ACHT DAGEN NAAR BOURGONDIE
VAN 17 TOT EN MET 24 AUGUSTUS 1998
Maandag 17 augustus 1998 - 1ste dag
In de loop van de voormiddag is alles reeds in gereedheid gebracht. De wagen nog eens naar de car-wash gedaan en daarna de bagage ingeladen. Alles is klaar om morgenvroeg te vertrekken. Na het middageten, even na 13.00 u, beslissen we om nog vandaag te vertrekken. Het zou anders toch een lange en vervelende namiddag worden.
Om 14.10 u zijn we startensklaar. De kilometerteller staat op 71.809. Voor deze avond hebben we geen hotel gereserveerd. We moeten dus afwachten waar we iets gaan vinden om te overnachten. Een snelle blik in het boekje van Première Classe leert ons dat er een hotel is te Reims, op de uitvalsweg naar Epernay. Die weg kennen we nog van twee jaar geleden. Bellen of er een kamer vrij is heeft geen zin op dit uur van de dag daar de receptie gesloten is tot 17.00 u.
We rijden de Belgisch-Franse grens over, op de E 40, om 14.25 u en na 19 km. Vanaf daar noemt de snelweg de A16. Vervolgens rijden we voorbij: Duinkerke, na 39 km, om 14.35 u en Lille (Rijsel), na 103 km, om 15.10 u. Een eind na Rijsel nemen we een ticket voor de peage. Het is dan 15.30 u en hebben 147 km afgelegd. Een eerste stop wordt gehouden op een gewone parking langsheen de snelweg van 15.55 u tot 16.15 u en na 186 km gereden te hebben. De peage even voor Reims bereiken we om 17.20 u en na 312 km gereden te hebben. We betalen daar 72 FF. Achtereenvolgens reden we op de E40 (Oostduinkerke - Belgische grens, vanaf de Franse grens de A16, te Duinkerke de N 225 gevolgd door de A25/E42, vanaf Rijsel de A1/E17, vanaf Arras de A26/E17 langsheen St. Quentin en Laon tot Reims. Vanaf daar nemen we een kort stukje A4/E17/E50 richting Troyes tot afrit 25. Daar verlaten we de snelweg en nemen de N 51 richting Epernay. Niet ver van de wijk Maison Blanche (Reims) en La Cheige au Plafont (zie reisverslag Noord-Frankrijk 1996), aan het 2de rond punt ligt het hotel Première Classe (adres: Reims Sud - Murigny). Bij onze aankomst aldaar hebben we 231 km achter de rug en is het 17.59 u. Zonder enige problemen kunnen we een kamer krijgen (kamer 42). Deze is op het gelijkvloers gelegen. We betalen 209 FF (165 FF voor de kamer en 2 x 22 FF voor de ontbijten). Onderweg hebben we nog een Campanilehotel (en restaurant) gezien, meer in de richting van Rijsel, maar dit ligt wat de ver af zodat we het avondmaal gebruiken in het Cote a Cote-restaurant, dat vlak naast het hotel gelegen is. Voor twee aperitieven, twee maal een menu Cote Expres, 1 liter Badoit en 1 koffie betalen we 167 FF. De menu Cote Expres bestaat uit: sla, een varkensstukje met friet en een dessert (chocomouse of flan). Na het eten stippel ik nog een alternatieve route uit voor de volgende dag. Door het feit dat we een halve dag vroeger vertrokken zijn hebben we morgen wat meer tijd en zullen we een ommetje maken. Het weer was uitstekend, volle zon en niet al te warm. Om 21.45 u gaan we slapen
Dinsdag 18 augustus 1998 - 2de dag
Om 6 u sta ik op. In de loop van de nacht was het fris in de kamer, wat voor een goede nachtrust zorgde.
