 45 km gereden. Om 19 zijn we terug op de kamer en gaan omstreeks 21 u slapen. Nagenoeg elke dag kruipen we vroeg onder de wol want de vaak laat zich snel voelen waarschijnlijk door de zuivere lucht en het wandelen.

Woensdag 3 september 2003

06.30 u: opstaan

07.50 u: ontbijten

09.00 u: vertrekken wij, Lea en ik, vanaf het Schützenhof (ons hotel dus) te voet langs de rijbaan, die er langs passeert naar boven, naar het middenstation van de kabelbaan. Na een matige klim van ca 1 u 30 min. komen we daar aan. De kleine raststatte is nog potdicht maar wanneer we even uitrusten op de banken van de uitbating komen de uitbater aangereden en kunnen we elk een frisdrank verbruiken. We blijven er niet lang want om 11 u. werkt de kabelbaan terug zodat we naar het bergstation kunnen. De baan werkt om het uur zolang er passagiers zijn (meestal max. een 15-tal minuten – met uitzondering om 12 u want dan is het middagpauze). Voor de rit naar boven betalen we 2 x € 5. Eens boven, aan de Laireiteralm, klimmen we, voor de sport en voor het uitzicht op het nevenliggend Gasteinerdal, tot aan de voet van de Kreuzkogel. Dit klimmetje duurt toch nog een half uur. Het is mooi weer maar eens boven is het wat fris daar we wat bezweet zijn. We trekken elke een warme trui aan waardoor dit probleem is opgelost. Van hieruit kan men over de ‘graat’ naar de Fulcheck-kabelbaan en zo afdalen naar Dorfgastein. We zijn van plan dit ooit eens te doen maar dit jaar zal ons hiervoor tijd te kort schieten. Na even van het uitzicht genoten te hebben dalen we terug af naar het bergstation en de Laireiteralm. De naam ‘alm’ is wat bedrieglijk want eigenlijk is het een recent gebouwd luxueus bergrestaurant. Aan de overvloed aan ruimte in het restaurant is te zien dat dit niet berekend is voor de zomervakantie maar op de enorme toevloed van wintersporters. We verbruiken in de ‘alm’ elke een nudelsoep en enkele ‘zimmels’ (broodjes). Achteraf eet ik nog een apfelstrudel met een koffie. Om 14 u neemt Lea alleen de lift naar beneden en betaalt hiervoor € 5. Ik zal de volle afstand naar beneden te voet afleggen. Boven staat aangeduid dat kan in 2 u en 30 minuten. Ik leg de afstand af in 2 u en 5 minuten. Achteraf weet Hias mij te vertellen dat de totale afstand 10 km is. De helling is matig en loopt over een rijbaan in grint met uitzondering van een smal pad dat ik volg en die de weg wat verkort. Op het pad is de aanduiding op een bepaald ogenblik niet duidelijk en scheelt het niet veel of ik was de verkeerde richting uit. Onderweg passeer ik voorbij de uitgebate Gehwolfalm. Bij mijn aankomst in het hotel is Lea reeds op de kamer en aan het douchen. Ik neem ook een douche en wordt dan pas gewaar dat ik een flink stuk gestapt heb. Op het terras van het hotel gebruiken we elk een koffie en neem ik de gelegenheid te baat om aan Hias navraag te doen over de maneges in het dal. Hij vertelt mij dat de dochter van zijn oudste broer enkele kilometers verder in het dal een hotel uitbaat en een bescheiden eraan verbonden manege. Het hotel noemt het ‘Mayrhof’ of ‘Moar Gut’. Hias vertelt dat zijn broer de oudste was van een gezin van 13 kinderen. Hijzelf was de jongste, Met uitzondering van een broer die omkwam bij een arbeidsongeval (val van een dak) zijn allen nog in leven. Toen zijn zoon Hubert geboren werd was hij het 64ste kleinkind van zijn ouders. Al lachende zeggen we dat wanneer er een familiereünie gehouden werd dat zij dan een ruime zaal moesten afhuren. Waarop hij al lachend antwoordt dat ze dan beter een grote tent konden huren.

Om 18 u eten:
-Champignonsoep
-Saladbar
-Wienersnitzel met friet en braambessenconfituur
-verse fruitsla

Met redelijk stramme spieren ga ik die avond slapen.

Donderdag 4 september 2003

06.30 u: opstaan. Na de douche maak ik een kleine wandeling rond het hotel. Het is fris en er ligt rijm op het gras. De lucht is wolkeloos en om 07.25 u komt de zon boven de tegenover ons hotel gelegen bergen. De eerste zonnestralen vallen onze kamer binnen. Onze kamer valt goed mee, kleiner dan die van vorig jaar maar gezelliger. Ook bij donker hebben we een mooi uitzicht op het dal en de blinkende lichtjes van het dorpl. ’s Avonds vallen de laatste zonnestralen op de bergen langs de overzijde van het dal, het zijdal - Elmeudal. Het Grossarldal is noord-west georiënteerd. Bij het vallen van de duisternis zien we het ene licht na het andere in het dorp beneden ons aanfloepen.

Kilometerstand: 62.513

09.08 u: de zon schijnt volop, het is 4 graden en we vertrekken aan het hotel naar de Krimmlwaterval en naar de stuwmeren van Kaprun.

10.04 u – 48 km: rijden voorbij de dalingang naar de Grosglockner en rijden in de richting van Zell am See.

10.30 u – 77 km: rijden door Mittersil.

11.15 u – 104 km: aankomst aan de Krimmlwaterval. In de buurt van de waterval begint een “mautstrasse” (kost € 7). Ik wil betalen maar de man in de cabine vraagt wat onze bedoeling is. Wanneer ik zeg dat we op weg zijn naar de waterval wijst hij er op dat we langs de “mautstrasse” de waterval niet kunnen zien. Hij laat ons terugkeren en we parkeren de auto op de dichtst bijzijnde parking. Als ik het me goed herinner van 25 jaar geleden, toen we meereden met een bevriend Duits koppel, kon je op de “mautstrasse” even op een stopplaats parkeren (was in feite niet toegelaten) en had je daar een mooi uitzicht op de waterval. Van de parking is het enkele honderden meters wandelen tot aan de laagste trap van de waterval. Ik probeer deze te filmen maar omdat ik dit tegen licht in moet doen verwacht ik niet al te veel van de beelden. Later blijkt dat de beelden fantastisch mooi zijn meegevallen. Om naar de waterval te gaan moet er normaal € 1,5 betaald worden maar met onze Salzburgerland-kaart is het gratis. De parking kost ons € 3,5. Voor dit bedrag kan je er in feite gans de dag parkeren. Om 12.15 u vertrekken we in de richting van Kaprun.

13.05 u – 152 km: nemen te Zell am See de afslag naar Kaprun.

13.13 u – 157 km: stoppen in het dorpje Kaprun en verbruiken er in een restaurant een boterham met hesp (schinckenbrod), een kaiserschmarn en twee koffie’s (€ 13,50).

14.08 u: vertrekken naar het stuwmeer.

14.21 u - 165 km: aankomst aan het vertrekpunt naar het stuwmeer. In de buurt werd een parkeergarage van 7 of 8 verdiepingen gebouwd. Het parkeren is er gratis.

16.54 u: we betalen voor het bezoek € 10 met onze kaart (normaal € 16). De eerste fase wordt afgelegd doormiddel van een postbus. De tweede trap wordt genomen doormiddel van een grote plateaulift die op twee rails loopt en tegen de helling wordt opgetrokken. Na de lift volgt nog een rit met postbussen (iets kleiner model) naar het bovenste stuwmeer: Mooserboden (het onderste stuwmeer noemt: Wasserfallboden). De toppen van de bergen rondom de stuwmeren zijn bedekt met verse sneeuw die voor een bijzondere sfeer zorgt.

18.10 u – 230 km: aankomst aan het hotel.

18.50 u: avondeten:
-soep met gebakken deegbolletjes
-saladbar
-Zwiebelbraten (vlees met ajuin gebakken) en een deeggerecht in de vorm van kleine eitjes
-vanillecrème met chocolade overgoten

Vrijdag 5 september 2003

06.45 u: opstaan

08.00 u: ontbijt

Doen eerst enkele boodschappen in de winkel naast het dalstation van de kabellift. Het betreft een winkel van een nieuwe keten Billa. Deze winkels vind je zowat overal in Oostenrijk naast de Aldi, Lidl en Sparwinkels.

09.45 u: vertrekken met de wagen naar de Breitenebenalm alwaar we aankomen om 10.30 u. Daar laten we de wagen achter en trekken te voet verder naar de Karseggalm (volgens de bordjes ¾ u wandelen).

11.15 u: aankomst op de Karseggalm na een afwisselend gematigde en soms steile klim over een grintweg. De alm is slechts op het laatst zichtbaar daar die zich achter een bocht bevindt. Het is een van de oudste originele almen van het Grossarldal en is 300 a 400 jaar oud. De vloer bestaat uit aangestampte aarde. In het midden brandt een open houtvuur zonder enige schouw erboven. De rook dwarrelt rond in de hut en verlaat deze via openingen onder het vooruitstekend deel van het dak. Wanneer het weer noodzaakt om binnen te leven dan moet het er weinig gezond zijn. Maar de alm wordt hoofdzakelijk tijdens de zomer gebruikt en wordt er dan meestal buiten geleefd. Vanuit de centrale kamer, met het houtvuur, kan men via een smalle houten ladder naar een bovenverdieping. Het blijkt een gastenverblijf te zijn (men kan hier overnachten). De zakken gevuld met hooi liggen nog eens op een hooibodem. Volgens onze normen ziet het er weinig appetijtelijk uit om hier te overnachten te meer dat de rook ook deze verdieping binnendringt. Daar het goed weer is zetten we ons op een bank aan een tafel voor de alm in de zon. We drinken er een limonade (1/2 liter) en een koffie. De boerin zegt schertsend dat ik wat geduld moet hebben voor de koffie daar ze eerst haar “espressomachine” moet laten opwarmen. In werkelijkheid moet het houtvuur eens aangewakkerd worden en moet daarop het water aan de kook worden gebracht. De alm is gelegen op 1603 meter. Ik wil een prentkaart van de alm kopen maar krijg ze gratis bij onze dranken. Vanaf hier zien we de Unterwandalm liggen. We stappen op en volgen het bijna vlak pad naar deze alm die op nagenoeg dezelfde hoogte ligt. De wandeling ernaar duurt ca 30 minuten. In de Unterwandalm drinken we een mineraal water en een “buttermilch”. De boerin is er bezig met kaas maken. De uitgelekte basisstof duwt ze in een vorm waarop dan een gewicht geplaatst wordt. Meestal is de kaas die op de almen gemaakt wordt droog en korrelig. We maken even gebruik van het toilet (bij wonder is het een net modern toilet) en vertrekken dan na een 15-tal minuten terug naar de wagen aan de Breitenebenalm via de Karseggalm.

13.30 u aankomst aan de Breitenebenalm. Daar verbruiken we elk een frittatensoep met wat brood. De temperatuur is uitstekend.

14.45 u: we verlaten de alm en rijden naar beneden. In het dorp is er een car-wash en daar laten we onze wagen reinigen (€ 6). Daarna gaat het richting daleinde (of Huttschlag) om het hotel van de broer van Hias te zoeken. We denken het enkele kilometer verder gevonden te hebben maar zijn het niet zeker. We zullen nog verder navraag doen bij Hias. Later zal blijken dat Mayrhof in het plaatselijk dialect uitgesproken wordt als Moar Gut. Zij hebben er maar enkele paarden die door de hotelgasten mogen gebruikt worden. Het ernaast gelegen hotel Alpenhof is van een andere broer van Hias. Uit een gesprek met Hias blijkt dat het Alpengebied niet zo geschikt is voor paardrijden ondanks dat hier de wieg stond van de bekende “haflingerpaarden”.

18.00 u: avondeten
-Knoblauchcremesuppe
-salat vom Buffet
-Fischfilet natur mit Sauerrahmsosse (zureroomsaus) dazu Petersilienkartoffel
-gebackene Apfelringe mit Zimtzucker und Sahne

Vanaf nu scheur ik iedere dag het menu af van de andere helft waarop de keuze moet aangestreept worden. Dit is veel gemakkelijker en ik kan de tekst juister overnemen. Burgl is benieuwd waarom ik dit doe maar ik leg haar uit dat ik iedere reis een dagboek bijhoud.

Totaal gereden die dag: 47 km.

21.00 u: slapen

Zaterdag 6 september 2003

06.50 u: opstaan.

08.00 u: ontbijt.

09.00 u: we vertrekken naar Alpendorf Sankt-Johan-im-Pongau). Kilometerstand 62.792 km

10.00 u: nemen de kabellift te Alpendorf. Alpendorf is een wijk van Sankt-Johan-im-Pongau en ligt op de weg naar Grossarl. Het is een vrij nieuwe wijk met luxueuze hotels.

10.20 u: na het middenstation bereiken we het bergstation van de kabellift. Van daar wandelen we naar de Buchauhutte. Dit is geen echte alm maar een mooi bergrestaurant. We komen er aan om 11.00 u en drinken er iets. Vanaf daar is het amper een kwartier wandelen naar de Gernkogel (1787 m) en de Gerkogelhutte. In deze laatste gaan we niet binnen. We wandelen rond een mooi bergmeertje dat voorzien is van een vlot en een stalen kabel om zichzelf naar de overkant te trekken. Daarna keren we terug naar het bergstation van de kabellift. Daar blijkt dat de daaraan palende “stube” gesloten is. Een 200 meter verder ligt de Obergassalm, een bescheiden echte alm. We drinken er een koffie en eten er een “wurtstenbrod” (met die worst wordt een soort salami bedoeld).

14.00 u: nemen we de kabellift naar beneden.

14.20 u – 14 km: zijn aan de auto op de parking aan het dalstation van de berglift en vertrekken richting Wagrain.

