Mister J. Arthur Rank, een van de bigbosses uit de engelse filmindustrie, had de eigenaardige gewoonte altijd langs de lange trap naar zijn bureau te lopen, in plaats van de snelle lift te nemen zoals iedereen.
Aan een journaliste die hem vroeg waarom, zei meneer Rank: Mij te gemakkelijk, die lift! Ik gebruik liever mijn gebedstrap. Uw wat? vroeg de kranteman verwonderd. Mij gebedstrap, herhaalde de glimlachende mister Rank. Iedere morgen, terwijl ik naar boven loop, heb ik even de tijd om in een paar gebedjes te vragen dat ik de beslissingen van die dag altijd zal kunnen verantwoorden tegenover de duizende mensen die voor mijn firma werken, en tegenover de miljoenen die onze films zullen zien. En s avonds, als ik weer naar beneden kom, geeft die traploperij me de kans om God te danken voor zijn leiding.
BRUSSEL (KerkNet) - De Stichter van de Sant'Egidiogemeenschap, Andrea Riccardi, opende vanmorgen het eigenlijke Congres Brussel-Allerheiligen 2006, waaraan duizenden deelnemers van België, Europa en elders deelnemen. Het congres duurt nog gans de Allerheiligenweek.
In zijn toespraak, "De Christen, vriend van de armen", pleitte Riccardi voor een bondgenootschap met de armen. Riccardi zei de deelnemers dat hij zich in 1968 liet interpelleren door het woord van Christus in het Evangelie van Matteus (25,40): "Wat ge aan de kleinsten gedaan hebt, dat heb je ook aan mij gedaan." Vanaf dan zou de stichter van de Sint-Egidiusgemeenschap niets anders meer doen dan op zoek te gaan naar de allerarmsten. Over die ervaring getuigde hij vandaag ook aan de meer dan 3000 congressisten.
De Stichter van de Sant'Egidiogemeenschap, Andrea Riccardi
Andrea Riccardi onderstreepte dat de arme meer is dan een sociaal of politiek probleem: "Hij is in de eerste plaats een persoon".
Men ontdekt de arme een beetje zoals men God ontdekt in het gebed; dat vraagt tijd en ervaring. Men kan armen volgens hem ook moeilijk een etiket opkleven: zo zijn er in Rome migranten uit Zuid-Italië, maar evenzeer bejaarden, gehandicapten, vreemdelingen, mensen die op straat leven, en de zieken.
"De arme benaderen is hem natuurlijk de hulp bieden die hij nodig heeft, maar het is ook en vooral hem vriendschap bieden en hem uit de eenzaamheid halen waarin de armoede hem bracht (..) Een christen is iemand die een arme als vriend heeft."
De Stichter van de Sant'Egidiogemeenschap is er tevens van overtuigd dat de armen ons in de diepte evangeliseren: "Tussen de armen en onszelf ontstaat er een diepe relatie die men niet kan beredeneren in termen van geven of krijgen". Zich inspirerend op de profeet Sofonia "zoek de nederigheid : misschien zal j e in veiligheid zijn op de dag van de Heer." (2,3) roept Andrea Riccardi ten slotte op tot een verbintenis tussen de nederigen en de armen, want in de "nederigheid groeit de broederlijkheid met de armen."
Een Japanse herfstbloeier Chrysanten met Allerheiligen
De kerkhoven in Vlaanderen zijn een jaar lang een schakering van grijstinten. Tegen begin november kleuren ze evenwel wit en geel en sinds een aantal jaren ook rood, paars en bruin. Met Allerheiligen in zicht worden schuurborstels en zeemvellen bovengehaald om het graniet en het marmer van de zerken te ontdoen van een jaar weer en wind en worden chrysanten op de graven van de dierbaren geplaatst. Het gemak waarmee die bloemenzee tot stand komt, staat in schril contrast met de eerder korte geschiedenis van deze traditie. Ze gaat, samen met de kerkhofgang, terug tot de romantiek en het religieuze reveil in de negentiende eeuw, toen het belang van de band tussen de opeenvolgende generaties werd benadrukt.