Om 7.45 u vertrekken we richting Dijon. De kilometerteller geeft 72.130 aan. Het is fris en bewolkt. We rijden op dezelfde plaats, waar we gisterenavond de snelweg verlieten, de A4/E17/E54 op. Troyes rijden we na 114 km en om 8.50 u voorbij. Na 134 km doen we een stopplaats langsheen de snelweg A5/E17/E54 aan. Daar tanken we 30 liter benzine voor 199 FF en in het restaurant gebruiken we twee grote koffies en 1 appeltaart voor 34,70 FF. We kopen tevens een prentkaart voor 2,50 FF om op te sturen naar Marijke (s avonds maak ik die klaar voor verzending en doe ze de dag nadien op de post te Dijon. Amper een uur later verzend ik nog een prentkaart naar onze bovenburen aan zee - dus hetzelfde adres als de eerste kaart. Deze kaart doe ik op een andere bus, maar ook in Dijon. Raar maar waar: de eerste kaart komt twee dagen later aan dan de tweede)
We verlaten de stopplaats om 9.20 u. Het is de bedoeling om even voorbij Langres afrit 6 te nemen maar door een vergissing rijden we veel te vroeg van de snelweg te Ville sous Laferté. We betalen 73 FF peage. We hebben 181 km gereden en het is 10.20 u. Op de parking buiten de peage bestuderen we de kaart en bemerken we onze vergissing. We hadden al iets vermoed daar de nummers van de afritten niet klopten. Dus rechtsomkeer maken en terug de snelweg op.
Te Langres Sud nemen we de juiste afrit (nr. 6), na 238 km en om 10.50 u. We betalen er 22 FF peage. Vervolgens nemen we de D 428 naar Pierrefontaines en Auberive. Daar stoppen we aan een winkel - tevens bakkerijtje - en kopen er 2 belegde sandwichen met hesp (witte hesp zoals men daar zegt d.i. gekookte hesp) en 3 nectarinen voor 29,35 FF. In Auberive nemen we even de D 20 tot Bay-sur-Aube en vervolgens de D 187 naar Germaines. Op een mooi plekje met uitzicht op de vallei houden we middagpauze. We hebben daar 280 km gereden en we stoppen van 12 u tot 12.35 u. Van Germaines gaat het via de D 428 tot Colmier-le-Haut, via de D 118 naar Grancey-le-Chateau en vervolgens via de D 959 naar Is-s-Tille na 335 km gereden te hebben. We stoppen er van 14 u tot 14.40 u en drinken er een ice-thee en een frisdrank (150 BF). De ice-thee is echter veel te zoet (wordt in het café gemaakt door water toe te voegen aan een concentraat). In de plaatselijke apotheek kopen we een flesje eosine (13 FF) daar Lea even voor de reis in haar vinger gesneden had. Vanaf het verlaten van de snelweg tot in Is-s-Tille reden we door een mooi en heuvelachtig landschap.
Vanaf Is-s-Tille gaat het via de D 6 naar Moloy en van daar via de D 996 naar Messigny-et-Vantoux om dan langs de D 903 en de N 74 op de ring van Dijon terecht te komen. Een zevental kilometer voor deze stad houden we nog een korte stop. We rijden de ring rond Dijon op en nemen de afrit Dijon-Sud. Als vanzelf komen we aan het hotel Première Classe uit. Het is dan 16 u. Daar de receptie van het hotel pas om 17 u opengaat rijden we nog even naar Dijon om de weg te verkennen. We rijden tot aan het oude stadsgedeelte en bemerken tevens waar we morgen de wagen in een parkeergarage kunnen achterlaten. Op dit uur van de dag is het zeer druk in de omgeving van de stad. Bij onze terugkomst aan het hotel is het 16.35 u. Ik ben de eerste om af te rekenen aan de receptie en vraag om een kamer langs de schaduwkant. We betalen voor 3 nachten en 6 ontbijten 418 FF. We krijgen kamer 43 (gelijkvloers). Per vergissing had men ons toch een kamer langs de zonnekant gegeven. Bij het corrigeren moet er iets fout gelopen zijn daar we s anderendaags de code om in onze kamer te geraken niet meer konden gebruiken. Nabij de ingang van de receptie hangt een affiche die aankondigt dat er een nieuwe Première Classe is geopend te Maçon. Op mijn vraag wordt er naar daar gebeld maar blijkt alles volzet te zijn voor de 21ste en de 22ste augustus (ik had echter al gereserveerd in een Etap-hotel).
In totaal hebben we vandaag 404 km afgelegd.
Het avondmaal gebruiken we in Campanile (50 meter verder). Voor 2 menu Buffets, 1 karaf van 46 cl vin du Gard (landwijn), 1 grote fles Badoit en 2 aperitieven betalen we 222,50 FF.