14.46 u – 27 km: aankomst te Wagrain aan de kabellift “Flaying Mozart”. De bedienaar zegt dat we eigenlijk een minuut te laat zijn om nog mee te mogen maar hij kijkt dit door de vingers (de laatste “bergfahrt” stopt om 14.45 u). Aan het bergstation van de kabellift ligt de Kogelalm waar we een eis, een grote en een kleine almdudler verbruiken.

16.55 u: we zijn terug beneden (laatste ‘talfahrt’ tussen 16.30 u en 17.00 u). Op de weg tussen Wagrain en Sankt-Johan zijn er werken aan de gang waar men slechts beurtelings mag rijden en heel wat vertraging meebrengt.

17.43 u – 55 km: zijn terug aan het hotel.

18.00 u: avondeten:
-Eierflockensuppe
-Salat vom Buffet
-Jägerschnitzel dazu Kroketten
-Pfirsichkompott mit Schlag

30-08-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
29-08-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 2

Oostenrijk Grossarl 2003 deel 2

Zondag 7 september 2003

09.10 u: na het ontbijt nemen we de kabellift naar de Laireiteralm (bergstation). De zon schijnt volop en we zijn de enigen die op het terras van dit ochtendspektakel genieten (bij de volgende dienstbeurt van de lift komt er veel volk naar boven). We hebben vandaar een prachtig uitzicht op de besneeuwde toppen van het Tauerngebergte. We bellen we met de gsm naar Marijke.

11.00 u: nemen de lift naar beneden. Na even het hotel te hebben aangedaan rijden we door naar de Breitenebenalm alwaar er enkel activiteiten plaatsvinden in het kader van de “Bauernherbst” (Boerenherfst). Deze bauernherbst is de laatste jaren in Salzburgerland ingevoerd en dient als een soort van kapstok waaraan een aantal volksfestiviteiten van bescheiden aard vasthangen. De herfst, hier bedoeld men de periode tussen eind augustus en begin oktober, is waarschijnlijk de stilste toeristische periode van het jaar en die heeft men waarschijnlijk hiermee wat leven willen inblazen. ’s Morgens ben ik nog informatie gaan inwinnen bij “Die Alte Post”, een hotel in het dorp van Grossarl, waarvan de uitbater tevens de eigenaar is van de Breitenebenalm. Ik vroeg of er soms geen pendeldienst met een taxi was voorzien, maar dit bleek niet zo. We zijn dan maar zoals gewoonlijk met de auto naar de alm gereden. Wanneer we aan de alm aankomen is de parkeerruimte reeds behoorlijk gevuld en het wordt al even passen om een geschikt plaatsje te vinden zonder straks ingesloten te worden. Daar het al een tijdje geleden is dat het daar geregend heeft waait het stof van de grintweg die naar de alm loopt hoog op en zit onze auto onder een grijze poederlaag.

13.00 u: het ruime terras is behoorlijk gevuld en er worden tafels en banken bijgezet. Het orkestje begint te spelen en bestaat uit twee bugels, een klarinet, een trekharmonica, een harp en een bastuba. Daarnaast treedt om beurten met het orkest een “dreigesang” op. We verbruiken er een nudelsoep, een “butermilch”, een spuitwater en elk een bord koud gebakken vlees met brood.

15.00 u: omstreeks dit uur rijden we terug naar beneden naar het hotel en vervolgens naar het hotel Moar Gut om er wat inlichtingen in te winnen ivm het logement en het gebruik van de paarden. Het logement valt nogal duur uit. Mij lijkt het hotel vooral gericht te zijn op gezinnen met kleine kinderen.

Terug aan het hotel hebben we 35 km gereden.

Avondeten:
-Rindssuppe mit Frittatenroulade
-Salad vom Buffet
-“Hirtenspiess” mit Kräuterbutter dazu Pommes frites
-Tropicana (sinaasappelsap met vanilleijs)

Maandag 8 september 2003

Kilometerstand 62.882 km.

09.04 u: vertrek naar Werfen. Het is bewolkt met toch nog veel zon, het is 13 graden. In het dorp van Grossarl tanken we 30,72 liter voor € 21,93 (€ 0,714/liter).

10.07 u – 36 km: aankomst te Werfen en parkeren de wagen op een parking onder aan het kasteel Hogenwerfen. Om het kasteel te bereiken moet nog een redelijk stukje geklommen worden of kan men een taxi nemen. Wij gaan te voet en zijn aan de ingang even voor 11 u. Voor de demonstratie van de valkeniers moeten we wachten tot 11.15 u. Maar eens het spektakel begonnen is blijkt het meer dan de moeite. De demonstratie duurt zowat een klein half uur en toont een hele reeks roofvogels die vrij kunnen rondvliegen en toch steeds naar hun trainer terugkeren. De grootste vogel is de gier. Wanneer die wordt losgelaten doet die een korte vlucht boven het kasteel maar gaat al gauw op het dak zitten. De commentator legt uit dat de huidige weersomstandigheden verre van ideaal zijn voor de vogels. Er is te weinig wind en te weinig thermiek.

Na de voorstelling gaat het nog maar eens omhoog naar het bovenste deel van het kasteel dat na de oorlog de politieschool van Salzburgerland huisveste. Daar werd tevens een spannende oorlogsfilm opgenomen. Op de binnenkoer geeft een “nar” een solovoorstelling waarna de rondleiding in het kasteel kan beginnen. Bij het begin kunnen de niet-Duitssprekenden een toestelletje krijgen die de uitleg in verschillende talen geeft, ook in het Nederlands.

13.20 u: einde van de rondleiding. In het restaurant van de burcht eten we een gulaschsoep en een frittatensoep. In de souvenirwinkel kopen we twee prentkaarten. Het weer blijft droog alhoewel het bewolkt is. We gaan vervolgens naar onze auto en vertrekken naar Werfenweng om 14.07u.

14.23 u – 46 km: aankomst te Werfenweng. We nemen de kabellift (ook gratis met de Salzburgerland Card – normaal € 12). Aan het bergstation stappen we het ernaast gelegen restaurant binnen en bestellen er voor Lea een gemend ijs en voor mij een kaiserschmarn. Het ijs in Oostenrijk is zeer lekker en vrij goedkoop. Ik neem nogal eens een kaiserschmarn omdat dit gerecht meestal een lichte maaltijd kan vervangen. Toen we het restaurant binnenkwamen waren we de enige bezoekers en vertelde de uitbaatster dat ze bijna nog niemand over de vloer gehad had die dag. Maar we zaten nog maar amper vijf minuten neer of de een na de andere wandelaar komt het etablissement  binnen en nog geen tien minuten later zit er zoveel volk in de zaak dat de vrouw alle moeite heeft om iedereen binnen een behoorlijke tijd te bedienen. Ik moet nog eventjes wachten op mijn consumptie maar als de vrouw met het bord kaiserschmarn verschijnt vallen onze monden open van verbazing. Op een extra groot bord ligt een extra grote portie. De vrouw onze verbazing merkende vraagt aan Lea of zij ook een bestek wil om een beetje mee te helpen. We doen beiden ons uiterste best om de portie naar binnen te werken maar moeten het uiteindelijk opgeven en een restje op het bord laten liggen. Dit zijn zo van die voorvallen die men zich jaren later nog zal herinneren.

Bij het terugkeren naar ons logement krijgen we ter hoogte van Sankt-Johan een regenvlaag te verwerken. Het is de eerste regen sinds vorige week dinsdag.

16.41 u – 84 km: zijn terug in ons hotel.

Avondeten:
-Rindssuppe mit Teigwaren
-Salat vom Buffet
-Gulasch vom Hirschkalb met Preiselbeeren dazu Serviettenknödel uns Apfelrotkraut
-Melonencocktail

Dinsdag 9 september 2003

06.45 u – opstaan.

07.50 u – ontbijt.

Het is dinsdag dus is er vandaag de wekelijkse wandeling onder leiding van Hias. Het weer ziet er, ondanks de negatieve voorspellingen, zeer goed uit.

09.15 u: we verzamelen op de parking voor het hotel en Hias vraagt of ik een koppel uit Nederoostenrijk wil meenemen. Ik vraag voor de grap of ze wel voldoende vertrouwen hebben in een “flachländer”, waarop de man antwoordt dat zij zelf ook in een vlakke streek wonen. In colonne rijden we achter Hias, eerste in de richting van het begin van het dal en vervolgens in de wijk Schied de bergen op. Aan het klimmen lijkt geen eind te komen. We rijden steeds op een tarmacweg. Eens we aan de parkeerplaats aankomen lijken de huisjes in het dal piepklein, dus zitten we al op een behoorlijke hoogte. De parkeerplaats ligt op een helling en is begroeid met gras dat op dat moment wat vochtig is. Met ons drieën geraak ik niet de helling op wegens het doordraaien van de wielen op het natte gras. Mijn beide passagiers stappen uit en dan lukt het wel. Via een grintweg gaat het langzaam stijgend naar de Viehhausalm (1 u ½). Onderweg komen we de afslag tegen naar de Mooslehenalm die we links laten liggen. Ik kom als eerste van de groep op de alm aan en drink een mineraal water en een koffie. Ondertussen is ook de rest van de groep aangekomen. We kunnen buiten zitten want de zon komt rijkelijk van achter de wolken gluren. Sommigen van de groep kunnen zelfs in hun T-shirt zitten. Hias komt naast mij zitten en geeft wat uitleg over de omringende bergen. Waldy, de hond van Hias, is steeds van de partij bij iedere wandeling. Hij is van het type “wandelende sigaar” met korte pootjes. Eens Hias een “bretljause” bestelt wekt dit bij de anderen van de groep schijnbaar de appetijt op en de ene na de andere bestelt ook iets om te eten. Ik bestel net zoals mijn 70-jarige overbuur aan de tafel, die uit Beieren (Dl) afkomstig is, een “spekjause”, een boterham waarop niet minder dan 5 repen lekkere gerookte spek liggen. De korstjes worden met veel ijver door Waldy naar binnen gewerkt. Ook de andere gasten volgen mijn voorbeeld en samen met hetgeen hij van Hias heeft gekregen kan Waldy een tijdje voort. Hias vraagt aan een van de vrouwelijke gasten of ze wil weten welk weer het morgen zal zijn, waarop ze van ja antwoord. “Wel” zegt hij “dan moet je dat toestelletje eens bekijken” en wijst naar een kastje aan de voorgevel van de alm. Op het deurtje vooraan staat, in het Duits,: “Als je wilt weten welk weer het morgen zal zijn, trek dan dit deurtje open”. De nietsvermoedende vrouw trekt goedgelovig aan het touw van het deurtje dat daardoor voorover openvalt en tot haar verrassing een kwak water over haar neergooit. Algemeen gelach van de ganse groep was het gevolg hiervan.

13.00 u: we betalen onze rekening en na het drinken van een snaps op kosten van Hias vertrekken we terug naar beneden. Enkele honderd meters verder wijkt een pad af van de grintweg en brengt ons via een kortere weg naar de Mooslehenalm. Aan de hand van het aantal snaps die ook daar uitgeschonken worden op rekening van Hias blijkt het dat we met 26 personen zijn (hijzelf inbegrepen). Verder drink ik daar een mineraal water. Bij mij aan tafel zitten mijn passagiers, het koppel uit Nederoostenrijk. De man vertelt dat hij nog in Saoudi Arabië gewerkt heeft en hij daarvoor een 7-tal inspuitingen moest krijgen in een week tijd vooraleer te vertrekken. Hierdoor is hij 5 jaar allergisch geweest voor alcohol. Maar nu had hij daar schijnbaar geen last meer mee te zien aan de halve liter bier en de snaps die hij naar binnen werkt. Drie kwartier later stappen we op en gaan we naar de plaats waar onze wagen staat. Ik moet maar even wachten op het koppel dat met mij meerijdt en dan gaat het in 1ste versnelling de berghelling af. Met uitzondering van het smalle pad kan deze wandeling ook door Lea gedaan worden. Later op de week zullen we samen deze wandeling eens overdoen. Eens in het hotel worden we traditioneel getrakteerd door Burgl op koffie met koeken. Buiten, op het terras, horen we plots een trekharmonica spelen. Een van een groep Duitsers schijnt de muzikant te zijn. Maar vlug heb ik door dat de man helemaal niet kan spelen en het instrument dat hij voor de borst houdt een nepharmonica is waaruit een reeks volkse deuntjes weerklinken.

Totaal aantal km: 19 km

Avondeten:
-Kürbiscremesuppe
-Salat vom Buffet
-Gebackenes Hendlfilet dazu Rahmkartoffel
-Himbeerjoghurt

Woensdag 10 september 2003

07.00 u: opstaan. Tijdens het douchen valt de douchekop uit elkaar met een fontein tot tegen het plafond voor gevolg maar voor de rest zonder veel erg. Ik meld dit aan Burgl en ’s avonds is er reeds een nieuwe geïnstalleerd.

09.16 u – kilometerstand 62.986, het is regenachtig, bewolkt en 14 graden.

We vertrekken naar Badgastein.

09.40 u – 16 km: Sankt-Johan.

09.43 u – 19 km: rijden door Schönbergtunnel.

09.49 u – 24 km: rijden door Mauttunnel (lengte 208 meter)

09.58 u – 36 km: Dorfgastein.

10.07 u – 44 km: Bad Hofgastein.

10.17 u – 52 km: aankomst te Badgastein aan het Felsenbad (een termalbad met een watertemperatuur van max 36 graden). Met onze kaart hebben we gratis toegang tot het bad.

12.20 u: vertrek naar de Strohlehenalm te Dorfgastein. Deze alm is ons bekend van voor meer dan 25 jaar en toen nog uitgebaat door de familie Herbst, nu door de achterkleinkinderen. Toen wij daar regelmatig kwamen was de huidige uitbaatster nog niet eens geboren. De tijd gaat snel...

12.50 u – 72 km: aankomst op de Strohlehenalm alwaar we iets eten.