Uiteraard worden graven al sinds de oudheid gedecoreerd, afhankelijk van plaats en tijd met kaarsen, wit zand of bloemen. Dechrysant deed echter pas in de negentiende eeuw zijn intrede in Europa. In oorsprong afkomstig uit Japan, groeide hij uit dé kerkhofbloem; voorzichtig in de negentiende eeuw en voorgoed na de Tweede Wereldoorlog. Hoewel, recent vervoegden andere bloemen de chrysant op de begraafplaatsen en de chrysant zelf - zijhet niet de witte potchrysant - maakt stilaan deel uit van de standaard najaarsdecoratie van het huis.
Waarom net deze Japanse bloem, die ginder vreugde en geluk symboliseert, in een aantal West-Europese landen het symbool werd van de dodenherinnering, laat zich verklaren door praktische overwegingen: de chrysant is een herfstbloeier met een zekere mate van vorstvastheid. Sommigen zagen in dat laatste trouwens een teken van onsterfelijkheid. Ook met de kleuren van de chrysant poogde men betekenis toe te voegen: wit voor waarheid en licht; geel voor eeuwigheid.
Mgr. Policarpo verwees in zijn toespraak naar die eerdere congressen: "Telkens zijn we erin gelukt de eenheid in de verscheidenheid te vinden". De Portugese Patriarch verwees in zijn toespraak naar de recente encycliek van de paus, 'Deus Caritas Est'. Daarin schreef paus Benedictus XVI: "De missie van de Kerk is het concreet maken van de naastenliefde".
In het leven van Mozes volgens een joodse volkstraditie komt een opmerkelijke passage voor.
Mozes ontmoet in de woestijn een herder. Hij brengt de dag samen met de hrder door en helpt hem bij het melken van zijn schapen.
Aan het eind van de dag ziet hijdat de herder de beste melk die hij heeft in een houten nap giet, die hij op enige afstand op een platte steen plaatst. Dan vraagt Mozes hem waar dat voor dient, en de herder antwoordt: Dat is de melk voor God. Mozes snapt het niet en vraag wat hij bedoelt.
De herder zegt: Ik neem altijd de beste melk die ik heb om die aan God te offeren. Mozes die veel meer verstand heeft dan de herder met zijn naïeve geloof, vraagt hem: En drinkt God die op? Ja, antwoordt de herder, dat doet hij. Dan ziet Mozes zich verplicht de arme herder voor te lichten, en hij legt hem uit dat God, omdat Hij zuiver geest is, geen melk drinkt. Toch is de herder er zeker van dat Hij dat wel doet, en zo redetwisten zij een poosje. Het loopt hierop uit dat Mozes tegen de herder zegt dat hij zich achter de bosjes moet verbergen om te zien of God inderdaad de melk komt opdrinken.
Mozes gaat dan de woestijn in om te bidden. De herder verbergt zich, het wordt nacht en in het maanlicht ziet de herder een klein vosje uit de woestijn komen aantippelen; het kijkt rechts, het kijkt links en gaat recht op de melk af, likt die op en verdwijnt weer in de woestijn.
De volgende morgen vindt Mozes de herder helemaal ontdaan en terneergeslagen.
Wat is er aan de hand?, vraagt hij. De herder zegt: U had gelijk, God is zuiver geest en Hij heeft mijn melk niet nodig. Mozes is verbaasd. Hij zegt: Je zou blij moeten zijn; je weet nu meer van God dan eerst.
Dat wel, zegt de herder, mar het enige wat ik kon doen om mijn liefde voor Hem tot uitdrukking te brengen is mij nu ontnomen. Mozes begrijpt wat hij zeggen wil. Hij trekt zich terug in de woestijn en bidt met aandrang. In de nacht spreekt God tot hem in een visioen: Mozes, je hebt verkeerd gedaan. Het is waar dat Ik zuiver geest ben. Maar toch heb Ik de melk die de herder mij offerde altijd in dank aanvaard als het bewijs van zijn liefde, maar omdat Ik als zuivere geest die melk niet nodig had, deelde Ik hem met dat kleine vosje, dat zo dol is op melk.
Om een klein aapje te vangen stop je wat lekkers in een fles. De aap grijpt door de hals van de fles en houdt de lekkernij in zijn vuist geklemd. Zo krijgt hij zijn pootje niet meer vrij. Want hij wil de fles van zich afschudden en toch zijn buit niet loslaten.