Woensdag 19 augustus 1998 - 3de dag
Om 8.15 u vertrekken we aan het hotel naar Dijon. Kilometerstand 72.535. De afgelopen nacht was het vrij warm maar bij ons vertrek is het goed afgekoeld. We bevinden ons trouwens op de warmste plek van midden-Frankrijk. Nu is er geen wolkje aan de lucht. Gisterenavond kwamen heel wat dreigende wolken opzetten doch het bleef tijdens de nacht droog. Te zien aan het verdorde gras moet het hier weken geleden geregend hebben.
De afstand tussen het hotel en Dijon is slechts 6 km. Daar we gisteren de weg reeds verkend hebben vinden we zonder moeite de goede weg en de parkeergarage in de rue Condorcet. Voor een bezoek aan de St.-Benignekathedraal, in de buurt van de garage, is het nog te vroeg. In het centrum van Dijon vinden we de Place de la Liberation, een plein in halve cirkelvorm met het Palais des Ducs. Even verder stappen we de Sint-Michielskerk binnen. Deze heeft geen noemenswaardige bijzonderheden. Een kerk die er net voor staat wordt nu gebruikt als Kamer van Koophandel. In de achterste helft is het Musee Rude ondergebracht (gratis toegang). Het museum is van bescheiden omvang maar bezit onder andere een merkwaardige reusachtige beeldengroep. Op een terrasje, voor deze voormalige kerk, gebruiken we 2 Perriers (in Frankrijk zijn deze altijd van 33 cl) voor 28 FF. In de rue des Bons-Enfants bezoeken we het musée Magnin, toegang 2 x 24 FF = 48 FF. Het museum bevat heel wat schilderijen van de Vlaamse school en toont een aantal ingerichte kamers uit de 19de eeuw. Achter het Palais des Ducs bevindt zich de Notre-Damekerk, die echter niets bijzonders bevat. Het valt ons op dat het warm is in de kerken. Meestal zoeken we in deze gebouwen de koelte op maar dit is nu niet het geval. Dit doet ons vermoeden dat het hier al een tijdje warm weer is. Eveneens in de buurt van het Palais des Ducs staan de Hallen, een constructie uit ijzer en glas. Daarin zijn standen ingericht. Op het moment dat wij er zijn is echter alles gesloten. Blijkbaar zijn de stalletjes slechts eenmaal in de week, tijdens een marktdag, open. In een sandwichbar gebruiken we 3 belegde sandwichen en 3 colas voor 75 FF. In een klein parkje achter het Palais des Ducs nemen we samen met een heleboel Fransen een rustpauze.
Terwijl Lea de winkelstraten gaat bekijken bezoek ik het Museum voor Schone Kunsten dat ondergebracht is in een deel van het Palais des Ducs. Dit bezoek kost mij 28 FF en 3 x 4 FF = 12 FF voor prentkaarten. In het museum loopt op dit ogenblik een tentoonstelling gewijd aan Adam Frans Van Der Meulen (° Brussel 1632 - + Parijs 1690). Van de vaste collectie van het museum maken enkele schilderijen van Gaspar de Craeyer (°Antwerpen 1584 - +Gent 1669) deel uit. Het meest opvallende zijn de praalgraven van Jan zonder Vrees en zijn echtgenote Marguerite Baviere en van Filips de Stoute.
Op de afgesproken plaats vind ik Lea terug op de Place de la Liberation. Het was behoorlijk warm in het museum. Op een terrasje op de hoek van het voornoemde plein gebruiken we 2 Perriers voor 32,40 FF. Vooraleer we stilaan afzakken naar de parkeergarage kopen we nog 2 flessen Perrier en een draagtas (plastiekzak) voor 12,40 FF en in een winkeltje, eerder een stalletje, kopen we 2 potjes mosterd (met noten en een extra straffe - zonder heeft men in Dijon niet geweest). Ten slotte brengen we nog een bezoek aan de kathedraal Saint-Benigne waarin ik alleen even de crypte bezoek (7 FF).
s Avonds eten we in Campanile 2 x menu Detente (buffet hors-doeuvre + gerecht a la carte + nagerechtenbuffet) + 2 aperitieven + 46 cl vin du Gard + ½ fles Badoit + 1 koffie voor 236 FF.
In totaal hebben we vandaag slechts 12 km gereden.