13.56 u: vertrekken van de Strohlehenalm.

14.31 u - 97 km: rijden de afslag naar Grossarl voorbij naar Hallein.

15.57 u – 140 km: aankomst te Hallein. Daar gaan we nazicht doen hoe we de trein moeten nemen naar Salzburgstad. In een winkel kopen we een zonnebril en drinken we iets in een patisserie.

17.07 u – 222 km: aankomst aan het hotel. We hebben een 16-tal kilometer teveel gereden daar we een afrit gemist hebben en moeten terugkeren zijn.

Avondeten:
-Rindssuppe
-Salat vom Buffet
-Schweineruckenstaek in Gorgonzolarahmsosse dazu Röstinchen
-Eispalatschinken

Donderdag 11 september 2003

07.00 u: opstaan

08.00 u: ontbijten tot 09.00 u

09.15 u: vertrek naar Berchtesgaden. Waren eerst van plan naar het zwembad te gaan in Dorfgastein maar wanneer we goed kijken blijkt die reeds enkele dagen gesloten te zijn. Daar het regenachtig is besluiten we naar Berchtesgaden te rijden en wel via de kortste weg. Eerder deze week, toen we door Hallein reden zagen we een wegwijzer naar dit stadje. De toeristische route naar Berchtesgaden zullen we een andere keer, bij goed weer, volgen. Vooraleer we vertrekken doen we enkele boodschappen in de winkel Billa, naast het dalstation van de berglift. Het is zwaar bewolkt maar nog geen regen. We rijden via Sankt-Johan, Bishofshofen en de snelweg A 10 naar Hallein alwaar we de borden naar Berchtesgaden volgen. Onderweg krijgen we te maken met zware neerslag gepaard gaande met hevige windstoten. Tot we in Berchtesgaden zijn blijft het regenen en op de weg naar de Köningssee stoppen we aan een gasthof om iets te drinken. We verbruiken er elk een koffie en als we de rekening vragen vallen we bijna om van het verschieten. Er wordt ons € 10,20 (411 Bef) gevraagd. Van een kostelijke uitspatting gesproken. We rijden vervolgens tot aan de parking van de Köningsee maar daar het nog regent keren we terug zonder de parking op te rijden. Vervolgens brengen we een bezoek aan Berchtesgaden zelf na onze auto in een ondergrondse garage geparkeerd te hebben (in het centrum gelegen). Op diverse plaatsen in het stadje herkennen we een aantal punten waar we meer dan 25 jaar geleden ook waren zoals de waterput en de beschilderde gevels (als herinnering aan de gesneuvelde soldaten uit WO II). Lea is al geruime tijd op zoek naar een witte bloes van het type dat je alleen in Duitsland kan vinden. In een winkel vindt zij haar gading. We betalen de rekening met onze Visakaart. We besluiten de toeristische bezienswaardigheden van het stadje op een andere keer te bekijken als het wat beter weer is. Omstreeks 11.00 u houdt het op met regenen. We rijden terug naar Hallein en eten er iets in de verbruikzaal waar we gisteren ook waren. Daarna gaat het terug naar het hotel alwaar we om 15.30 u aankomen.

In totaal hebben we 175 km gereden.

Avondeten:
-Goldwürfelsuppe
-Salat vom Buffet
-Gedünstete Rindsroulade mit Butternudeln
-Schokoladenmousse

Na het avondeten willen we naar de Ötzlsee gaan, gelegen aan het daleinde. Daar heeft vanavond een korte avondwandeling plaats (met lantarens) en de naam van het spektakel laat vermoeden wat er te zien zal zijn: de “Ötzlsee in flammen”. Was het weer in de vooravond wat verbetert, wanneer wij het hotel buitenstappen begint het terug te regenen. Daar de attractie bij regenweer niet doorgaat en eventueel naar morgen wordt verlegd, besluiten we van niet te gaan (ook de dag nadien regent het ’s avonds zodat het spektakel waarschijnlijk volledig afgelast is geworden).

Niemand denkt hier blijkbaar nog aan de aanslagen in New York van 11 september 2001. Mensen vergeten snel...

Vrijdag 12 september 2003

06.45 u: opstaan

07.45 u: ontbijt

Kilometerteller 63.384

08.43 u: vertrek richting Hallein. Het regent.

10.15 u: we nemen de trein te Hallein (€ 3,10 x 4) richting Salzburg Hbf. Daar we toch over autosnelwegvignetten beschikken komt het waarschijnlijk goedkoper uit tot in Hallein te rijden en hier de trein te nemen naar Salzburgstad om zo de drukte van het stadsverkeer te vermijden.

10.40 u: aankomst Salzburg Hbf. Van daar gaat we te voet naar het oude stadsdeel. Het regent de ganse dag fel, enkel tussen 10.30 u en 12 u houdt het wat op. Bij het oversteken van de Salzach zien we dat er veel stroming op de rivier zit. De dom van Salzburg kan enkel bezocht worden mits betaling en om principiële redenen gaan we er niet binnen (ik vind dat toegangsgeld niet kan in een kerk). Met onze Salzburgerland Card nemen we het tandradspoor (funiculaire) naar het kasteel Hoghensalzburg. We bezoeken er het kasteel en de er in ondergebrachte musea. Van op het kasteel heeft men een mooi uitzicht over de oude en de nieuwe stad en de omgeving. Dit ondanks de regen. Op het einde van het bezoek aan het kasteel verbruiken we in de “gaststatte” van het kasteel elk een soep (kruidencremesoep), elk twee worsten met mosterd en een broodje, een fanta en een mineraal water.

Met de funiculaire gaat het terug naar beneden en gaan we naar de aanlegsteiger van de boten op de Salzach. Die varen wegens de te sterke stroming niet. We besluiten dan maar terug te keren en onderweg naar het station is het hevig aan het regenen. Dank zij onze regenkledij kunnen we echter doorstappen en een droger oord in het station opzoeken. In de gauwte drink ik in het station een koffie om me wat op te warmen (de regen maakt het wat killig).

14.51 u: vertrek van de trein naar Hallein.

15.15 u: aankomst te Hallein na aan de 5 haltes onderweg gestopt te hebben.

Onze wagen hebben we op een vrije parkeerplaats aan het station van Hallein achtergelaten. De rit Grossarl – Hallein heeft een afstand van 60 km.

15.25 u: vertrek naar Grossarl

16.30 u – 120 km: aankomst aan het hotel. Eerst verbruiken we hier elk een apfelstrudel en koffie. Monica, de dochter des huizes, wijst er ons op dat er morgen enige festiviteiten doorgaan op de Maurachalm ter gelegenheid van de almabtrieb (de koeien die van de almen in de bergen naar het dal gebracht worden). Daar er morgen ook festiviteiten zijn in Dorfgastein zijn we echter van plan daar naartoe te gaan en zullen we proberen tijdig terug te zijn om de almabtrieb nog te kunnen zien in het dal ter hoogte van de Wimmbrucke.

Avondeten:
-Rindssuppe met Gemüsestreifen
-Salat vom Buffet
-Forelle “Müllerin” dazu Petersilienkartoffeln
-Apfeltasche mit Vanillesause

Zaterdag 13 september 2003

06.45 u: opstaan

07.50 u: ontbijt

09.00 u: rijden naar het dorp om er enkele boodschappen te doen (o.a. een tafelkleedje) en tanken er 36,31 liter voor € 26,14. We halen wat geld uit de automaat die zich echter binnen in een bankruimte bevindt en om daar binnen te geraken moet men zijn bankkaart in een leestoestel steken. Bij mij lukt dit niet (verkeerd ingestoken?). Tot wanneer een andere gebruiker binnengaat zodat we mee naar binnen kunnen glippen. De rest verloopt zonder problemen. Na een stop aan het hotel vertrekken we om 10.45 u naar de Strohlehenalm in de Gasteinervallei.

11.45 u – 40 km: aankomst aan de Strohlehenalm. Eten er 1 x spekbrod, 1 x schinckenbrod, een buttermilch en een koffie. Het weer blijft regenachtig, nu en dan is het droog maar af en toe regent het lichtjes.

13.00 u – 45 km: aankomst te Dorfgastein. Blijkt dat de festiviteiten wegens de regen afgelast zijn. We keren terug naar ons hotel.

14.00 u – 83 km: zijn terug in het hotel.

15.30 u: drinken een koffie en een thee waarna we vertrekken naar de Wimmbrucke om de almabtrieb van de Maurachalm te zien. We rijden aan de Wimmbrucke de helling op richting Maurachalm alwaar we ons halfweg parkeren omdat we denken verderop moeilijkheden te hebben met het naar beneden komend verkeer en de koeien. De weg is te smal om snel even rechtsomkeer te maken. Terwijl we aan het wachten zijn zien we tientallen auto’s de helling afrijden en we maken ons de bedenking dat we beter ook naar de alm hadden gereden in de plaats van naar Dorfgastein. Zo te zien moet de alm met de wagen gemakkelijk bereikbaar zijn want er kwam zelfs een bus naar beneden gereden. Wanneer het naar beneden rijden van de wagens wat stilvalt denken we dat het stilaan tijd is om naar beneden te rijden tot aan de Wimmbrucke. Eens beneden blijkt de parking reeds goed gevuld te zijn en moeten we ons dubbel opstellen. De almabtrieb schijnt veel belangstelling te kennen wat te zien is aan de talrijke toeschouwers. Na een 20-tal minuten zien we in de verte de troep koeien aankomen. De oudste koeien zijn versierd met religieuze afbeeldingen op hun kop en dragen zware koebellen.

Avondeten:
-Panadlsuppe
-Salat vom Buffet
-Champignonschnitzel dazu kroketten
-Topfennockerl aug glühweinsose

Zondag 14 september 2003

06.45 u opstaan

07.50 u ontbijt

09.00 u – kilometerstand 63.608: vertrek om de wandeling naar de Viehhausalm over te doen met Lea. De laatste dag breekt aan.

We rijden de helling op tot aan de parkeerplaats.

09.25 u: beginnen aan de wandeling. Er is aangegeven dat de wandeling naar de Viehhausalm 1 u ¼ in beslag neemt. Er hangt lage bewolking en tijdens het klimmen lopen we regelmatig door de mist. Het weer betert echter en tegen de middag schijnt de zon volop.

10.25 u: aankomst aan de Viehhausalm. Wij zijn vroeg waardoor wij de eerste bezoekers zijn. Ik loop naar het terras maar om daar te zitten is het te fris. De boerin komt uit haar keuken en stelt voor dat we in de gelagzaal plaats nemen, wat we ook doen. Een stoofje houdt de koude buiten en het bleekhouten interieur doet gezellig aan. We bestellen een buttermilch en een koffie. De boer komt bij ons zitten en verwondert er zich over dat Lea suiker in haar karnemelk doet. Van mijn vorig bezoek weet ik dat de boer en de boerin graag samen zingen, eens kijken of ze dit nu ook zullen doen, wij zijn nog steeds de enige bezoekers. De boerin komt erbij zitten en we beginnen een gesprek over “koetjes en kalfjes”. De boerin is 76 jaar oud en de boer is er 78. Ze hebben 8 kinderen en 16 kleinkinderen waarvan een hen helpt bij het bedienen op de alm. Tijdens de zomer blijven ze op de alm wonen en slapen tot eind september of wanneer het weer het toelaat zelf tot een stuk in oktober. De broer vraagt aan Lea of zij samen met hem wil zingen. Ondertussen is de boerin erbij komen zitten en beginnen ze samen een mooi lied te zingen. Het is een ode aan Salzburgerland en zijn bergen. Ze hebben nog maar pas gedaan met zingen of de eerstvolgende bezoekers komen binnen. Voor ons is het tijd (11.30 u) om op te stappen en we beloven aan de boer en de boerin volgend jaar “bij leven en welzijn” terug te komen. Ik heb het zingen van het Salzburgerlied opgenomen op video en zal proberen tegen dan het lied mee te zingen.

12.30 u: aankomst op de Heumoosalm. We hebben de rijweg (in grint) genomen en niet het smalle en oneffen wandelpad. Onderweg komen we tientallen wandelaars tegen die waarschijnlijk onderweg zijn naar de Viehhausalm. De boerin hier zegt dat er binnen nog plaats is en omdat het nog wat fris is gaan we op haar voorstel in. Binnen zitten er een 4-tal (Duitse) wandelaars en buiten een tiental. Daar eten we elk een kleine “bretljause”, een almdudler en een koffie.

13.30 u: aankomst aan de parking en rijden naar beneden. Na een sanitaire stop in het hotel rijden we terug naar het dorp met de bedoeling de wagen in de selfcarwash te doen. Maar die blijkt op zondagnamiddag niet te werken. De wagen is behoorlijk vuil door het grijze stof op de grintwegen, door het patineren op het vochtige gras op de parkeerplaats en toen we gisteren over de weg reden richting Sankt-Johan was de plaats waar er wegwerkzaamheden bezig zijn behoorlijk modderig.

Voor de laatste keer rijden we nog eens tot het einde van het dal. De zon schijnt nu volop. Terug in het hotel rekenen we af zodat we enkel hetgeen dat we vandaag verbruikt hebben nog deze avond aan Monica moeten betalen. Tevens maken we reeds een afspraak voor volgend jaar (vanaf zondag 5 september tot en met zondag 19 september (vertrek op maandag 20 september 2004). Eens dit achter de rug gaan we naar de kamer onze koffers pakken en brengen reeds zoveel als mogelijk naar de auto. Enkel hetgeen we nog nodig hebben blijft nog op de kamer.

Avondeten:
-Rindssuppe met Frittaten
-Salat vom Buffet
-Grillteller mit Kräuterbutter dazu Ofenkartoffel
-Vanilleeis mit schokososse

Op het einde van de maaltijd brengt Hias ons de traditionele afscheidssnapsen (ook de eerste avond, bij onze aankomst, kregen we elk een welkomstsnaps) en neemt Monica afscheid van ons daar we ze morgen niet meer zullen zien. Wanneer we naar de kamer gaan is het de beurt aan Hias om afscheid te nemen.