Mensen laten zich even gemakkelijk vangen. Het principe in precies hetzelfde. Ze willen grijpen en bezitten, zonder los te laten. Ze verlangen vrij te zijn en hoeven daarvoor alleen maar hun hand te openen en de gegrepen buit prijs te geven. Ze beseffen niet dat wanhopig grijpen en vasthouden hen onvrij maakt.
U en ik, wij allemaal, springen hopeloos in het rond, met aan onze armen ontelbare flessen, en intussen lachten we om die domme aap, met die éne fles om zijn pooit.
"De vloek van de wereld is dat mensen gedachten hebben die enkel gedachten zijn die ze van anderen hebben gekregen. Het zijn niet hun eigen gedachten. Het zijn koekoeken in hun hoofd. Hun eigen gedachten worden eruit gegooid en de koekoeksgedachten worden ervoor in de plaats gelegde. Ben je het daar niet mee eens? Hoe heet je?"
Sebastian Barry in Een lange, lange weg, Querido, Amsterdam, 2006, p. 15 - 16
Een propere bril heeft twee glazen om te reinigen!
Een propere bril heeft twee glazen om te reinigen!
Om elkaar pijn te doen, ook al wil men dat niet wil, moet je met twee zijn. Men moet ook met twee zijn om er klaar in te zien. Om te vergeven en vergeven te worden moet je met twee zijn: degene die vraagt om vergeven te worden en degenen die vergiffenis ontvangt. Het is als met een bril. Degenen die een bril dragen reinigen 's avonds hun bril en steken hem met zorg in de brildoos. Zo vinden ze hem 's morgens makkelijk terug. Spreken met elkaar reinigt. Door 's avonds er samen over te spreken, slaapt men beter. Bij het ontwaken is er niet te veel damp op de bril of zijn er niet te veel krassen die zouden beletten om over dag fatsoenlijk te zien.
Tim Guénard in Taqueurs d'espérance, Presses de la Renaissance, 2002, p. 30.
De kerk van Geraardsbergen. Geraardsbergen is de fusiegemeente (stad!). De stad Geraardsbergen telt 16 gemeenten. Elke gemeente is tevens parochie. Mijn echtgenote en ikzelf wonen in het stiltegebied. Ik heb geleerd dat stilte betekent: 'luisteren naar het geluid van je keuze!
Met anderen en met de Andere Wie ik ben, ben ik door anderen
"Een andere belangrijke voorwaarde voor een gezonde zelfbeschikking is de verbinding met de werkelijkheid om je heen. Zijn we niet moe omdat we vergeten zijn in verbinding te leven met onszelf, met onze sociale omgeving, met de Bron van ons menselijk bestaan? In de christelijke traditie wordt die Bron Liefde genoemd. Deze traditie nodigt je uit te vertrouwen in de onvoorwaardelijke liefde van God. Iemand die zich openbaart als 'Ik zal er zijn'. Dit geloof in een absolute Liefde is geen verzekering tegen donkere periodes, maar het geeft grond en zin aan je leven. Het geeft je kracht om het vol te houden, te hopen en te groeien in liefde!"
Totdaar Marc Desmet en Ria Grommen in Moe van het moeten kiezen. Op zoek naar een spiritualiteit van de zelfbeschikking, uitgeverij Lannoo, Tielt 2005. Geciteerd in Vrouwen met vaart. KVLV door Leen Vermeire.
WERELDVOEDSELTOP: 10 JAAR LATER IS DE HONGER ALLEEN MAAR TOEGENOMEN
BRUSSEL (KerkNet/Caritas Internationaal) - In november 1996 hebben de vertegenwoordigers van de 184 lidstaten van het FAO zich ertoe verbonden om tegen 2015 de honger in de wereld met de helft terug te dringen. 10 jaar later kunnen we alleen maar van een mislukking spreken: de honger is zelfs nog toegenomen. Het aantal mensen dat honger lijdt is in tien jaar gestegen van 800 tot 850 miljoen. Elke dag sterven 24 000 mensen van de honger. Op de tiende verjaardag van de Wereldvoedseltop, willen de NGO's die lid zijn van de 'Europese groep voor voedselzekerheid' hun ongerustheid uiten over deze toestand. Wereldwijd wordt voldoende voedsel geproduceerd om iedereen degelijk te kunnen voeden. Maar het aantal mensen dat honger lijdt groeit nog altijd. Alleen al in Afrikaans Subsahara, zijn 200 miljoen mensen ondervoed, een stijging met 30 miljoen in vergelijking met 1996. Ethiopië is een treffend voorbeeld van deze schrijnende toestand. De hongersnood van 1984 trof er 5 à 7 mil joen mensen. Vandaag zijn 11 à 12 miljoen Ethiopiërs afhankelijk van voedselhulp.