Donderdag 20 augustus 1998 - 4de dag
Het is 8 u wanneer we vertrekken vanaf het hotel. Het is licht bewolkt. De kilometerteller geeft 72.547 km aan. In de buurt van het hotel tanken we 18,40 liter benzine voor 106 FF. Rond Dijon moeten we even zoeken om de juiste weg te vinden maar al vlug vinden we de N 71 die ons richting St.-Seine brengt. Onmiddellijk zitten we in een mooi sterk heuvelachtig landschap. St.-Seine bereiken we om 9.50 u en na 34 km. Zonder er te stoppen rijden we door naar Villy-en-Auxois via de D 103 d en de D 26. Daar stoppen we aan een primitief cafeetje en kopen er 2 sandwichen voor 15 FF/stuk. Om ons te kunnen bedienen moet de zoon des huizes eerst nog vlug enkele sneden gekookte hesp gaan halen bij de plaatselijke beenhouwer. In afwachting dat de sandwichen klaar zijn drinken we elke een frisdrank (10 FF/stuk). Daar ik een Perrier besteld heb en ze die blijkbaar niet in huis hebben loopt de bazin nog vlug even naar een winkeltje in de buurt om er de gevraagde frisdrank te halen. Het etablissement ziet er weinig fraai uit en blijkbaar hebben ze er slechts het hoogst nodige in huis. In totaal betalen we er 30 FF. We hebben op dit punt 51 km afgelegd en we vertrekken om 10.10 u. In Vitteaux nemen we de D 70 naar Precy s/s Thil en in Jadron gaat het via de D 15 d en de D 36 langs Genouilly-en-Thoste naar Bourbilly. Het kasteel van Boubilly bezoeken we van 10.55 u tot 11.45 u. We hebben dan 93 km achter de rug. Het bezoek kost ons samen 70 FF. Hier vernemen we dat een groot deel van het gebouw uitbrandde in 1952. Er was echter geen brandverzekering (wegens de te hoge premie) zodat de eigenaar zelf voor de kosten van het herstel kon opdraaien.
Om 11.45 u zetten we onze weg verder richting Samur-en-Auxois. Enkele kilometer voor dit stadje houden we middagpauze van 12 u tot 12.30 u en na 102 km gereden te hebben. Via de D 954 bereiken we Semur. In het centrum ter hoogte van de kerk vinden we een vrije parkeerplaats. Het is een prachtig stadje met smalle hellende straatjes en nog voorzien van een aantal vakwerkhuizen. Het bezit bovendien nog zijn stadspoorten. Blijkbaar is het goed bekend bij de toeristen want de terrassen van de restaurants zijn behoorlijk gevuld. In een bakkerij kopen we twee stukken flantaart voor 12 FF. We hebben dan 105 km gereden en ons bezoek duurt tot 13.15 u. Bij het verlaten van het stadje kopen we aan een stalletje 4 nectarinen voor 8,50 FF. Via de D 954 gaat het naar Venerey-les-Laumes en Alise Ste Reine. Daar rijden we de Mont Auxois op. Via smalle straatjes met een sterke helling bereiken we de top. Het laatste stukje heeft een helling van meer dan 11% en moeten we gebruik maken van de 1ste versnelling om boven te geraken. Op de top bevindt zich het reusachtig beeld van Vergingetorix (een collega van de Tongerse Ambiorix). Op de top (407 m) heeft men een prachtig uitzicht op de streek. Ons bezoek duurt van 13.50 u tot 14.05. We hebben dan 121 km gereden. In eerste versnelling gaat het terug naar beneden en rijden we via de D954 naar het even verder gelegen kasteel van Bussy-Rabutin. We besluiten dit niet te bezoeken om voldoende tijd vrij te houden voor de abdij van Fontenay. Via de D 21 b, de D 19 en de D 905 komen we ten slotte aan in de abdij van Fontenay. Een deel van de abdij wordt nog bewoond door de huidige eigenaar en kan slechts onder begeleiding bezocht worden. Ons bezoek duurt van 14.45 u tot 16.55 u en kost ons 110 FF (bezoek aan de abdij + audiovisueel spektakel). We hebben dan 156 km achter de rug. In de gewezen smederij van de abdij is een audiovisueel spektakel ingericht ter gelegenheid van de viering van 900 jaar Citeaux. Daar de gewezen abdij geen drankgelegenheid bezit moeten we noodgedwongen 2 blikjes frisdrank (samen 16 FF) uit een automaat halen die in een daartoe speciaal ingerichte ruimte staat.