Maandag 15 september 2003

06.30 u: opstaan

07.45 u: ontbijt

08.26 u – kilometerstand 63.658 km – 4 graden: het vertrek naar huis is aangebroken. Hetgeen nog rest wordt naar de auto gebracht en we nemen met spijt afscheid van Burgl. Er is geen wolkje aan de lucht. Te Sankt Johan zien we een carwash en laten daar de wagen wassen voor € 3.

09.16 u – 41 km: Zettenbergtunnel (527 meter lang)

Volgende tunnels na 43 km (596 meter), 9.20 u -46 km (2004 meter), 9.22 u - 48 km (1384 m)

09.30 u – 64 km: Hallein

09.41 u – 81 km: passeren de grens met Duitsland.

10.01 u – 122 km: rijden voorbij de Chiemsee.

10.25 u tot 10.56 u – 162 km: stop te Ischenberg aan een raststatte.

Op de ring rond Munchen nemen we even de verkeerde weg, rijden de volgende afrit af en keren terug zodat we op de goede weg terechtkomen (Aan Munchen moeten we richting Nurnberg volgen via de A 99).

11.41 u – 234 km: we verlaten de ring rond Munchen. Het is 17 graden.

13.42 u – 371 km: stilstand parking en raststatte Nurnberg. Nemen een licht eetmaal tot 13.42 u

16.00 u – 495 km: aankomst te Wurzburg-sud en aan Etaphotel. Hadden onderweg tussen Nurnberg en Wurzburg een behoorlijke file die ons heel wat tijd liet verliezen en waardoor het praktisch onmogelijk was door te rijden in een rit. Even voorbij het Etaphotel is er een MCDonaldsrestaurant waar we iets drinken.

17.00 u: receptie van het Etaphotel gaat open en wij betalen een overnachting en twee ontbijten voor € 50,80. Kilometerstand 64.153 (495 km). Na de douche gaan we te voet naar het restaurant La Strada en eten er terug Calamari Fritti. Hun Visakaarttoestel schijnt nog steeds niet te werken zodat we cash betalen.

19.45 u: zijn terug in het Etaphotel en gaan die avond vroeg slapen.

Dinsdag 16 september 2003

06.00 u: opstaan

06.30 u: ontbijt

07.00u: vertrek – rijden na 6 km de snelweg op richting Frankfurt.

08.02u – 89 km: rijden door een lange tunnel te Assaffenburg maar vragen ons voor de zoveelste keer af voor wat die tunnel daar gemaakt is.

08.11 u – 111 km: Weiskirchen en file

08.34 u – 123 km: terug file

09.09 u – 180 km: stilstand te Comburg tot 09.25 u voor een sanitaire stop en om iets te drinken.

10.54 u – 341 km: stilstand te Frechen tot 11.10 u voor sanitaire stop en wat te drinken.

12.45 u - 456 km: zijn reeds in België, enkele kilometer voor de wisselaar E 313 – E 314 en stoppen aan het kleine baanrestaurant voor het eten van een belegd stokbrood. Mijn bodywarmer (vest) hang ik aan mijn stoel omdat het te warm is. We zijn reeds voorbij de verkeerswisselaar als ik merk dat ik mijn vest vergeten ben met daarin mijn gsm en mijn bril. Even paniek. Bij de volgende afrit rijden we af de snelweg en keren terug. Het is wel even opletten aan de wisselaar dat ik op de goede snelweg terecht kom om dan vervolgens terug van de snelweg te rijden en terug te keren. Een 20-tal minuten later ben ik terug in het restaurant en blijkt dat de diensters mijn vest ik bewaring hebben gehouden.

14.40 u – 622 km: we zijn thuis.

We tanken vol (€ 0,759/liter) 41 liter voor € 31,14.

Eindstand kilometerteller: 64.776

Totaal afgelegd aantal kilometers: 3450 km (tegen 3500 km in 2002)

Totaal aantal kilometers heenreis: 1094 km

(tegen 1122 km in 2002 – reden toen even om langs de Romantische strasse)

Totaal aantal kilometers terugreis: 1117 km (vergisten ons twee keer van snelweg, moesten terugkeren om vergeten vest op te halen en overnachtten in Wurzburg) (tegen 1032 kmi n 2002)

Totaal aantal dagen: 18 dagen waarvan 4 dagen voor de heen en terugreis (tegen 16 dagen in 2002 waarvan 3 dagen voor de heen en terug reis)

Totaal aantal liters diesel verbruik( (vol bij start en aankomst): 179,33 liter

Totaal kostprijs diesel: € 138,28 (=5.578 Bef)

Gemiddeld verbruik: 5,20 liter per 100 km

Website van het hotel: www.schuetzenhof.at
e-mailadres van het hotel:info@schuetzenhof.at

29-08-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
28-08-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen





Kasteel van Werfen



28-08-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
19-03-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2003 deel 1

AntalyaTurkije

19 – 30 maart 2003

Wat vooraf ging

De laatste jaren maken we er een (onopzettelijke) gewoonte van om op reis te gaan op een tijdstip dat internationale gebeurtenissen de publieke opinie beroeren. Zo waren we in Leeuwarden (Nl) toen in Enschede de vuurwerkfabriek ontplofte; in de Vogezen (Fr) toen op 11 september 2001 de aanslag werd gepleegd op de WTC-torens in New-York, in Bretagne (Fr) toen Pim Fortuyn werd vermoord terwijl Jacques Chirac een overwinning behaalde op het extreem rechtse Front National (2002) en moesten we een eerste poging om naar Bretagne te gaan uitstellen omdat de wegen in Frankrijk geblokkeerd waren door stakende vrachtwagenchauffeurs (2000).

Onze reis naar Antalya Turkije hebben we geboekt op 21.11.2002. Toen was er nog geen sprake van of geen vermoeden dat er een tweede Golfoorlog op til was. Onze reis was nog niet goed geboekt of de Amerikaanse president Bush begon dreigende taal te spreken tegenover Saddam Hoesein. Hoe dichter de datum van de afreis (19 maart) naderde hoe meer het duidelijk werd dat een oorlog niet meer te vermijden was. Meer nog. Het werd als maar duidelijker dat het begin van de oorlog net na onze vertrekdatum zou vallen. Er zou geen twijfel geweest zijn over de veiligheid in Turkije ware het niet dat er sprake was dat dit land kans maakte betrokken partij in het conflict te worden door zijn luchtruim open te stellen voor de Amerikaanse gevechtsvliegtuigen. Op het laatste ogenblik besliste het Turkse parlement (zelfs tot tweemaal toe) hiervoor geen toestemming te geven. Dit punt van twijfel viel dus weg. Maar gerustgesteld waren we niet. Voor alle zekerheid nam ik enkele keren contact op met Jetair waar ik steeds hetzelfde stereotype antwoord te horen kreeg: in geval het risico te groot wordt zou de reisorganisatie voor een alternatief zorgen. Wel begreep ik dat in deze kwestie het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van doorslaggevende aard was. En het reisadvies op de website van het Ministerie (www.minbuza.be) was gunstig voor Turkije maar de laatste bijwerking ervan dateerde van 23.1.2003. Voor alle zekerheid verzond ik op zondagavond 16 maart nog een e-mail met de vraag om een bevestiging van het gunstig reisadvies. Aangezien we in de loop van maandag niets meer hoorden van het ministerie hadden we nagenoeg beslist niet te vertrekken en als alternatief naar Oostduinkerke te gaan (thuis blijven zagen we niet zitten). In dit geval zouden we dus wel het betaalde bedrag volledig verloren hebben. Op dinsdag 18 maart, de dag voor ons vertrek, liep om 12.20 u een bericht binnen, op mijn e-mail, van het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarin benadrukt werd wat het westen van Turkije, met inbegrip van Cappadocië, geen enkel probleem was om er naartoe te reizen. Binnen de vijf minuten beslisten we om toch maar te vertrekken. De drang om te gaan was te groot, te meer dat we wisten waar we zouden terechtkomen en de omgeving bij ons bekend was (In 2001 waren we reeds in hetzelfde hotel in Antalya). De valiezen stonden reeds enkele dagen klaar en ondanks onze twijfels hadden we ze niet leeggemaakt. Dus hadden we enkel nog wat laatste voorbereidingen te doen zodat we ’s anderendaags konden vertrekken.

Woensdag 19 maart 2003

We staan op om 5 u en om 6.30 u brengt Marijke ons naar het Sint-Pietersstation. De rechtstreekse trein naar de luchthaven vertrekt om 7.15 u. Om 8.15 u komen we aan in het station Zaventem – Nationale Luchthaven. Het station is gelegen onder de luchthavengebouwen. Tijdens de week is het zekerder met de trein te reizen om niet in een file terecht te komen en zo te laat op de luchthaven aan te komen. Eerst gaan we naar de balie van Jetair om het klassieke reistasje af te halen. Daar verwijst men ons tevens naar incheckbalie 1.8. Wij zijn, gezien het vroege uur (we moesten maar ten laatste om 9.15 u ter plaatse zijn), een van de eersten om in te checken. Men vraagt ons of we een plaats aan het venster willen hebben. Doordat we bij de eersten zijn hebben we de keuze. We krijgen de zetels 1 E en 1 F toegewezen, dit wil zeggen op de eerste rij. Wel hadden we ons afgevraagd of wij niet alleen zouden staan aanaanschuiven aan de incheckbalie maar na een kwartier is het reeds duidelijk dat het vliegtuig compleet vol zit.

Achter ons in de rij staat een Turks gezin waarvan enkel de man zal meereizen omdat zijn moeder erg ziek is. Zij woont in de buurt van Ankara. Waarschijnlijk omdat hij pas enkele dagen geleden een plaats op het vliegtuig zocht moest hij via Antalya vliegen en de rest van de reis met de autobus afleggen. De (jonge) Turkse vrouw praat honderd uit, in correct Nederlands, over het waarom haar man naar Turkije gaat en zij niet kan meegaan. Zij volgt nog avondlessen en ook door haar werk kan ze niet weg.

De rest van de passagiers zijn duidelijk allemaal Belgische toeristen.

Na het inchecken drinken we nog een koffie en eten een kleinigheid. De pascontrole en de veiligheidscontrole passeren we zonder problemen en we moeten nog even wachten in de wachtplaats aan de instapplaats aan kaai A 32. Ik ga nog vlug even naar het toilet, iets wat men liefst zo weinig mogelijk doet in het vliegtuig wegens de beperkingen. Terwijl ik in het toilet ben hoor ik via de oproepinstallatie reeds de melding dat de passagiers van ons vliegtuig mogen instappen. Het is dan 10.15 u. Ik had een toilet moeten gebruiken dat wat verder afgelegen was daar het nabij gelegen toilet niet toegankelijk was. De gang op het einde van de kaai was enkel toegankelijk voor de passagiers van het er vertrekkende vliegtuig. Toen bemerkte ik dat het vliegtuig als bestemming Atlanta (V.S.) had en om veiligheidsredenen (de op til zijnde oorlog in Irak) hadden enkel de passagiers van het vliegtuig toegang tot dit gedeelte van de kaai.

Ons vliegtuig is van het type 737, vrij klein, met 3 + 3 zetels op een rij. Het vertrek is voorzien om 10.45 u. Om 11.10 u komen we los van de grond. We zitten op de eerste rij waardoor we wat meer beenruimte hebben en ook de klaptafeltjes zitten iets ruimer (die komen uit de armleuning i.p.v. dat ze gehecht zijn aan de voorgaande stoel). Het weer is goed, er zijn wolken en de temperatuur is ca 13 graden. Er hangt  een lichte nevel boven de grond maar we kunnen volop het landschap zien en dit tot we ver voorbij de Alpen zijn.

Op de stoel naast Lea zit een praatgrage jonge vrouw die blijkbaar met een vriendin op reis is. Haar bestemming is eveneens Antalya maar blijft daar slechts enkele dagen want op zondag keert ze terug naar huis. Door het praten verkort voor Lea de vliegtijd (zij is nog altijd niet heel gerust in het vliegen).

Om 12.15 u (E.T. = Europese Tijd) of 13.15 u T.T. (Turkse Tijd) vliegen we over de besneeuwde toppen van de Alpen.

Ca. om 15.30 u (plaatselijke tijd) landen we, na een vlucht van ca 3.45 u, op de luchthaven van Antalya na eerst nog even over de Middellandse Zee te hebben gevlogen om de juiste aanvliegroute de vinden. Bij onze vorige reis naar Antalya was het reeds donker bij de landing (het was februari en we waren enkele uren later vertrokken). Zonder problemen pikken we onze valiezen van de rolband en kopen we een visum (€ 10 per persoon) voor Turkije. Dit is echter een loutere financiële kwestie en heeft weinig te zien met veiligheid of controle op het binnenkomen van het land. Vervolgens passeren we de pascontrole. Aan de uitgang van de luchthaven treffen we de hostesses van Jetair aan die ons naar het busje, iets verderop, verwijzen. Voor ons is dit niet nieuw. Het kleine busje is een must want grote bussen kunnen niet binnen in Kaleici, het oude stadsdeel van Antalya, wegens de zeer smalle straatjes. In het busje zitten drie koppels, ons inbegrepen. Een koppel zal verblijven in een ander hotel in Kaleici en het andere koppel in hetzelfde hotel als wij. Onderweg vertellen we al het een en ander over het hotel en onze ervaring van twee jaar geleden. Het is ca 17 u als we in het hotel aankomen, van de luchthaven naar het hotel is het maar 15 minuten rijden. Ook het inchecken in het hotel is niet nieuw voor ons. We krijgen de kamer Sinan Pasa toegewezen (de kamers hebben hier gaan nummers maar namen van pasja’s of haremvrouwen) De pasa-kamers zijn ruimer en beschikken over een jaccuzzibad (wel bij te betalen bij de boeking). De ervaring van twee jaar geleden had ons geleerd dat het beter is op te leggen voor een kamer met jaccuzzibad, niet zozeer voor het bad zelf maar voor de ruimere kamers. Tevens krijgen we een kaartje (soort van bankkaart) waarmee de dranken en andere extra’s in het hotel kunnen betaald worden. Een personeelslid draagt onze valiezen naar boven en dit is nog best ook want samen wegen ze 33 kg (normaal mogen ze 15 kg wegen per persoon, dus hadden we 3 kg teveel mee, maar op enkele kilo’s wordt er niet gekeken). Bij de terugvlucht mag men 20 kg per persoon meenemen, kwestie van de commercie wat te bevorderen. MNG, waarmee we vlogen, is trouwens een Turkse luchtvaartmaatschappij. Het drinkgeld voor het dragen van de valiezen kunnen we pas de volgende dag geven want we hebben geen muntstukken in Euro bij en moeten we nog Turkse Lira’s wisselen. Onze kamer is gelegen in de achterbouw van het hotel dat bestaat uit een drietal Ottomaanse huizen die prachtig gerestaureerd zijn. Uit het raam van onze kamer kijken we uit op een stemmig binnenkoertje. In de kamer ligt een plankenvloer, zijn er twee ingemaakte kleerkasten, is er airconditioning , een kleine TV met een Nederlands-Vlaamse satellietzender, enkele Franstalige en Duitstalige zenders naast de Turkse zenders.