Landbouw blijft het zwakke broertje
In het actieplan dat het FAO in 1996 opgestelde, ligt de nadruk op de noodzaak om meer te investeren in landbouwontwikkelingsprojecten. Daar is weinig vooruitgang in geboekt. Nemen we Ethiopië weer als voorbeeld. Door de structurele onderontwikkeling van de landbouwsector (gebrek aan infrastructuur, verouderde technieken,.) zijn voedselcrisissen er een regelmatig weerkerend fenomeen. Globaal genomen leeft 75% van de hongerlijders in rurale- of agrarische gebieden. Toch hebben de donorlanden hun investeringen in landbouwontwikkeling tussen 1990 en 2002 verminderd met maar liefst 43%.
Onfaire handelspraktijken
De harde concurrentiestrijd is een andere oorzaak van groeiende armoede en honger in de ontwikkelingslanden. Honger en armoede in landelijke gebieden worden bovendien aangescherpt door het feit dat de boeren afhankelijk zijn van de landbouwexport. Die export heeft op zijn beurt af te rekenen met prijsschommelingen en dalende prijzen, waarin het IMF en de Wereldbank een rol spelen. Tezelfdertijd brengen de EU en de VS de ontwikkeling van arme landen ernstige schade toe door handelsbarrières op te werpen en hun gesubsidieerde landbouwoverschotten te dumpen. De vrijhandel, als enige basis voor landbouwontwikkeling, heeft duidelijk zijn beperkingen in arme landen, wat de Wereldbank trouwens in 2005 reeds benadrukte.
Breken met de noodhulplogica
Hoewel vele voedselcrisissen voorspelbaar zijn, bieden internationale instellingen en donorlanden vooral hulp in uiterste noodsituaties. NGO's die in ontwikkelingslanden actief zijn proberen voedselcrisissen te ondervangen door 'voedselzekerheidsprojecten' op lange termijn uit te werken. Zij roepen de grote donorlanden dan ook op om de noodhulplogica, die de bevolking afhankelijk maakt, te doorbreken. Geld geven en de grondoorzaken van armoede aanpakken, is bijvoorbeeld een veel efficiëntere oplossing dan voedselhulp, wanneer mensen honger lijden uit armoede en niet omdat er te weinig voedsel is. De NGO's die dit document ondertekenen, leden van de 'Europese groep voor voedselzekerheid', roepen nogmaals op om de strijd tegen de honger serieus te nemen. "Humanitaire hulp mag geen excuus worden voor politieke inactiviteit". De oproep werd ondertekend door Caritas International Belgium; Concern Worldwide; EuronAid; Oxfam GB; ACF France; Save the Children UK; Deutsche Welthungerhilfe en Coordination SUD, Henri Rouillé d'Orfeuil, President
Om het nieuws on line te bekijken surf naar: www.kerknet.be/nieuws/index.html U krijgt deze nieuwsbrief omdat u geregistreerd bent op de portaal van KerkNet Vlaanderen. Om uw registratie te wijzigen, surf naar: Portaal KerkNet Vlaanderen
Ik mag 'half' zijn "Eén van de grote stellingen vandaag is: 'The sky is the limit'. Je kunt en je moet je grenzen voortdurend verleggen. Een sportmanifestatie zonder nieuwe records is niet interessant. De moderne mens wil wel altijd zijn grenzen verleggen, maar hij botst daarbij op zijn eigen grenzen: zijn gezondheid, financiële mogelijkheden, de anderen... Het kan een uitdaging zijn vandaag je eindigheid opnieuw wat meer onder ogen te zien. "Ik kan niet alles, maar dat hoeft ook niet. Ik moet alleen maar mijn eigen plek invullen." Deze zelfaanvaarding kun je moeilijk alleen bereiken. Het helpt als er mensen rondom je staan voor wie je hun schat bent. Gelovigen vinden steun in het geloof dat ze een parel zijn in Gods hand. Deze ervaringen van 'je mag er zijn zoals je bent' maken het gemakkelijker om je leven zoals het is op je schouders te nemen en om je leven te willen leven op de plaats waat je staat."