Daar de tijd te ver gevorderd is besluiten we de geplande reisweg te laten vallen, een deel liep trouwens over dezelfde weg als die welke we de 2de dag onvoorzien gevolgd hebben (Auberive, enz.). We nemen bijgevolg de kortste weg naar de D 905 die even voor Dijon uitkomt aan de snelweg A38 (gratis). Onderweg rijden we de stuwdam van Grosbois voorbij na 200 km. Daar is het vrij druk omdat het stuwmeer als recreatieplaats gebruikt wordt. Het hotel bereiken we om 18.15 u. In totaal hebben we vandaag 239 km gereden. Het hotel ligt midden in een groot winkelcentrum, overdag druk maar s nachts stil. Lea koopt in een winkel in de buurt voor Marijke een paar schoenen voor 78 FF.
s Avonds gebruiken we het avondmaal op het terras van Campanile (2 menu Buffets, 46 cl vin du Gard, ½ fles Badoit, 2 Ricards en 1 koffie voor 228,50 FF)
Vrijdag 21 augustus 1998 - 5de dag
We vertrekken om 7.45 u aan het hotel. Het is bewolkt en de ganse voormiddag valt er een lichte motregen. De kilometerteller geeft 72.787 km aan. In de buurt van het hotel rijden we de A31/E17/E21 op richting Beaune. Deze stad bereiken we na 43 km en om 8.45 u. De peage kost ons 12 FF. Even buiten het centrum parkeren we op een grote parking (vrij parkeren). Samen gebruiken we in een patisserie elke een grote koffie (2 x 14 FF = 28 FF). Terwijl Lea de enkele winkelstraten bezoekt wil ik het Museum voor Schone Kunsten bekijken. Ter plaatse blijkt dat dit slechts in de namiddag opengaat. Ik keer op mijn stappen terug en vind Lea in een van de straatjes. Wegens het ingewikkeld stratenplan van Beaune is het moeilijk om ons de oriënteren. Samen bezoeken we het Hotel Dieu (2 x 32 FF = 64 FF). Het gewezen hospice is een bezoek meer dan waard. Buiten vallen vooral de kleurmotieven van de daken op. De grote ziekenzaal doet soms denken aan de ziekenzaal van de oude Bijloke in Gent maar dan nog volledig ingericht met de originele chambretten. Op het einde van de vrije rondgang bekijken we het in een speciaal beveiligde ruimte ondergebrachte veelluik Het Laatste Oordeel van Rogier van der Weyden. Bij het verlaten van het Hotel Dieu kopen we 3 prentkaarten en is het ondertussen middag geworden. In de buurt verbruiken we in een snackbar samen 3 sandwichen en 2 grote colas voor 86 FF. Vlak naast de Notre-Damebasiliek, die we eerst even binnenlopen, bevindt zich het Musée du vin de Bourgogne. Dit museum, gewijd aan de wijnproductie, bezoeken we samen (2 x 25 FF = 50 FF). In de toegangsprijs is tevens een bezoek aan het Museum voor Schone Kunsten begrepen. Dit laatste bezoek ik alleen terwijl Lea enkele straten doorloopt. Het museum opent om 14 u maar om 14.30 u sta ik al terug op straat wegens de geringe en weinig interessante inhoud.
Het oude centrum van Beaune kan men gemakkelijk in een 10-tal minuten doorkruisen en heeft een gezellige indruk. We verlaten de stad om 14.30 u en aan de rand kopen we in een Intermarche wat fruit, 3 grote flessen Perrier en 1 fles Perrier met citroensmaak (meer uit nieuwsgierigheid - smaakt helemaal niet zoet) voor 28,50 FF.