Nadat we het jaccuzzibad hebben uitgeprobeerd gaan we eten. Alles is in buffetvorm (soep, voorgerechten, hoofdgerechten en nagerechten). Het andere koppel, dat samen met ons is aangekomen en afkomstig is uit Lokeren, zitten bij ons aan tafel. Al vlug leren we hen wat beter kennen en blijkt dat hun commentaren niet zo bevorderlijk zijn voor een goed en prettig verloop van de vakantie. Daarom zullen we stilaan de volgende dagen vermijden met hen nog aan dezelfde tafel te zitten.

Het is 23 u wanneer we gaan slapen.

Donderdag 20 maart 2003

Ik word wakker om kwart voor vijf door de oproep voor het gebed door de moëzins van de omliggende minaretten (in een stad als Antalya zijn er heel wat). We dommelen nog wat in en na het nemen van een bad gaan we om 7.30 u ontbijten. Ook het ontbijt wordt in buffetvorm gepresenteerd. Van andere landgenoten, het hotel is nagenoeg volgeboekt door Belgen en enkele Nederlanders, vernemen we dat de oorlog in Irak is begonnen. Wanneer ik op zoek ben naar de boter en dit nogal luid aan Lea vraag  word ik geholpen door een vriendelijke dame. Wanneer ik haar goed bekijk bemerk ik dat ik haar ken. Ik vraag haar of ze de echtgenote is van gewezen collega Roger De Caluwè waarmee ik vroeger nog samen in het bestuur was van de politievakbond “De Politieverbroedering Gent”. Ik krijg van haar een bevestigend antwoord en een paar ogenblikken later zie ik ook Roger. Het was jaren geleden dat ik hem nog zag en uitgerekend hier, enkele duizend kilometer van huis, lopen we mekaar tegen het lijf. Nadat we ontbeten hebben komt Roger wat bij ons zitten en worden er oude en nieuwe koeien uit de gracht gehaald. In de loop van de week zullen we herhaalde malen korte gesprekken voeren, ook met het koppel waarmee ze samen op reis zijn. Tevens blijkt dat ze reeds op zondag zijn aangekomen en dat we op dezelfde dag naar huis gaan.

Na het ontbijt wandelen we tot aan de haven om te genieten van het uitzicht op de baai van Antalya en het Taurusgebergte.

Om 10.30 u hebben de nieuw aangekomen gasten een afspraak met de hostess van Jetair die wat uitleg geeft over de omgeving en de gebruiken. Wij zijn ook aanwezig alhoewel de uitleg voor ons niet meer hoeft. Wat voor ons “nieuw” is is het groot winkelcentrum dat volgens de hostess zou gelegen zijn achter het Antalyamuseum en ook nog een tweede haventje. Later zullen we beseffen dat er iets mis is met het orientatievermogen van de hostess (zie verder).

Vervolgens gebruiken we het (meestal sobere) middagmaal dat, als uitzondering tegenover de andere maaltijden, wordt opgediend. Daarna genieten we op de kamer van wat platte rust. Na een uurtje gaan we naar de markt die voor ons niet moeilijk te vinden is omdat we er twee jaar geleden ook verschillende keren waren. We kopen er enkel kiwi’s. In het terugkeren kopen we in een kleine zelfbedieningzaak enkele boodschappen. Eerst laten we de gekochte spullen in het hotel achter en gaan vervolgens, in de buurt van de geribde of gekartelde minaret, naar een postkantoortje (eigenlijk is het een container van het model dat ook door de politie en andere openbare diensten her en der wordt gebruikt). Gisteren heb ik aan de receptie van het hotel wat Euro’s omgewisseld in Turkse Lira’s. De gangbare koers van het hotel was blijkbaar niet onderhevig aan de beursschommelingen van de dag want steevast krijgt men 1.500.000 T.L. voor één Euro, daar waar de dagwaarde veel hoger staat. In het postkantoortje (bemand met slechts één personeelslid) volgt men de officiële koers en krijg ik 1.780.000 T.L. voor één Euro. Van anderen vernam ik dat de wisselkantoren op de luchthaven nog harder sjoemelen. Daar kreeg men slechts 1.450.000 T.L. voor één Euro.

Niet ver af van de postcontainer doen we een terrasje met zicht op de oude haven van Antalya (enkel pleziervaart). De zon schijnt, het is ca 15 graden, maar er staat een frisse bries. Beschut tegen de wind genieten we van de prachtige zonsondergang wanneer de zon stilaan achter het Taurusgebergte wegzakt. Eens de zon achter de met sneeuw bedekte bergtoppen is verscholen koelt het flink af en is het tijd om naar het hotel terug te wandelen. Onder weg naar het hotel (amper 5 minuten ver ) lopen we enkele winkeltjes van tapijten binnen, we zijn namelijk op zoek naar enkele kleine tapijtjes om op salontafeltjes te leggen, maar we vinden onze goesting en de gepaste maat niet. Het is trouwens nog veel te vroeg om iets te kopen.

Na het bubbelbad gaan we eten. Het (opdringerige) koppel uit Lokeren heeft een tafel weten te bemachtigen aan de brandende open haard en heeft voor ons een plaats voorbehouden (wat hen niet gevraagd was). Voor ons is het er iets te warm.

Om 23 u gaan we slapen.

Vrijdag 21 maart 2003

Na gewekt te zijn door de moëzin om kwart voor vijf dommel ik terug in. Om 7 u sta ik op en maak na het bad een wandeling in de omgeving van het hotel in de nog verlaten oude stad Kaleici. Dit is meestal het beste moment om eens rustig de omgeving te bekijken. Kaleici kan men best vergelijken met de Gentse Patershol. Op dit ogenblik staan nog heel wat oude huizen te vervallen en is er nog heel wat restauratiewerk aan de winkel. Kaleici is onlangs (zoals onze Gentse begijnhoven) door de UNESCO beschermd als werelderfgoed. Enkele ongepaste betonkolossen die er niet thuis horen zullen plaats moeten ruimen. Ik heb het vermoeden dat wanneer je over 10 jaar Kaleici zal bezoeken je een heel ander beeld zal krijgen van dit oude Antalyastadsdeel.

Na het ontbijt, om 8 u, maken we samen een wandeling in Kaleici en het aanpalende stadspark. Vanop een zitbank aan de kustlijn heb je een mooi uitzicht op de baai van Antalya met op de achtergrond de besneeuwde bergtoppen van het Taurusgebergte. De temperatuur voelt goed aan, het is ca 15 graden en weinig wind.

Voor de rest van de voormiddag blijven we op de koer van het hotel van de zon genieten (dit is het beste moment van de dag om hier te zonnen) en wachten er op de hostess van Jetair. Met haar maken we een afspraak om een uitstap te doen naar Phaselis en Myra en betalen die ook meteen (in promotie € 26). Voor de andere uitstappen kunnen we later nog een afspraak maken.

Vandaag zijn we het koppel uit Lokeren nog niet kwijt en zitten we noodgedwongen naast hen aan tafel voor het middageten. Het slaatje wordt door hen prompt afgewezen omdat er komkommers in verwerkt zijn. Zo gaat het nog enkele dagen door. Meer dan vijftig procent van de groenten en andere gerechten lusten ze niet, ... en klagen dan dat er te weinig keuze is.

Daar na het middagmaal onze kamer nog niet klaargemaakt is gaan we op zoek naar het door de hostess gesignaleerde tweede haventje. Ik had al mijn twijfels wanneer ze op een plannetje een bebouwd stadsdeel aanduidde waar zich het haventje zou bevinden. Te vergeefs zoeken we de ganse buurt af en moeten dan tot het besluit komen dat de hostess één en dezelfde haven heeft gezien ... maar van uit twee verschillende richtingen, wat een totaal ander beeld geeft.

Tijdens onze zoektocht maken we kennis met het drukke verkeer in de moderne stad. Iets wat men in Turkije blijkbaar niet kan is degelijke trottoirs aanleggen. Alle soorten tegels en bestratingen worden er door elkaar gebruikt en soms op een ongelukkige manier met mekaar verbonden. Reeds bij onze eerste kennismaking, twee jaar geleden, was het ons opgevallen dat de trottoirs vrij hoog zijn wat het opstappen er niet gemakkelijker op maakt.

Omdat we het tweede haventje toch niet vinden stappen we in de richting van het enige echte haventje om een boottocht te maken. Onderweg kunnen we aan de verleiding niet weerstaan en lopen een tapijtwinkeltje binnen. Eens binnen begint de Turkse nationale sport: het afbieden. Het tapijt dat we op het oog hebben kost aanvankelijk € 250 (10.000 Bef) en na lang afbieden komen we tot de helft van de prijs of € 125. Ook van een kleiner tapijtje kunnen we 50 % afbieden (eerst € 30) en betalen € 15. Na het afsluiten van de koop schrijft de verkoper ons een certificaat uit, men is hier nogal vrijgevig met dergelijke certificaten, en drinken we samen met hem een appelthee. Uit het gesprek dat we voeren onder het drinken van de thee weerklinkt de bezorgdheid voor de toekomst van de toeristeneconomie wegens de oorlog in Irak. Men hoopt er vurig dat niet al te veel toeristen zich zullen laten afschrikken door de gebeurtenissen in het naburig land. Wanneer we na driekwartier onderhandelen en praten de winkel verlaten krijgen we nog van de verkoper een (goedkope) kussensloop ten geschenke. Ik alleen breng de aangekochte spullen naar de kamer en keer dan terug bij Lea die inmiddels aan het haventje is aangekomen. Het is echter reeds te laat om een boottocht te maken. Wel winnen we informatie in voor een tocht naar de lagere Duddenwaterval (de hogere bezochten we tijdens onze eerste reis naar Turkije). Een boottocht in die richting kost € 20 per persoon maar de schipper doet er € 10 af voor twee personen (dus samen € 30). Daar we vandaag toch niet gaan varen bieden we niet af maar zijn vast van plan een volgende keer af te bieden tot € 10 per persoon.

Wanneer we die avond het restaurant binnenkomen zit dit reeds behoorlijk vol. Ook enkele groepen van de plaatselijke bevolking genieten van een etentje. Later zal ik vernemen dat vandaag het Islamitische nieuwjaar begint. De baas van het hotel komt ons tijdens de maaltijd vertellen dat er die avond een buikdanseres komt optreden. Wij twijfelen er aan of hij dit meent of dat hij dit slechts voor de grap zegt. We zullen we zien. Na het avondmaal gaan we naar onze kamer die boven een deel van het restaurant is gelegen. Na een half uur horen we onder onze kamer luide oriëntaalse muziek. Het was dan toch waar van die buikdanseres. Al vlug zijn we terug in het restaurant en bekijken het spektakel.

Om 23 u gaan we slapen.

Zie verder deel 2

19-03-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)
18-03-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2003 deel 2

Deel 2

Zaterdag 22 maart 2003

Opstaan om 7 u en ontbijten om 8 u. We vragen aan de receptioniste van het hotel naar de kortste weg naar een halte van een dolmus. Een dolmus is een klein busje (max. 15 personen) die een vast parcours volgt, enkele vaste stopplaatsen heeft die aangeduid zijn doormiddel van een groot bord met daarop een D en die men kan doen stoppen door gewoon de hand op te steken of door aan de chauffeur te kennen te geven dat men wil uitstappen. De vaste prijs bedraagt 750.000 T.L. per persoon. Eerst stapt men in en wanneer men achteraan zit geeft men gewoon het geld aan diegene die voor je zit tot het bij de chauffeur komt. Moet er teruggegeven worden dan volgt het geld de omgekeerde weg. Het is de bedoeling dat we vandaag eens het busstation van Antalya gaan bekijken. Aan de Adrianuspoort (een poort uit de Romeinse periode) steken we de Ataturk Caddesi (Ataturklaan) over en blijven langs de rechterkant van de moskee aan de overkant. Even verder staat een moderne bulding die de naam draagt “Antalya 2000”. Net voor dit gebouw slaan we links af en komen 100 meter verder aan de halteplaats voor dolmussen. We stappen de eerste de beste dolmus in na aan de chauffeur gevraagd te hebben of hij naar de “otocar terminali” (autobusstation) rijdt. Hij knikt bevestigend. Weinig van die dolmuschauffeurs kennen een andere taal dan het Turks maar met enkele woorden Engels kan je je wel behelpen. Het dolmusbusje rijdt kriskras door de stad. Antalya is een miljoenenstad en bestaat, naast het kleinere oude stadsdeel Kaleici, uit een groter modern gedeelte met appartementsblokken. In het begin van de trip zijn het allemaal luxeflats maar hoe meer men staduitwaarts rijdt hoe minder luxueus de gebouwen worden. Uiteindelijk belanden we in de armoedige wijken die bestaan uit huisjes gebouwd met allerhande materialen. Is het comfort van deze kadukkelijke bouwwerkjes zeer aan de lage kant, eten is er hier niet te kort. We rijden zelfs een markt voorbij die druk bezocht wordt. De wegen zijn nog onverhard en zullen waarschijnlijk bij regenweer (het kan hier zeer fel regenen) in modderpoelen herschapen worden.