Ik word niet geleef,d ik leef. "Maar om te weten wat je zelf denkt of voelt, is vaak geen tijd meer en geen sociale ruimte. Je loop hierdoor jezelf voorbij in duizenden doe-dingen en vervreemdt van je eigen referentiepunten. "Ik weet het niet meer", zucht je dan. Het lijkt ons zinvol weer expliciet zorg te besteden aan een cultuur van innerlijkheid. Het opnieuw leren stil maken, in en rondom ons. Bewust stiltemomenten inbouwen, maar ook bewust actief bezig zijn. "Als ik zit, dan zit ik. Als ik kook, dan kook ik."
De burcht van Herzele Herzele is, na Meldert, het stamdorp van de Van Buggenhouten. Ooit was er een Van Buggenhout pastoor van Herzele. Deze 'Van Buggenhout' was afkomstig van Meldert. Volgens goed geïnformeerde bron (Omer Buggenhout) bracht hij een broer en een zuster mee naar Herzele. De broer van pastoor Van Buggenhout is dan gehuwd in Herzele en is dan de stamvader geworden van de familie Van Buggenhout uit Herzele.
"Je zelfbeschikking wordt ook ondermijnd als je geen oriëntatiekader hebt dat het hier en nu overstijgt. "Weet ik nog voor wie en voor wat ik wil leven?" Het individu wordt dan de speelbal van wat anderen denken of willen. Alleen als je voor jezelf weet welke waarden in je leven belangrijk zijn, kun je ontsnappen aan het oordeel en de verwerpende 'blik van de ander'. Je hoeft dan niet meer voortdurend de anderen naar de ogen te zien. Uiteraard zijn deze waarden een referentiepunt en moet je ze te discussie kunnen stellen."
Ik ben minder vrij dan ik denk. "In het hoofd van mensen heeft vrijheid alles te maken met je eigen baas zijn, tot niets verplicht worden en aan niemand verantwoording moeten afleggen. Deze absolute zelfbepaling wordt hoog ingeschat. Maar tegelijkertijd word je voortdurend bestookt met beelden van hoe jij er als mens moet uitzien. Doe je dan wel wat je zelf wil? Denk aan de vele eisen die vrouwen op zich voelen drukken. Je moet er aantrekkelijk uitzien, een succesvolle job hebben, een goede relatie, schatten van kinderen, een design interieur, naar fitness gaan... Vrouwen hollen zichzelf letterlijk te pletter om aan dit beeld te beantwoorden, anders voelen ze zich mislukt. Doe je als vrouw dan nog wat je zelf wil? Deze impliciete normen zijn bovendien tegenstrijdig. Op het werk moet je assertief zijn, thuis minzaam. Deze tegenstrijdige eisen maken het onvermijdelijk dat je altijd wel ergens in de fout gaat en het gevoel hebt van altijd tekort te schieten. "Wat ik ook doe, er is altijd wel iemand die het niet goed vindt." Het wordt hoogtijd dat wij inzien dat wij helemaal niet zo vrij zijn en vaak verlamd worden door 'de blik van de ander'."
"Je zou kunnen denken dat wij tegen het 'zelf kiezen' zijn. Niets is minder waar. Wij willen voor deze verworvenheid blijven opkomen! De vraag die wij ons alleen stelden in het boek is of het de zelfbeschikking is die ons moe maakt of er is er meer aan de hand?"
Om hierop een antwoord te geven, luisterde Ria naar mensen die onder de brede noemer van depressiviteit geëtiketteerd worden. Mensen die zeggen: "Ik doe niet meer mee, ik kan niet meer..." Luisterend naar hun noden, ontdekte zij dat niet de zelfbeschikking, maar het ontbreken van een aantal voorwaarden zorgt dat mensen moe worden van deze autonomie. Deze voorwaarden kunnen tegelijkertijd uitwegen zijn uit onze vermoeidheid.