We rijden de snelweg A6/E15/E21 op richting Maçon. Onderweg tanken we 26,75 liter benzine voor 175 FF. Aan de peage van Maçon Nord betalen we 28 FF. Het Etaphotel, waar we twee dagen zullen overnachten, ligt amper 50 meter voorbij de peage. We komen er aan om 16.00 u. Gezien we nog wat tijd hebben, omdat we pas om 17 u in het hotel kunnen, rijden we eerst nog even tot aan de grote brug over de Saone, vlak bij het centrum van Maçon. De stad lijkt ons op het eerste zicht vrij groot en druk. Om 16.50 u zijn we terug aan het hotel. We hebben in totaal 140 km gereden. Ik ben de eerste aan de receptie om af te rekenen. In de buurt liggen er nog een 4-tal andere hotels. Uit gesprekken vernemen we dat alles volzet is. De meeste hotelgasten komen vanuit het zuiden en zijn op weg naar huis. Daar Macon zowat halfweg Frankrijk ligt is het begrijpelijk dat er hier heel wat een tussenstop houden. Ook is hier in de buurt een Campanilehotel-restaurant. s Avonds verbruiken we er 2 x een menu formule Detente, ½ fles Badoit, 2 x kir, 1 karaf vin du Gard van 46 cl en 1 karaf van 25 cl en 1 koffie samen voor 246,50 FF.
Wanneer we terug in het hotel zijn horen we plots een hevig lawaai op de weg die van de snelweg komt en voor het hotel loopt. Dit blijkt afkomstig te zijn van een auto die aan hoge snelheid van de snelweg komt en waarvan de benzinetank is losgekomen die op het wegdek sleept, een spoor van vonken achterlatend. Blijkbaar wou de bestuurder nog een garage in de buurt halen.
Zaterdag 22 augustus 1998 - 6de dag
Het is 8.50 u wanneer we het hotel verlaten bij een kilometerstand van 72.927. Tijdens de vorige dagen hebben we moeten ervaren dat er in heuvelachtig gebied minder afstand afgelegd kan worden. Bijgevolg voorzien we nu reeds dat we de vooropgestelde rit zullen moeten inkorten.
Zonder enig probleem vinden we de D 103 en gaat het via St-Martin Belle-Roche, Clessé, Peronne, vervolgens via de D 15 tot Cluny. Op een parkeerplaats buiten het centrum laten we de wagen achter. We hebben dan 28 km gereden. Ons bezoek aan de stad duurt van 9 u tot 10.30 u. Ik alleen bezoek de restanten en het museum van de abdij van Cluny terwijl Lea de plaatselijke markt gaat opzoeken. Het bezoek kost 32 FF. Tijdens mijn rondgang in de ruïnes stel ik vast dat de film in mijn fototoestel blijkbaar niet goed was ingebracht en hij bij het doordraaien was blijven stilstaan. Nochtans was de teller verder doorgedraaid en dacht ik dat het tijd was om de film te vervangen. Bij het terugspoelen van de film stelde ik de fout vast. De ganse tijd had ik dus fotos genomen op hetzelfde stukje film.
Na het verlaten van Cluny gaat het nog een stukje via de D 980 en vervolgens langs de D 309 naar het kasteel van Berzé-le-Chatel (10.50 u - 41 km). Daar stoppen we niet maar rijden door naar het kasteel van Pierreclos via de D 17. Het is dan 11.30 u en hebben we 52 km gereden. Voor het bezoek betalen we 2 x 33 FF = 66 FF. Buiten een jong Nederlands koppel zijn we de enige bezoekers. Op het einde van de rondgang laat de gids ons een aperitief en wijn proeven. Voor twee flessen aperitief van Pierreclos en een potje honing betalen we 162 FF (70 FF/fles en 32 FF voor de honing). Het kasteel verlaten we om 12.30 u.