Uiteindelijk komen we volledig buiten de stad aan het autobusstation terecht. We stappen echter enkele honderden meters te vroeg uit zodat we aan de in- en uitritpoort van de bussen staan. Een bewaker verwijst ons naar een groot gebouw even verderop maar schijnt voor de rest geen woord Engels te kennen. Het busstation is een hypermodern gebouw. Van daar vertrekken bussen naar al de grote steden van Turkije. De bussen worden uitgebaat door reisagentschappen die elk een balie hebben in de grote hall van het station. Bij het binnenkomen moeten we door een detectorpoort waarnaast een privè-bewakingsagent staat. De veiligheidsmaatregelen zijn duidelijk verscherpt sinds het begin van de oorlog in Irak. In het station lopen twee militairen (met witte gordel en beenkappen) te patrouilleren. Maar voor de rest brengt dit geen ongemakken te weeg en worden we vriendelijk en correct behandeld. Volgens geruchten zou Turkije binnengevallen zijn in het Koerdische deel van Irak maar dit bericht blijkt achteraf niet te kloppen. Na ons bezoek aan het busstation nemen we een dolmus die ons terugbrengt naar de Ataturklaan. We komen er aan om 11.45 u en moeten nog twee minuten lopen tot aan het hotel.

Na het middageten en een korte rustpauze op de kamer gaan we naar de haven om een boottocht te maken. Voor een tocht naar de Duddenwaterval vraagt men ons € 25 per persoon (na afbieden). Dit is ons te veel. Vooral hier aan het haventje laat de oorlog in Irak zich al voelen want volgens de mensen die de pleziervaarten uitbaten zijn er reeds minder toeristen dan normaal. Overal staan de televisietoestellen aan en volgt men het nieuws van de oorlog op de voet. Uiteindelijk nemen we een boottocht langsheen de kust in westelijke richting. Dit kost € 10 voor 2 personen. De boot vaart langsheen de grillige rotskust tot aan het museum. Daar begint het keienstrand dat een lengte heeft van 8 km. Eens terug doen we een terrasje aan van een duur restaurant, gelegen tegen de vestingmuur en boven de haven uitkijkend. We gebruiken er 2 gini’s, 2 appelthee’s en een bordje baklava (samen 34 milj. T.L.). Baklava is een typisch Turks nagerecht dat alle soorten van vormen kan aannemen maar steeds bestaat uit bladerdeeg gedrenkt in een honingsaus. Vooraleer we naar het hotel gaan maken we nog een korte wandeling waarbij we merken dat het vrij fris is.

Die avond zitten we niet meer bij Emma en ‘petoeke’ aan tafel maar naast een ander koppel. Zij is weduwe en hij is weduwnaar. Uit het geprek dat volgt blijkt dat de vrouw, die een jaar ouder is dan ons, op hetzelfde moment naar de verpleegsterschool ging van het U.Z. toen Lea er ook ging. Toch kunnen beiden zich elkaar niet meer herinneren.

Reeds om 21 u doen we die avond het licht uit.

Zondag 23 maart 2003

Ik sta op om 05.30 u nadat ik me laten wekken heb door de receptie. Na het bad doe ik een wandelingetje in de buurt van het hotel terwijl Lea zich klaar maakt. Om 06.30 u ben ik terug op de kamer en gaan we om 06.45 u eten. Normaal kan men slechts ontbijten vanaf 07.30 u maar in uitzonderlijke gevallen kan het ook vroeger. De pannenkoeken die door de kok worden gebakken zijn er dan wel nog niet maar er is voldoende ander brood en toespijs aanwezig. Omdat we niet wisten of er bij de uitstap, die we vandaag doen, eten inbegrepen was, hadden we een lunchpakket gevraagd maar achteraf bleek dit niet nodig te zijn.

Stipt om 07.35 u (zoals voorzien) stopt het busje van Jetair voor de poort van het hotel. Met dit busje rijden we naar een rendez-vouspunt tegen Kemer. Met een grote bus kan men niet binnen in Kaleici wegens de smalle straatjes. In de buurt van Kemer stappen we (een achttal personen) over op de grote bus die reeds meer dan de helft gevuld is met logés die in Kiriş verblijven. We volgen de kustweg verder in de richting van Finike en bezoeken eerst de ruïnes van het Romeinse stadje Phaselis. De hoofdstraat is nog duidelijk zichtbaar. Het theater kan plaats bieden aan ca 3000 personen. De (Nederlandstalige) gids, die ook onze twee volgende uitstappen zal begeleiden, wijst erop dat dit geen amfitheater is, zoals meestal verkeerdelijk gezegd wordt tegen een theater in halve cirkelvorm. Een amfitheater is net het tegenovergestelde, namelijk een volledig rond theater. De rijbaan van de hoofdweg ligt duidelijk veel lager dan het trottoir. Op mijn vraag wat de reden hiervoor is, krijg ik geen duidelijk antwoord. In sommige kamers zie je nog de ronde pilaren waarop de vloer rustte en waaronder de warme lucht circuleerde van de vloerverwarming. Het gymnasium lag in de buurt van een van de drie havens die het stadje telt. In het gymnasium werd aan sport gedaan. Het woord “gymne” wil zeggen “naakt” omdat men er naakt trainde.

Om 10.10 u verlaten we Phaselis. De zon schijnt volop en de temperatuur is zacht. Terwijl we verder in de richting van Finike rijden geeft de gids volgende cijfers over Turkije. Het land heeft 70 miljoen inwoners waarvan ca 20 miljoen in de drie grootste steden wonen (Istamboel: 10 milj., Ankara: 5 milj. en Izmir 3,5 a 4 milj.). Het juiste aantal inwoners kent men niet omdat de volkstelling nogal gebrekkig verloopt. Deze wordt op één bepaalde dag gehouden en dan moet iedereen thuis blijven tot de teller is langs geweest. De eerste volkstelling werd gehouden in 1926. Toen telde Turkije slechts 13.650.000 inwoners. 75 % van de bevolking woont in de steden en 25 % op het platteland. Het land telt 81 provincies waaronder Antalya waarvan de stad Antalya de hoofdstad is. In 1923 werd Ankara de hoofdstad van het land in plaats van Istamboel. Ataturk (Moustafa Kemal) voerde de strikte scheiding tussen godsdienst en staat in. De hoogste berg van het land is de Arrarad met zijn 5165 meter. Men noemt hem ook de heilige berg omdat volgens de overlevering er de ark van Noë strandde. Turkije heeft een kust met een lengte van 8330 km. Het land is 1600 km breed en 550 km van noord naar zuid. Het Europese deel noemt men Tracië (3%) en het Aziatische deel noemt men Anatolië (97%). De gids vertelt verder dat er in het zuidoosten ieder jaar een aantal doden vallen wegens de hitte, niet door de hitte rechtstreeks maar omdat men daar slaapt boven op het platte dak en om dat er nu en dan iemand naar beneden valt in zijn slaap.

Terwijl we in Phaselis rondkeken vroeg de gids ons hoe er in ons land gedacht werd over de oorlogssituatie en de veiligheid in Turkije. Nadrukkelijk zegt hij ons dat er in Turkije geen enkel probleem is. Uit dit alles blijkt de bezorgdheid voor de toeristische industrie die een van de voornaamste inkomsten is in dit (westelijk) deel van Turkije.

Even voor Finike houden we een sanitaire stop aan een rudimentair gebouwtje waar er van alles verkocht wordt en er iets kan gedronken worden (naast de thee ook vers geperst appelsien- en granaatappelsap). De toiletten zijn uitermate verzorgd, iets wat nog zeldzaam is in dit land (De mannentoiletten zijn dikwijls nog van het Franse type). Maar hier zullen de talrijke toeristenbussen voor iets tussen zitten. De stopplaats ligt op een hoogte en beneden, in de richting van de zee, zien we honderden, met plastiek afgedekte, serres met tomaten.

Enkele kilometers voorbij de stopplaats rijden we, tot aan onze eindbestemming, over een bochtrijke weg vlak naast de zee. Een spektakel op zichzelf. Uiteindelijk komen we aan in het plaatsje Demre. Vroeger noemde dit Myra. Het is de plaats waar Sint-Nikolaas leefde en overleed. Hij was er bisschop. Eerst brengen we een bezoek aan de ruïnes van het theater met ernaast een in de bergwand uitgehouwen dodenstad. Op een van de nabijgelegen rotsen zit een nauwelijks zichtbare kameleon. Hij blijft lang genoeg stilzitten om hem vast te kunnen leggen op de videofilm.

Daarna brengen we een bezoek aan de kerk waar Sint-Nikolaas werd begraven. De kerk (kilise) wordt tegen de regen beschermd door een overspanning. Op het deksel van de grafzerk waarin de heilige werd begraven zijn twee personen afgebeeld en is vermoedelijk afkomstig van een andere zerk.

Onmiddellijk naast de site is het restaurant gelegen waar we het middagmaal gebruiken. Tijdens het eetmaal verdwijnt de zon achter de wolken en dit zal zo blijven tot aan de avond.

Na het eten lopen we nog even door de weinige straten die Myra (Demre) telt en laat ik mijn schoenen poetsen door een professionele schoenpoetser. Vooraf vraag ik de prijs. Die bedraagt € 1. Voor mij is een kelner van een restaurant uit de buurt aan de beurt die na afloop op een nogal heimelijke manier een geldbiljet in de hand stopt van de schoenpoetser. Hieruit denk ik te mogen besluiten dat de poetser twee tarieven hanteert, één voor de plaatselijke bevolking en een duurder tarief voor de toeristen. Maar klagen mocht ik niet want achteraf hoorde ik dat iemand in Antalya € 5 (ca 200 fr) betaalde voor een poetsbeurt. Eerst wrijft de man rijkelijk de schoenen in met zwart schoenvet en blinkt die daarna op doormiddel van een borstel. Vervolgens smeert hij er nog een laagje boenwas op die opgeblonken worden doormiddel van een lap. Drie dagen heb ik mijn schoenen niet meer moeten poetsen, zo goed waren ze onder handen genomen.

Ondertussen was Lea stilaan in de richting van de bus gegaan en ziet aan een geïmproviseerd stalletje een reeks borden waarop op een daarvan mijn foto staat. Ik had gezien dat er tijdens ons bezoek aan het theater een man foto’s aan het nemen was. Onder de maaltijd waren die ontwikkeld en op een bord gekleefd. Het bord kost € 5.

Om 15.15 u vertrekken we terug naar Antalya alwaar we omstreeks 18 u aankomen.

De rest van de avond verloopt zoals gewoonlijk.

Daar er sprake van was dat de Turkse troepen Irak waren binnengevallen vroeg ik in de loop van de dag uitleg aan de gids. Hij benadrukt dat het bericht onjuist is. Wel zijn er reeds geruime tijd troepen van Turkije aanwezig in Noord-Irak om er de vluchtelingen te helpen. ’s Avonds meldt de TV dat de V.S. zijn troepen terugtrekt uit Turkije en dat ze dit land waarschuwen voor een eventuele inval in de streek van de Koerden.

Volgens sommige mensen die werkzaam zijn in de toeristische sector zou nu al het toerisme met 50 % verminderd zijn. Wanneer is ’s avonds eens goed rondkijk in het restaurant van ons hotel Alp Pasa dan bemerk ik dat dit volledig is bezet. Zoals gewoonlijk wordt waarschijnlijk alles wat overdreven en zal de vermindering pas goed voelbaar worden wanneer de oorlog te lang duurt.

Maandag 24 maart 2003

Opgestaan om 7 u. Ontbijten om 8 u. Na het ontbijt gaan we kiwi’s kopen op de markt. Het is vrij fris weer en rond de middag zal het amper 9 graden worden (door de frisse wind en een lichte bewolking). Voor Marijke kopen we een paar oorringen in een winkeltje van een van de straatjes die uitkomen op de Ataturklaan. Daarna gaat het terug naar het hotel alwaar we de komst afwachten van de hostess van Jetair. Ik had ondertussen, via de receptie, een nota van haar gekregen dat ze zich vergist had en ik enkele euro’s te weinig betaald had voor de uitstap naar Myra. Meteen maken we een afspraak voor nog twee uitstappen. Voor de uitstap van Perge – Aspendos – Side betalen we 2 x € 39 en voor de uitstap “Typisch Turkije” 2 x € 24.

Tijdens het middageten blijven we nog een hele tijd praten met Roger De Caluwè waarna we nog een kort dutje doen op de kamer.

Op de Ataturklaan nemen we de tram naar het eindstation dat gelegen is ter hoogte van het museum. De prijs voor een rit is wel iets duurder geworden sinds twee jaar geleden. Nu kost de tram 500.000 T.L. per persoon. Wij willen het groot winkelcentrum bezoeken waarvan de hostess eerder had gesproken. Aangezien we enige twijfels hebben over  haar oriëntatievermogen vragen we de weg aan de receptioniste. Blijkt dat dit winkelcentrum niet onmiddellijk achter het museum ligt maar wel ca 5 km verderop. Aan het eindstation van de tram nemen we een dolmus. Terwijl we naar deze staan te wachten wil een jongen ons enkele ringbroodjes met sesamzaad aansmeren. Hij blijft aandringen tot wanneer aan de overkant er een politiepatrouille op de moto voorbij komt en luid claxonneert. Ze maken hem duidelijk dat hij moest ophoepelen. Hier rijden de meeste motorpatrouilles van de politie met twee man op een moto.

Het winkelcentrum MIGROS is een zeer modern en luxueus complex. Ook hier worden we aan de ingang afgetast doormiddel van een elektronisch toestel. Wanneer ik even later aan het filmen ben word ik er door een veiligheidsagent op gewezen dat hier niet mag gefilmd worden. De vraag is: waarom ? Ik stel de vraag, later op de week, aan onze gids tijdens een van de uitstappen. Ook die vindt het al te gek dat hier niet mag gefilmd worden. In een van de winkeltjes koopt Lea nog enkele oorringen voor Marijke en voor haar wat haarspelden. Verder drinken we er een koffie en een cola. Wanneer we het winkelcentrum verlaten krijgen we terug dezelfde controle alhoewel ik mij afvraag wat voor zin dit heeft wanneer men een gebouw verlaat.

De avond verloopt zoals gewoonlijk.

Dinsdag 25 maart 2003

Ik sta op om 6 u en voel een lichte verkoudheid. We vertrekken om 8.35 u met het busje van Jetair naar de verzamelplaats om er over te stappen op een grote bus. Het is fris en er staat een flinke bries.

In Perge bezoeken we de ruïnes van de stad. Je krijgt er een goed beeld van het grondplan. De meeste zuilen en muren bestaan uit marmer. Turkije is trouwens het land van de marmer (vandaar de plaatsnaam Marmara). Ook hier is gemakkelijk de hoofdstraat terug te vinden. Naast de stad ligt het stadion dat ca 250 meter lang is. Blijkbaar hebben vroegere bezoekers-archeologen hier hun best gedaan want heel wat beelden en stenen voorwerpen van hier zijn terug te vinden in musea in Parijs, Londen en Antalya. De stad bestaat uit een Grieks en een Romeins deel.

Vervolgens rijden we naar Aspendos voor een bezoek aan een van de best bewaarde theaters. Het is nog nagenoeg volledig intact, ook de toneelmuur. De meeste toneelmuren van andere theaters zijn omvergevallen. Tijdens de twee zomermaanden worden hier nog concerten en voorstellingen gegeven. Het theater biedt plaats aan 25.000 mensen.

Net voor de ingang word ik aangesproken door een plaatselijk bewoner die mij zeer oude munten te koop aanbiedt. De prijs is vrij laag, op een bepaald ogenblik vraagt hij voor een viertal munten slechts € 5. Ik wantrouw de man want volgens mij zijn er twee mogelijkheden: 1) het zijn echte antieke munten en bij het buiten het land brengen krijg je problemen daar het in Turkije ten strengste verboden is antieke voorwerpen uit te voeren. 2) het is waarheidsgetrouwe namaak. Wanneer ik moet gissen dan denk ik eerder in de richting van namaak want de man had teveel munten bij zich om geloofwaardig te zijn.

Niet ver van het theater gebruiken we het middagmaal (prijs niet inbegrepen).

Vervolgens rijden naar de ruïne van Side. Dit is het minst interessantste deel van de uitstap. Buiten de ruïne heeft Side een lange hoofdstraat en talrijke zijstraatjes met wel honderden winkeltjes voorzien van prularia. Aan de zee zijn er enkele mooie restaurants en bevindt er zich een deel van een Grieks gebouw dat nog overeind staat. Side is ook bekend als toeristische verblijfplaats maar de hotels liggen op ongeveer 8 km hier vandaan.

Omstreeks 16 u zakken we af naar het hotel en stoppen nog een korte tijd aan een fabriek van suikerwaren. Men verkoopt er het zogenaamd Turks fruit. Het is moeilijk om hier voorbij te gaan zonder eens te proeven.

Om 18 u zijn we terug in het hotel en de rest van de avond verloopt zoals gewoonlijk.

Woensdag 26 maart 2003

Om 7 u gaan we ontbijten en om 7.50 u vertrekken we op de uitstap “Typisch Turkije” (de gids spreekt liever van “Land en Volk”). Terug hetzelfde stramien: opgehaald worden door het kleine busje, enkele hotels aandoen om anderen op te halen (onder andere onze gids aan het hotel Talya) en dan naar de verzamelplaats te Kiriş om daar over te stappen op de grote bus. Deze bus zit nagenoeg vol. We volgen een ganse tijd dezelfde route als die om naar Myra te rijden en stoppen aan dezelfde halteplaats. Na de sanitaire stop slaan we rechts af, het Taurusgebergte in. In een klein dorpje brengen we een bezoek aan de moskee. Het is een van de weinige moskees die langs de binnenzijde zo mooi versierd is met motieven (menselijke afbeeldingen zijn niet toegelaten in de Islam). Links van de poort staat een marmeren tafel. Hierop wordt bij een begrafenisplechtigheid het lijk gelegd. In de Islamitische ritus is het niet toegelaten overledenen in de moskee binnen te brengen. Niettegenstaande de gids duidelijk heeft uitgelegd hoe men moet te werk gaan om de schoenen aan de poort van de moskee uit te trekken zijn er toch enkel onverlaten die het niet gevat hebben. De schoenen moeten uitgedaan worden voor de mat aan de ingang en dan stapt men met de ongeschoeide voeten op de mat. Vervolgens neemt men zijn schoenen op en zet men die op een daarvoor bestemd boord. Bij het binnengaan houden de westerse toeristen zich meestal aan de regels maar bij het buitenkomen worden de schoenen aangetrokken wanneer men nog op de mat staat.

Ondertussen giet de zon meer en meer haar warme zonnestralen over ons heen.

Even verder bereiken we het dorpje Gökbük. Enkele honderden meters voor het dorp moet de bus achterblijven omdat de straatjes er te smal zijn. Te voet gaan we (bergaf) door het dorpje tot aan de school. De schooltijd is net afgelopen en we komen de kinderen tegen op weg naar huis. Lea (en ook enkele anderen) hadden voor deze gelegenheid wat snoep gekocht. Maar dit keer was het geen overrompeling zoals twee jaar geleden. De reden was niet ver te zoeken. De onderwijzer stond van ver zijn kornuiten gade te slaan. De enige klas van het schooltje is op de bovenverdieping van het gebouwtje gelegen en is vrij primitief ingericht (een beetje zoals hier de klassen 60 – 70 jaar geleden. De onderwijzer geeft les aan 5 studiejaren te gelijk en is bovendien nog directeur. Booitshoeke in de Westhoek had destijds ook zo’n schooltje met slechts één leraar – directeur. De kinderen dragen allemaal een helblauw uniform dat door de ouders zelf moet bekostigd worden. Ook de boeken moeten ze kopen. Ingeval de ouders dit financieel niet aankunnen is er nog het oudercomité dat kan bijspringen. Buiten de klas is er op het verdiep nog een ruime plaats die waarschijnlijk bij regenweer als speelplaats gebruikt wordt. Het derde lokaal is het bureau van de leraar – directeur dat even groot is als de klas. Nadat men in Turkije het middelbaar achter de rug heeft kan men een door de staat ingericht examen afleggen en diegenen die slagen mogen studeren aan de universiteit. Dit examen schijnt een zeer ernstige zaak te zijn want het personeel van de drukkerij waar de vragen gedrukt worden, wordt gedurende de tijd tussen het drukken en het einde van het examen, opgesloten en mag geen contact hebben met gelijk wie dan ook, ook hun familie niet. Spieken is dus uitgesloten.

Na het verlaten van het schooltje bezoeken we een kerkhof. Op sommige graven wordt nog gebruik gemaakt van de Islamjaartelling. De overledenen worden in het lijkhuisje gewassen en in een wit doek gewikkeld. In afwachting van de begrafenis worden ze nog tijdelijk in een kist gelegd maar het begraven zelf gebeurt enkel in het doek. Ze worden half op hun zijde gelegd zodat ze als het ware naar Mekka kijken (Dus niet de voeten of het hoofd richting Mekka zoals het vroeger hier gebruikelijk was met de voeten in de richting van het oosten). De doden worden meestal nog dezelfde dag van het overlijden begraven en dit wegens de soms grote hitte. Via de minaret worden de omwonenden van het overlijden verwittigd door de moëzin.

Wat verder gaan we eten in het plaatselijk restaurant, eigenlijk meer een voor de zon afgeschermde ruimte waar men kan eten. Voor alle zekerheid eten we niet van de rauwe groenten omdat we niet weten hoe die dingen gewassen werden en om alle problemen met diarree te vermijden. Ondertussen kunnen wij ons warmen aan een weldadige zon.

Donderdag 27 maart 2003

Vandaag blijven we wat langer slapen en gaan pas om 8 u ontbijten. In de voormiddag gaan we naar de markt om kiwi’s te kopen en twee T-shirts voor Marijke (echte valse Nikes). De rest van de voormiddag brengen we door op de binnenkoer van het hotel, liggend in de zon aan het zwembad. Na de middag ligt de binnenkoer in de schaduw en is het dan te fris (in deze tijd van het jaar) om hier te liggen of te zitten.

Na het middageten maken we een boottocht naar de Duddenwaterval. Door afbieden kunnen we tot € 15 per persoon gaan. Voor twee jaar bezochten we de hogere Duddenwaterval. De tocht over de zee duurt, heen en terug, twee uur. De uitbater belooft dat hij nog zou trachten andere gasten mee te nemen als dit hem zou lukken binnen de 10 minuten. Maar het blijft bij ons alleen en zijn woord getrouw start hij de motor en vaart met ons alleen uit. Eens in de buurt van de watervallen gaat het bootje vervaarlijk deinen en de jonge man die de boot bestuurt zegt niet dichter te kunnen gaan zonder dat het te gevaarlijk wordt.

Eens we terug zijn brengen we de rest van de namiddag rustig door op de binnenkoer van het hotel.

Ook de rest van de avond verloopt zonder noemenswaardige gebeurtenissen.

Vrijdag 28 maart 2003

We staan op om 7 u en gaan ontbijten om 8 u. Na het ontbijt blijven we nog wat plakken zodat het al na 9 u is als we het hotel verlaten. Het is de bedoeling zomaar eens met de tram te rijden van het begin naar het eindpunt (voor de prijs moet je het niet laten). Aan het eindpunt (oostelijke kant) zie ik een wegwijzer naar Dudden met daarbij het symbool van een waterval. We veranderen onze reisroute en willen eens de waterval die we gisteren vanuit zee zagen van boven bekijken. Ik laat een dolmus stoppen en vraag aan de chauffeur of hij naar de Duddenwaterval rijdt. Uit het gestommel van de passagier te horen denk ik niet helemaal juist te zitten maar de chauffeur zegt om toch maar in te stappen. We rijden dan in westelijke richting en ik bemerkt dat we als het ware terugkeren van waar we gekomen zijn. Niet ver van de gekartelde minaret (dus ook niet ver van ons hotel) stopt de dolmus aan een halteplaats en doet de chauffeur ons teken om uit te stappen. Ik begrijp dat we een volgende bus moeten nemen. Nog geen minuut later stopt een grote bus (zij noemen dit ook een dolmus) en de chauffeur wenkt terwijl hij enkele keren “Dudden” herhaalt. Wij stappen in en betalen dezelfde prijs als voor een kleine dolmus (2 x 750.000 T.L.). Wanneer we een tijdje aan het rijden zijn en we steeds maar volgens mijn gevoel in de verkeerde richting aan het rijden zijn valt plots mijn frank (nu Euro). Ik was uit het oog verloren dat er twee Duddenwatervallen waren. De hogere die 20 km in het binnenland ligt en de lagere die aan zee ligt. Wij waren dus onderweg naar de hogere Duddenwaterval. We besluiten maar gewoon te blijven zitten tot aan de eindbestemming en daar dan een bus of een taxi terug te nemen. Na eerst iets te hebben gedronken in een restaurant aan de ingang van de waterval gaan we op zoek naar een vervoermiddel om terug te keren. Even verder staan twee taxi’s te wachten op klanten en een van de chauffeurs prijst zich aan. Ik vraag hem de prijs om ons van hier via de Duddenwaterval (aan zee) naar ons hotel te brengen. Hij vraagt € 30 maar wij houden het op € 10. Wanneer hij niet blijkt akkoord te gaan geven we de indruk verder te gaan. Dit trucje heeft de afgelopen dagen goede diensten bewezen want telkens roept men ons terug en gaat men akkoord met onze prijs. Ook nu lukt het en brengt de chauffeur ons naar de waterval aan zee. We zeggen slechts een 10-tal minuten nodig te hebben. Hij volgt ons steeds op de voet (wantrouwig dat we het zouden afbollen zonder te betalen?). Terwijl we de watervallen bekijken vliegen er twee militaire vliegtuigen over ons heen. Ik zeg voor de grap dat het “de goeie” zijn waarop de chauffeur breedlachend zegt dat het Turkse jets zijn. Van de waterval gaat het naar Kaleici en ik vraag hem of hij het hotel Alp Pasa kent. Hij kent het niet, waarschijnlijk woont hij niet in deze buurt. Ik wil het hem ook niet aandoen dat hij met zijn taxi in de smalle straatjes van Kaleici moet rijden en toon hem de weg naar de Ataturklaan. Ik vraag hem om te stoppen aan de “Old Gate” (de Adrianuspoort) maar ook die moet ik hem tonen (een Gentenaar die een Turk wegwijs maakt in Turkije!!!). Wanneer we uitstappen hebben we ca 30 km gereden (voor €10!!!). Ik heb enkel een biljet bij van € 20 en hij zegt over geen biljet van € 10 te beschikken om terug te geven, wel een 6-tal U.S.dollars en de rest Turkse Lira’s(U.S. dollars staan trouwens al een stuk lager genoteerd). Omdat men dikwijls bij dergelijke transacties bij de neus wordt genomen zeg ik hem wat verderop te rijden zodat ik in een of andere zaak het biljet van € 20 kan wisselen. Plots vindt hij toch nog een biljet van € 10 in zijn portefeuille.