Van Pierreclos gaat het over de D 185 en de D 31 en D 23 naar la Grange du Bois. Om 12.45u zien we de Roche Solutre tegenover ons. Bij de wegsplitsing slaan we de verkeerde weg in, het was de bedoeling naar Solutre te rijden, en komen uit op de top van de col de Gerbey terecht (743 m). Het uitzicht wordt wat gehinderd door het nevelig weer maar we kunnen ons toch een goed beeld vormen van wat het zou zijn bij goed weer. Op de top keren we terug op onze stappen. Daar het nu stilaan tijd wordt om wat te eten en we nog geen gelegenheid gevonden hebben waar we belegde sandwichen konden kopen, besluiten we de Auberge la Grange du Bois aan te doen. Deze auberge hadden we reeds bij het oprijden van de berg voorbij gereden. Van de parking naar het restaurant is het nog een flink klimmetje via een trap die in de aarde is uitgegraven en versterkt met boomstammetjes. De muren van het gebouw zijn minstens 1 meter dik. In de gezellige gelagzaal brandt een openhaard die tevens als grill gebruikt wordt. We eten er 1 x gegrilde kip + 1 x gegrilde Faux Fillé van Charolaiskoeien, 25 cl wijn, 1 fles Badoit en 2 koffies voor 176 FF. Het beroemde vlees van de Charolaiskoeien smaakt buitengewoon heerlijk. De patron (?) die ons bediend zorgt niet alleen voor het op en afdienen maar staat bovendien in voor het grillen. Ons bezoek aan de auberge duurt van 13.45 u tot 14.50 u. Voor we de berg opreden hadden we een trouwpartij tegen gekomen die ons enigszins de weg versperde (blijkbaar werden daar de fotos genomen en werd er in de buurt gegeten). Nu we terug de berg afrijden komen we 20 a 25 wagens, versiert met witte linten, tegen van de trouwpartij. Allen claxonneren en de inzittenden zwaaien naar ons. We hebben dan maar teruggezwaaid.
Via de D 31 gaat het over de col de Grand Vent naar Tramayes, de D 322, de D 22 en de D 52 tot Le Plat waar we de D 43 nemen tot Monsols. het is dan 15.45 u en hebben 99 km afgelegd. Daar breken we de geplande route af. Het wordt stilaan tijd om terug af te zakken naar Maçon. Dat doen we via de D 32 en de D 18e naar Avanas (col du Fut dAvanas - 762 m), de D 26 naar Thorins Romaneche om vervolgens de N 6 op te rijden. Onderweg is er blijkbaar een tijdrit bezig voor wieleramateurs die de col du Fut dAvanas beklimmen. Daar zij uit tegenovergestelde richting komen hebben we er weinig last van. Even voor Maçon rijden we de snelweg A6/E15 op in Maçon Sud en rijden er af in de buurt van het hotel aan Maçon Nord. De peage kost ons 4 FF. Bij aankomst aan het hotel hebben we 140 km gereden. De ganse dag hebben we in een prachtige streek gereden. Soms hadden we de indruk in het voorgebergte van de Alpen te zitten.
Die avond verbruiken we in Campanile: 2 Kir, 1 dagschotel, 1 entrecote, 46 cl vin du Gard, een ½ fles Badoit en 1 koffie voor 175 FF.
Zondag 23 augustus 1998 - 7de dag
Om 7.45 u vertrekken we aan het hotel. We rijden de snelweg A6/E15/E21 op en verlaten die via afrit 4 in de buurt van Chalon-sur-Saone. Vervolgens gaat het via de N 80/E 607, de D 125 - Ste Helene, de D 48 - lAbergement en de Vallée de Vaux naar Theury, de D 48 en de D 978 naar St. Leger Dheune, de D 974 langs Dennevy, St Gilles naar Santenay. Daar dit dorpje ons niets bijzonders lijkt stoppen we niet en rijden we door tot in Nolay. In dit typisch stadje stoppen we rond 10.26 u en kopen er in een snackbar 3 belegde sandwichen (15 FF/stuk). We verbruiken er tevens 1 grote en 1 kleine koffie en betalen alles samen 65 FF. Het stadje heeft een overdekte markt waar er op dit ogenblik een tweedehands boekenmarkt wordt gehouden. Via de D 973 bereiken we het kasteel La Rochepot. Dit prachtig kasteel bezoeken we van 10.45 u tot 12 u (2 x 32 FF = 64 FF) en kopen er 3 prentkaarten voor 9 FF. De daken van het kasteel zijn versiert met gekleurde motieven die zo typisch zijn voor de streek van Bourgondië. Verder gaat het via de D 17 naar Orcles om dan even voor Beaune de D 23 te nemen langs Mavilly-Mandelot. Op een goed plaatsje houden we middagpauze omstreeks 12.30 u. Via de D 111a