Na het middageten bezoek ik het kleine museum in de buurt van het hotel dat over het vroegere leven in Kaleici gaat. Het museum is ondergebracht in een gewezen kerk. De vloer bestaat uit gepolijste witte marmer, een pracht om naar te kijken. Ook de toegangstrappen zijn in witte ongepolijste marmer. Je durft er bijna niet op lopen. Na het bezoek haal ik Lea op in het hotel en nemen we de tram naar het eindstation aan het Antalyamuseum. Van daar wandelen we terug via de kustlijn en de aldaar aangelegde parkjes in de richting van het hotel. We hebben nog wat tijd en stappen het tapijtwinkeltje binnen waar we enkele dagen geleden reeds twee tapijtjes kochten. Wij zijn nog op zoek naar drie klein tapijtjes. De eerste keer hadden we voor het kleinste tapijtje € 15 betaald. Nu denk Lea de drie te kunnen krijgen voor € 40. Maar de verkoper herinnerde zich nog de prijs en blijft bij € 45. Terug proberen we onze truc uit door de indruk te geven dat we willen verdergaan. En nu laat hij ons gaan. Dit is een duidelijk teken dat we onder de bodemprijs zaten. We zijn dan uiteindelijk toch teruggekeerd en hebben de tapijtjes gekocht voor € 45.

Op een terras aan het haventje drinken we samen drie raki’s en een fruitsap (8,5 milj. T.L.)

In het hotel bellen we naar het thuisfront, naar Marijke om te zeggen dan alles goed is en naar Godelieve om te laten weten dat we om 9.45 u in Zaventem zullen zijn.

De rest van de avond zoals gebruikelijk.

Zaterdag 29 maart 2003

Staan op om 7 u en gaan ontbijten om 8 u. Met spijt beginnen we aan onze laatste dag.

Op 9 u gaan we nog maar eens naar de markt dit keer om een nieuwe portemonnee te kopen voor Lea en een kleinere voor mij. Daarna gaan we naar het park dat uitkijkt over de baai en de haven. Het is een vrije dag vandaag (zaterdag) en de terrasstoelen zijn al bekleed met kussens. We pauzeren even op zo’n terras en drinken er een thee. Daarna gaan we naar het hotel voor het middageten.

Om 13 u ga ik alleen naar het Turks bad of hammam dat amper enkele straten van ons hotel is gelegen. Voor een volledige behandeling betalen de klanten van Jetair € 20 (tegen normaal € 25). Eerst vertelt de baas wat er allemaal zal gebeuren. Het gebouw dateert van 1611. Vooraleer het centrale deel te betreden moet men zijn schoenen uitdoen (ook dit is gebruikelijk als men bij een Turks gezin op bezoek gaat). In een kleedhokje kan men zijn kleren uittrekken en doet men een lendendoek om. De kleren gaan in een slotvast kastje. Eerst gaat men de warme ruimte in waar de badknecht je afspoelt om het zweetproces op gang te brengen en ga je vervolgens op een witmarmeren warme zeskantige tafel liggen. Dit duurt zowat een 15 a 20 minuten. Het is er behoorlijk warm in die ruimte. Daarna trekt de badknecht een soort van washandje aan en begint daarmee de “peeling” uit te voeren. Door het wrijven wordt de oude huid verwijderd (pijnloos). Daarna wordt men afgespoeld (steeds met warm water). Vervolgens verlaat men de warme ruimte en in een kleine ruimte is het de beurt aan de masseur voor de oliemassage. Die man is een ware kunstenaar want geen spiertje laat hij onverlet. Na de oliemassage gaat het naar het voorgeborchte van de warme ruimte en begint de badknecht met een zeepmassage. Om voldoende schuim te produceren maakt hij een sopje in een bassin en schept dit dan in een rechthoekige linnen zak die hij eerst open blaast en vervolgens dichtknijpt waardoor en veel schuim naar buiten wordt geperst. Eens voldoende zeepschuim gaat hij over tot de zeepmassage. Het geheel wordt afgesloten door het afspoelen doormiddel van warm water. De thee tussendoor is inbegrepen. De totale duur van de behandeling is 2 ½ a 3 uur.

Eens terug in het hotel is het hoog tijd om de valiezen klaar te maken. Zonder problemen kunnen we er alles inkrijgen (de 5 kleine tapijtjes nemen niet al te veel plaats in).

Wanneer we klaar zijn lopen we tot aan de kustlijn om nog een laatste keer te genieten van het mooi uitzicht op de baai van Antalya en het haventje. De ondergaande zon weerspiegelt een goudkleurige tinteling op het zachtjes kabbelende water. Terwijl we op de zitbank aan het genieten zijn komt een kleine schoenpoetser zijn diensten aanbieden. Hij is nogal opdringerig. Een oudere Turk zorgt ervoor dat de jongen ons niet meer lastig valt. Zelf begint hij met ons een gesprek (deels in het Duits, deels in het Engels) en vertelt dat hij voor 12 jaar chauffeur internationaal transport was en hij het traject deed tussen Turkije en Engeland waardoor hij meerdere keren door ons land reed. Nu doet hij het wat rustiger aan en heeft hij een toeristenbusje om uitstappen mee te doen. Ik weet al wat er nu gaat komen en om hem een beetje voor te zijn zeg ik nog vlug dat we morgen naar huis terugkeren en we het spijtig vinden dat we hem niet vroeger leren kennen hebben om met hem uitstappen te doen. Toch krijgen we een visitekaartje in de hand geduwd voor het geval we nog eens zouden terugkeren of we het zouden doorgeven aan kennissen. Op de muur voor de zitbank zit een jongere Turk die zich in het gesprek mengt en vloeiend Duits spreekt. Hij vertelt dat zijn vader jarenlang werkzaam was in Duitsland en nu naar Turkije is teruggekeerd. Met zijn spaarcenten kocht hij een klein (?) appartementsblok aan de Zwarte Zeekust (noordoost Turkije). Prompt diept hij een foto op van het gebouw. Wij tellen een gelijkvloers en een 5-tal verdiepingen met telkens twee appartementen per verdieping. Het gebouw is hoofdzakelijk bewoond door familieleden en wordt deels verhuurd. Verder vertelt hij nog dat hij vader is van een tweeling en worden er prompt foto’s van de kinderen en zijn vrouw bovengehaald. Wanneer ik vraag wat hij voor de kost doet moet ik mijn vraag nog eens herhalen. Uiteindelijk is het antwoord dat hij niet werkt. Waarom zou hij? Vader zit er warm in en diens spaargeld, dat misschien niet zo veel betekenis had in Duitsland, maakt van hem hier in Turkije een begoed persoon. Zo verging het een aantal Belgische landverhuizers ook honderd jaar geleden. Er is niets nieuw onder de zon en de geschiedenis herhaalt zich.

Na afscheid genomen te hebben van de twee sympathieke Turken - we hebben er afgelopen week geen andere gezien - gaan we naar het hotel om er het avondmaal te gebruiken. Ik vergeet niet het dienstpersoneel wat geld in de hand te stoppen. Daarna ga ik naar de receptie om af te rekenen. Ik moet enkel de verbruikte dranken en het gebruik van de kluis betalen. Uitgerekend deze nacht verandert het uur van winter- naar zomeruur, ook hier in Turkije. Dit wil zeggen dat we een uur vroeger moeten opstaan. We vragen aan de receptie om ons te wekken (om 03.30 u zomertijd dwz 02.30 u wintertijd) en een luchpakket klaar te leggen. Voor de kamermeid laten we wat drinkgeld in onze kamer achter maar dit blijkt achteraf schijnbaar niet bij haar terecht te komen. Eens men zijn kamersleutel aan de nachtreceptionist heeft afgegeven en men het hotel verlaten heeft schijnt het gebruikelijk te zijn dat die op jacht te gaat in de verlaten kamers naar het achtergelaten geld.

Het Turk bad zorgt er voor dat ik mij die avond al goed slaperig voel en het geen probleem zal zijn om in slaap te vallen. Reeds om 8.30 u (wintertijd) of 9.30 u (zomertijd) kruipen we onder de wol.

zondag 30 maart 2003

Voor alle zekerheid heb ik mijn reiswekkertje laten rinkelen, Ik heb goed geslapen, Lea wat minder. We nemen nog vlug een bad en wanneer we klaar zijn bellen we naar de receptie om onze valiezen naar beneden te laten brengen. In het restaurant is er reeds koffie en kunnen we ons lunchpakket verorberen. Roger en zijn gezelschap zijn reeds voor ons in het restaurant aangekomen en wachten verder met ons op het busje. Op de binnenkoer, aan de rand van het zwembad, liggen enkele jongeren te slapen op luchtmatrassen (met toestemming van de baas?). Het busje komt met slechts 5 minuten vertraging voorgereden, de valiezen worden ingeladen en we vertrekken voor een korte rit door de nog verlaten straten in de richting van het vliegveld. In de vertrekhall van het vliegveld heerst er een drukte van jewelste (dit was voor twee jaar ook al zo). Na het inchecken, dat nog al wat tijd in beslag neemt, drinken en eten we nog een kleinigheid (er is ontbijt aan boord van het vliegtuig). Daarna nog vlug even een toilet opzoeken en kunnen we al vlug terecht in de wachtzaal na de nodige pas- en veiligheidscontroles. Een korte tijd later mogen we het vliegtuig instappen. Het blijkt een veel groter type van vliegtuig te zijn dan datgene waarmee we naar hier kwamen. Per rij zijn er 3 + 3 + 3 zetels (dus 9 op een rij en twee gangen). Ik schat dat er zowat 400 passagiers aan boord zijn. Geen enkele plaats is er vrij. De vlucht begint om 07.05 u (voorzien vertrek om 7.00 u) en we zullen in Brussel aankomen op 09.45 u. Onderweg moeten we onze klok een uur terugdraaien. Boven Turkije hangen er geen wolken maar hoe dichter bij België komen, hoe dichter het wolkendek. Bij de landing vallen de wolken nogal mee en zoals voorzien staan we omstreeks kwart voor tien op de grond. Uitstappen doen we via de nieuwe terminal. Om onze valiezen terug te krijgen moeten we een hele tijd wachten. Na een eerste reeks valiezen stopte de band en toen hij terug in gang schoot was er reeds heel wat tijd verstreken. Aan de uitgang vinden we Godelieve, die ons naar huis brengt.

Omstreeks 12.00 u steken we de sleutel op het slot van onze voordeur en is de reis afgelopen.

Achteraf bekeken was dit een van de meest ontspannende en mooiste reizen die we tot nu toe ooit maakten. Voorlopig hebben we geen plannen om nog eens naar Antalya te gaan. Spijtig, nu ik al enkele woorden Turks geleerd heb: bir su (uitspraak: bier soe = één water), ike su (uitspraak; iekee soe = twee watertjes), uç su (uitspraak: uts su = drie watertjes), docuz (uitspraak: dokoes = negen), soda = spuitwater.

Allaha ismarledik Antalya (tot ziens Antalya)

teşekkür ederim (dank u wel)

18-03-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (1)
17-03-2003
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.TURKIJE 2003 deel 3
Klik op de afbeelding om de link te volgen










hotel Alp Pasa in Antalya
een onovertroffen oosterse sfeer

17-03-2003 om 00:00 geschreven door David Maes


>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • NORMANDIË 1993 deel 2
  • NORMANDIË 1993 deel 1
  • NORMANDIË 1995 deel 2
  • NORMANDIË 1995 deel 1
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 2
  • NOORD-FRANKRIJK 1996 deel 1
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 2
  • ZEVENDAAGSE NAAR DE KASTELEN VAN DE LOIRE 1997 deel 1
  • BOURGONDIË 1998 deel 2
  • BOURGONDIË 1998 deel 1
  • MONSCHAU 1999 deel 2
  • MONSCHAU 1999 deel 1
  • PARIJS 2000
  • GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG 2000
  • TURKIJE 2001 deel 3
  • TURKIJE 2001 deel 2
  • TURKIJE 2001 deel 1
  • PARIJS 2001
  • DE VOGEZEN 2001 deel 2
  • DE VOGEZEN 2001 deel 1
  • KEULEN CARNAVAL 2002
  • BRETAGNE 2002 deel 3
  • BRETAGNE 2002 deel 2
  • BRETAGNE 2002 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2002 deel 1
  • TURKIJE 2003 deel 3
  • TURKIJE 2003 deel 2
  • TURKIJE 2003 deel 1
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2003 deel 1
  • KRETA 2004 deel 2
  • KRETA 2004 deel 1
  • HOUFFALIZE 2004
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 3
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 2
  • OOSTENRIJK GROSSARL 2004 deel 1
  • TURKIJE 2005 deel 3
  • TURKIJE 2005 deel 2
  • TURKIJE 2005 deel 1
  • VIERDAAGSE VAN DE IJZER 2005
  • GROSSARL 2005 deel 3
  • GROSSARL 2005 deel 2
  • GROSSARL 2005 deel 1
  • Hotel Torre Artale - Trabia - Sicilië - Italië
  • Reis naar Sicilië - Italië 2006
  • De Pyreneeën
  • Lourdes en de Pyreneeën
  • Antalya Turkije 2006
  • Antalya Turkije 2006
  • Grossglockner 3798 m
  • Sankt-Martin bei Lofer - Oostenrijk
  • Kas Turkije 207
  • Kas - Turkije 2007
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Kusadasi Turkije 2008
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bernau - Zwarte Woud
  • Bornholm - Denemarken
  • Tenerife 2010
  • Antalya Turkije 2011
  • Malta 2011
  • Tenerife 2012
  • Nieuw
  • Welkom op deze blog
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per jaar
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997
  • 1996
  • 1995
  • 1993
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Blog als favoriet !
    Gastenboek
  • solar
  • Op bezoek geweest
  • Lieve groetjes
  • Vrolijk pasen
  • xxx

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    T -->

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!