rijden we onder de Autoroute du Soleil door naar Clavallon, even verder nemen de D 2 naar Builland waar we de vooropgestelde reisweg verlaten om via de D 18 Pont dOuche te bereiken. Daar gaat het via de D 33 langsheen het Canal du Bourgogne richting Pont de Pany alwaar we de oprit 30 nemen van de A 38 richting Auxerre. Op de snelweg tanken we om 14 u 194,80 FF benzine. Ter hoogte van La Cerce verlaten we om 14.24 u de snelweg waarvoor we 20 FF peage betalen. Onder het rijden in de richting Avallon zien we het Hotel Première Classe waar we die avond zullen overnachten. Ook in Avallon is er een wielertoeristenwedstrijd (tijdrit?) aan de gang met aankomst in het stadje. We wandelen even tot aan de kerk en over de nog bestaande stadsmuren maar veel bijzonders heeft Avallon niet te bieden. In een herberg eten we een ijsje en drinken we een frisdrank. We verlaten het stadje richting Vezelay en rijden via de zeer mooie vallei van de Cousin. Na een 20-tal kilometer rijden we een parking op waar we onze wagen achterlaten. De straat die naar de basiliek van Vezelay loopt is vrij steil en verkeersvrij. Tot aan de basiliek is het een flinke klim. Van daaruit heeft men een mooi uitzicht over de omgeving. Een prentkaart kost ons 2,40 FF. Wanneer we aan de wagen komen zit er een omslag tussen de ruitenwisser. Nu pas bemerkt ik de parkeerautomaat. Uit de tekst op de omslag blijkt dat het volstaat alsnog 10 FF parkeergeld (voor een ganse dag) te betalen, op het ticket de nummerplaat te schrijven en in de omslag in een bus te gooien aan de parkeermeter.
Via de kortste weg rijden we terug naar Avallon en de wijk La Cerce, waar we het hotel vinden. We komen en aan om 17.30 u In totaal hebben we vandaag 300 km gereden. De ganse dag was het fris maar zonnig weer. In het restaurant van Campanile verbruiken we 2 x formule Detente, 2 x Kir, 46 cl vin de Gard en 1 koffie voor 224 FF. We hebben ook nog ½ fles Badoit gedronken die men ons vergeet aan te rekenen, wat ik pas merk bij het buitengaan. Ik keer terug en betaal in pasmunt de 12 FF voor de Badoit.
Maandag 24 augustus 1998 - 8ste dag
Om 4.30 u wordt ik wakker door de hevige wind die het naambord op het dak van het hotel laat rammelen. Ook is het hard beginnen regenen. Een beetje beducht om de ganse afstand naar huis te moeten afleggen in de gietende regen aan een trage snelheid, laat ons besluiten zo vroeg als mogelijk te vertrekken. Wanneer we om 6.30u kunnen ontbijten is de auto reeds geladen en klaar (onder hevige rukwinden en regen). Om 7 u kunnen we de thuisreis aanvatten. De kilometerteller geeft 73.384 aan. Niet ver van het hotel rijden we de snelweg naar Auxerre op. Het is 7.40 u als we aan de peage 17 FF betalen en 49 km hebben afgelegd. Nog steeds is het hard aan het regenen. Vervolgens nemen we de N 77 (gewone weg) naar Troyes. Om 8.50 u rijden we te Troyes de snelweg op na 137 km. Na 200 km en om 9.25 u rijden we de stopplaats te Somme Gouche op en tanken er 20,5 liter benzine voor 133 FF. Tevens gebruiken we er 2 croissants, een broodje en 2 koffies voor 47 FF. Aan de peage even voor Reims, na 264 km gereden te hebben, is het 10.50 u en betalen we 94 FF. De peage net voor Lille (Rijsel) bereiken we om 12.15 u na 434 km en betalen we 72 FF peage. Na 460 km, ongeveer ter hoogte van Rijsel, stoppen we te Seclin van 12.30 u tot 13.15 u. We betalen er het (veel te duur) bedrag van 93,40 FF voor 2 slaatjes, 2 porties friet, 1 grote en 1 kleine cola. De Frans-Belgische grens overschrijden we om 14.15 u na 586 km en komen aan te Oostduinkerke om 14.30 u na 585 km.
De kilometerteller staat op 73.970. Aan een plaatselijk benzinestation tanken we nog 39 liter benzine voor 1.172 BF.
Besluit
In totaal hebben we gedurende acht dagen een afstand afgelegd van 2.161 km waarvan de hoofdmoot echter naar de heen- en terugreis ging.
De streek tussen Dijon en Macon is bij weinig toeristen bekend en dit beslist ten onrechte. De meeste rijden doorheen Bourgondië op weg naar de Azurenkust en weten niet wat ze missen.
|